Sytsma c.s. / Van der Heiden. Hoge Raad 5 oktober 2012, Ondernemingsrecht 2013/22 noot: J.W.P.M. van der Velden i
|
|
- Arthur van Loon
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Sytsma c.s. / Van der Heiden Hoge Raad 5 oktober 2012, Ondernemingsrecht 2013/22 noot: J.W.P.M. van der Velden i Onderscheid aanbieden effecten aan het publiek en effectenbemiddeling. Prospectusaansprakelijkheid. Onrechtmatige daad tegen een echtgenoot maakt hem bevoegd om gehele schade van goederengemeenschap te vorderen. 1. Feiten René van den Berg heeft rond de eeuwwisseling een piramidespel opgezet. Hij leende van het publiek bedragen van minimaal tegen meer dan 20% rente op jaarbasis. De rente en aflossingen betaalde hij uit de inleg van nieuwe leningen. Van den Berg is in 2005 failliet verklaard beleggers zijn gedupeerd voor meer dan 123 miljoen euro, aldus de advocaat-generaal in zijn conclusie onder Het grootste deel van de geleende bedragen is verdwenen. Gert van der Heiden heeft vanaf 1999 grote bedragen aan Van den Berg geleend. Vanaf 2003 is hij gestart met werkzaamheden voor Van den Berg. Van der Heiden prees de leningen aan Van den Berg aan, onder andere door middel van seminars en via een door Van der Heiden opgestelde brochure. Hij verzorgde voorts de administratie van de leningen, de uitbetalingen van rente en een groot deel van de contacten van beleggers met Van den Berg. Van den Berg betaalde daarvoor aan Van der Heiden een commissie (provisie) van 0,25% per maand over de via hem geleende bedragen. Het echtpaar Sytsma-Laanen, de heer Mackaay, mevrouw Van Meer-Van Santen en haar zus, mevrouw Van Santen hebben tonnen geleend aan Van den Berg. Aanvankelijk hebben zij lagere bedragen geleend, maar zij hebben deze geleidelijk verhoogd. Van den Berg heeft hiervoor bij herhaling schuldbekentenissen ondertekend. Deze vijf partijen stellen Van der Heiden aansprakelijk voor hun schade. Zij baseren hun vorderingen op schending van de zorgplicht door Van der Heiden alsmede op onrechtmatige daad vanwege overtreding van art. 3 en art. 7 Wet toezicht effectenverkeer 1995 ( Wte 1995 ). Art. 3 Wte 1995 verbood het aanbieden van effecten zonder prospectus, hetgeen nu is geregeld in art. 5:2 Wet op het financieel toezicht ( Wft ). Art. 7 Wte 1995 verbood het optreden als effectenbemiddelaar zonder vergunning van de Autoriteit Financiële Markten ( AFM ). Dit is inmiddels geregeld in art. 2:96 Wft, dat het verlenen van beleggingsdiensten zonder vergunning verbiedt. In de kern komt het verwijt aan Van der Heiden erop neer, dat de beleggers door hem ertoe zijn gekomen om aan Van den Berg te lenen. Daartoe voeren zij onder meer de volgende omstandigheden aan: de stortingen liepen deels via rekeningen van Van der Heiden en deels rechtstreeks op rekeningen van Van den Berg. De rentebetalingen liepen steevast via bankrekeningen van Van der Heiden. in 2004 heeft Van der Heiden in elk geval het echtpaar Sytsma alsmede Van Meervan Santen geattendeerd op speciale acties van Van den Berg, waar Van Meervan Santen en Sytsma aan mee hebben gedaan; Van der Heiden heeft Sytsma bij van 20 januari 2005 bericht: Hartelijk dank voor aanvulling op jouw lopende deelname aan InterShare. Ik zal de zaak verder afwikkelen conform de gegeven richtlijnen. Verder zal ik zorgen, dat René van den Berg een aangepaste schuldbekentenis (zie Bijlage) voor een inleg van euro 200k zal tekenen. Zodra ik die weer heb, zal ik die jou toesturen ; mede door de brochure van Van der Heiden, hebben zij kennis gekregen van de mogelijkheid om tegen hoge rente te lenen aan Van den Berg; In de procedure kennen Van der Heiden en het hof veel gewicht toe aan de vraag of Van der Heiden rechtstreeks contact had met de beleggers. Dat verschilt per belegger. Sytsma 1
2 en Mackaay hebben de bovengenoemde brochure rechtstreeks van Van der Heiden ontvangen. De andere drie beleggers hebben over Van den Berg gehoord via de hun echtgenoten respectievelijk zwager (Sytsma en Van Meer), die rechtstreeks contact hadden met Van der Heiden. Niet geheel duidelijk is in hoeverre deze drie contact hebben gehad met Van der Heiden, nadat zij hadden besloten om aan Van den Berg te lenen. 