RUP CENTRUM BEGIJNENDIJK

Transcriptie

1 RUP CENTRUM BEGIJNENDIJK (GEDEELTELIJKE HERZIENING) PLAN-MER SCREENINGSNOTA (deel II kaartenbundel) Adviesverlening en begeleiding Ruimtelijke ordening September 2016 (ontheffingsaanvraag) Projectnr. IL: SCRPL-nr.: SCRPL16167

2 Gemeente Begijnendijk RUP CENTRUM BEGIJNENDIJK (GEDEELTELIJKE HERZIENING) Onderzoek naar plan-mer-plicht Verzoek tot raadpleging DEEL II: KAARTENBUNDEL Initiatiefnemer: Gemeente Begijnendijk Kerkplein Begijnendijk Uitvoering: Interleuven Brouwersstraat Leuven Deel II: kaartenbundel september /39

3 INHOUDSOPGAVE KAART 1: SITUERING GEMEENTE BEGIJNENDIJK... 4 KAART 2: SITUERING PLANGEBIED BINNEN BEGIJNENDIJK... 5 KAART 3: AFBAKENING PLANGEBIED (TOPOGRAFISCHE KAART)... 6 KAART 4: AFBAKENING PLANGEBIED (LUCHTFOTO)... 7 KAART 5: GEWESTPLAN... 8 KAART 6: GRAFISCH PLAN RUP CENTRUM BEGIJNENDIJK (GOEDGEKEURDE VERSIE 2013). 9 KAART 7: BODEMKAART KAART 8: HERBEVESTIGDE AGRARISCHE GEBIEDEN (HAG) KAART 9: LANDBOUWTYPERINGSKAART KAART 10: EROSIEGEVOELIGE GEBIEDEN KAART 11: POTENTIËLE EROSIEKAART KAART 12: HELLINGENKAART KAART 13: DHM HOOGTEKAART KAART 14: BODEMGEBRUIK KAART 15: KAART VOOR OVERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN KAART 16: RECENT OVERSTROOMDE GEBIEDEN (ROG) KAART 17: NATUURLIJK OVERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN (NOG) KAART 18: MOGELIJK OVERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN (MOG) KAART 19: WATERLOPEN KAART 20: INFILTRATIEGEVOELIGE GEBIEDEN KAART 21: GRONDWATERKWETSBAARHEID KAART 22: GRONDWATERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN KAART 23: ZONERINGSPLAN VMM KAART 24: BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART KAART 25: VOGEL- EN HABITATRICHTLIJNGEBIEDEN KAART 26: GEBIEDEN VAN VEN EN IVON KAART 27: GRAFISCH PLAN HERZIENING RUP CENTRUM BEGIJNENDIJK KAART 28: VERSCHIL OORSPRONKELIJK EN NIEUW (HERZIEN) GRAFISCH PLAN KAART 29: FIJN STOF (PM10 DAGGEMIDDELDE) KAART 30: FIJN STOF (PM10 JAARGEMIDDELDE) KAART 31: GELUIDSKAART WEGEN VAN VLAAMS-BRABANT VOLLEDIGE DAG (L_DEN) KAART 32: GELUIDSKAART WEGEN VLAAMS-BRABANT VOLLEDIGE NACHT (L_DEN) BIJLAGE I: BRONVERMELDING GEBRUIKTE KAARTLAGEN Deel II: kaartenbundel september /39

4 KAART 1: SITUERING GEMEENTE BEGIJNENDIJK Deel II: kaartenbundel september /39

5 KAART 2: SITUERING PLANGEBIED BINNEN BEGIJNENDIJK Deel II: kaartenbundel september /39

6 KAART 3: AFBAKENING PLANGEBIED (TOPOGRAFISCHE KAART) Deel II: kaartenbundel september /39

7 KAART 4: AFBAKENING PLANGEBIED (LUCHTFOTO) Deel II: kaartenbundel september /39

8 KAART 5: GEWESTPLAN Deel II: kaartenbundel september /39

9 KAART 6: GRAFISCH PLAN RUP CENTRUM BEGIJNENDIJK (GOEDGEKEURDE VERSIE 2013) Deel II: kaartenbundel september /39

10 KAART 7: BODEMKAART Deel II: kaartenbundel september /39

11 KAART 8: HERBEVESTIGDE AGRARISCHE GEBIEDEN (HAG) Deel II: kaartenbundel september /39

12 KAART 9: LANDBOUWTYPERINGSKAART Deel II: kaartenbundel september /39

13 KAART 10: EROSIEGEVOELIGE GEBIEDEN Deel II: kaartenbundel september /39

14 KAART 11: POTENTIËLE EROSIEKAART Deel II: kaartenbundel september /39

15 KAART 12: HELLINGENKAART Deel II: kaartenbundel september /39

16 KAART 13: DHM HOOGTEKAART Deel II: kaartenbundel september /39

17 KAART 14: BODEMGEBRUIK Deel II: kaartenbundel september /39

18 KAART 15: KAART VOOR OVERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN Deel II: kaartenbundel september /39

19 KAART 16: RECENT OVERSTROOMDE GEBIEDEN (ROG) Deel II: kaartenbundel september /39

20 KAART 17: NATUURLIJK OVERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN (NOG) Deel II: kaartenbundel september /39

21 KAART 18: MOGELIJK OVERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN (MOG) Deel II: kaartenbundel september /39

22 KAART 19: WATERLOPEN Deel II: kaartenbundel september /39

23 KAART 20: INFILTRATIEGEVOELIGE GEBIEDEN Deel II: kaartenbundel september /39

24 KAART 21: GRONDWATERKWETSBAARHEID Deel II: kaartenbundel september /39

25 KAART 22: GRONDWATERSTROMINGSGEVOELIGE GEBIEDEN Deel II: kaartenbundel september /39

26 KAART 23: ZONERINGSPLAN VMM Deel II: kaartenbundel september /39

27 KAART 24: BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Deel II: kaartenbundel september /39

28 KAART 25: VOGEL- EN HABITATRICHTLIJNGEBIEDEN Deel II: kaartenbundel september /39

29 KAART 26: GEBIEDEN VAN VEN EN IVON Deel II: kaartenbundel september /39

30 KAART 27: GRAFISCH PLAN HERZIENING RUP CENTRUM BEGIJNENDIJK Deel II: kaartenbundel september /39

31 KAART 28: VERSCHIL OORSPRONKELIJK EN NIEUW (HERZIEN) GRAFISCH PLAN Deel II: kaartenbundel september /39

32 KAART 29: FIJN STOF (PM10 DAGGEMIDDELDE) Deel II: kaartenbundel september /39

33 KAART 30: FIJN STOF (PM10 JAARGEMIDDELDE) Deel II: kaartenbundel september /39

34 KAART 31: GELUIDSKAART WEGEN VAN VLAAMS-BRABANT VOLLEDIGE DAG (L_DEN) Deel II: kaartenbundel september /39

35 KAART 32: GELUIDSKAART WEGEN VLAAMS-BRABANT VOLLEDIGE NACHT (L_DEN) Deel II: kaartenbundel september /39

36 BIJLAGE I: BRONVERMELDING GEBRUIKTE KAARTLAGEN 1.1. Fusiegemeentegrenzen Voorlopig referentiebestand gemeentegrenzen, vectorbestand, toestand 22/05/2003, Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen Deelgemeentegrenzen Deelgemeenten, vectorbestand, bronbestand 2005, bewerking 2009, Provincie Vlaams- Brabant Gewestgrens Voorlopig referentiebestand gewestgrens, vector, toestand 22/05/2003, Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen Provinciegrens Voorlopig referentiebestand provinciegrenzen, vector, toestand 22/05/2003, Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen Arrondissementgrens Voorlopig referentiebestand arrondissementgrenzen, vector, toestand 22/05/2003, Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen Gewestplan Gewestplan, vectorbestand, , Vlaamse overheid - Departement Ruimtelijke Ordening - Woonbeleid en onroerend erfgoed Kadaster Digitale kadastrale percelenplannen, cadmap, vectorbestand, toestand 01/01/2012, Federale Overheidsdienst financiën, Algemene administratie van de Patrimoniumdocumentatie Orthofoto s Middenschalige orthofotomozaïek, Vlaanderen, winteropnames (wordt jaarlijks vernieuwd), actuele toestand, AGIV en Provincie Vlaams-Brabant Topografische kaart Topografische kaart, kleur, grid, opname , schaal 1/10.000, Nationaal Geografisch Instituut. Topografische kaart, zwart-wit, grid, opname , schaal 1/10.000, Nationaal Geografisch Instituut Atlas Buurtwegen Atlas Buurtwegen Vlaams Brabant, vector en raster, toestand , Provincie Vlaams- Brabant Atlas woonuitbreidingsgebieden (WUG) Deel II: kaartenbundel september /39

37 Atlas van de woonuitbreidingsgebieden, vector, actuele toestand, Vlaamse overheid Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed HAG Herbevestigde agrarische gebieden, 2009, vector, Vlaamse overheid - Departement RWO - Afdeling Ruimtelijke Planning Stations NMBS Stations, vector, versie 01/01/2009, NMBS Spoorwegen Navstreets native, versie (16/01/2013), vector, NAVTEQ Watertoets Signaalgebieden, vector, actuele toestand, Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. Winterbedkaart, grid, actuele toestand, Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. Infiltratiegevoelige bodems, grid, actuele toestand, Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. Hellingenkaart, grid, actuele toestand, Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. Grondwaterstromingsgevoelige gebieden, grid, actuele toestand, Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. Erosiegevoelige gebieden, grid, actuele toestand, Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. Overstromingsgevoelige gebieden, grid, actuele toestand, Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. Recent overstroomde gebieden, vector, , Vlaamse Milieumaatschappij - afdeling Operationeel Waterbeheer, MOW Beschermingszones van de grondwaterwinningen Beschermingszones van de grondwaterwinningen, vector, toestand 06/07/2006, Vlaamse Milieumaatschappij afdeling Operationeel Waterbeheer Vlaams Hydrografische Atlas VHA-waterlopen, vector versie , Vlaamse Milieumaatschappij afdeling Operationeel Waterbeheer. VHA-zones, vector, versier , Vlaamse Milieumaatschappij afdeling Operationeel Waterbeheer. VHA-wateroppervlakken, vector, versie , Vlaamse Milieumaatschappij afdeling Operationeel Waterbeheer. VHA - waterlopen met aanvulling van IL obv terreinonderzoek en luchtfotoverwerking, vector, VMM - afdeling Operationeel Waterbeheer en Interleuven bijwerkingen. Grondwaterkwetsbaarheidskaart, vector, 1987, VMM Afd. Operationeel Waterbeheer Wateroppervlakken Wateroppervlakken Navstreets Native, vector, 16/01/2013, Navteq Deel II: kaartenbundel september /39

38 1.19. Atlas van de Waterlopen Atlas Waterlopen Vlaams-Brabant, vector en raster, 1950, Provincie Vlaams-Brabant Bodem Bodemkaart, vector, versie , IWT. Potentiële bodemerosiekaart per perceel, vector, 2013, Vlaamse overheid (departement Leefmilieu en Energie, afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen). Waardevolle bodems in Vlaanderen, vector, 2006, ALBON. Landbouwtypering, vector, versie 2004, VLM. Ruilverkavelingsprojecten VLM, vector, actuele toestand, Vlaamse Landmaatschappij - Afdeling Ruilverkaveling. Beheersovereenkomsten VLM, vast en variabel: Beheerovereenkomsten in het kader van erosiebestrijding, natuur-, milieu-, en landschapsbeheer, vector, , VLM. Beheersovereenkomsten erosiebestrijding (grasstrook), vector, 2010, VLM. Bodemgebruik, vector, 30/04/2008, AGIV (gevectoriseerd dr Prov. Vlaams-Brabant). Bodembedekking, vector, 30/04/2008, AGIV (gevectoriseerd dr Prov. Vlaams Brabant) Landschap Ankerplaatsen relictenatlas, Ruimte en Erfgoed, vector, actuele toestand. Landschapsatlas vlakrelicten (relictzones): Relicten van de traditionele landschappen, vector, 08/05/2001, Ruimte en Erfgoed. Landschapsatlas lijnrelicten: Relicten van de traditionele landschappen, vector, 08/05/2001, Ruimte en Erfgoed. Landschapsatlas puntrelicten: Relicten van de traditionele landschappen, vector, 08/05/2001, Ruimte en Erfgoed. Traditionele landschappen: vectorbestand, toestand 8/05/2001, UG Vakgroep Geografie, Unesco werelderfgoed: Unesco werelderfgoed, vector, actuele toestand, Unesco. Bouwkundig Erfgoed - relicten en gehelen: Inventaris bouwkundig erfgoed, vectorbestand, actuele toestand, VIOE. Erfgoedlandschappen: Onroerend erfgoed, vectorbestand, actuele toestand. Definitief aangeduide ankerplaatsen: Voorlopige en definitief aangeduide ankerplaatsen en erfgoedlandschappen, Onroerend Erfgoed, vectorbestand, actuele toestand. Beschermde archeologische zone, monumenten, landschappen en dorps- en stadsgezichten: Beschermde Monumenten en Landschappen, Onroerend Erfgoed, vectorbestand, actuele toestand. Hoogtelijnen met interval 5m, vector, 31/05/2006, Provincie Vlaams-Brabant, afgeleid bestand van DHM-Vlaanderen (AGIV) Fietsroutenetwerken Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk Vlaanderen, vector, 27/05/2013, Provincie Vlaams-Brabant. Recreatief fietsroutenetwerk Vlaams-Brabant, vector, versie 2012, Provincie Vlaams- Brabant. Deel II: kaartenbundel september /39

39 1.23. Habitatrichtlijngebieden Habitatrichtlijngebieden, vectorbestand, toestand 15/02/2008, Agentschap voor Natuur en Bos Vogelrichtlijngebieden Vogelrichtlijngebieden, vectorbestand, toestand 22/07/2006, Agentschap voor Natuur en Bos Vlaams Ecologisch Netwerk Gebieden van VEN en IVON, vector, 01/01/2013, Agentschap voor Natuur en Bos Biologische waarderingskaart fauna en flora Biologische waarderingskaart Fauna, vectorbestand, versie actuele toestand, Instituut voor Natuur- en bosonderzoek Geluid Geluidskaarten wegverkeer overdag, vector, 01/09/2009, AWV. Geluidskaarten wegverkeer nacht, vector, 01/09/2009, AWV. Geluidskaarten spoorverkeer, vector, 01/09/2009, LNE Lucht Advisering RUP-thema lucht, actuele toestand, VMM GRB GRB, vector, actuele toestand, Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen Zoneringsplan VMM: Zoneringsplan, vector, , VMM. Deel II: kaartenbundel september /39

40 RUP CENTRUM BEGIJNENDIJK (GEDEELTELIJKE HERZIENING) PLAN-MER SCREENINGSNOTA (deel I tekstbundel) Adviesverlening en begeleiding Ruimtelijke ordening September 2016 (ontheffingsaanvraag) Projectnr. IL: SCRPL-nr.: SCRPL16167

41 Gemeente Begijnendijk RUP CENTRUM BEGIJNENDIJK (GEDEELTELIJKE HERZIENING) Onderzoek naar plan-mer-plicht Verzoek tot raadpleging DEEL I: TEKSTBUNDEL Initiatiefnemer: Gemeente Begijnendijk Kerkplein Begijnendijk Uitvoering: Interleuven Brouwersstraat Leuven Deel I: tekstbundel september /42

42 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING Doelstellingen en goedkeuring RUP Centrum Begijnendijk Reden van de gedeeltelijke herziening Bepaling van de plan-mer-plicht Plenaire vergadering voorontwerp-rup (12 april 2016) RUIMTELIJKE SITUERING VAN HET PLAN Situering van de gemeente Begijnendijk Situering van het RUP binnen de gemeente Afbakening plangebied Feitelijke toestand plangebied en omgeving PLANNINGSCONTEXT Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant Relatie met het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Masterplan voor de dorpskern van Begijnendijk BESCHRIJVING REFERENTIESITUATIE & EFFECTEN PER MILIEUDISCIPLINE Gewestplan en goedgekeurd RUP Centrum Begijnendijk Bodem Water: oppervlakte- en grondwater Fauna, flora en biodiversiteit Ruimtelijke ordening Cultureel erfgoed, landschap en archeologie Lucht en klimaat Licht, geluid en geur Gezondheid en veiligheid van de mens Energie- en grondstoffenvoorraad Mobiliteit ANNEX / AANVULLINGEN EN CONCLUSIES N.A.V. ADVIESRONDE Overzicht, samenvatting en eventuele behandeling van de ontvangen adviezen Eindconclusie BIJLAGE I: ONTVANGEN ADVIEZEN BIJLAGE II: BRONVERMELDING GEBRUIKTE KAARTLAGEN Deel I: tekstbundel september /42

43 1. INLEIDING 1.1. Doelstellingen en goedkeuring RUP Centrum Begijnendijk Met het Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Centrum Begijnendijk wenste de gemeente enerzijds de bestaande juridische en planologische mogelijkheden in het centrum te bestendigen. Anderzijds werden er waar nodig bijkomende correcties, accenten en prioriteiten ingevoerd. Ook de implementatie van het masterplan 1 dat werd opgemaakt voor de dorpskern van Begijnendijk vormde een belangrijk element bij de opmaak van het RUP. Er werd, in de mate van het mogelijke, getracht om de verschillende schaalniveaus uit het masterplan om te zetten en te integreren in het RUP. Enerzijds formuleert het goedgekeurde RUP een toekomstvisie voor het centrum van Begijnendijk en anderzijds geeft het een duidelijke richting aan voor de gewenste ruimtelijke ordening. Hierbij wenst de gemeente ondermeer volgende doelstellingen na te streven: aantrekkelijk maken van het hoofddorp (vnl. door de herinrichting van het openbaar domein en het bundelen van voorzieningen); verhogen van de verkeersleefbaarheid in de kern (door de herinrichting van het openbaar domein); garanderen van de bereikbaarheid; verhogen van de woonomgevingskwaliteit; het voeren van een duidelijk doelgroepenbeleid. Het masterplan dient als kader om de voorschriften te ondersteunen en om als leidraad te gebruiken bij de ontwikkeling van projecten binnen het RUP. Het RUP wil vooral de onderliggende principes van het masterplan vastleggen in voorschriften. De flexibiliteit van de verschillende zones met hun bijhorende voorschriften is zeer belangrijk om op lange termijn de onderliggende visie te bewaren. Er is immers geen zekerheid over de sociale en economische toekomst van het dorpsweefsel van Begijnendijk. Dit neemt niet weg dat een consequente en coherente visie op het centrum als geheel een sterke invloed kan hebben op de ruimtelijke ontwikkelingen. In het goedgekeurde RUP werden bestemmingsvoorschriften voorzien voor de verschillende lokale functies in het centrum van Begijnendijk: woonfunctie, gemeenschaps- en nutsvoorzieningen, handel en bedrijvigheid, natuur/parkgebied, weginfrastructuur en de publieke ruimte. Daarbij worden er specifieke uitspraken gedaan worden over de bestemming. Afhankelijk van de bestemming kunnen deze uitspraken handelen over o.a.: bebouwing (inplanting, bouwdiepte, bouwhoogte, dakvorm, gevelafwerking), onbebouwde ruimte (verharding, bijgebouwen, afsluitingen, ), toegankelijkheid, waterbeheersing, algemene inrichting, Het Ruimtelijk Uitvoeringsplan Centrum Begijnendijk werd definitief vastgesteld op de gemeenteraad van 20 maart 2013 en door de provincie Vlaams-Brabant goedgekeurd op 30 mei Het RUP trad officieel in werking op 22 juli 2013 (publicatie BS: 8 juli 2013). 1 Masterplan voor het centrum van Begijnendijk, Studio 010 (B. Secchi, P. Viganò), september Deel I: tekstbundel september /42

44 1.2. Reden van de gedeeltelijke herziening Het gebiedsdekkend RUP Centrum Begijnendijk wordt in hoofdzaak herzien om tegemoet te kunnen komen aan de gewijzigde plannen van het gemeentebestuur wat betreft het administratief centrum. Het masterplan dat werd opgemaakt voor de opwaardering van het centrum voorzag in een centralisatie van de gemeentelijke functies aan de westelijke zijde van het dorpsplein. Dit werd doorvertaald in het RUP met specifieke zoneringen. Er werd vanuit gegaan dat er een herlokalisatie ging gebeuren van het gemeentehuis, de bibliotheek, het politiekantoor en het OCMW naar het administratieve centrum. De gronden van het huidige gemeentehuis en politiekantoor zouden dan worden gevaloriseerd. De gemeente heeft haar plannen echter gewijzigd en wil het huidige gemeentehuis met politiekantoor behouden. De gemeente heeft het perceel aan de rechterzijde aangekocht om het gemeentehuis uit te breiden. Een tweede zonegrens die wordt verplaatst bevindt zich in de gemengde zone aan de overzijde van het rusthuis. Hier wordt de zonegrens aangepast aan de perceelsgrenzen om meer bouwmogelijkheden te creëren voor de toekomst. Hier zou interesse zijn om assistentiewoningen te bouwen. Daarnaast worden nog enkele kleinere elementen aangepast zoals een update naar het huidige Decreet Grond- en Pandenbeleid Bepaling van de plan-mer-plicht De milieueffectenrapportage (m.e.r.) is geregeld in het decreet van 18 december 2002 (B.S ), als titel IV van het decreet algemene bepalingen inzake milieubeleid. Sedert 1 december 2007 is het nieuw plan-mer-decreet (B.S. 20/06/2007) in voege. Deze regelgeving bepaalt dat elk ruimtelijk uitvoeringsplan binnen het toepassingsgebied van het plan-merdecreet valt. Voor de projecten en plannen die niet van rechtswege MER-plichtig zijn, is er een screeningsplicht van toepassing. In dit onderzoek worden de milieueffecten van het plan onderzocht en worden milderende maatregelen naar voor geschoven. De milieueffecten van het plan en de milderende maatregelen die worden gevraagd in het onderzoek tot m.e.r. (of het plan-mer), worden - waar nuttig, noodzakelijke en/of mogelijk - op het planologisch niveau doorvertaald en juridisch verankerd in het RUP. Het RUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-mer-besluit van 10 december 2004, namelijk voor een project opgesomd in rubriek 10b van bijlage III. Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau, en is dus screeningsgerechtigd. Het uitvoeringsplan is ver gelegen van een grens met een buurland en de afstand tot het Waalse Gewest bedraagt ongeveer 14 km (vogelvlucht) en tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ongeveer 21 km (vogelvlucht). Aangezien dat er geen significante milieueffecten worden verwacht in de onmiddellijke omgeving van het voorgenomen plan en gezien de afstand tot de grenzen, en het feit dat er geen directe relaties zijn van het plangebied met gebieden aan de overzijde van de grens, wordt aangenomen dat er zich geen bijkomende grensoverschrijdende effecten kunnen voordoen. Aangezien: geen passende beoordeling vereist is; het RUP het kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-mer-besluit van 10 december 2004, Deel I: tekstbundel september /42

45 namelijk voor een project opgesomd in rubriek 10b van bijlage III. Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau; er geen grensoverschrijdende effecten zijn; wordt eerst enkel een screening of onderzoek tot MER uitgevoerd om het vermoeden dat er geen significante milieueffecten zijn te onderzoeken. Met de gedeeltelijke herziening van het RUP Centrum Begijnendijk (2013) worden slechts enkele detailaanpassingen doorgevoerd aan de geldende bestemmingszones en bijhorende stedenbouwkundige voorschriften. Het doel en de algemene uitgangspunten van het oorspronkelijke RUP blijven echter ongewijzigd. Ook de ruimtelijke impact van deze gedeeltelijke herziening, evenals de mogelijke impact op andere (milieu)disciplines, zullen beperkt blijven. Desondanks werd op 10 mei 2016 door de dienst MER bevestigd (na verschillende voorafgaandelijke contactmomenten) dat voor de gedeeltelijke herziening van het RUP Centrum Begijnendijk alsnog een nieuwe plan-mer screeningsnota noodzakelijk is 2. De belangrijkste reden hiertoe is dat de planmatige referentiesituatie gewijzigd is t.o.v. de eerste plan-mer screeningsnota. Bij een plan-mer screening moet echter steeds de correcte en meest recente referentiesituatie worden gebruikt. De oorspronkelijke plan-mer screeningsnota (OHPL 1143) zal als basis worden gebruikt voor de nieuwe plan-mer screeningsnota en enkel de relevante onderdelen en (milieu)disciplines zullen aan bod komen. In die zin zal voorliggende nota minder uitgebreid zijn dan de eerste Plenaire vergadering voorontwerp-rup (12 april 2016) Op dinsdag 12 april 2016 werd een plenaire vergadering georganiseerd over het voorontwerp- RUP. N.a.v. de opmerkingen en adviezen uit deze plenaire vergadering werd het voorontwerp- RUP aangepast. Daarnaast is uit deze plenaire vergadering en na contact met de dienst MER (zie vorige paragraaf) gebleken dat de dienst MER alsnog een beslissing moet nemen inzake de opmaak van een plan-mer. Deze beslissing moet uiterlijk bij de voorlopige vaststelling van het RUP beschikbaar zijn. Daarom werd alsnog voorliggende plan-mer-screeningsnota opgemaakt. Bij de opmaak van deze nota werd rekening gehouden met de opmerkingen en adviezen uit de plenaire vergadering. In navolging van voorliggende nota werden geen bijkomende aanpassingen doorgevoerd aan het voorontwerp-rup. Na het doorlopen van de plan-mer-screeningsprocedure en na een definitieve beslissing van de dienst MER, zal het RUP voorlopig worden vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Begijnendijk. 2 Bevestiging van de dienst MER aan Interleuven via mail. Contactpersoon dienst MER: dhr. Beusen Peter. Deel I: tekstbundel september /42

46 2. RUIMTELIJKE SITUERING VAN HET PLAN 2.1. Situering van de gemeente Begijnendijk De gemeente Begijnendijk, waarin het plangebied is gelegen, behoort tot de provincie Vlaams-Brabant en het arrondissement Leuven. De gemeente Begijnendijk heeft een oppervlakte van ha en bestaat uit de deelgemeenten Begijnendijk en Betekom. De gemeente heeft als buurgemeenten Aarschot, Heist-op-den-Berg, Hulshout, Herselt, Rotselaar en Tremelo. Belangrijke steden in de nabijheid zijn Aarschot, Heist-op-den-Berg en op grotere afstand ook Lier, Mechelen, Leuven en Antwerpen. De gemeente ligt in het uiterste zuiden van de Zuiderkempen. De Demervallei vormt het scharnier tussen de Kempen en het Hageland. Evenwijdig aan de Demervallei lopen enkele belangrijke verkeerswegen, de E314 Lummen- Leuven en de N19 Aarschot-Leuven ten zuiden van de vallei. Via de ring rond Aarschot is de gemeente op het autosnelwegnet aangesloten. Ten noorden van de Demervallei loopt de N21 (deels gemeentelijke weg) Aarschot Werchter Brussel door de kern van de deelgemeente Betekom. Van noordwest naar zuidoost loopt de N10 Aarschot Heist-op-den-Berg Lier door de kern van de deelgemeente Begijnendijk. Verder is in Begijnendijk ook een spoorwegstation terug te vinden, op de spoorlijn Lier Aarschot. Toegevoegd kaartmateriaal (plan-mer screeningsnota - deel II: kaartenbundel): Kaart 1: situering gemeente Begijnendijk 2.2. Situering van het RUP binnen de gemeente Het plangebied is gelegen in deelgemeente Begijnendijk en kan grotendeels aanzien worden als een RUP dat betrekking heeft op de dorpskern van Begijnendijk. Het is ca. 90ha groot. De kern was in oorsprong een kernlint (Betekomsesteenweg) dat, doorheen de tijd werd aangevuld met bijkomende lintontwikkelingen en verkavelingen. Momenteel is het de grootste bebouwingsconcentratie in de gemeente met een aanzienlijk aanbod aan lokale woonondersteunende voorzieningen. Bovendien zijn de openbare diensten van de gemeente (gemeentehuis en OCMW) en een rusthuis hier gevestigd, waardoor deze kern op dit vlak een centrale functie vervult voor de hele gemeente. Het plangebied omvat een groot deel van deze kern. Doorheen het plangebied lopen enkele belangrijke (inter)lokale wegen: de N10 (Liersesteenweg); welke een belangrijke verbindingsweg is tussen Aarschot Heist-op-den-Berg en Lier; de Betekomsesteenweg en de Dorpsstraat; welke een verbindingsweg vormt tussen Begijnendijk en Betekom; de Baalsesteenweg; welke een verbindingsweg vormt tussen Begijnendijk en Baal; de Haltestraat en de Kleine Steenweg; welke een verbinding maakt tussen het treinstation en het dorpscentrum van Begijnendijk. Deel I: tekstbundel september /42

47 Reliëfsmatig ligt het plangebied in een uitgestrekte vlakte met een hoogte van ca. 10m boven zeespiegelniveau. Oorspronkelijk was dit een uitgestrekt moerasgebied, een grote vlakke fossiele vallei. Daarin komt een rastervormig netwerk van beken en grachten voor, ook binnen het plangebied zijn er nog enkele van deze grachten terug te vinden. Natuurlijk - landschappelijk is het plangebied gelegen in een gebied dat sterk gestructureerd wordt door een netwerk van beken en grachten, met bosrelicten en groen gekoppeld aan de beekvalleien en tussenliggend de wegenis met lintbebouwing. De open delen zijn overwegend weiden en al dan niet verruigde graslanden. Wat de landbouwomgeving betreft, maakt het plangebied deel uit van een gebied dat wordt gekenmerkt door kleinschalige en versnipperde landbouw. Op deze lager gelegen, oorspronkelijk moerassige gronden en schralere zandgronden komt voornamelijk veeteelt (natte beemden, heide) voor. Toegevoegd kaartmateriaal (plan-mer screeningsnota - deel II: kaartenbundel): Kaart 2: situering plangebied binnen Begijnendijk 2.3. Afbakening plangebied Deze afbakening werd bekomen op basis van enkele belangrijke elementen die mee opgenomen moeten worden bij de opmaak van dit RUP: een kwaliteitsvolle verbinding creëren tussen het station en het dorpscentrum; opnemen van het woonuitbreidingsgebied Everbeur; creëren van een poort aan de Baalsesteenweg; opnemen van het Masterplan Centrum Begijnendijk (Secchi & Vigano, sept. 2010). Naast bovenstaande aandachtspunten werd er vooral gekozen om een logische begrenzing te kiezen d.m.v. het volgen van straten en/of zonegrenzen van het gewestplan. Er is geopteerd om voornamelijk de grenzen van het bestaande woongebied van de dorpskern te volgen. Dit werd uitgebreid met de zone voor de parking aan de Vissendijk, de parkings aan beide zijde het station, het woonuitbreidingsgebied aan de Everbeur, het woonuitbreidingsgebied met de school en park aan het Pannenhof en de zone waar het administratieve centrum komt. In het noorden begint de afbakening vanaf de Dorpsstraat en volgt deze de De Bruynlaan. Op de hoek met de Begijnendreef maakt de afbakening een doorsteek naar de Liersesteenweg (ze volgt hiervoor enkele perceelsgrenzen). Hierna wordt de Liersesteenweg overgestoken (bij het café Sparrenhof en het houthandel & doe-het-zelf bedrijf Van Rompaey) 3 en volgt de begrenzing de 50 meter grens van het woongebied in zuidelijke richting tot aan de kruising met de Veldstraat. Vanaf hier volgt de kruising de 50 meter grens van het woongebied van de Veldstraat (richting spoorweg). Op een gegeven moment zal de begrenzing een insprong maken op de Veldstraat waarbij ze een gedeelte woonuitbreidingsgebied (reeds bebouwd) zal meenemen, deze insprong loopt tot aan de spoorweg. Vanaf dit punt wordt de oostelijke grens van het plangebied gevormd. Deze volgt het spoor tot aan de Haltestraat. Hier wordt de spoorweg overgestoken en zal de grens de 50 meter grens van het landelijk woongebied in noordelijke richting volgen tot aan de Molenbeek. Hier volgt de grens de Molenbeek een gedeelte tot aan de splitsing met de Puttebeek. Vanaf hier 3 De houthandel & doe-het-zelf bedrijf Van Rompaey wordt niet mee opgenomen binnen de afbakening van voorliggend RUP omdat dit bedrijf in het verleden reeds werd opgenomen in een ander RUP, zijnde RUP Zonevreemde Bedrijven. Deel I: tekstbundel september /42

48 volgt de grens de Puttebeek in zuidelijke richting tot aan het spoor. Dan loopt de grens wat terug tot aan de zone van landelijk woongebied. Vanaf hier volgt de grens deze zonegrens tot op een bepaald punt waar er wordt doorgestoken naar de Waterstraat (in lijn van de Puttebeek). De begrenzing volgt hier even de Waterstraat in zuidelijke richting tot ze opnieuw aan de Puttebeek komt. Dan zal ze de Puttebeek volgen tot aan de Liersesteenweg. Op dit punt start de zuidelijke begrenzing van het plangebied. Deze volgt de Liersesteenweg in noordelijke richting tot aan de kruising met de Puttestraat. De Puttestraat vormt de grens tot aan de splitsing met de Raamstraat, vanaf hier volgt de grens de Raamstraat tot aan de kruising van de Betekomsesteenweg. Vanaf hier begint de westelijke grens van het plangebied. De Betekomsesteenweg wordt even overgestoken waarna de grens de 50 meter grens van het woongebied van de Betekomsesteenweg in noordelijke richting zal volgen tot aan de kruising met de Baalsesteenweg. Hier zal de begrenzing een westelijke insprong maken en neemt ze de gronden in landbouwgebied mee tot achter de 50m zone van het landelijk woongebied om ruimte te maken voor een parking die het centrum voorziet. Hierna volgt de begrenzing de Vissendijk tot aan de Baalsesteenweg die overgestoken wordt. Vanaf hier wordt opnieuw de 50 meter grens gevolgd in oostelijke richting (richting kern). Hier loopt de grens tot voor de kruising van de Dorpstraat. Hier wordt even afgeweken van de 50 metergrens en wordt er een deel van een perceel, dat als landbouwgebied wordt aangeduid op het gewestplan, mee opgenomen (in het kader van de ontwikkeling van het nieuwe administratieve centrum). Hierna zal de begrenzing opnieuw de 50 meter grens van het woongebied van de Dorpsstraat volgen (in noordelijke richting) tot aan de splitsing met de De Bruynlaan. In het kader van de gedeeltelijke herziening wordt de perimeter van het RUP (zeer) beperkt uitgebreid ter hoogte van de trage weg richting Vissendijk. Elders blijft de oorspronkelijke afbakening behouden. Onderstaande afbeelding geeft deze beperkte uitbreiding weer. Toegevoegd kaartmateriaal (Plan-MER screening - deel II: kaartenbundel): Kaart 3: afbakening plangebied (topografische kaart) Kaart 4: afbakening plangebied (luchtfoto) Deel I: tekstbundel september /42

49 2.4. Feitelijke toestand plangebied en omgeving Het plangebied bevat zo goed als het hele Begijnendijkdorp. Dit dorp is de grootste bebouwingsconcentratie in de gemeente met een aanzienlijk aanbod aan lokale woonondersteunende voorzieningen. Bovendien zijn de openbare diensten van de gemeente (gemeentehuis, OCMW) en een rusthuis in Begijnendijkdorp gevestigd, waardoor deze kern op dit vlak een centrale functie vervult voor de gehele gemeente. De deelruimte Begijnendijkdorp is dan ook bij uitstek een deelruimte waar de nederzettingsstructuur domineert. De kern is grotendeels opgebouwd uit lintbebouwing, aangevuld met achterliggende grote en kleinere verkavelingsgehelen. Hierdoor is een morfologisch geagglomereerd geheel ontstaan van bebouwing en tuinen, met kleine en grote open ruimtekamers die veelal in gebruik zijn als weide of braak liggen. De kern is niet éénduidig begrensd. Enkel in het noorden vormen de bossen een duidelijke grens, maar langsheen de andere wegen loopt de kernbebouwing door in de lintbebouwing van het rastergebied. Het plangebied is eigenlijk een compositie van een aantal afzonderlijke structurerende componenten. Deze worden in de toelichtingsnota van het RUP in detail toegelicht. 3. PLANNINGSCONTEXT 3.1. Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Ongewijzigd - zie oorspronkelijke plan-mer screeningsnota (OHPL 1143, ontheffingsbeslissing d.d. 17 november 2011) Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant Ongewijzigd - zie oorspronkelijke plan-mer screeningsnota (OHPL 1143, ontheffingsbeslissing d.d. 17 november 2011) Relatie met het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Ongewijzigd - zie oorspronkelijke plan-mer screeningsnota (OHPL 1143, ontheffingsbeslissing d.d. 17 november 2011) Masterplan voor de dorpskern van Begijnendijk Ongewijzigd - zie oorspronkelijke plan-mer screeningsnota (OHPL 1143, ontheffingsbeslissing d.d. 17 november 2011). Deel I: tekstbundel september /42

50 4. BESCHRIJVING REFERENTIESITUATIE & EFFECTEN PER MILIEUDISCIPLINE 4.1. Gewestplan en goedgekeurd RUP Centrum Begijnendijk Huidige situatie Tot voor de goedkeuring van het RUP Centrum Begijnendijk (2013) was het gewestplan het juridisch verordend document dat bepalend was voor de ruimtelijke ontwikkelingen binnen het plangebied. De gemeente Begijnendijk valt onder het gewestplan Aarschot - Diest 4. Volgens dit gewestplan waren volgende bestemmingen terug te vinden binnen het plangebied: woongebied, woonuitbreidingsgebied, woongebied met landelijk karakter, natuurgebied, agrarisch gebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Met de uitwerking van het RUP werden voorstellen tot behoud, verfijning of aanpassing van het gewestplan doorgevoerd. Uiteindelijk werden bij de inwerkingtreding van het RUP de bestemmingen en voorschriften van het gewestplan Aarschot-Diest binnen het betreffende plangebied en voor de aangegeven percelen opgeheven en vervangen door deze van het RUP. Uitwerking RUP met maatregelen Met de gedeeltelijke herziening van het RUP Centrum Begijnendijk (2013) worden slechts enkele detailaanpassingen doorgevoerd aan de geldende bestemmingszones en bijhorende stedenbouwkundige voorschriften. Het doel en de algemene uitgangspunten van het oorspronkelijke RUP blijven echter ongewijzigd. Ook de ruimtelijke en planologische impact van deze gedeeltelijke herziening zal beperkt blijven: In het kader van deze gedeeltelijke herziening zal een bijkomend gedeelte van het gewestplan worden opgeheven en vervangen door de bestemming en bestemmingsvoorschriften van het RUP, meer bepaald daar waar het plangebied beperkt wordt uitgebreid (doorsteek Betekomsesteenweg - Vissendijk, zie ook paragraaf 2.3.). Daarnaast zal de gedeeltelijke herziening enkele detailaanpassingen doorvoeren aan de bestaande bestemmingszones en bijhorende voorschriften. Dit wordt ondermeer besproken en verduidelijkt in paragrafen 1.2. en 4.5. van deze nota. Toetsing nulalternatief Indien de gedeeltelijke herziening niet wordt doorgevoerd, blijven de bestaande functies en de toekomstmogelijkheden voor het centrum van Begijnendijk behouden, conform het goedgekeurde RUP uit Conclusie Het ruimtelijke uitvoeringsplan veroorzaakt geen aanzienlijke effecten t.o.v. de referentiesituatie, gezien de gedeeltelijke herziening enkel zal voorzien in detailaanpassingen (een verfijning) aan de geldende bestemmingszones en bijhorende stedenbouwkundige voorschriften. Het doel en de algemene uitgangspunten van het oorspronkelijke RUP blijven behouden. Toegevoegd kaartmateriaal (plan-mer screeningsnota - deel II: kaartenbundel): Kaart 5: gewestplan Kaart 6: grafisch plan RUP Centrum Begijnendijk (goedgekeurde versie 2013) 4 De gemeente Begijnendijk en het volledige plangebied vallen onder het gewestplan Aarschot-Diest, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit, d.d. 07/11/1978 (en latere wijzigingen). Deel I: tekstbundel september /42

51 4.2. Bodem Huidige situatie a. Bodemkaart Volgens de bodemkaart bestaan de bodems in het plangebied voornamelijk uit vochtige zand (nr.4 - lichter blauw) of zandcomplex (nr. 5 - lichter blauw, op de bodemkaart is dit dezelfde kleur) en vochtige zand antropogeen (nr. 6 - blauwgroen). Bovendien is in het westelijk deel van het plangebied een deel van de bodem antropogeen van samenstelling (nr. 01, grijs gekleurd, OB: bebouwde zone en OE: groeve). Natte zandleembodem (nr. 09, oranje) vinden we enkel in het uiterste oosten van het plangebied terug. In het zuidwesten van het plangebied komen er natte zandgronden (nr. 03, donker blauw)) voor. Vochtige zandbodems (nr. 04, lichter blauw) of bodems van het zandcomplex type (nr. 05, lichter blauw, op de bodemkaart is dit dezelfde kleur) komen in het oosten en het centrum van het plangebied voor en zijn vooral van het type Scg en Sdg. Ook bodems van de types Sdc, Sdh, l-sdg en Zcg komen in dit gebied voor. Vochtige zand antropogene bodems (blauwgroene kleur) komt in het westelijk deel van het plangebied voor. Deze bodems zijn van het type Scm(g) en Sdm(g). In het oosten van het plangebied vindt men natte zandlemige bodem (donker oranje) van het type Lep of Pfpm. In het zuidwesten van het plangebied is de bodem van het Seg-type of een natte zandgrond. b. kaarten met herbevestiging agrarische gebieden en landbouwtypering Op basis van de kaart herbevestiging agrarische gebieden blijkt dat het volledige plangebied niet is ingekleurd als herbevestigd agrarisch gebied. Volgens de landbouwtyperingskaart ligt het plangebied hoofdzakelijk in een niet-agrarisch gebied met uitzondering van een gebiedje in het westen en in het oosten langs de spoorweg met lage landbouwwaardering. c. bodemerosie Volgens de kaart met erosiegevoelige gebieden plangebied is het plangebied niet ingekleurd of opgenomen in deze kaart, m.a.w. het plangebied is zeer weinig erosiegevoelig. Dit wordt ook bevestigd door de potentiële bodemerosiekaart. Volgens de hellingenkaart heeft nagenoeg het volledig plangebied een hellingsgraad tussen 0,5 en 5 % met eilandjes met een hellingsgraad van <0,5%. De hoogte binnen het grootste deel van het plangebied varieert volgens de kaart Digitale Hoogtemodel Vlaanderen tussen 10 en 12 m. Er is dus zeer weinig hoogteverschil binnen het plangebied. d. Huidig bodemgebruik Het plangebied is volgens de kaart Bodemgebruik hoofdzakelijk in gebruik als andere bebouwing en voor akkerbouw. Er komen ook enkele bossen en weilanden in voor. Het huidig bodemgebruik van het plangebied komt overeen met het bestaande RUP Begijnendijk Centrum van Uitwerking RUP met maatregelen Door herziening van het bestaande RUP van het plangebied wordt gepland om de perimeter van het oorspronkelijk RUP te behouden met een (zeer) beperkte uitbreiding met de trage Deel I: tekstbundel september /42

52 weg tussen Vissendijk en Betekomsesteenweg. Binnen het oorspronkelijk RUP zouden een deel van de zones van het bestaande RUP een andere bestemming krijgen, met meestal als een zone voor wonen met een grotere bouwdichtheid, zoals zone voor rustige woonwijk in het middengebied tussen Kerkstraat en Kleine steenweg zou gedeeltelijk omgezet worden in zone voor inbreiding van zone voor wonen in Centrum A en zone voor inbreiding van de zone voor wonen in Centrum B, en met uitzondering van 2 percelen aan de Liersesteenweg waarbij een gemengde zone enerzijds wordt omgezet in zone voor wonen in centrum B, anderzijds in zone voor rustige woonwijk. Binnen de meeste zones is een maximaal een terras van 50 m² voorzien en met een maximale tuinoppervlakte van 50 %. Het huidige bodemgebruik zou een bestemming voor wonen in een centrum Begijnendijk behouden. Aangezien het plangebied weinig hellend is, stelt er zich weinig probleem van bodemerosie. Door de aanplant van heesters en bomen zal voorkomen worden dat er bodemerosie ontstaat. Ook zal er gestreefd worden naar een optimale landschappelijke inpassing van het plangebied. Tot slot wordt er van uitgegaan dat bij grotere werken waarbij het grondverzet meer dan 250m³ bedraagt, een onderzoek naar de kwaliteit van de uit te graven grond zal uitgevoerd worden. In het bodembeheerrapport staan indien nodig maatregelen vermeld om de bodem te beschermen (bv. voor het tijdelijk stapelen van verontreinigde gronden) en welke strikt dienen te worden nageleefd. Theoretisch dient er dan ook te worden verondersteld dat het grondverzet geen invloed uitoefent op de bodemkwaliteit elders. Ook de eventuele aanvoer van grond dient gevrijwaard te zijn van verontreiniging. Volgens de geldende regelgeving dient de aangevoerde grond voorzien te zijn van een certificaat van een erkende bodembeheerorganisatie, waarin de herkomst, kwaliteit en gebruiksvormen staan vermeld. Toetsing nul alternatief Wanneer het plangebied niet ontwikkeld wordt, zal het huidige RUP Begijnendijk Centrum van van toepassing blijven. Conclusie De ontwikkeling van de herziening van het RUP Begijnendijk zal een bijkomende invloed hebben op de bodemstructuur, het bodemgebruik en de bodemkwaliteit in het plangebied hebben, meestal door een grotere bouwdichtheid te voorzien dan in het huidige RUP. Het plangebied is weinig hellend. Door ontwikkeling van het plangebied stelt er zich weinig problemen van bodemerosie. Door de aanplant van heesters en bomen zal voorkomen worden dat er bodemerosie ontstaat. Er zijn dus geen aanzienlijke milieueffecten door bodemerosie te verwachten door de uitwerking van het RUP. Toegevoegd kaartmateriaal (planmer Screeningsnota - deel II: kaartenbundel): Kaart 7: bodemkaart Kaart 8: herbevestigde agrarische gebieden (HAG) Kaart 9: landbouwtyperingkaart Kaart 10: erosiegevoelige gebieden Kaart 11: potentiële erosiekaart Kaart 12: hellingenkaart Deel I: tekstbundel september /42

53 Kaart 13: DHM hoogtekaart Kaart 14: bodemgebruik 4.3. Water: oppervlakte- en grondwater Huidige situatie a. Watertoetskaart overstromingsgevoelige gebieden Volgens de kaart voor overstromingsgevoelige gebieden (Vlaamse Milieumaatschappij, afdeling Operationeel Waterbeheer) is het plangebied niet gelegen in effectief of mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Dit wordt ook bevestigd door de kaart Natuurlijk oversstroombare gebieden. Het volledige plangebied is ook niet ingekleurd op de recente overstromingskaart (ROG) of als mogelijks overstromingsgebied op MOG-kaart. Wel zijn de omliggende beekvalleien rond het plangebied effectief overstromingsgevoelig. b. Waterlopen in het plangebied In het noorden van het plangebied loopt de Vrouwvliet of ook Raambeek genoemd (cat. 2) en op de noordoostelijke grens van het plangebied loopt de Herseltseloop (cat.2). In en in de onmiddellijke buurt van het plangebied lopen verschillende kleine beken of grachten, gecatalogeerd als categorie 9. c. Infiltratiekaart Volgens de infiltratiekaart is het plangebied infiltratiegevoelig, met uitzondering van een deeltje langs de Raamstraat en een deeltje in het oosten van het plangebied. d. Bodemerosie Zie deel 3.2. bodem, c. bodemerosie. e. Grondwaterkwetsbaarheid en grondwaterstroming Volgens de kaart voor grondwaterkwetsbaarheid is het grondwater in het zuidelijk deel van het plangebied weinig kwetsbaar (leem- of kleihoudend zand (type Dc) als watervoerende laag), in het noordelijk deel zeer kwetsbaar (zand (type Ca1) als watervoerende laag. Voor het weinig kwetsbare deel wil dit zeggen dat (oppervlakkige) vervuiling weinig aanleiding kan geven tot verontreiniging van het (diepere) grondwater. Voor het zeer kwetsbare deel is dit omgekeerd. matig kwetsbaar). Dit wil zeggen dat oppervlakkige vervuiling weinig of geen aanleiding kan geven tot verontreiniging van het (diepere) grondwater. Het volledige plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming, met uitzondering van 2 deeltjes in het oosten die zeer gevoelig zijn. Zie ook kaart voor grondwaterstroming. f. Zoneringskaart van de VMM Het noordelijk deel van het plangebied is hoofdzakelijk opgenomen in de zoneringskaart als centraal gebied en het zuidelijk deel als collectief te optimaliseren buitengebied. g. Waterwinningsgebied Het plangebied is niet gelegen in een waterwinningsgebied of een beschermingszone. Deze kaart is niet gegenereerd. h. Signaalgebied In het plangebied is geen signaalgebied gelegen. Deze kaart is niet gegenereerd. Uitwerking RUP met maatregelen De herziening van het bestaande RUP van het plangebied heeft een bijkomende invloed op het oppervlaktewater en het grondwater in het plangebied. Bij bouwen zal steeds de geldende gewestelijke, provinciale en/of gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake Deel I: tekstbundel september /42

54 hemelwaterputten, infiltratie- en buffervoorzieningen van toepassing zijn, zodat het bouwen een minimale impact heeft op het oppervlaktewater en het grondwater in het plangebied en in de onmiddellijke omgeving van het plangebied. Het plangebied is grotendeels infiltratiegevoelig. Dus overtollig hemelwater zal kunnen infiltreren door ondermeer gebruik van waterdoorlatende materialen voor de aanleg van parkeerterreinen en trage wegen. Een deel van het plangebied is opgenomen in de zoneringskaart als collectief te optimaliseren buitengebied, een ander deel als centraal gebied. De nodige voorzieningen om het huishoudelijk afvalwater gescheiden van het hemelwater op te vangen en aan te sluiten op de bestaande riolering zijn opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften. Aangezien er beken en grachten in het plangebied zijn, kunnen er wel waterlopen verlegd, ingekokerd of overwelfd worden, maar steeds volgens de van toepassing zijnde wetgeving. Aangezien het plangebied hoofdzakelijk gelegen is in een matig gevoelig gebied voor grondwaterstroming, kunnen ondergrondse constructies deze grondwaterstroming wel beïnvloeden. Indien bronbemaling tijdens de constructies van gebouwen nodig is, zal er steeds naar gestreefd worden om te voldoen aan de wettelijke bepalingen en in overleg met Aquafin, en de werken te beperken in de tijd. Er zal steeds getracht worden om het niet vervuild bemalingswater opnieuw in de bodem te brengen. De grondwaterkwetsbaarheid is in het zuidelijk deel van het plangebied als weinig kwetsbaar ingekleurd, in het noordelijk deel als zeer kwetsbaar. Dit wil zeggen dat oppervlakkige vervuiling in het zuidelijk deel weinig of geen aanleiding kan geven tot verontreiniging van het (diepere) grondwater, in het noordelijk deel wel. De opslag van gevaarlijke producten en mogelijk van opslag van stookolie voor gebouwverwarming moet voldoen aan de wettelijke normen. Toetsing nul alternatief Wanneer het plangebied niet ontwikkeld wordt, zal het huidige RUP Begijnendijk Centrum van van toepassing blijven. Conclusie De ontwikkeling van de herziening van het RUP Begijnendijk zal een bijkomende invloed hebben op het oppervlaktewater en het grondwater in het plangebied. Infiltratie van hemelwater zal maximaal bevorderd worden zodat voldaan wordt aan de van toepassing zijnde stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie- en buffervoorzieningen, en door maximaal gebruik van waterdoorlatende materialen voor de aanleg van trage wegen, parkeerterreinen, zoals opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften. Wateroverlast bij hevige regenval zal door toepassing van deze maatregelen tot een minimum herleid wordt. De nodige voorzieningen worden getroffen om huishoudelijk afvalwater gescheiden van het hemelwater op te vangen en aan te sluiten op de bestaande riolering in de onmiddellijke omgeving. Aangezien er wel beken en grachten in het plangebied zijn, is het mogelijk dat er waterlopen gedempt, verlegd, ingekokerd of overwelfd worden. Dit zal steeds gebeuren volgens de geldende voorschriften Deel I: tekstbundel september /42

55 Aangezien het plangebied hoofdzakelijk gelegen is in een matig gevoelig gebied voor grondwaterstroming, kunnen ondergrondse constructies deze grondwaterstroming wel beïnvloeden. Indien bronbemaling nodig zou zijn bij constructie van een gebouw, zal er steeds naar gestreefd worden om de werken te beperken in de tijd, te voldoen aan de wettelijke bepalingen en in overleg met Aquafin. Er zal steeds getracht worden om het niet vervuild bemalingswater opnieuw in de bodem te brengen. Door te voldoen aan de wettelijke bepalingen inzake opslag van gevaarlijke producten zal de bodem en het grondwater maximaal beschermd worden. Toegevoegd kaartmateriaal (planmer Screeningsnota - deel II: kaartenbundel): Kaart 15: kaart voor overstromingsgevoelige gebieden Kaart 16: recent overstroomde gebieden Kaart 17: natuurlijk overstromingsgevoelige gebieden (NOG) Kaart 18: mogelijk overstromingsgevoelige gebieden (MOG) Kaart 19: waterlopen Kaart 20: infiltratiegevoelige gebieden Kaart 21: grondwaterkwetsbaarheid Kaart 22: grondwaterstromingsgevoelige gebieden Kaart 23: zoneringsplan VMM 4.4. Fauna, flora en biodiversiteit Huidige situatie Het volledige plangebied is ingekleurd als biologisch minder waardevol op de biologische waarderingskaart met uitzondering van enkele kleinere gebiedjes, o.a. natuurgebied De Raam, op het gewestplan ingekleurd als natuurgebied, is biologisch waardevol tot zeer waardevol gebied tussen de Kleine Steenweg en de Puttestraat is afgebakend als biologisch waardevol gebied Everbeur (t.h.v. de hoek Liersesteenweg-Puttebeek) is een biologisch waardevol gebied het bosje, gelegen naast de gemeentelijke basisschool De Puzzel in de De Bruynlaan, is ingekleurd als een complex van minder waardevolle en waardevolle elementen. Volgens het van toepassing zijnde RUP is enkel het natuurgebied De Raam ingekleurd als natuurgebied in het plangebied. Het bosje in de De Bruynlaan, een gebied in Everbeur en een gebied het oude kerkhof op de hoek van de Kerkstraat en de Dreef zijn ingekleurd als parkgebied. Het plangebied is niet gelegen in vogelrichtlijn-, habitat- of Ramsargebied. Buiten het plangebied, maar aansluitend op het plangebied, bevinden zich verschillende groengebieden, namelijk: gebied t.h.v. de monding van de Puttebeek is een complex van biologisch waardevol en biologisch zeer waardevolle elementen in het zuiden de vallei van de Puttebeek/Moorsemse loop met het natuurgebied De Putten; in het zuidwesten de vallei van de Rogaardenbeek met het natuurgebied De Rogaarden; ten westen het natuurgebied De Meren; ten noorden Meerloopbeemden/OCMW-bossen. Deze groene ruimten zijn, net als de natuurgebieden De Raam en De Putten (niet gelegen in het plangebied), belangrijk als groen decor voor het wonen in de kern, en delen spelen ook Deel I: tekstbundel september /42

56 een rol als recreatieve ruimten (wandelen, spelen, 2 de verblijven ). Tegelijkertijd zijn deze groene ruimten in verschillende mate ook ecologisch belangrijk. De gewenste ruimtelijke ontwikkeling houdt rekening met: behoud en de versterking van deze groene gebieden; afstemming van natuur, recreatief en toeristisch-recreatief gebruik van de groengebieden; onderlinge verbinding van de recreatieve groene ruimten en verbinding met het centrum door voetgangersdoorsteken. Ook de trage weg tussen de Betekomsesteenweg en de Vissendijk is opgenomen in het voorliggende RUP en zal een verbindingsweg vormen tussen Begijnendijk centrum en de voetbalterreinen. Uitwerking RUP met maatregelen In het voorliggende RUP blijven de stedenbouwkundige voorschriften van het natuurgebied onveranderd, voor de parkgebieden zijn speeltuigen plaatsen bijkomend opgenomen. Voor het natuurgebied is opgenomen dat de ontwikkeling, de instandhouding en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu, bos en de landschapswaarden zijn toegelaten. Ook de parkgebieden worden maximaal groen ingericht. Volgens de algemene bepalingen aangaande tuinen, groen, milieu en water in de stedenbouwkundige voorschriften van het voorliggend grup zouden minimaal 50% van het totale heester- en bomenbestand van een tuin en groenzone te bestaan uit streekeigen soorten. Toetsing nul alternatief Wanneer het plangebied niet ontwikkeld wordt, zal het huidige grup Begijnendijk Centrum van van toepassing blijven. Conclusie De ontwikkeling van de herziening van het grup Begijnendijk Centrum zal een beperkte bijkomende invloed hebben op de fauna, flora en de biodiversiteit in het plangebied. Door de uitwerking van het plangebied met de voorziene milderende maatregelen, zoals minimaal 50 % gebruik van streekeigen groen in de tuinen en de parken, wil men streven naar een optimale landschappelijke inpassing. Dit zal de biodiversiteit in het plangebied zeker bevorderen. Toegevoegd kaartmateriaal (planmer Screeningsnota - deel II: kaartenbundel): Kaart 5: gewestplan Kaart 24: biologische waarderingskaart Kaart 25: Vogel- en habitatrichtlijngebieden Kaart 26: Gebieden van VEN en IVON 4.5. Ruimtelijke ordening Huidige situatie In het oorspronkelijke RUP werden nieuwe bestemmingszones vastgelegd waarin specifieke stedenbouwkundige voorschriften werden opgenomen voor de verschillende lokale functies in het centrum van Begijnendijk: woonfunctie, gemeenschaps- en nutsvoorzieningen, handel en bedrijvigheid, natuur/parkgebied, weginfrastructuur en de publieke ruimte. Afhankelijk van de bestemming doet het RUP ondermeer uitspraken over: de bebouwing (inplanting, bouwdiepte, Deel I: tekstbundel september /42

57 bouwhoogte, dakvorm, gevelafwerking), de onbebouwde ruimte (verharding, bijgebouwen, afsluitingen, ), de toegankelijkheid, waterbeheersing, de algemene inrichting, In 2015 besloot het gemeentebestuur haar plannen voor het administratief centrum te wijzigen (zie ook paragraaf 1.2.). Voor de realisatie van deze gewijzigde plannen is een gedeeltelijke herziening van het oorspronkelijke RUP echter noodzakelijk. Daarnaast heeft de gemeente ook besloten om deze noodzakelijke herziening aan te grijpen om enkele andere detailaanpassingen door te voeren aan het RUP. Op deze manier kan het RUP inspelen op enkele nieuwe (ruimtelijke) tendensen en ontwikkelingen die in de jaren na de goedkeuring van het oorspronkelijke RUP tot stand zijn gekomen. De rechtste afbeelding geeft de bestaande planologische toestand weer (grafisch plan, versie definitief vastgesteld RUP uit 2013). Verantwoording van de gedeeltelijke herziening (overzicht van de wijzigingen) Algemeen worden met de gedeeltelijke herziening van het RUP Centrum Begijnendijk (2013) slechts enkele detailaanpassingen doorgevoerd aan de geldende bestemmingszones en bijhorende stedenbouwkundige voorschriften. Het doel en de algemene uitgangspunten van het oorspronkelijke RUP blijven echter ongewijzigd. In de alinea s hieronder wordt een gedetailleerd overzicht gegeven van de voorziene aanpassingen aan het oorspronkelijke RUP. Deze worden bij benadering (en indien mogelijk) verduidelijkt op onderstaande kaart. Deel I: tekstbundel september /42