Regelgeving in de Praktijk
|
|
- Dennis van der Linden
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Regelgeving in de Praktijk Gezondheidszorg Februari 2014 kpmg.nl
2 Regelgeving in de praktijk
3 Regelgeving in de praktijk Regelgeving in de Praktijk Van de redactie Het doel van de periodieke uitgave Regelgeving in de Praktijk is inzichten te bieden in wet- en regelgeving op het financiële domein met een praktische inslag. Deze praktische inslag uit zich in het feit dat we ingaan op de huidige verslaggeving, praktische handreikingen geven voor komende veranderingen, een samenvatting geven van veranderingen in regelgeving, etc. In deze editie gaan we in op: Verantwoording van financiële instrumenten in de praktijk een update Van kostprijscalcultaties naar verkoopprijzen Duurdere financiering in de AWBZ-sector gaat ten koste van solvabiliteitsgroei Aanvullingen op teksten in de (model) jaarrekening voor zover deze specifiek zijn voor zorginstellingen We wensen u veel leesplezier toe. Met vriendelijke groet, KPMG Accountants N.V. Gezondheidszorg Mariska van de Luur en Martijn Hendriks
4 Regelgeving in de praktijk Verantwoording van financiële instrumenten in de praktijk een update Samenvatting Uit onderzoek van KPMG op basis van de jaarrekeningen 2012 blijkt dat ongeveer de helft van de top 100 zorginstellingen derivaten gebruikt. Ten opzichte van het voorgaande jaar is dat een beperkte toename (netto 2 stuks). De resultaten geven aan dat ten opzichte van voorgaand verslagjaar een positieve ontwikkeling in de toelichting zichtbaar is. Desondanks valt ten aanzien van een adequate toelichting op het gebruik en de risico s van financiële instrumenten nog veel te verbeteren. Gebruikers van de jaarrekening worden bij veel zorginstellingen mogelijk nog onvoldoende gewezen op de risico s die door de instelling worden gelopen. Eind december heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) in haar RJ Uiting Richtlijn 290 Financiële instrumenten (2013) uitgebracht. De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft besloten dat bepaalde aspecten van hedge-accounting en embedded derivaten binnen RJ 290 Financiële instrumenten verduidelijking en/of wijziging behoeven. Dit betreft onder andere de toelichting omtrent financiële instrumenten in de jaarrekening. Inleiding Evenals vorig jaar hebben wij onderzoek gedaan naar de stand van zaken van de toelichting van derivaten en andere financiële instrumenten in de jaarrekening van zorginstellingen. Uit onderzoek is gebleken dat onder de top 100 zorginstellingen het gebruik van derivaten iets is toegenomen. Waar vorig jaar 46 instellingen gebruik maakten van derivaten zijn daar dit jaar per saldo 2 instellingen bijgekomen. De toename van het gebruik van derivaten sluit aan bij een ontwikkeling die breder zichtbaar is. Het vastgoed van instellingen is gebouwd voor gebruik over een periode van 20 tot 40 jaar. Instellingen willen graag zekerheid over de hoogte van de toekomstige rentekosten. Langlopende financiering wordt door financiers steeds minder aangeboden, waardoor alternatieven (zoals het gebruik van derivaten) aantrekkelijker wordt om toch een langlopende rentevast-periode te creëren. Onderzoek Het risicoprofiel van financiële instrumenten als derivaten is gemiddeld genomen hoger dan langlopende leningen met een vast rentepercentage. Een goed ingerichte treasuryfunctie, een goede governance omtrent treasury en voldoende kennis en ervaring met het aangaan en monitoren van het gebruik van financiële instrumenten zijn noodzakelijk om risico s adequaat te beheersen. Voor belanghebbenden is de toelichtingen omtrent financiële risico s en instrumenten de belangrijkste graadmeter van de wijze waarop de instellingen omgaan met deze instrumenten en hoe risico s worden beheerst. Een toereikende toelichting is daarom van belang. Wij hebben de toelichtingen van de top 100 zorginstellingen geconfronteerd met de vereisten in de regelgeving en de best practices zoals deze in de zorgsector bestaan. De resultaten geven aan dat ten opzichte van voorgaand verslagjaar een positieve ontwikkeling in de toelichting zichtbaar is. Desondanks valt ten aanzien van een adequate toelichting op het gebruik en de risico s van financiële instrumenten nog veel te verbeteren. Gebruikers van de jaarrekening worden bij veel zorginstellingen mogelijk nog onvoldoende gewezen op de risico s die door de instelling worden gelopen. Ten opzichte van verslagjaar 2011 zijn in 2012 de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling bij veel instellingen aangescherpt en verbeterd, de wijze van verwerking van reële waarden is veel vaker toegelicht en er is meer aandacht voor rente-, kasstroom en kredietrisico s. Dat is een goede ontwikkeling, aangezien hierdoor de relevantie van de jaarrekening voor de gebruikers toeneemt. Uit het onderzoek blijkt echter dat een aantal voorgeschreven elementen en belangrijke risico s nog in de toelichting ontbreken. In figuur 1 is dit schematisch weergegeven. Dit betreffen: De criteria voor opname van een financieel instrument in de balans is slechts bij één zorginstelling volledig uitgeschreven. De meeste instellingen nemen de criteria indirect op door aan te geven welke type hedgeaccounting wordt toegepast. Ongeveer de helft van de zorginstellingen licht toe wat de reële waarde is van haar financiële instrumenten. In één jaarrekening vonden wij een beschrijving over de wijze waarop deze reële waarde bepaald is. Dit is cruciale informatie, aangezien op grond hiervan de lezer van de jaarrekening zelfstandig een beeld kan vormen over de betrouwbaarheid van de reële waarde is. Ongeveer 40% van de zorginstellingen geeft een uiteenzetting over de rente-, kasstroom en kredietrisico s die worden gelopen. In de praktijk worden deze risico s bij veel zorginstellingen als vanzelfsprekend beschouwd. Wij achten het van belang dat ook toelichting opgenomen wordt over risico s ten aanzien van
5 Regelgeving in de praktijk primaire financiële instrumenten als vorderingen op verzekeraars en de overheid. Opvallend is dat de toelichting omtrent de toepassing van hedgeaccounting ten opzichte van vorig jaar geen verbetering laat zien. Met name kwalitatieve uitspraken over de effectiviteit en een beschrijving van de hedge-strategie worden onvoldoende toegelicht. Meer dan 60% van de zorginstellingen vermeldt niet of en welke specifieke contractbepalingen zijn opgenomen in haar derivatencontracten. Een belangrijk voorbeeld hiervan is de bijstort verplichting (margin calls) die is overeengekomen met de tegenpartijen. Slechts 40% van de instellingen licht toe of hier sprake van is. Richtlijn 290 Financiële Instrumenten Recent heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) in haar RJ Uiting Richtlijn 290 Financiële instrumenten (2013) uitgebracht. De RJ heeft besloten dat bepaalde aspecten van hedge-accounting en embedded derivaten binnen hoofdstuk 290 Financiële instrumenten verduidelijking en/of wijziging behoeven. Deze verduidelijkingen en wijzigingen betreffen vooral de bepaling van ineffectiviteit bij toepassing van kostprijshedge-accounting, het scheiden van embedded derivaten bij kostprijswaardering en de toelichting van liquiditeitsinformatie rondom hedgeaccounting. In RJ 290 (2013) worden bepaalde aspecten van hedge-accounting en embedded derivaten aangepast: Voorheen werd ineffectiviteit bij kostprijshedge-accounting primair bepaald op basis van verschil in omvang in de nominale omvang van het hedge-instrument en de afgedekte positie. Volgens de gewijzigde Richtlijn dienen in eerste instantie op balansdatum de kritische kenmerken van het hedge-instrument en de afgedekte positie te worden vergeleken. Kritische kenmerken zijn onder meer omvang, looptijd, afgedekte risico en de wijze van afrekening. Indien de kritische kenmerken gelijk zijn dan mag worden aangenomen dat de hedgerelatie geen ineffectiviteit bevat. Bij toepassing van kostprijshedgeaccounting wordt de ineffectiviteit alleen verwerkt indien en voor zover dit een (cumulatief) verlies betreft. Een kwantitatieve ineffectiviteitsmeting is alleen nodig indien blijkt dat de kritische kenmerken van het Figuur 1. Aanwezigheid van voorgeschreven elementen en belangrijke risico s in de toelichting (in procenten) 100,0% 90,0% 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% Aard en omvang van de instrumenten Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Wijze van verwerking van wijzigingen in reële waarde Specifieke toelichting contractuele bepalingen in geval van belangrijke risico s Renterisico en kasstroomrisico Kredietrisico Reële waarde Hedge accounting
6 Regelgeving in de praktijk hedge-instrument en de afgedekte positie verschillen en dus geen sprake is van een volledig effectieve hedge; Voorheen dienden embedded derivaten slechts te worden gescheiden van het basiscontract in geval van reële waarde als waarderingsgrondslag van derivaten was gekozen. Dit leidde in bepaalde gevallen tot verslaggeving waarbij voorbij werd gegaan aan het beginsel van kostprijs of lagere reële waarde voor op kostprijs gewaarde derivaten. Derhalve is besloten om deze uitzondering weg te nemen. Dit betekent dat embedded derivaten gescheiden moeten worden van het basiscontract, ongeacht de gekozen waarderingsgrondslag van derivaten, indien en alleen indien aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan: - Er bestaat geen nauw verband tussen de economische kenmerken en risico s van het in het contract besloten derivaat en de economische kenmerken en risico s van het basiscontract; - een afzonderlijk instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat zou voldoen aan de definitie van een derivaat; en - het samengestelde instrument wordt niet tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van de reële waardeveranderingen in het resultaat. Tevens is besloten om de vrijstelling voor het scheiden van embedded derivaten voor middelgrote rechtspersonen te laten vervallen. Naar verwachting zal alleen in zeer uitzonderlijke gevallen sprake zijn van een af te scheiden embedded derivaat. Instellingen zullen hiervoor een analyse moeten uitvoeren over de gehele leningportefeuille en daarbij bovenstaande punten in acht moeten nemen. Bepaalde hedgerelaties zijn niet of nauwelijks ineffectief, volgens de regels van hedgeaccounting. Desondanks kunnen er in hedgerelaties significante liquiditeitsrisico s besloten liggen. Een voorbeeld is het renterisico van een lening die met een renteswap wordt afgedekt waarbij in de swapovereenkomst een afspraak is gemaakt om onderpand te storten wanneer de waarde van de swap negatief is. Derhalve is besloten om een specifieke toelichting over dergelijke risico s op te nemen. Ook bij de algemene toelichting inzake rente- en kasstroomrisico is besloten dat specifiek het effect van rentederivaten wordt betrokken; Voor elke categorie financiële activa en financiële verplichtingen, zowel in de balans opgenomen als niet in de balans opgenomen, dient informatie in de toelichting geven te worden over de mate waarin hij blootstaat aan rente-, kasstroom- en liquiditeitsrisico, door middel van informatie die ten minste omvat: a) de contractuele renteherzieningsof aflossingsdata, voor zover laatstgenoemde eerder liggen; en b) de effectieve rentevoeten, voor zover van toepassing. Bij de informatie inzake rente- en kasstroom- en liquiditeitsrisico dienen ook de effecten van hedgeinstrumenten te worden betrokken. De wijziging van de Richtlijn wordt van kracht voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari Gezien de maatschappelijke relevantie van adequate financiële verslaggeving rondom financiële instrumenten en na de commentaren op de ontwerp-richtlijn gewogen te hebben, beveelt de RJ echter aan om de gewijzigde Richtlijn toe te passen met ingang van boekjaar Indien de instelling de wijziging niet vanaf 1 januari 2013 toepast, dient de instelling toe te lichten dat de wijziging nog niet is toegepast. Daarbij dient dan tevens (kwalitatief) vermeld te wordt wat de mogelijke invloed is op de eerstvolgende jaarrekening waarin de wijziging wordt toegepast. Wij zijn echter van mening, gezien de aanbeveling die de RJ doet en daarmee in feite aangeeft dat het maatschappelijk verkeer waarde hecht aan deze informatie, dat instellingen de wijzigingen uit RJ 290 al in 2013 zouden moeten toepassen. In bijlage 2 is een voorbeeldtekst opgenomen voor toelichtingen in de jaarrekening met betrekking tot financiële instrumenten, inclusief toelichtingen die voortvloeien uit de wijzigingen in RJ 290. Tot slot wijzen wij in dit verband ook nog op de vereisten die voortvloeien uit de EMIR-verordening die in 2013 van kracht is geworden. Een toelichting hierop is opgenomen in bijlage 3.