2. Uitspraak Volgens de rechtbank heeft Van der Heiden art. 3 en art. 7 Wte 1995 alsmede de op hem rustende zorgplicht geschonden. Hij dient de schade aan de vijf beleggers te vergoeden, zij het dat 50% voor eigen rekening blijft vanwege eigen schuld. Het hof oordeelt dat Van der Heiden door middel van de brochure een aanbieding van effecten in het vooruitzicht heeft gesteld aan Sytsma en Mackaay. Daarmee is volgens het hof art. 3 Wte 1995 geschonden, dat verbood om buiten een besloten kring bij uitgifte effecten aan te bieden dan wel zodanige aanbieding door middel van advertenties of documenten in het vooruitzicht te stellen. Het hof laat op grond van eigen schuld 45% van de schade voor rekening van Sytsma en Mackaay. Van der Heiden heeft de brochure niet verstrekt aan de andere drie beleggers, zodat hij jegens hen niet aansprakelijk is op grond van art. 3 Wte Volgens het hof is art. 7 Wte 1995 niet overtreden, omdat de brochure moet worden gezien als een advertentie van Van der Heiden en Van der Heiden op de seminars niet zelf inging op de beleggingen bij Van den Berg. Het feit dat Van der Heiden soms op eigen naam leningen aanging met beleggers en tegen betaling administratieve werkzaamheden verrichtte voor Van den Berg maakt evenmin dat sprake is van effectenbemiddeling, aldus het hof. Het hof veroordeelt Van der Heiden daarentegen slechts tot vergoeding van de schade van Sytsma en Mackaay, waarbij 45% voor hun eigen rekening blijft. Sytsma krijgt slechts zijn eigen schade vergoed en niet tevens de schade van zijn echtgenote, met wie hij in gemeenschap van goederen is gehuwd. De andere drie beleggers hebben geen aanspraak, omdat Van der Heiden hen niet rechtstreeks heeft gecontacteerd, aldus het hof. Sytsma en de laatstgenoemde drie beleggers gaan met succes in cassatie. Zij voeren aan (1) dat art. 7 Wte 1995 wel is geschonden, (2) dat daaraan niet afdoet dat Van der Heiden met de laatstgenoemde drie beleggers geen rechtstreeks contact heeft gehad en (3) dat Sytsma de vergoeding van de gehele schade van de gemeenschap kon vorderen. In de conclusie gaat advocaat-generaal Timmerman uitvoerig in op het onderscheid tussen het aanbieden van effecten en effectenbemiddeling. Daarbij trekt hij de lijn door tot de huidige regelgeving en betrekt hij de parlementaire geschiedenis, de rechtspraak en de visie van de AFM erbij. Aan de hand daarvan adviseert hij tot cassatie: anders dan het hof heeft geoordeeld, is volgens hem sprake van effectenbemiddeling door Van der Heiden. Daarbij speelt met name een rol dat de communicatie in verband met de beleggingen vrijwel geheel en de geldstromen voor een belangrijk deel via Van der Heiden liepen, aldus overweging 3.43 van de conclusie. Volgens de advocaat-generaal heeft Van der Heiden art. 3 Wte 1995 niet geschonden, omdat het aanbod beleggingen van Van den Berg betrof. Als art. 3 Wte 1995 is geschonden, is dit met andere woorden door Van den Berg gedaan en niet door Van der Heiden. Ook het oordeel ten aanzien van de goederengemeenschap deugde niet volgens de advocaat-generaal. De Hoge Raad volgt de advocaat-generaal. Ik citeer hieronder de kernoverwegingen. De Hoge Raad oordeelt dat Sytsma de volledige schade kan vorderen, die hij tezamen met zijn echtgenote Laanen lijdt (afgezien van de eigen schuld). Hij benadrukt eerst dat Sytsma en Laanen vanuit hun gemeenschappelijke bankrekening de stortingen aan Van den Berg hebben verricht en dat de schuldbekentenis aan hen beiden is 2
3 gericht. Als in gemeenschap gehuwden zijn beide echtgenoten ieder voor het geheel gerechtigd tot de vordering op Van den Berg. Het hof had echter geoordeeld dat Van der Heiden slechts onrechtmatig had gehandeld jegens Sytsma en dat Sytsma daarom slechts zijn deel van de schade kon vorderen. De Hoge Raad laat geen spaan heel van die redenering, zoals blijkt uit de volgende rechtsoverweging: De omstandigheid dat, zoals het hof heeft geoordeeld, Van der Heiden niet ook jegens Laanen onrechtmatig heeft gehandeld (wat van dat oordeel zij), brengt mee dat Laanen niet uit eigen hoofde een vordering tot schadevergoeding heeft. Weliswaar valt de schadevordering van Sytsma in de tussen hem en Laanen bestaande gemeenschap van goederen, maar dat maakt Laanen niet (zelf) tot schuldeiser van deze vordering. Of Laanen bevoegd is in eigen naam de vordering van Sytsma te innen op de grond dat deze in de gemeenschap van goederen valt, hangt af van de bestuursbevoegdheid terzake. Aangezien de vordering is ontstaan als gevolg van een (alleen) jegens Sytsma gepleegde onrechtmatige daad, is zij van zijn zijde in de gemeenschap gevallen. Dit brengt mee dat de vordering (...) ingevolge de hoofdregel van art. 1:97 lid 1 BW onder het bestuur van Sytsma staat. Derhalve is alleen Sytsma bevoegd deze vordering te innen. (r.o ) Volgens de Hoge Raad heeft Van der Heiden het prospectusgebod van art. 3 Wte 1995 niet overtreden, omdat niet Van der Heiden, maar Van den Berg effecten heeft aangeboden. De Hoge Raad verwoordt dit als volgt: De klachten van deze onderdelen zijn gebaseerd op overtreding door Van der Heiden van art. 3 lid 1 Wte Het daarin