6 Kinderziekten. 1 Inleiding



Vergelijkbare documenten
De bof Kinkhoest Mazelen. Rode hond Roodvonk Vijfde ziekte. Waterpokken Zesde ziekte Hersenvliesontsteking

Medisch Huis Haaltert

Informatiefolder Kinderziekten

Ziekte Ziekteverschijnselen Incubatietijd Besmettelijk? Wering school * Risicogroepen. Ja, 5 dagen voor tot negen dagen na het begin van de zwelling.

ja, tot diarree over is (nee bij toxine) uren tot enkele weken 1 tot 4 dagen van 1 dag vóór tot 6 dagen na het begin van de ziekteverschijnselen

Kinderziekten. Wat zijn kinderziekten

Kinderziekten. Inhoudsopgave

Kinderziektes en kinderaandoeningen

Kinderziekten met vlekjes. Informatie voor ouders / verzorgers

Kinderziektes van 0-4 jaar

Kinderziekten en de risico s in de zwangerschap. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Kinderziekten en vergiftiging. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Kinderdagverblijf. Duckie. Ziektebeleid

Melding bij de GGD Roodvonk moet bij de GGD gemeld worden als er in dezelfde groep twee of meer gevallen zijn in twee weken.

Bescherm uw kind. Laat uw kind inenten tegen infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma

Bof (parotitis epidemica) Kinkhoest (pertussis)

Mocht u vragen hebben dan kunt u terecht bij de leidinggevende van uw locatie.

7 Epilepsie. 1 Inleiding. In dit thema komen aan de orde: 2 Wat is epilepsie? 3 Leven met epilepsie. 4 Epilepsie-aanvallen. SAW DC 7 Epilepsie

GRIEPVACCINATIE Waardoor komt het? Wat zijn de verschijnselen? Adviezen

Bescherm uw kind tegen 12 infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma

Ziekte en incubatietijd Verschijnselen Besmettelijke periode Maatregelen t.a.v.: Patiënt Contacten School BOF (16 / 18 dagen) (virusinfectie)

Brochure Kinderziekten en de Kinderopvang

Wat zijn kinderziekten 3. Protocol ziekte en medicatie 3. De bof 4. Kinkhoest 4. Mazelen 5. Rode Hond 5. Roodvonk 6. Vijfde ziekte 6.

Kinderziekten. Mazelen (1) Mazelen (2) Mazelen (3) Roodvonk (1) In deze gaat leren erkennen en hulpverlenen bij:

Ziektebeleid. Kinderdagverblijf t Olefantje Weerdsingel

Bescherm uw kind. Laat uw kind inenten tegen infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma

Bescherm uw kind. Informatie voor ouders tegen infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma

ZIEKTEBELEID BSO DE GROENE WEIDE Update februari 2014

Huisregels zieke kinderen Peuterspeelzaal Tamarinde

Vaccinaties voor peuters van 14 maanden. Rijksvaccinatieprogramma

Inleiding. Wat te doen bij zieke kinderen

ZIEKTEBELEID GROENE WEIDE

Ziektebeleid peuterspeelzaal

KINKHOEST KINDERGENEESKUNDE FRANCISCUS VLIETLAND

Gezondheid, signalen en symptomen bij ziekte

Parmentierweg 49 Postbus ZV Leiden AC Leiden. De GGD Hollands Midden is onderdeel van de RDOG Hollands Midden

Ziektebeleid KINDERDAGVERBLIJF DE PEUTERBOERDERIJ & KINDCENTRUM HET BORGHONK. De Peuterboerderij & Het Borghonk GEA VELDHUIZEN OVERBERG, RENSWOUDE

Naam : Datum : Specialist : Diëtist : Telefoonnummer : o (0223) o (0223) o (0223) o (0223)

Als uw kind ziek is. Inleiding. Wat te doen bij zieke kinderen

Wat doet de GGD? Bij meerdere gevallen van bof kan de GGD onderzoek doen. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de GGD.

De Kan Z PROTOCOL GEZONDHEIDSRISICO S

Bescherm je kind tegen infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma

ZIEKTEBELEID GROENE WEIDE. Up date: april 13 Ziektebeleid

Ziekte / Medicijnen Beleid

Koorts bij kinderen 1

Ziektebeleid. Kinderopvang de Roezemoes

Het Tuinhuis Bodegraven Oud Bodegraafseweg HW Bodegraven Tel.nr

Kinderen met koorts en vlekjes

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.

Inleiding Symptomen Werking van de neus

Ziektebeleid KDV. Up date: februari 2018

Informatie betreft een aantal infectieziekten waarbij we het beleid hanteren van het RIVM

Vaccinaties voor kinderen van 9 jaar. Rijksvaccinatieprogramma

ZIEKTEBELEID. Inleiding

Diarree. Hoofdluis. Wat is het? Wat is het? Hoe krijg je het? Hoe krijg je ze? Wat kun je als ouder doen? Wat kun je als ouder doen?

Griepprik Wat kan uw apotheek voor u doen? Koorts en pijn

Bescherm je kind tegen infectieziekten

Protocol infectieziektes

Ziektebeleid kdv De Huiskamer.

