MINISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN?! Betreffende: ambtenarenreglement. No, 8417, Afd. VTfe.M.O 1 s-g-ravenhage, 7 Juli 19 Ik heb de eer U hierbij vertrouwelijk te doe: toekomen een exemplaar van concept-ambtenarenreglement voor de Rijks hoogere burgerscholen met daarbij behoorende Toelichting. Aangenaam zal het mij zijn, v 66^26 Juli a.s. te vernemen, of dit concept U tot opmerkingen aanleiding geeft en, zoo ja, tot welke. *y/t^4 :< -U%-^> ï? DE MINISTER:VAN ONDERWIJS, i^-fi KUISTEN EN WETENSCHAPPEN \ 44<*2 Aan: de Tweede Afdeeling van den Onderwijsraad.
# X1461 7 juli 1931 ^.8417 Afd.V.H.M.O. Amb t enar en-r e gleme nt gfsxäx 1 De Tweed Afdeeling van den Onderwijsraad heeft de eer hierbij ter kennis van T3we Excellentie te brengen de navolgend* opmerkingen, waartoe het concept-ambtenaren- reglement voor de Rijks hoogere 'burgerscholen met daarbij behoorende toelichting haar aanleiding geeft* De Afdeeling heeft zich daarbij zooveel mogelijk bepaald tot die artikelen, welke afwijken van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (A.R.À.R.) Baar stilzwijgen over de overige artikelen beteekent echter in geene deele, dat de Afdeeling het in elk op* zicht eens is met en de noodzakelijkheid inziet van verschillende bepalingen, die woordelijk uit A.R.A.R. zijn overgenomen! zij meende evenwel dat het weinig zin zou hebben daarover opmerkingen te maken, waar dit Reglement nog slechts een aaand geleden (bij Koninklijk besluit ven 12 Juni 1951, Staatsblad No. 248) i» vastgesteld* Artikel 4» lid 2 a. De Afdeeling geeft Uwe Excellentie in overweging te doen nagaan of de getallen 10 en 5, die zijn overgenomen uit artikel 6 A,R.A.R., voor de Rijks hoogere burgerscholen niet behooren te worden verlaagd. Het wil haar voorkomen, dat met betrekking tot de aanstelling in tijdelijken dienst, als in lid 2a bedoeld, leeraren met andere Rijksambtenaren niet kunnen worden Zijne Excellentie den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen s-ff RAVSRHAÖB.
-3- gelijkgesteld. lid 2, Het Woord "desnoods* beantwoordt blijkbaar niet aan de bedoeling en zal moeten worden vervangen doors zoo noodig. Artikel 8«Aangezien artikel 3 van dit concept-reglement slechts uit een lid bestaat, zullen de woorden "eerste lid«, achter artikei 3 moeten vervallen*.* Artikel 9 f lid 2, d. De Afdeeling meent er Uwe Excellentie op te moeten wijzen» dat $unt d, hetwelk speciaal voor de leeraren is opgenomen, den rechtstoestand van de leeraren niet voldoende waarborgt, Pe Afdeeling acht het gewenscht, dat de aanstelling zal vermelden het minimum getal lesuren, dat den leeraar gegarandeerd wordt en het maximum getal lesuren, waartoe hij verplicht kan worden. Artikel 11. lid Be Afdeeling geeft Uwe Excellentie in overweging in plaats vans *slechts in een geval als bedoeld enz." te lezen* 11 In den regel wordt alleen in gevajj^als bedoeld en».* Het schijnt haar gewenscht» dit lid iets ruimer te formuleeren, omdat aéefe gevallen denkbaar zijn(bijv. het inrichten van een bibliotheek, het in orde maken van een laboratorlum,) ; dat het refôlij ie voor extra werkzaamheden een belooning toe te kennen. Artikel 12. Het begrip "vacantieverlof sluit op bezwaren, aangezien verlof toch eigenlijk alleen buiten de vacantiën kan worden gegeven. De Afdeeling ziet dan ook de noodzakelijkheid van lid leien lid 2 van dit artikel niet in; tegen lid 3 heeft zij overwegend bezwaar j zij ziet hierin een onnoodige vrijheidsbeperking van de# directeur tijdens de vacantie. Artikel 13. lid 2. In artikel 29, lid 2, A.R#A # R # «taatf n Indien i de ambtenaar tengevolge van de intrekking van het verlof gelde-