neergelegde verbod richtte zich echter, evenals het thans krachtens art. 5.2 van de Wet op het financieel toezicht geldende verbod om effecten aan te bieden indien terzake daarvan geen goedgekeurd prospectus algemeen verkrijgbaar is, tot degene die effecten aan het publiek wil aanbieden, en niet tot personen die bemiddelen (HR 30 mei 2008, LJN BD2820, NJ 2010/622, rov. 5.3). Aangezien de vorderingen van Van Santen c.s. enkel hun grondslag vinden in de door hen aan Van den Berg geleende bedragen, waarvoor Van den Berg op eigen naam schuldbekentenissen aan hen heeft afgegeven (zij het door tussenkomst van Van der Heiden), kan Van der Heiden niet worden aangemerkt als degene die in de zin van art. 3 lid 1 Wte 1995 (zelf) effecten aanbiedt. (r.o ) De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van het hof dat Van der Heiden niet als effectenbemiddelaar kan worden aangemerkt, gebaseerd is op een onjuiste rechtsopvatting of onvoldoende is gemotiveerd. Daarbij verwijst hij enerzijds naar de feiten die in de bovenstaande inleiding zijn weergegeven en anderzijds naar de regelgeving zoals uiteengezet in de conclusie: Uit de in de conclusie van de Advocaat- Generaal onder vermelde gegevens over de tekst en totstandkomingsgeschiedenis van de Wte 1995 (en eerdere en latere wetgeving op het gebied van het effectenrecht) en van de daarmee geïmplementeerde Richtlijn Beleggingsdiensten (Richtlijn 93/22/EEG van de Raad van 10 mei 1993, betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten, PbEG L 141), kan worden afgeleid dat het daarin gehanteerde begrip effectenbemiddeling verschillende activiteiten kan omvatten; hoewel louter adviseren geen effectenbemiddeling is, omvat het begrip wel onder meer het ontvangen en doorgeven van orders met betrekking tot effecten voor rekening van beleggers, het uitvoeren van dergelijke orders, het aanbrengen van cliënten (ook bij andere effectenbemiddelaars), alsmede het aanbieden van effecten (het voortraject ) zonder dat daadwerkelijk een transactie tot stand komt. Van belang is voorts dat art. 7 lid 1 Wte 1995, dat verbiedt zonder vergunning als effectenbemiddelaar in of vanuit Nederland diensten aan te bieden of te verrichten, een ruime strekking heeft en beoogt bescherming te bieden aan een ieder die met betrekking tot effecten transacties aangaat waardoor hij met betrekking tot die effecten beleggersbelang krijgt (vgl. HR 30 mei 2008, LJN BD2820, NJ 2010/622, rov. 5.4). (r.o ) 3
4 3. Commentaar 3.1 Effecten? De beleggers hebben hun vorderingen gebaseerd op schending van art. 3 en 7 Wte Dat veronderstelt dat Van der Heiden effecten aan hen heeft aangeboden of daarin heeft bemiddeld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de schuldbekentenissen als effecten zijn aan te merken. Hiertegen is geen hoger beroep ingesteld, zodat niet bekend is wat het hof of de Hoge Raad hiervan vinden. Ik meen dat het niet voor de hand ligt, dat de schuldbekentenissen van Van den Berg als effect onder de Wte 1995 (of als effect of financieel instrument onder de Wft) kunnen worden aangemerkt. Wellicht was de tekst van de schuldbekentenissen grotendeels gelijkluidend, maar de leningsbedragen en wellicht de toegezegde rente verschilden per schuldbekentenis. Ik betwijfel of dit voldoende standaardisering inhoudt, wat vereist is voor effecten. Anders zou mijns inziens iedere schuldbekentenis of zelfs leningsovereenkomst in een standaardformaat als effect moeten worden aangemerkt. Dat kan niet de bedoeling zijn. Voor het zijn van effect in de zin van de Wft is bovendien vereist, dat de rechten overdraagbaar zijn. Als de schuldbekentenissen in casu geen effecten zouden zijn, betekent dit geen vrijbrief voor Van den Berg of Van der Heiden. Zij hebben ongeoorloofd opvorderbare gelden gevraagd en verkregen van het publiek respectievelijk daarin bemiddeld zoals bedoeld in art. 6 of 82 Wet toezicht kredietwezen 1992 (nu: art. 2:11, 3:5 en 4:3 Wft). Van den Berg had dit kunnen vermijden door slechts bedragen van minimaal (inmiddels ) te lenen. In dat geval waren de beleggers aangemerkt als professionele marktpartijen en waren de in de vorige zin genoemde verboden niet overtreden. 