7,2. Werkstuk door een scholier 1567 woorden 21 februari keer beoordeeld. Het actuele vaccinatieprogramma

Wat zijn infectieziekten

Longontsteking bij uw kind

Vaccinaties ; informatie voor ouders

Toolbox-meeting Het gevaar van naalden (van junks) in de liftput

Online nascholingsinstituut voor de gezondheidszorg

Patiënteninformatie Lage luchtweginfecties

Luchtweginfecties bij kinderen

Kinderziektes. Bof Gordelroos Kinkhoest Krentenbaard (Impetigo) Mazelen Ziekte van Pfeiffer Rode hond Roodvonk Vijfde ziekte Waterpokken

RESPIRATOIR SYNCYTIEEL VIRUS BIJ KINDEREN

Het RS-virus bij uw baby/kind

Zomer 2007 Jaargang 3 nummer 2 VOORWOORD NIEUW TELEFOONNUMMER

Terugkerende aanvallen

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.

Adalimumab (Humira) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum. Beter voor elkaar

SEIZOENSGRIEP EN HET GRIEPVACCIN

Priorix-Tetra injectieflacon/ampul, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie

Ziektebeleid Peuterspeelzaal De Peuterhof

PROTOCOL ZIEKTE. Protocol ziekte 1

Vaccinaties voor baby s van 6-9 weken, 3, 4 en maanden. Rijksvaccinatieprogramma

Wat is COPD? 1 van

ZIEKTEBELEID SKBNM tienercentrum Tiens, versie juni 2015

Bof Brief ouders (t.e.m. 4 de leerjaar)

VERWIJDEREN VAN DE KEEL- EN/OF NEUSAMANDELEN BIJ KINDEREN Keel-, Neus- en Oorheelkunde (KNO) FRANCISCUS VLIETLAND

Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Ziektebeleid. Uk & Ko Kinderdagverblijven hanteert een ziektebeleid voor de ouders en het personeel van het kinderdagverblijf met als doel:

Kinderziekten. Wat je moet weten en wat je kan doen.

Trastuzumab (Herceptin )

Werkstuk door een scholier 1947 woorden 27 december keer beoordeeld. Verzorging 1. CHLAMYDIA-INFECTIE

Beleid zieke kind versie september 2015

Wat te doen bij luchtwegklachten?

Beleid van `t Nieuwendammer Kresje bij zieke kinderen.

Ziektebeleid. Wat doet kinderopvang Zonnekinderen als uw kind ziek is?

Protocol Besmettelijke ziekten.

Ziekenboekje. Hoe gaan we om met ziektes

Kinderziekten. Wat je moet weten en wat je kan doen.

Hoofdstuk 5: Opvang Zieke kinderen / besmettelijke ziekten en werkwijze versie: 2

Groep-B-streptokokken en zwangerschap. Poli Gynaecologie

Diarree is een verstoring van het normale ontlastingpatroon. De ontlasting bevat meer water dan gewoonlijk en u moet vaker naar het toilet.

Ziektebeleid gastouderbureau Kindercath

RS-virus, Virale Bronchiolitis

Transcriptie:

DC 6 Kinderziekten 1 Inleiding Kinderen zijn vatbaar voor allerlei ziekten. Een kind heeft nog niet veel weerstand opgebouwd en wordt daardoor eerder ziek dan een volwassene. Van veel kinderziekten kunnen kinderen behoorlijk ziek worden. In principe kunnen ook volwassenen kinderziekten krijgen. Zij zijn echter vaak immuun, omdat zij de ziekte in hun kinderjaren al hebben gehad of omdat zij ingeënt zijn. In dit thema krijg je informatie over de meest voorkomende kinder- en infectieziekten, regels bij ziekte en verzorging en de functie van de GGD en het consultatiebureau. De inhoud van dit thema: 2 Algemene informatie over kinderziekten 3 Kinderziekten 4 Overige ziekten 5 Regels bij ziekte en verzorging 6 De functie van de GGD en het consultatiebureau 1 Dit thema sluit aan bij de thema s 13 en 14 in het boek Methodisch begeleiden, thema 12 in het boek Cliënt en omgeving en de thema s 3, 7, 18 en 19 in het boek Pedagogisch Werker. HZW DC 6 Kinderziekten 1

2 Algemene informatie over kinderziekten Kinderen kunnen besmet raken door een bacterie of door een virus. De ziekten die zij daardoor krijgen heten bacteriële kinderziekten of virale kinderziekten. Bacteriële kinderziekten zijn: kinkhoest, hersenvliesontsteking en roodvonk. Virale kinderziekten zijn: bof, mazelen, rode hond, vijfde ziekte, waterpokken en zesde ziekte. De meeste kinderziekten worden veroorzaakt door een bacterie of een virus. Bacteriële infecties kunnen bestreden worden met medicijnen. Tegen virussen bestaan geen geneesmiddelen. Wel kan de natuurlijke afweer tegen een virus worden verbeterd door een inenting. Wanneer de ziektekiemen binnendringen, is het kind niet meteen ziek. De tijd tussen dit binnendringen en de eerste ziekteverschijnselen noemen we de incubatietijd. Deze tijd is per ziekte verschillend. Bij het eerste contact met een zieke vormt het lichaam antistoffen. Deze antistoffen beschermen het kind tegen de ziekte. Omdat de bescherming niet 100% zeker is, wordt aangeraden een kind dat een ziekte al gehad heeft, toch in te laten enten. Door het in te enten tegen kinderziekten kan het antistoffen aanmaken. Bij de inenting wordt het besmet met zwakke ziektekiemen waardoor het niet echt ziek wordt. Door de inenting wordt het immuun voor de ziekte. Voor sommige ziekten zijn meer inentingen nodig, bijvoorbeeld om het krijgen van pokken te voorkomen. Bijna alle ouders in Nederland laten hun kinderen inenten. Het is echter niet verplicht. Soms besluiten zij vanwege hun geloofs- of levensovertuiging hun kind niet te laten inenten. Hieronder het vaccinatieprogramma zoals dat in Nederland is vastgesteld. Het vaccinatieprogramma wordt uitgevoerd door het consultatiebureau. Rijksvaccinatieprogramma Leeftijd Injectie 1 Injectie 2 0 maanden HepB* 2 maanden DKTP-Hib** Pneu 3 maanden DKTP-Hib** Pneu 4 maanden DKTP-Hib** Pneu 11 maanden DKTP-Hib** Pneu 14 maanden BMR MenC 4 jaar DKTP 9 jaar DTP BMR 2 HZW Digitale Content

