Wetsartikelen ter toelichting van de OER



Vergelijkbare documenten
Wetsartikelen ter toelichting van de OER

REGLEMENT VAN ORDE COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

College van Beroep voor de Examens

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens

Reglement rechtsbescherming studenten en extranei HZ. Stichting Hogeschool Zeeland

Reglement Commissie van beroep voor de examens Mondriaan

Reglement College van Beroep voor de Examens

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

HET COLLEGE VAN BESTUUR VAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM;

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

de examencommissie, als bedoeld in artikel 7.12 van de wet;

Reglement van orde College van Beroep voor de examens NHL Stenden Hogeschool. Het Reglement van orde College van Beroep voor de. examens

Reglement Commissie van Beroep voor de Examens. van. Scalda

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

Artikel 5. De secretaris van het college 1. Het college wordt bijgestaan door een secretaris, die door het college van bestuur wordt aangewezen.

Reglement commissie van beroep voor de examens

(o.b.v. gew. Statuten) Reglement Commissie van Beroep Voor de Examens van LMC Rotterdam

Regeling geschillenadviescommissie

Reglement Commissie van Beroep voor de Examens ROC TOP

Reglement van Orde College van Beroep voor Nederlandse Associatie voor Examinering

Concernstaf. Reglement Geschillenadviescommissie Hogeschool Rotterdam

Reglement voor De Commissie van Beroep voor de examens Grafisch Lyceum Rotterdam. Gewijzigd en vastgesteld op 4 juli 2007

Bijlage 7 Regl. v.orde v.h. College van Beroep voor de Examens

Reglement van orde College van Beroep voor de Examens Vrije Universiteit Amsterdam

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. MBO - opleidingen Stichting STC-Group

Reglement Geschillenadviescommissie Saxion

REGLEMENT VAN ORDE COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

Reglement Commissie van beroep voor de examens Mondriaan

REGLEMENT VAN ORDE GESCHILLENADVIESCOMMISSIE STUDENTENAANGELEGENHEDEN

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

REGLEMENT VAN ORDE COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS AVANS+

Reglement van orde College van Beroep voor de Examens

REGLEMENT KLACHTENBEHANDELING ONDERWIJS

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP ROC NIJMEGEN

bijlage 3 - PagiNa 1 bijlage 3: RegleMeNT COMMiSSie VaN beroep VOOR De examens albeda COllege RegleMeNT COMMiSSie VaN beroep VOOR De examens

Reglement van Orde van het College van Beroep voor de Examens van de Rijksuniversiteit Groningen

ROC Horizon College. Reglement. Commissie van Beroep voor de Examens RVE Reglement Commissie van Beroep voor de Examens

Reglement van orde van het Geschillencollege niet-initiële opleidingen van de Erasmus Universiteit Rotterdam

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS VAN HET DRENTHE COLLEGE

REGLEMENT GESCHILLENADVIESCOMMISSIE. Windesheim

Reglement Commissie van Beroep voor de Examens Friesland College

REGLEMENT College van Beroep voor de Examens Windesheim

Regeling Loket rechtsbescherming studenten

Reglement college van beroep voor studenten Hogeschool VHL

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

REGLEMENT KLACHTENBEHANDELING ONDERWIJS. CB PvB procedures Aventus\CB reglement klachtenbehandeling onderwijs versie 3.0 def.

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

Reglement Geschillenadviescommissie

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

REGLEMENT VAN ORDE COMMISSIE VOOR DE BEROEP- EN BEZWAARSCHRIFTEN

REGLEMENT Commissie van Beroep voor de Examens. 1 oktober 2016

Reglement Geschillenadviescommissie

Reglement Bezwaar en Beroep. Nimeto Utrecht

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP. Voor het examen

Reglement van Orde College van Beroep voor de Examens Associate degrees Academie

Bijlage E2: Reglement Commissie van Bezwaar en Beroep

Reglement van Orde College van Beroep voor de Examens

REGLEMENT ALGEMENE BEPALINGEN VOOR INTERNE COMMISSIES INHOUDSOPGAVE

Inwerking getreden 22 juni Geschillenreglement van de Stadsbank Oost Nederland 2006

De Provinciewet en de Rekenkamer

Reglement Bezwaar en Beroep. Nimeto Utrecht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bezwarencommissie TCR

het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder.