3.2 Aanbieden of bemiddelen? De rechtbank en het hof oordeelden dat Van der Heiden door het publiceren van de brochure effecten had aangeboden aan het publiek. Naar de letter lijkt Van der Heiden art. 3 Wte 1995 inderdaad te hebben overtreden: heeft hij niet door middel van de brochure een effectenaanbieding in het vooruitzicht gesteld? De advocaat-generaal heeft echter aan de hand van de totstandkomingsgeschiedenis laten zien dat art. 3 Wte 1995 (en art. 5:2 Wft) zich richt tot degene die de effecten zelf aanbiedt. Dat was in casu Van den Berg en niet Van der Heiden. De brochure van Van der Heiden is weliswaar een document, waarin de aanbieding wordt gedaan of in het vooruitzicht gesteld, maar daarmee overtreedt niet Van der Heiden, doch Van den Berg art. 3 Wte De advocaat-generaal gaat zeer uitgebreid in op wat dient te worden verstaan onder effectenbemiddeling onder de Wte 1995 en trekt de lijn door naar beleggingsdiensten onder de Wft. Het geeft een mooi overzicht. De Hoge Raad volgt dit in de algemene bewoordingen uit r.o , die ik hiervoor citeerde. Bij de conclusie en bij deze rechtsoverweging passen enkele opmerkingen. De Hoge Raad merkt terecht op, dat het louter adviseren geen effectenbemiddeling inhield onder de Wte Onder de Wft is advisering over financiële instrumenten wel vergunningplichtige beleggingsdienstverlening, sinds implementatie van de MiFID-richtlijn in oktober De Hoge Raad schrijft verder dat het aanbieden van effecten (het voortraject ) zonder dat daadwerkelijk een transactie tot stand komt valt onder het begrip effectenbemiddeling. Met Grundmann-van de Krol in haar noot bij dit arrest (JOR 2012/328) meen ik dat dit minst genomen ongelukkig is geformuleerd. Het aanbieden van effecten, ook het voortraject, valt niet aan te merken als effectenbemiddeling of beleggingsdienstverlening. Als je effecten aanbiedt, betekent dat dat je juist geen orders in die effecten doorgeeft. Naar huidig recht is het overigens wel mogelijk dat de aanbieder ook beleggingsdiensten verleent met betrekking tot de door hem aangeboden 4
5 effecten. Een vergunninghoudende beheerder van beleggingsinstellingen mag beleggers bijvoorbeeld adviseren over de deelnemingsrechten van door hem beheerde beleggingsinstellingen (art. 2:97 Wft). Anders dan nu ziet het ernaar uit dat aanbieden en beleggingsdiensten onder omstandigheden wel kan samengaan, als het voorstel voor MiFID II van 20 oktober 2011, COM(2011)656 wordt gevolgd. De beleggingsonderneming moet zich bij het aanbieden van eigen financiële instrumenten dus niet alleen houden aan de regels voor het aanbieden (bijv. door een prospectus te publiceren), maar ook aan de regels voor orderuitvoering. Men vergelijke overweging 30 van de conceptrichtlijn. Ten slotte is het de vraag of het nodig was om zo uitgebreid in te gaan op de kenmerken van effectenbemiddeling. Ervan uitgaande dat de schuldbekentenissen zijn aan te merken als effecten, is het mijns inziens overduidelijk dat Van der Heiden heeft gehandeld als effectenbemiddelaar. Van der Heiden heeft immers beleggers bij Van den Berg aangebracht en kreeg daarvoor een maandelijkse provisie van 0,25% over de gestorte bedragen. Van den Berg betaalde met andere woorden transactiegerelateerde vergoedingen aan Van der Heiden. Daarmee is volgens vaste rechtspraak, de AFM en de literatuur sprake van vergunningplichtige effectenbemiddeling onder de Wte 1995, wat nu wordt aangemerkt als beleggingsdienst onder de Wft. Vergelijk o.a. Rb. Rotterdam 29 september 2006, JOR 2006/272, m.nt. Grundmann-van de Krol (One Day Trader/AFM). 3.3 Te veel focus op toezichtregelgeving en zorgplicht? In de afgelopen jaren is het leerstuk van zorgplicht steeds belangrijker geworden bij aansprakelijkheden in de financiële sector. Er wordt een overtreding gespot van de Wft en daarbij wordt aangevoerd dat de financiële onderneming haar zorgplicht jegens de belegger heeft geschonden, wat uitgebreid met feiten wordt gestaafd. Ook de onderhavige procedure was zo opgezet. Deze focus op de toezichtregelgeving en het leerstuk van de zorgplicht lijkt de algemene civielrechtelijke leerstukken rond aansprakelijkheid soms wat onder te sneeuwen. In een geval als het onderhavige is het bijvoorbeeld de vraag waarom geen beroep is gedaan op prospectusaansprakelijkheid (art. 6: BW). Van der Heiden heeft immers een brochure opgesteld en in omloop gebracht. De vijf beleggers betogen dat zij mede daardoor met Van den Berg in zee zijn gegaan. Voor een beroep op prospectusaansprakelijkheid is direct contact tussen de belegger en degene die verantwoordelijk is voor de publicatie (Van der Heiden) geen voorwaarde. 3.4 Schadevergoeding en gemeenschap van goederen De Hoge Raad neemt de ruimte om uit te leggen op welke wijze echtgenoten die in gemeenschap zijn gehuwd gerechtigd zijn tot hun gemeenschappelijke vermogensbestanddelen. Ieder is voor het geheel gerechtigd. Hetzelfde geldt voor schadevergoedingsvorderingen die in de gemeenschap vallen. Welke echtgenoot de vordering kan instellen is afhankelijk van de bestuursbevoegdheid. Bij een onrechtmatige daad als de onderhavige, komt de bestuursbevoegdheid over de schadevergoedingsvordering in beginsel toe aan de echtgenoot jegens wie onrechtmatig is gehandeld. Bij aanvang van een proces zal het vaak niet zeker zijn of en zo ja jegens welke echtgenoot de wederpartij onrechtmatig heeft gehandeld. Het is dan het veiligst om beide echtgenoten het gehele bedrag te laten vorderen, zoals in het onderhavige geval is gebeurd. i Jan Willem van der Velden is advocaat bij Keijser Van der Velden en fellow bij het Onderzoekcentrum Onderneming en Recht aan de RU Nijmegen. 5
