Eusebiusbinnensingel 28 Postbus EP Arnhem

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eusebiusbinnensingel 28 Postbus EP Arnhem"

Transcriptie

1 Arnhem, 7 maart 2013 Geen strafrechtelijk onderzoek Srebrenica Het Openbaar Ministerie stelt geen strafrechtelijk onderzoek in tegen de heren Karremans (commandant Dutchbat III), Franken (plaatsvervangend commandant Dutchbat III) en Oosterveen (personeelsfunctionaris Dutchbat III). Op basis van intensief en nauwgezet feitenonderzoek, komt het Openbaar Ministerie tot het oordeel dat Karremans, Franken en Oosterveen niet strafrechtelijk verwijtbaar betrokken zijn geweest bij de door het Bosnisch-Servische leger (VRS) gepleegde misdaden in juli 1995 in Srebrenica. Arrondissementsparket Oost-Nederland Eusebiusbinnensingel 28 Postbus EP Arnhem Aangifte Op 5 juli 2010 ontving het Openbaar Ministerie een aangifte over betrokkenheid van Karremans, Franken en Oosterveen bij strafbare feiten begaan in Srebrenica in juli De aangifte heeft betrekking op de dood van Rizo Mustafic, Ibro Nuhanovic en Muhamed Nuhanovic en niet op de andere evacués die om het leven zijn gekomen nadat ze de compound hadden verlaten. In de aangifte wordt Karremans, Franken en Oosterveen verweten dat ze voornoemde slachtoffers hebben verwijderd van de compound en overgedragen hebben aan de VRS in de wetenschap dat dit zou hebben geleid tot hun dood. De VRS stond onder leiding van Mladic. Feitenonderzoek Naar aanleiding van de aangifte is een feitenonderzoek gestart. Dit onderzoek was erop gericht om op basis van (reeds) beschikbare informatie en op basis van informatie genoemd in de aangifte te beoordelen of er ten aanzien van Karremans, Franken en Oosterveen aanleiding is om strafrechtelijk onderzoek te doen. Het Openbaar Ministerie heeft in 1998 een onderzoek ingesteld naar onder meer de strafrechtelijke betrokkenheid van Nederlandse militairen bij de evacuatie van de bevolking van de enclave Srebrenica in juli Er zijn toen geen aanwijzingen gevonden dat Nederlandse militairen, deel uitmakend van Dutchbat III, zich bij hun

2 regelende taken schuldig hebben gemaakt aan enig strafbaar feit. Diverse bronnen waar in de aangifte naar wordt verwezen alsook andere beschikbare bronnen zijn integraal onderzocht op aanwezigheid van belastend en ontlastend materiaal in relatie tot de aangifte. Er is een analyse gemaakt van de context waarbinnen de verweten gedragingen hebben plaatsgevonden en het juridische kader waartegen deze gedragingen moeten worden afgezet. Belangrijke bronnen waaruit is geput zijn onder meer: het defensierapport Debriefing Srebrenica (oktober 1995), het Feitenrelaas debriefing Srebrenica (22 september 1995), het NIOD rapport Srebrenica, een veilig gebied (2002), de rapporten van de Secretaris-Generaal van de VN (november 1995 en november 1999), de getuigenverklaringen die onder meer door Nederlandse militairen voor het Joegoslaviëtribunaal zijn afgelegd en de getuigenverhoren in de civiele procedure van aangevers tegen de Nederlandse Staat. Het onderzoek heeft, na de aangifte in juli 2010, geruime tijd in beslag genomen. Dit niet alleen vanwege de enorme hoeveelheid aan informatie die is onderzocht. Het betreft ook een uiterst complexe, gevoelige zaak. Op verschillende momenten is breed intern overleg geweest over de deelresultaten van het onderzoek en de analyses en zijn nadere onderzoeksopdrachten geformuleerd en uitgevoerd. Daarnaast is er ook advies ingewonnen bij een aantal andere OM-onderdelen (Landelijk Parket, Parket-Generaal en het Ressortsparket Arnhem- Leeuwarden). Gebeurtenissen rondom de val van Srebrenica Nadat Srebrenica in 1993 door de VN- Veiligheidsraad werd aangewezen als safe area, een gebied waar de bevolking veilig moest zijn voor wapens en andere dreigingen, heeft de Nederlandse regering zich in de zomer van 1993 bereid verklaard om gedurende anderhalf jaar een infanteriebataljon te leveren voor de VN-missie in Bosnië-Herzegovina. Het eerste bataljon (Dutchbat I) arriveerde in maart Dit bataljon werd in juli van dat jaar opgevolgd door Dutchbat II, dat op zijn beurt in januari 1995 werd afgelost door Dutchbat III. De taken van Dutchbat waren gericht op een traditionele vredeshandhavende operatie, dat wil zeggen een operatie waarbij de strijdende partijen vrede hebben gesloten en de blauwe baretten als onpartijdige derde optreden. Dutchbat had tot taak

3 om door hun aanwezigheid ter plaatse strijdende partijen af te schrikken om de safe area aan te vallen. Het mandaat voorzag niet in bescherming van de bevolking door verdediging van de safe area. Noch Dutchbat, noch UNPROFOR en de internationale gemeenschap zijn in staat gebleken om de ontwikkelingen in de maanden, weken en dagen voorafgaand aan de val van de enclave Srebrenica te beïnvloeden en de aanval op de enclave te voorkomen of te stoppen. De verschillende onderzoeken die in de loop der jaren zijn gedaan naar de gebeurtenissen rondom de val van Srebrenica schrijven dit falen in belangrijke mate toe aan het gebrekkige mandaat, een gebrekkige (internationaal) politieke en militaire sturing, onvoldoende troepensterkte, de lichte bewapening en de restricties met betrekking tot het gebruik van geweld. Nadat de VRS vanaf februari 1995 geen brandstoftransporten meer toeliet tot de enclave kampte Dutchbat met een ernstig brandstoftekort. Ook de aanvragen voor bevoorradingskonvooien werden stelselmatig gehinderd en eind april sloot de VRS de enclave zelfs hermetisch af, waardoor circa 150 verlofgangers van Dutchbat niet konden terugkeren in het gebied en de bevoorrading onmogelijk werd. Hierdoor ontbrak het al snel aan een aantal eerste levensbehoeften zoals verwarming, verlichting, warm water en bewassing. Ook de drinkwater- en voedselvoorraad nam zorgwekkende vormen aan, hetgeen leidde tot diverse lichamelijk klachten bij de militairen waardoor het functioneren werd belemmerd. Doordat de UNHCR hulpkonvooien de enclave ook niet meer bereikten ontstond er ook voor de bevolking in de enclave een zeer precaire voedselsituatie. Begin juni viel de eerste Observation Post (OP) in handen van de VRS. Nadat op 6 juli 1995 de enclave door de VRS werd aangevallen werden de overige OP s door de VRS overlopen, waarbij het gebruik van geweld door de VRS niet werd geschuwd. De bemanning werd veelal gedwongen haar wapens achter te laten en een aantal Nederlandse militairen viel in handen van de VRS. In de avond van 9 juli 1995 was de VRS Srebrenica-stad tot op een kilometer genaderd. Hoewel er door Dutchbat op 10 juli 1995 verschillende blocking positions werden ingenomen, rukte de VRS steeds verder op. Ondanks meerdere verzoeken om luchtsteun, bleef deze uit. In de middag van 11 juli 1995 werd wel luchtsteun ingezet, maar weer stopgezet nadat de VRS had

4 gedreigd de gegijzelde militairen van Dutchbat te zullen doden. De VRS zette zijn opmars voort en met gebruikmaking van veel geweld werd Srebrenica-stad aan het eind van de middag op 11 juli 1995 ingenomen. De aanval op de enclave had tot gevolg dat de bevolking en de in de enclave aanwezige eenheden van het Bosnische moslimleger (ARBiH) op de vlucht sloegen. Een groot deel van de bevolking zocht in de loop van 11 juli 1995 een veilig heenkomen op de compound in Potocari. Aangezien de VRS dreigde met artillerievuur als Dutchbat vluchtelingen toe zou laten op de compound, werden de vluchtelingen uit het zicht van de VRS binnengelaten via een gat in het hek aan de achterkant van de compound. Circa 5000 vluchtelingen werden ondergebracht in een grote fabriekshal op het terrein. De overige vluchtelingen, circa , verbleven buiten de compound. Met het oog op het bevorderen van de humanitaire situatie voor de vluchtelingen die zich inmiddels op en om de compound bevonden, ontving Karremans in de vroege avond van 11 juli 1995 de opdracht van het hoofdkwartier in Sarajevo om alle mogelijke maatregelen te treffen ter bescherming van de vluchtelingen. Kort daarna kreeg hij ook de instructie om met de VRS in onderhandeling te gaan over de evacuatie van de vluchtelingen. Karremans zette hierbij in op een evacuatie door UNPROFOR, waarbij hij van meet af aan aangaf dat hij het lokale personeel wilde meenemen. Volgens Karremans werd door Mladic de eis gesteld dat het lokale personeel in bezit moest zijn van een VN-pas. Hierop gaf Karremans zijn staf de instructie om een namenlijst op te stellen. In de ochtend van 12 juli 1995 deelde Mladic onverwacht mee dat de VRS voor het vervoer zou zorgdragen. Verder wilde Mladic alle mannen tussen de 17 en 60 jaar zien om na te gaan of er oorlogsmisdadigers tussen zaten. Rond 13:00 uur die dag arriveerden de eerste bussen en vrachtwagens bij de compound in Potocari en vertrokken de eerste bussen met vluchtelingen. Daarnaast begon de VRS met het scheiden van de mannen van hun families. De mannen werden overgebracht naar een huis ( het witte huis ) waarin zij door de VRS werden verhoord. Al snel ontving de bataljonsleiding berichten die er onmiskenbaar op duidden dat daar door de VRS (ernstig) fysiek geweld werd gebruikt. Het aanvankelijke plan om een Nederlandse militair met iedere bus mee te laten rijden bleek al snel niet

5 uitvoerbaar. Het plan om per konvooi een militair voertuig mee te sturen werd door de VRS gedwarsboomd. De VRS nam de Nederlandse militairen voertuigen en wapens af. Dutchbat stond hier machteloos tegen over. Later die dag werd het Karremans en Franken duidelijk dat de bussen met mannen niet arriveerden op de afgesproken bestemming (Kladanj). Rond het middaguur waren de vluchtelingen die buiten de compound verbleven allemaal vertrokken. Vervolgens werden de vluchtelingen die zich nog op de compound in Potocari bevonden geëvacueerd. Vroeg in de avond waren ook deze vluchtelingen vertrokken. Strafrechtelijk verwijtbare betrokkenheid bij het ombrengen van de in de aangifte genoemde slachtoffers Op basis van het feitenonderzoek heeft het Openbaar Ministerie zich het volgende beeld gevormd over de gebeurtenissen op 13 juli 1995 rondom Rizo Mustafic, Ibro Nuhanovic en Muhamed Nuhanovic en de rol die Karremans, Franken en Oosterveen hierbij hebben gespeeld. Muhamed Nuhanovic Muhamed Nuhanovic was de broer van Hasan Nuhanovic (aangever) die als tolk in dienst was van de monitormissie van de Verenigde Naties (UNMO). Hasan Nuhanovic vreesde voor het lot van zijn broer en zocht naar een mogelijkheid om te voorkomen dat Muhamed Nuhanovic de compound moest verlaten. Karremans had tijdens de onderhandelingen met Mladic bedongen dat het lokaal personeel dat in dienst was van de Verenigde Naties samen met Dutchbat de enclave zou verlaten. Karremans liet zijn staf ter zake een namenlijst (de zogenoemde lijst van 29 ) opmaken om inzichtelijk te kunnen maken welke personen dit betrof. De VRS eiste dat Dutchbat een namenlijst zou overleggen. Een Nederlandse UNMO-officier was bereid om te doen alsof Muhamed Nuhanovic kort daarvoor in dienst was genomen als schoonmaker en derhalve als personeelslid moest worden beschouwd die de met Mladic overeengekomen bescherming genoot. In de ochtend van 13 juli 1995 leverde de Nederlandse UNMO-officier de lijst in bij Franken. Franken wilde echter geen namen op de lijst hebben staan van personen die niet beschikten over de vereiste papieren waarmee ze hun dienstverband met de Verenigde Naties of een andere internationale organisatie konden aantonen. Muhamed Nuhanovic was niet in het bezit van een dergelijk bewijs. Franken liet door zijn staf onderzoeken of het mogelijk was om op de compound een VN-

6 identiteitspas na te maken. Dit bleek niet het geval. Franken hield ernstig rekening met een controle door de VRS en vreesde bij ontdekking voor represailles en daarmee voor het leven van het lokaal personeel dat wel over een VN-identiteitspas beschikte. De gegeven omstandigheden van dat moment en de machteloze positie waarin Dutchbat zich bevond, billijken in de ogen van het Openbaar Ministerie de belangenafweging die Franken heeft gemaakt en het besluit dat hij op basis daarvan heeft genomen. Om die reden treft Franken geen strafrechtelijk verwijt. Het Openbaar Ministerie heeft vastgesteld dat de betrokkenheid van Karremans ten aanzien van de gebeurtenissen rondom Muhamed Nuhanovic niet relevant is geweest en die van Oosterveen nihil. Ook hen treft om die reden geen strafrechtelijk verwijt. Ibro Nuhanovic Ibro Nuhanovic bevond zich met zijn vrouw en twee zonen, Hasan Nuhanovic (aangever) en Muhamed Nuhanovic, op de compound. Ibro Nuhanovic maakte samen met twee andere vluchtelingen deel uit van het vluchtelingencomité dat Karremans bijstond bij de onderhandelingen over de evacuatie van de vluchtelingen met Mladic. Daar is door Mladic de indruk gewekt dat Ibro Nuhanovic een vrijgeleide had en dientengevolge op de compound mocht blijven. Franken wees Ibro Nuhanovic hierop toen hij zag dat Ibro Nuhanovic vroeg in de avond van 13 juli 1995 zich met zijn gezin en de laatste groep vluchtelingen naar de toegangspoort van de compound begaf. Ibro Nuhanovic wilde zijn vrouw en zoon niet alleen laten en verliet samen met hen de compound. Oosterveen kan op geen enkele wijze in verband worden gebracht met het verlaten van de compound door Ibro Nuhanovic. Het Openbaar Ministerie is van oordeel dat Karremans, Franken en Oosterveen in deze geen strafrechtelijk relevante gedragingen hebben gepleegd. Het besluit van Ibro Nuhanovic om de compound te verlaten is terug te voeren op de beslissing van Franken om Muhamed Nuhanovic niet toe te staan tesamen met Dutchbat te evacueren. Nu deze beslissing van Franken geen strafrechtelijk verwijt met zich brengt, kan ook het besluit van Ibro Nuhanovic om de compound te verlaten en zijn daaruit voortvloeiende dood in strafrechtelijke zin niet verweten worden aan Karremans of Franken. Rizo Mustafic Rizo Mustafic had eveneens met zijn gezin zijn toevlucht gezocht op de compound. Hij was in dienst van het gemeentebestuur (Opstina) van Srebrenica en als electriciën te werk gesteld op de compound. Aangezien hij al sinds begin 1994 voor

7 Dutchbat werkte, had hij een bijzondere positie verworven in vergelijking met het andere opstinapersoneel. Hoewel Rizo Mustafic in dienst was van de Opstina en dus niet in dienst van de Verenigde Naties, zijn er aanwijzingen dat zijn naam op deze namenlijst heeft gestaan en dat Rizo Mustafic hiervan op de hoogte was. In de ochtend van 13 juli 1995 liep Rizo Mustafic op Oosterveen af waarna een kort gesprek volgde waarin Rizo Mustafic meedeelde dat hij op de compound zou blijven. Op basis van instructies die hij eerder van de bataljonsleiding had gekregen, merkte Oosterveen op dat alleen lokaal personeel dat in dienst was van de Verenigde Naties op de compound mocht blijven. Oosterveen hoorde die avond van Franken, nadat Rizo Mustafic de compound reeds had verlaten en Oosterveen Franken over de ontmoeting die ochtend had geïnformeerd, dat Rizo Mustafic op de compound had mogen blijven. Franken beschouwde Rizo Mustafic als een lokaal personeelslid die bijzondere bescherming genoot en verweet Oosterveen, een immense stommiteit te hebben begaan. Karremans heeft Rizo Mustafic die dagen niet gezien en diens vertrek viel Karremans pas op na 13 juli Karremans beschouwde Rizo Mustafic als een vaste medewerker en had zich niet gerealiseerd dat Rizo Mustafic niet in dienst was van Verenigde Naties. De gebeurtenissen rondom Rizo Mustafic zijn terug te voeren op een dramatisch misverstand. Ten aanzien van dit misverstand treft Karremans, Franken en Oosterveen niet een strafrechtelijk verwijt. Conclusie Het Openbaar Ministerie concludeert op basis van het feitenonderzoek dat Karremans, Franken en Oosterveen geen strafrechtelijk verwijt treft ten aanzien van het ombrengen van Rizo Mustafic, Ibro Nuhanovic en Muhamed Nuhanovic door de VRS. Naar het oordeel van het Openbaar Ministerie zijn er geen aanwijzingen die noodzaken tot verder (strafrechtelijk) onderzoek. Het Gerechtshof te s-gravenhage heeft inmiddels geoordeeld dat de Staat der Nederlanden naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de dood van Rizo Mustafic, Ibro Nuhanovic en Muhamed Nuhanovic, welk oordeel in cassatie is bestreden en daarom nog niet definitief is. De aard van het onderzoek dat tot dat oordeel heeft geleid verschilt evenwel wezenlijk van dat van het onderzoek naar aanleiding van de vraag of Karremans, Franken en Oosterveen individueel enig strafrechtelijk relevant verwijt treft.

8

Maatschappijwetenschappen 2e fase DE GENOCIDE IN SREBRENICA 1995 KNIPVELLEN

Maatschappijwetenschappen 2e fase DE GENOCIDE IN SREBRENICA 1995 KNIPVELLEN Maatschappijwetenschappen 2e fase DE GENOCIDE IN SREBRENICA 1995 KNIPVELLEN NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies OPDRACHT 2 HET FEITENRELAAS Zet de feiten op een rijtje door een

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 Rapport Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van het arrondissementsparket te Den

Nadere informatie

5.2. Boekverslag door L woorden 2 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Inleiding

5.2. Boekverslag door L woorden 2 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Inleiding Boekverslag door L. 2156 woorden 2 juni 2007 5.2 44 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inleiding Dit werkstuk gaat over de val van Srebrenica en welke rol Nederland hierin speelde. De hoofdvraag is dan ook:

Nadere informatie

Betreft: aangifte strafbare feiten begaan in Srebrenica in juli 1995

Betreft: aangifte strafbare feiten begaan in Srebrenica in juli 1995 Per Aangetekende post Parket Arnhem Hoofdofficier van Justitie mr. N.G. Zandee Postbus 9032 6800 EP Arnhem Amsterdam, 5 juli 2010 Onze ref. 20100398.LZ/ck Direct tel.nr: (020) 344 62 15 Direct faxnr: (020)

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:BZ9225

ECLI:NL:HR:2013:BZ9225 ECLI:NL:HR:2013:BZ9225 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Hoge Raad 06-09-2013 03-05-2013 12/03324 Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ9225,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:BZ9225

ECLI:NL:HR:2013:BZ9225 ECLI:NL:HR:2013:BZ9225 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-09-2013 Datum publicatie 03-05-2013 Zaaknummer 12/03324 Formele relaties Rechtsgebieden Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ9225, Gevolgd In cassatie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445

Rapport. Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445 Rapport Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445 2 Klacht Op 5 december 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer H. te Arnhem, ingediend door de heer F. te Doorwerth, met

Nadere informatie

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001 Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329

Rapport. Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329 Rapport Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) de gegevens van het arrest van het gerechtshof Arnhem van 20

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 Rapport Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 2 Klacht DE ONDERZOCHTE GEDRAGING Het in strijd met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht niet informeren van betrokkene over de mogelijkheid

Nadere informatie

1. de Staat der Nederlanden (ministerie van Defensie en ministerie van Buitenlandse Zaken)

1. de Staat der Nederlanden (ministerie van Defensie en ministerie van Buitenlandse Zaken) Zaaknummers: 200.158.313-1 en 200.160.317-1 Pleidooi d.d. 6 oktober 2016, 9.30 uur PLEITNOTA Mrs. M.R. Gerritsen en S.A. van der Sluijs Inzake: 1. mevrouw Sabaheta Fejzić 2. mevrouw Kadira Gabeljić 3.

Nadere informatie

Stichting Nationaal Erfgoed Hotel De Wereld

Stichting Nationaal Erfgoed Hotel De Wereld Stichting Nationaal Erfgoed Hotel De Wereld Onderwerp: Inleider: Wie is aansprakelijk voor VN blauwhelmen? Professor Ann Pauwels van de universiteit van Brussel Thema-avond: Dinsdag 21 mei 2013 Ik wil

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251

Rapport. Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251 Rapport Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251 2 Klacht Verzoeker deed op 2 maart 2004 aangifte tegen zijn buurman, de heer Y, wegens vernieling van een aantal bomen, struiken en planten. Verzoeker

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Sector Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

STG CONFIDENTIEEL. Directie Operatiën Koninklijke landmacht Afd. Inlichtingen en Veiligheid Sectie Inlichtingen SUPINTREP. Enclaves ZEPA en SREBRENICA

STG CONFIDENTIEEL. Directie Operatiën Koninklijke landmacht Afd. Inlichtingen en Veiligheid Sectie Inlichtingen SUPINTREP. Enclaves ZEPA en SREBRENICA Directie Operatiën Koninklijke landmacht Afd. Inlichtingen en Veiligheid Sectie Inlichtingen SUPINTREP Enclaves ZEPA en SREBRENICA Standdatum: 07 maart 1994 - SUPINTREP ENCLAVES SREBRENICA en ZEPA ALGEMEEN.

Nadere informatie

Titel Nederlandse troepen in Srebrenica

Titel Nederlandse troepen in Srebrenica Nederlandse troepen in Srebrenica Hoe zorg je voor vrede in moeilijke tijden? Korte lesomschrijving Leerlingen verwerven in deze les informatie over de burgeroorlog in Joegoslavië. Ook onderzoeken ze de

Nadere informatie

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2632 Advies IS - Irak Datum 3 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper Op

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 Rapport Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 2 Klacht Op 11 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer X te Y, ingediend door de heer mr. G. Meijers, advocaat

Nadere informatie

5.6. Wat gebeurde er tijdens het verblijf van Dutchbat in Srebrenica?

5.6. Wat gebeurde er tijdens het verblijf van Dutchbat in Srebrenica? Opstel door een scholier 2846 woorden 1 juli 2001 5.6 21 keer beoordeeld Vak Nederlands Wat gebeurde er tijdens het verblijf van Dutchbat in Srebrenica Wat zou de taak van Dutchbat moeten worden? "...

Nadere informatie

REPLIEK ***** Naar aanleiding van de schriftelijke toelichting d.d. 17 juni 2011 van de Nederlandse Staat repliceert de Stichting c.s. als volgt.

REPLIEK ***** Naar aanleiding van de schriftelijke toelichting d.d. 17 juni 2011 van de Nederlandse Staat repliceert de Stichting c.s. als volgt. Rolnummer : 10/04437 Roldatum : 7 juli 2011 REPLIEK Inzake: Stichting Mothers of Srebrenica c.s / Staat der Nederlanden en de VN ***** Naar aanleiding van de schriftelijke toelichting d.d. 17 juni 2011

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Dordrecht de tegen hem ingestelde strafzaak heeft geseponeerd onder sepotcode 02 (geen wettig bewijs) in plaats van sepotcode

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:61 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer K13/0320

ECLI:NL:GHAMS:2014:61 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer K13/0320 ECLI:NL:GHAMS:2014:61 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-01-2014 Datum publicatie 22-01-2014 Zaaknummer K13/0320 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Een onderzoek naar het verstrekken van informatie en de wijze van klachtbehandeling door de politie Oost-Nederland.

Een onderzoek naar het verstrekken van informatie en de wijze van klachtbehandeling door de politie Oost-Nederland. Rapport Een onderzoek naar het verstrekken van informatie en de wijze van klachtbehandeling door de politie Oost-Nederland. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de politie Oost- Nederland

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Functioneel Parket te Den Haag. Datum: 4 juni Rapportnummer: 2012/092

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Functioneel Parket te Den Haag. Datum: 4 juni Rapportnummer: 2012/092 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Functioneel Parket te Den Haag. Datum: 4 juni 2012 Rapportnummer: 2012/092 2 Feiten Verzoeker was directeur van een stichting. Op 21 mei 2010 heeft

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/174

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/174 Rapport Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/174 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Noord- en Oost-Gelderland hem op 14 december 2005 hebben aangezegd

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,

Nadere informatie

Handleiding Srebrenica

Handleiding Srebrenica Korte lesomschrijving In deze les staat de vensterplaat over de val van Srebrenica central. De leerlingen ontdekken aan de hand van deze interactieve vensterplaat waarom Nederlandse soldaten daar waren

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083 Rapport Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Gouda vanaf november 2002 onvoldoende heeft getracht om de

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april Rapportnummer: 2012/062

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april Rapportnummer: 2012/062 Rapport Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april 2012 Rapportnummer: 2012/062 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een met naam genoemde politieambtenaar van het

Nadere informatie

pagina 1 van 23 LJN: BR0132, Gerechtshof 's-gravenhage, 200.020.173/01 Datum 05-07-2011 uitspraak: Datum 05-07-2011 publicatie: Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Een verantwoord en aanvaard risico. De vredesmissie naar Srebrenica

Een verantwoord en aanvaard risico. De vredesmissie naar Srebrenica Een verantwoord en aanvaard risico De vredesmissie naar Srebrenica Een verantwoord en aanvaard risico Een vergelijking tussen de publieke verantwoordelijkheden van de Verenigde Naties en Nederland Masterscriptie

Nadere informatie

Mysterie De vluchtende keizer

Mysterie De vluchtende keizer Mysterie De vluchtende keizer De les in een oogopslag Onderwerp: Activiteit: Tijdsduur: Doelen: Beginsituatie: Voorbereiding: Vlucht Keizer Wilhelm naar Nederland Deze mysterie- activiteit is een goede

Nadere informatie

Srebrenica: een veilig gebied

Srebrenica: een veilig gebied Srebrenica: een veilig gebied Deelstudie NL Chronologie Chronologie van de Nederlandse betrokkenheid bij het Bosnische conflict en de nasleep ervan 1991-1999 D.C.L. Schoonoord (NIOD) Inleiding Er bestaan

Nadere informatie

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 466 Vragen van de leden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:6552

ECLI:NL:RBGEL:2014:6552 ECLI:NL:RBGEL:2014:6552 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 16-10-2014 Datum publicatie 16-10-2014 Zaaknummer 05/840573-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 638 Mensenhandel Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073 Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni 2013 Rapportnummer: 2013/073 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een consulent van de sociale dienst van de gemeente Weert hem heeft

Nadere informatie

Datum 2 november 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat drie moskeeën zijn aangevallen

Datum 2 november 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat drie moskeeën zijn aangevallen 1 > Retouradres Postbus 16950 2500 BZ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 16950 2500 BZ Den Haag Onderwerp

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juni 2006 Rapportnummer: 2006/232

Rapport. Datum: 28 juni 2006 Rapportnummer: 2006/232 Rapport Datum: 28 juni 2006 Rapportnummer: 2006/232 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het arrondissementsparket te Rotterdam bij brief van 3 november 2004 heeft geweigerd om haar financieel tegemoet

Nadere informatie

Samenvatting van de aanleiding, het verloop, de resultaten en de besluitvorming in het Rolodex-onderzoek

Samenvatting van de aanleiding, het verloop, de resultaten en de besluitvorming in het Rolodex-onderzoek 23 december 2013 PaG/BiZJ45022 8IJLAGE 1 Samenvatting van de aanleiding, het verloop, de resultaten en de besluitvorming in het Rolodex-onderzoek Het Rolodex-onderzoek komt voort uit een ander strafrechtelijk

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale eenheid Amsterdam. Datum: 30 december Rapportnummer: 2013/218

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale eenheid Amsterdam. Datum: 30 december Rapportnummer: 2013/218 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale eenheid Amsterdam. Datum: 30 december 2013 Rapportnummer: 2013/218 2 Feiten Verzoeker en zijn partner leven al jarenlang in onmin met hun

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord- Nederland.

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord- Nederland. Een extra stap Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord- Nederland. Datum: 16 april 2015 Rapportnummer: 2015/076 2 Klacht Verzoeker klaagt erover

Nadere informatie

KAMER VOOR HET NOTARIAAT KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

KAMER VOOR HET NOTARIAAT KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN AL/2015/106 ECLI:NL:TNORARL:2015:39 KAMER VOOR HET NOTARIAAT Beslissing in de zaak onder nummer van: AL/2015/106 KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN Kenmerk: AL/2015/106 Beslissing

Nadere informatie

De dood van Joegoslavië ( )

De dood van Joegoslavië ( ) Geschiedenis van de laatste 50 jaar De dood van Joegoslavië (1990-1995) Bas Levinsohn 1 Inleiding Overzicht colleges Titel college Thema college Tijdsperiode 1 De Cubaanse rakketencrisis Beslissingen tijdens

Nadere informatie

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. ECLI:NL:GHARL:2015:7181 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 25-09-2015 Datum publicatie: 25-09-2015 Zaaknummer: 21-004143-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Datum: 30 december 2013 Rapportnummer: 2013/213 2 Feiten Verzoeker is

Nadere informatie

Wie kreeg van God de ingeving om de Filistijnen een lesje te leren?

Wie kreeg van God de ingeving om de Filistijnen een lesje te leren? Jonathan verslaat met de hulp van God de Filistijnen. Wie kreeg van God de ingeving om de Filistijnen een lesje te leren? 1 Samuel 14:1, eerste deel 1 Op een dag gebeurde het dat Jonathan, de zoon van

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 Rapport Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in haar brief aan verzoekster van 25 februari 2000 heeft

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Limburg-Noord op 14 juli 2008 heeft geweigerd de aangifte van diefstal van haar kat op te nemen. Beoordeling

Nadere informatie

NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaaknummer: a

NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaaknummer: a NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaaknummer: 14-010-a In de zaak tegen: UITSPRAAK Datum: 1 december 2014 De heer R. J. - - Bondsnummer: - De aangifte en aanklacht en het verloop van de procedure

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 mei 2004 Rapportnummer: 2004/180

Rapport. Datum: 18 mei 2004 Rapportnummer: 2004/180 Rapport Datum: 18 mei 2004 Rapportnummer: 2004/180 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het regionale politiekorps Haaglanden geen nader onderzoek heeft ingesteld naar aanleiding van zijn aangiften van

Nadere informatie

Rapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162

Rapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162 Rapport Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162 2 Klacht Verzoeker klaagt over de wijze waarop ambtenaren van het regionale politiekorps Utrecht op 6 mei 2006 hebben gereageerd op zijn verzoek om

Nadere informatie

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Mr. Bert Kabel (1) Inleiding In het hedendaagse verkeer komt het regelmatig voor dat verkeersdeelnemers elkaar geen voorrang verlenen. Gelukkig

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 augustus 1999 Rapportnummer: 1999/380

Rapport. Datum: 30 augustus 1999 Rapportnummer: 1999/380 Rapport Datum: 30 augustus 1999 Rapportnummer: 1999/380 2 Klacht Op 16 maart 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw K. te Rotterdam, met een klacht over een gedraging van de

Nadere informatie

NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaak-no: Datum: In de zaak van: 25 juni 2012

NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaak-no: Datum: In de zaak van: 25 juni 2012 NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaak-no: 12-004 UITSPRAAK Datum: In de zaak van: 25 juni 2012 De heer T. v.d. B. 1. Aangifte: Door de heer V. Karagantcheff, bondsscheidsrechter NTTB, is op 23

Nadere informatie

De Staat der Nederlanden (Ministerie van Defensie en Ministerie van Buitenlandse Zaken) tegen Hasan Nuhanović

De Staat der Nederlanden (Ministerie van Defensie en Ministerie van Buitenlandse Zaken) tegen Hasan Nuhanović INTERNATIONALE RECHTSPRAAK De Staat der Nederlanden (Ministerie van Defensie en Ministerie van Buitenlandse Zaken) tegen Hasan Nuhanović (Hoge Raad, 6 september 2013) 1 door: mr. dr. O. Spijkers 2 Deze

Nadere informatie

Met deze klacht beoogt verzoekster ertoe bij te dragen dat een andere ouder en kind niet hetzelfde overkomt als haar en haar dochter.

Met deze klacht beoogt verzoekster ertoe bij te dragen dat een andere ouder en kind niet hetzelfde overkomt als haar en haar dochter. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam het oordeel van de klachtencommissie van 1 december 2008 over haar klacht niet heeft gedeeld en naar aanleiding

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 Rapport Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van het gerechtshof Den Haag hem het arrest van 17 juli 2008 niet heeft toegestuurd met als gevolg

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/226 2 Feiten Verzoekers hebben bij de politie aangifte gedaan jegens

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 29 200 X Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2004 C BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 23-05-2006 Datum publicatie 23-05-2006 Zaaknummer 21-000822-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Flevoland hebben nagelaten om hem op 6 augustus 2006 in te lichten over het aantreffen van zijn kort daarvoor gestolen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/245

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/245 Rapport Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/245 2 Klacht Verzoeker, die op 22 september 2004 te Leeuwarden werd bekeurd wegens een verkeersovertreding, klaagt over de wijze waarop een ambtenaar van

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201100976/1/V2. Datum uitspraak: 18 september 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat uren die hij in november 2005 als pooler heeft gewerkt in de Penitentiaire Inrichting Haaglanden, locatie Scheveningen, tot op heden niet zijn uitbetaald.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 22 181 De situatie in voormalig Joegoslavië Nr. 138 LIJST VAN AANVULLENDE VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 11 december 1995 De vaste commissies

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie-eenheid Zeeland-West-Brabant. Datum: 7 juli Rapportnummer: 2014/071

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie-eenheid Zeeland-West-Brabant. Datum: 7 juli Rapportnummer: 2014/071 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie-eenheid Zeeland-West-Brabant. Datum: 7 juli 2014 Rapportnummer: 2014/071 2 Feiten Op 28 november 2013 hebben politieambtenaren van

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2003E0495 NL 23.07.2014 008.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2003/495/GBVB VAN DE

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 april 1998 Rapportnummer: 1998/126

Rapport. Datum: 27 april 1998 Rapportnummer: 1998/126 Rapport Datum: 27 april 1998 Rapportnummer: 1998/126 2 Klacht Op 20 augustus 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer P. te Oud Alblas, met een klacht over een gedraging van Gak

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 maart 1999 Rapportnummer: 1999/090

Rapport. Datum: 4 maart 1999 Rapportnummer: 1999/090 Rapport Datum: 4 maart 1999 Rapportnummer: 1999/090 2 Klacht Op 18 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een tweetal verzoekschriften van de heer K. te Zwartewaal, met een klacht over een gedraging

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/114

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/114 Rapport Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/114 2 Klacht Op 2 augustus 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer mr. drs. B., advocaat te Nieuwegein, met een klacht over een

Nadere informatie

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie) Praktische-opdracht door J. 1743 woorden 12 september 2011 6,1 32 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Nadere informatie

KAMER VAN TOEZICHT KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

KAMER VAN TOEZICHT KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN 07.831/2009/929 ECLI:NL:TNOKARN:2013:4 KAMER VAN TOEZICHT Beslissing in de zaak onder nummer van: 07.831/2009/929 KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN klachtzaak 07.831/2009/929 Beslissing

Nadere informatie

pagina 2 van Na een uiteenzetting van de feiten die voor de onderhavige zaak van belang zijn (nr. 2), wordt een korte weergave van het procesve

pagina 2 van Na een uiteenzetting van de feiten die voor de onderhavige zaak van belang zijn (nr. 2), wordt een korte weergave van het procesve pagina 1 van 23 LJN: BZ9225, Hoge Raad, CPG 12/03324 Datum 03-05-2013 uitspraak: Datum 03-05-2013 publicatie: Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie:Gevolgen val Srebrenica.

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de regionale politie-eenheid Oost-Brabant. Datum: 16 augustus Rapportnummer: 2013/101

Rapport. Rapport over een klacht over de regionale politie-eenheid Oost-Brabant. Datum: 16 augustus Rapportnummer: 2013/101 Rapport Rapport over een klacht over de regionale politie-eenheid Oost-Brabant. Datum: 16 augustus 2013 Rapportnummer: 2013/101 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat een politieambtenaar van de regionale

Nadere informatie

U moet terechtstaan. Inhoud

U moet terechtstaan. Inhoud U moet terechtstaan Inhoud Deze brochure 3 Dagvaarding 3 Bezwaarschrift 3 Rechtsbijstand 4 Slachtoffer 4 Inzage in uw dossier 4 Getuigen en deskundigen 5 Uitstel 5 Aanwezigheid op de terechtzitting 6 Verstek

Nadere informatie

V. stelde verzoeker van deze overdracht bij brief van dezelfde datum op de hoogte.

V. stelde verzoeker van deze overdracht bij brief van dezelfde datum op de hoogte. Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat politieambtenaren van het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost zijn aangifte van oplichting door W. die op 15 november 2006 was opgenomen, pas op 17

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

LJN: BR0133, Gerechtshof 's-gravenhage, /01

LJN: BR0133, Gerechtshof 's-gravenhage, /01 LJN: BR0133, Gerechtshof 's-gravenhage, 200.020.174/01 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-07-2011 Datum publicatie: 05-07-2011 Rechtsgebied: Soort procedure: Inhoudsindicatie: Vindplaats(en): Civiel overig

Nadere informatie

opleiding BOA Wet op de rechterlijke organisatie

opleiding BOA Wet op de rechterlijke organisatie Deze reader geeft een overzicht van de die zijn genoemd, versie juni 2005. Hoofdstuk 2. Rechtspraak Afdeling 1. Algemene bepalingen Artikel 2 De tot de rechterlijke macht behorende gerechten zijn: a. de

Nadere informatie

Verstoord contact. Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie-eenheid Oost-Nederland.

Verstoord contact. Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie-eenheid Oost-Nederland. Verstoord contact Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie-eenheid Oost-Nederland. Datum: 18 februari 2015 Rapportnummer: 2015/035 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat politieambtenaren

Nadere informatie

Rapport. Datum: 20 december 2005 Rapportnummer: 2005/389

Rapport. Datum: 20 december 2005 Rapportnummer: 2005/389 Rapport Datum: 20 december 2005 Rapportnummer: 2005/389 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Sociale verzekeringsbank (SVB) Breda de kinderbijslag voor zijn zoon, die hem bij beschikking van 1 april

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat het Landelijke Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Gouda in de periode van 2001 tot en met juni 2007 onvoldoende actie heeft ondernomen om tot inning

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565

ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565 ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565 Instantie Datum uitspraak 22-05-2012 Datum publicatie 29-05-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-1542 WWB + 10-1557

Nadere informatie

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 Nummer: 15/1573/GB Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021

Rapport. Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021 Rapport Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Koninklijke Marechaussee op 20 april 2005 aan zijn moeder een noodpaspoort heeft verleend, afgaande op informatie

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over Domeinen Roerende Zaken, directie Apeldoorn. Datum: 16 juli 212. Rapportnummer: 2012/120

Rapport. Rapport over een klacht over Domeinen Roerende Zaken, directie Apeldoorn. Datum: 16 juli 212. Rapportnummer: 2012/120 Rapport Rapport over een klacht over Domeinen Roerende Zaken, directie Apeldoorn Datum: 16 juli 212 Rapportnummer: 2012/120 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat Domeinen Roerende Zaken afwijzend heeft

Nadere informatie

Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Klager was geïnteresseerd in een woning. Hij verwijt de verkopend makelaar dat het appartement aan een derde is verkocht terwijl klager het eindbod

Nadere informatie

Het is mij bekend dat u meent dat in zo'n geval geen kwijtschelding mogelijk is.

Het is mij bekend dat u meent dat in zo'n geval geen kwijtschelding mogelijk is. Rapport 2 p class="c2">klacht Verzoekster klaagt erover dat de Belastingdienst Zuidwest/kantoor Roosendaal in zijn uitspraak van 21 november 2007 haar beroep tegen de beschikking van de ontvanger van de

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 028.00 ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

09-22 Verzorging Opvangvorm Kinderdagverblijf. Betreft Verzorging. Inleiding. De klacht

09-22 Verzorging Opvangvorm Kinderdagverblijf. Betreft Verzorging. Inleiding. De klacht 09-22 Verzorging 2009 Opvangvorm Kinderdagverblijf Betreft Verzorging Inleiding De klacht Ouder/verzorger klaagt over de reactie van organisatie op haar verzoek om haar dochter te verschonen met een andere,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042 ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 11-11-2008 Datum publicatie 12-11-2008 Zaaknummer 21-001909-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Een onderzoek naar het geen gevolg geven aan een rechterlijke uitspraak door het Openbaar Ministerie te Den Haag

Een onderzoek naar het geen gevolg geven aan een rechterlijke uitspraak door het Openbaar Ministerie te Den Haag Rapport Een onderzoek naar het geen gevolg geven aan een rechterlijke uitspraak door het Openbaar Ministerie te Den Haag Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het Openbaar Ministerie

Nadere informatie