OVERGEWICHT IN DRENTHE
|
|
- Lotte Boender
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 OVERGEWICHT IN DRENTHE December 2004 Cees Bos, epidemioloog Nynke van Zanden, epidemioloog Alies van der Neut-Noordenburg, jeugdarts GGD Drenthe Overcingellaan LA Assen Tel.:
2 INHOUDSOPGAVE Samenvatting 1. Inleiding 2. Definities en prevalentie van overgewicht en obesitas 2.1. Overgewicht en obesitas bij kinderen 2.2. Overgewicht en obesitas bij volwassenen 2.3. Relatie overgewicht/obesitas en sociaal economische status 2.4. Overgewicht/obesitas en de gevolgen voor de gezondheid 3. Overgewicht in Drenthe 3.1. De prevalentie van overgewicht bij kinderen in Drenthe 3.2. De prevalentie van overgewicht bij volwassenen in Drenthe Regionale verschillen in overgewicht bij volwassenen 3.3. De Body Mass Index en gezondheidsklachten in Drenthe 3.4. Body Mass Index en leefstijl 4 Conclusies en aanbevelingen Literatuur
3 SAMENVATTING De GGD Drenthe heeft in 2003 de prevalentie van overgewicht en obesitas in Drenthe onderzocht, onder volwassenen en bij de jeugd. Voor volwassenen werden gegevens uit de gezondheidsenquête, die in 2003 door de GGD werd gehouden, gebruikt. De gegevens werden vergeleken met gegevens uit databestanden uit o.a. 1987, 1991 en Kinderen worden een aantal keren in hun schoolleeftijd onderzocht door de jeugdarts of verpleegkundige. Zo kunnen gegevens over de hele groep Drentse kinderen verzameld worden. Deze zijn gebruikt voor het vaststellen van overgewicht bij kinderen in Drenthe. Steeds meer mensen in Nederland hebben overgewicht of ernstig overgewicht (obesitas). Mensen die te zwaar zijn, hebben een grotere kans op ziekten en een lagere levensverwachting. Bovendien heeft wie op jonge leeftijd te zwaar is een grote kans dat de rest van zijn of haar leven te blijven. Een individu heeft overgewicht als de body mass index (BMI, kg/m 2 ) groter is dan 25; van obesitas is sprake bij een BMI van boven de 30. Voor kinderen gelden andere drempelwaarden. Behalve BMI waarden, wordt in dit rapport ook een verband gelegd met gezondheidsaspecten en sociodemografische gegevens. Volwassenen Het percentage volwassen Drenten met overgewicht ligt boven het landelijk gemiddelde: 37% tegen 34 % gemiddeld. Dat geldt ook voor obesitas: 1 tegen 10% gemiddeld. Het is een groeiend probleem: tussen 1991 en 2003 nam het aantal volwassen Drenten met overgewicht toe met 29%. De leeftijdsgroep 20 t/m 34 jaar kende de grootste stijging, met name bij vrouwen. Het aantal volwassen Drenten met obesitas verdubbelde in die tijd. Op populatieniveau is de sociaal economische status (SES) van het individu van invloed. Onder personen met een lage SES komt overgewicht aanzienlijker vaker voor dan bij personen met een midden SES of een hoge SES. Kinderen Van de Drentse leerlingen van groep 2 van het basisonderwijs heeft 10% overgewicht en obesitas. Van de leerlingen van klas 2 van het voortgezet onderwijs heeft 14% overgewicht en obesitas. Dat betekent dat in groep 2 van het basisonderwijs gemiddeld één op de zeven kinderen en in klas 2 van het VO één op de zes kinderen een zwaarder dan normaal gewicht heeft
4 Bij de kinderen van groep 2 uit 1996 blijkt in 2003 een stijging van het aantal kinderen met overgewicht of obesitas van 17%. Van de kinderen die in groep 2 een normaal gewicht hadden, had 10% acht jaar later overgewicht of obesitas. Medische consumptie Vergeleken met personen met normaal gewicht, hebben mensen met overgewicht of obesitas een hogere medische consumptie, gemeten in contacten met huisarts of medisch specialist gedurende drie maanden en in medicijngebruik. Gebleken is dat mensen met obesitas meer dan gemiddeld sociale en of psychische problemen hebben. Obesitas kan zowel oorzaak als gevolg daarvan zijn. Roken Er is verband tussen rookgedrag en overgewicht. Van de volwassen Drenten die roken heeft 4 overgewicht, tegen 47% van de volwassen Drenten die nooit hebben gerookt en 56% van de Drenten die vroeger hebben gerookt. Eten In de periode dat de overgewichtcijfers stegen, nam de belangstelling af voor wat er in het eten zit. Het percentage Drenten dat zegt meestal of vaak te letten op de samenstelling van voedingsproducten, daalde van 3 in 1991 naar 26% in De campagne in 1998 die de aandacht vestigde op vet in voedingsproducten heeft wel effect opgeleverd dat echter niet blijvend was. Bewegen Ondanks dat de gemiddelde energie-inname uit voedsel in Nederland de laatste decennia daalde, steeg de prevalentie van overgewicht. Daaruit blijkt dat de gemiddelde hoeveelheid beweging nog sterker is afgenomen. Andere onderzoeken bevestigen dat. De mate waarin volwassen Drenten met overgewicht bewegen, verschilt niet significant met die van de volwassen Drenten zonder overgewicht. Wel sporten de Drenten met een normaal gewicht vaker dan die met overgewicht; Drenten met obesitas sporten nog minder vaak. Minder sporten kan zowel oorzaak als gevolg zijn van overgewicht. De Gezondheidsraad geeft aan dat ter voorkoming van overgewicht de hoeveelheid dagelijkse beweging een grotere rol speelt dan incidenteel bewegen zoals sporten
5 1. INLEIDING Overgewicht is een groeiend probleem in Nederland. Overgewicht en vooral ernstig overgewicht (obesitas) hebben consequenties voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Met de toenemende prevalentie van overgewicht, zullen ook de gezondheidsklachten van de Nederlandse bevolking toenemen. Momenteel heeft ruim 10% van de volwassen Nederlanders ernstig overgewicht, wat de komende jaren zal stijgen tot 1. En niet alleen volwassenen worden te zwaar, maar ook kinderen en adolescenten. Steeds meer wordt onderkend dat overgewicht en obesitas sterk groeiende en kostbare gezondheidsproblemen zijn, omdat ze gepaard gaan met een verhoogd risico op mortaliteit en morbiditeit zoals hart- en vaatziekten, diabetes mellitus type 2, galstenen, klachten aan het bewegingsapparaat en psychosociale problemen. De ongunstige samenstelling van ons voedsel en risico s op ziekten door overgewicht bekorten volgens het RIVM de levensverwachting in Nederland met minstens 2 jaar. Drenthe voortdurend aan kop, stond eind september 2004 boven een bericht op het CBS-websitemagazine: Overgewichtproblematiek begon in Noordoost Nederland. In de periode was Drenthe met 41% te dikke mensen al koploper; in was dit opgelopen tot 51% en gedurende die periode is dit het hoogste percentage van Nederland gebleven. Reden temeer voor GGD Drenthe om op grond van eigen databestanden en onderzoek te kijken of dit beeld bevestigd wordt
