Waarom mestscheiding?



Vergelijkbare documenten
Kenmerken van de Bauer Separator:

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar

Scheiding van biologische varkensmest met een decanteercentrifuge

SEPARATOR S 655 / S 855

Bepaling van totaal kiemgetal

Bepaling van totaal kiemgetal

SPECIALIST MESTBEWERKING. capaciteit duurzaamheid

Bepaling van totaal kiemgetal

Uitgevoerd op 11 en 12 oktober 2006 door Jolmer de Vries en Wiebe Nauta

BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS. Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar

Kansen voor mestscheiding

Vergistingstest BATCHTESTEN. Klant 2401/086/A1. Testsubstraat: Maisrestanten. Mystery Man

SPECIALIST MESTBEWERKING. capaciteit duurzaamheid

Bepaling van totaal kiemgetal

GEZONDE BODEM, GEZOND VOEDSEL, GEZONDE MENSEN... Bokashi voor professionals

EFFECTIEVE MICRO-ORGANISMEN (EM) voor een gezonde bodem, plant, dier en leefomgeving

LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING VERWERKING AGRARISCHE PRODUCTEN CSE KB

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof

Separator Special. Separator Special is een uitgave van Distrimex Pompen & Service Zomer Mestscheiding is kostenbesparing

Onderzoek waterkwaliteit en waterzuivering

Verzendlijst : direkteur, direktie VKA, sektorhoofd (3x), afdeling Microbiologie (4x), afdeling Normalisatie (Humme), projektbeheer, projektleider.

Effectieve Micro-organismen. De praktijk van het maken van bokashi

Wageningen UR Livestock Research

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater

Bovendien werkt EM- Silage broei-remmend, hierdoor ligt het rendement veel hoger. Er zijn namelijk veel minder inkuil en uitkuilverliezen.

Bokashi uitgelegd. TIEN Bokashi-feiten

Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers

Technische notitie betreffende de samenstelling van dierlijke mest na mestscheiding in het kader van de Evaluatie van de Meststoffenwet 2016

Vergisting van eendenmest

Mestscheiding Annelies Gorissen

Composteren en inkuilen: Technieken om opslag en bewerking van kippenmest en vaste rundermest te optimaliseren?

Bewaarbaarheid van de kuil. Blgg

GMO. Prijs incl. BTW E L - BIB 11, L - BIB 27, L - BIB 79,35

Mestscheiding, waarom zou u hiermee aan de slag gaan?

Studie-avond spuiwater. Inhoud 11/03/2015

Ammoniak en broeikasgassen

ILVO. Identificatie van bederforganismen en houdbaarheid van de grijze garnaal

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR. PaccoParameters

Inhoud. Studie-avond spuiwater 16/03/2015

PILOT BOKASHI Brabants en Limburgs maaisel voor een gezonde bodem. Maarten van Schijndel Adviseur watersystemen

Grasland Klas 1. Inkuilen

Chemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held

OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO

Stalmestopslag op de kopakker: Hoe risico op uitspoeling beperken en een waardevol product maken?

DE INVLOED VAN EFFECTIEVE MICROBEN OP OPBRENGST EN NPK OPNAME DOOR ENGELS RAAIGRAS IN EEN POTPROEF

Van maaien..tot inkuilen

GroenLinks Bronckhorst. Themabijeenkomst Groengas Hoe groen is ons gas? 2 juni 2015

FIPAH presenteert: Opslag en dosering van hulpstoffen voor beton en mortel

meststoffen vloeibare basismeststof groei door kennis

Analyses voor wijnbouwers in het labo van Inagro

Mestverwerking in De Peel

Kalvermest scheiden op bedrijfsniveau. Edze Westra Msc Stroe/Wekerom

INKUILMANAGEMENT GRAS

Hergebruik van recirculatiewater in de aardbei stellingteelt

INKUILMANAGEMENT GRAS

UGro, premium kwaliteit kokos

hoofdgroep maatschappelijke technologie

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1

Memo. Datum 21 december 2016 Aantal pagina's 5 Van Bas van der Zaan. Doorkiesnummer +31(0)

KWEEK WATER AANVRAAGFORMULIER

Effect van geselecteerde Bacillus stammen op bacterievlekken door Pseudomonas spp. bij de champignon

inbreng en heeft als gevolg minder scaling (kalkafzetting in de vorm van calciumcarbonaat).

