Literatuurwetenschap. Inleiding. Informatie over de bacheloropleiding. Praktische informatie van de opleiding. Studiegids bachelor

Transcriptie

1 Literatuurwetenschap Inleiding Deel I Deel II Deel III Informatie over de bacheloropleiding Praktische informatie van de opleiding Aanvullingen Studiegids bachelor

2 s Jaarrooster Faculteit der Letteren maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag september december maart juni oktober januari april juli november februari mei augustus vet start onderwijsperiode vet introductieweek vet cursief onderwijsvrije week vet cursief einde onderwijsperiode weekends Toelichting 1. Officiële feestdagen Op officiële feestdagen is de faculteit gesloten. In collegejaar 2005/2006 zijn dat de volgende dagen: - Kerstmis: 25 en 26 december 2005* - Koninginnedag: 30 april Nieuwjaar: 1 januari Bevrijdingsdag: 5 mei Goede vrijdag: 14 april Hemelvaart: 25 mei Pasen: 16 en 17 april Pinksteren: 4 en 6 juni 2006 * Het kerstreces (onderwijsvrije dagen) is van maandag 19 december t/m vrijdag 30 december Vanwege collectieve sluitingsdagen zullen de Letterenpanden gesloten zijn van maandag 26 december t/m vrijdag 30 december cursief feestdagen cursief Kerst-/zomerreces 2. Introductie eerstejaars De introductie voor de eerstejaars vindt plaats in de eerste week van het collegejaar. In collegejaar 2005/2006 is dat van 5 t/m 9 september In collegejaar 2006/2007 is dat van 4 t/m 8 september Semesters Het collegejaar is verdeeld in twee semesters van elk 2 onderwijsperiodes. Semester I - onderwijsperiode 1: 5 september 2005 t/m 11 november 2005 Semester I - onderwijsperiode 2: 14 november 2005 t/m 3 februari 2006 Semester II - onderwijsperiode 3: 6 februari 2006 t/m 20 april 2006 Semester I - onderwijsperiode 4: 24 april 2006 t/m 7 juli Meer informatie Bezoek de website van de Faculteit der Letteren

3 Inhoudsopgave Inleiding... 6 Deel I Informatie over het bachelorprogramma Het Utrechtse onderwijssysteem Over de bacheloropleiding Bacheloropleiding in het kort Major Literatuurwetenschap Eindtermen major Literatuurwetenschap Onderwijsprogramma major Schema s Academische vaardigheden De profileringsruimte Studiebegeleiding: tutor, portfolio en studieadviseur Toekomstperspectieven Instromen bij Literatuurwetenschap Stage Naar het buitenland Examen Exameneisen Aanvraagprocedure Titulatuur, judicia, diploma-uitreiking Cursusaanbod en inschrijfprocedure Inschrijfprocedure Shortlist cursussen Cursusbeschrijvingen Deel II Praktische informatie van de opleiding Plaats opleiding binnen de faculteit en het instituut Secretariaat, commissies, afdelingen Secretariaat Commissies Afdelingen en personele informatie (zie ook hoofdstuk 6) StudiePunt Letteren Studentenorganisaties en -bladen van de opleiding Studievereniging Euphorion Tijdschrift Frame Relevante instellingen Letterenbibliotheek Centrum voor Informatisering en Mediagebruik (CIM) Wetenschapswinkel Letteren Medewerkers Adressen en telefoonnummers, met foto s en aandachtsgebieden Verwijzingsmodel voor bachelorstudenten... 82

4 Deel III Aanvullingen ICT-eindtermen Plagiaat- en frauderegeling Examen... 85

5

6 Inleiding Deze studiegids bevat informatie over de bacheloropleiding Literatuurwetenschap. U vindt hierin onder meer informatie over de opbouw van de opleiding, studieloopbaanbegeleiding en de eisen die aan het examen worden gesteld. In de gids vindt u tevens de beschrijvingen van alle cursussen die door de opleiding worden aangeboden. U kunt de cursusbeschrijvingen ook raadplegen in OSIRIS Online, in de universitaire onderwijscatalogus ( en in de cursuskrant ( Tot slot vindt u achter in de gids huishoudelijke informatie van de opleiding. Het Opleidingsstatuut 2005/2006 van de Faculteit der Letteren is een aanvulling op deze studiegids. In het statuut staan de algemene universitaire en facultaire regelingen beschreven, inclusief de rechten en de plichten van zowel de studenten als de Universiteit Utrecht. Het Opleidingsstatuut is digitaal beschikbaar via StudiePunt Letteren Online ( Voor mogelijkheden na de bacheloropleiding is het raadzaam de facultaire site over masterprogramma s te raadplegen ( of één van de masterbrochures of studiegidsen in te kijken. Natuurlijk kunt u altijd terecht bij het StudiePunt Letteren, bij de studieadviseur of de tutor voor nadere informatie. Meer informatie is te vinden op de facultaire homepage: In wordt de studiegids voor het laatst gedrukt. Vanaf het volgende studiejaar is alle informatie over de opleidingsprogramma s van de Faculteit der Letteren te vinden op de facultaire homepage. 6

7 Deel I Informatie over het bachelorprogramma 7

8 1. Het Utrechtse onderwijssysteem De Universiteit Utrecht biedt studenten een onderwijsmodel aan waarbij een student zijn of haar programma voor een groot deel (binnen zekere grenzen) zelf samenstelt. Een student kan een kwart van zijn onderwijs in de bachelorfase vrij kiezen: uit cursussen binnen de eigen major, maar ook uit het overige aanbod binnen de Universiteit Utrecht en uit aanbod van andere instellingen (zowel nationaal als internationaal). De Universiteit Utrecht hanteert het uitgangspunt dat zowel docenten als studenten verplichtingen aangaan bij participatie in een cursus. Docenten verplichten zich tot het verzorgen van activerend onderwijs, studenten tot het actief deelnemen aan onderwijs en toetsing. U kunt in Utrecht zowel een bachelor- als een masteropleiding volgen. De bacheloropleiding duurt drie jaar. De lengte van de master hangt af van het type master dat gekozen wordt. De academische masters duren een jaar, de educatieve en de onderzoeksmasters duren twee jaar. In Utrecht heeft de bachelorfase drie doelstellingen: academische vorming het verdiepen van een specifieke (disciplinaire) interesse het voorbereiden op een verdere (studie)loopbaan Na de driejarige bachelorfase is het de bedoeling dat de studenten een gedegen wetenschappelijke basis hebben. De bacheloropleiding aan de Faculteit der Letteren leidt tot de titel 'Bachelor of Arts'. Iemand met deze titel beschikt naar internationaal geldende maatstaven over een academische graad. In de masterfase specialiseert een bachelor zich in wetenschapsbeoefening of beroepsuitoefening op academisch niveau. Voor elk masterprogramma geldt een toelatingsprocedure, maar elke student met een Utrechts bachelordiploma krijgt de garantie in te kunnen stromen in ten minste één van de Utrechtse masters. Na afronding van deze vervolgopleiding mag men zich Master of Arts (MA) noemen. De Faculteit der Letteren biedt meer dan 50 masterprogramma s aan: 2. Over de bacheloropleiding 2.1 Bacheloropleiding in het kort De bacherlorfase duurt drie jaar (180 ECTS-studiepunten) en valt in twee delen uiteen: Major [zie 2.2] De major bestaat uit verplichte vakken en keuzevakken. Dit is de hoofdrichting. De major Literatuurwetenschap beslaat 120 ECTS. Profileringsruimte [zie 2.3] De profileringsruimte wordt geheel vrij ingevuld met cursussen die aansluiten bij ambities en talenten. Dat kunnen vakken zijn uit het totale Utrechtse cursusaanbod, maar ook uit het aanbod van een andere Nederlandse of buitenlandse universiteit. De profileringsruime binnen Literatuurwetenschap beslaat 60 ECTS. De profileringsruimte kan gedeeltelijk gevuld worden met een minor, een samenhangend pakket cursussen in een bepaald vakgebied. Bij het afronden van de bachelorfase ontvangt de student de internationaal erkende titel "Bachelor of Arts". Daarmee kan toegang verkregen worden tot een masterprogramma (duur: 1 of 2 jaar), of kan de student op zoek gaan naar een baan. Bij het berekenen van de studielast wordt gebruik gemaakt van ECTS: European Credit Transfer System. Alle cursussen van de Faculteit der Letteren hebben een studielast van 7,5 ECTS ongeveer 210 studie-uren. 8

9 2.2 Major Literatuurwetenschap De Literatuurwetenschap bestudeert literatuur in al haar aspecten, ongeacht de taal waarin zij geschreven is. De wetenschappelijke discipline Literatuurwetenschap heeft traditioneel twee grondvormen: theoretische en vergelijkende literatuurwetenschap. In beide ligt de nadruk op niet aan nationale grenzen gebonden problemen en verschijnselen; de scheiding tussen de twee richtingen is geleidelijk aan het verdwijnen. In de Theoretische Literatuurwetenschap (TLW) ligt het accent op de theoretische fundering van de literatuurstudie. Van de student wordt verwacht dat zij/hij tijdens de studie kennis van de belangrijkste literatuurwetenschappelijke theorieën (ook die van het verleden) verwerft, wetenschapstheoretische problemen onderkent, inzicht verkrijgt in het object van de literatuurwetenschap en de relatie bestudeert tussen literatuurwetenschap enerzijds en taalwetenschap, esthetica, cultuurgeschiedenis en de sociale wetenschappen anderzijds. Uit de Theoretische Literatuurwetenschap is een nieuwe richting voortgekomen, de Toegepaste of Empirische Literatuurwetenschap, waarin de lezer en zijn/haar omgang met de tekst een centrale rol spelen. In de Vergelijkende Literatuurwetenschap (VLW) ligt het accent op de internationale samenhang van literaire verschijnselen in historisch perspectief. De student dient een brede kennis van literatuur uit verschillende perioden en cultuurgebieden te verwerven, inzicht te verkrijgen in de problemen en methoden van de vergelijkende literatuurwetenschap, de hoofdlijnen van de geschiedenis van de literaire theorie te bestuderen en, waar nodig, relaties te kunnen leggen met aangrenzende disciplines zoals cultuurgeschiedenis, mentaliteitsgeschiedenis en esthetica. In delen van de studie zijn de grondvormen nog te herkennen zoals in colleges over Literatuurgeschiedschrijving (VLW) of Literatuurtheorie (TLW) en in colleges die de literatuurwetenschappelijke inzichten toepassen (ToeLW), terwijl veel cursussen ook een combinatie/versmelting vertonen. 2.3 Eindtermen major Literatuurwetenschap De doelstellingen van de studie zijn hierboven al enigszins verwoord. Zij worden vertaald in de volgende eindtermen. kennis van de belangrijkste ontwikkelingen in de Europese literatuurgeschiedenis en literatuurbeschouwing vanaf de Oudheid kennis van de belangrijkste theorieën m.b.t. de productie, receptie, ontwikkeling en functie van de literatuur kennis van de elementaire wetenschapstheoretische vraagstukken vaardigheid in het analyseren van teksten vaardigheid in het interpreteren van teksten vaardigheid in het kritisch reflecteren op theorieën en methoden vaardigheid in het opzetten en uitvoeren van literatuurwetenschappelijk onderzoek vaardigheid in het lezen van primaire en secundaire teksten in het Nederlands, Engels, Duits en/of Frans bibliografische zoekvaardigheid met behulp van o.a. informatietechnologie en m.b.t. zowel hedendaagse werken als oudere periodes schrijfvaardigheid (wetenschappelijk en populariserend) vaardigheid in het mondeling presenteren van onderzoeksresultaten. 2.4 Onderwijsprogramma major De bacheloropleiding heeft een totale studielast van 180 ECTS studiepunten, waarbij een studiepunt gelijk staat aan ongeveer 28 uur studeren. De bacheloropleiding Literatuurwetenschap bestaat voor het grootste deel uit de gekozen major (het hoofdvak, 120 ECTS studiepunten), de rest van de opleiding bestaat uit profileringsruimte (60 ECTS studiepunten). De cursussen in het programma zijn verdeeld over drie niveau s, oplopend in moeilijkheidsgraad: niveau 1 (inleidend), niveau 2 (verdiepend) en niveau 3 (gevorderd). In het totaal van de drie jaar bacheloronderwijs moet de student 45 punten op niveau 3 doen. Wie drie cursussen op niveau 1 heeft gedaan, mag cursussen op niveau 2 volgen, 3 cursussen op niveau 2 geven toegang (afgezien van eventuele specifieke ingangseisen) tot cursussen op niveau 3. 9

10 De major is opgebouwd uit disciplinegebonden vakken en academische contextvakken. Een deel van deze vakken is verplicht (uniform voor alle studenten binnen de major), de rest bestaat uit keuzevakken. De major Literatuurwetenschap ziet er als volgt uit: Disciplinegebonden verplichte vakken (8): Inleiding Literatuurwetenschap Europese Literatuurgeschiedenis 1 Europese Literatuurgeschiedenis 2 Poëzieanalyse Verhaalanalyse Literatuurtheorie I Literatuurtheorie II Bachelorwerkstuk Disciplinegebonden keuzevakken (4 kiezen uit het aanbod): Inleiding Cultuurtheorie Antieke Mythen Koloniale literatuur en postkoloniale discoursen De omgekeerde wereld Hoogtepunten klassieke literatuur Structuur van het culturele leven Arthur koning van verhalen Lezen en lezers en lezersonderzoek Postmoderne literatuur Uitgeverijen in het literaire veld Stage (15 ECTS; kan ook in de profileringsruimte worden gedaan) Literatuur, magie en wetenschap Verbredingsmodule (individueel) Romantiek Literatuur en Christendom Academische context Verplicht: Inleiding Algemene Taalwetenschap Basiscursus letterkundig onderzoek Keuze (2 kiezen uit het aanbod): Een letterkundig vak uit het facultaire aanbod. Van deze cursussen is geen uitputtende lijst te maken, men moet denken aan overzichtscursussen op het gebied van de literatuur van een bepaald land (bijv. Inleiding Italiaanse letterkunde) en/of uit een periode. Een cursus als Bijbel en Literatuur is ook geschikt. Raadpleeg bij twijfel de opleidingscoördinator. Een vak uit de onderstaande lijst Facultaire cursussen: Cursus Opleiding Cursuscode Periode Niveau ECTS Academic reading ENG ,5 Communiceren in een academisch domein NED ,5 Culturen Midden Oosten 2: Islam ANPT ,4 1 7,5 De psychologie van taal TLW ,5 Inleiding sociolinguïstiek TLW ,5 Taal- en academische vaardigheden TLW ,5 Who s who in de bijbel GES ,5 Who s who in de mythologie GES Gender, etniciteit en cultuurkritiek VRO ,3 2 7,5 Inleiding Taalonderwijskunde DUI , 3 7,5 Geschiedenis van de taalkunde TLW ,5 Narratologie LIT ,5 Talen in contact TLW ,5 Algemene Vertaalwetenschap I DUI ,5 Interculturele communicatie NED ,5 Kennis, letteren en maatschappij TCS ,4 3 7,5 10

11 Literatuur en filosofie LIT ,5 Postcolonial theory POR ,5 Het aanbod van de opleiding Literatuurwetenschap wordt in paragraaf 3.4 schematisch weergegeven, met als eerste mogelijkheid dat de student meteen in het eerste jaar begint, en als tweede de optie dat hij/zij dat vanaf het tweede jaar doet. De schema s krijgt de student ook op disk (in kleur), zodat hij/zij ze zelf kan bewerken en een persoonlijk programma kan samenstellen. Een aantal colleges kan elk jaar van thema wisselen: het is dus van belang het vak te volgen als een gewenst thema langskomt. Binnen Literatuurwetenschap wordt zelden met specifieke ingangseisen gewerkt (zie daarvoor de cursusbeschrijvingen), maar de algemene regels gelden wel: je mag een cursus op niveau 2 doen als je drie cursussen op niveau 1 hebt gedaan, en een cursus op niveau 3 als je er drie op niveau 2 hebt gedaan. Het bachelorwerkstuk ligt bij voorkeur in het verlengde van een gevolgd college op niveau 3, zie daarvoor ook de cursusbeschrijving van deze module. 11

12 2.5 Schema s Optie 1: student begint gelijk met Literatuurwetenschap Jaar 1 Periode 1 (=blok 1) Periode 2 Periode 3 Periode 4 Inleiding LIT P1/n1/ Inleiding ATW P4/n1/ Eur. Lit. Ges. 1 P1/n1/ Eur. Lit. Ges. 2 P2/n1/ Poëzieanalyse P3/n2/ Verhaalanalyse P4/n2/ Jaar 2 Periode 1 (=blok 1) Periode 2 Periode 3 Periode 4 Literatuurtheorie I P2/n2/ Literatuurth. II P3/n3/ Basisc. letterk. oz P2/n2/ Jaar 3 (in totaal jaar 1-3: 6 colleges op niveau 3) Periode 1 (=blok 1) Periode 2 Periode 3 Periode 4 Bachelorwerkstuk P1-4/n3/ Verplichte colleges (al in het schema) Keuze van 4 uit 15 Jeugdliteratuur P1/n3/ Lit, magie, wetns. P2/n2/ Koloniale lit. P3/n3/ Lit & christendom P4/n3/ Cultuurtheorie P1/n3/ Omgek. wereld P2/n1/ Lezen en lezers P3/n3/ Antieke Mythen P2/n3/ Hoogtepunten P1/n2/ Str. cult. leven P2/n2/ Uitgeverijen P3/n3/ Postmoderne lit. P4/n3/ Romantiek P1/n3/ Arthur (ME) P2/n1/ Caleidoscope P3/n3/ STAGE 15 ECTS P1-4/n3/ Academische context (4 vakken, 2 verplicht en 2 keuze) Verplicht (al in schema) Keuze: Lit. en filosofie P1/n3/ Narratologie P2/n2/ Vrije keuze P 1-4; niveau 1/2 Verbreding P1-4/n3/ Profileringsruimte: 12

13 Optie 2: student begint in jaar 2 van zijn studie met Literatuurwetenschap Jaar 1 (elders) Periode 1 (=blok 1) Periode 2 Periode 3 Periode 4 Inleiding LIT P1/n1/ Inleiding ATW P?/n1/ Vrije keuze P 1-4; niveau 1/2 Jaar 2 Periode 1 (=blok 1) Periode 2 Periode 3 Periode 4 Basisc. letterk. oz P3/n2/ Eur. Lit. Ges. 1 P1/n1/ Eur. Lit. Ges. 2 P2/n1/ Poëzieanalyse P3/n2/ Verhaalanalyse P4/n2/ Jaar 3 (in totaal jaar 1-3: 6 colleges op niveau 3) Periode 1 (=blok 1) Periode 2 Periode 3 Periode 4 Literatuurtheorie I P2/n2/ Literatuurth. II P3/n3/ Bachelorwerkstuk P1-4/n3/ Verplichte colleges (al in het schema) Keuze van 4 uit 15 Jeugdliteratuur P1/n3/ Lit, magie, wetns. P2/n2/ Koloniale lit. P3/n3/ Lit & christendom P4/n3/ Cultuurtheorie P1/n3/ Omgek. wereld P2/n1/ Lezen en lezers P3/n3/ Antieke Mythen P2/n3/ Hoogtepunten P1/n2/ Str. cult. leven P2/n2/ Uitgeverijen P3/n3/ Postmoderne lit. P4/n3/ Romantiek P1/n3/ Arthur (ME) P2/n1/ Caleidoscope P3/n3/ STAGE 15 ECTS P1-4/n3/ Academische context (4 vakken, 2 verplicht en 2 keuze) Verplicht Keuze: Lit. en filosofie P1/n3/ Narratologie P2/n2/ Verbreding P1-4/n3/ Vrije keuze P 1-4; niveau 1/2 Profileringsruimte: 13

14 Programma voor de studenten die in zijn begonnen met het eerste jaar: Jaar 1 ( : al afgerond) Periode 1 (=blok 1) Periode 2 Periode 3 Periode 4 Inleiding LIT P1/n1/ Omgek. wereld P2/n1/ Basisc. letterk. oz P3/n2/ Inleiding ATW P4/n1/ Eur. Lit. Ges. 1 P1/n1/ Eur. Lit. Ges. 2 P2/n1/ Poëzieanalyse P3/n2/ Verhaalanalyse P4/n2/ Jaar 2 Periode 1 (=blok 1) Periode 2 Periode 3 Periode 4 Literatuurtheorie I P2/n2/ Literatuurth. II P3/n3/ Jaar 3 (in totaal jaar 1-3: 6 colleges op niveau 3) Periode 1 (=blok 1) Periode 2 Periode 3 Periode 4 Bachelorwerkstuk P1-4/n3/ Verplichte colleges (al in het schema) Keuze van 4 uit 15 Jeugdliteratuur P1/n3/ Lit, magie, wetns. P2/n2/ Koloniale lit. P3/n3/ Lit & christendom P4/n3/ Cultuurtheorie P1/n3/ Omgek. wereld P2/n1/ Lezen en lezers P3/n3/ Antieke Mythen P2/n3/ Hoogtepunten P1/n2/ Str. cult. leven P2/n2/ Uitgeverijen P3/n3/ Postmoderne lit. P4/n3/ Romantiek P1/n3/ Arthur (ME) P2/n1/ Caleidoscope P3/n3/ STAGE 15 ECTS P1-4/n3/ Academische context (4 vakken, 2 verplicht en 2 keuze) Verplicht (al in schema) Keuze: Lit. en filosofie P1/n3/ Narratologie P2/n2/ Vrije keuze P 1-4; niveau 1/2 Verbreding P1-4/n3/ Profileringsruimte: 14

