Toelichting op project - met evaluatie en vervolgafspraken In het schooljaar 2014-2015 liep het project Mulock Houwer in Beweging op een VMBO school. Het project wil jongeren positieve energie geven: je voelt je lekkerder als je voldoende beweegt en gezond eet. Bewegen/sporten stimuleert op fysiek en sociaal emotioneel gebied (prestatie, samenwerken, erkenning). Mulock Houwer in Beweging! wil bijdragen aan een positiever zelfbeeld bij de jongeren. De trekkers van het project waren de zorgcoördinator van school en de adviseur gezondheidsbevordering van de GGD. De uitvoerend medewerkers waren: een projectondersteuner bij de GGD, de jeugdarts en de jeugdverpleegkundige, een fysiotherapeut, een diëtist, de docent zorg en welzijn, de docent lichamelijke opvoeding. Het project heeft een integrale aanpak gerealiseerd. AANPAK OP INDIVIDUEEL NIVEAU Het individuele leefstijlprogramma: samenwerking met diëtist en fysiotherapeut De leerlingen worden in eerste instantie individueel gezien en gescreend door de jeugdarts.zij kan, als daar aanleiding voor is, de jongere bij bewegingsarmoede verwijzen naar de fysiotherapeut, bij overgewicht naar de diëtist en bij leefstijlonderwerpen in het algemeen naar de jeugdverpleegkundige. Gedurende de projectperiode bezochten 30 leerlingen de jeugdarts en zijn er 3 verwezen naar de diëtist (2x) en/of fysiotherapeut (2x) met diverse vragen. De jeugdarts had wel meer potentiële leerlingen om te verwijzen, maar de motivatie of gedeelde zorg ontbrak dan bij de leerlingen. De jeugdverpleegkundige introduceerde zich aan het begin van het jaar bij de docenten in het team en via gastlessen aan de leerlingen. Vervolgens werden de leerlingen uitgenodigd om, als ze daar behoefte toe hadden, langs te komen op haar spreekuur (1x per maand op maandagochtend). Daar werden ze gewogen en gemeten en konden ze vragen stellen over leefstijlonderwerpen. In overleg kon de jeugdverpleegkundige de leerling verwijzen naar bijv. verslavingszorg, diëtist, sportclub.
Gedurende de projectperiode brachten 17 leerlingen een bezoek aan de jeugdverpleegkundige met diverse vragen. Ze werd steeds meer zichtbaar op school en was laagdrempelig bereikbaar. De fysiotherapeut: leerlingen met bewegingsarmoede of gebrek aan motorische vaardigheden konden bij de fysiotherapeut terecht. Docenten, m.n. de gymdocent, en verpleegkundige konden signaleren; de jeugdarts kon de verwijsbrief afgeven. De fysiotherapeut zou aanwezig zijn op maandagochtend 1x per maand. Er zijn slechts 3 leerlingen langs geweest bij de fysiotherapeut. Dit kwam enerzijds omdat de ouders een bezoek aan een fysiotherapeut toch niet zo nodig vonden en anderzijds omdat de leerling zelf geen zin meer had. De diëtist: leerlingen met ongezond gewicht (onder- of overgewicht) konden op dezelfde wijze als de fysiotherapeut bij de diëtist terecht. Ook de diëtist zou op school aanwezig zijn (laagdrempelig). Om de lading van het woord diëtist te halen hadden we voor de gelegenheid de naam omgezet in voedingsdeskundige. De diëtist geeft aan dat er veel is geïnvesteerd (project-breed), er een goede basis ligt, die alleen nog niet helemaal van de grond is gekomen. De 2 verwezen leerlingen zijn bij de diëtist terecht gekomen (dec. 2014). Zij heeft deze jongeren gezonde voedingsadviezen gegeven. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat diëtist en jeugdverpleegkundige afstemmen en samenwerken. Zo kan de verpleegkundige vingeraan-de-pols houden door bijv. tussentijds de leerling te wegen en de gezonde voedingsadviezen door te nemen. Evaluatie en vervolgafspraken Het verwijzen en langsgaan bij de fysiotherapie en/of diëtist werkte niet goed, aangezien slechts een paar jongeren hiervan gebruik maakten, terwijl het voor meer jongeren nuttig werd geacht. Blijkbaar is deze stap er een teveel voor deze groep jongeren. Toch zijn arts, verpleegkundige, diëtist en fysiotherapeut zeer te spreken over het contact dat ze hebben gelegd. Hierdoor merken ze dat ze elkaar eerder inschakelen en betrekken, ook buiten deze school om, bij hun werkzaamheden. Na de evaluatie werd afgesproken om de verwijzing op individueel niveau wel voort te zetten. Wellicht is een langere aanlooptijd nodig om resultaat te behalen. Fysiotherapeut en diëtist zijn nu bekend met school en de werkwijze, en dat is winst. De jeugdverpleegkundige neemt een centrale positie in. Zij kan contact opnemen met de fysiotherapeut c.q. diëtist om te overleggen over een leerling of om te verwijzen. De jeugdarts is gemachtigd om een verwijsbrief af te geven, ook achteraf. De fysiotherapeut blijft bereikbaar en bereid om met een groepje leerlingen aan de slag te gaan (minimum aantal is dan 3). Dit lijkt
vooral relevant voor de mix-klas op deze school, waar leerlingen zitten met stoornissen binnen het autistisch spectrum gecombineerd met motorische beperkingen. De diëtist en de jeugdverpleegkundige bereiden samen een thema les voor over de werking van voeding en medicijnen op elkaar. De diëtist zal hiertoe navraag doen bij de apotheek. Er waren veel vragen van de docenten én de leerlingen over de interactie tussen voeding en medicatie. Leerlingen komen dikwijls zonder ontbijt én zonder medicatie te hebben ingenomen naar school. Daarnaast maken de diëtist en de jeugdverpleegkundige ook in groter, gemeentelijk, verband inhoudelijke afspraken bijv. m.b.t. de laatste voedingsinformatie voor 0 tot 4 jarigen en 4 tot 19 jarigen. Hiertoe plannen zij een gezamenlijk overleg in met de zorgmedewerkers in de gemeente Huizen. Kortom, ofschoon dit onderdeel op de school nog niet optimaal uit de verf kwam, met slechts enkele leerlingen die er gebruik van maakten, is er wel rendement van dit project. De betrokken zorgverleners kennen elkaar nu beter, gebruiken elkaars expertise en daarmee is de basis voor verder samenwerking gelegd. Daar hebben de scholen uiteindelijk ook profijt van. Inzet jeugdverpleegkundige: spreekuur Het aanwezig zijn op een vast moment en op een vaste plek van de jeugdverpleegkundige heeft goed gewerkt. Ze stelde zich vanaf het begin als laagdrempelig benaderbaar op en zo pakte dit ook uit. Veel leerlingen zijn langs geweest. Het kan zijn uit nieuwsgierigheid of elkaar opjutten; de reden maakt niet uit: ze kwamen! De jeugdverpleegkundige had ook contact met de mentoren waardoor een korte lijn ontstond. Door ziekte uitval was de jeugdverpleegkundige helaas maandenlang niet aanwezig op school. Toch biedt de eerste helft van de projectperiode voldoende vertrouwen. De school (leerlingen en docenten) zien de jeugdverpleegkundige graag terug komen. Ook na de projectperiode blijft de jeugdverpleegkundige structureel verbonden aan de school Mulock t Gooi. Zij houdt minimaal 1x per maand op maandagochtend spreekuur en is verder aanwezig als dat nodig is. De jeugdarts en jeugdverpleegkundige nemen beide deel aan het ZAT (Zorg Advies Team) overleg. Voor iedereen is zij makkelijk benaderbaar en vervult een brugfunctie tussen diverse disciplines. Extra: Spreekuur Jellinek verslavingszorg
In het schooljaar 2014-2015 hield ook Jellinek verslavingszorg een spreekuur op school: 1x per twee weken konden leerlingen langsgaan, ook zonder verwijzing. Naast verslaving aan sigaretten en drugs kwamen er veel vragen over game-verslaving. Na afloop rapporteerde de medewerker in overleg met de leerling terug aan de ouders: bij leeftijd 16 min gebeurde dit altijd, bij 16 plus alleen met toestemming van de leerling. Resultaten: elke twee weken was er gelegenheid om twee of drie leerlingen te spreken. In totaal waren er 20 spreekuren, waarvan 34 leerlingen vrijwillig gebruik maakten. De aanwezigheid op school is zo goed bevallen dat ook Jellinek een vaste plek krijgt vanaf volgend schooljaar. De jeugdverpleegkundige en medewerker Jellinek kunnen nog meer gezamenlijk optrekken. Daarnaast is het plan dat de gezondheidsbevordering GGD/ jeugdgezondheidszorg en Jellinek het thema Stoppen met Roken nog meer op de agenda gaan zetten voor de leerlingen (en mogelijk ook de docenten). Dit verzoek is afkomstig van de leerlingen en wordt door hen gedragen! Tip: de school doet ook mee aan Stoptober. AANPAK OP COLLECTIEF NIVEAU Kick off: Het officiële startmoment van het project Mulock Houwer in Beweging was op 11 november 2014 met de opening door de wethouder. Er kwam toen breed aandacht voor het project, ook in de (lokale) pers. Er was een dansdemonstratie en de leerlingen hadden zelf smoothies en gezonde hapjes klaargemaakt. Jeugdverpleegkundige De jeugdverpleegkundige presenteerde zich aan diverse groepen binnen school om bekendheid te geven aan haar functie en de rol die ze vervult gedurende het project, en ze gaf gastlessen. Tijdens een ouderavond een korte presentatie aan de ouders en docenten over het project (sept. 14); Aanwezigheid tijdens een briefing van het docententeam (okt 14); Twee gastlessen verzorgen tijdens het vak Verzorging en Voeding. 1. Een les over Je favoriete zoete drankje ook wel de suikerklontjes-les genoemd ( okt. 14).
2. Een les over de kraamzorg: dit is op een andere manier binnenkomen en contact maken met de leerlingen. Van kraamzorg liep het gesprek naar baby s krijgen, naar seksuele voorlichting (jan. 15). De presentaties en gastlessen zijn goed bevallen bij docententeam en leerlingen. Deze worden voortgezet na de projectperiode: Opnieuw zal de jeugdverpleegkundige af en toe deelnemen aan een teamoverleg; Zij zal participeren in het ZAT-overleg (Zorg advies team per school); Gastlessen verzorgen: samen met de diëtist en Jellinek verslavingszorg over de combinatie van voeding en medicatie voor ouders, leerlingen en docenten. Samen met de docent voeding en verzorging een les over Weet wat je eet.