Loyens & Loeff N.V., M. van Schuppen en J.M. van Poelgeest. memorandum regulatoire aspecten financiering apotheken
Memorandum POSTADRES Postbus 71170 1008 BD AMSTERDAM KANTOORADRES Forum Fred. Roeskestraat 100 1076 ED AMSTERDAM TELEFOON +31 (0)20 578 5161 FAX +31 (0)20 578 5824 INTERNET www.loyensloeff.com AAN Surventis
Nadere informatieOnder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten
Onder Professoren Aansprakelijkheid van bestuurders 14 april 2015 VAAN Utrecht prof. mr. Claartje Bulten Aansprakelijkheid van bestuurders Onderwerpen Interne aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid
Nadere informatieToelichting Model Fiduciair Beheerovereenkomst
Toelichting Model Fiduciair Beheerovereenkomst Deze toelichting is opgesteld door De Brauw Blackstone Westbroek N.V. in samenspraak met DUFAS. Het geeft een toelichting bij het model fiduciair beheerovereenkomst
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392
ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht
Nadere informatieNOTITIE. 1. Juridische grondslag
NOTITIE Aan: Vereniging van Vermogensbeheerders & Commissionairs T.a.v.: Theo Andringa en Bart Tishauser Van: Frank t Hart Inzake: Verdienmodel vermogensbeheerders Datum: 14 september 2012 U heeft mij
Nadere informatieOndernemingsrecht. Nieuwsbrief
Nieuwsbrief Ondernemingsrecht Prospectusaansprakelijkheid Een prospectus dient een getrouw beeld te geven omtrent de toestand van de uitgevende instelling op de balansdatum van het laatste boekjaar waarover
Nadere informatieConform uw verzoek heb ik dit standpunt toegelicht in een aparte bijlage.
Grondontwikkeling Nederland B.V. t.a.v de heer S.R Kooij Robijnstraat 48 1812 RB Alkmaar Datum 23 oktober 2013 Onze ref 20130001 Inzake Grondontwikkeling Nederland B.V. - Wft M. Kupperman, advocaat T +31
Nadere informatieOnrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.
Annotatie bij HR 27-02-2009, C07/168HR, LJN BG6445 Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. [BW art. 6:162] Een gefailleerde natuurlijke persoon heeft de eigendom
Nadere informatieOver ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?
Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch
Nadere informatieINFORMEEL TUSSENTIJDS VERSLAG VAN DE CURATOR Datum: (II)
INFORMEEL TUSSENTIJDS VERSLAG VAN DE CURATOR Datum: 27-7-2005 (II) Gegevens gefailleerde : René Johannes van den Berg, geboren 11 juni 1957, wonende te (1213 EM) Hilversum aan de Frans van Mierislaan 18
Nadere informatieBENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 98/2/17) GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000 BRUSSEL
Nadere informatieNijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp
Mr. P.H.A.M. Peters Hoff van Hollantlaan 5 Postbus 230 5240 AE Rosmalen Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Geachte heer Peters, Bij brief van 12 november
Nadere informatieEdèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,
Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij
Nadere informatieEnergiecoöperaties. en de Wft. Ronald Korpershoek & Michiel Claassen
Energiecoöperaties en de Wft Ronald Korpershoek & Michiel Claassen 17 november2017 Doel van de workshop Bestuurders van energiecoöperaties bewust maken van de reikwijdte van de Wet op het financieel toezicht
Nadere informatieDatum 21 december 2015 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Ronnes en Oskam (beiden CDA) over binaire opties
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM
08-105 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Te hoge verkoopopbrengst geschat. Geen schadevergoeding door Raad van Toezicht. Twijfel
Nadere informatieOpinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis)
Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal, juli 2008 Aan de orde in onderhavige zaak is (mede)
Nadere informatieHof van Cassatie van België
5 MEI 2011 C.10.0175.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0175.F G. V., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. B.. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep
Nadere informatiemr GJ. Brugman, advocaat 035/97.058 Behandelaar Onze ref.