15 2.6 Academische vaardigheden De faculteit werkt met een lijst van mogelijke academische vaardigheden. Niet alle vaardigheden zijn relevant voor studenten Literatuurwetenschap. Je kunt in je portfolio vermelden in welke cursus je aan een bepaalde vaardigheid hebt gewerkt. Vanaf collegejaar komt er een apart boekje Vademecum Literatuurwetenschap waarin nader op deze aspecten van het onderwijs wordt ingegaan, met o.a. aanwijzingen voor het maken van een werkstuk, het opzetten van een wetenschappelijk betoog. 2.7 De profileringsruimte De profileringsruimte kan de student geheel naar eigen inzicht invullen met cursussen uit het totale Utrechtse cursusaanbod en uit het aanbod van andere instellingen (zowel nationaal als internationaal), met als doel: cursussen te volgen buiten de major die passen bij ambities en interesses; extra cursussen te volgen binnen de major omdat daar de interesse ligt van de student; zich voor te bereiden op een specifiek masterprogramma; zich voor te bereiden op een ander vervolg van de (studie)loopbaan. De profileringsruimte omvat 60 ECTS bij Literatuurwetenschap. Er dienen tenminste 2 cursussen (in totaal 15 ECTS) op niveau 2 gevolgd te worden in de profileringsruimte. Studenten Literatuurwetenschap kunnen binnen hun profileringsruimte cursussen volgen aan universiteiten en andere instellingen van hoger onderwijs in het buitenland. Zie verder paragraaf Cursussen buiten de major De student kan vrije keuzevakken kiezen uit de Universitaire Onderwijscatalogus van de Universiteit Utrecht. Daarnaast kan er ook uit het cursusaanbod van andere universiteiten en hogescholen (nationaal of internationaal) gekozen worden. In dit geval is goedkeuring van de examencommissie vereist: deze beoordeelt of er geen sprake is van overlap met reeds gevolgde cursussen en of de cursussen van voldoende niveau zijn Extra cursussen binnen de major De student kan ook extra cursussen volgen binnen de eigen major ter verdieping of ter voorbereiding op een bepaalde master Minor Een gedeelte van de profileringsruimte kan gebruikt worden om een minor te volgen. Een minor is een samenhangend pakket van vier cursussen (30 ECTS)waarvan tenminste één cursus van 7.5 ECTS op gevorderd niveau (niveau 3) dient te liggen. De student kan een minor kiezen die reeds als zodanig erkend is door een onderwijsinstituut. De minor wordt dan op het Bachelordiploma vermeld. Informatie over deze erkende minors is te vinden in de Universitaire Onderwijscatalogus en informatiebrochures per faculteit. Let wel: minors kunnen specifieke ingangseisen en/of een vastgestelde capaciteit hebben: informeer daar tijdig naar! Stage Een gedeelte van de profileringsruimte kan benut worden om een stage te doen. Zie verder paragraaf 2.7. Contactpersoon voor de stages is Frank Brandsma Voorbereiding op werk in het onderwijs Studenten die overwegen het onderwijs in te gaan, wordt aangeraden de cursus Oriëntatie op de educatieve praktijk van het IVLOS op te nemen in de profileringsruimte. Deze cursus bereidt voor op het tweejarige educatieve masterprogramma, dat gezamenlijk door de faculteit en het IVLOS wordt aangeboden. De cursus wordt in principe gegeven in periode 1 en 3. Bel voor meer informatie het IVLOS ( ), of kijk op de website: 15

16 Cursus Oriëntatie op de Educatieve Praktijk, collegejaar Cluster Schoolvakken Wanneer Punten Ingangseisen Doel Inhoud Osiriscode Informatie en aanmelden alfa en gamma Nederlands moderne vreemde talen (Frans, Engels, Duits, Spaans) muziek aardrijkskunde algemene economie bijbelkennis en cultuurgeschiedenis van het Christendom filosofie geschiedenis kunstgeschiedenis maatschappijleer wordt 2x per cursusjaar aangeboden periode 1 en 3 halftijds (studiebelasting 20 uur per week) contactdagen dinsdag en woensdag de hele dag 7,5 ECTS Voor deelname moet de student minimaal 120 ECTS behaald hebben bij de opleiding waarvoor men ingeschreven staat. Een breed georiënteerde kennismaking met de educatieve beroepsmogelijkheden en trainingen van vaardigheden t.a.v. effectieve informatieoverdracht in allerlei educatieve functies. Deze cursus vormt een oriëntatie op een afstudeertraject in een communicatie- en educatie richting. Deze cursus is voorwaardelijk voor het volgen van de universitaire lerarenopleiding. Deze cursus bereidt voor op het tweejarige educatieve masterprogramma, dat gezamenlijk door de faculteit en het IVLOS wordt aangeboden. De cursus bestaat uit een practicum op het instituut en een stage. informatie over verschillende beroepsmogelijkheden in de educatieve sector; training van basale didactische vaardigheden op het gebied van presentatie en begeleiding; oriëntatie op (vak)didactische inzichten; stage op een school voor voortgezet onderwijs waarin studenten lessen observeren en een aantal lessen zelfstandig verzorgen; of stage in een museum; of stage op een andere plaats (bijv. hoger onderwijs of bedrijfsleven), maar dit laatste alleen in overleg. Bekend bij IVLOS Secretariaat VO of Het is mogelijk in de profileringsruimte Literatuurwetenschap een zodanig pakket cursussen te volgen dat men kan deelnemen aan een van de educatieve masters. 2.8 Studiebegeleiding: tutor, portfolio en studieadviseur De studiebegeleiding begint voor alle studenten in de eerste week van het collegejaar, tijdens de introductie. De student maakt dan kennis met de opleiding, de tutor, de tutorgroep (studiegenoten die dezelfde begeleider hebben) en het digitale portfolio. Tutor Vanwege de grote keuzevrijheid is goede begeleiding zeker in de eerste studiejaren erg belangrijk. Iedere student heeft een persoonlijke begeleider, de tutor. De tutor is een docent die verbonden is aan de bacheloropleiding; hij of zij is het eerste aanspreekpunt voor de student. Aan de hand van een speciaal studieprogramma wordt de student door de tutor begeleid. De begeleiding is erop gericht om hem of haar doelbewust na te laten denken over de eigen 16

17 studieloopbaan. Ook leert de student om knelpunten op tijd te signaleren en ze vervolgens aan te pakken. De tutor stimuleert de student voortdurend om zich te richten op het voldoen aan de doelstellingen van de bacheloropleiding: academische vorming het verdiepen van een specifieke (disciplinaire) interesse het voorbereiden op een verdere (studie)loopbaan De tutorbegeleiding vooral in het eerste jaar intensief en bestaat uit zowel individuele gesprekken met de tutor als bijeenkomsten met de tutorgroep. De student heeft in het eerste jaar tenminste drie individuele gesprekken met de tutor: tijdens de introductie, halverwege het studiejaar en aan het eind van het studiejaar. Het tweede gesprek heeft tot doel de student een (dringend) studieadvies te geven. Tijdens het laatste gesprek staat de (definitieve) majorkeuze centraal. In het tweede en het derde jaar gaat de aandacht binnen de studiebegeleiding vooral uit naar de studievoortgang. Verder komen bijvoorbeeld de keuzes bij de invulling van de profileringsruimte en/of de voorbereiding op een bepaald masterprogramma aan bod. Portfolio Het doel van het portfolio is het proces van academische vorming inzichtelijk te maken. Eigen ontwikkelingen en prestaties dienen om die reden te worden bijgehouden. Ook is het portfolio een belangrijk begeleidingsinstrument waarin studieplanning wordt vastgelegd en waarin studenten reflecteren op hun studievoortgang en prestaties. Het bijhouden van het portfolio is een vereiste voor het behalen van het bachelorexamen: Studieadviseur Naast de tutor kan de student voor advies terecht bij de studieadviseur met vragen over de studieplanning, exameneisen, gang van zaken rond scriptie en afstuderen. Daarnaast kunnen studenten zich tot haar wenden met vragen en problemen rond bijvoorbeeld studievertraging, vrijstellingen of studiefinanciering. Bij specifieke vragen of persoonlijke problemen kan de studieadviseur studenten naar de juiste instantie of persoon doorverwijzen. Zie ook het verwijzingsmodel achter in deze studiegids. Studenten die door ziekte of andere persoonlijke omstandigheden vertraging oplopen, wordt ten zeerste aanbevolen zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de studieadviseur. De studieadviseur van Literatuurwetenschap is Bernadette de Zeeuw. Meer informatie vind je op: Toekomstperspectieven De major Literatuurwetenschap geeft toegang tot de master Literatuurwetenschap (1 jaar), daarnaast kan de student door het volgen van cursussen in de profileringsruimte ook toegang krijgen tot andere master-opleidingen. Functies waarvoor de bacheloropleiding Literatuurwetenschap een goede basis vormt, zijn onder meer: literair criticus en/of vertaler, onderzoeker (na het volgen van de research master Literatuurwetenschap), medewerker bij uitgeverijen, musea, de massamedia, de diverse overheden, het bibliotheekwerk, en de onderwijsondersteuning en verder bij allerlei culturele stichtingen, tijdschriften en non-profit-organisaties. Om de kansen op de arbeidsmarkt te verhogen, is het volgen van een stage tijdens de bacheloropleiding aan te bevelen. Er zijn aparte brochures waarin de masterprogramma s worden beschreven. Hieronder volgt een korte beschrijving van enkele van de programma s die interessant kunnen zijn voor studenten met een bachelordiploma Literatuurwetenschap. MA Renaissance Studies De MA Renaissance Studies is een interdisciplinaire opleiding waarin studenten kennis verwerven van de cultuur van de Europese Renaissance en waarin zij leren deze kennis in een professionele context toe te passen. In de opleiding leert de student enerzijds de diverse cultuuruitingen uit de periode van de Renaissance in hun onderling verband te duiden en anderzijds om zich zelfstandig te verdiepen in een specifiek aspect hiervan. Tevens wordt de student er in getraind de 17