Zwembaden Volledig rapport

ECOFERM in de praktijk

Composteren en inkuilen van dikke fractie en stalmest

Het gebruik van gescheiden mest in de ligboxen bij melkvee.

Maiszaden. Samen naar een optimaal rendement.

Leg aan de hand van informatie op het etiket uit hoe de merknaam POKON tot stand is gekomen.

Nature Spa. Spa Service Nederland. *Wateronderhoud

Bepaling van enterokokken

Project Oliva. Oliva B.V. Molenveld CK Millingen aan de Rijn

Microbiologie in geothermische systemen

Doorstroomcel compact

Inkuilmanagement. dé specialist voor land- en tuinbouw

Rapport Bodemconditie Voedselbospercelen Park Lingezegen

Report 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas.

Grondsoort Aanzuren tot ph 5,5 Aanzuren tot ph 6. Zand 54% 35% Klei 59% 39% Veen 65% 44%

Vloeibare mest en vloeibare behandelde mest Monstervoorbehandeling

NIZO-RAPPORT E2014/179 Onderzoek TAS en XTAS sporen in veen/turf strooisels F. Driehuis, E. Bomhof Januari 2015

Compact Plus biogasinstallatie, Lierop, 600 kw

Verwerkte mest Detectie van Salmonella

Mest als basis voor energie en grondstoffen

Effectieve micro-organismen. Wat is het en wat kunnen wij er mee.

Champignon teelt. afrekenen met bacteriën, virussen + schimmels

Basis van de bioelektronika. Michel Barbaud, Peter Vanhoof, december

Agenda. Werkgebied. Management Water. Erwin van der Wielen. Kewi Services

Symptomen opwekken in planten, overmatige wortelgroei.

Oplossingen Scheikunde van 2001

Milieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen

CATALOGUS 18 PRODUCTEN & ACCESSOIRES

in het huishouden in de tuin FilOsOFie OVeriGe ActiViteiten & slot

Opdracht 1 In deze opdracht doe je experiment 1, je kunt deze vinden op de website op de pagina Practicum.

Nederlandse norm NEN Melk en melkproducten Bepaling van het gehalte aan sporen van mesofiele aërobe sporenvormende bacteriën

Luchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen. VK Loonwerkers Najaar 2018

Effect van het additief 11GFT op de kuilkwaliteit, chemische samenstelling en in vitro verteerbaarheid van Engels raaigras

Bemonstering bij continue productie van vaste mest

VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

Metrologische Reglementering

Incidenteel schoonmaken en desinfecteren: Toelichting bij de proef met behulp van waterstofperoxide Toelichting schema

Transcriptie:

Opdrachtnr.: 12061301 In opdracht van: Jan Feersma-Hoekstra Uitgevoerd door: Jan Siemen Atsma Datum: 13-6-12 Fermentatieproef dikke fractie koemest Doel Onderzoeken of de dikke fractie van koemest, afkomstig van een mestscheider, wil fermenteren met Microferm. Inleiding Mest scheiden Bij het principe van mest scheiden, wordt de (koe)mest gescheiden in een vloeibare dunne fractie en een stapelbare dikke fractie. Bauer, een producent van mestscheiders zegt op hun website het volgende erover: Waarom mestscheiding? Mestscheiding is een strategische keuze. Het geeft u de mogelijkheid om veel efficiënter met uw mest om te gaan. Om te kunnen beoordelen waarom mestscheiding juist voor u belangrijk is, is het noodzakelijk om op de hoogte te zijn van een aantal voordelen dat mestscheiding met zich meebrengt: Kenmerken dunne fractie: Het vloeibare mestvolume wordt verkleind met 15 30% Mixen is niet meer nodig voor het aanwenden. Door scheiding van dikke en dunne fractie is er een lager verlies aan nitrogeen (NH3, CH4, NO2). Nauwkeurige analyses mogelijk. Snelle opname in de bodem en weinig versmering. Makkelijk en nauwkeurig aan te wenden. Laag drogestofgehalte, minder organische stof. Aanzienlijk minder onkruidzaden in de vloeibare fractie Uw voordelen: Lagere transportkosten Kleinere opslagvolumen Aanzienlijke reukvermindering Lagere milieubelasting Minder gewasschade Smakelijker gras Ideaal voor precisiebemesting Lager energieverbuik voor pompen en transport