UCX I fcî I 1 L 3 advocatei Parkstraat 107 2514 JH Den Haag Postbus 30457 2500 GL Den Haag Noordnederlands Effektenkantoor T.a.v. de heer E. Berkhoff Rokin 115 1012 KP AMSTERDAM T 070-3760606 F 070-365
Nadere informatieJurisprudentie Ondernemingsrecht
Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procedure
Niet-Bindende uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-247 d.d. 30 augustus 2012 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, prof. drs. A.D. Bac en de heer J.C. Buiter, leden en mevrouw mr.
Nadere informatieHuwelijksvermogensrecht journaal. September 2015
Huwelijksvermogensrecht journaal September 2015 Items Vinger aan de pols: Voorstel van wet 33 987, Literatuur en wetgevingsproces Ongehuwde samenlevers en vermogensregime Ongehuwden en alimentatie Pensioen
Nadere informatieLJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:
LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak
Nadere informatieDe vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem
De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van
Nadere informatieDE RAAD VAN TOEZICHT EINDHOVEN/MAASTRICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM
Optie en Bod. Afbreken onderhandelingen. Klager was geïnteresseerd in een bedrijfsruimte die beklaagde in verkoop had. Nadat ook het tweede bod van klager was afgewezen is de woning aan een derde verkocht.
Nadere informatieVrijstellingsregeling Wet financiële dienstverlening en Besluit financiële dienstverlening
Vrijstellingsregeling Wet financiële dienstverlening en Besluit financiële dienstverlening De Minister van Financiën, Gelet op artikel 9 van de Wet financiële dienstverlening; Besluit; Artikel 1 In deze
Nadere informatie4. De motivering van de beslissing in hoger beroep
JOR 2013/104 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zp Arnhem, 15-01-2013, 200.093.529 Zorgplicht bank, Financieel advies door tussenpersoon, Rol bank beperkt tot die van geldverstrekker; geen betrokkenheid bij
Nadere informatieJURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop
JURISPRUDENTIE STRAFRECHT Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop HR uitspraken 10 februari 2015 Beslissingen voorlopige hechtenis (Cassatie in het belang der wet) HR:2015:247 HR:2015:255 HR:2015:256
Nadere informatieVrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995
(Tekst geldend op: 13-01-2004) Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 De Minister van Financiën; Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 10, eerste lid, en 22, vijfde lid,
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34549 11 december 2013 Regeling van de Minister van Financiën van 4 december 2013, FM/2013/2124 M, directie Financiële
Nadere informatieZaak T-205/99. Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
Zaak T-205/99 Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Douanerechten Invoer van televisietoestellen uit India Ongeldige certificaten van oorsprong Verzoek tot kwijtschelding van invoerrechten
Nadere informatieVerplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM
Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel
Nadere informatieESMA Vakbekwaamheidseisen
Dit memo geeft praktische tekst en uitleg over de vakbekwaamheidseisen die door ESMA in gevolge MiFID II aan medewerkers van beleggingsondernemingen worden gesteld. Dit memo is bedoeld om op hoofdlijnen
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procedure
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 76 d.d. 4 april 2011 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mevrouw mr. P.M. Arnoldus-Smit en mevrouw mr. J.W.M. Lenting) Samenvatting Consument heeft
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het CAK te Den Haag. Datum: 14 augustus 2013. Rapportnummer: 2013/099
Rapport Rapport over een klacht over het CAK te Den Haag. Datum: 14 augustus 2013 Rapportnummer: 2013/099 2 Klacht Verzoeker klaagt over de wijze waarop het CAK is omgegaan met zijn verzoek om tot nader
Nadere informatieHof van Cassatie van België
6 DECEMBER 2012 C.11.0654.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0654.F A. V., advocaat, handelend in de hoedanigheid van curator van het faillissement van de coöperatieve vennootschap met onbeperkte
Nadere informatieInstantie. Onderwerp. Datum
Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Faillissement, Faillissementsakkoord en gerechtelijk akkoord - Gevolgen (personen, goederen, verbintenissen) - Verbintenissen - Schuldvordering - Aangifte Gevolg -
Nadere informatieC/13/555974 / HA ZA 13-1827 28 oktober 2015 8 oordeel dat met deze uitingen sprake was van misleidende publieke berichtgeving. VEB en de stichting stellen dat door deze uitingen de gedupeerde beleggers
Nadere informatieI n z a k e: T e g e n:
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 108 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enkele andere wetten in verband met de implementatie van Verordening (EU) nr. 2017/1129
Nadere informatieHonderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster
Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont
Nadere informatiede Koning > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Directie Financiele Markten
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de Koning Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw brief (kenmerk) Datum 24 september 2015 Betreft Nader rapport
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:983. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie
ECLI:NL:HR:2013:983 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie 18-10-2013 Zaaknummer 12/03380 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:52, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSGR:2012:BW8529,
Nadere informatiede naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-205 d.d. 19 mei 2014 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en R.H.G. Mijné, leden en mr. I.M.M. Vermeer, secretaris) Samenvatting
Nadere informatie15 jaar erfrecht bezien vanuit notariaat, advocatuur en rechterlijke macht. EPN VEAN Congres 20 september 2018 Prof.mr.dr.