- 3 lijke schade.lijdt, wordt deze schade hem vergoed." In dit concept-reglement «taati **...»kan deze schade hem worden vergoed 11 Het is de Afdeeling niet dui deli j k, waarom hier ten nadeele van den leeraar ven A.R.A.R. is afgeweken. Artikel 17. lid 3* laatste zin, luidtl Verloven van langer dan een Jaar en studieverloven worden in elk geval buiten genot van bezoldiging verleend, tenzij het verlof in het openbaar belang gegeven wordt. Artikel 34, lid 1» laatste zin* A.R.A.B* luidtt Verloven van langer.dan een 4 a &? worden in elk geval buiten genot van bezoldiging verleend, tenzij het verlof in het openbaar belang gegeven wordt. De Afdeeling is van meaning, dat de woorden "in elk gevejl*, althans in het concept*reglementé misplaatst zijn. In het concept^ reglement zijn de studieverloven^toegevoegd! daaronder kan worden verstaan zoowel een verlof voor iemaad* om zijne nog niet vol» brachte studie te voleindigen, als een verlof voor iemand, die af«geotudeerd is, om zijn blik te verruimen ef kennis te nemen van onderwij s toe standen in het buitenland. $8 Afdeeling te geneigd te meenen» dat dit laatste geacht kan worden "in het openbaar bef lang 1 * te zijnj zi4 spreekt daarom û^n wensch mit, dat dit Soort studie'verlof zoo ruim mogelijk zal morden toegepast* Artikel 26e«Het lid der Afde slings îstvrouwttfcneholt*wens cht in een afzonderlijke nota hare meening ter kennis van IJwS E*» eehentie te brengen met betrekking tot de bepalingen ontrent leeraren«die misbruik maken van alcoholische dranken of he* dwelmende middelen«artikel 33. lid 1,2,3, en 4, De Afdeeling acht de bepalingen in deze vier leden opgenomen zoo van zelf sprekend* en zoo geheel uit het ambt voortvloeiend» dat se haaro inziens, geheel over«*
4- bodig sijaj deels zijn ze van paegegegiscfcen aard en ook daarom in dit reglement niet op haar plaats«dit laatste geldt in het bijzonder voor lid 2$ er kunnen onderwerpen zijn, die voor den een niet, voor den ander wel uit het leerplan voortvloeien of daarmee tn verband staanj een enkele maal kan het voorkomen, dat dergelijke onderwerpen door den leeraar worden besproken, waardoor hij zijne leerlingen weet te boeien en de normale leerstof weet te verlevendigen, aan het door hem te sarren onderwijs zal daardoor geenszins schede worden toegebracht. In zulke gevallen kan een bepaling, als in dit lid opgenomen, tot moeilijkheden aanleiding geren* Het derde lid ken moeilijk ongewijzigd blijven, reeds daarom niet, wijl nieuwe onderwijsmethoden (Dalton-stelsel) zich althans met den laatsten zin niet laten rijmen. Indien op behoud van dit lid wordt prijs gesteld, ie het beter te lèsent" Hij is gehouden d&n noodigen tijd buiten de leg te besteden*an...