Bezwarenprocedure Geschillenadviescommissie AdA

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

REGLEMENT VAN ORDE COMMISSIE VOOR DE BEROEP- EN BEZWAARSCHRIFTEN

Artikel 2 1. De leden van de commissie worden benoemd door de raad van toezicht op voordracht van het bestuur.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Inhoudsopgave 1. Het College van Beroep voor de Examens HAN Waartegen kan beroep worden ingesteld? Wie kunnen beroep instellen?...

You created this PDF from an application that is not licensed to print to novapdf printer (

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging

e. Inburgeringsexamen: als bedoeld in artikel 13 tot en met artikel 15 Wet Inburgering (WI).

Zaaknummer : 2013/129

Regeling Beroep tegen Examenbeslissingen. MBO Utrecht. Colofon

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden

d.d. 31 maart 2014 de voorzitter van de commissie Commissie van Kwaliteitshandhaving commissie die toeziet op kwaliteitszaken binnen NRTO

U I T S P R A A K

Reglement College van beroep voor de examens (Cobex) Vastgesteld door de plenaire vergadering van het College van beroep op 25 maart 2010

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.

Kiwa Bezwaarprocedure. Versie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Reglement. Beroepscommissie. Deelnemers. Zadkine

PROVINCIAAL BLAD. Regeling Commissie rechtsbescherming provincie Groningen 2015

Examenreglement Quasir Opleiding klachtenfunctionaris zorgsector

Reglement Algemene Klachtencommissie Stichting Gilde Opleidingen

Reglement Klachtencommissie Friesland College

Regeling Bezwarenprocedure Avans Hogeschool

Reglement van de Commissie van Beroep

Regeling Bezwarencommissie personele aangelegenheden Universiteit Twente

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

U I T S P R A A K

Regeling Beroep tegen Examenbeslissingen Colofon

b. De examencommissie bestaat uit een voorzitter, een secretaris en een aantal leden.

Jaarverslag Geschillenadviescommissie Hogeschool van Amsterdam

Antwoorden Rekenen Groep 5-1e helft schooljaar

het College van Beroep voor de Examens van de Vrije Universiteit Amsterdam (hierna: het CBE), verweerder.

Transcriptie:

Wetsartikelen ter toelichting van de OER

2010-2011 Erasmus MC, Rotterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Wetsartikelen ter toelichting van de OER De in deze bijlage vermelde artikelen zijn afkomstig van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW). Zie aldaar voor verwijzingen die niet in de bijlage van deze Onderwijsen Examenregeling zijn opgenomen. Rechtsbescherming van studenten en extraneï Paragraaf 1 - College van beroep voor de examens Artikel 7.60 College van beroep voor de examens 1. Elke instelling voor hoger onderwijs heeft een college van beroep voor de examens. 2. Het college van beroep heeft drie of vijf leden. Het aantal plaatsvervangende leden is niet groter dan het aantal leden. Het college houdt voltallig zitting. 3. Het college kan besluiten kamers in te stellen. Indien het college daartoe besluit, bestaat het college uit ten minste zes en ten hoogste vijftien leden. Het aantal plaatsvervangende leden is niet groter dan het aantal leden. Elke kamer heeft drie of vijf leden. Zij houdt voltallig zitting. 4. De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter of voorzitters en de overige leden en de eventuele plaatsvervangende leden worden door het instellingsbestuur benoemd voor een termijn van ten minste drie en ten hoogste vijf jaar of, voorzover het studenten betreft, voor een termijn van ten minste een en ten hoogste twee jaar. De leden en plaatsvervangende leden maken geen deel uit van het instellingsbestuur of van de inspectie. Buiten de voorzitter bestaat het college voor tenminste de helft uit docenten, onderscheidenlijk leden van de wetenschappelijke staf. 5. De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter of voorzitters moeten voldoen aan de vereisten voor benoembaarheid tot rechterlijk ambtenaar, bedoeld in artikel 1d van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren. 6. Op eigen verzoek wordt aan de leden en plaatsvervangende leden van het college van beroep ontslag verleend. Bij het bereiken van de leeftijd van zeventig jaar wordt hun ontslag verleend met ingang van de eerstvolgende maand. Zij worden ontslagen indien zij uit hoofde van ziekte of gebreken ongeschikt zijn hun functie te vervullen alsmede indien zij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf zijn veroordeeld. Alvorens het ontslag op grond van het in de derde volzin bepaalde wordt verleend, wordt de betrokkene van het voornemen tot ontslag in kennis gesteld en wordt hem de gelegenheid geboden zich terzake te doen horen. 2010 Erasmus MC, Rotterdam \ 2010-2011 \ Wetsartikelen ter toelichting van de OER 20100810a 3/6