HebB: DKTP + Hib: BMR: MenC: Pneu DTP: ak: hepatitis B (leverontsteking) difterie, kinkhoest, tetanus, polio, haemophilus influenzae type b bof, mazelen en rodehond meningokokken C (tegen hersenvliesontsteking) pneumokok (tegen hersenvliesontsteking) difterie, tetanus en polio kinkhoest * Kinderen van wie de moeder besmet is met het hepatitis-b-virus (draagster is), krijgen binnen 48 uur na de geboorte een hepatitis B-vaccinatie. Bovendien krijgen zij vlak na de geboorte immunoglobulinen (kant-en-klare antistoffen). ** Kinderen van draagsters (zie *) én kinderen waarvan één van de ouders afkomstig is uit een land waar hepatitis B veel voorkomt, krijgen vanaf 1 juni 2006 bij 2, 3, 4 en 11 maanden het combinatievaccin DKTP-Hib-HepB, waarin ook een vaccin tegen hepatitis B zit. Met ingang van 1 april 2006 is een pneumokokkenvaccin opgenomen in het programma. Een infectie met pneumokokken kan leiden tot levensbedreigende ziekten als hersenvliesontsteking, bloedvergiftiging en longontsteking. Ouders krijgen automatisch bericht als zij hun kind weer moeten laten inenten. De inentingen zijn gratis. Door het inenten komen veel kinderziekten in Nederland nauwelijks nog voor. Als een kind ze krijgt, kunnen zij echter vervelende complicaties geven. Daarom is het belangrijk wel kennis te hebben van deze kinderziekten. Omdat kinderziekten niet ongevaarlijk zijn, hebben kindercentra een meldingsplicht bij de GGD als er een kinderziekte uitbreekt. Aan het einde van dit thema lees je hier meer over. Geef het altijd aan je leidinggevende door als een kind in jouw groep een kinderziekte heeft. Bij de GGD kun je advies vragen over hoe je om kunt gaan met de ziekten. HZW DC 6 Kinderziekten 3

3 Kinderziekten We behandelen nu de meest voorkomende kinderziekten. De informatie is afkomstig van Kring-apotheken Nederland. 2 Kinderziekten: bof kinkhoest mazelen rode hond roodvonk vijfde ziekte waterpokken zesde ziekte hersenvliesontsteking 4 HZW Digitale Content

3.1 De bof De bof (Parotitis epidemica) wordt veroorzaakt door het bofvirus en komt met name voor bij kinderen tussen zes en tien jaar. Incubatietijd Twee tot drie weken. Verschijnselen Het kind heeft geen eetlust, pijn bij het kauwen (lijkend op oorpijn), hoofdpijn, buikpijn en lichte koorts. Na één tot twee dagen treedt aan één of aan beide kanten van de oorspeekselklier een zwelling op. De zwelling zit onder en net voor het oor en breidt zich uit naar de hals. In sommige gevallen kunnen de speekselklieren onder de tong en onderkaak ook opzwellen. Opletten als enkele dagen na het begin van de ziekte weer koorts optreedt of als het kind gaat braken. Besmettelijkheid Matig besmettelijk vanaf zes dagen vóór tot negen dagen na het begin van de zwelling. Verzorging Houd het kind binnen tot de zwelling verdwenen is. Geef het kind voldoende te drinken (zonder koolzuur) en zacht, niet zuur eten. Sabbelen op een ijsblokje of een waterijsje kan de pijn verlichten. Een ouder kind kun je ook kauwgom geven. Complicaties Bij jongens na het begin van de puberteit en bij mannen kan een zaadbalontsteking optreden. Ook een hersenvliesontsteking kan als complicatie optreden. Huisarts raadplegen Indien de koorts langer dan drie dagen aanhoudt, als het kind hoofdpijn of een pijnlijke stijve nek krijgt, bij veel braken en als het kind een zieke indruk maakt. HZW DC 6 Kinderziekten 5

3.2 Kinkhoest Kinkhoest (Pertussis) wordt veroorzaakt door een bacterie. Incubatietijd Eén tot drie weken. Verschijnselen De verschijnselen zijn te verdelen in twee stadia. In het eerste stadium zijn een loopneus, hoesten en een lichte temperatuurverhoging de belangrijkste verschijnselen. De klachten worden nog niet herkend als kinkhoest, maar de patiënt is wel besmettelijk. Dit stadium heet officieel het catarrale stadium. Eén tot twee weken na het eerste stadium treden met name s avonds hoestaanvallen op. De hoestaanvallen gaan gepaard met hevige benauwdheid, gierende ademhaling en soms braken. De aanvallen treden op met korte tussenpozen, totdat ze eindigen in het moeizaam ophoesten van taai, wit slijm uit mond en neus. In dit stadium, officieel het convulsieve stadium genoemd, kunnen ook nevenverschijnselen, zoals een neusbloeding en bloedingen in het bindvlies van het oog (door persen tijdens hoestaanvallen) optreden. Het kind voelt zich tussen de aanvallen door niet ziek. De klachten kunnen vijf tot zes weken aanhouden, een kinkhoestachtige hoest kan langer blijven. Besmettelijkheid Vanaf de eerste verkoudheidsverschijnselen tot drie weken na het begin van de hoestaanvallen. De besmetting vindt plaats door de lucht via besmette druppeltjes (niezen en hoesten). Verzorging Het is belangrijk niet in paniek te raken tijdens een hoestaanval van het kind. Probeer het kind gerust te stellen. Hoestdrankjes helpen in dit geval niet. Complicaties Een longontsteking kan als complicatie optreden. Zuigelingen kunnen een hersenbeschadiging oplopen ten gevolge van een zuurstoftekort bij langdurige hoestbuien (verschijnselen: sufheid, slecht drinken, ademstilstand, stuiptrekkingen). Huisarts raadplegen Voor het behandelen van een eventueel bijkomende luchtweginfectie. 6 HZW Digitale Content