% en den laatsten zin te schrappen«artikel 33. lid 7. Zooals dit lid thans luidt, belast de Minister bij tijdelijke afwezigheid van den directeur of bij vacature van geval tot geval een der leeraren met de waarneming van het directoraat. Het schijnt gewenscht, dat er steeds iemand is, die bij onvoorziene afwezigheid van âen directeur als waarnemer kan optreden. De AfdeeJ(j$gBjpgeeft daarom in overweging dit lid aldus te lezen«onze Minister wijst een der leeraren aan. die bij tijdelijke afwezigheid van den directeur of in geval van vacature belast wordt met de waarneming van het directoraat«artikel 40«te voegen* B De Afdeeling geeft in overweging aan dit artikel toe vooivzoover ze redelijkerwijze in verband met zijn aanstelling van hem gevorderd kunnen worden 1 *«Artikel 42. lid 1 en lid 2«Het eerste lid gaat, naar het inzieht ^L9X Afdeeling, te verj het tweede lid is hears inziens onhoudbaar. i V
5- Oedacht wordt hierbij aan gevallen» zooals die zich voordoen, dat een zoon, die ten huize van zijn ouders woont, in het bezit is van een akte en privaatlessen geeftt- dat een inwonende dochter pianolessen geeft}- dat een inwonende zoon, jong advocaat, praktijk uitoefent. lid 3. De bepalingi "De roostér der lessen aan de hoogere burgerschool wordt opgemaakt onafhankelijk van dien dier andere scholen, welke alsdan van den verblijvenden tijd gebruik kunnen maken"» acht de Afdeeling niet uitvoerbaar. Teori** in kleine gemeenten en bij kleine scholen komt het veelal voor, dat de leeraren om een volledige betrekking te verkrijgen aan twee of meer scholen (bijv. Rijks H.S.8«en Rijkskweekschool; Rijks H.B.B. en Gymnasium) verbonden zijn overleg tusschen beide scholen zal dan noodzakelijk zijn. Sen bepaling, dat de vergunning alleen wordt verleend, wanneer dit zonder schade voor het onderwijs aan de Rijks hoogere burgerschool kan geschieden, acht de Afdeeling voldoende* De bepalingen in dit lid ten aanzien van het gezamenlijk getal lessen aan verschillende scholen te geren (32,36 en 38 uren) acht de Afdeeling noch in het belang van den leeraar, noch in dat van het onderwijs. 21j geeft in overweging te bepalen, dat bij combinatie van lessen aan verschillende scholen niet meer dan 30 uur zal worden toegelaten, onverschillig of het onderwijs aan dag*of aan avondscholen wordt gegeven. Alleen voor de leeraren in lichamelijke oefening zoude eert* iets hooger aantal gezamenlijke lessen kunnen worden toegestaan. lid 4. De Afdeeling kan er zich mede vereenigen, dat, be» houders bijzondere gevallen, privaatlessen niet mogen worden gegeven aan leerlingen der school5 zij meent evenwel, dat het Verbod om privaatlessen te geven aan gewezen leerlingen, die de school hebben verlaten zonder den cursus geheel ten einde te brengen, en aan jongelieden, die in de termen zouden vallen
om de school te bezoeken, moet worden geschrapt. Voornamelijk in kleinere gemeenten zal het kunnen voorkomen, wanneer een leerling tusschentljds de school verlaat doch neg gaarne verder onderwijs ontvangt, dat er, bij handhaving van het voorgestelde verbod, in die gemeente voor hem geen gelegenheid zal zijn, de gewenschte lessen te ontvangen. Ook voor jongelieden, die in de termen zouden vallen om do school te bezoeken, kan het ontvangen van privaatlessen soms noodig zijn. Misbruiken ten deze zijn aan de Afdeeling niet bekendf zij meent daarom in overweging te moeten geven de W hier bedoelde concept-bepalingen te doen vervallen. r "8 lid 5. De bepaling, dat indien de directeur, in geval van ontstentenis van een of meer leeraren, het noouig oordeelt aan een leeraar buitengewone lessen op te dragen, deze verplicht is daarvoor zoo noodig, lessen aan andere scholen af te zeggen, gaat, naar de meening der Afdeeling, te ver en is ook, wanneer het geven van deze lessen eenmaal is toegestaan, tegenover die andere scholen niet billijk. De Afdeeling adviseert daarom de woordenl M of van onderwijs aan eene andere school" en "of lessen aan andere scholen" te schrappen. Hamens de Afdeeling voornoemd, /étp.//8.j ï***, f Voorzitter, Secretaris
y / /Ota, ingevolge artikel 5, lid 2, /tkoninklijk "besluit van 18 Decem- 1919 (Staatsblad No. 816), van het /van den Onderwijsraad, Uevrouw Mansiolt-Andreae, betreffende art.26, sub c, van het concept-ambtenaren reglement voor de Rijks hoogere burgerscholen. lean zich niet vereenigen met art» 26 al c, n leeraar geen salaris wordt uitgekeerd, wanneer.i ongeval een gevolg is van misbruik van alcoholin of bedwelmende middelen.. Asch lijkt het haar niet juist een dergelijke patient. gezin te straffen - er moet getracht worden hem te / In den regel zal het ook praktisch niet door te voe-,ijnï de dokter zal de ziekte of het ongeval meedeelen, allicht verzwijgen dat de' oorzaak alcoholisme is, als hij J t, dat hij daarmee het gezin broodeloos maakt en voor den ^patient de kans op genezing geringer maakt. De bezoldiging zal dan dus toch doorgaan volgens de bepalingen van het reglement. Veel beter komt het haar daarom voor de v/oorden "van misbruik van alcoholische dranken of bedwelmende middelen" te schrappen. Zonder dat het uitdrukkelijk in het reglement wordt opgenomen, kan het Rijk de goede regel toepassen, dat in dergelijke gevallen de patient in de gelegenheid wordt gesteld zich te beteren. Dit beteekent in vele gevallen niet anders dans tijdelijk uit de eigen kring weg, verpleging in een daarvoor bestemde inrichting. Daarvoor is ziekte-vcrlof van i à 1 jaar noodig. De omstandigheden zijn dan meestal wel zoo, dat het salaris door moet gaan. Het gezin moet leven, de sanatorium behandeling moet betaald worden. Wanneer het Rijk zóó handelt, geeft het den man een kans, een gezin kan worden gered van den ondergang. Het spreekt vanzelf, dat het ziekteverlof met behoud van salaris gegeven moet worden op voorwaarde, dat de patient een sanatorium behandeling ondergaat. 'Janneer hij dit niet wil, dan blijft er niets anders over dan ontslag. Bij ambtenaren heeft deze handelwijze voor het Rijk dit geldelijk voordeel, dat daardoor vervroegd invaliditeitspensisioen wegens ongeschiktheid door ziekte kan worden voorkomen, lieer en meer gaan gemeenten en groote bedrijven er -toe over, bv. de gemeente Rotterdam geeft een ambtenaar 1 jaar ziekteverlof, door te brengen op Hoog-Hullen l). Als hij niet gewild had zou hij zijn ontslagen. Als hij zich straks na ontslag uit Hoog-Hullen niet goed houdt, staat ontslag uit zijn betrekking voor de deur. Een postbode is met ziekteverlof, ook met behoud van salaris op Hoog-Hullen. Een beambte van een Bank te Amsterdam, op dezelfde voorwaarden. In verband hiermee zou zij nog in overweging willen geven aan art.64 een 3e. alinea toe te voegen, luidende s 3. ongevraagd ontslag wegens alcoholisme wordt niet gegeven, zonder dat de ambtenaar in de gele-enheid is gesteld op zijn kosten in een sanatorium genezing te zoeken. Zij meent, dat een dergelijke bepaling alcoholisten, die ongevraagd ontslag als een dreiging in de toekomst voelen, bijtijds er toe zal doen overgaan zich onder behandeling te stellen. Ook zal een dergelijke bepaling bij het Rijk een goed voorbeeld zijn voor gemeenten en groote instellingen» (w g ) W. Mansholt-Andreae l) sanatorium &an de Vereeniging tot bevordering van Glimmen 23-7-'31. het herstel van drankzuchtigen te Eelde (Dr.) /