15 jaar erfrecht bezien vanuit notariaat, advocatuur en rechterlijke macht EPN VEAN Congres 20 september 2018 Prof.mr.dr. Fons Stollenwerck Rechterlijke macht Civiele rechter Kantonrechter/Rechtbank/Hof/Hoge
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieIn cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483
ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
Nadere informatieDe Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.
11 Oktober 2013 nr. 12/04012 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 10 juli 2012, nr. BK-11/00544,
Nadere informatieRb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld
Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183 Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Auteurs: mr. M. Verheijden en mr. L. Stevens Samenvatting In maart 2009 vindt een
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 768 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet in verband met de samenloop van de vordering op de boedel ingeval
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-151 d.d. 11 mei 2012 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mevrouw mr. A.M.T. Wigger en mevrouw. mr. J.W.M. Lenting, leden, met de heer
Nadere informatieBeloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA
ESMA-richtsnoeren FSMA_2013_19 dd. 4/12/2013 Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA Toepassingsveld: De richtsnoeren die in dit document aan bod komen,
Nadere informatieRolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T
Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 059 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet, alsmede enige andere wetten in verband met de introductie van aanvullende
Nadere informatie1. Procedure. 2. Feiten
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 155 d.d. 23 augustus 2010 (mr. V. van den Brink, voorzitter, en de heren G.J.P. Okkema en prof. drs. A.D. Bac RA) 1. Procedure De Commissie
Nadere informatieZaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)
Nadere informatieDe Minister van Financiën, Besluit: De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd:
Directie Financiële Markten Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 15 augustus 2007 FM 2007-01901 M Onderwerp Regeling tot wijziging van de Tijdelijke regeling invoering Wft De Minister van Financiën, Gelet
Nadere informatiede naamloze vennootschap Interbank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-242 d.d. 29 juli 2013 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. A.M.T. Wigger en mr. J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. F. Faes, secretaris)
Nadere informatieInstantie. Onderwerp. Datum
Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and
Nadere informatieB MAKELAARDIJ B.V., kantoorhoudende te G, beklaagde,
RAAD VAN TOEZICHT WEST Tegenstrijdige belangen makelaar voor verkoper van object en tegelijkertijd makelaar/verkoper voor belangstellende voor dat object. Beklaagde is makelaar-verkoper van een woning
Nadere informatieREGLEMENT BELEGGERSGIRO HJCO. vastgesteld op 24 juli 2014
REGLEMENT BELEGGERSGIRO HJCO vastgesteld op 24 juli 2014 1. Definities 1.1. In dit reglement beleggersgiro HJCO wordt verstaan onder: AFM : de Stichting Autoriteit Financiële Markten; Bankrekening : de
Nadere informatieAmsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw,
Amsterdam, 3 juli 2015 Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II Geachte heer, mevrouw, Namens de Vereniging van Vermogensbeheerders & Adviseurs (hierna: VV&A ) willen wij graag van de gelegenheid
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
MigratieWeb ve07001320 200700456/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma Chinees Japans Specialiteitenrestaurant A., gevestigd
Nadere informatieKAS BEWAARDER KLANTENVERMOGEN BND B.V.
KAS BEWAARDER KLANTENVERMOGEN BND B.V. OVEREENKOMST VAN BEHEER EN BEWARING INZAKE BELEGGINGSFONDS INHOUDSOPGAVE Artikel Pagina Artikel 1 Algemeen... 3 Artikel 2 Bewaring... 3 Artikel 3 Belangenbehartiging
Nadere informatieJURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611
JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 SEPTEMBER 1987. BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK TEGEN J. A. DE RIJKE. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING,
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2009:BJ1071
ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1071 Instantie Datum uitspraak 04-06-2009 Datum publicatie 01-07-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-5093 WWB Bestuursrecht
Nadere informatieHierna vind je, kort en bondig, onze algemene gegevens, informatie over onze dienstverlening en waar je terecht kunt met klachten.