Kenmerken dikke fractie: De dikke fractie is stapelbaar. Hoog drogestof gehalte. Relatief hoog fosfaat gehalte t.o.v. drijfmest. Zelfcomposterend. Te gebruiken als ligboxbedekking. Uw voordelen: Eenvoudige goedkope opslag mogelijk. Makkelijk laden en lossen. Verbetering bodemstructuur. Hogere Humuswaarden. Mag als vaste mest op natuurland. Lagere afvoerkosten. Hoog koecomfort tegen lage kosten. Het instrooien van dikke fractie in ligboxen heeft inmiddels een explosieve groei doorgemaakt. In navolging van het buitenland, waar al veel gebruik wordt gemaakt van deze methode, zijn nu ook veel Nederlandse veehouderijen overgegaan op het instrooien. Het mestmonster Monster is afkomstig van Marco v/d Wind uit Woudenberg. Het betreft de dikke fractie afkomstig uit een mestscheider. Monster is genomen en binnengekomen op 8-6-12, inzet fermentatie vind plaats op 13-6-12. Monster is binnengekomen in een witte plastic zak en de inhoud is +/- 25 liter. Uitvoering Verhouding Microferm/mest: 1liter/m 3 Er wordt eerst een EM-oplossing klaar gemaakt: - 20ml Microferm - 180ml (kraan)kraanwater Deze oplossing wordt in een sprayflacon gedaan. 1 x sprayen met deze sproeier staat gelijk aan 1ml: getest op balans; 1gram water = 1ml water; bekerglas getareerd, 1 x gesprayd in dit glas, gewogen; is 1gram. Nog een paar keer gesproeid en de afwijking werd niet groter dan 0,02 gram. Van het mestmonster wordt 1 liter in een bekerglas afgewogen. Deze inhoud wordt in een teil gedaan en verspreid over de bodem van deze teil. Er wordt 5x gesprayd met de EM (microferm)-oplossing (5ml) waarna de inhoud van de teil een beetje wordt gemengd. Hierna wordt er nog eens 5x gesprayd (in totaal is er dus 10ml EM-oplossing over verneveld) waarna de inhoud nog eens wordt gemengd. Hierna wordt de inhoud in een plastic zak (1kg zak uit schap voor bijvoorbeeld bokashi) gedaan welke luchtdicht wordt afgesloten (met behulp van sealapparaat).

Bovenstaande procedure wordt 3 keer herhaald; monster dus in triplo. Ook wordt voor de controle 3 keer herhaald, maar dan zonder EM (microferm) in de oplossing; gewoon (kraan)water (ook in triplo). De zakken (6 in totaal) worden weggezet bij een niet te koele en niet te warme temperatuur (Agriton loodstemperatuur; +/- 19 C) waar ze 6 weken blijven liggen om te fermenteren. Na eventuele fermentatie worden de monsters onderzocht op de volgende parameters: - ph (zuurtegraad) - ORP (oxidatie / reductie potentieel) - EC,( is een maat voor de concentratie van en de hoeveelheid aan nutriënten) - Geur - Zichtbare waarnemingen Eventueel uitplaten om kiemgetal te verkrijgen (kve/ml) (kolonievormende eenheid) Melkzuurbacteriën Gisten/schimmels Vrijdag 3 augustus 12 zijn er een stomacher en homogenisatiezakken binnengekomen. Er kunnen nu dus microbiële metingen verricht worden aan de monsters. Deze zijn op 7 augustus 12 ingezet. Monsters zijn als het volgt ingezet: - 10gram afgewogen per monster, in homogenisatiezak gedaan - 90ml pepton fysiologische zoutoplossing toegevoegd, dit is dus de primaire verdunning (10-1 ) - Zak met inhoud 60 seconden gemengd met stomacher - Verdere verdunningsreeks ingezet, telkens 1ml bij 9ml pepton fysiologische zoutoplossing gepipetteerd - Verdunningen (10-1 10-4 ) uitgeplaat op MRS agar (met 0,14% sorbinezuur toevoeging) platen (met toplaag) en Petrifilm Yeast&Mold count plates in tweevoud. - Geïnoculeerde MRS agar platen, na stollen, in broedstoof gezet (30 C), petrifilmen in kweekkast gezet (25 C). Worden 3 dagen geïncubeerd waarna het aantal kolonies hierop wordt geteld en de kiemgetallen worden berekend.