6 2. DEFINITIES EN PREVALENTIE VAN OVERGEWICHT EN OBESITAS De Gezondheidsraad schrijft in haar rapport Overgewicht en obesitas: Wereldwijd heeft de prevalentie van overgewicht en obesitas epidemische vormen aangenomen. Ook in Nederland is de prevalentie de laatste decennia toegenomen. Momenteel heeft 40% van de volwassen Nederlanders overgewicht en 10% hiervan heeft obesitas. Om te berekenen of er kwestie van overgewicht is, wordt de Body Mass Index (BMI) gebruikt. De BMI van een individu is het gewicht in kilogrammen gedeeld door het kwadraat van de lengte in meters: kg/m². Volgens de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) is er bij volwassenen sprake van overgewicht bij een BMI-waarde tussen de 25 en 30 kg/m². Bij een BMI-waarde van 30 kg/m² of meer wordt gesproken van obesitas (ernstig overgewicht). De term overgewicht kan aanleiding zijn voor spraakverwarring. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bijvoorbeeld geeft in haar Statistisch Jaarboek 2004 percentages voor overgewicht waar obesitas bij in is begrepen. In dit rapport wordt echter de definitie van de WHO gehanteerd: overgewicht is een BMI-waarde van 25-29,9 en met obesitas wordt altijd een BMI-waarde bedoeld van 30. In tabel 1 staat de classificatie van BMI-waarden voor volwassenen. Obesitas wordt op grond van de ziekterisico s soms onderverdeeld in drie niveaus, waarbij niveau I gepaard gaat met een matig ziekte risico en niveau III met een zeer ernstig ziekterisico (1). Tabel 1. Classificatie van Body Mass Index (BMI) voor volwassenen classificatie BMI (kg/m²) Ziekte risico ondergewicht normaal gewicht overgewicht - licht overgewicht - matig overgewicht ernstig overgewicht (obesitas) <18,5 18,5-24, , ,49 27,5-29,9 30 gemiddeld verhoogd - niveau I ,9 matig - niveau II ,9 ernstig - niveau III (morbide obesitas) - 40 zeer ernstig 2.1. Overgewicht en obesitas bij kinderen De BMI geeft bij kleine kinderen een overschatting van overgewicht en bij lange kinderen een onderschatting van het overgewicht. Daarom zijn - 7 -
7 voor kinderen de drempelwaarden voor overgewicht en obesitas leeftijden seksespecifiek (2) (tabel 2). Uit een studie van Kolbe (11) blijkt dat 14% van kleine kinderen die tot hun derde jaar kampen met overgewicht, dikke volwassenen worden. Daarnaast bleek dat 41% van de 7-jarigen met overgewicht ook overgewicht hebben als volwassene. Volgens Kolbe kan men bij kinderen algemeen stellen dat, hoe langer het overgewicht bestaat, bijvoorbeeld vanaf de kleuterleeftijd tot in de puberteit, hoe groter het risico is dat ze ook als volwassene last zullen hebben van overgewicht. Tabel 2. Drempelwaarden van BMI (kg/m²) voor overgewicht en obesitas leeftijd jongens meisjes overgewicht obesitas overgewicht obesitas ,9 17,5 17,4 17,5 17,9 18,4 19,1 19,8 20,5 21,2 21,9 22,6 23,3 23,9 19,6 19,3 19,3 19,8 20,6 21,6 22,8 24,0 25,1 26,0 26,8 27,6 28,3 28,9 17,6 17,3 17,1 17,3 17,7 18,3 19,1 19,9 20,7 21,7 22,6 23,3 23,9 24,4 19,4 19,1 19,2 19,6 20,5 21,6 22,8 24,1 25,4 26,7 27,8 28,6 29,1 29,4 Toenemend overgewicht bij kinderen Uit landelijke groeionderzoeken onder kinderen en jongvolwassenen van 0-21 jaar bleek dat in van de jongens overgewicht had. In 1980 lag dit percentage nog op 10%. Van de meisjes had in % overgewicht, tegen 9% in Zoals blijkt uit figuur 1 is de prevalentie van overgewicht bij meisjes het sterkste gestegen bij jonge kinderen vanaf 3 jaar (2). Voor jongens, niet in de figuur weergegeven, geldt hetzelfde
8 Figuur 1. Overgewicht en obesitas bij meisjes, gemeten in landelijke groeionderzoeken prevalentie (%) leeftijd 1980 overgewicht 1997 overgewicht leeftijd 1980 obesitas 1997 obesitas 2.2. Overgewicht en obesitas bij volwassenen Uit onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt dat in van de mannen en 3 van de vrouwen van jaar overgewicht had. In de periode is het percentage obesitas in Nederland ongeveer verdubbeld. Deze stijging van het vóórkomen van ernstig overgewicht lijkt zich ook na 1997 voort te zetten (4). CBS cijfers geven een zelfde beeld: in 1981 had 3 van de volwassen mannen en 24% van de volwassen vrouwen overgewicht, in 2000 was dat 39% en 30%. Obesitas bij mannen steeg in die periode van 4% naar 9%, bij vrouwen van 6% naar 10%. Figuur 2 geeft de toegenomen prevalentie weer van overgewicht en obesitas bij volwassen mannen en vrouwen, in de periode
9 Figuur 2. Overgewicht en obesitas bij volwassen mannen en vrouwen % overgewicht vrouwen obesitas vrouwen overgewicht mannen obesitas mannen Bron: CBS Statline 2.3. Relatie overgewicht/obesitas en sociaal economische status Er blijkt in Nederland een duidelijke relatie te bestaan tussen sociaal economische status (SES) en overgewicht / obesitas. Mensen met een laag opleidingsniveau hebben relatief vaak overgewicht / obesitas, bij een hoog opleidingsniveau is de prevalentie relatief klein. Zo was in de periode bij mannen en vrouwen met een laag opleidingsniveau het percentage personen met obesitas meer dan twee keer zo hoog als bij personen met een hoge opleiding (4). Uit onderzoek is ook gebleken dat binnen alle opleidingsniveaus het percentage personen met obesitas stijgt. Tabel 3 geeft het percentage respondenten naar SES, zoals gevonden in het MORGEN-project van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Tabel 3. Prevalentie van obesitas (BMI 30 kg/m²) mannen Vrouwen Opleidingsniveau LO LBO, MAVO HAVO, VWO, MBO HBO WO 1 11% 10% 7% 18% 14% 10% 7%
10 2.4. Gevolgen voor de gezondheid Oorzaak overgewicht Erfelijke aanleg kan van invloed zijn of een individu overgewicht krijgt. Het is onwaarschijnlijk dat de sterke toename van de prevalentie van overgewicht wordt verklaard door (een veranderde) erfelijke aanleg, omdat die binnen enkele decennia plaatsvond. De oorzaak moet dan ook gevonden worden in gedrags-en/of omgevingsfactoren. Overgewicht wordt in feite veroorzaakt door een positieve energiebalans. Landelijke peilingen van de voedselconsumptie in Nederland tonen aan dat de gemiddelde energie-inneming tussen 1987 en 1998 is gedaald. Gezien de gestegen prevalentie van overgewicht en obesitas, moet de dagelijkse hoeveelheid lichamelijke activiteit nog sterker zijn afgenomen. Er zijn aanwijzingen dat mensen in de afgelopen periode gemiddeld veel minder lichaamsbeweging hebben genomen. Er is een relatie tussen overgewicht en obesitas en psychische en sociale problemen, waarbij obesitas een verminderde kwaliteit van leven kan geven en psychische en sociale problemen kan opleveren. Oorzaak en gevolg zijn hier moeilijk te scheiden (1). Overgewicht is gerelateerd aan een lage zelfwaardering. Personen met overgewicht kunnen in een vicieuze cirkel terecht komen. Negatieve reacties uit de sociale omgeving verslechteren het gevoel van eigenwaarde, wat kan leiden tot een verdere toename van het overgewicht. Meer ziekte Naarmate de BMI stijgt, neemt de kans op ziekten toe. Obesitas gaat gepaard met het optreden van ziekten zoals diabetes mellitus type 2 (niet-insuline afhankelijke diabetes of ouderdomsdiabetes), hart- en vaatziekten, galziekten, ziekten van het bewegingsapparaat en verschillende vormen van kanker. In tabel 4 worden de relatieve risico s (RR) en het populatie attributief risico (PAR) gegeven voor een aantal ziekten voor volwassenen met obesitas in Nederland. Het relatieve risico is de kans op een ziekte bij obesitas vergeleken met de kans bij normaal gewicht. Het populatie attributief risico geeft aan welk percentage van de ziekte is toe te schrijven aan obesitas, anders gezegd: hoeveel procent van de ziekte zou worden voorkomen als obesitas niet aanwezig was (1,5). De tabel laat zien dat 54% van de diabetes mellitus type 2 bij vrouwen te voorkomen was geweest als alle vrouwen een normaal gewicht hadden gehad. Bij mannen is dit 26%