Wetsartikelen ter toelichting van de OER Artikel 7.61 Bevoegdheid college van beroep voor de examens 1. Het college van beroep voor de examens is bevoegd ten aanzien van de volgende beslissingen: a beslissingen als bedoeld in de artikelen 7.8b, derde en vijfde lid, en 7.9, eerste lid, b beslissingen inzake vaststelling van het aantal behaalde studiepunten als bedoeld in de artikelen 7.9a, 7.9b, 7.9ba of 7.9bb, alsmede beslissingen inzake het met goed gevolg hebben afgelegd van het afsluitend examen, bedoeld in artikel 7.9d, c beslissingen inzake de omvang van de vrijstelling, bedoeld in artikel 7.31a, derde lid, d beslissingen, niet zijnde besluiten van algemene strekking, genomen op grond van het bepaalde bij of krachtens titel 2 van dit hoofdstuk, met het oog op de toelating tot examens, e beslissingen, genomen op grond van het aanvullend onderzoek, bedoeld in de artikelen 7.25, vierde lid, en 7.28, vierde lid, f beslissingen van examencommissies en examinatoren, g beslissingen van commissies als bedoeld in artikel 7.29, eerste lid, en h beslissingen, genomen op grond van de artikelen 7.30a en 7.30b met het oog op de toelating tot de in dat artikel bedoelde opleidingen. 2. Het beroep kan, wat de openbare instellingen betreft in afwijking van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht, worden ingesteld terzake dat een beslissing in strijd is met het recht. 3. Alvorens het beroep in behandeling te nemen zendt het college van beroep het beroepschrift aan het orgaan waartegen het beroep is gericht, met uitnodiging om in overleg met betrokkenen na te gaan of een minnelijke schikking van het geschil mogelijk is, wat de openbare instellingen betreft in afwijking van afdeling 7.3 van de Algemene wet bestuursrecht. Ingeval het beroep is gericht tegen een beslissing van een examinator, geschiedt de in de voorgaande volzin bedoelde toezending aan de desbetreffende examencommissie. Indien de examinator tegen wie het beroep is gericht, lid is van de examencommissie, neemt hij geen deel aan de beraadslaging.het desbetreffende orgaan deelt binnen drie weken aan het college van beroep, onder overlegging van de daarop betrekking hebbende stukken, mede tot welke uitkomst het beraad heeft geleid. Is een minnelijke schikking niet mogelijk gebleken, dan wordt het beroepschrift door het college in behandeling genomen. 4. Het college van beroep beslist binnen tien weken na ontvangst van het beroepschrift, wat de openbare instellingen betreft in afwijking van artikel 7:24, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht. 5. Indien het college van beroep het beroep gegrond acht, vernietigt het de beslissing geheel of gedeeltelijk. Het college is niet bevoegd in de plaats van de geheel of gedeeltelijk vernietigde beslissing een nieuwe beslissing te nemen, wat de openbare instellingen betreft in afwijking van artikel 7:25 van de Algemene wet bestuursrecht. Het kan bepalen dat opnieuw of, indien de beslissing is geweigerd, alsnog in de zaak wordt beslist, dan wel dat het tentamen, het examen, het toelatingsonderzoek, het aanvullend onderzoek of enig onderdeel daarvan opnieuw wordt afgenomen onder door het college van beroep te stellen voorwaarden. Het orgaan waarvan de beslissing is vernietigd, voorziet voorzover nodig opnieuw in de zaak met inachtneming van de uitspraak van het college van beroep. Het college kan daarvoor in zijn uitspraak een termijn stellen. 6. Indien onverwijlde spoed dat vereist kan de voorzitter van het college van beroep een voorlopige voorziening treffen op verzoek van de indiener van het verzoekschrift, onverminderd het bepaalde in artikel 7.66, tweede lid, en artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht. De voorzitter beslist op dit verzoek na het desbetreffende orgaan dan wel de desbetreffende examinator te hebben gehoord, althans te hebben opgeroepen. 4/6 2010 Erasmus MC, Rotterdam \ 2010-2011 \ Wetsartikelen ter toelichting van de OER 20100810a