Resultaten Waarnemingen 21 juni 2012 In verband met een nogal onplezierige geur welke vanaf de zakken met materiaal af walmt, zijn de zakken van de stelling in Hal 1 naar Hal 2 gebracht. Deze stank was nog niet waarneembaar toen het materiaal in de zakken werd verpakt. Monsters waaraan EM-oplossing is toegevoegd Alle monsters ruiken sterk naar koemest. Ook een beetje rioolachtige lucht. Materiaal heeft wat gas geproduceerd, zak staat nog niet bol, maar er is duidelijk meer lucht in de zakken waarneembaar als toen ze werden ingepakt. Structuur materiaal lijkt op het zicht weinig te zijn veranderd.

Monsters waaraan alleen water is toegevoegd Alle monster ruiken sterk naar koemest. De rioolachtige lucht wordt niet echt waargenomen bij deze zakken in vergelijking met de zakken waaraan EM-oplossing aan is toegevoegd. Materiaal heeft wat gas geproduceerd, zak staat nog niet bol, maar er is duidelijk meer lucht in de zakken waarneembaar als toen ze werden ingepakt. Structuur materiaal lijkt op het zicht weinig te zijn veranderd. Metingen en waarnemingen 30-7-12 Monster ph ORP* geur Zichtbare waarnemingen Met Microferm 1 7.045-19.6 Ruikt sterk naar mest, lijkt een ietwat zoet geurtje door te zitten Met Microferm 2 7.057-19.4 Ruikt sterk naar mest, lijkt een ietwat zoet geurtje door te zitten Met Microferm 3 6.970-14.3 Ruikt sterk naar mest, lijkt een ietwat zoet geurtje door te zitten Weinig verandering, niet Weinig verandering, niet Weinig verandering, niet Met water 1 6.877-9.1 Ruikt sterk naar mest Weinig verandering, niet Met water 2 6.957-13.6 Ruikt sterk naar mest Weinig verandering, niet Met water 3 6.922-11.1 Ruikt sterk naar mest Weinig verandering, niet * Een hoge ORP-waarde betekent een hoge kans op oxidatie. Oxidatie ontstaat, wanneer zuurstof in contact komt met andere bestanddelen, waardoor deze electronen verliezen en afbreken. Fermentatie vindt (alleen) plaats in een anaerobe omgeving. Hoe hoger het zuurstofgehalte, hoe hoger de kans op rotting. De ORP-waarde moet daarom zo laag mogelijk zijn om de fermentatie goed te laten verlopen.