7 Regelgeving in de praktijk Van kostprijscalcultaties naar verkoopprijzen Anno 2013 zijn cure-organisatie verplicht om kostprijscalculaties uit te voeren en deze te verantwoorden aan de NZa. De kostprijscalculaties moeten aan NZarichtlijnen voldoen en zijn de basis voor de tariefstelling van de zorgproducten. Ziekenhuizen gebruiken de kostprijzen niet alleen voor deze verplichte verantwoording; de kostprijzen zijn input voor de interne sturing en interne doorbelasting van bijvoorbeeld overhead en onderlinge dienstverlening. Bovendien worden ze gebruikt in de onderhandeling met zorgverzekeraars. De kwaliteit van de kostprijscalculatie is redelijk; we constateren vanuit de praktijk vier aandachtspunten: 1. De calculaties zijn sterk gebaseerd op de NZa-richtlijnen. Dit leidt er toe dat er geen rekening wordt gehouden met o.a. toekomstige investeringen, (financiële) risico s, versnelde afschrijvingen, creëren van voorzieningen en dotatie aan het eigen vermogen ten behoeve van de solvabiliteit. De kostprijs is daarmee een nacalculatorische kostprijs en kan niet zonder meer gebruikt worden in de onderhandeling met de zorgverzekeraar. Hiervoor is het nodig om tot verkoopprijzen te komen. 3. In de verdeling van kosten naar zorgactiviteiten (verrichtingen) wordt veelal gebruik gemaakt van wegingsfactoren en niet van werkelijke individuele tijdsregistraties. De OK s zijn hier een uitzondering op: hier vindt de verdeling vaak plaats op basis van tijdsregistraties per OK-verrichting. Met de intensiteit van de verrichting (hoeveel mensen staan er in de OK, welke apparatuur wordt gebruikt?) wordt nooit rekening gehouden en daarmee is de kostenverdeling aan zorgactiviteiten per definitie niet juist (zie ook: thedecisiongroup.nl/wp-content/ uploads/2011/08/kaplan_porter_ How_to_Solve_The_Cost_Crisis_In_ Health_Care_HBR_Sept_20111.pdf) 4. Voor validatie van de kostprijzen is vaak te weinig tijd en dit leidt tot beperkte interne acceptatie van de kostprijzen. 2. De calculaties houden geen rekening met de kosten van onderen overcapaciteit van personeel, materiaal en activa. Daarmee worden inefficiëntie en frictiekosten niet inzichtelijk, maar verdeeld over de zorgproductprijzen.
8 3 Duurdere Regelgeving in de praktijk Inleiding Herfinanciering van bancaire leningen is voor een AWBZ-instelling, net als voor bedrijven en instellingen in andere sectoren in de Nederlandse economie, veelal een belangrijk thema. Door de beperktere beschikbaarheid van liquiditeiten bij banken als gevolg van het ophogen van de kapitaalbuffers is het de vraag of herfinanciering voor de AWBZ-sector mogelijk is en zo ja, tegen welke condities. De relevantie van deze vraag wordt groter als gevolg van een toegenomen risicoprofiel van AWBZinstellingen door de veranderingen in onder andere de bekostiging, waardoor steeds meer risico s volledig voor rekening van de instelling zijn. Ook het faillissement van het Ruwaard van Putten ziekenhuis heeft een negatief effect op het bancaire sentiment ten aanzien van de zorgsector. Om een antwoord te geven of deze en zo ja, in welke mate deze trend waar te nemen is hebben wij een onderzoek uitgevoerd naar de financiering van 50 van de grootste AWBZ-instellingen in Nederland. In het kort komt uit het onderzoek dat toekomstige financiering duurder wordt en dat daarmee de huidige ruimte ( headroom ) tussen NHC rentevergoeding en werkelijke rente, die nu ook nog wordt aangewend om de solvabiliteit van de instelling te laten groeien, volledig verdwijnt vanaf De vraag is of instellingen in staat zijn én bereid zijn om andere inkomstenbronnen aan te wenden om de solvabiliteit te laten groeien. Kiezen AWBZ-instellingen er voor dit niet te doen, dan betekent dit dat zij mogelijk in de knel kunnen komen met hun bank convenanten, wat herfinanciering of aantrekken van nieuwe financiering belemmert. financiering in de AWBZ-sector gaat ten koste van solvabiliteitsgroei Opzet onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd bij de 50 grootste AWBZ instellingen in Nederland met in totaal 952 leningen die zijn aangegaan van 1973 tot en met De totale hoofdsom van deze leningen bedraagt EUR 3,4 miljard en heeft een boekwaarde ultimo 2012 van EUR 2,3 miljard. Op dit moment wordt 94% van de leningen verstrekt door vijf partijen, te weten Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), Rabobank, ING, Nederlandse Waterschapsbank (NWB) en ABN AMRO bank. De gemiddelde looptijd van de verstrekte leningen is 25,4 jaar en de gemiddelde resterende looptijd van de leningen is 14,5 jaar ultimo Van de leningen is 45% geborgd bij het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ). Leningen die zijn geborgd bij het Waarborgfonds hebben een gemiddeld rentepercentage van 4,1% en nietgeborgde leningen een gemiddeld rentepercentage van 4,5%. De leningen laten zich dus kenmerken door relatief lange looptijden. Dit is naar alle waarschijnlijkheid te verklaren doordat zorginstellingen veelal financiering aantrekken ten behoeve van investeringen in het vastgoed en daarbij zoveel mogelijk aansluiting zoeken tussen looptijd van de lening en de gebruiksduur van het vastgoed. In ons onderzoek gaan wij er van uit dat AWBZ-instellingen overgaan tot herfinanciering aan het einde van de looptijd van de lening. Om het actief in goede staat te houden zijn immers investeringen nodig in de vorm van renovatie of vervanging van het vastgoed. Gezien alle overheidsmaatregelen met betrekking tot de AWBZ is renovatie en/of vervanging van vastgoed echter niet meer zo vanzelfsprekend als in het verleden. Uit ons onderzoek blijkt dat de verhouding tussen de boekwaarde van de leningen en de boekwaarde van de materiële vaste activa 0,7 bedraagt. Dit komt omdat activa, en dan voornamelijk vastgoed, over het algemeen met lang vreemd vermogen worden gefinancierd. Dit betekent dat 30% van deze materiële vaste activa met eigen vermogen en/of kort vreemd vermogen is gefinancierd en 70% met lang vreemd vermogen. Het effect dat vaste activa niet met dezelfde looptijd worden afgeschreven als de looptijd van de leningen is niet afzonderlijk geanalyseerd in de verhouding tussen materiële vaste activa en lang vreemd vermogen, maar zal de ratio van 0,7 naar verwachting niet significant beïnvloeden. Aandeel financiers 14% 12% 19% BNG 6% Rabobank ING NWB 19% 31% ABN Amro (incl. Fortis) Overig
9 Regelgeving in de praktijk Hieruit blijkt dus dat de AWBZ een sector is met relatief veel bancaire financiering. Door de verhouding van 70% vreemd vermogen ten behoeve van financiering van het vastgoed leggen rentelasten een relatief groot beslag op de organisatie. Dit blijkt onder andere uit de interest coverage ratio, de verhouding tussen het bedrijfsresultaat en de rentelasten. Binnen de onderzochte instellingen is deze gemiddeld 2,2 en bevindt zich momenteel nog in de buurt van de eis van banken. Zij zien namelijk graag een ratio van minimaal 2,25. Dit wordt grotendeels nog vanuit de overgangsregeling kapitaallasten gecompenseerd. AWBZ-instellingen kunnen hierbij de rentelasten (deels) nacalculeren, maar dit wordt in de periode tot 2018 volledig afgebouwd ten gunste van de Normatieve Huisvestings Component (NHC). In de NHC-vergoeding wordt rekening gehouden met een rentevergoeding van 5,0%. Op basis van een gemiddelde rentepercentage van 4,43% die instellingen op dit moment betalen voor hun financiering is sprake van een headroom van 0,57% op de rente. Deze 0,57% zal door instellingen veelal worden gebruikt voor het versterken van het eigen vermogen gezien de eisen die banken in diverse convenanten stellen. Het eigen vermogen laten groeien op basis van de ZZP-vergoeding is namelijk minder voor de hand liggend omdat het ten koste zou kunnen gaan van de zorg: handen aan het bed. Of er moeten kostenbesparingen worden doorgevoerd, maar deze komen dan boven op de huidige besparingen die als gevolg van de diverse overheidsmaatregelen noodzakelijk zijn. Voor veel instellingen is dit waarschijnlijk een te grote opgave. Het is daarom van belang om inzicht te Gemiddelde looptijd leningen in jaren Resterende looptijd Totale looptijd 14,54 25, krijgen of AWBZ-instellingen de komende jaren tegen relatief gunstige rentepercentages kunnen lenen of dat zij juist worden geconfronteerd met hogere rentes. Uitkomsten Uit het onderzoek blijkt dat van de onderzochte leningen met een totale hoofdsom van EUR 3,4 miljard de komende vijf jaar ( ) een bedrag van EUR 434 miljoen moet worden geherfinancierd (13%) en in de daaropvolgende vijf jaar ( ) nog eens EUR 494 miljoen (15%). Dit betekent dat de komende tien jaar 30% van de huidige leningen in de AWBZ-sector wordt geherfinancierd. Uitgesplitst naar jaarlaag zijn de grootste uitschieters naar boven 2018 met een totaal van EUR 115 miljoen, 2020 met een totaal van EUR 112 miljoen en 2022 met EUR 141 miljoen aan herfinanciering. In 2016 dient slechts EUR 64 miljoen te worden geherfinancierd. Daarbovenop komt vanzelfsprekend nog de vraag om financiering voor nieuwe projecten. Om een beeld te krijgen van de toekomstige renteontwikkeling hanteren wij de zogenaamde forward rates op fictieve toekomstige renteswapcontracten op basis van Bloombergdata. Een forward Gemiddelde rentepercentage 5,0 4,5 4,0 3,5 3,0 2,5 2,0 2,5 1,0 0,5 0 WFZ Geen / overige borgingen Gemiddelde rentepercentage