Wetsartikelen ter toelichting van de OER Artikel 7.62 Reglement van orde 1. Het college van beroep stelt een reglement van orde vast, waarin nadere regels worden gesteld ten aanzien van: a de omvang en samenstelling van het college van beroep, b indien nodig, de splitsing in kamers, alsmede de verdeling van de werkzaamheden over de verschillende kamers, c de zittingstermijn van de leden en eventuele plaatsvervangende leden van het college van beroep, d de wijze waarop het lidmaatschap of plaatsvervangend lidmaatschap van het college van beroep eindigt, e de in artikel 7.61, derde lid, bedoelde procedure en de gevallen waarin deze procedure achterwege kan worden gelaten, f de wijze waarop in het secretariaat van het college van beroep wordt voorzien, alsmede g de wijze waarop de voorzitter wordt vervangen. 2. Het reglement van orde alsmede wijzigingen daarvan, behoeven de instemming van het instellingsbestuur. Artikel 7.63 Inlichtingenplicht De organen en personeelsleden alsmede de examinatoren van de instelling verstrekken aan het college van beroep de gegevens die dit college voor de uitvoering van zijn taak nodig oordeelt. Artikel 7.63a Bevoegdheid en samenstelling geschillenadviescommissie 1. Elke instelling voor hoger onderwijs heeft een geschillenadviescommissie. Op een geschillenadviescommissie is artikel 7:13, eerste tot en met zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstigetoepassing. De leden van de geschillenadviescommissie zijn functioneel onafhankelijk. 2. De geschillenadviescommissie brengt aan het instellingsbestuur advies uit over bezwaren met betrekking tot andere beslissingen dan wel het ontbreken ervan op grond van deze wet en daarop gebaseerde regelingen dan die, bedoeld in artikel 7.61. 3. De geschillenadviescommissie gaat na of een minnelijke schikking tussen partijen mogelijk is. 4. Indien sprake is van onverwijlde spoed kan de voorzitter van de geschillenadviescommissie desgevraagd bepalen dat de geschillenadviescommissie zo spoedig mogelijk advies uitbrengt aan het instellingsbestuur. De voorzitter bepaalt binnen een week na ontvangst van het bezwaar of sprake is van onverwijlde spoed en brengt de betrokkene en het instellingsbestuur hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte. Het instellingsbestuur neemt dan, wat de openbare instellingen betreft in afwijking van artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht, binnen vier weken na ontvangst van het bezwaar door de faciliteit een beslissing. Artikel 7.63b Beslissing op bezwaren 1. Het instellingsbestuur beslist na ontvangst van het bezwaar binnen 10 weken, onverminderd de beslissingen op grond van de procedure, bedoeld in artikel 7.63a, vierde lid. Wat de openbare instellingen betreft beslist het instellingsbestuur in afwijking van artikel 7:10, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. 2. Wat bijzondere instellingen betreft worden de artikelen 7:11, 7:12 en 7:13, zevende lid, van de Algemene wet bestuursrecht overeenkomstig toegepast. 2010 Erasmus MC, Rotterdam \ 2010-2011 \ Wetsartikelen ter toelichting van de OER 20100810a 5/6

Wetsartikelen ter toelichting van de OER Paragraaf 2 - College van beroep voor het hoger onderwijs Artikel 7.64 College van beroep voor het hoger onderwijs 1. Er is een college van beroep voor het hoger onderwijs, gevestigd te s-gravenhage. 2. Het college van beroep heeft ten minste drie en ten hoogste zeven leden, onder wie de voorzitter. Het college heeft een even groot aantal plaatsvervangende leden. 3. Het college van beroep wordt bijgestaan door een secretaris. Onze minister kan aan de secretaris ambtenaren toevoegen. 4. De ambtenaren die werkzaam zijn voor het college van beroep staan onder het gezag van dat college en leggen over werkzaamheden uitsluitend aan dat college verantwoording af. 5. Het college van beroep houdt zitting in kamers. Het college van beroep wijst de voorzitter van een kamer aan uit de leden. 6. Het college van beroep stelt voor zijn werkzaamheden een reglement van orde vast waarin in elk geval worden geregeld: a de splitsing in kamers, b de verdeling van werkzaamheden over de verschillende kamers, en c de wijze waarop de voorzitter van het college van beroep en van een kamer wordt vervangen. Artikel 7.65 Rechtspositie leden van het college van beroep voor het hoger onderwijs 1. De leden van het college van beroep voor het hoger onderwijs en de plaatsvervangende leden worden bij koninklijk besluit benoemd. 2. De secretaris wordt bij koninklijk besluit benoemd en is bezoldigd. Tweede Kamer, vergaderjaar 2008 2009, 31 821, nr. 2 27 3. De leden en plaatsvervangende leden voldoen aan de vereisten voor benoembaarheid tot rechterlijk ambtenaar, bedoeld in artikel 1d van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren. 4. Een lid of plaatsvervangend lid wordt bij koninklijk besluit ontslagen met ingang van de eerstvolgende maand, nadat hij: a hiertoe een verzoek heeft ingediend, b de leeftijd van zeventig jaar heeft bereikt, c terzake gehoord, uit hoofde van ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is om zijn functie te vervullen, of d bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld. 5 De toelage aan de voorzitter, de overige leden en de plaatsvervangende leden wordt vastgesteld bij koninklijk besluit, te nemen op gemeenschappelijke voordracht van Onze minister en Onze Minister van Financiën. Artikel 7.66 Bevoegdheid en procedure college van beroep voor het hoger onderwijs 1. Het college van beroep voor het hoger onderwijs oordeelt over het beroep dat een betrokkene heeft ingesteld tegen een beslissing van een orgaan van een instelling voor hoger onderwijs die jegens hem op grond van deze wet en daarop gebaseerde regelingen is genomen. Tegen uitspraken van het college van beroep voor het hoger onderwijs staat geen hoger beroep open. 2. Hoofdstuk 8 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de artikelen 8:1, eerste en tweede lid, en 8:13. 3. De organen van de instelling verstrekken aan het college van beroep de gegevens die dit college voor de uitvoering van zijn taak nodig oordeelt Artikel 7.67 Griffierecht Het griffierecht bedraagt 39. Artikel 8:41, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing. 6/6 2010 Erasmus MC, Rotterdam \ 2010-2011 \ Wetsartikelen ter toelichting van de OER 20100810a