REGLEMENT VAN DE ARBITRAGE COMMISSIE SPORTSPONSORING VAN HET NEDERLANDS OLYMPISCH COMITE * NEDERLANDSE SPORT FEDERATIE EN HET GENOOTSCHAP VOOR RECLAME

Transcriptie

1 REGLEMENT VAN DE ARBITRAGE COMMISSIE SPORTSPONSORING VAN HET NEDERLANDS OLYMPISCH COMITE * NEDERLANDSE SPORT FEDERATIE EN HET GENOOTSCHAP VOOR RECLAME De verenigingen: A. Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie, gevestigd te Arnhem, verder te noemen NOC*NSF; en B. Genootschap voor Reclame, sectie Sportsponsoring (voorheen Vereniging Sportsponsoring Nederland), gevestigd te Amsterdam, verder te noemen GvR; hebben besloten een permanente Commissie in te stellen ter beslechting van geschillen welke kunnen ontstaan naar aanleiding van de overeenkomsten met betrekking tot sportsponsoring. Voor deze Commissie, die op 11 maart 1976 werd geïnstalleerd, is hierbij het volgende reglement vastgesteld. Dit reglement is herzien op 29 november 1977, op 23 mei 1985, op 29 augustus 1991, op 18 februari 1997 en op 31 januari Artikel 1 De Commissie draagt de naam Arbitrage Commissie Sportsponsoring en is gevestigd in Nederland. Artikel 2 De Commissie heeft ten doel het beslechten van geschillen welke kunnen ontstaan naar aanleiding van overeenkomsten met betrekking tot sportsponsoring. Artikel 3 1. Partijen worden geacht dit reglement tot een deel van hun arbitrageovereenkomst te hebben gemaakt, indien zij in de akte van compromis of in een schriftelijk vastgelegd arbitraal beding verwijzen naar arbitrage door de Arbitrage Commissie Sportsponsoring of volgens het reglement van de Arbitrage Commissie Sportsponsoring. 2. Indien partijen een schriftelijke overeenkomst tot het verkrijgen van een bindend advies door de Arbitrage Commissie Sportsponsoring hebben gesloten, is dit reglement van overeenkomstige toepassing. Artikel 4 De Commissie bestaat uit een voorzitter, twee plaatsvervangend voorzitters, alsmede uit tenminste vier en ten hoogste tien leden. 1

2 Artikel 5 1. Van het aantal leden wordt de helft benoemd door het bestuur van het NOC*NSF en de andere helft door het bestuur van het GvR, en wel zodanig dat altijd een gelijk aantal leden benoemd door het bestuur van het NOC*NSF en benoemd door het bestuur van het GvR in de Commissie zitting hebben. Deze leden worden al dan niet uit de leden van het NOC*NSF en/of het GvR gekozen. 2. Leden van de Commissie worden benoemd voor een tijd van vier jaren. Iedere twee jaren treedt de helft af volgens een op te maken rooster. Alle afgetredenen zijn terstond herkiesbaar. 3. Leden, aan wie een zaak ter beslechting is opgedragen, blijven ook na hun aftreden met de afdoening daarvan belast. Artikel 6 1. De besturen van het NOC*NSF en het GvR benoemen in gezamenlijk overleg de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitters van de Commissie. 2. Deze benoeming geschiedt voor de tijd van vier jaren, met dien verstande, dat de benoeming van de plaatsvervangend voorzitters voor de eerste maal slechts zal geschieden voor een tijd van twee jaren. Voor het overige is van toepassing het bepaalde in artikel 5 tweede lid, laatste zin, en het derde lid. 3. Als voorzitter en plaatsvervangend voorzitters zullen bij voorkeur worden benoemd juristen, die beschikken over praktische ervaring in sportaangelegenheden. 4. Bij gebreke van overeenstemming zullen de besturen van het NOC*NSF en het GvR, althans de meest gerede partij, de voorzitter van de Nederlandse Juristenvereniging kunnen verzoeken de voorzitter c.q. plaatsvervangend voorzitters te benoemen, met inachtneming van hetgeen in dit reglement dienaangaande is bepaald. Artikel 7 De voorzitter van de Commissie, de plaatsvervangend voorzitters en de leden van de Commissie, die geen deel uitmaken van een scheidsgerecht, kunnen niet bij de behandeling van enig geschil optreden als raadsman van een van de partijen. Artikel 8 De besturen van het NOC*NSF en het GvR bepalen waar het secretariaat van de Commissie is gevestigd. Zij kunnen een derde, bij voorkeur jurist, benoemen om als secretaris van de Commissie leiding te geven aan het secretariaat. Taak en bevoegdheden van de secretaris worden vastgesteld in diens benoemingsbrief. 2