11 Tabel 4. Geschat ziekterisico van volwassenen met obesitas RR PAR mannen vrouwen mannen vrouwen diabetes mellitus type 2 hoge bloeddruk myocardinfarct colonkanker galblaasziekten ovariumkanker artrose 5,2 2,6 1,5 3,0 1,8-1,9 12,7 4,2 3,2 2,7 1,8 1,7 1,4 26% 1 4% 1 6% - 7% 5 24% 17% 14% 7% 6% 4% De relatieve risico s zijn sterk leeftijdsafhankelijk. Hoe jonger te zwaar, hoe meer risico op bepaalde ziekten. Mannen tussen de 20 en 25 met overgewicht hebben 1,4 maal meer risico op ziekte dan leeftijdsgenoten met normaal gewicht. Dat RR is in de leeftijdscategorie nog 1,1. Dezelfde vergelijking bij obesitas laat een nog groter verschil zien; jonge mannen met obesitas hebben een RR van 2,6 en oude mannen een RR van 1,4. Tabel 5 geeft een opsomming van de relatieve risico s voor het krijgen van suikerziekte. Het RR voor een man van jaar met obesitas bedraagt 8.98: zijn kans op suikerziekte is bijna 9 keer zo groot als die van een leeftijdsgenoot met normaal gewicht (10). Tabel 5. Relatieve risico s voor suikerziekte voor mannen en vrouwen naar leeftijd en gewichtsklasse ten opzichte van normaal gewicht overgewicht (BMI ) obesitas (BMI 30) mannen vrouwen mannen vrouwen jaar jaar jaar jaar 80 jaar e.o Lagere levensverwachting Behalve dat obesitas gepaard gaat met ziekten, doet het ook de levensverwachting afnemen. Die is van personen boven de 40 met obesitas gemiddeld 7 levensjaren korter in vergelijking met personen met een normaal gewicht (6). Volgens een Amerikaanse studie is, gemeten naar de levensverwachting, obesitas niveau II (BMI 35) zeer veel slechter voor de gezondheid dan roken of excessief alcohol gebruik (7)
12 3. OVERGEWICHT IN DRENTHE Bronnen van informatie voor dit hoofdstuk zijn eigen onderzoeken van de GGD Drenthe. Het Preventief Gezondheids Onderzoek 2003 (PGO) van de afdeling Jeugdgezondheidszorg betrof kinderen. Daarvan zijn een aantal medische gegevens genoteerd, waaronder lengte en gewicht. Daarmee kan de BMI worden uitgerekend. De indeling in ondergewicht, normaal gewicht, overgewicht en obesitas is gedaan volgens de drempelwaarden genoemd in tabel 2. De GGD Drenthe voert periodiek onderzoek uit naar de gezondheidssituatie van de lokale bevolking. Voor de volwassen bevolking van 20 tot en met 65 jaar zijn dergelijke onderzoeken uitgevoerd in 1991 (68% respons; N=2641), 1998 (67% respons; N=2633) en 2003 (64% respons; N=3914). In deze onderzoeken is behalve naar lengte en gewicht ook gevraagd naar gezondheidsaspecten en medische consumptie van het individu en naar sociodemografische kenmerken, zoals leeftijd, geslacht, huwelijkse staat, werksituatie en opleidingsniveau De prevalentie van overgewicht bij kinderen in Drenthe Het voorkomen van overgewicht en obesitas onder Drentse kinderen is in 2004 retrospectief onderzocht. Uit het PGO van 2003 zijn ruim 2000 medische dossiers bekeken van leerlingen van groep 2 van het basisonderwijs en bijna 1900 medische dossiers van leerlingen van klas 2 van het voortgezet onderwijs. Van beide groepen leerlingen zijn de volgende gegevens verzameld: lengte en gewicht, beroep van de vader en leeftijd (in jaren en maanden) tijdens het PGO. Van de leerlingen van klas 2 van het voortgezet onderwijs zijn bovendien dezelfde gegevens opgezocht uit het PGO van acht jaar daarvoor, toen zij in groep 2 van het basisonderwijs zaten. Groep 2 Basisonderwijs Van alle leerlingen van groep 2 had in het schooljaar 2003/ % overgewicht en obesitas. Significant meer meisjes dan jongens hadden overgewicht. Tabel 6. Body Mass Index jongens en meisjes van groep 2 in 2003/2004 (N=2088) jongens meisjes totaal ondergewicht normaal gewicht overgewicht obesitas 1 77% 7% 1 69% 1 14% 7 10%
13 Het beroep van de vader, zoals aangegeven op het medisch dossier, is gebruikt om de sociaal-economische status van het gezin te schatten. Onderverdeeld naar sociaal-economische status is het verschil in prevalentie van overgewicht bij de leerlingen van groep 2 gering. Van de kinderen van ouders met een lage en midden SES heeft 10% overgewicht en van de kinderen van ouders met een hoge SES heeft 8% dit. Obesitas komt voor bij 4% van de kinderen met een lage SES en bij van de kinderen met een midden of hoge SES. Tabel 7. Body Mass Index van leerlingen van groep 2 naar sociaaleconomische status sociaal-economische status (SES) laag midden hoog ondergewicht normaal gewicht overgewicht obesitas 1 74% 10% 4% % 1 7 8% Klas 2 Voortgezet Onderwijs In totaal zijn ongeveer 1900 medische dossiers van leerlingen van klas 2 van het VO bekeken. Van deze leerlingen is de BMI berekend op basis van lengte en gewicht in 2003 en ook van acht jaar daarvoor, toen zij in groep 2 van het basisonderwijs zaten. 14 % van de kinderen in klas 2 van het VO heeft overgewicht en obesitas. Er is geen verschil tussen jongens en meisjes geconstateerd. De verdeling van overgewicht plus obesitas naar SES van de ouders van deze leerlingen is: lage SES 19%, midden SES 17% en hoge SES 1. Vergelijking 2003 met acht jaar eerder Van dezelfde tweedeklassers zijn de BMI waarden van 2003 vergeleken met die van acht jaar daarvoor, toen ze in groep 2 van de basisschool zaten. Van de kinderen met een normaal gewicht in groep 2 had 10% acht jaar later overgewicht of obesitas. Van wie ondergewicht had, heeft 69% in 2003 een normaal gewicht en zelfs overgewicht. Ongeveer de helft (48%) van de leerlingen van groep 2 met overgewicht heeft acht jaar later een normaal gewicht; 11% heeft obesitas ontwikkeld
14 Tabel 8. Body Mass Index van leerlingen van klas 2 van het voorgezet onderwijs en van dezelfde leerlingen in groep 2 van het basis onderwijs (acht jaar geleden) ondergewicht normaal gewicht overgewicht obesitas klas 2 voortgezet onderwijs 8% 7 14% groep 2 basisonderwijs 1 7 9% Van de leerlingen met obesitas, heeft acht jaar later ongeveer een derde (3) nog steeds obesitas, 40% heeft overgewicht en ongeveer een kwart (28%) een normaal gewicht. Hieruit volgt dat 56% van de kinderen die in groep 2 een zwaarder dan normaal gewicht had, dat acht jaar later ook heeft. Voor deze bevindingen zijn geen verschillen tussen jongens en meisjes aantoonbaar. Tabel 9. Body Mass Index van leerlingen van klas 2 uitgaande van BMI-indeling van dezelfde leerlingen in groep 2 klas 2 groep 2 ondergewicht normaal gewicht overgewicht obesitas ondergewicht 2 normaal gewicht 69% 81% 48% 28% overgewicht 1 41% 40% obesitas <1% 11% 3 Toename overgewicht Het percentage leerlingen van groep 2 met overgewicht bedraagt in % en met obesitas. Acht jaar geleden was dat resp. 9% en. In tabel 10 staan de gegevens voor jongens en meisjes apart. Tabel 10. Body Mass Index van leerlingen van groep 2 in 1996 en 2003 Jongens meisjes ondergewicht normaal gewicht overgewicht obesitas 18% 7 8% 1% 1 77% 7% % 1 69%
15 Per gemeente De onderstaande tabel toont de gegevens per gemeente. Tabel 11. Percentage leerlingen van groep 2 (5/6 jaar) en klas 2 (13/14jaar) met overgewicht en obesitas in het schooljaar 2003/2004 groep 2 (5-6 jaar) klas 2 (13-14 jaar) Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen Hoogeveen Meppel Midden-Drenthe Noordenveld Tynaarlo Westerveld De Wolden 16% 1 7% 14% 1 14% % 14% % 20% 17% 1 17% 26%* N.B.** 18% 17% *: Hoog percentage in Noordenveld mogelijk veroorzaakt door oververtegenwoordiging van leerlingen van het VMBO, groot deel van leerlingen van andere onderwijstypen volgen onderwijs buiten de provincie Drenthe **:Merendeel van jongeren uit Tynaarlo volgt voortgezet onderwijs buiten de provincie Drenthe 3.2. De prevalentie van overgewicht bij volwassenen in Drenthe Zoals blijkt uit tabel 12, is het percentage Drenten van 20 tot en met 64 jaar met overgewicht toegenomen van 3 in 1991 tot 37% in 2003 en het percentage personen met obesitas is verdubbeld van 6% naar 1. Tabel 12. Body Mass Index (BMI) van Drenten (20-64 jaar) in 1991, 1998 en 2003 en Nederland (20-64 jaar in 2002) Nederland 2002 ondergewicht (BMI <18,5) normaal gewicht (18,5<BMI<24,9) overgewicht (25,0<BMI<30) obesitas (BMI 30,0) % 61% 3 6% 56% 3 10% 50% 37% % 10% Mannen en vrouwen In Drenthe steeg het percentage mannen met overgewicht dan wel obesitas (BMI 25,0) van 4 in 1991 via 50% in 1998 tot 57% in Het percentage vrouwen met overgewicht steeg navenant (van 3 via 38% naar 4).
16 Tabel 13 toont de toename van overgewicht in perspectief. Tabel 13. Procentuele toename van overgewicht (BMI 25.0) t.o.v naar leeftijd en geslacht jr jr jr toename overgewicht - mannen - vrouwen % 31% % 29% % 6% In de leeftijdsgroep is de toename van overgewicht het grootst. Het percentage jonge mannen én vrouwen met overgewicht steeg in twaalf jaar met 4. In 2003 had 4 van de mannen van die leeftijd overgewicht, bij de vrouwen was dat 34% Regionale verschillen in overgewicht bij volwassenen De provincie Drenthe omvat een drietal regio s. Tussen de regio s zijn duidelijke sociaal economische verschillen aantoonbaar. In de regio Noord en Midden Drenthe heeft de bevolking een relatief hoge opleiding, is het inkomen relatief hoog en de werkloosheid relatief laag. In de regio Zuidoost Drenthe heeft de bevolking een relatief lage opleiding, het inkomen is er relatief laag en de werkloosheid relatief hoog. De regio Zuidwest Drenthe neemt op al deze drie indicatoren een middenpositie in. Op populatieniveau kan verschil in SES leiden tot gezondheidsverschillen. Dat zijn systematische verschillen in gezondheid tussen mensen met een hogere en mensen met een lagere positie in de (gestratificeerde) maatschappij (9). De relatieve positie die een persoon op de sociale ladder inneemt wordt geïndiceerd door opleidingsniveau, beroepsniveau of hoogte van het inkomen. Tabel 14 toont de regionale verschillen in de toename van overgewicht. De gemeente De Wolden (toename 1) en gemeente Midden-Drenthe (toename 50%) zijn hierin de uitersten
17 Tabel 14. Prevalentie van overgewicht (BMI 25,0) bij personen van jaar toename in 2003 t.o.v.1991 Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen Hoogeveen Meppel Midden-Drenthe Noordenveld Tynaarlo Westerveld De Wolden 41% % 4 37% 3 36% % 41% 47% 36% 4 40% 47% 41% 4 46% 39% 37% 46% % 5 51% 4 54% 41% 47% 47% 47% +27% % +38% +31% +50% +28% +34% +38% +1 De regionale verschillen worden waarschijnlijk veroorzaakt door verschil in de sociaal economische status (SES) van de bevolking. In de gezondheidsenquêtes 1991, 1998 en 2003 is gevraagd naar de hoogste opleiding die de respondent heeft afgerond. Deze gegevens zijn gebruikt als schatter voor de sociaal-economische status (SES) van het individu. De sociaal economische gezondheidsverschillen tussen de drie Drentse regio s zijn terug te vinden in de prevalenties van overgewicht. Zoals blijkt uit de tabel, ligt die in Zuidoost Drenthe hoger dan elders. Tabel 16. Prevalentie van overgewicht (BMI 25,0) bij personen van jaar Noord en Midden Drenthe Zuidwest Drenthe Zuidoost Drenthe 37% 39% 4 40% % 48% 5 Overgewicht naar SES in Drenthe Tabel 15 laat zien dat overgewicht bij personen met een lage SES relatief vaak voorkomt: bij zes op de tien personen, tegen vier op de tien mensen met hoge SES
18 Tabel 15. Percentage mannen en vrouwen met overgewicht(bmi 25,0) naar sociaal-economische status (SES) lage SES midden SES hoge SES overgewicht - mannen - vrouwen % 49% 6 54% 41% 2 46% 31% 5 40% 3 17% 44% 28% 51% 30% totaal 48% 5 60% 31% 36% 46% % Binnen de groep personen met een lage SES is overgewicht toegenomen van 48% in 1991 tot 60% in Een toename van 2. De toename bij mensen met hoge SES is 60% (van 2 in 1991 naar 41% in 2003) De BMI en gezondheidsklachten in Drenthe Gegevens uit de gezondheidsenquêtes, voor dit hoofdstuk die uit 2003, kunnen lichaamsgewicht relateren aan het gebruik van medische voorzieningen en gezondheidsklachten. Let wel, verbanden kunnen worden aangetoond, maar causaliteit niet. In dit hoofdstuk is de Body Mass Index ingedeeld in vijf groepen. Verschil met de classificatie volgens tabel 1 is het onderscheidt binnen de groep overgewicht (BMI 25-29,9) tussen licht overgewicht (BMI 25-27,49) en matig overgewicht (BMI 27, ). Contact met arts Personen met ondergewicht en personen met obesitas hebben in drie maanden in 2003 relatief meer contact met huisarts of specialist gehad. Dit geldt zowel voor mannen als vrouwen. Tabel 17. Contact gehad met huisarts, medisch specialist of de GGZ naar BMI-index afgelopen 3 maand contact gehad met BMI huisarts med.specialist GGZ <18,50 18,51-24,99 25,00-27,49 27, % 5 50% 54% 64% % 18% 19% 19% 28% - 4% Van de personen met obesitas is 1 het afgelopen jaar opgenomen geweest in het ziekenhuis. Dit percentage bedraagt voor personen met
19 overgewicht 10%, voor personen met een normaal gewicht 8% en voor personen met ondergewicht 9%. Aandoeningen Mannen met matig overgewicht (BMI 27,50-30) en mannen met obesitas gebruiken significant vaker medicijnen dan mannen met een normaal gewicht. Bij vrouwen doet dit verschil zich ook voor, maar is het niet significant. Het aantal verschillende medicijnen dat zowel mannen als vrouwen met matig overgewicht of obesitas gebruiken, is ook groter. Verder blijkt dat personen met ondergewicht en personen met obesitas vaker psychosociale klachten te hebben dan personen met een normaal gewicht of licht of matig overgewicht. Tabel 18A. Percentage mannen en vrouwen naar BMI met een aantal aandoeningen ooit hartinfarct gehad suikerziekte hoge bloeddruk mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen BMI <18,50 18,51-24,99 25,00-27,49 27, % 6% - <1% <1% % 6% 6% 1 1% 14% - 7% 1 18% 29% 7% 1 18% 30% Tabel 18B. Percentage mannen en vrouwen naar BMI met een aantal aandoeningen ziekten aan luchtwegen gewrichtsslijtage gewrichtsontsteking mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen BMI <18,50 18,51-24,99 25,00-27,49 27, % 1 6% 9% % 8% 11% 10% 19% 7% 14% % 8% Verhoudingsgewijs meer mannen en vrouwen met overgewicht of obesitas hebben bovengenoemde aandoeningen. De prevalentie bij obesitas is vaak weer hoger dan die bij overgewicht. 6% 11% 10% Beperkingen In de gezondheidsenquête 2003 zijn ook vragen gesteld over beperkingen in het dagelijks functioneren. Het betreft onder andere vragen over het leveren van forse of matige inspanning, het tillen van boodschappen of de trap oplopen. Mannen en vrouwen met obesitas
20 ervaren significant vaker beperkingen in het dagelijks functioneren dan mannen en vrouwen die geen obesitas hebben. Beperkingen in het sociaal functioneren wordt vooral gevonden bij personen met ondergewicht en personen met obesitas BMI en leefstijl In de gezondheidsenquêtes is ruim aandacht besteed aan leefstijl. Behalve vragen over het gebruik van tabaksproducten en alcohol, zijn veel vragen gesteld over lichamelijke activiteit en voeding. Roken Het percentage rokers onder de Drenten is sinds 1991 aanzienlijk afgenomen. In 1991 rookte 38% van de Drenten van jaar, in en in 2003 rookte 30% van de volwassen Drenten van 20 tot en met 65 jaar. Ruim 34% van de volwassen Drenten rookt nu niet meer, maar heeft vroeger gerookt en 3 heeft nooit gerookt. Tabel 19. Rookgedrag en overgewicht (BMI 25,0) rookt vroeger gerookt nooit gerookt overgewicht - geen overgewicht - wel overgewicht % 36% 56% 4 59% 41% % 5 44% 56% 6 37% 59% 41% 5 47% Gezien vanuit het perspectief van rookgedrag komen voor 2003 de volgende gegevens naar voren: van alle rokers heeft 4 overgewicht (BMI 25), van de groep Drenten die nooit heeft gerookt heeft 47% overgewicht en van de groep Drenten die zijn gestopt met roken heeft 56% overgewicht. Van alle mannen van 20 tot en met 64 jaar zonder overgewicht is 2 gestopt met roken. Van alle mannen van 20 tot en met 64 jaar met overgewicht is 40% gestopt met roken. Deze percentages bedragen voor vrouwen respectievelijk 3 en 39%. Alcohol Verhoudingsgewijs hebben meer mannen die wel eens alcohol gebruiken overgewicht dan mannen die geen alcohol gebruiken. Ruim 58% van de mannen die wel eens alcohol gebruiken heeft overgewicht, tegen 5 van de mannen die geen alcohol gebruikt. Dit verschil is overigens niet significant. Bij de vrouwen ligt het verschil anders: 54% van wie nooit alcohol gebruikt, heeft overgewicht tegen 40% van de vrouwen die wel eens alcohol gebruiken.
21 Lichaamsbeweging Aan de hand van de vragen over lichaamsbeweging kan de 'Richtlijn Nederlandse Norm Gezond Bewegen' worden berekend. Hiervoor worden gegevens over lichaamsbeweging in het woon-werkverkeer, in de lichamelijke activiteit op werk of school, in huishoudelijke activiteiten en in vrije tijd gebruikt. Volgens deze richtlijn moet men minimaal elke dag een half uur matig intensief bewegen. 5 van de Drenten van 20 tot en met 64 jaar voldoet aan de Norm Gezond Bewegen, en wel meer vrouwen (5) dan mannen (50%). Qua bewegen volgens deze norm is het verschil tussen de mensen met overgewicht en zonder niet significant. Ruim 51% van de volwassen Drenten met overgewicht voldoet aan de norm, tegen 5 van de Drenten zonder overgewicht. Sporten draagt bij aan de uitkomst voor de 'Richtlijn Nederlandse Norm Gezond Bewegen'. In Tabel 20 zijn de mensen die minstens eens per week sporten onderverdeeld naar BMI. Te zien is dat naar mate de BMI stijgt het percentage respondenten dat minstens één keer in de week sport afneemt. Tabel 20. Body Mass Index en sporten BMI <18,50 18,51-24,99 25,00-27,49 27, sport minstens één keer per week mannen vrouwen 28% 46% 40% 3 30% 46% 51% 47% 4 38% Voeding Evenals beweging beïnvloedt voeding de individuele BMI-waarde. In de Gezondheidsenquête 2003 zijn vragen gesteld over de consumptie van groente, fruit en vruchtensappen. Uit de betreffende vragen kan worden berekend of men voldoet aan de Richtlijn groente (elke dag minstens 2 ons groente gebruiken) en de Richtlijn fruit (elke dag 2 stuks fruit of 2 glazen vruchtensap gebruiken). Van alle volwassen Drenten van 20 tot en met 65 jaar eet 56% elke dag 2 ons groente en 30% eet elke dag 2 stuks fruit. Er is geen significant verschil in consumptie van groente en fruit tussen personen met en zonder overgewicht
22 Tabel 21. Consumptie van groente en fruit naar overgewicht (BMI 25,0) elke dag 2 ons groente elke dag 2 stuks fruit ja nee ja nee - geen overgewicht - wel overgewicht 5 56% 4 44% 29% 31% 71% 69% De samenstelling van voedingsproducten kan van invloed zijn op het lichaamsgewicht. Om die reden is tijdens het onderzoek gevraagd als u levensmiddelen koopt, hoe vaak let u dan op de samenstelling van het product. Het aantal Drenten dat daar meestal/vaak op let, daalde van 3 in 1991 naar 26% in Het percentage dat daar zelden of nooit op let, steeg in die periode van 3 naar 39%. Het percentage mensen dat let op de samenstelling van een product is in elke SES groep afgenomen. Tabel 22. Als u levensmiddelen koopt, hoe vaak let u dan op de samenstelling van het product naar SES lage SES midden SES hoge SES meestal/vaak soms zelden of nooit 28% 36% 37% 26% 36% 37% 21% 34% % 30% 3 36% 3 26% 36% 39% % 40% 36% 24% 31% 37% 3 Ook werd gevraagd naar welk samenstellend onderdeel van een voedingsproduct men dan keek. Het vetgehalte had in 1991 de belangstelling van 36% van de Drenten. Dat percentage was in 1998 hoger (47%) en in 2003 weer lager: 3. In 1998 liep de campagne Let op vet. Een tijdens een campagne toenemende en later weer verflauwende aandacht voor een samenstellend onderdeel van een voedingsproduct is vaker geconstateerd. Tabel 23. Percentage Drenten dat let op bepaald onderdeel van product aantal calorieën % koolhydraten % vet % eiwit soort vet conserveringsmidd/additieven anders 27% 36% 2 49% 3 8% 47% 4% 30% 34% 6% 28% 8% %
23 4. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Conclusie 1 In Drenthe is zowel bij jeugd als bij volwassenen het percentage overgewicht en obesitas zorgwekkend gestegen. Tussen 1991 en 2003 steeg het percentage bij mannen van 4 naar 57% en bij vrouwen 32 naar 4. Het percentage 5-6 jarigen met overgewicht dan wel obesitas is van 1996 tot 2003 gestegen met 17%. Aanbeveling 1 Gezien de toename van het overgewicht in Drenthe en de bijbehorende gezondheidsrisico s is het van groot belang een plan van aanpak te maken met alle belangrijke organisaties op dit terrein. Conclusie 2 De groep waar overgewicht het meest voorkomt zijn mannen met een lage SES tussen de 50 en 64 jaar. De sterkste stijging van het voorkomen van overgewicht is te vinden bij vrouwen met een hoge SES in de leeftijd van jaar. Van deze groep vrouwen heeft 5 kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 11 jaar. Aanbeveling 2 In het plan van aanpak moet aandacht zijn voor de risicogroepen zoals in dit onderzoek benoemd. Om deze groepen te bereiken zullen creatieve voorlichtingsmethoden, zoals aansluiting bij wijkgerichte aanpak, koppeling aan leefstijlthema s et cetera ingezet en ontwikkeld moeten worden Aanbeveling 3. Om de risicogroep vrouwen in de leeftijd van 20 - tot 34 jaar te bereiken, kunnen ze benaderd worden in hun rol als moeder. Het terugdringen van hun eigen overgewicht en, nu of in de toekomst dat van hun kind(eren) kunnen zodoende gekoppeld worden aan de belangen en elkaar versterken. De contactmomenten op het consultatiebureau en met de jeugdarts in het basisonderwijs kunnen hiertoe worden benut en uitgebreid met andere voorlichtingsactiviteiten. Conclusie 3 Hoewel er uit de GGD-gegevens geen duidelijk verband naar voren komt tussen bewegen en overgewicht, is het algemeen bekend dat meer bewegen de algemene gezondheid bevordert. Er bestaat een
24 wisselwerking tussen verschillende leefstijlaspecten als het gaat om overgewicht en andere gezondheidsklachten. Uit dit onderzoek komt wel naar voren dat personen met overgewicht minder vaak sporten dan degene met een normaal gewicht. Verder blijkt ook uit de gegevens dat de afgelopen jaren steeds minder gelet wordt op de samenstelling van voedingsproducten. Aanbeveling 4 Binnen het kader van het volksgezondheidsbeleid, het jeugdbeleid en het onderwijsbeleid is het van belang aandacht te hebben voor een gezonde leefstijl. Een interventiemix, waarbij aandacht is voor voeding, bewegen en welbevinden, heeft de meeste kans van slagen, waarbij ook de systemen van mensen (gezin, school, buurt, sportclub etc) betrokken zijn. Juist binnen het gemeentelijke beleidskader is het mogelijk om meerdere aangrijpingspunten om een gezonde leefstijl te bevorderen te benutten. Conclusie 4 Uit dit onderzoek blijkt dat een verband is tussen stoppen met roken en overgewicht. Het stoppen met roken kan leiden tot een toename van het gewicht. In de gevallen waarin dit leidt tot overgewicht ontstaat opnieuw een (ernstig) gezondheidsrisico. Aanbeveling 5 Het is belangrijk dat mensen met enig overgewicht die stoppen met roken zich realiseren dat ze door een toename van hun gewicht in een andere risicogroep komen. Het verdient dan ook aanbeveling dat in de begeleiding bij het stoppen met roken, nadrukkelijk aandacht is voor het voedingspatroon en de totale leefwijze. Bij grote risico s is begeleiding door een diëtist in deze situatie aan te raden. Conclusie 5 Uit landelijk onderzoek komt naar voren dat naar mate een kind langer overgewicht heeft, de kans groter is dat het op volwassen leeftijd ook last heeft van overgewicht. Aanbeveling 6 Er kan gebruik gemaakt worden van de inzet van de Jeugdgezondheidszorg tijdens drie contactmomenten op scholen en de contactmomenten op de consultatiebureaus, door invoering van het signaleringsprotocol. Hierdoor worden trends in gewicht zichtbaar. Ook kan bij signalering van beginnend overgewicht kan een jeugdarts een aantal interventies aanbieden, zoals de MIS (minimale interventie
25 strategie waarin de arts kind en ouder volgens een vast protocol begeleid) en er moet een goede verwijzingssysteem zijn voor kinderen met ernstig overgewicht en obesitas. Conclusie 6 Uit eerder Drents onderzoek en ook uit landelijk onderzoek komt naar voren dat kinderen in de adolescentie minder gaan sporten en ongezonder gaan eten. Aanbeveling 7 Het verdient aanbeveling om leefstijlactiviteiten voor jongeren op scholen te organiseren die gericht op de primaire collectieve preventie. Het implementeren van landelijk ontwikkelde projecten ligt daarbij voor de hand (SchoolGruiten, Gezonde schoolkantines, gezonde keus is makkelijke keus, sportprojecten etc.). Conclusie 7 Uit de gezondheidsenquêtes van volwassenen in Drenthe komt naar voren dat tijdens landelijke campagnes er een toenemende aandacht is voor gezondheid en voeding die echter in de loop van de tijd weer verflauwt. Aanbeveling 8 Het blijft belangrijk om ook via massamediale campagnes aandacht te vragen voor de gezondheidsaspecten van voeding en beweging en de risico s bij overgewicht. Aanbeveling 9 De kracht van herhaling zou meer gebruikt moeten worden in de uitvoering van campagnes en andere activiteiten. Dit geldt ook voor lokale en regionale activiteiten, terwijl daar niet altijd de aandacht naar uitgaat. Iets nieuw trekt nu eenmaal meer de aandacht dan doorgaan met een effectief programma. Overgewicht is echter een ernstig gezondheidsprobleem, dat zich niet in korte tijd en met simpele interventies laat oplossen
26 Literatuur 1. Gezondheidsraad (2003). Overgewicht en obesitas. Rapportnr. 2003/07 2. Hirasing RA, Fredriks AM, van Buuren S, e.a. (2001). Toegenomen prevalentie van overgewciht en obesitas bij Nederlandse kinderen en signalering daarvan aan de hand van internationale normen en nieuwe referentiediagrammen. Ned. Tijdschr. Geneesk. 2001; 145(27): Visscher TLS, Kromhout D, Seidell JC (2002). Long-term and recent time trends in the prevalence of obesity among Dutch men and women. Int J Obes Metab Disord 2002; 26(9): RIVM (2004). Nationaal Kompas Volksgezondheid. d.o.a N.N. (2001). Obesity and health. Bondalier, March 2001, N.N. (2003). Obesity and life expectancy. Bondalier, June 2003, N.N. (2002). Is obesity more harmful to health than smoking or heavy drinking. Bondalier, May 2002, Bulk-Bunschoten AMW, Renders CM, van Leerdam FJM, Hirasing RA. (2004). Signaleringsprotocol overgewicht in de Jeugdgezondheidszorg. Mei 2004, Vrije Universiteit Amsterdam 9. Mackenbach J.P. (1994). Ongezonde verschillen. Over sociale stratificatie en gezondheid in Nederland. Van Gorcum, Assen. 10. Kreijl CF ; Knaap AGAC ; Busch MCM ; et al. (2004). Ons eten gemeten. Gezonde voeding en veilig voedsel in Nederland. RIVM, Bilthoven, RIVM-rapport Kolbe H, Weyhreter H. (1998) Mijn kind heeft overgewicht. Deltas, Aartselaar, Belgie. 12. Buren van S. (2004). Afkapwaarden van de body-mass index (BMI) voor ondergewicht van Nederlandse kinderen. Ned Tijdschr Geneesk 2004; 148 (40): Centraal Bureau voor de Statistiek (2004). Statistisch Jaarboek Heerlen, januari
oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd
oinleiding 1 c Gewichtsstijging ontstaat wanneer de energie-inneming (via de voeding) hoger is dan het energieverbruik (door lichamelijke activiteit). De laatste decennia zijn er veranderingen opgetreden
Nadere informatieMonitor jongeren 12 tot 24 jaar
Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland
Nadere informatieMonitor jongeren 12 tot 24 jaar
Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland
Nadere informatieMonitor jongeren 12 tot 24 jaar
Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland
Nadere informatie2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag.
2. Overgewicht De gevolgen van overgewicht op de kinderleeftijd zijn uiteenlopend van psychosociale problemen, zoals gepest worden, negatief zelfbeeld en depressiviteit, tot lichamelijke problemen zoals
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Leefstijl Nederlander niet verbeterd. Weer meer mensen met overgewicht
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-021 20 maart 2007 9.30 uur Leefstijl Nederlander niet verbeterd In 2006 zijn Nederlanders niet gezonder gaan leven. Het aandeel volwassen Nederlanders
Nadere informatieSamenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie
Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd
Nadere informatieSamenvatting Jong; dus gezond!?
Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg
Nadere informatiePositieve trends in (gezonde) levensverwachting
Positieve trends in (gezonde) levensverwachting 13 stijgt nog steeds in 28 78,3 jaar voor mannen en 82,3 jaar voor vrouwen Stijging levensverwachting vooral door daling sterfte op hogere leeftijden Recente
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezonde leefstijl wint langzaam terrein. Licht dalende trend van zware drinkers
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-018 18 maart 2008 9.30 uur Gezonde leefstijl wint langzaam terrein De laatste jaren zijn Nederlanders iets gezonder gaan leven. Het percentage rokers
Nadere informatieOuderenmonitor 2011. Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen
Ouderenmonitor 2011 Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen De Ouderenmonitor is een onderzoek naar de lichamelijke, sociale en geestelijke
Nadere informatieVOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT
IJsselland VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT Jongerenmonitor 2015 77% ontbijt dagelijks 10.3 jongeren School 13-14 jaar 15- jaar 76% een gezond gewicht 15% beweegt voldoende Genotmiddelen Psychosociale gezondheid
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezondere leefstijl blijkt voor velen moeilijk haalbaar
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-017 16 maart 2010 9.30 uur Gezondere leefstijl blijkt voor velen moeilijk haalbaar Bijna een op de twee beweegt onvoldoende Ruim een op de tien heeft
Nadere informatieINFOKAART OUDEREN EN ROKEN
INFOKAART OUDEREN EN ROKEN Roken Roken is de risicofactor die de meeste sterfte en het meeste gezondheidsverlies met zich brengt en zodoende ook zorgt voor veel verlies aan kwaliteit van leven (1). Vijftien
Nadere informatieKernboodschappen Gezondheid Almelo
Kernboodschappen Gezondheid Almelo De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Almelo epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Almelo en de factoren die hierop van invloed
Nadere informatieOvergewicht en Obesitas op Curaçao
MINISTERIE VAN Gezondheid, Milieu & Natuur Volksgezondheid Instituut Curaçao Persbericht Overgewicht en Obesitas op Curaçao In totaal zijn 62,6% van de mannen en 67,3% van de vrouwen op Curaçao te zwaar,
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verbetering gezonde leefstijl stagneert
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-020 17 maart 2009 9.30 uur Verbetering gezonde leefstijl stagneert Percentage rokers blijft gelijk Licht dalende trend zware drinkers Ruim een op de
Nadere informatieSamenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013
Samenvatting Twente Versie 2, oktober 2013 Twente varieert naar stad en platteland In Twente wonen 626.500 mensen waarvan de helft woont in één van de drie grote steden. Tot 2030 zal de Twentse bevolking
Nadere informatieKinderen in West gezond en wel?
GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in West gezond en wel? 1 Wat valt op in West? Voor West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING CHAPTER X 188 INLEIDING Wereldwijd neemt het aantal mensen met overgewicht steeds verder toe. In Nederland heeft ruim de helft van de huidige bevolking overgewicht, en 14% heeft
Nadere informatieBroodmaaltijd. 0-3 dagen per week. 4-5 dagen per week. 6-7 dagen per week. kinderen Groep 7 schooljaar 2003-2004 jongeren GO Jeugd 2004
3. Voeding Een gezonde voeding is een van de uitgangspunten voor het goed functioneren van het lichaam. In dit gezondheidsprofiel wordt op een aantal aspecten van voeding ingegaan. Hoewel dit geen totaalbeeld
Nadere informatieRotterdam Lekker Fit! Trendanalyse overgewicht onder Rotterdamse kinderen
Gegevensbronnen De overgewichtcijfers in deze factsheet zijn gebaseerd op lengte en gewicht gegevens uit twee verschillende registratiesystemen: Kidos en de Fitmeter. Trendanalyse overgewicht onder Rotterdamse
Nadere informatieSamenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013
Samenvatting Losser Versie 1, oktober 2013 Lage SES, bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Losser In de gemeente Losser wonen 22.552 mensen; 11.324 mannen en 11.228 vrouwen. Als we de verschillende
Nadere informatieBewegen en overgewicht in Purmerend
Bewegen en overgewicht in Purmerend In opdracht van: Spurd, Marianne Hagenbeuk Uitgevoerd door: Monique van Diest Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend mei 2009 Verkrijgbaar
Nadere informatieKernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten
Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Rijssen-Holten epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Rijssen-Holten en de factoren
Nadere informatieKernboodschappen Gezondheid Losser
Kernboodschappen Gezondheid Losser De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Losser epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Losser en de factoren die hierop van invloed
Nadere informatieOvergewicht 4-19 jaar
Overgewicht 4-19 jaar JGZ-Organisatie: GGD Zaanstreek - Waterland, 2014 Inleiding Met behulp van Jeugd in Beeld (JIB, http://jeugdinbeeld.databank.nl/) worden gegevens uit het Digitaal Dossier Jeugdgezondheid
Nadere informatiede bevolking van Aa en Hunze vergrijst, van 21% nu naar 35% in 2040.
Met deze factsheet biedt de GGD Drenthe u inzicht in de lokale gezondheidssituatie van de inwoners van de gemeente Aa en Hunze. U treft cijfers aan over de gezondheidsspeerpunten en risicogroepen. Hierbij
Nadere informatieBMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN NOORDENVELD
BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN NOORDENVELD IN DE PERIODE 2011-2016 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet
Nadere informatieBMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN AA EN HUNZE
BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN AA EN HUNZE IN DE PERIODE 2011-2018 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet
Nadere informatieHoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen
Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland Staphorst 1.589 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd
Nadere informatieSamenvatting. Epidemie
Samenvatting Met dit advies voldoet de Gezondheidsraad aan het verzoek van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een inventarisatie op te stellen van nieuwe inzichten en te verwachten wetenschappelijke
Nadere informatieKinderen in Centrum gezond en wel?
GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Centrum gezond en wel? 1 Wat valt op in Centrum? Voor Centrum zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van
Nadere informatieGebruik jeugdhulp in Drenthe: 2016 vergeleken met 2015
Gebruik jeugdhulp in Drenthe: 2016 vergeleken met 2015 In 2015 is de jeugdhulp overgegaan naar de gemeenten. Om deze transitie goed te kunnen monitoren verstrekken gemeenten en jeugdhulp aanbieders gegevens
Nadere informatieHoe gezond zijn de inwoners van Zwartewaterland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen
Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Staphorst 875 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid gedefinieerd
Nadere informatieBMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN TYNAARLO
BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN TYNAARLO IN DE PERIODE 2011-2018 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet
Nadere informatieBMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN EMMEN
BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN EMMEN IN DE PERIODE 2011-2018 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet
Nadere informatieHoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen
Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Steenwijkerland 1.589 inwoners deden mee Kampen Zwartewaterland Staphorst Hardenberg Dalfsen Ommen Olst-Wijhe Raalte
Nadere informatieOvergewicht 2-4 jaar. JGZ-Organisatie: Yunio, 2014. Inleiding
Overgewicht 2-4 jaar JGZ-Organisatie: Yunio, 2014 Inleiding Met behulp van Jeugd in Beeld (JIB, http://jeugdinbeeld.databank.nl/) worden gegevens uit het Digitaal Dossier Jeugdgezondheid (DD JGZ) voor
Nadere informatieMonitor jongeren 12 tot 24 jaar
Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland
Nadere informatieKernboodschappen Gezondheid Enschede
Kernboodschappen Gezondheid Enschede De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Enschede epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Enschede en de factoren die hierop van
Nadere informatieHoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen
Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Zwartewaterland Staphorst 1.036 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid gedefinieerd
Nadere informatieHoe gezond zijn de inwoners van Ommen? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen
Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland Staphorst 961 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid
Nadere informatieHoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen
Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente 1.036 inwoners deden mee Kampen Zwartewaterland Staphorst Hardenberg Zwolle Dalfsen Ommen Olst-Wijhe Raalte Deventer
Nadere informatieBMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN TYNAARLO
BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN TYNAARLO IN DE PERIODE 2011-2016 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet
Nadere informatieHoe gezond zijn de inwoners van Deventer? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen
Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland Staphorst 1.392 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd
Nadere informatieBMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN EMMEN
BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN EMMEN IN DE PERIODE 2011-2017 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet
Nadere informatieHoe gezond zijn de inwoners van Hardenberg? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen
Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Steenwijkerland 1.529 inwoners deden mee Kampen Zwartewaterland Staphorst Zwolle Dalfsen Ommen Olst-Wijhe Raalte Deventer
Nadere informatieBMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN NOORDENVELD
BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN NOORDENVELD IN DE PERIODE 2011-2017 Hoe ontwikkelt zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet tot een
Nadere informatieHoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen
Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland 1.129 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid
Nadere informatieBMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN MIDDEN-DRENTHE
BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN MIDDEN-DRENTHE IN DE PERIODE 2011-2016 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente Midden- zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven
Nadere informatieOntwikkelingen in (gezonde) levensverwachting naar opleidingsniveau
Ontwikkelingen in (gezonde) levensverwachting naar opleidingsniveau Jan-Willem Bruggink opgeleide mensen leven bijna 7 jaar langer dan laagopgeleiden. Dit verschil is in de periode 1997/2 25/28 even groot
Nadere informatieKinderen in Zuid gezond en wel?
GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Zuid gezond en wel? 1 Wat valt op in Zuid? Voor Zuid zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar
Nadere informatieLeidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming
incijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Uitkomsten GGD-gezondheidspeiling 2016 Gezondheid van aren BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I
Nadere informatieBMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN DE WOLDEN
BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN DE WOLDEN IN DE PERIODE 2011-2017 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet
Nadere informatieGezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs
Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs Screening van de Jeugdgezondheidszorg in klas 2 over de schooljaren 2014-2017 Noordenveld Willem Jan van der Veen Esther
Nadere informatieCheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle
Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in ZWOLLE Een onderzoek naar het eet- en beweeggedrag van leerlingen van de 2 e klas
Nadere informatieGezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs
Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs Screening van de Jeugdgezondheidszorg in klas 2 over de schooljaren 2014-2017 Hoogeveen Willem Jan van der Veen Esther Huisman
Nadere informatieGezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs
Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs Screening van de Jeugdgezondheidszorg in klas 2 over de schooljaren 2014-2017 Tynaarlo Willem Jan van der Veen Esther Huisman
Nadere informatieBMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN MEPPEL
BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN MEPPEL IN DE PERIODE 2011-2017 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet
Nadere informatieKinderen in Noord gezond en wel?
GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Noord gezond en wel? 1 Wat valt op in Noord? Voor Noord zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar
Nadere informatieGezondheid en sterfte naar onderwijsniveau
Gezondheid en sterfte naar onderwijsniveau Den Haag, 28 maart 212 Jan-Willem Bruggink (Centraal Bureau voor de Statistiek) Seminar: De opleidingsgradiënt in de demografie Wat gaat er komen? Gezondheid,
Nadere informatieOVERGEWICHT EN OBESITAS
Volksgezondheid Instituut Curaçao De Nationale Gezondheidsenquête CURAÇAO Themarapport OVERGEWICHT EN OBESITAS 2013 I. Jansen en S. Verstraeten De Nationale Gezondheidsenquête Curaçao 2013 Themarapport
Nadere informatieKernboodschappen Gezondheid Borne
Kernboodschappen Gezondheid Borne De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Borne epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Borne en de factoren die hierop van invloed
Nadere informatieKernboodschappen Gezondheid Oldenzaal
Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Oldenzaal epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Oldenzaal en de factoren die hierop
Nadere informatieBMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN COEVORDEN
BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN COEVORDEN IN DE PERIODE 2011-2018 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet
Nadere informatieGezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs
Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs Screening van de Jeugdgezondheidszorg in klas 2 over de schooljaren 2014-2017 Assen Willem Jan van der Veen Esther Huisman
Nadere informatieKERNCIJFERS VOLWASSENEN- EN OUDERENPEILING 2012 TEYLINGEN --> SASSENHEIM, VOORHOUT, WARMOND
KERNCIJFERS VOLWASSENEN- EN OUDERENPEILING 2012 TEYLINGEN --> SASSENHEIM, VOORHOUT, WARMOND De waarden die in de tabellen worden weergegeven zijn percentages, tenzij anders aangegeven. Sassenheim Voorhout
Nadere informatieKinderen in Zuidoost gezond en wel?
GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Zuidoost gezond en wel? 1 Wat valt op in Zuidoost? Voor Zuidoost zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor
Nadere informatieKernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen
Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen De GGD Twente verzamelt in opdracht van Noaberkracht Dinkelland Tubbergen epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Noaberkracht
Nadere informatieSamenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen
Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen Versie 1, oktober 2013 Bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Noaberkracht Dinkelland Tubbergen In Noaberkracht Dinkelland Tubbergen wonen 47.279
Nadere informatieOnderzoek. Kind en Opvoeding jaar
Onderzoek Kind en Opvoeding 0-17 jaar Inhoudsopgave 1. Ontwikkeling en gezondheid 4 2. Zorgen over kind 8 3. Hulp en ondersteuning bij de opvoeding 11 4. Roken en alcohol 16 5. Sport en bewegen 18 Onderzoek
Nadere informatieMonitor jongeren 12 tot 24 jaar
Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland
Nadere informatieMonitor jongeren 12 tot 24 jaar
Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland
Nadere informatieV O LW A S S E N E N
LICHAAMSBEWEGING EN GEWICHT V O LW A S S E N E N Volwassenen 2009 4 Volwassenenonderzoek 2009 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland West in
Nadere informatieVolwassenen in Drenthe Basisrapport van het volwassenenonderzoek 2009 over de gezondheid en leefgewoonten van Drentse volwassenen
Volwassenen in Drenthe Basisrapport van het volwassenenonderzoek 2009 over de gezondheid en leefgewoonten van Drentse volwassenen Assen maart 2011 Volwassenen in Drenthe Basisrapport van het volwassenenonderzoek
Nadere informatieKernboodschappen Gezondheid Wierden
Wierden Twente Nederland Kernboodschappen Gezondheid Wierden De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Wierden epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Wierden en de factoren
Nadere informatieBijlagen bij hoofdstuk 6 Met zorg gezond leven
Bijlagen bij hoofdstuk 6 Met zorg gezond leven 1 Bijlage 6.1 Gezondheid en zorg Tabel B6.1 Niet-roken en verantwoord alcoholgebruik onder 12-plussers, naar achtergrondkenmerken, 2004 (in procenten) niet-roken
Nadere informatieVoorlopig tabellenboek Volwassenen- en seniorenenquête 2012 Flevoland
Voorlopig tabellenboek Volwassenen- en seniorenenquête 2012 Flevoland 1 Dit is een voorlopige uitgave. Na de zomer 2013 komen definitieve tabellen beschikbaar. Gezondheidsenquête: volwassenen en senioren
Nadere informatieWijkgericht werken: doel of middel?
Wijkgericht werken: doel of middel? Pim Assendelft Hoogleraar Huisartsgeneeskunde Afdeling Eerstelijnsgeneeskunde 13 juni 2017 Generalisme is ons specialisme Lichamelijke activiteit Overgewicht en obesitas
Nadere informatieBMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN BORGER-ODOORN
BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN BORGER-ODOORN IN DE PERIODE 2011-2018 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente Borger- Odoorn zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens
Nadere informatieInhoud Hoe BRAVO ben jij?
Inhoud Hoe BRAVO ben jij? Inleiding 2 De behandeling van een aandoening 2 Medicijnen 2 Leefstijl 5 Een verergering van je klachten 6 Jouw behandelplan 8 Bewegen 8 Roken 8 Alcohol en voeding 8 Ontspanning
Nadere informatieRegionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M.
Regionale VTV 2011 Levensverwachting en sterftecijfers Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Levensverwachting en sterftecijfers Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van
Nadere informatieKernboodschappen Gezondheid Haaksbergen
Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Haaksbergen epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Haaksbergen en de factoren die hierop
Nadere informatieGezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs
Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs Screening van de Jeugdgezondheidszorg in klas 2 over de schooljaren 2014-2017 Borger-Odoorn Willem Jan van der Veen Esther
Nadere informatieEvaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017
Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin Resultaten evaluatie JOGG December 2017 Inleiding Achtergrond In het kader van de JOGG aanpak in de gemeente Roosendaal heeft op basisschool de Vlindertuin
Nadere informatieBMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN ASSEN
BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN ASSEN IN DE PERIODE 2011-2018 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet
Nadere informatieBMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN BORGER-ODOORN
BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN BORGER-ODOORN IN DE PERIODE 2011-2017 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente Borger- Odoorn zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens
Nadere informatieKinderen in Nieuw-West gezond en wel?
GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Nieuw-West gezond en wel? 1 Wat valt op in Nieuw-West? Voor Nieuw-West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor
Nadere informatieHoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen
Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en en gemeente Staphorst GGD IJsselland verzamelt jaarlijks gegevens over de gezondheid van inwoners, zo ook in 2016. Met deze
Nadere informatieBMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN HOOGEVEEN
BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN HOOGEVEEN IN DE PERIODE 2011-2017 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet
Nadere informatieKernboodschappen Gezondheid Twenterand
Kernboodschappen Gezondheid Twenterand De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Twenterand epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Twenterand en de factoren die hierop
Nadere informatieBMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN HOOGEVEEN
BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN HOOGEVEEN IN DE PERIODE 2011-2018 Hoe ontwikkelt overgewicht zich in de gemeente? En hoe verhoudt de gemeente zich daarin tot? Met de onderstaande gegevens geven we een aanzet
Nadere informatieINFOKAART OUDEREN EN OVERGEWICHT
INFOKAART OUDEREN EN OVERGEWICHT Naast deze infokaart zijn er ook infokaarten beschikbaar over jeugd en overgewicht, volwassenen en overgewicht, ouderen en voeding en ouderen en bewegen. Inleiding Ongeveer
Nadere informatieVolwassenen in Drenthe
Volwassenen in Drenthe Basisrapport van het volwassenenonderzoek 2013 Over de gezondheid en leefgewoonten van Drentse volwassenen December 2014 Versie 1.0 Colofon: Uitgave: GGD Drenthe Epidemiologie, Cluster
Nadere informatieKinderen in Oost gezond en wel?
GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Oost gezond en wel? 1 Wat valt op in Oost? Voor Oost zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar
Nadere informatieDrentse Sportmonitor 2012
Drentse Sportmonitor 2012 Inzicht in het beweeg- en sportgedrag van de inwoners van de provincie Drenthe 2008-2010 - 2012 Leeftijdsgroep 18 t/m 79 jaar Colofon Auteur Paul van Dijk en Britt Tjalma Redactie
Nadere informatieNieuw-West gezond en wel?
Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012 Nieuw-West gezond en wel? Twee derde van de inwoners van Nieuw-West heeft een positief oordeel over de eigen gezondheid, zo blijkt uit de gegevens van de Amsterdamse
Nadere informatietot 24 jaar Monitor jongeren 12
Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland
Nadere informatie