u±**l- -5- /cht wordt hierbij aan gevallen, zooals die zich voordoen, een zoon, die ten huize van zijn ouders woont, in het be- /t is van een akte en privaatlessen geeft; - dat een inwonende /e-chter pianolessen geeft;- dat een inwonende zoon, jong advo- Aaat, praktijk uitoefent» JéL^+^L* J / U -*~tt lid 3. De bepaling: "De rooster der lessen aan de hoogere burgerschool wordt opgemaakt onafhankelijk van dien dier andere scholen, welke alsdan van den overblijvenden tijd gebruik kunnen maken", acht de Afdeeling niet uitvoerbaar. Vooral in kleine gemeenten en bij kleine scholen komt het veelal voor, dat de leeraren om een volledige betrekking te verkrijgen aan twee of meer scholen(bijv. Sijks hoogeafc burgoroohool en Rijkskweekschool/) verbonden zijn; overleg tusschen beide scholen zal dan noodzakelijk zijn. Een bepaling, dat de vergunning alleen wordt verleend, wanneer dit zonder schade voor^de Rijks hoogere burgerschool kan w»^-aajâ S&rd, acht de Afdeeling voldoende. De bepalingen in dit lid ten aanzien van het gezamenlijk getal lessen aan verschillende scholen te geven (32,36 en 38 uren) acht de Afdeeling noch in het belang van den leeraar, noch in dat van het onderwijs. Zij geeft in overweging te bepalen, dat bij combinatie van lessen aan verschillende scholen niet meer dan 30 uur zal worden toegelaten, onverschillig of /z-w he t onderwijs aan dag-of aan avondscholen wordt gegeven./. lid 4. Be Afdeeling kan er zich mede vereenigen, dat, behoudens bijzondere gevallen, privaatlessen niet mogen worden gegeven aan leerlingen der school; zij meent evenwel, dat het verbod om privaatlessen te geven aan gewezen leerlingen, die de school hebben verlaten zonder den cursus geheel ten einde te brengen, en aan jongelieden, die in de termen zouden vallen
\ mrvi^ /3 LJL. /Q/^J. <> / 1.^X je -o A^Ó Zje &-> -&CA. ÏYUsCr WÊÊÊ lu*ï> dl&yxjfrf.
i ONDERWIJSRAAD, Tweede Afdeeling het navolgend schrijven /ns den Voorzitter breng ik hier e Afdeeling te Uwer kennist jminister van 0 o K»& W 0 aan de Tv / / tfsrelijk te doen toekomen een "Ik heb de eerix hierbij ver-' - clement voor de Rijks hoogere /mplaar van concept-ambtenaren 0 I -, ^.de Toelichting«,rg er scholen met daarbij behoo voor 26 Juli a.s. te vernemen,of Aangenaam zal het mij zij /. anleidins geeft en, zoo ja, tot welke* lit condept U tot opmerking^*^ ë,,,,.oncept-ambtenaren reglement voor de nnen enkele dagen zal ü'he* v p rr-n H^BpD» o, met Ä+ + toelichting T.... wo",411 toegezonden* & * BHL*lÉ * vnis* ter behandeling van dit reglement* De voorzitter is voorn«01 * A a, Ä, Ä,.. jsren Woensdag 22 Juli e«>k«, half elf te de leden bijeen te roepei *& eri " UCUDV *^ * s-grravenhage» Leden, die verhinde* *«* de vergadering j te wonen, worden verzocht desgewenscht > Juli eventueel«opmerkingen schriftelijk kenbaar te maken» 's-g-ravenhage, 9^Juli 1931«. De Secretaris^ Aan de Leden*