3 Artikel 9 1. Behoudens het bepaalde in artikel 21 en artikel 24 vierde lid, geschiedt de berechting van de in artikel 2 genoemde geschillen door een scheidsgerecht, bestaande uit drie personen, te weten de voorzitter of één der plaatsvervangend voorzitters, zijnde dan voorzitter van het scheidsgerecht, een lid benoemd door het NOC*NSF en een lid benoemd door het GvR. 2. De voorzitter van de Commissie benoemt voor elk voorkomend geschil, met inachtneming van het bepaalde in het eerste lid, de personen die aan het scheidsgerecht deelnemen, tenzij partijen binnen veertien dagen na ontvangst van een daartoe strekkend verzoek aan de voorzitter schriftelijk de namen opgeven van de door hen uit de leden van de Commissie benoemde personen. 3. Onmiddellijk nadat bekend is welke personen aan het scheidsgerecht zullen deelnemen, geeft het secretariaat hiervan kennis aan partijen. Artikel Partijen hebben het recht overeenkomstig artikel 1033 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering één of meer personen die aan het scheidsgerecht deelnemen te wraken, doch uitsluitend om één of meer van de in artikel 30 van dit Wetboek vermelde redenen. 2. De wraking dient te geschieden door middel van een aan het secretariaat gerichte aangetekende brief, waarin wordt meegedeeld welke persoon die aan het scheidsgerecht deelneemt om welke reden wordt gewraakt. Wraking kan, met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde, geschieden uiterlijk tien dagen nadat door de secretaris de samenstelling van het scheidsgerecht aan partijen is verzonden of ingeval van een spoedgeschil alleen onmiddellijk na de opening van de mondelinge behandeling. 3. De voorzitter van de Commissie beslist zo spoedig mogelijk over de wraking. Indien de wraking de voorzitter van de Commissie betreft, beslist de plaatsvervangend voorzitter als bedoeld in artikel 12. Artikel 11 Indien een lid van het scheidsgerecht komt te overlijden of op welke wijze ook verhinderd wordt langer zijn functie te blijven waarnemen, geschiedt de benoeming van diens plaatsvervanger door de voorzitter overeenkomstig het bepaalde in artikel 9. Artikel 12 Indien de voorzitter verhinderd is, op welke wijze ook, zijn functie te vervullen, zal hij worden vervangen door de plaatsvervangend voorzitter die het langste als zodanig functioneert, aan wie dan alle bevoegdheden toekomen die in dit reglement worden toegekend aan de voorzitter. 3

4 Artikel 13 De secretaris van de Commissie kan aan een scheidsgerecht als secretaris worden toegevoegd. De voorzitter van een scheidsgerecht kan tevens een secretaris aanstellen om het scheidsgerecht bij de behandeling van een geschil bij te staan. Artikel 14 Een geschil wordt aanhangig gemaakt door indiening in drievoud bij het secretariaat van een schriftelijk stuk, verder te noemen memorie van eis, houdende een behoorlijke omschrijving van het geschil en van hetgeen wordt gevorderd met vermelding van naam, adres, en woonplaats van partijen. Daarbij moet tevens de overeenkomst worden overgelegd, waarbij partijen de beslissing van tussen hen gerezen geschillen aan de Commissie hebben opgedragen, alsmede een uittreksel uit het handelsregister en/of het bevolkingsregister betreffende eiser en verweerder. Dit uittreksel mag niet ouder zijn dan 10 dagen ten tijde van het aanhangig maken van het geschil. Artikel Tegelijk met het aanhangig maken van een geschil dient de eisende partij voor administratiekosten aan het secretariaat een vergoeding te betalen. Deze vergoeding bedraagt: - indien het belang van de zaak niet meer beloopt dan 2.500,--: 50,--; - indien het belang van de zaak meer dan 2.500,--, maar niet meer dan ,-- beloopt: 125,--; - indien het belang van de zaak meer dan ,--, maar niet meer dan ,-- beloopt: 250,--; - indien het belang van de zaak meer dan ,-- beloopt: 1% van het belang tot een maximum van 1.000,--. In alle andere gevallen bedraagt de vergoeding 500,--. Indien het belang van de zaak niet aanstonds kan worden vastgesteld, zal het belang van de zaak en daarmee de hoogte van de vergoeding door de voorzitter vooralsnog worden gewaardeerd. De voorzitter is voorts bevoegd om op een daartoe strekkend verzoek van één of beide partijen de vergoeding op een lager bedrag vast te stellen. 2. De vergoeding moet worden overgemaakt op een rekening aan te wijzen door de secretaris van de Commissie. Tevens dient het bedrag aan kosten van deponering van het vonnis bij de rechtbank te worden overgemaakt. 3. De behandeling van het geschil kan worden opgeschort tot de dag van voldoening. 4. Indien hangende de procedure de in het eerste lid bedoelde vergoeding ontoereikend mocht blijken te zijn, kan de voorzitter een verhoging daarvan ambtshalve vaststellen, zonodig onder opschorting van de procedure tot de dag van de voldoening. 5. De arbiters en de voorzitter van het scheidsgerecht kunnen aanspraak maken op een honorarium en een vergoeding van door hen te maken reis- en verblijfkosten. Het honorarium wordt na overleg met de arbiters door de voorzitter van het scheidsgerecht vastgesteld, in aanmerking genomen het belang en de complexiteit van de zaak en de met de behandeling van de zaak gemoeide tijd. 4

5 6. De secretaris kan van de eisende partij, alsmede van de wederpartij indien deze een tegenvordering instelt, terzake van het honorarium en de kosten van de arbiters een voorschot verlangen. Het in lid 1 de voorlaatste zin en in de leden 2, 3 en 4 ten aanzien van de vergoeding voor administratiekosten bepaalde, is van overeenkomstige toepassing op het honorarium van de arbiters. Artikel 16 Het secretariaat zendt van de hem binnenkomende memorie van eis onverwijld een afschrift aan de wederpartij onder mededeling, dat binnen een termijn van vier weken een memorie van antwoord, eveneens in drievoud, kan worden ingediend. De voorzitter van het scheidsgerecht, of indien het scheidsgerecht nog niet is benoemd, de voorzitter van de Commissie, kan deze termijn één of meerdere malen verlengen. Artikel 17 Indien de verwerende partij een tegenvordering aanhangig wenst te maken en de Commissie tot behandeling daarvan bevoegd is, kan zulks geschieden door een eis van reconventie in de memorie van antwoord op te nemen. Het bepaalde in artikel 15 is dan dienovereenkomstig van toepassing. Artikel 18 Het scheidsgerecht kan het indienen van een tweede memorie van eis (memorie van repliek en memorie van dupliek) toestaan. De termijnen voor het indienen hiervan worden door de voorzitter van het scheidsgerecht bepaald. Artikel 19 Het scheidsgerecht is ambtshalve of op verzoek van één der partijen bevoegd partijen of haar gemachtigden, zomede getuigen te horen en het advies van deskundigen in te winnen alsmede al datgene te doen, wat het tot de goede beslissing van het geding nuttig oordeelt. Artikel 20 Indien partijen, of een van hen, de benodigde memories en stukken, naar het oordeel van het scheidsgerecht niet tijdig inleveren, of in het algemeen naar de mening van het scheidsgerecht de behandeling onnodig vertragen, kan het scheidsgerecht verklaren, dat verder zal worden geprocedeerd zonder de achterwege gebleven memories of stukken, of te verrichten handelingen af te wachten en vervolgens vonnis zal worden gewezen. Artikel 21 Indien een wederpartij, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet reageert op de mededeling van het secretariaat een memorie van antwoord in te dienen, kan de voorzitter van de Commissie bepalen dat het scheidsgerecht slechts bestaat uit één persoon, te weten de voorzitter of één van de plaatsvervangend voorzitters. Deze zal de zaak kunnen afdoen, nadat aan de wederpartij verstek is verleend. 5

6 Artikel Het scheidsgerecht beslist als goede mannen naar billijkheid en bij meerderheid van stemmen. Het is niet bevoegd om het tussen partijen overeengekomene te wijzigen. 2. Indien de verwerende partij noch schriftelijk noch mondeling verweer heeft gevoerd, wijst het scheidsgerecht de vordering toe, tenzij het deze onrechtmatig of ongegrond acht. 3. Indien een partij een gedeelte van de eis schuldig erkent of onvoldoende weerspreekt, doch voor het overige verweer voert, kan het scheidsgerecht bij tussenbeslissing het erkende gedeelte van de eis toewijzen en bevelen dat voor het overige verder zal worden geprocedeerd. 4. Het scheidsgerecht kan bij een tussentijdse beslissing een voorziening treffen. 5. De taak van het scheidsgerecht duurt voort tot en met het depot van het eindvonnis ter griffie, dan wel tot het bindend advies zal zijn uitgebracht. 6. Ieder der partijen ontvangt een exemplaar van de beslissing. Een derde exemplaar wordt gedeponeerd in het archief van het secretariaat, terwijl indien er een vonnis is gewezen, een vierde exemplaar wordt gedeponeerd ter daarvoor aangewezen griffie. Artikel 23 Bij de beslissing van het geschil kunnen door het scheidsgerecht ten laste van de in het ongelijk gestelde partij geen andere kosten worden gebracht dan de administratiekosten, het honorarium en de reis- en verblijfkosten van arbiters als bedoeld in artikel 15, de noodzakelijke reis- en verblijfkosten, alsmede de inkomstenderving van getuigen en deskundigen en de kosten van depot va het eindvonnis ter betrokken griffie. Indien partijen gedeeltelijk in het gelijk worden gesteld, kan het scheidsgerecht de kosten geheel of gedeeltelijk verdelen. Artikel In alle zaken, waarin uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening wordt vereist of nuttig geoordeeld, kan aan de voorzitter worden verzocht een geschil als spoedgeschil te behandelen. 2. Dit verzoek dient bij de indiening van de memorie van eis, bedoeld in artikel 14, te worden gedaan. 3. Indien het verzoek wordt afgewezen, zal dit bij aangetekend schrijven aan verzoeker worden medegedeeld. Deze kan daarna verzoeken, dat de behandeling van de zaak op de gewone wijze wordt voortgezet. 6

7 4. Indien het verzoek wordt ingewilligd, zal de voorzitter terstond een datum bepalen voor de mondelinge behandeling. De berechting van het geschil geschiedt overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, tenzij beide partijen binnen 7 dagen na daartoe verzocht te zijn, schriftelijk het secretariaat doen weten dat zij instemmen met een berechting door de voorzitter alleen. Het secretariaat roept partijen op onder toezending aan de verweerder van een afschrift van de memorie van eis. De artikelen 15, 17, 19 en 20 zijn van overeenkomstige toepassing. De voorzitter is bevoegd het geschil te verwijzen naar de gewone behandeling, indien hij oordeelt dat de zaak niet voor een spoedbehandeling in aanmerking komt, dan wel de zaak zich voor een spoedbeslissing niet leent. 5. Het scheidsgerecht respectievelijk de voorzitter neemt zo spoedig mogelijk zijn beslissing. Artikel 22 is van overeenkomstige toepassing. Artikel De in artikelen 22 en 24 bedoelde beslissing c.q. vonnis kan door de voorzitter openbaar worden gemaakt. 2. In ieder geval zal elke beslissing c.q. elk vonnis als bedoeld in de artikelen 22 en 24 door het NOC*NSF aan zijn leden worden meegedeeld. 3. De voorzitter kan bepalen, dat de mondelinge behandeling van een geschil openbaar is, tenzij één der partijen hiertegen bezwaar maakt. Artikel 26 De aansprakelijkheid van het NOC*NSF, het GvR, de leden van Arbitrage Commissie Sportsponsoring, een bestuurslid in persoon, de leden van een scheidsgerecht of de secretaris voor enig handelen of nalaten met betrekking tot een arbitrage waarop dit reglement van toepassing is, is uitgesloten. Artikel 27 Het reglement is van toepassing in de vorm, welk het heeft op het tijdstip dat een geschil aanhangig wordt gemaakt. Artikel 28 Wijzigingen in dit reglement kunnen slechts worden aangebracht met volledige goedkeuring van het NOC*NSF en het GvR. Artikel De Commissie werd op 1 januari 1976 opgericht voor de tijd van vijf jaren, onder de bepaling gesteld in lid 2, en vervolgens op 11 maart 1976 geïnstalleerd. 7

8 2. Indien niet uiterlijk zes maanden voor de afloop van die termijn door het NOC*NSF of het GvR schriftelijk aan de wederpartij en de voorzitter van de Commissie de wens te kennen is gegeven de Commissie te ontbinden, wordt deze termijn telkens voor vijf jaren verlengd, onder dezelfde voorwaarden als boven genoemd. Bij niet verlenging behouden alle benoemde leden van de Commissie hun bevoegdheid. Secretariaat Arbitrage Commissie Sportsponsoring Mr. T.C. Boer Joh. Vermeerstraat DL AMSTERDAM tel fax Tegelijk met het aanhangig maken van een geschil dient de eisende partij het voor administratiekosten verschuldigde bedrag te voldoen door overschrijving op bankrekeningnummer onder vermelding van nummer