Dienstenwijzer A. Inleiding De verzekeringsbedrijfstak hecht waarde aan goede voorlichting op het gebied van verzekeringen. Conform de eisen van de Wft (Wet financieel toezicht) heeft ons kantoor een dienstenwijzer
Nadere informatieBESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nadere informatieSlim Vermogensbeheer B.V. Slimmer Vermogensbeheerovereenkomst
Slim Vermogensbeheer B.V. Slimmer Vermogensbeheerovereenkomst DE ONDERGETEKENDEN: Deelnemer Na(a)m(en): Adres: Postcode en plaats: Land: Nederland hierna te noemen "Cliënt"; en 2. Slim Vermogensbeheer
Nadere informatieGaat u beleggen? Publieksfolder
Gaat u beleggen? Publieksfolder Gaat u beleggen? U wilt meer weten over beleggen. Misschien belegt u al een tijdje in effecten, bijvoorbeeld in aandelen, obligaties of opties. Of misschien denkt u er over
Nadere informatieTurbo-liquidatie en de bestuurder
Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. Van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-419 (mr. E.L.A. Van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 3 augustus 2016 Ingediend door : Consumenten
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 235 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek, de Wet op de economische delicten en enige fiscale wetten ter implementatie
Nadere informatiede naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-065 d.d. 10 februari 2014 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en prof.mr. M.L. Hendrikse, leden en mevrouw mr. F. Faes, secretaris)
Nadere informatieHet verschil tussen zorgplicht aanbieder en adviseur
Het verschil tussen zorgplicht aanbieder en adviseur Wat is de impact op een vonnis van een rechtbank als het gaat om zorgplicht van de adviseur en zorgplicht van de aanbieder? In hoeverre heeft deze uitspraak
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. M.A. Kleijer, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-141 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. M.A. Kleijer, secretaris) Klacht ontvangen op : 3 februari 2017 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieAansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers
Dit artikel is gepubliceerd in het tijdschrift Juridisch up to Date, september 2008 Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers Mr. dr. S. Parijs, CMS Derks Star Busmann
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BN9752
ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-065 d.d. 5 maart 2015 (mr. J. Wortel, voorzitter en mr. J.J. Guijt, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-065 d.d. 5 maart 2015 (mr. J. Wortel, voorzitter en mr. J.J. Guijt, secretaris) Samenvatting Klacht tegen (de rechtsopvolger van) de kredietverstrekker.
Nadere informatieCOMMISSIE LIDMAATSCHAPSZAKEN VAN DE NVM, gevestigd te Nieuwegein, klaagster,
13-25 RAAD VAN TOEZICHT s GRAVENHAGE Handel (regel 6 Erecode). Aankoop door echtgenoot van makelaar, doorverkoop door de makelaar. De echtgenoot van een NVM-makelaar koopt op de veiling een woning voor
Nadere informatie1. Inventarisatie 1.1 Gefailleerde en organisatie : Op 5 april 2005 dienden ir. Gerrit van der Heiden en IMMS Consultancy BV bij de Rechtbank
FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 6-7-2005 Gegevens gefailleerde : René Johannes van den Berg, geboren 11 juni 1957, wonende te (1213 EM) Hilversum aan de Frans van Mierislaan 18 Faillissementsnummer
Nadere informatieKlaag op tijd én op de juiste wijze (!): het toetsingskader voor verval van recht
Klaag op tijd én op de juiste wijze (!): het toetsingskader voor verval van recht Author : gvanpoppel Klachtplicht Bij het verrichten van een gebrekkige prestatie of de levering van een gebrekkige zaak,
Nadere informatieBesluit tot openbaarmaking
Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: OB/001 Kenmerk: 00.061.063 Openbaarmaking onder kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van de besluiten
Nadere informatieHet finale verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden
Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Het finale verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden Een aantekening bij HR 1 februari 2008, LJN: BB9781 A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,
Nadere informatie1.2 Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend dat de Commissie van Beroep op 11 november 2013 heeft ontvangen.
Uitspraak Commissie van Beroep 2014-007 d.d. 31 januari 2014 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG, prof. mr. F.R. Salomons, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
Nadere informatieEchtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen.
Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen. Een makelaar is door de rechtbank als deskundige benoemd om te komen tot de verkoop
Nadere informatie» Samenvatting. » Uitspraak. » Noot
JA 2008/160 Rechtbank Rotterdam 16 juli 2008, 265963/HA ZA 06-2067; LJN BD7436. ( Mr. Hes-Bakkeren ) [Eiseres] te Rotterdam, eiseres, procureur: mr. H. Carels, tegen stichting Stichting All Year Round
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2009:BI9049
ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht
Nadere informatieLJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012
LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1 Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 05-09-2012 Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Afwijzing handhavingsverzoek
Nadere informatieEdit Presentation title in Notes/Handouts Header
Crowdfunding Toezichtrechtelijke aspecten Matthijs Bolkenstein en Anne Hakvoort Eversheds Faasen 15 november 2012 Wettelijk kader Europese richtlijnen en verordeningen Wet op het financieel toezicht Lagere
Nadere informatieChecklist verdelen en verrekenen. Huwelijkse voorwaarden
Checklist verdelen en verrekenen Huwelijkse voorwaarden Zaakgegevens Aan de administratie van de rechtbank te... Naam advocaat: Formulier voor: Naam partij: Naam wederpartij: Advocaat wederpartij: Zaaknummer:
Nadere informatieRapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258
Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie
Nadere informatieCENTRALE RAAD VAN BEROEP U I T S P R A AK
CENTRALE RAAD VAN BEROEP 97/524 WW U I T S P R A AK in het geding tussen: het Landelijk instituut sociale verzekeringen, appellant, en A, wonende te B, gedaagde. I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Met
Nadere informatieKlachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam
Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam De besturen van de rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam Artikel 1 Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. een klacht:
Nadere informatieHof van Cassatie van België
10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-184 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 20 juni 2017 Ingediend door : Consument
Nadere informatieDe Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 5 maart 2012.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-122 d.d. 17 april 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Reisverzekering, toepasselijkheid verzekeringsvoorwaarden,
Nadere informatieNo.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015
... No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015 Bij Kabinetsmissive van 9 juli 2015, no.2015001243, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481
ECLI:NL:PHR:2013:873 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-09-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 12/04481 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatie