Reglement van de Antwerpse Kamer voor Bemiddeling en Arbitrage - AKaBA

Transcriptie

1 Reglement van de Antwerpse Kamer voor Bemiddeling en Arbitrage - AKaBA A. Normale procedure Behoudens wat hierna wordt bepaald, gelden de regels van het gerechtelijk wetboek voor de procedure in de arbitrage. Partijen kunnen hiervan en ook van de hierna bepaalde regels afwijken in een bijzondere overeen komst, die echter door AKaBA dient aanvaard te worden. Zij kunnen eveneens de verkorte procedure onder B verkiezen, mits eenparig akkoord. Artikel I. Het aanhangig maken van de Arbitrage De meest gerede partij richt daartoe per aangetekende brief een verzoek tot AKaBA. Dit verzoek bevat alleszins de volgende gegevens: a. maatschappelijke benaming, vennootschapsvorm en zetel, naam, voornaam, beroep en adres van de partijen en eventueel het handelsregister; b. de uiteenzetting van de vordering van de eisende partij, met een nauwkeurige opgave van de verschillende onderdelen van de vordering en het eventuele gevorderde bedrag, en van de feiten en rechtsmiddelen; c. naam, voornaam, beroep en woonplaats van de door haar gekozen arbiter; d. de voor de procedure gekozen taal. Bij het verzoek moet, in vier exemplaren, een door de eisende partij voor eensluidend verklaarde kopie worden gevoegd van de stukken waarvan zij gebruik maakt. De stukken moeten geïnventariseerd en genummerd zijn. Tevens wordt het bewijs bijgevoegd van het feit dat bij aangetekende brief tegelijkertijd een kopie van het verzoek en van de bijlage aan de verwerende partij werd verzonden. Artikel II. Reactie van de verwerende partij en memories 1. Binnen de dertig dagen na de kennisgeving van het verzoek tot arbitrage, moet de verwerende partij per aangetekende brief aan AKaBA, naam, voornaam, beroep en woonplaats van de door haar gekozen arbiter opgeven en tevens haar verweermiddelen en een voor eensluidend verklaarde kopie van alle stukken, die zij voor haar verdediging zal aanwenden, in vier exemplaren overleggen. Ook deze stukken worden geïnventariseerd en genummerd. 2. Tevens wordt het bewijs bijgevoegd dat een kopie van haar brief met de bijlagen binnen dezelfde termijn aan de eisende partij per aangetekende brief is toegestuurd. 1

2 3. De eisende partij kan binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de verweermiddelen, een memorie van wederantwoord overleggen, die zij per aangetekende brief aan AKaBA en aan de verwerende partij dient te zenden. De verwerende partij beschikt dan eveneens over dertig dagen na ontvangst van de memorie van wederantwoord, om een memorie van dupliek over te leggen, die zij ook per aangetekende brief aan AKaBA en aan de eisende partij moet zenden. Bij al deze briefwisseling dient het bewijs van aangetekende zending aan de wederpartij te worden gevoegd. 4. Indien een partij geen gebruik wenst te maken van enig hierboven vermeld recht van antwoord, deelt zij dit mede aan de AKaBA, met kopie aan de tegenpartij. Artikel III. Tegenvordering 1. Indien de verwerende partij een tegenvordering instelt, moet zij dit doen in de vorm en binnen de termijnen die voor de beantwoording van de hoofdvordering zijn vastgesteld. 2. De oorspronkelijk eisende partij kan binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de tegenvordering, een memorie van antwoord indienen die per aangetekende brief wordt toegestuurd aan AKaBA en aan de tegenpartij. Het bewijs van verzending aan de tegenpartij wordt bijgevoegd. 3. De eisende partij op tegenvordering kan eveneens binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het antwoord, een memorie van repliek overleggen aan AKaBA per aangetekende brief, waarvan op dezelfde wijze een kopie aan de verwerende partij op tegeneis moet worden overgemaakt. Het bewijs van verzending wordt bijgevoegd. De verwerende partij op tegenvordering beschikt over een zelfde termijn om een laatste memorie van dupliek per aangetekende brief over te maken aan AKaBA, met kopie op dezelfde wijze aan de tegenpartij. Het bewijs van verzending wordt bijgevoegd. 4. Indien de tegenvordering de berechting van de hoofdvordering te zeer zou kunnen vertragen, kunnen de twee vorderingen afzonderlijk worden berecht. Artikel IV. Tussenvorderingen 1. Alle vorderingen die voor AKaBA aanhangig zijn, kunnen uitgebreid of gewijzigd worden, wanneer de nieuwe, op tegenspraak en binnen de hierboven gestelde termijnen genomen conclusies, berusten op feiten of akten in het verzoek tot arbitrage of in de akte van tegenvordering aangevoerd, zelfs indien hun juridische omschrijving verschillend is. 2. In elke stand van het geding kunnen de partijen de intresten, rentetermijnen, huurgelden en elk toebehoren, sedert de instelling van de vordering verschuldigd of vervallen, vorderen en zelfs de later bewezen verhogingen of schadevergoedingen. 2

3 3. De tussenvorderingen worden ingesteld bij memorie die per aangetekende brief wordt overgemaakt aan AKaBA en aan de tegenpartij. Het bewijs van verzending aan de tegenpartij wordt bijgevoegd. Artikel V. Verlenging of verkorting van de termijnen Indien zulks noodzakelijk is voor de goede rechtsbedeling, kunnen de hierboven aan de partijen opgelegde termijnen worden verlengd of verkort. Hiertoe wordt door de voorzitter van AKaBA, of bij diens verhindering door de ondervoorzitter, beslist wanneer hierom uitdrukkelijk door een partij of door de arbiters wordt verzocht. Tegen die beslissing kan elke partij, binnen de acht dagen vanaf de kennisgeving ervan, in hoger beroep komen bij AKaBA, die in dat geval binnen vijftien dagen over het hoger beroep een gemotiveerde uitspraak doet, na de partijen en de arbiters vooraf te hebben gehoord. Artikel VI. Documenten kennisgevingen en mededelingen De vorderingen en de antwoorden, alle schriftelijke notities die door de partijen worden overgelegd en alle bijgevoegde documenten of kopieën daarvan, moeten worden ingediend in zoveel exemplaren als er scheidsrechters zijn plus één. Zij worden door AKaBA aan elke scheidsrechter bezorgd. Elke kennisgeving en elke mededeling van stukken dient te geschieden bij ter post aangetekende brief. Tussen advocaten volstaat de kennisgeving en mededeling per gewone brief of per telefax. Artikel VII. Keuze van de arbiters l. Elke partij vermeldt in het verzoek tot arbitrage en in het antwoord de door haar gekozen arbiter, onder voorbehoud van aanvaarding door AKaBA. Indien één der partijen haar arbiter niet aanwijst of indien de arbiter niet wordt aanvaard, wijst AKaBA binnen dertig dagen de arbiter ambtshalve aan die bij voorkeur afkomstig zal zijn van de niet-bindende lijst. De derde arbiter die door AKaBA ambtshalve wordt aangewezen, neemt van rechtswege het voorzitterschap waar en zal bij voorkeur afkomstig zijn van de niet-bindende lijst. Een aanwijzing door AKaBA dient niet te worden gemotiveerd. Tegen een aanwijzing van AKaBA is geen beroep mogelijk. 2. Bij overlijden, wraking, behoorlijk aanvaarde onttrekking, verhindering of nietaanvaarding van een arbiter, wordt een andere arbiter aangewezen conform de hierboven bepaalde regels en termijnen. Dezelfde procedure wordt gevolgd wanneer de voorzitter, of bij diens verhindering de ondervoorzitter van AKaBA, vaststelt dat een arbiter zijn opdracht niet vervult overeenkomstig het reglement of binnen de toegekende termijnen. In dit geval worden de arbiters en de partijen vooraf verzocht hun schriftelijke opmerkingen aan AKaBA over te leggen binnen de termijn die door AKaBA wordt bepaald. Artikel VIII. Meerpartijenarbitrage 3

4 Wanneer verschillende overeenkomsten, die het arbitragebeding van AKaBA bevatten, aanleiding geven tot geschillen die samenhangend of onsplitsbaar lijken, kan de voorzitter, of bij diens belet de ondervoorzitter van AKaBA, de samenvoeging ervan bevelen. Deze beslissing wordt genomen ofwel op verzoek van de arbiters, of voor elk ander middel, op verzoek van de partijen of de meest gerede partij, ofwel ambtshalve. De samenvoeging kan niet worden bevolen voor geschillen waar reeds een beslissing werd genomen alvorens recht te doen, of een beslissing betreffende de ontvankelijkheid of over de zaak zelf werd genomen. Indien tot samenvoeging wordt besloten, dan duidt AKaBA de arbiters aan die over het geschil uitspraak dienen te doen. De beslissing tot samenvoeging wordt slechts genomen nadat de partijen en de eventueel reeds aangestelde arbiters zijn gehoord. Er kunnen maximum vijf arbiters worden aangesteld. Bij vrijwillige tussenkomst van een derde in een hangende procedure is er geen aanleiding tot het wijzigen of aanvullen van het aantal aangestelde arbiters. Artikel IX. Taal van de procedure l. De partijen bepalen in onderling akkoord in welke taal de procedure wordt gevoerd. Bij gebreke aan overeenstemming bepaalt het scheidsgerecht de arbitragetaal of -talen, rekening houdend met de omstandigheden en o.m. de taal van de overeenkomst. 2. Het scheidsgerecht beslist soeverein door wie en in welke verhouding de eventuele kosten van vertaling worden gedragen. Artikel X. Plaatsing van de arbitrage AKaBA bepaalt de plaats van de arbitrage, tenzij de partijen deze onderling hebben bepaald. Artikel XI. Opdracht van de arbiters 1. Door de arbiters wordt eerst overgegaan tot het onderzoek van de zaak nadat de partijen of één ervan de provisie hebben betaald, die AKaBA nodig acht om de betaling van de arbitragekosten te waarborgen. Wanneer één of meer tegenvorderingen worden ingesteld, kan AKaBA voor de hoofdvordering en voor de tegenvordering(en) afzonderlijke provisies vaststellen. 4

5 2. Vooraleer de arbiters de behandeling van de zaak aanvatten, stellen zij, in aanwezigheid van de partijen, of deze behoorlijk opgeroepen, een akte op waarin zij hun opdracht omschrijven. Deze akte bevat o.m. de volgende gegevens: a. de naam, voornaam, woonplaats of zetel en hoedanigheid van de partijen; b. de adressen van de partijen waar alle kennisgevingen of mededelingen in de loop van de arbitrage op geldige wijze kunnen plaatshebben; c. een bondige uiteenzetting van de aanspraken der partijen; d. het voorwerp van de arbitrage en de bepaling van de geschilpunten; e. de taak die aan de arbiters is opgedragen met eventueel de opdracht om te oordelen naar billijkheid; f. de naam, voornaam, hoedanigheid en adres van de arbiters; g. de plaats van de arbitrage; h. alle overige vermeldingen die door de arbiters nodig of nuttig worden geacht; i. de taal van de arbitrage. 3. De akte bedoeld in 2 moet worden ondertekend door de partijen en door de arbiters. Deze akte wordt aan het secretariaat van AKaBA verzonden binnen zestig dagen nadat het volledig dossier van de zaak aan de arbiters is bezorgd. Deze termijn kan op gemotiveerd verzoek van de arbiters of ambtshalve door AKaBA worden verlengd. Als één van de partijen weigert deze akte mede op te stellen of te ondertekenen, hoewel zij door een arbitrageovereenkomst volgens de statuten en het reglement van AKaBA gebonden is, kan uitspraak worden gedaan nadat de termijn is verstreken, die door AKaBA wordt voorgeschreven om de handtekening te verkrijgen. Deze uitspraak wordt dan geacht op tegenspraak te zijn gedaan. 4. Door de arbiters wordt enkel naar billijkheid geoordeeld (als amiables compositeurs ), als hen door de partijen in door de toepasselijke wet voorgeschreven voorwaarden daartoe bevoegdheid wordt verleend. De arbiters moeten zich in dit geval niettemin schikken naar de bepalingen van het reglement. Artikel XII. Behandeling van de zaak 1. Door de arbiters wordt de behandeling van de zaak zo spoedig mogelijk aangevat. Door de arbiters kan o.m. worden overgegaan tot het inwinnen van getuigenissen of tot aanstelling van één of meer deskundigen. Voor alle onderzoeksdaden mag het scheidsgerecht de rechtspleging en de termijnen bepalen. 5

6 2. Door de arbiters mag uitspraak worden gedaan op grond van documenten, tenzij de partijen of één daarvan wensen gehoord te worden. 3. Op vraag van de partijen, of één ervan, of ambtshalve, worden de partijen door de voorzitter van het scheidsgerecht opgeroepen om voor de arbiters te verschijnen op uur, dag en plaats die door de arbiters worden vastgesteld. De oproeping geschiedt bij aangetekende brief en minstens acht dagen vóór de hoorzitting. 4. Indien de partijen, of één van hen, niet verschijnen, kan de procedure worden voortgezet nadat door het scheidsgerecht is vastgesteld dat de oproeping regelmatig is geschied en dat de partijen geen geldige reden hebben aangevoerd om hun afwezigheid te rechtvaardigen. 5. De terechtzittingen zijn niet openbaar 6. De partijen verschijnen, ofwel in persoon, ofwel via een door het scheidsgerecht toegelaten bijzondere gemachtigde, en ze mogen zich door een advocaat laten bijstaan en vertegenwoordigen. 7. Wanneer de partijen voor het scheidsgerecht nieuwe vorderingen instellen of nieuwe middelen aanvoeren, moeten zij dat schriftelijk doen. Wanneer zulks het onderzoek of de behandeling van de oorspronkelijke vordering kan vertragen, of een kennelijke overschrijding van de in de opdracht vastgestelde grenzen tot gevolg heeft, kan het scheidsgerecht weigeren van deze nieuwe vordering of middelen kennis te nemen. Artikel XIII. Termijn van de uitspraak 1. Door het scheidsgerecht moet uitspraak worden gedaan binnen zestig dagen, te rekenen vanaf de datum waarop de in artikel XI.2 bedoelde akte werd ondertekend. 2. Deze termijn kan op gemotiveerd verzoek van het scheidsgerecht een eerste maal door een gemotiveerde beslissing van AKaBA worden verlengd. Vanaf de tweede verlenging moeten de partijen voorafgaandelijk worden gehoord. Deze verlengingen kunnen hoogstens dertig dagen bedragen. Een derde verlenging zal slechts worden toegestaan in geval van overmacht, of wanneer door de arbiters wordt aangetoond dat het hen werkelijk onmogelijk is geweest om binnen de verlengde ter mijn uitspraak te doen. Wanneer de uitspraak is gedaan, brengt AKaBA de door de arbiters ondertekende tekst van de uitspraak per aangetekende brief ter kennis van de partijen, nadat zij, of één van hen, de arbitragekosten volledig aan AKaBA hebben betaald. Artikel XIV. Kosten 6

7 Het voor de honoraria van de arbiters en de administratieve kosten verschuldigd bedrag, wordt door AKaBA vastgesteld binnen de grenzen vermeld onder hoofdstuk E Artikel XV. Publicatie der uitspraken AKaBA mag de arbitrage-uitspraken publiceren, zonder evenwel de namen van partijen te vermelden. B. Verkorte procedure door één arbiter voor geschillen die het bedrag van BEF niet te boven gaan, of na akkoord van partijen Behoudens wat hierna wordt bepaald, gelden de regels van het gerechtelijk wetboek voor de procedure in de arbitrage. De procedure blijft van toepassíng, zelfs indien door uitbreiding van de vordering of door het stellen van een tegenvordering, het bedrag van BEF in de loop van de procedure wordt overschreden. Artikel I. Het aanhangig maken van de arbitrage De meest gerede partij richt daartoe per aangetekende brief een verzoek tot AKaBA. Dit verzoek bevat alleszins de volgende gegevens: a. maatschappelijke benaming, vennootschapsvorm en zetel, naam, voornaam, beroep en adres van de partijen en eventueel het handelsregister; b. de uiteenzetting van de vordering van de eisende partij, met een nauwkeurige opgave van de verschillende onderdelen van de vordering en het eventuele gevorderde bedrag, en van de feiten en rechtsmiddelen; c. de voor de procedure gekozen taal. Bij het verzoek moet, in twee exemplaren, een door de eisende partij voor eensluidend verklaarde kopie worden gevoegd van de stukken waarvan zij gebruik maakt. De stukken moeten geïnventariseerd en genummerd zijn. Tevens wordt het bewijs bijgevoegd van het feit dat bij aangetekende brief tegelijkertijd een kopie van het verzoek en van de bijlagen aan de verwerende partij werd verzonden. Artikel II. Reactie van de verwerende partij en memories 1. Binnen vijftien dagen na de kennisgeving van het verzoek tot arbitrage moet de verwerende partij, per aangetekende brief aan AKaBA, naam, voornaam, beroep en woonplaats van de door haar voor gestelde arbiter opgeven, haar verweermiddelen toelichten en alle documenten en inlichtingen verstrekken die zij voor haar verdediging zal aanwenden. Ook deze stukken worden geïnventariseerd en genummerd. 7

8 2. Tevens wordt het bewijs bijgevoegd dat een kopie van haar brief met de bijlagen binnen dezelfde termijn aan de eisende partij per aangetekende brief is toegestuurd. 3. De eisende partij kan binnen vijftien dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de verweermiddelen, een memorie van wederantwoord overleggen die zij per aangetekende brief aan AKaBA en aan de verwerende partij moet zenden. De verwerende partij beschikt dan eveneens over vijftien dagen, na ontvangst van de memorie van wederantwoord, om een memorie van dupliek over te leggen, die ook zij per aangetekende brief aan AKaBA en aan de eisende partij moet zenden. Bij al deze briefwisseling dient het bewijs van aangetekende verzending aan de wederpartij te worden gevoegd. 4. Indien een partij geen gebruik wenst te maken van enig hierboven vermeld recht van antwoord, deelt zij dit mede aan AKaBA met kopie aan de tegenpartij. Artikel III. Tegenvordering 1. Indien de verwerende partij een tegenvordering instelt, moet zij dit doen in de vorm en binnen de termijnen die voor de beantwoording van de hoofdvordering zijn vastgesteld. 2. De oorspronkelijk eisende partij kan binnen vijftien dagen, te rekenen vanaf de tegenvordering, een memorie van antwoord indienen die per aangetekende brief wordt overgemaakt aan de AKaBA en aan de tegenpartij. Het bewijs van verzending aan de tegenpartij wordt bijgevoegd. 3. De eisende partij op tegenvordering kan eveneens binnen vijftien dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het antwoord, een memorie van repliek overleggen aan AKaBA per aangetekende brief, waarvan op dezelfde wijze een kopie aan de verwerende partij op tegeneis moet worden overgemaakt. Het bewijs van verzending wordt bijgevoegd. De verwerende partij op tegenvordering beschikt over een zelfde termijn om een laatste memorie van dupliek per aangetekende brief over te maken aan het secretariaat van AKaBA, met kopie op dezelfde wijze aan de tegenpartij. Het bewijs van verzending wordt bijgevoegd. 4. Indien de tegenvordering de berechting van de hoofdvordering te zeer zou kunnen vertragen, kunnen de twee vorderingen afzonderlijk worden berecht. Artikel IV. Tussenvorderingen 1. Alle vorderingen die voor AKaBA aanhangig zijn, kunnen uitgebreid of gewijzigd worden, wanneer de nieuwe, op tegenspraak en binnen de hierboven gestelde termijnen genomen conclusies, berusten op feiten of akten in het verzoek tot arbitrage of in de akte van tegenvordering aangevoerd, zelfs indien hun juridische omschrijving verschillend is. 8

9 2. In elke stand van het geding kunnen de partijen de intresten, rentetermijnen, huurgelden en elk toebehoren, sedert de instelling van de vordering verschuldigd of vervallen, vorderen en zelfs de later bewezen verhogingen of schadevergoedingen. 3. De tussenvorderingen worden ingesteld bij memorie die per aangetekende brief wordt overgemaakt aan AKaBA en aan de tegenpartij. Het bewijs van verzending aan de tegenpartij wordt bijgevoegd. Artikel V. Verlenging of verkorting van de termijnen Indien zulks noodzakelijk is voor de goede rechtsbedeling, kunnen de hierboven, aan de partijen opgelegde termijnen, worden verlengd of verkort. Hiertoe wordt door de voorzitter van AKaBA of, bij diens verhindering, door de ondervoorzitter, beslist wanneer hierom uitdrukkelijk door een partij of door de arbiter wordt verzocht. Artikel VI. Documenten Kennisgevingen of mededelingen Elke kennisgeving en elke mededeling van stukken dient te geschieden bij ter post aangetekende brief. Tussen advocaten volstaat de kennisgeving en mededeling per gewone brief of per telefax. Artikel VII. Keuze van de arbiter De partijen kunnen in onderling akkoord de arbiter aanwijzen onder voorbehoud van aanvaarding door AKaBA. Indien AKaBA weigert de aangewezen arbiter te aanvaarden, indien de partijen geen arbiter aanwijzen of indien er geen overeenstemming is over de aan te wijzen arbiter, stelt AKaBA de arbiter aan die bij voorkeur afkomstig zal zijn van de niet-bindende lijst. Een aanwijzing door AKaBA dient niet te worden gemotiveerd. Tegen een aanwijzing van AKaBA is geen beroep mogelijk. Bij overlijden, wraking, behoorlijk aanvaarde onttrekking, verhindering of ontslag van de scheidsrechter, beslist AKaBA soeverein over de nieuw aan te stellen arbiter die bij voorkeur afkomstig zal zijn van de niet-bindende lijst. Een aanstelling door AKaBA dient niet te worden gemotiveerd. Tegen een aanstelling van AKaBA is geen beroep mogelijk. Artikel VIII. Taal van de procedure 1. Partijen bepalen in onderling akkoord in welke taal de procedure wordt gevoerd. Bij gebreke aan overeenstemming, bepaalt de arbiter de arbitragetaal of -talen, rekening houdende met de omstandigheden en o.m. met de taal van de overeenkomst. 9

10 2. De arbiter beslist soeverein door wie en in welke verhouding de kosten van de eventuele vertaling worden gedragen. Artikel IX. Plaats van de arbitrage AKaBA bepaalt de plaats van de arbitrage, tenzij de partijen deze onderling hebben bepaald. Artikel X. Opdracht van de arbiter 1. Door de arbiter wordt eerst overgegaan tot het onderzoek van de zaak nadat de partijen of één ervan de provisie hebben betaald, die AKaBA nodig acht om de betaling van de arbitragekosten te waarborgen. Wanneer één of meer tegenvorderingen worden ingesteld, kan AKaBA voor de hoofdvordering en voor de tegenvordering(en) afzonderlijke provisies vaststellen. 2. Vooraleer de arbiter de behandeling van de zaak aanvat, stelt hij, in aanwezigheid van de partijen, of deze behoorlijk opgeroepen, een akte op waarin hij zijn opdracht omschrijft. Deze akte bevat o.m. de volgende gegevens: a. de naam, voornaam, woonplaats of zetel en hoedanigheid van partijen; b. de adressen van de partijen waar alle kennisgevingen of mededelingen in de loop van de arbitrage op geldige wijze kunnen plaats hebben; c. een bondige uiteenzetting van de aanspraken der partijen; d. het voorwerp van de arbitrage en de bepaling van de geschilpunten; e. de taak die aan de arbiter is opgedragen met eventueel de opdracht om te oordelen naar billijkheid; f. de naam, voornaam, hoedanigheid en adres van de arbiter; g. de plaats van de arbitrage; h. alle overige vermeldingen die door de arbiters nuttig worden geacht; i. de taal van de arbitrage. 3. De akte bedoeld in 2 moet worden ondertekend door de partijen en door de arbiter. Deze akte wordt aan AKaBA opgezonden binnen vijftien dagen nadat het dossier aan de arbiter is overhandigd. Deze termijn kan, op gemotiveerd verzoek van de arbiter of ambtshalve door AKaBA, worden verlengd. Als één van de partijen weigert deze akten mee op te stellen of te ondertekenen, hoewel zij door een arbitrageovereenkomst volgens de statuten en het reglement van AKaBA is 10

11 gebonden, kan uitspraak worden gedaan nadat de termijn is verstreken die door AKaBA wordt voorgeschreven om de handtekening te verkrijgen. Deze uitspraak wordt dan geacht op tegenspraak te zijn gedaan. 4. Door de arbiter wordt enkel naar billijkheid geoordeeld (als amiabele compositeur ), als hem door de partijen in door de toepasselijke wet voorgeschreven voorwaarden daartoe bevoegdheid wordt verleend. De arbiter moet zich in dit geval niettemin schikken naar de bepalingen van het reglement. Artikel XI. Behandeling van de zaak 1. Door de arbiter wordt de behandeling van de zaak zo spoedig mogelijk aangevat. Door de arbiter kan o.m. worden overgegaan tot het inwinnen van getuigenissen of tot de aanstelling van één of meerdere deskundigen. Voor alle onderzoeksdaden mag de arbiter de rechtspleging en de termijnen bepalen. 2. Door de arbiter mag uitspraak worden gedaan op grond van documenten, tenzij de partijen of één daarvan wensen gehoord te worden. 3. Op vraag van de partijen, of één ervan, of ambtshalve, worden de partijen door de arbiter opgeroepen om voor hem te verschijnen op uur, dag en plaats die door de arbiter worden vastgesteld. De oproeping geschiedt bij aangetekende brief en minstens acht dagen vóór de hoorzitting. 4. Indien de partijen of één ervan niet verschijnen, kan de procedure worden voortgezet, nadat door de arbiter is vastgesteld dat de oproeping regelmatig is geschied en de partijen geen geldige reden hebben aangevoerd om hun afwezigheid te rechtvaardigen. 5. De terechtzittingen zijn niet openbaar. 6. De partijen verschijnen ofwel in persoon, ofwel via een door de arbiter toegelaten bijzondere gemachtigde en ze mogen zich door een advocaat laten bijstaan en vertegenwoordigen. 7. Wanneer de partijen voor het scheidsgerecht nieuwe vorderingen instellen of middelen aanvoeren, moeten zij dat schriftelijk doen. Wanneer zulks het onderzoek of de behandeling van de oorspronkelijke vordering kan vertragen, of een kennelijke overschrijding van de in de opdracht vastgestelde grenzen tot gevolg heeft, kan de arbiter weigeren van deze nieuwe vorderingen of middelen kennis te nemen. Artikel XII. Termijn voor de uitspraak 1. Door de arbiter moet uitspraak worden gedaan binnen de dertig dagen, te rekenen vanaf de datum waarop de in punt XI.2 bedoelde akte werd ondertekend. 11

12 2. Deze termijn kan op gemotiveerd verzoek van de arbiter een eerste maal door een gemotiveerde beslissing van AKaBA worden verlengd. Dergelijke verlengingen kunnen hoogstens gelden voor een termijn van vijftien dagen. Vanaf de tweede verlenging moeten de partijen voorafgaandelijk worden gehoord. Een derde verlenging kan slechts worden toegestaan in geval van overmacht of wanneer door de arbiter wordt aangetoond dat het hem werkelijk onmogelijk is geweest om binnen de verlengde termijn een uitspraak te doen. Wanneer de uitspraak is gedaan, brengt AKaBA de door de arbiter ondertekende tekst van de uitspraak per aangetekende brief ter kennis van de partijen, nadat zij, of één van hen, de Arbitragekosten volledig aan AKaBA hebben betaald. Artikel XIII. Kosten Het voor de honoraria van de arbiter en de administratieve kosten verschuldigd bedrag, wordt door AKaBA vastgesteld binnen de grenzen vermeld onder hoofdstuk F. Artikel XIV. Publicatie der uitspraken AKaBA mag de arbitrage-uitspraken publiceren, zonder evenwel de namen van partijen te vermelden. C. Bindend advies 1. De partijen, die zulks zijn overeengekomen door een bijzondere overeenkomst, kunnen aan AKaBA vragen een adviseur aan te stellen met het oog op het uitbrengen van een bindend advies. 2. De partij, die een beroep op deze procedure wenst te doen, richt per aangetekende brief een verzoek aan AKaBA. Het verzoek bevat een uiteenzetting van haar standpunt en is vergezeld van alle nodige stukken. 3. In geval van een verzoek door één partij, brengt AKaBA de andere partij binnen de drie dagen op de hoogte. Deze partij beschikt over een termijn van vijftien dagen om per aangetekende brief haar standpunt en stukken mede te delen. 4. De partijen kunnen in onderling akkoord de adviseur aanwijzen, onder voorbehoud van aanvaarding door AKaBA. Indien AKaBA weigert de aangewezen adviseur te aanvaarden, indien de partijen geen adviseur aanwijzen of indien er geen overeenstemming is over de aan te wijzen adviseur stelt AKaBA de adviseur aan die bij voorkeur afkomstig zal zijn van de niet-bindende lijst van arbiters. Een aanwijzing door AKaBA dient niet te worden gemotiveerd. Tegen een aanwijzing van AKaBA is geen beroep mogelijk. 12

13 5. De adviseur bepaalt vrij het procedureverloop met als voorwaarde dat het bindend advies verleend wordt binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst van het dossier, zoals bepaald onder AKaBA bezorgt het dossier aan de aangestelde adviseur na betaling van de door AKaBA gevraagde provisie. D. Verzoeningsprocedure 1. De partij die een beroep wenst te doen op de verzoeningsprocedure, richt daartoe een aangetekende brief tot AKaBA. Het verzoek bevat volgende gegevens: a. maatschappelijke benaming, vennootschapsvorm en zetel, naam, voornaam, beroep en adres van de partijen en eventueel handelsregister; b. de uiteenzetting van het standpunt van de eisende partij, waarbij de nodige documenten zijn gevoegd. 2. AKaBA brengt binnen de drie dagen de andere partij per aangetekende brief op de hoogte van het verzoek. Deze partij beschikt over een termijn van acht dagen om de deelneming aan de verzoeningsprocedure te aanvaarden of te weigeren. 3. In geval van weigering, of bij gebreke aan antwoord, wordt de verzoeningsprocedure als onbestaande beschouwd. In het andere geval stellen de partijen in onderling overleg een verzoener aan, al dan niet afkomstig van de niet-bindende lijst van arbiters of van de lijst van bemiddelaars en onder voorbehoud van aanvaarding door AKaBA. Vervolgens zal de verzoener vrij de poging tot minnelijke schikking organiseren. Indien AKaBA weigert de aangewezen verzoener te aanvaarden, indien de partijen geen verzoener aanwijzen of indien er geen overeenstemming is over de aan te wijzen verzoener stelt AKaBA de verzoener aan die afkomstig zal zijn van de niet-bindende lijst van arbiters of van de lijst van bemiddelaars. Een aanwijzing door AKaBA dient niet te worden gemotiveerd. Tegen een aanwijzing van AKaBA is geen beroep mogelijk. 4. Nadat de partijen, of één ervan, de door AKaBA bepaalde provisie hebben betaald, onderzoekt de verzoener de zaak en legt hij aan de partijen een voorstel tot minnelijke schikking voor. Het door de verzoener opgestelde proces-verbaal wordt door de partijen al dan niet voor akkoord ondertekend en aan AKaBA overgemaakt, die de kosten bepaalt en het bedrag aan de partijen meedeelt. 5. De partijen betalen een gelijk deel van de kosten zoals deze door AKaBA zijn bepaald, tenzij zij anders zijn overeengekomen. De partijen zijn ten aanzien van AKaBA en de verzoener hoofdelijk gehouden tot betaling van de begrote kosten. 6. De verzoener is tot geheimhouding verplicht. Vermits de verzoeningsprocedure strikt vertrouwelijk is tot het bereiken van een eventueel akkoord, kan in geen enkel geval in 13

14 andere procedures gewag gemaakt worden van hetgeen is gedaan, gezegd of geschreven in de verzoeningsprocedure. 7. De verzoener dient zich te onthouden van tussenkomst in elke andere mogelijke procedure betreffende hetzelfde geschil. E. Bemiddeling 1. Bemiddeling heeft tot doel een regeling te bewerkstelligen tussen partijen in een geschil door, met de hulp van een neutrale persoon, de bemiddelaar, een gesprek tussen deze partijen tot stand te brengen, de voorwaarden voor een dialoog te herstellen en voorstellen uit te lokken die van aard zijn het bestaande geschil op te lossen. 2. De rol van de bemiddelaar bestaat erin de partijen te helpen de regeling met kennis van zaken en op vrijwillige basis tot stand te brengen. In geen geval zal de bemiddelaar de partijen trachten te overreden in te stemmen met de regeling of een beslissing nemen voor één van hen. 3. De bemiddelaar wordt door partijen gezamenlijk benoemd uit de lijst van de bemiddelaars aangelegd conform het bepaalde in artikel 18 van de Statuten van AKaBA. 4. Bij de opening van het dossier verzoekt de bemiddelaar de partijen om een bemiddelingsovereenkomst waarvan hij hen het ontwerp tezamen met de tekst van huidig reglement voorlegt te ondertekenen. De bemiddelaar geeft hierover de nodige uitleg en beantwoordt alle nuttige vragen van partijen. Door de ondertekening van de bemiddelingsovereenkomst wordt huidig reglement bindend voor partijen en de bemiddelaar en zal het van toepassing zijn op de bemiddeling waartoe partijen en de bemiddelaar zich hebben verbonden. 5. Tijdens de bemiddelingsprocedure zal elk der partijen in persoon aanwezig zijn. Indien een partij een rechtspersoon is, dient zij te worden vertegenwoordigd door het orgaan dat over de nodige bevoegdheden beschikt om aan de bemiddeling deel te nemen en een regelingsovereenkomst te ondertekenen, of door één of meerdere door dit orgaan daartoe behoorlijk gevolmachtigde(n), met uitsluiting van een zaakwaarnemer zoals gedefinieerd in 6. hierna. De bemiddelaar gaat deze bevoegdheden na en schorst desgevallend zijn tussenkomst tot hij over de nodige gegevens en bewijzen ter zake beschikt. 6. De partijen mogen worden bijgestaan door de advocaat van hun keuze of door elke raadsman, andere dan een zaakwaarnemer, die de bemiddelaar aanvaardt als zijnde een persoon die kan bijdragen tot een minnelijke oplossing van het geschil. Onder zaakwaarnemer wordt begrepen de persoon die, in tegenstrijd met de artikelen 675, al. 4, en 1694, 4 van het gerechtelijk wetboek, een persoon rechtstreeks of onrechtstreeks zou vertegenwoordigen, of die, zelfs bijkomstig, schuldvorderingen int of schulden centraliseert 14

15 voor zijn klanten zonder als schuldbemiddelaar aangesteld te zijn geweest overeenkomstig de wettelijke bepalingen terzake. De bemiddelaar zal steeds mogen weigeren een opdracht verder te zetten indien een partij wordt bijgestaan door een persoon van wie de bemiddelaar oordeelt dat zijn aanwezigheid de bemiddeling niet kan bevorderen. 7. Elk der partijen en de bemiddelaar kunnen een bemiddeling te allen tijde beëindigen. 8. Partijen kunnen niet worden gehouden aan de door hen tijdens de bemiddeling ingenomen standpunten en voorstellen alsmede de door hen aan de bemiddelaar of aan de andere partij gedane mededelingen van welke aard en op welke wijze ook behoudens hetgeen tussen hen is overeengekomen in een regelingsovereenkomst, waarin het bekomen akkoord door partijen is vastgelegd. 9. Bemiddeling heeft een vertrouwelijk karakter. Zowel de partijen als de bemiddelaar dienen zich tot volstrekte geheimhouding te verbinden in de bemiddelingsovereenkomst van al hetgeen tijdens de bemiddelingssessie(s) mondeling of anderszins naar voor wordt gebracht. Deze verbintenis houdt in dat zij zich verbieden om aan derden bekend te maken en dus ook zich ertoe verbinden niet als bewijsmateriaal in enige arbitrale, administratieve, juridische of andere procedure van eender welke aard te gebruiken: a) standpunten of voorstellen uitgedrukt door de andere partij(en) of door de bemiddelaar terzake mogelijke oplossingen van het geschil; b) voorstellen, syntheses, nota's, enz. die de partij(en) of de bemiddelaar met het oog op of eigen aan de bemiddeling hebben voorgedragen; c) het feit dat één van de partijen gesteld zou hebben dat zij bereid zou zijn een voorstel van de tegenpartij of van de bemiddelaar voor akkoord te aanvaarden; d) elk document dat in het kader van de bemiddeling werd opgesteld. Partijen verwerpen elke bewijswaarde van de hierboven aangeduide elementen. Deze verplichting geldt niet indien de desbetreffende partij onafhankelijk van de bemiddeling reeds zelf daarover beschikte of daarover had kunnen beschikken. Partijen leggen zich bovendien het verbod op om de bemiddelaar als getuige op te roepen in een juridische of arbitrale procedure. 10. Onverminderd de geheimhoudingsplicht van de bemiddelaar geldt voor de advocaatbemiddelaar dat deze door zijn/haar beroepsgeheim gebonden is

16 11.1. De bemiddelaar zal steeds een volstrekte en onberispelijke onpartijdigheid aan de dag leggen. De bemiddelaar zal met geen van partijen een band doen ontstaan die mogelijk zijn professioneel oordeel aantast. In geval van belangenconflict zal hij zich onthouden. In voorkomend geval zal de bemiddelaar zowel voorafgaand als tijdens de bemiddeling melding maken aan partijen van de elementen die kunnen worden geacht zijn onafhankelijkheid in het gedrang te brengen en ofwel zich terugtrekken uit de bemiddeling ofwel het geschreven akkoord van partijen met de voortzetting van de bemiddeling bekomen De bemiddelaar mag tijdens de bemiddeling geen enkel ander mandaat van de partijen aanvaarden, behoudens afwijkend akkoord van alle partijen tot de bemiddeling Na de bemiddeling, en behoudens andersluidende overeenkomst tussen de partijen, kan de bemiddelaar niet tussenkomen, tenzij als bemiddelaar tussen dezelfde partijen in ieder conflict dat betrekking heeft op een kwestie die het voorwerp heeft uitgemaakt van de bemiddeling. Het is de bemiddelaar verboden om een mandaat van één van de partijen tot de bemiddeling te aanvaarden voor kwesties die niet het voorwerp uitmaakten van de bemiddeling gedurende één jaar vanaf de beëindiging van de bemiddelingsprocedure, behoudens uitdrukkelijk schriftelijk akkoord van alle partijen. 12. Het is partijen verboden om gedurende de bemiddelingsprocedure over het geschil dat voorwerp is van de bemiddeling of over onderdelen van dit geschil gerechtelijke en andere procedures aanhangig te maken. Het instellen van een bemiddelingsprocedure belet de partijen echter niet om voorlopige en bewarende maatregelen die zij nuttig achten, te nemen, tenzij partijen anders zijn overeengekomen. Indien een partij een dergelijke procedure aanhangig heeft gemaakt, is zij verplicht om de bemiddelaar en de andere partij zo snel mogelijk in kennis te stellen. Eventuele tijdens de bemiddeling lopende procedures over het geschil of onderdelen daarvan, met uitzondering van maatregelen ter bewaring van rechten, worden door partijen opgeschort voor de duur van de bemiddeling, tenzij partijen anders zijn overeengekomen. 13. Het staat de bemiddelaar vrij, na overleg met partijen, de wijze te organiseren waarop de bemiddelingssessie zal verlopen. De bemiddelaar vergadert met partijen en voert, indien dit nodig zou zijn, met elk van de partijen afzonderlijk gesprekken, over de inhoud waarvan de bemiddelaar, al naargelang het geval, aan de andere partij(en) kan melding maken. 16

17 Indien hij het nuttig acht, doch met terughoudendheid, mag de bemiddelaar zelf suggesties of voorstellen doen voor het oplossen van het geschil. Bij het bereiken van een regeling in der minne wordt deze tussen de partijen schriftelijk vastgelegd en ondertekend. Na ondertekening is de bemiddelingsprocedure beëindigd 14. De bemiddelaar kan in de loop van de bemiddelingsprocedure partijen verzoeken zich te laten adviseren door een technische deskundige in het domein waarop het geschil betrekking heeft. 15. Het voor de honoraria van de bemiddelaar en administratieve kosten verschuldigd bedrag wordt door AKaBA vastgesteld binnen de grenzen bepaald onder hoofdstuk F. Het bedrag van het honorarium van de bemiddelaar mag niet beïnvloed worden door het resultaat van de bemiddeling en meer bepaald door het feit of er al dan niet een overeenkomst tussen partijen tot stand komt. Aan de bemiddelaar mogen benevens het overeengekomen ereloon en kosten geen andere voordelen van welke aard ook, uit hoofde van de bemiddeling toegekend worden. In principe draagt elk der partijen de helft van de provisie voor honoraria en kosten. Wanneer, ingevolge de ontwikkeling van de bemiddeling, de bemiddelaar acht dat de provisie onvoldoende is om het totaal van de erelonen en kosten te dekken, mag de bemiddelaar aan partijen, mits het akkoord van AKaBA, een bijkomende provisie vragen. Bij de beëindiging van zijn opdracht stelt de bemiddelaar een definitieve honorariumstaat m.b.t. de bemiddeling op. Deze honorariumstaat wordt in gelijke delen onder de partijen verdeeld, ten ware het bekomen akkoord in een andere verdeelsleutel voorziet. F. Kosten Het voor de honoraria van de arbiters en administratieve kosten verschuldigd bedrag, wordt door AKaBA vastgesteld binnen de hierna vermelde grenzen: l. A. Normale procedure: Waarde van het geschil tot BEF van BEF tot BEF van BEF tot BEF boven de BEF Honoraria en administratieve kosten 3% tot 6'% met een minimum van BEF 2,25% tot 3% met een minimum van BEF 1,50% tot 2% met een minimum van BEF 1,25% tot 1,5% met een minimum van BEF 17

18 1. B. Verkorte procedure: Waarde van het geschil tot BEF van BEF tot BEF van BEF tot BEF van BEF tot BEF boven de BEF Honoraria en administratieve kosten 5% tot 7% met een minimum van BEF 2% tot 4% met een minimum van BEF 1,5% tot 2% met een minimum van BEF 1% tot 1,5% met een minimum van BEF 0,75 % tot 1% met een minimum van BEF 1. C. Het bindend advies: De vergoedingen voorzien voor de verkorte procedure tot de helft herleid, doch met een minimum van BEF. l. D. Verzoeningsprocedure: Vanaf tot BEF. Indien de waarde van het geschil onbepaalbaar is, geldt het minimumtarief voor l.a.b. en C. 1. E. Bemiddeling: Vanaf tot BEF of een uurtarief bepaald door AKaBA. 2. Wegens specifieke omstandigheden, kan AKaBA de honoraria van de arbiters, adviseurs, verzoeners en bemiddelaars en de administratieve kosten, uitzonderlijk op een hoger of lager bedrag vaststellen dan hierboven is bepaald. 3. De partijen zijn ten aanzien van AKaBA hoofdelijk tot betaling van alle arbitragekosten gehouden. AKaBA beslist soeverein over de voortzetting van de procedure, indien de kosten niet zijn betaald. 4. Het dagelijks bestuur van AKaBA stelt het bedrag vast dat als provisie op de diverse procedures aan AKaBA moet betaald worden. 5. De uitspraak stelt tussen partijen hun bijdrage in de arbitragekosten vast. Eventueel wordt het akkoord tussen partijen, betreffende de verdeling van de kosten, in de uitspraak vastgesteld. 6. De honoraria en de kosten van de arbiters, verzoeners, adviseurs, bemiddelaars en de administratieve kosten overeenkomstig dit hoofdstuk vastgesteld, zijn in de (arbitrage)kosten begrepen naast de andere kosten, zoals deze van deskundigenonderzoek en andere onderzoeksmaatregelen, vertaling, tolken en verplaatsingen. 7. Van dit hoofdstuk kan worden afgeweken bij uitdrukkelijke andersluidende overeenkomst met AKaBA. 18