10 Regelgeving in de praktijk rate is de door de markt verwachte rente die in een toekomstige periode ingaat over een bepaalde looptijd indien een dergelijk instrument nu zou worden afgesloten. Bijvoorbeeld een rente over 1 jaar op een renteswap met een looptijd van 10 jaar is een forward rate. De forward rates worden herleid uit de op dit moment geldende rentepercentages voor verschillende looptijden 1. Wij zijn in ons onderzoek uitgegaan van een gemiddelde rentelooptijd van de lening van 10 jaar, omdat bijna alle banken op dit moment een maximale rentevastperiode hanteren van 10 jaar. Als gevolg hiervan ontstaat meestal een herfinancieringrisico voor de instelling, omdat de meeste (vastgoed)leningen een langere looptijd hebben dan 10 jaar, meestal 20 jaar. Om te komen tot de schatting voor de toekomstige totale rente voor een instelling dient de forward rate te worden opgehoogd met twee opslagen: voor het debiteurenrisico en een liquiditeitspremie. De opslag voor het debiteurenrisico vraagt de bank ter dekking van het risico dat zij niet tijdig rente of aflossing ontvangt van de instelling. Gelet op het gestegen risicoprofiel van AWBZ-instellingen waar wij in de inleiding over schreven en de verwachte verdere stijging van dit risicoprofiel, door onder meer het afbouwen van de nacalculatie voor kapitaallasten hanteren wij een debiteurenopslag van 125 basispunten. Herfinanciering per jaar Op basis van de meest recente financieringsaanbiedingen van banken is deze circa een half procent hoger dan de laagste debiteurenopslag die op dit moment in de markt wordt gehanteerd voor AWBZ-instellingen en is verdedigbaar omdat het risicoprofiel van AWBZ-instellingen naar verwachting de komende jaren nog zal toenemen. De liquiditeitspremie dekt de kosten die een bank maakt voor het aantrekken van liquiditeiten voor de langere termijn bovenop de basisrente. Deze premie verschilt op dit moment per bank en ligt tussen de 30 en 80 basispunten. In ons onderzoek zijn wij uitgegaan van 50 basispunten. Bedragen in EUR mln. 1 Forward rates worden gezien als de beste schatters voor de toekomstige rente op basis van de nu in de markt bekende informatie, maar de werkelijke rente in die toekomst kan uiteraard verschillen door wijzigingen in marktomstandigheden.
11 Regelgeving in de praktijk Op basis van het onderzoek, en zoals opgenomen in onderstaande grafiek, blijkt dat de meeste leningen in 2014 geherfinancierd zullen worden tegen een lager rentepercentage dan de rente op huidige leningen. In 2015 zal dit juist tegen een hoger percentage zijn, in 2016 ongeveer tegen hetzelfde rentepercentage en vanaf 2017 zal er structureel sprake zijn van duurdere herfinanciering. Vooral in de iets verdere toekomst, vanaf 2020, zal herfinanciering duurder worden omdat in de jaren dat deze leningen zijn afgesloten de rente laag lag. In onderstaande grafiek zijn de rentepercentages weergegeven van de huidige financiering op basis van het jaar waarin de lening afloopt, de verwachte rente op toekomstige financiering en de NHC vergoeding voor rente tot 2018 omdat deze daarna vrij onderhandelbaar is en dus niet ingeschat kan worden. De volgende vraag is wat het effect van de verwachte toekomstige rentepercentages is op het resultaat van een AWBZ-instelling. Als we het nettoresultaat 2012 als uitgangspunt nemen (gemiddeld EUR 3,5 miljoen positief) en de rente van de hele leningportefeuille zou met 1% stijgen of dalen, dan heeft dit een impact van circa 14% (EUR 0,49 miljoen) op het nettoresultaat. Bovendien kan vanaf 2017 de headroom tussen NHC rentevergoeding en verwachte werkelijke rente, die ultimo 2012 nog 0,57% positief is, volledig verdwijnen en zelfs negatief worden vanaf 2018 indien de instelling niet in staat is om in de onderhandelingen een hoger tarief af te spreken dan wat nu in de NHC wordt vergoed. Dit zou dan betekenen dat instellingen het verhogen van hun solvabiliteit niet meer kunnen financieren vanuit de headroom en dit moeten financieren uit de zorginkomsten of opteren om helemaal geen solvabiliteitsgroei meer na te streven. Ontwikkeling toekomstige rente ten opzichte van huidige rente op financiering, grafische weergave 6,00% 5,00% 4,00% 3,00% 2,00% 1,00% 0,00% Forward rate inclusief opslagen Rente op huidige financiering NHC
12 Regelgeving in de praktijk Conclusie Op basis van de uitgangspunten in ons onderzoek is de verwachting dat de rentelasten in de AWBZ sector vanaf 2017 structureel hoger zullen zijn dan de huidige rentelasten. In de komende drie jaren ( ) is nog sprake van een beperkt verschil tussen huidige rentetarieven en de verwachte toekomstige rentetarieven, maar vanaf 2017 zal naar verwachting nieuwe financiering structureel duurder zijn. Dit heeft impact op de financiële situatie van AWBZ-instellingen, omdat ook een gedeelte van de huidige solvabiliteitsgroei wordt gefinancierd uit de headroom tussen NHC rentevergoeding en werkelijke rente. Gezien de hogere lasten vanaf 2017 dan de bestaande leningportefeuille verdwijnt deze headroom vanaf Dit betekent dat AWBZ-instellingen vanaf dat moment op een andere wijze hun solvabiliteitsgroei moeten financieren of alert moeten zijn bij de onderhandelingen van het NHC tarief vanaf Het is namelijk nog maar de vraag of het mogelijk is in een tijd van krimpende budgetten om solvabiliteitsgroei te realiseren uit de zorgexploitatie. Anderzijds is solvabiliteitsgroei vaak wel noodzakelijk om bijvoorbeeld te voldoen aan de convenanten van de bank. De tendens bij banken is dat de solvabiliteit moet groeien naar minimaal 20%. Bij een te lage solvabiliteit wordt veelal een step-up van 1% per jaar gehanteerd. Met andere woorden: jaarlijks moet de solvabiliteit minimaal met 1% per jaar groeien. Door de verwachte stijging van de rente zullen de resultaten verder onder druk komen te staan. Uitgaande van het resultaat over 2012 zal het resultaat met 14% dalen als de rente op de totale leningportefeuille met 1% stijgt. Bovenstaande conclusie zal uiteindelijk afhangen van een aantal factoren. De rente moet zich daadwerkelijk ontwikkelen zoals nu de verwachting is, wat nooit exact te voorspellen is. Het is mogelijk dat de NZa in de komende periode tot 2018 de hoogte van het NHC rentepercentage aanpast op basis van de renteontwikkeling op de markt. Vanaf 2018 zijn de tarieven, en daarmee ook de NHC, vrij onderhandelbaar waardoor de hoogte van de NHC tussen instellingen en jaren meer zal gaan fluctueren dan nu het geval is. Daarnaast is het de vraag of AWBZinstellingen volledig gaan herfinancieren gezien de transitie van de sector waarbij intramurale capaciteit wordt afgebouwd. Bovendien is het de vraag of en in welke mate het Waarborgfonds bereid is om toekomstige financiering te borgen, wat van invloed is op de hoogte van de rente die een instelling gaat betalen. Geconcludeerd kan echter worden dat toekomstige financiering duurder wordt en dat daarmee de huidige headroom tussen NHC rentevergoeding en werkelijke rente die nu ook nog wordt aangewend om de solvabiliteit van de instelling te laten groeien, volledig verdwijnt vanaf De vraag is of instellingen in staat én bereid zijn om een hogere vergoeding af te spreken in de tariefonderhandelingen vanaf 2018 of om andere inkomstenbronnen aan te wenden om de solvabiliteit te laten groeien. Kiezen AWBZ-instellingen er voor dit niet te doen, dan betekent dat zij mogelijk in de knel kunnen komen met hun bankconvenanten.
13 Regelgeving in de praktijk Aanvullingen op de modeljaarrekeningen Eind december zijn door het Ministerie van VWS de modeljaarrekeningen beschikbaar gesteld op de website Bij een analyse van de jaarrekeningen van zorginstellingspecifieke zaken is ons gebleken dat door instellingen een aantal aanvullingen op het model dient plaats te vinden. De daadwerkelijke invulling daarvan is afhankelijk van de specifieke situatie van de instelling. In bijlage 1 hebben wij onze analyse opgenomen.