3.3 Mazelen Mazelen (Morbilli) is een zeer besmettelijke virusziekte die zich via de lucht verspreidt. Incubatietijd Acht tot veertien dagen. Verschijnselen De ziekte begint met hoge koorts, pijnlijke hoest, rode ogen en een loopneus. Na ongeveer twee dagen daalt de temperatuur om vervolgens weer te stijgen. Daarna ontstaan witte vlekjes met een rode rand aan de binnenzijde van de wang (vlekjes van Koplik). Achter de oren en aan de haargrens ontstaat uitslag die zich binnen enkele dagen over het hele lichaam heeft uitgebreid. Na drie tot vijf dagen verbleekt de huiduitslag en daalt de temperatuur. Besmettelijkheid Vanaf de eerste verkoudheidsverschijnselen tot vijf dagen na het ontstaan van de vlekjes op het lichaam. Verzorging Geef het kind voldoende koud drinken en zacht eten. Laat het kind in een schemerige kamer liggen. Na de genezing is het kind tijdelijk extra vatbaar. Complicaties Bronchitis, oor-, long- en hersenontsteking kunnen voorkomen. Let daarom op als drie dagen na het begin van de vlekjes nog steeds of opnieuw koorts optreedt. Huisarts raadplegen Indien de koorts langer dan enkele dagen aanhoudt of als drie dagen na het uitbreken van de blaasjes opnieuw koorts ontstaat. HZW DC 6 Kinderziekten 7

3.4 Rode hond Rode hond (Rubella) is een goedaardige kinderziekte die zich verspreidt door met virus besmette luchtdeeltjes. Deze ziekte is gevaarlijk voor zwangere vrouwen, die geen antistoffen hebben, omdat ze niet zijn ingeënt of de ziekte nooit eerder hebben doorgemaakt. Rode hond kan afwijkingen veroorzaken bij het ongeboren kind. Incubatietijd Twee tot drie weken. Verschijnselen Over het algemeen zijn kinderen weinig ziek (licht verkouden, vergrote lymfeklieren achter de oren en in de nek). Soms zijn keel en gehemelte rood. Slechts in een enkel gevallen is er sprake van koorts. Na 24 uur verschijnen de eerste rode vlekjes op het gezicht, deze verspreiden zich binnen een paar uur over romp en ledematen. De vlekjes verdwijnen na enkele dagen weer. Besmettelijkheid Van zeven dagen voor tot zeven dagen na het uitbreken van de vlekjes. Verzorging Als bij een flinke verkoudheid. Zorg ervoor dat het kind voldoende drinkt. Complicaties Er komen zelden complicaties voor. Huisarts raadplegen In verband met het risico voor zwangere vrouwen is het raadzaam om de huisarts te laten vaststellen of het om rode hond gaat. 8 HZW Digitale Content

3.5 Roodvonk Roodvonk (Scarlatina) wordt veroorzaakt door een bacterie (hemolytische streptococ) en komt vooral voor bij kleuters. Incubatietijd Twee tot zeven dagen. Verschijnselen Plotseling snel oplopende koorts, hevige keelpijn, pijnlijke halsklieren, hoofdpijn, stuipen (convulsies), soms braken en een frambozentong. Na ongeveer twee dagen ontstaat uitslag (rood kippenvel) op de romp, onder de oksels en in de liezen. Opvallend is dat een deel van het gezicht, vooral rond de mond niet rood wordt. Meestal zijn de keelamandelen ontstoken en zitten er donkerrode vlekjes op het gehemelte. Na één week zakt de koorts, verbleekt de uitslag en krijgt de tong haar oorspronkelijke kleur weer terug. Na één tot drie weken treedt vervelling van handpalmen en voetzolen op. Besmettelijkheid De ziekte is niet erg besmettelijk en kan worden overgebracht tot circa twee dagen na het begin van de behandeling met antibiotica. Iedereen kan meer dan één keer besmet worden. Verzorging Deze ziekte wordt vaak behandeld met antibiotica. Voldoende drinken is noodzakelijk. Hygiëne is voor ouders of verzorgers belangrijk in verband met besmetting. Complicaties Middenoorontsteking, neusholteontsteking. Na twee tot drie weken kunnen zogenaamde late complicaties ontstaan, zoals nierontsteking en acute reuma. Overigens komen deze laatste complicaties zeer zelden voor. Huisarts raadplegen Voor een behandeling met antibiotica. De ouder dient ook een arts te raadplegen als na twee tot drie weken de volgende klachten optreden: pijnlijke gewrichten, plotselinge kortademigheid of afwijkende urine. HZW DC 6 Kinderziekten 9

3.6 Vijfde ziekte De vijfde ziekte (Erythema infectiosum) is een virusziekte die voornamelijk voorkomt bij kinderen van vier tot tien jaar en die meestal ontstaat tijdens het voorjaar of in de vroege zomer. Incubatietijd Vijf tot tien dagen. Verschijnselen De ziekte begint met felrode bultjes op de wangen. De uitslag breidt zich vervolgens uit naar billen, ledematen en romp. Vaak treedt ook koorts op. Kenmerkend is dat de roodheid vaak wegtrekt en een paar uur later weer terugkomt. Na ongeveer zeven tot negen dagen verbleken de vlekjes zonder te vervellen of littekens te vormen. Bij inspanning, na een heet bad of zonlicht kunnen de vlekjes terugkeren. Besmettelijkheid Zodra er uitslag ontstaat, is de ziekte niet meer besmettelijk. Verzorging Er is geen speciale verzorging noodzakelijk. Complicaties Er komen geen complicaties voor. Huisarts raadplegen Het is niet nodig om een arts te raadplegen. 10 HZW Digitale Content

3.7 Waterpokken Waterpokken (Varicella) wordt veroorzaakt door het varicella-zoster virus, dit virus is identiek aan het virus herpes-zoster (gordelroos). Waterpokken is een goedaardige ziekte die echter bij kinderen met een verminderde weerstand levensbedreigend kan zijn. De ziekte komt over het algemeen voor bij kinderen tussen de twee en zeven jaar. Incubatietijd Twee tot drie weken. Verschijnselen Deze ziekte begint met vlekjes, die de tweede dag overgaan in blaasjes. De blaasjes drogen na enige tijd in. Er ontstaan dan korstjes die er afvallen zonder littekens achter te laten. De blaasjes komen voor op romp, gezicht en ledematen en soms enkele in de mond. Koorts en jeuk komen voor, maar maken het kind niet echt ziek. Door krabben kunnen de blaasjes geïnfecteerd raken. Besmettelijkheid Deze ziekte is zeer besmettelijk. Besmetting vindt plaats via besmette luchtdruppeltjes of door direct contact met de blaasjes. Vanaf één dag voor het uitbreken van de blaasjes, totdat de huidblaasjes zijn ingedroogd, is het kind besmettelijk. Dit duurt meestal tien dagen. Verzorging De jeuk kan bij kinderen ouder dan twee jaar eventueel met een mentholgel behandeld worden. Houd de nagels van het kind schoon en kort. Vermijd krabben, dit verergert de jeuk en kan littekens veroorzaken. Wanneer het kind geen koorts heeft, mag het naar buiten. Vermijd wel het contact met andere kinderen en laat het kind niet in het zand of de modder spelen, omdat waterpokken door bacteriën geïnfecteerd kunnen worden. Als er plekjes in de keel aanwezig zijn en het kind heeft keelpijn, dan kan een waterijsje of koude drank verlichting bieden. Complicaties Ontsteking van de blaasjes. Als waterpokken gepaard gaan met hoge koorts en keelpijn kan dit ook wijzen op een complicatie. Huisarts raadplegen Bij het optreden van bovengenoemde complicaties. HZW DC 6 Kinderziekten 11

3.8 Zesde ziekte De zesde ziekte (Exanthema subitum) wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een virus en komt voor bij kinderen van zes maanden tot ongeveer drie jaar. Incubatietijd Ongeveer tien dagen. Verschijnselen Plotseling hoogoplopende koorts die drie tot vijf dagen aanhoudt. De temperatuur daalt even plotseling als hij gestegen is. Vervolgens lijkt het kind genezen, maar dan verschijnt de eerste uitslag. Deze uitslag lijkt op de mazelen en de vlekjes bevinden zich vooral op romp en gezicht. Overigens jeukt de uitslag niet. De ziekte gaat vaak gepaard met gezwollen klieren in de hals en op het achterhoofd. Besmettelijkheid Niet groot. Wijze van besmetting onbekend. Verzorging Er is geen speciale verzorging nodig. Als het kind beter is, mag het weer naar buiten. Complicaties Er komen geen complicaties voor. Huisarts raadplegen Bij koortsstuipen (plotselinge temperatuurstijgingen). 12 HZW Digitale Content

3.9 Hersenvliesontsteking Hersenvliesontsteking (Meningitis) komt relatief weinig voor bij zuigelingen en kinderen. We maken onderscheid tussen bacteriële en virale meningitis. De verschijnselen die optreden, zijn niet echt verschillend. Het is van groot belang dat het ziektebeeld vroegtijdig wordt herkend en dat snel wordt gestart met een passende behandeling. Verschijnselen: Bij pasgeborenen en kleine zuigelingen: slecht drinken, grauw zien, luierpijn, verhoogde prikkelbaarheid met klagelijk huilen en braken komen voor. Vaak is er geen koorts, soms een lagere temperatuur. Bij oudere baby's en peuters: stuiptrekkingen, hoog, schril huilen, grote pijnlijkheid bij aanraken, luierpijn en nekstijfheid. Daarnaast is er sprake van het zogenaamde 'driepootfenomeen'. Dit betekent dat het kindje alleen rechtop kan zitten met steun van beide armen, die achter de rug worden geplaatst. Bij oudere kinderen: het kind is acuut ziek met hoge koorts, nekstijfheid, hoofdpijn en sufheid. Bij het buigen van het hoofd worden de knieën opgetrokken en in liggende houding kunnen de benen niet hoger dan 45 graden geheven worden. Huisarts raadplegen Bij alle bovengenoemde verschijnselen is het belangrijk meteen een huisarts te raadplegen of naar het ziekenhuis te gaan. HZW DC 6 Kinderziekten 13

4 Overige ziekten Kinderen worden niet alleen ziek van de bekende kinderziekten. Zij kunnen net als volwassenen de normale infectieziekten krijgen als griep en oorontsteking. Het verschil met de vorige infectieziekten is dat je voor deze niet immuun wordt. We behandelen de meest voorkomende infectieziekten. We besteden hier bovendien aandacht aan diabetes, astma, bronchitis, AIDS en epilepsie. Hoewel overgewicht geen ziekte is, kan het wel de oorzaak zijn van veel ziekten. Omdat kinderen in toenemende mate aan overgewicht leiden, besteden we ook daar aandacht aan. 3 Overige ziekten: middenoorontsteking oorproblemen ontstoken amandelen verkoudheid griep koortsstuipen krentenbaard spruw maag- en darmaandoeningen overgewicht diabetes astma bronchitis AIDS epilepsie 4.1 Middenoorontsteking Bij kinderen komt middenoorontsteking vaak voor. Doorgaans als complicatie bij een andere ziekte. De keelholte en het middenoor zijn met elkaar verbonden door de buis van Eustachius. Bacteriën en infecties in de keel kunnen zo makkelijk naar het middenoor overgebracht worden. Als de buis van Eustachius verstopt zit, ontstaat er een vochtophoping in het middenoor. Het kind is futloos en heeft last van doofheid. De middenoorontsteking moet door de arts behandeld worden met medicijnen. Soms wordt de middenoorontsteking chronisch. Als medicijnen niet helpen tegen de verstopping in de buis van Eustachius, worden soms buisjes geïmplanteerd in het trommelvlies. Zo kan het vocht wegvloeien. Daardoor vermindert de druk op het trommelvlies. Dit implanteren van buisjes in het trommelvlies gebeurt in de polikliniek van een ziekenhuis. 14 HZW Digitale Content

4.2 Oorproblemen Tijdelijke doofheid ontstaat niet alleen door een middenoorontsteking, maar kan ook heel simpel komen door verstopte oren. In de uitwendige gehoorgang zit dan zoveel oorsmeer dat het kind niet meer goed kan horen. Omdat dit geleidelijk aan ontstaat, merkt hij het niet. Kinderen vergeten zelf regelmatig hun oren schoon te maken. Overtollig oorsmeer dat niet verwijderd wordt, droogt in en verhardt. Het oor kan gaan ontsteken. Je merkt het doordat het kind steeds slechter hoort en regelmatig pijn heeft. 4.3 Ontstoken amandelen Vroeger was het gebruikelijk bij kinderen de amandelen uit de keel weg te halen (knippen) als ze een paar keer ontstoken waren. Later heeft men ontdekt dat amandelen juist een belangrijke barrière vormen tegen allerlei micro-organismen waar je ziek van kunt worden. Als amandelen een beetje ontstoken zijn, betekent het juist dat ze hun werk heel erg goed doen. Tegenwoordig knipt men de amandelen alleen als ze zo erg ontstoken zijn dat ze andere organen kunnen besmetten. 4.4 Verkoudheid Volwassenen zijn ongeveer drie keer per jaar verkouden, kinderen gemiddeld wel zes keer. Je wordt verkouden omdat je een verkoudheidsvirus inademt. Goed warm kleden, broeien zelfs, helpt. Verkoudheidsvirussen zijn er altijd, in allerlei soorten. Je kunt kinderen er alleen een beetje tegen beschermen door te zorgen dat ze voldoende weerstand hebben. Gezond eten, zorgen dat het kind voldoende en goed slaapt en dat het regelmatig beweegt. HZW DC 6 Kinderziekten 15

4.5 Griep Bijna iedereen die verkouden is, zegt: Ik heb griep. Maar er zijn verschillen. Bij een verkoudheid stijgt de temperatuur ten hoogste tot 39.1 C. Meestal wordt de koorts niet hoger dan 38.1 C en is er ook geen spierpijn. Bij een griep is er hoge koorts, boven de 39.1 C, spierpijn en hevige hoofdpijn. Bij griep zijn er ook verkoudheidsverschijnselen als hoesten en een zere keel. Je moet echt het bed houden. Na een dag of vier, vijf voelt een grieppatiënt zich meestal al weer behoorlijk opgeknapt. Na een week kan een kind weer naar school. Hij kan zich nog lang moe en slap voelen. Gezond eten, veel groente en fruit en veel slaap zijn belangrijk. Kinderen met cara, een nierziekte of suikerziekte kunnen gevaar lopen bij een griep. Ze krijgen ieder jaar een griepinjectie. Ze kunnen dan nog wel verkouden worden, maar geen griep krijgen. De griepinjectie werkt maar één jaar, omdat het griepvirus ieder jaar weer een beetje anders is. Een griepinjectie helpt niet meer als het kind al besmet is met het griepvirus. 4.6 Koortsstuipen Koortsstuipen komen bij kleine kinderen vaak voor. Kenmerken van koortsstuipen: komen voor tot 5 jaar duren een paar seconden tot minuten hebben de volgende verschijnselen: - krampachtige bewegingen - schuim op de mond - weggedraaide ogen of scheelzien - braken 4 Kinderen krijgen sneller en hogere koorts dan volwassenen en de koorts kan sneller oplopen en weer dalen. Bij een kind hoeft hoge koorts geen aanwijzing te zijn dat het ernstig ziek is. Het omgekeerde gaat ook op: het kind kan ernstig ziek zijn zonder koorts te hebben. Bij kinderen kan hoge koorts tot stuipen leiden. 16 HZW Digitale Content

Als je erbij bent wanneer het kind een koortsstuip heeft, mag je niet weglopen. Ook niet om een arts te waarschuwen. Tijdens een koortsstuip kan het kind namelijk braken, en mogelijk in het braaksel stikken als dit in de luchtpijp komt. Als je erbij bent, kun je dat voorkomen door het kind op de zij te draaien en ervoor te zorgen dat het niet op de rug gaat liggen. Als de stuip voorbij is, kun je een arts gaan bellen. 4.7 Krentenbaard Krentenbaard is een huiduitslag die over het hele lichaam maar vooral in het gezicht zit. Hij begint met bultjes die blaasjes worden. Deze gaan vervolgens kapot. Het vocht dat eruit komt, is besmettelijk. Door krabben, krijgt een kind het aan de vingers. Zo kunnen ook de spelmaterialen besmet raken, en dus ook de andere kinderen. Het beste is om niet te krabben. Laat de kinderen die krentenbaard hebben regelmatig hun handen wassen met zeep en doe dat zelf ook. Er is een zalf voor die het beste op een open wondje gesmeerd kan worden. Als het blaasje nog niet open is, kan het met een washandje open gewreven worden. Krentenbaard kan ook genezen door indrogen. 4.8 Spruw Spruw is een infectie van het mondslijmvlies. Het zijn witte plekjes die meestal aan de binnenkant van de wang, op de tong en het gehemelte zitten. Zij worden veroorzaakt door een gist. Dit komt voor op spenen en tepels. Spruw komt bij ongeveer 4% van de baby s voor, meestal jonger dan 6 weken. Zij hebben er meestal weinig last van. Soms drinken ze wat onrustig. Spruw is onschuldig en gaat vaak vanzelf weer over. Hygiëne is belangrijk. Spenen elke dag uitkoken en op een droge en schone plaats bewaren. HZW DC 6 Kinderziekten 17

4.9 Maag- en darmaandoeningen Je voedsel gaat door het maagdarmkanaal. Daar wordt het afgebroken en in je bloed opgenomen. Tijdens die reis kan er wel eens iets misgaan. Maag- en darmaandoeningen: voedselvergiftiging paratyfus obstipatie of verstopping maden en wormen 5 Voedselvergiftiging Voedselvergiftiging krijg je van bedorven voedsel. Kijk daarom uit met traktaties die bederfelijk zijn, bijvoorbeeld slagroomsoesjes. Zeker als het warm is buiten. De symptomen zijn: maag- en darmkrampen; braken en diarree. Hoe ernstiger de vergiftiging, hoe meer diarree. Een kind kan bij diarree en braken uitdrogen. Dan moet er een arts bijkomen. Bewaar in dat geval een beetje braaksel in een plastic zakje, zodat de arts het kan analyseren. Bij minder ernstige gevallen hoef je geen arts te waarschuwen. Zorg wel dat het kind voldoende drinkt. Geen heel koude dranken. Bouillon of appelsap zijn het beste. Kleine slokjes laten nemen. Geef het kind gelegenheid om te rusten. Was goed je handen want het braaksel en de diarree zijn besmettelijk. 18 HZW Digitale Content

Paratyfus De salmonellabacterie kan paratyfus tot gevolg hebben. Deze bacterie wordt gedood als voedsel goed verhit is. De symptomen van paratyfus zijn: hevige diarree; buikklachten; in het begin misselijkheid; braken. Er moet altijd een arts bij komen. Obstipatie of verstopping Het tegenovergestelde van diarree is obstipatie of verstopping. Je moet wel naar de wc, maar het wil niet. Als er uiteindelijk wel ontlasting komt, is hij droog en keutelvormig (bolletjes dus). Oorzaken van obstipatie kunnen zijn: te weinig vezels in het voedsel; te weinig vocht; te veel zitten; stress. Kleine kinderen kunnen van de zenuwen, waar ze zich niet bewust van zijn, ineens obstipatie krijgen. Als dat een paar dagen aanhoudt, krijgen ze buikpijn. Maden en wormen Maden en wormen komen vooral voor bij kinderen. Dat komt, omdat ze overal aankomen en vaak hun vingers in hun mond stoppen. HZW DC 6 Kinderziekten 19

Er zijn verschillende soorten wormen: Aarsmaden, die, zoals het woord al zegt, hun eitjes rond de aarsopening (anus) leggen. Die veroorzaken erge jeuk. Door het krabben komen de eitjes onder de nagels te zitten, en zo krijgt het kind ze weer binnen. De huisarts heeft er een effectief middel tegen. Uit zichzelf gaat het namelijk niet over. Spoelwormen zorgen voor ontstekingen overal in het lichaam. Het kind lijkt griep te hebben. In de ontlasting van honden en katten zitten veel eitjes van de spoelworm. Kinderen die in de zandbak of buiten in het zand spelen, mogen dan ook hun vingers niet in de mond steken. Zandbakken moeten regelmatig ontsmet worden. De huisarts heeft een effectief middel tegen spoelwormen. De ontstekingen gaan niet vanzelf over. Lintwormen kunnen heel lang worden, wel acht meter. Daarom heten ze lintworm. Een lintworm leeft in de maag en darmen en veroorzaakt vermoeidheid, darmklachten en soms bloedarmoede. De huisarts heeft er een effectief middel tegen. Uit zichzelf gaat het niet over. Je kunt het krijgen door besmet vlees te eten. Daar zitten de eitjes op. Je krijgt ze dus via de mond binnen. 4.10 Overgewicht Eén op de acht kinderen is te zwaar. Het aantal kinderen dat te zwaar is in 20 jaar verdubbeld. De oorzaken Overgewicht wordt niet alleen veroorzaakt door te veel eten, maar ook door te weinig bewegen. Kinderen zijn iets minder gaan eten. Dat betekent dat minder bewegen de belangrijkste oorzaak van overgewicht is. Het energieverbruik en de energie-inname raken uit balans als iemand langdurig te veel eet en te weinig beweegt. Het teveel aan voeding wordt dan omgezet in vet. In de leeftijd van 5 tot 11 jaar is de grootste stijging van het aantal kinderen met overgewicht te zien. Bij 25 tot 40% van de kinderen die te dik zijn, speelt erfelijke aanleg een rol. Zij worden sneller dik dan andere kinderen. Erfelijke aanleg hoeft echter niet direct tot overgewicht te leiden. Iemand met aanleg moet wel extra opletten om niet te veel te eten en moet meer bewegen. Bij minder dan 5% van de kinderen wordt overgewicht veroorzaakt door een defect in de genen, een ziekte of medicijngebruik. Als kinderen of pubers dik zijn, dan zijn zij dit meestal ook op volwassen leeftijd. Een puber met overgewicht heeft zelfs drie maal zoveel kans op overgewicht op volwassen leeftijd dan een kind zonder overgewicht. 20 HZW Digitale Content

Een laatste oorzaak van overgewicht ligt in de voedingsgewoonten. Slechte gewoonten zijn bijvoorbeeld niet ontbijten en teveel tussendoortjes nemen. Niet ontbijten leidt tot slechtere schoolprestaties. Het is vaak onderdeel van een ongezonde leefstijl met veel snoepen, laat naar bed gaan en gebrek aan toezicht. Deze leefstijl heeft overgewicht tot gevolg. Veel zoete tussendoortjes leidt eveneens tot overgewicht, evenals frisdranken, kant-en-klare vruchtensappen en kant-en-klaar maaltijden. Kant-en-klaar maaltijden zijn zouter en vetter dan normale voeding. Het eten van basisvoedingsmiddelen als bijvoorbeeld groente, fruit, aardappelen, rijst en brood is gedaald. Daarvoor in de plaats worden meer vette gerechten gegeten als patat, snacks, chips en ijs. De gevolgen Overgewicht kan op korte termijn tot verminderde mobiliteit, knieklachten, pijn in de benen en rug leiden. Het kan verstoringen als stijging van het cholesterol en diabetes mellitus type II (suikerziekte) tot gevolg hebben. Het immuunsysteem (afweersysteem) kan aangetast worden waardoor bronchitis en infecties aan de luchtwegen kunnen ontstaan. Er kunnen schimmelinfecties in de huidplooien ontstaan. 5% van de kanker is toe te schrijven aan overgewicht. Op langere termijn kan overgewicht tot obesitas leiden. Dit is een ernstige vorm van overgewicht. Het overgewicht gaat bij obesitas gepaard met ernstige complicaties, als verhoogde bloeddruk, verhoogd cholesterolgehalte, hart- en vaatziekten, diabetes, kanker en gewrichtsproblemen. De levensverwachting van kinderen met obesitas is lager. HZW DC 6 Kinderziekten 21

Overgewicht kan ook tot psychische en emotionele problemen en gedragsproblemen leiden en tot sociaal isolement. Dikke kinderen worden vaker gepest of gediscrimineerd, zij kunnen niet met alle activiteiten meedoen en niet alle kleding dragen. Zij kunnen daardoor een negatief zelfbeeld ontwikkelen. Sommige kinderen worden depressief. Voorkomen van overgewicht Overgewicht kan goed voorkomen worden. Daarmee kan ook het beste jong begonnen worden. Het consultatiebureau speelt een belangrijke rol als het gaat om het constateren van dreigend overgewicht. Het kan de ouders in een vroeg stadium voorlichten en adviseren over goede voeding en een goed voedingspatroon. Allereerst is het belangrijk dat het kind en de ouders zich bewust zijn van de risico s van overgewicht. Door met de ouders en het kind te praten, kun je hier een bijdrage aan leveren. Daarnaast moet je alert zijn op het voedingspatroon en de mate waarin een kind beweegt. Geef op het kindercentrum gezonde voeding en geef richtlijnen aan de ouders voor gezonde traktaties. Geef fruit in plaats van een koekje. Stimuleer regelmatige beweging door activiteiten aan te bieden waarbij veel bewogen wordt. Beperk het televisiekijken en achter de computer zitten en stimuleer het buitenspelen. Leer een kind al jong de goede gewoonten aan, dan is de kans groter dat het blijvend goed eet en genoeg beweegt. Gezonde basisvoeding per dag voor kinderen van 1 tot 12 jaar is: 1 tot 4 jaar 4 tot 12 jaar Brood 1-3 sneetjes (35-105 gram) 3-5 sneetjes (105-175 gram) Aardappelen (of rijst, pasta, peulvruchten) 75 gram 1,5 aardappel of opscheplepel rijst/pasta/peulvruchten 100-150 gram 2-3 aardappelen of opscheplepels rijst/pasta/peulvruchten Groente 75 gram (1-2 groentelepels) 150 gram (3 groentelepels) Fruit 1,5 vrucht (150 gram) 2 vruchten (200 gram) Zuivel 300 ml melk(producten) en 10 gram kaas (½ plak) 300-450/600 ml melk(producten) en 10-20 gram kaas (½ - 1 plak) Vlees(waren), vis, kip, ei of 50 gram 50-100 gram vleesvervangers Halvarine, margarine, bak- en 15 gram 15-35 gram braadproducten Dranken 0,8 liter 1-1,5 liter (Bron: Voedingscentrum - eerlijk over eten) 22 HZW Digitale Content