EC metingen 7-8-12 Monster EC (ms/cm) Met Microferm 1 5.38 Met Microferm 2 8.17 Met Microferm 3 9.57 Met water 1 9.64 Met water 2 7.05 Met water 3 7.40 Inzetten monsters voor kiemgetalbepalingen (melkzuurbac., gist en schimmel) 7-8-12 Let op, de zakken zijn al eens open geweest bij eerdere metingen. Dit zou kunnen hebben gezorgd voor eventuele microbiologische verontreiniging of verstoring van het (anaërobe) leefmilieu van de aanwezige micro-organismen in de monsters. In sommige zakken werd ook condensvorming waargenomen. Tellingen 9-8-12 Telling melkzuurbacteriën Telling gisten Telling schimmels Monster Verd. Telling 1 Telling 2 Telling 1 Telling 2 Telling 1 Telling 2 Met 10-1 Tntc* Tntc* - - 22 29 Microferm 10-2 Tntc* Tntc* 8 4 5 1 triplo 1 10-3 171 191 0 1 1 1 10-4 18 14 0 0 0 0 Met 10-1 Tntc* Tntc* - - 16 19 Microferm 10-2 Tntc* Tntc* 12 10 2 2 triplo 2 10-3 195 205 6 1 1 0 Met Microferm triplo 3 Met water triplo 1 Met water triplo 2 Met water triplo 3 10-4 15 14 0 0 0 0 10-1 Tntc* Tntc* - - 21 20 10-2 Tntc* Tntc* 7 3 1 1 10-3 165 153 0 0 0 0 10-4 16 18 0 0 0 0 10-1 Tntc* Tntc* - - - - 10-2 Tntc* Tntc* - - - - 10-3 Tntc* Tntc* - - - - 10-4 >300 (schatting: 708) >300 (schatting: 788) 33 33 17 17 10-1 Tntc* Tntc* - - - - 10-2 Tntc* Tntc* - - - - 10-3 Tntc* Tntc* - - - - 10-4 30 35 8 4 21 22 10-1 Tntc* Tntc* - - - - 10-2 Tntc* Tntc* - - - - 10-3 Tntc* Tntc* - - - - 10-4 41 50 14 16 21 21 *TNTC : Te veel om te tellen In de bovenstaande tabel is af te lezen dat in de monsters die behandeld zijn met microferm duidelijk minder kiemen aanwezig zijn dan de monsters waar alleen water aan toegevoegd is.

Kiemgetallen Monster Kiemgetal melkzuurbacteriën (kve/gram) Kiemgetal gisten (kve/gram) Met Microferm triplo 1 1.8. 10 5 600 255 Kiemgetal schimmels (kve/gram) Met Microferm triplo 2 2.0.10 5 1.1. 10 3 175 Met Microferm triplo 3 1.6. 10 5 500 205 Met water triplo 1 7.5. 10 6 (schatting) 3.3. 10 5 1.7. 10 5 Met water triplo 2 3.3. 10 5 6.0. 10 4 2.2. 10 5 Met water triplo 3 4.6. 10 5 1.5. 10 5 2.1. 10 5 Wat opvalt is dat de kiemgetallen duidelijk lager liggen bij de uitplating van de monsters waaraan Microferm was toegevoegd dan bij de controlemonsters met alleen water De Petrifilmen waarop de schimmels/gisten op zijn uitgeplaat. Te zien is veel meer groei (te zien zijn vooral de schimmels) op de controles als op de uitplating van de monsters waaraan een EM-opl.(microferm) aan is toegevoegd. Bovenste rij is de uitplating van de 10-4 verdunning; bij de uitplating van de monsters waaraan EM is toegevoegd zitten geen kolonies op, bij de uitplating van de controlemonsters zitten gemiddeld ongeveer 20 kolonies op.

Conclusie Het doel van dit onderzoek was: Onderzoeken of de dikke fractie van koemest, afkomstig van een mestscheider, wil fermenteren met Microferm. Uit het onderzoek is gebleken dat de dikke fractie daadwerkelijk wil fermenteren met Microferm. Door toevoeging van Microferm aan de dikke fractie van koemest, worden schadelijke schimmels en bacteriën (die verantwoordelijk zijn voor rotting en broei) tot bijna 100% verminderd. Hierdoor krijgen schadelijke kiemen minimaal de kans zich te vermenigvuldigen in de gescheiden mest. Het risico op besmetting in de ligbox vanuit de dikke fractie wordt hiermee aanzienlijk verlaagd. In een vervolgonderzoek zal moeten blijken in hoeverre Microferm een specifieke invloed heeft op de reductie van Streptokokken en Coliformen in de dikke fractie.