14 Regelgeving in de praktijk De volgende editie De jaarrekeningen moeten door zorginstellingen voor 1 juni 2014 gedeponeerd worden bij het CIBG. Na publicatie van de modeljaarrekening zullen wij u in de volgende editie naar aanleiding van een actueel thema over de opmerkingen bij de jaarrekening nader berichten. Daar waar van toepassing geven wij u, conform voorgaande edities, praktische handvaten die u kunt gebruiken bij de voorbereiding voor het opstellen van uw financiële verantwoording over Contact Neemt u bij vragen of onduidelijkheden contact op met uw KPMG-partner of met Martijn Hendriks, tel. (040) of per hendriks.martijn@kpmg.nl. Namens KPMG Accountants N.V. Gezondheidszorg Daniëlle Berndsen Daniël Kleijn Magna Simons Marcel Blöte Margery Kuikman Jos Sweers Arvid de Bruin Mariska van de Luur Rens Vale Jochem Dijkstra Mark van Opzeeland Edo Vellenga Rutger Dijsselhof Jarry van Sabben Hans Vermeeren De in dit document vervatte informatie is van algemene aard en is niet toegespitst op de specifieke omstandigheden van een bepaalde persoon of entiteit. Wij streven ernaar juiste en tijdige informatie te verstrekken. Wij kunnen echter geen garantie geven dat dergelijke informatie op de datum waarop zij wordt ontvangen nog juist is of in de toekomst blijft. Daarom adviseren wij u op grond van deze informatie geen beslissingen te nemen behoudens op grond van advies van deskundigen na een grondig onderzoek van de desbetreffende situatie. een Nederlandse naamloze vennootschap, is een dochtermaatschappij van KPMG Europe LLP en lid van het KPMGnetwerk van zelfstandige instellingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative ( KPMG International ), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden.
15 Regelgeving in de praktijk Bijlage 1 Aanvullingen op de model-jaarrekeningen Care en Cure 2013 Aanvullingen op de geconsolideerde model-jaarrekening Cure 2013: 1 In de grondslagen voor het onderhandenwerk wordt een grondslag opgenomen voor waardering op basis van de kostprijs van verrichtingen. Indien sprake is van een andere grondslag is het van belang de toelichting hierop aan te passen. 2 Onzekerheden als gevolg van sectorontwikkelingen moeten worden toegelicht (vanuit Coziek komt hier nog een aanzet voor tekst die nader moet worden aangepast naar de instelling specifieke situatie). Aanvullingen op de geconsolideerde model-jaarrekening Care 2013: 1 Onder de MVA moet inzake de transitiefase voor de bekostiging (van integrale bekostiging naar prestatiebekostiging) een toelichting worden opgenomen. Hierbij moet worden betrokken in hoeverre dit heeft geleid tot impairment en welke risico s er zijn in de waardering van materiële vaste activa ten gevolge van de extramuralisering van de zorg. 2 In de balans staat geen onderhanden werk uit hoofde van DBC s/dbczorgproducten. Deze moet wel separaat in de balans worden vermeld. Hiermee is het ook van belang een grondslag op te nemen. Hiervoor kan de volgende tekst worden gehanteerd, die nog wel naar de specifieke situatie van de instelling moet worden aangepast: Zodra een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van het resultaat van onderhanden DBC-zorgproducten, worden de opbrengsten en kosten als opbrengsten en kosten in de winsten verliesrekening verwerkt naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum. Onder opbrengsten wordt verstaan de in het contract met de zorgverzekeraar overeengekomen opbrengsten, indien en voor zover het waarschijnlijk is dat de opbrengsten zullen worden gerealiseerd en betrouwbaar kunnen worden bepaald. De mate waarin prestaties van een DBC-contract zijn verricht wordt bepaald aan de hand van de tot de balansdatum gemaakte kosten in verhouding tot de geschatte totale kosten van het contract. Indien het resultaat van een onderhanden project niet betrouwbaar kan worden bepaald, worden de projectopbrengsten slechts verwerkt tot het bedrag van de gemaakte kosten dat waarschijnlijk kan worden verhaald. Verwachte verliezen op contracten worden onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen. In lijn met de Handreiking omzetverantwoording 2013 heeft het ziekenhuis voor het vaststellen van het onderhanden werk gebruik gemaakt van de methode afgeleid product. Hierbij zijn de volgende stappen gezet: Berekenen omzetwaarde: Alle ultimo 2013 openstaande DBC- Zorgproducten zijn door de onderhandenwerk-grouper geleid. De uitkomst hiervan geeft de omzetwaarde van het product als het product, gegeven de gerealiseerde verrichtingen/zorgactiviteiten op het moment van bepaling van het OHW, ook daadwerkelijk zou zijn afgesloten. Toerekening aan segment: Aan de hand van de op dat moment afgeleide producten is bepaald onder welk segment deze producten vallen. Honoraria vrijgevestigd specialisten: Hiervoor is dezelfde werkwijze gehanteerd zoals hierboven beschreven voor het ziekenhuisdeel. 3 In het kasstroomoverzicht moeten referenties worden opgenomen naar de toelichting. Aanvullingen op zowel de geconsolideerde model-jaarrekening Care als Cure 2013: 1 In de tabel waarin de resultaatverdeling wordt weergegeven, wordt verwezen naar de RAK en naar bestemmingsreserves. Bij de verdeling van het resultaat moet aansluiting worden gezocht bij de categorieën van het eigen vermogen, zoals deze in het hoofdoverzicht worden weergegeven. Dit betekent kapitaal, collectief en niet-collectief gefinancierd vrij vermogen. 2 In de paragraaf consolidatie in de waarderingsgrondslagen moeten waarderingsgrondslagen voor consolidatie worden opgenomen. Hiervoor kan de volgende tekst worden gehanteerd: De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van de entiteiten en haar groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend dan wel waarover de centrale leiding bestaat. Groepsmaatschappijen zijn deelnemingen waarin de instelling een meerderheidsbelang heeft, of waarop op een andere wijze een beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Bij de bepaling of beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend worden financiële instrumenten, die potentiële
16 Regelgeving in de praktijk stemrechten bevatten en direct kunnen worden uitgeoefend, betrokken. Participaties die zijn verworven uitsluitend met het doel om ze binnen afzienbare termijn weer te vervreemden, worden niet geconsolideerd. Nieuw verworven deelnemingen worden in de consolidatie betrokken vanaf het tijdstip waarop beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie betrokken tot het tijdstip van beëindiging van deze invloed. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderlinge schulden, vorderingen en transacties geëlimineerd, evenals de binnen de groep gemaakte resultaten. De groepsmaatschappijen zijn integraal geconsolideerd, waarbij het minderheidsbelang van derden afzonderlijk tot uitdrukking is gebracht. Voor een overzicht van de geconsolideerde groepsmaatschappijen wordt verwezen naar punt xx - Financiële vaste activa. 3 In de grondslagen voor immateriële en materiële vaste activa moet indien van toepassing de wijze van verwerking herstelkosten en kosten groot onderhoud worden toegevoegd. 4 In de algemene grondslagen voor de waardering van activa en passiva moeten de bepalingen voor het opnemen en afwikkelen van een actief/ passief worden opgenomen. Hiervoor kan de volgende tekst worden gehanteerd: Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. 5 De tekst in de modeljaarrekening voor de pensioengrondslagen is verouderd en om deze in overeenstemming te brengen met de huidige richtlijn, kan de volgende tekst worden gehanteerd in de waarderingsgrondslagen: De aan het Pensioenfonds Zorg en Welzijn te betalen premie wordt als last in de winst- en verliesrekening verantwoord en, voor zover de aan het Pensioenfonds Zorg en Welzijn te betalen premie nog niet is voldaan, wordt deze als verplichting op de balans opgenomen. <naam instelling> heeft geen verplichting tot het doen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn, anders dan het voldoen van toekomstig hogere premiebijdragen. Om deze reden worden de op een periode betrekking hebbende premiebijdragen in die periode ten laste van het resultaat gebracht. 6 Indien van toepassing, moeteen waarderingsgrondslag voor een voorziening voor verlieslatende contracten worden opgenomen. Hiervoor kan de volgende tekst worden gehanteerd: De voorziening voor verlieslatende contracten betreft het negatieve verschil tussen de verwachte voordelen uit de door de instelling na de balansdatum te ontvangen prestaties en de onvermijdbare kosten om aan de verplichtingen te voldoen. De onvermijdbare kosten zijn de kosten die tenminste moeten worden gemaakt om van de overeenkomst af te komen, zijnde de laagste van enerzijds de kosten bij het voldoen aan de verplichtingen en anderzijds de vergoedingen of boetes bij het niet voldoen aan de verplichtingen. 7 Voor Financiële vaste activa moet, net als voor elke categorie vaste activa, op basis van RJ 655 een verloopoverzicht worden opgenomen conform BW 2, 368. Dit betekent dat voor iedere categorie activa ten minste moet worden weergegeven: De boekwaarde aan het begin van het jaar, investeringen, herwaarderingen, afschrijvingen, bijzondere waardeverminderingen, etc. 8 In de toelichting bij vaste activa moet ook melding worden gemaakt van rechten en verplichtingen die op de activa rusten. Hiervoor is in het model nu niet bij iedere categorie vaste activa een voorbeeldtekst opgenomen.
17 Regelgeving in de praktijk Op basis van RJ moet in de toelichting op pensioenen de volgende informatie worden opgenomen: beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de pensioenregelingen, waarin in ieder geval zijn opgenomen de pensioengevende salarisgrondslag, zijnde middelloon, en de afspraken omtrent indexatie van opgebouwde aanspraken en rechten; beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de uitvoeringsovereenkomst; de wijze waarop de pensioenregelingen zijn ondergebracht bij de pensioenuitvoerder; de per balansdatum van toepassing zijnde dekkingsgraad, of een schatting hiervan, van de pensioenuitvoerder waar de regelingen zijn ondergebracht. Om te voldoen aan bovenstaande kan de volgende tekst worden gehanteerd onder de toelichting van de pensioenkosten in de resultatenrekening: De pensioenregeling van de medewerkers is ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW). De pensioenregeling wordt volgens de Pensioenwet gekarakteriseerd als uitkeringsovereenkomst. De uitvoeringsovereenkomst met PFZW heeft een looptijd van X jaar. De belangrijkste afspraken die zijn opgenomen in deze uitvoeringsovereenkomst zijn de volgende: Indexatie geeft geen aanleiding tot premieaanpassingen. Er vindt geen premiereductie of -terugstorting plaats. Bij onderdekking kan een extra premieopslag van maximaal 2,5% worden toegepast door het fonds. De dekkingsgraad van het fonds per balansdatum was 109% (bron: www. pfzw.nl). De minimaal vereiste dekkingsgraad volgens DNB is 104,3%. 10 Het voorbeeld van de WNTtoelichting in de modeljaarrekening voldoet niet aan alle toelichtingsvereisten van de WNT. In bijlage 4 is een voorbeeld van een WNTtoelichting opgenomen dat wel voldoet en kan worden gehanteerd, waarbij onderscheid wordt gemaakt naar bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen en gegevens van een ieder van wie de bezoldiging de geldende (sector) bezoldigingsnorm te boven gaat. Deze pensioenregeling betreft een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling. Indexatie (aanpassing met prijsstijging) van de toegekende aanspraken en rechten vindt uitsluitend plaats indien en voor zover de middelen van het pensioenfonds daartoe ruimte laten en het pensioenfonds daartoe heeft besloten. Indien de omstandigheden bij het pensioenfonds daar aanleiding toe geven, kan het bestuur besluiten tot het korten van aanspraken.
18 Regelgeving in de praktijk Bijlage 2 Voorbeeldtoelichtingen in de jaarrekening met betrekking tot financiële instrumenten In de modeljaarrekening staan ook toelichtingen opgenomen inzake financiële instrumenten. Onderstaand geven wij een invulling aan de uit hoofde van Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving aanwezige toelichtingsvereisten inzake financiële instrumenten. Wij adviseren u in overleg met uw accountant te bepalen welke delen van deze toelichting relevant zijn en in aanvulling op dan wel ter vervanging van de teksten in de modeljaarrekening moeten worden opgenomen in uw jaarrekening. In onderstaand voorbeeld is er bijvoorbeeld van uitgegaan dat er sprake is van derivaten. Dit hoeft niet het geval te zijn bij uw instelling. I Jaarverslag Minimaal op te nemen in het jaarverslag Voor een toelichting op het gebruik financiële instrumenten, risicobeheer en afdekkingsbeleid en de met het houden van financiële instrumenten samenhangende prijs-, krediet-, liquiditeits- en kasstroomrisico s wordt verwezen naar de toelichting op de jaarrekening bladzijde xx. II Waarderingsgrondslagen Minimaal op te nemen in de waarderingsgrondslagen Noot: Indien de instelling geen gebruik maakt van afgeleide instrumenten (derivaten) en/of geen handelsportefeuille aanhoudt, is het wenselijk dit expliciet te vermelden om de gebruiker van de jaarrekening te informeren. Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, afgeleide financiële instrumenten (derivaten), handelsschulden en overige te betalen posten. In de jaarrekening zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: handelsportefeuille (financiële activa en financiële verplichtingen), gekochte leningen en obligaties, verstrekte leningen en overige vorderingen, investeringen in eigenvermogensinstrumenten, overige financiële verplichtingen en derivaten. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Deze worden door de instelling gescheiden van het basiscontract en apart verantwoord indien: de economische kenmerken en risico s van het basiscontract en het daarin besloten derivaat niet nauw verwant zijn; een apart instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat aan de definitie van een derivaat zou voldoen; en het gecombineerde instrument niet wordt gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winsten-verliesrekening. De volgende derivaten zijn in dit kader afgescheiden van het basiscontract: De in leningsovereenkomst X vastgelegde te betalen rente die is gekoppeld aan de ontwikkeling van de AEX-index. De in leningsovereenkomst Y opgenomen optie die Bank Y de mogelijkheid biedt om de looptijd van lening Y te verlengen tegen een vaste rente van x%. Vorengenoemde derivaten zijn, in overeenstemming met de waarderingsgrondslag voor derivaten waarop geen kostprijs hedge accounting wordt toegepast, gewaardeerd tegen kostprijs of lagere reële waarde. Of: gewaardeerd tegen reële waarde (indien dat de waarderingsgrondslag is voor derivaten waarop geen kostprijs hedge accounting wordt toegepast). In contracten besloten afgeleide instrumenten die niet worden gescheiden van het basiscontract omdat niet aan de hiervoor genoemde voorwaarden is voldaan, worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien echter financiële instrumenten bij de vervolgwaardering worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, worden direct toerekenbare transactiekosten direct verwerkt in de winst-enverliesrekening. In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden
19 Regelgeving in de praktijk gescheiden van het basiscontract, worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Handelsportefeuille Indien de instelling financiële instrumenten heeft verworven of is aangegaan met het doel het instrument op korte termijn te verkopen, maken deze deel uit van de handelsportefeuille en worden deze na eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardewijzigingen in de winst-en-verliesrekening. Gekochte leningen en obligaties Gekochte leningen en obligaties waarvan de instelling de intentie heeft deze tot het einde van de looptijd aan te houden, en hiertoe ook in staat is, worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Verstrekte leningen en overige vorderingen Verstrekte leningen en overige vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Investeringen in eigenvermogensinstrumenten met beursnotering De beleggingen van de instelling in aandelen worden, voor zover deze aandelen beursgenoteerd zijn, na de eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde. Veranderingen in de reële waarde worden, voor zover het resultaat van de individuele belegging cumulatief positief is, tot het moment van realisatie rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt onder aftrek van een voorziening voor latente belastingen. Wanneer de belegging niet langer in de balans wordt opgenomen, wordt de in het eigen vermogen opgenomen cumulatieve waardeverandering overgeboekt naar de winst-enverliesrekening. In geval van een cumulatieve waardevermindering tot onder de geamortiseerde kostprijs wordt de waardevermindering in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Investeringen in eigenvermogensinstrumenten zonder beursnotering Beleggingen in aandelen zonder beursnotering worden na eerste opname tegen kostprijs of lagere marktwaarde gewaardeerd. Alternatief 1: De beleggingen van de instelling in niet-beursgenoteerde aandelen worden na de eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde. Veranderingen in de reële waarde worden, voor zover het resultaat van de individuele belegging cumulatief positief is, tot het moment van realisatie rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt onder aftrek van een voorziening voor latente belastingen. Wanneer de belegging niet langer in de balans wordt opgenomen, wordt de in het eigen vermogen opgenomen cumulatieve waardeverandering overgeboekt naar de winst-enverliesrekening. In geval van een cumulatieve waardevermindering tot onder de geamortiseerde kostprijs wordt de waardevermindering in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Alternatief 2: De beleggingen van de instelling in niet-beursgenoteerde aandelen worden na de eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, verminderd met bijzondere waardeverminderingen. Dividenden worden in de winst-enverliesrekening verantwoord op het moment dat deze betaalbaar zijn gesteld. Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden. Afgeleide financiële instrumenten Na eerste opname worden afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde, tenzij hedge accounting onder het kostprijs hedgemodel wordt toegepast. Alternatief: Afgeleide financiële instrumenten worden na eerste opname gewaardeerd op kostprijs, verminderd met bijzondere waardeverminderingen, tenzij hedge accounting onder het kostprijs hedgemodel wordt toegepast, Alternatief 1: Hedge accounting bij waardering van afgeleide instrumenten op kostprijs Indien kostprijs hedge accounting wordt toegepast vindt, zolang het afgeleide instrument betrekking heeft op afdekking van het specifieke risico van een toekomstige transactie die naar verwachting zal plaatsvinden, geen herwaardering van dit instrument plaats. Zodra de verwachte toekomstige transactie leidt tot verantwoording in de winst-en-verliesrekening, wordt de met het afgeleide instrument samenhangende winst of het met het afgeleide instrument samenhangende verlies in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Indien de afgedekte positie van een verwachte toekomstige transactie leidt tot de opname in de balans van een niet-financieel actief of een niet-financiële verplichting wordt de kostprijs van dit actief aangepast
20 Regelgeving in de praktijk met de afdekkingsresultaten die nog niet in de winst-en-verliesrekening zijn verwerkt. Voor valutatermijncontracten afgesloten ter afdekking van monetaire activa en passiva in vreemde valuta s wordt kostprijs hedge accounting toegepast om te bereiken dat de in de winst-en-verliesrekening verantwoorde resultaten als gevolg van de omrekening van de monetaire posten worden gecompenseerd met waardewijzigingen van de valutacontracten tegen de contante koers op rapporteringsdatum. Het verschil tussen de waarde van het valutatermijncontract tegen de contante koers op afsluitdatum en de waarde van het valutatermijncontract tegen de termijnkoers wordt via de winst-enverliesrekening geamortiseerd over de looptijd van het valutatermijncontract. Indien afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht, dient de cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in de winst-en-verliesrekening was verwerkt, als overlopende post in de balans opgenomen te worden, totdat de afgedekte transacties plaatsvinden. Indien de transacties naar verwachting niet meer plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening. Indien afgeleide instrumenten niet langer voldoen aan de voorwaarden voor hedge accounting, maar het financiële instrument niet wordt verkocht, wordt ook de hedge accounting beëindigd. De vervolgwaardering van het financiële instrument is dan tegen kostprijs of lagere marktwaarde. Alternatief 2: Hedge accounting bij waardering afgeleide instrumenten op reële waarde Afgeleide instrumenten worden gewaardeerd op actuele waarde waarbij alle waardewijzigingen in de winst-en-verliesrekening worden verantwoord, tenzij hedge accounting wordt toegepast ter afdekking van de variabiliteit van toekomstige kasstromen die effect hebben op de winst-enverliesrekening (kasstroom hedge). Kasstroomafdekking Indien kasstroom hedge accounting plaatsvindt, wordt het effectieve deel van de reëlewaardewijzigingen van de afgeleide instrumenten in eerste instantie in de herwaarderingsreserve verantwoord. Op het moment dat de verwachte toekomstige transacties leiden tot de verantwoording van resultaten in de winst-enverliesrekening vindt overboeking uit de herwaarderingsreserve naar de winst-en-verliesrekening plaats. Indien de afgedekte positie van een verwachte toekomstige transactie leidt tot de opname in de balans van een niet-financieel actief of een niet-financiële verplichting past de instelling de kostprijs van dit actief aan met de hedgeresultaten door middel van een overboeking uit de herwaarderingsreserve van de tot dat moment in deze reserve uitgestelde resultaten. Indien afgeleide instrumenten niet langer voldoen aan de voorwaarden voor hedge accounting, aflopen of worden verkocht of wanneer de instelling niet langer kiest voor hedge accounting wordt de hedge accounting beëindigd. De tot dat moment in het vermogen verantwoorde resultaten blijven in het eigen vermogen uitgesteld tot het moment dat de toekomstige transactie plaatsvindt. Indien de transactie naar verwachting niet meer plaatsvindt, worden de in het eigen vermogen uitgestelde cumulatieve hedgeresultaten naar de winst-enverliesrekening gebracht. Reëlewaardeafdekking Indien sprake is van een reëlewaardeafdekking (reële waarde hedge accounting) van een opgenomen actief of verplichting of niet in de balans opgenomen bindende overeenkomst worden de resultaten uit de herwaardering van het afgeleide instrument op hetzelfde moment in de winst-en-verliesrekening verwerkt als het resultaat op de afgedekte positie voor zover deze betrekking hebben op de reëlewaardewijziging van het specifieke risico van de afgedekte post of positie. Indien afgeleide instrumenten niet langer voldoen aan de voorwaarden voor hedge accounting, aflopen of worden verkocht of wanneer de instelling niet langer kiest voor hedge accounting wordt de hedge accounting beëindigd. De tot dat moment in de balans opgenomen waardeverandering van het afgedekte risico wordt in de winst-en-verliesrekening opgenomen op het moment dat de transactie wordt afgewikkeld. Indien de transactie naar verwachting niet meer plaatsvindt wordt de in de balans opgenomen cumulatieve waardeverandering van het afgedekte risico naar de winst-enverliesrekening gebracht. Voorwaarden aan hedge accounting De instelling documenteert de hedgerelaties in specifieke/generieke [doorhalen wat niet van toepassing is] hedgedocumentatie en toetst periodiek de effectiviteit van de hedgerelaties door vast te stellen dat er sprake is van een effectieve hedge respectievelijk dat er geen sprake is van overhedges. De instelling bepaalt op elke balansdatum de mate van ineffectiviteit van de combinatie van het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie (de hedgerelatie). De mate van ineffectiviteit van de hedgerelatie wordt vastgesteld door het vergelijken van de kritische kenmerken van het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie in de hedgerelatie. De instelling hanteert voor deze vergelijking de volgende kritische kenmerken: omvang; looptijd; afgedekt risico; wijze van afrekening van het afdekkingsinstrument en afgedekte positie.
RJ-Uiting 2013-15: Richtlijn 290 Financiële instrumenten (2013) Ten geleide
: Richtlijn 290 Financiële instrumenten (2013) Ten geleide RJ-Uiting 2013-15 bevat de aangepaste Richtlijn 290 Financiële instrumenten (2013). Deze RJ- Uiting is een vervolg op RJ-Uiting 2013-12 van 11
Nadere informatieHOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast
HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa
Nadere informatieANBI Publicatie Stichting De Nijensteen, Heerde
ANBI Publicatie 2017 Stichting De Nijensteen, Heerde Inhoud Jaarrekening 3 Balans per 31 december 2017 (na voorgestelde resultaatbestemming) 4 Staat van baten en lasten over 2017 5 Grondslagen van waardering
Nadere informatieHOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast
HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa Handelsdebiteuren 1.624
Nadere informatieFinanciële instrumenten Hedge Accounting. Eric de Weerdt Anne-Claire van den Wall Bake
Financiële instrumenten Hedge Accounting Eric de Weerdt Anne-Claire van den Wall Bake Audit Februari 2012 Agenda Introductie Hedge Accounting 3 Ontwikkelingen verslaggeving financiële instrumenten 6 Voorbeeld
Nadere informatieANBI Publicatie Stichting DOB Equity, Amsterdam
ANBI Publicatie 2017 Stichting DOB Equity, Amsterdam Inhoud Jaarrekening 3 Balans per 31 december 2017 (na voorgestelde resultaatbestemming) 4 Staat van baten en lasten over 2017 5 Grondslagen voor waardering
Nadere informatieRJ-Uiting 2013-12: ontwerp-richtlijn 290 Financiële instrumenten (2013)
: ontwerp-richtlijn 290 Financiële instrumenten (2013) Ten geleide De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) is van mening dat bepaalde aspecten van hedgeaccounting en embedded derivaten binnen hoofdstuk
Nadere informatieHOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2015. Geen accountantscontrole toegepast
HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2015 Balans per 30 juni 2015 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2015 31 december 2014 Vaste activa Immateriële vaste activa
Nadere informatieWINKELVASTGOEDFONDS DUITSLAND N.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2011. Geen accountantscontrole toegepast
WINKELVASTGOEDFONDS DUITSLAND N.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2011 Balans per 30 juni 2011 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2011 31 december 2010 Vaste activa Financiële vaste activa
Nadere informatieHOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast
HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2016 Balans per 30 juni 2016 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2016 31 december 2015 Vaste activa Immateriële vaste activa
Nadere informatieANBI Publicatie Stichting DOB Ecology, Amsterdam
ANBI Publicatie 2017 Stichting DOB Ecology, Amsterdam Inhoud Jaarrekening 3 Balans per 31 december 2017 (na voorgestelde resultaatbestemming) 4 Staat van baten en lasten over 2017 5 Algemene grondslagen
Nadere informatieANBI Publicatie Stichting DOB Ecology, Amsterdam
ANBI Publicatie 2018 Stichting DOB Ecology, Amsterdam Inhoud Jaarrekening 3 Balans per 31 december 2018 (na voorgestelde resultaatbestemming) 4 Staat van baten en lasten over 2018 5 Algemene grondslagen
Nadere informatieJaarrekening Stichting Welzijn Kapelle
Jaarrekening 2016 Stichting Welzijn Kapelle INHOUDSOPGAVE Pagina 5.1 Jaarrekening 2016 5.1.1 Balans per 31 december 2016 4 5.1.2 Resultatenrekening over 2016 5 5.1.3 Kasstroomoverzicht over 2016 6 5.1.4
Nadere informatieHOLLAND IMMO GROUP XVII/GERMAN RETAIL FUND N.V. TE EINDHOVEN. Enkelvoudige halfjaarcijfers per 30 juni 2015. Geen accountantscontrole toegepast
HOLLAND IMMO GROUP XVII/GERMAN RETAIL FUND N.V. TE EINDHOVEN Enkelvoudige halfjaarcijfers per 30 juni 2015 Enkelvoudige balans per 30 juni 2015 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2015 31 december
Nadere informatieOphorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda
Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda Rapport inzake de tussentijdse cijfers per 30 juni 2016 Inhoudsopgave Pagina Tussentijdse cijfers 1 Balans per 30 juni 2016 3 2 Winst- en verliesrekening
Nadere informatieSPECIALISTERREN B.V. KOBALTWEG CE UTRECHT PUBLICATIERAPPORT 2016
SPECIALISTERREN B.V. KOBALTWEG 11 3542CE UTRECHT PUBLICATIERAPPORT 2016 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Woerden, dossiernummer 24396392. Vastgesteld door de algemene vergadering d.d. 14 augustus
Nadere informatieJaarverslaggeving 2017 Stichting De Ark Gemeenschap Regio Gouda
Jaarverslaggeving 2017 v20180330 INHOUDSOPGAVE Pagina 5.1 Jaarrekening 2017 5.1.1 Balans per 31 december 2017 4 5.1.2 Resultatenrekening over 2017 5 5.1.3 Kasstroomoverzicht over 2017 6 5.1.4 Grondslagen
Nadere informatieSTICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken mei 2018
STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK Rapport inzake jaarstukken 2017 7 mei 2018 INHOUDSOPGAVE Pagina 1 Balans per 31 december 2017 2 2 Staat van baten en lasten over 2017 3 3 Grondslagen voor waardering
Nadere informatieSTICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken augustus 2017
STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK Rapport inzake jaarstukken 2016 15 augustus 2017 INHOUDSOPGAVE Pagina 1 Balans per 31 december 2016 2 2 Staat van baten en lasten over 2016 3 3 Grondslagen voor
Nadere informatieFinancieel verslag Stichting De Nijensteen, Heerde
Financieel verslag 2015 Stichting De Nijensteen, Heerde Inhoud Jaarrekening 3 Balans per 31 december 2015 (na voorgestelde resultaatbestemming) 4 Staat van baten en lasten over 2015 5 Grondslagen van waardering
Nadere informatie3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare
3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare 3.1 Balans per 31 december 2013 (voor resultaatbestemming) Activa 31-12-2013 31-12-2012 Vaste activa Materiële vaste activa 591.897 591.897 Financiële vaste activa
Nadere informatieWINKELFONDS DUITSLAND 7 N.V. TE EINDHOVEN. Enkelvoudige halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast
WINKELFONDS DUITSLAND 7 N.V. TE EINDHOVEN Enkelvoudige halfjaarcijfers per 30 juni 2017 Enkelvoudige balans per 30 juni 2017 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2017 31 december 2016 Vaste activa Financiële
Nadere informatieSytse Duiverman 12 februari 2019
Actualia Externe verslaggeving 2018 Sytse Duiverman 12 februari 2019 Nieuwe verslaggevingsregels voor 2018 Nieuwe Richtlijnen voor de jaarverslaggeving 2018 Belangrijkste wijzigingen (boekjaar 2018) 1/3
Nadere informatieJaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV
Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht
Nadere informatieJaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016
Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening (x 1.000)... 3 2.1 Balans per 31 12 2016 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening
Nadere informatie3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare
3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare 3.1 Balans per 31 december 2012 (voor resultaatbestemming) Activa 31-12-2012 31-12-2011 Vaste activa Materiële vaste activa 591.897 591.897 Financiële vaste activa
Nadere informatieJaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV
Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening
Nadere informatieJ A A R STUKKEN 2014. Pertax BV Ede
J A A R STUKKEN 2014 Pertax BV Ede Opmaakdatum: 21 mei 2015 Jaarstukken 2014 - Jaarrekening - Overige gegevens Opmaakdatum: 21 mei 2015 1 Jaarrekening - Balans - Winst-en-verliesrekening - Toelichting
Nadere informatieFelloo Beheer B.V. Jaarrekening Azelosestraat 23 Postbus AA Borne
a t f e i Azelosestraat 23 Postbus 49 7620 AA Borne 074 2657720 074 2657721 info@civra.nl www.civra.nl Felloo Beheer B.V. Jaarrekening 2017 rabo bic ing bic kvk btw alg vw. NL04RABO0140137823 RABONL2U
Nadere informatieNE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN. Publicatierapport Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer
NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN Publicatierapport 2016 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer 17254018. Vastgesteld door de algemene vergadering d.d. 17 mei 2017
Nadere informatieBijlage bij opgave 3 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap jaarrekening 2013
Bijlage bij opgave 3 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap jaarrekening 2013 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER (x 1.000) Vaste activa Materiële vaste activa 48.001 45.836 Immateriële vaste activa
Nadere informatieVinc Vastgoed Management I B.V. gevestigd te Rotterdam
#ORG=saa#VES=rdm#PAP=vbl Vinc Vastgoed Management I B.V. gevestigd te Rotterdam Financieel verslag over het boekjaar 1-1-2014 / 30-6-2014 #ORG=saa#VES=rdm#PAP=vlg Vinc Vastgoed Management I B.V., Rotterdam
Nadere informatieJAARVERSLAG 2014. Stichting De Friesland
JAARVERSLAG 2014 Stichting De Friesland Inhoudsopgave Verslag van het bestuur... 2 Overzicht samenstelling bestuursorganen... 4 Jaarrekening 2014... 5 Balans per 31 december 2014... 6 Winst- en verliesrekening
Nadere informatieSTICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken mei 2016
STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK Rapport inzake jaarstukken 2015 12 mei 2016 INHOUDSOPGAVE Pagina JAARREKENING 1 Balans per 31 december 2015 4 2 Staat van baten en lasten over 2015 5 3 Grondslagen
Nadere informatieFinancieel verslag Stichting Waga Winschoten. Fin verslag Stichting Waga 2018.xlsx
Financieel verslag 2018 Stichting Waga Winschoten Pagina 1 Inhoud Jaarrekening 2 Balans per 31 december 2017 3 Staat van baten en lasten 2017 4 Toelichting op de balans en de staat van baten en lasten
Nadere informatieAEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN. Jaarverslag 2011 25 april 2012
AEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN Jaarverslag 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina JAARVERSLAG 1 Opdracht 2 2 Algemeen 3 3 Resultaat 4 4 Financiële positie 5 5 Directieverslag 6 JAARREKENING 1 Balans per 31 december
Nadere informatieJaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015
Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2015...
Nadere informatieDe Grote Voskuil Capital B.V. Haarlem. Tussentijds overzicht over de periode 1 januari 2016 t/m 30 juni 2016
Haarlem Tussentijds overzicht over de periode 1 januari 2016 t/m 30 juni 2016 INHOUD Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Opdracht 3 2 Samenstellingsverklaring van de accountant 3 TUSSENTIJDS OVERZICHT 1 Balans
Nadere informatieMijndomein.nl Services BV
15 Mijndomein.nl Services BV 1 Cappa Accountants & Adviseurs Inhoudsopgave jaarrekening 2015 De in dit rapport opgenomen getallen tussen haakjes zijn negatief. Tenzij anders vermeld luiden de bedragen
Nadere informatieUitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011
Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 30 juni 2011 25 augustus 2011 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 30 juni 2011 2 Winst- en verliesrekening over
Nadere informatieStichting Amivedi BALANS PER 31 DECEMBER 2017 ACTIVA VASTE ACTIVA. IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Website MATERIËLE VASTE ACTIVA 190
BALANS PER 31 DECEMBER 2017 ACTIVA 2017 VASTE ACTIVA IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Website 27.72 MATERIËLE VASTE ACTIVA 190 FINANCIËLE VASTE ACTIVA Effecten - VLOTTENDE ACTIVA Overige vorderingen 1.621 Liquide
Nadere informatie1 Jaarrekening. 1.1 Balans per 31 december 2016 (na resultaatbestemming)
1 Jaarrekening 1.1 Balans per 31 december 2016 (na resultaatbestemming) 1.2 Staat van baten en lasten over 2016 1.3 Toelichting behorende tot de jaarrekening 2016 Stichting Het Dorp te Arnhem Algemeen
Nadere informatieRAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis
RAPPORT 21 Stichting Spin for Life Aletta Jacobskade 66 3137 TB Vlaardingen Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee 4 3144 DB Maassluis INHOUD JAARVERSLAG Verklaring Resultaat-analyse Financiële
Nadere informatieUitwerking examen Financial Accounting 2 dd 9 januari 2018 (na normeringsvergadering)
Uitwerking examen Financial Accounting dd 9 januari 08 (na normeringsvergadering) Opgave (30 punten) Vraag ( punten) Noem twee functies van het kasstroomoverzicht. Draagt in samenhang met de balans en
Nadere informatieSynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d.
SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d. 26 juni 2017 Inhoudsopgave 1. Jaarrekening 1.1 Balans per 31 december
Nadere informatieStichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage
BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na verwerking van het resultaat) ACTIEF 31.12.2016 31.12.2015 MATERIËLE VASTE ACTIVA 5.184.551 4.292.292 VOORRADEN 362.102 439.375 VORDERINGEN EN OVERLOPENDE ACTIVA 175.528
Nadere informatieStichting Praemium Erasmianum Amsterdam. Financieel publicatieverslag 2016
Stichting Praemium Erasmianum Amsterdam Financieel publicatieverslag 2016 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. JAARREKENING 1.1 Balans per 31 december 2016 1 1.2 Staat van baten en laten over 2016 3 1.3 Grondslagen
Nadere informatieSTICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken 2014 30 juni 2015
STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK Rapport inzake jaarstukken 2014 30 juni 2015 INHOUDSOPGAVE Pagina VERKORTE JAARREKENING 1 Balans per 31 december 2014 4 2 Staat van baten en lasten over 2014 5 3
Nadere informatieJaarrekening 2014. Stichting Bibliotheek Oostland
Jaarrekening 2014 Stichting Bibliotheek Oostland Bleiswijk, juni 2015 Inhoudsopgave Bladzijde JAARREKENING Balans 31 december 2014 Staat van baten en lasten 2014 Algemene toelichting 1 2 3 Opgesteld door
Nadere informatieNE-iT Automatisering B.V. De Tienden 26c 5674 TB Nuenen. Publicatierapport 2016
NE-iT Automatisering B.V. De Tienden 26c 5674 TB Nuenen Publicatierapport 2016 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer 17161342. Vastgesteld door de algemene vergadering d.d. 17
Nadere informatieStichting Cinema Enkhuizen gevestigd te Hoorn. Rapport inzake de Jaarrekening 2017
Stichting Cinema Enkhuizen gevestigd te Hoorn Rapport inzake de Jaarrekening 2017 Inhoudsopgave Jaarrekening Pagina Balans per 31 december 2017 2 Staat van baten en lasten over 2017 4 Grondslagen van waardering
Nadere informatieStichting Healthcare Christian Fellowship International Centre, Voorthuizen
Balans per 31 december 2014 (na verwerking van het verlies) ACTIVA VASTE ACTIVA Materiële vaste activa (1) 31 december 2014 Onroerende zaken 300.365 315.307 Inventaris 3.061 4.925 Vervoermiddelen 500 725
Nadere informatieHedge accounting Actualiteitensessie controllers. 27 mei 2014
Hedge accounting Actualiteitensessie controllers 27 mei 2014 Actueel De bomen en het bos... Wat zijn financiële instrumenten? Financieel instrument: Een overeenkomst die leidt tot een financieel actief
Nadere informatieBalans per 31 december 2013
Balans per 31 december 2013 31 december 2013 31 december 2012 ACTIVA VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Onroerende zaken 315.307 330.249 Inventaris 4.925 6.878 Vervoermiddelen 725 1.625 Financiële vaste
Nadere informatieStichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage
BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na verwerking van het resultaat) ACTIEF 31.12.2015 31.12.2014 VASTE ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA Kunstvoorwerpen en schilderijen 4.020.706 3.573.155 Antieke meubelen 66.522
Nadere informatieJaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014
Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht
Nadere informatie123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam
C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 3 Voorwoord 4 Resultaten 5 Financiële positie 7 Ondertekening van de accountantsrapportage 9 Jaarstukken 2008 Jaarrekening
Nadere informatieindien ten behoeve van het getrouwe beeld een nadere toelichting noodzakelijk is in een jaarrekening die voldoet aan de Regeling Verslaggeving WTZi
Audit Alert 25 Verklaringen bij jaarrekeningen van AWBZ- en GGZ-instellingen indien ten behoeve van het getrouwe beeld een nadere toelichting noodzakelijk is in een jaarrekening die voldoet aan de Regeling
Nadere informatieJaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer
Jaarrekening 2015 Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer Zoetermeer, juni 2016 Inhoudsopgave Bladzijde JAARREKENING Balans 31 december 2015 Staat van baten en lasten 2015 Toelichting grondslagen 1 2
Nadere informatieJaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande
Jaarrekening 2013 Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg 57 2671MT Voorblad 0 Inhoud Opdracht 2 Resultaatvergelijk 3 Financiele positie 5 Grondslagen 7 Balans 9 V en W 11 Materiele activa
Nadere informatieStichting Producties De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam 2016 publicatie gegevens inzake ANBI regelgeving
Stichting Producties De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam 2016 publicatie gegevens inzake ANBI regelgeving Inhoudsopgave Naam Stichting Producties De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam... 1 RSIN / Fiscaal
Nadere informatieJAARVERSLAG Stichting De Friesland
JAARVERSLAG 2016 Stichting De Friesland Inhoudsopgave Directieverslag... 2 Overzicht samenstelling directie en raad van toezicht... 4 Jaarrekening 2016... 5 Balans per 31 december 2016... 6 Winst- en verliesrekening
Nadere informatieJaarrekening 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 Stichting Evenementen Liliane Fonds 'S-HERTOGENBOSCH
Jaarrekening 1 januari 2016 tot en met 31 Stichting Evenementen Liliane Fonds 'S-HERTOGENBOSCH Inhoudsopgave Accountantsrapport Pagina Samenstellingsverklaring van de accountant 3 Jaarrekening Balans per
Nadere informatieStichting De Passiewaard t.a.v. B. Timmer Gravin Sabinastraat 2g 3284AP Zuid-Beijerland. Jaarrekening 2016
Stichting De Passiewaard t.a.v. B. Timmer Gravin Sabinastraat 2g 3284AP Zuid-Beijerland Jaarrekening 2016 Stichting De Passiewaard t.a.v. het bestuur Gravin Sabinastraat 2g 3284AP Zuid-Beijerland Oud-Beijerland,
Nadere informatiePublicatierapport 2013/2014. Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer 56156006
Coöperatie HSLnet u.a. Jan Deckersstraat 29 5591 HN Heeze Publicatierapport 2013/2014 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer 56156006 Vastgesteld door de Ledenraad d.d. 19 januari
Nadere informatieJaarrekening Stichting Bibliotheek Krimpenerwaard
Jaarrekening 215 Schoonhoven, mei 216 Inhoudsopgave Bladzijde JAARREKENING Balans 31 december 215 Staat van baten en lasten 215 1 2 3 Opgesteld door ProBiblio Financiële Diensten Bibliotheken Kenmerk:
Nadere informatieDe Grote Voskuil Capital B.V. Haarlem. Tussentijds overzicht over de periode 1 januari 2018 t/m 30 juni 2018
Haarlem Tussentijds overzicht over de periode 1 januari 2018 t/m 30 juni 2018 INHOUD Pagina ACCOUNTANTSRAPPORT 1 Opdracht 3 2 Samenstellingsverklaring van de accountant 3 TUSSENTIJDS OVERZICHT 1 Balans
Nadere informatieVaste activa Materiële vaste activa
1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (voor winstbestemming) 31 december 2015 31 december 2014 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa 375.365 504.356 Vlottende activa Voorraden 50.210 20.111 Vorderingen 105.994
Nadere informatieBalans per 31 december 2017
Balans per 31 december 2017 (na resultaatbestemming) 2017 2016 EUR EUR EUR EUR Activa Vlottende activa Vorderingen 1 18.409 8.262 Liquide middelen 2 680.162 900.883 Totaal activa 698.571 909.145 Passiva
Nadere informatieJAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK OLST-WIJHE
JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK OLST-WIJHE Balans per 31 december (na resultaatbestemming) ACTIVA 2014 2013 1. Vaste activa 1.1 inventaris 7.948 10.358 1.2 machines 738 1.355 1.3 automatisering
Nadere informatiePublicatierapport 2017
Kruisweg 22-24 2011 LC HAARLEM Publicatierapport 2017 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Amsterdam, dossiernummer 34080682 Vastgesteld door de algemene vergadering d.d. 26 april 2018 Inhoudsopgave
Nadere informatieJAARVERSLAG Stichting De Friesland
JAARVERSLAG 2017 Stichting De Friesland Inhoudsopgave Bestuursverslag... 2 Overzicht samenstelling directie en raad van toezicht... 4 Jaarrekening 2017... 5 Balans per 31 december 2017... 6 Winst- en verliesrekening
Nadere informatieJaarrekening 2017 Stichting Evenementen Liliane Fonds 'S-HERTOGENBOSCH
Jaarrekening 2017 Stichting Evenementen Liliane Fonds 'S-HERTOGENBOSCH Inhoudsopgave Accountantsrapport Pagina Samenstellingsverklaring van de accountant 3 Jaarrekening Balans per 31 december 2017 6 Staat
Nadere informatieFinancieel Verslag 2014 Stichting Mama Watoto
Financieel Verslag 214 Stichting Mama Watoto 1 Inhoud Jaarrekening Balans per 31 december 214 5 Winst-en-verliesrekening over 214 7 Toelichting op de balans en winst- en verliesrekening 1 Overige gegevens
Nadere informatieJaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Voorschoten-Wassenaar
Jaarrekening 2016 Stichting Openbare Bibliotheek Voorschoten-Wassenaar Wassenaar, mei 2017 Inhoudsopgave Bladzijde JAARREKENING Balans 31 december 2016 Staat van baten en lasten 2016 Toelichting grondslagen
Nadere informatieOphorst Van MaÏawijk Kooy Vermogensbeheer N.V.
Ophorst Van MaÏawijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda Rapport inzake de tussentijdse cijfers per 30 juni 2018 Inhoudsopgave? Tussentiidse ciifers 1 2 3 4 Balans per 30 juni 2018 Winst- en verliesrekening
Nadere informatieJaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Heiloo
Jaarrekening 2016 Stichting Openbare Bibliotheek Heiloo Heiloo, mei 2017 Inhoudsopgave Bladzijde JAARREKENING Balans 31 december 2016 Staat van baten en lasten 2016 1 2 3 Opgesteld door ProBiblio Financiële
Nadere informatieDatum deponering 2 juli 2019
Startdatum van de periode waarop de betrekking heeft 1 januari 2018 Einddatum van de periode waarop de betrekking heeft 31 december 2018 Jaarrekening vastgesteld (J/N) Ja Datum deponering 2 juli 2019 1
Nadere informatieJAARRAPPORT 2016 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK OMMEN
JAARRAPPORT 2016 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK OMMEN Balans per 31 december (na resultaatbestemming) ACTIVA 2016 2015 1. Vaste activa 1.1 inventaris 0 0 1.2 automatisering 3.431 4.468 3.431 4.468 2. Vlottende
Nadere informatieJ A A R STUKKEN Pertax BV Ede
J A A R STUKKEN 2016 Pertax BV Ede Opmaakdatum: 30 maart 2017 Jaarstukken 2016 - Jaarrekening - Overige gegevens Opmaakdatum: 6 april 2017 1 Jaarrekening - Balans - Winst-en-verliesrekening - Toelichting
Nadere informatieStichting Diaconessenhuis/Mariastichting tot steun aan het Interconfessioneel Spaarne Ziekenhuis
tot steun aan het Interconfessioneel Spaarne Ziekenhuis Jaarverslag 2013 tot steun aan het Interconfessioneel Spaarne Ziekenhuis 2 Inhoudsopgave: Bestuursverslag 3 Balans per 31 december 2013 4 Resultatenrekening
Nadere informatieMateriele vaste activa Financiële vaste activa Vorderingen lange termijn
1 Financieel verslag 1.1 Balans per 31 december 2014 Activa 31-12-14 31-12-13 Vaste activa Materiele vaste activa 1.4.1 594.079 1 Financiële vaste activa 1.4.2 10.303.511 14.699.628 Vorderingen lange termijn
Nadere informatieJaarrekening Stichting De Bibliotheek
Jaarrekening 2015 Stichting De Bibliotheek Weesp, mei 2016 Inhoudsopgave Bladzijde JAARREKENING Balans 31 december 2015 Staat van baten en lasten 2015 Toelichting grondslagen 1 2 3 Opgesteld door ProBiblio
Nadere informatieCTOUCH Europe B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven. Publicatierapport 2015
CTOUCH Europe B.V. Het Schakelplein 20 5651 GR Eindhoven Publicatierapport 2015 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Eindhoven, dossiernummer 17175918 Vastgesteld door de Algemene Vergadering van
Nadere informatieJaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Waterland
Jaarrekening 2016 Stichting Openbare Bibliotheek Waterland Purmerend, maart 2017 Inhoudsopgave Bladzijde JAARREKENING Balans 31 december 2016 Staat van baten en lasten 2016 Toelichting grondslagen 1 2
Nadere informatieJaarrekening Stichting KopGroep Bibliotheken
Jaarrekening 2015 Stichting KopGroep Bibliotheken Den Helder, juli 2016 Inhoudsopgave Bladzijde JAARREKENING Balans 31 december 2015 Staat van baten en lasten 2015 Toelichting grondslagen 1 2 3 Opgesteld
Nadere informatieStichting Touwmuseum De Baanschuur Postbus DA Oudewater. Jaarcijfers
Stichting Touwmuseum De Baanschuur Postbus 39 3420DA Oudewater Jaarcijfers 2015 522010-0 INHOUDSOPGAVE Pagina Jaarrekening Balans per 31 december 2015 2 Staat van baten en lasten 3 Grondslagen voor waardering
Nadere informatieJaarrekening Levend Woord Gemeente Leerdam. Leerdam
Jaarrekening 2016 Levend Woord Gemeente Levend Woord Gemeente Inhoudsopgave Pagina 1. Jaarrekening 1.1 Balans per 31 december 2016 2 1.2 Staat van baten en lasten over 2016 4 1.3 Kasstroomoverzicht over
Nadere informatieUitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 1 juli 2010
Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 1 juli 2010 7 juli 2010 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 1 juli 2010 2 Winst- en verliesrekening over de periode
Nadere informatieStichting Omroep Landgraaf
Stichting Omroep Landgraaf T.a.v. Het Bestuur Felix Ruttenstraat 16 6372KV Landgraaf KvK-nummer: 4172374 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 215 Inhoud JAARREKENING Financiële positie JAARSTUKKEN 215 JAARREKENING
Nadere informatieVOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP. Rapport inzake jaarstukken 2010
VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP Rapport inzake jaarstukken 2010 INHOUDSOPGAVE Pagina RAPPORT 1 Opdracht 3 2 Samenstellingsrapport 3 3 Resultaat 4 4 Financiële positie 6 JAARREKENING 1 Balans per
Nadere informatieStichting Marthas Institute for Performing Arts gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Jaarrekening 1 september 2016 tot en met 31 augustus 2017
gevestigd te Rapport inzake de Jaarrekening 1 september 2016 tot en met 31 augustus 2017 INHOUDSOPGAVE PAGINA 1. Jaarrekening 1.1 Balans per 31 augustus 2017 2 1.2 Staat van baten en lasten over de periode
Nadere informatieFinles N.V. Halfjaarverslag 2012
Finles N.V. Halfjaarverslag 2012 1 1. Algemene informatie Directie De directie van Finles N.V. wordt gevoerd door: Drs. J.A.M. van der Holst R.J. van Kuijk J.P.P.A. van Oudvorst RA Vestigingsplaats Finles
Nadere informatieInformatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister
Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Classificatie van de rechtspersoon
Nadere informatieMateriële vaste activa
1 Jaarrekening 1.1 Balans per 31 december 2017 (na resultaatbestemming) Activa Vaste activa Materiële vaste activa 1.4.1 36.922 473.732 Financiële vaste activa 1.4.2 Effecten 12.794.695 13.762.014 Vorderingen
Nadere informatieJaarrekening 2014. Stichting Oevernet
Jaarrekening 2014 Stichting Oevernet 1.0 Inhoud 1 Inhoud 2 2 Jaarrekening 2.1 Bestuursverslag 3 2.2 Grondslagen 4 2.3 Balans per 31 december 6 2.4 Staat van Baten en Lasten 7 2.5 Toelichting Financiële
Nadere informatieHandelsregister Kamer van Koophandel te Woerden, dossiernummer
Publicatierapport 2016 Coöperatie Coöperatief Ondernemers Platform Veluwe U.A. ERMELO Handelsregister Kamer van Koophandel te Woerden, dossiernummer 57197911 Vastgesteld door de Vergadering van de ledenraad
Nadere informatieSien gevestigd te Houten. Financiële verantwoording 2017
Sien gevestigd te Houten Inhoudsopgave Pagina Jaarrekening Balans per 31 december 2017 2 Staat van baten en lasten over 2017 4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 5 Balans per 31 december 2017
Nadere informatieFinanciële verantwoording Miks welzijn
Financiële verantwoording 2017 Miks welzijn mei 2018 1 Stichting Miks welzijn Brugstraat 1 8501 EV JOURE Inhoudsopgave Pagina Jaarstukken 2017 Bestuursverslag 3 Jaarrekening Balans 5 Staat van baten en
Nadere informatieJaarrekening 2015 Stichting Oevernet
Jaarrekening 2015 Stichting Oevernet Inhoud 1 Bestuursverslag 3 1.1 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 4 2 Jaarrekening 2.1 Balans per 31 december 2015 6 2.2 Staat van baten en lasten over
Nadere informatie