18 verworven kennis en vaardigheden in professionele contexten toe te passen. De MA Renaissance Studies is onder meer toegankelijk voor studenten die een bacheloropleiding hebben voltooid in een van de geesteswetenschappen. Er zijn ook masteropleidingen op het gebied van Oudheid en Middeleeuwen (Middeleeuwse Studies), Kunstbeleid en -management, Journalistiek, enz. MA Literatuurwetenschap De masteropleiding Literatuurwetenschap bereidt voor op beroepen op academisch niveau, met name in het letterkundig werkveld (literaire kritiek, uitgeverij, ontwerpen van lesmateriaal, bibliotheekwezen, voorlichting, cultuurbeleid). De student maakt een keuze uit het Masteraanbod Literatuurwetenschap en kan colleges op het gebied van de theoretische, Vergelijkende en Toegepaste Literatuurwetenschap met elkaar combineren of zich op een van deze drie richtingen concentreren. Er is een afsluitende Ma-thesis, eventueel te combineren met een stage. De Master is toegankelijk voor studenten met een Ba-major Literatuurwetenschap en studenten uit de talenopleidingen die over basiskennis van de literatuurtheorie beschikken en de methoden van de literatuurwetenschap (poëzieanalyse, verhaalanalyse) beheersen. MA Literary Studies Wie een uitgesproken voorliefde en talent voor wetenschappelijk onderzoek heeft, kan zich ook richten op de 2-jarige Research Master Literary Studies (voor inlichtingen: Prof. A. Rigney). Er is ook een Ma-programma Westerse Literatuur en cultuur waarin cursussen van Literatuurwetenschap worden opgenomen Instromen bij Literatuurwetenschap Zoals in het vervolg van deze studiegids wordt uitgelegd is het mogelijk vanuit bijv. een talenopleiding in het tweede jaar in Literatuurwetenschap in te stromen: de vakken uit het eerste jaar worden dan ingepast in het Literatuurwetenschapprogramma. Wie hier belangstelling voor heeft, kan contact opnemen met de opleidingscoördinator, Frank Brandsma. Instromers vanuit een HBO-opleiding kunnen delen van het al gevolgde programma opvoeren als invulling van de profileringsruimte, dit in overleg met de examencommissie Stage Een stage biedt studenten de mogelijkheid praktijkervaring op te doen op het terrein van hun studie, verschaft studenten inzicht in hun kennis en vaardigheden en vormt zo een goede voorbereiding op een baan na de studie. Alle bachelorstudenten hebben de mogelijkheid om een stage op te nemen in het examenprogramma. Voor studenten Taal- en cultuurstudies is de stage een verplicht onderdeel binnen de bacheloropleiding. Gedetailleerde informatie over de stage kunt u vinden in de facultaire stageregeling. Deze is te verkrijgen bij het StudiePunt Letteren (Drift 8). De handleiding staat samen met het aanbod van stageplaatsen ook op internet. De Faculteit der Letteren kent een groot aanbod van stageplaatsen. Vacante stageplaatsen worden gepubliceerd op internet, de stagezuil in het StudiePunt Letteren en in het U-blad. Buiten dit aanbod om kunt u ook zelf een stageplaats aandragen. Kijk voor de stagehandleiding of het huidige aanbod van stageplaatsen op Facultaire stagecoördinator: Floris Tijl Drift 8, kamer BS Utrecht tel.: (030) stage@let.uu.nl Spreekuur op afspraak: maandag uur Inloopspreekuur: donderdag uur Afspraken: via het StudiePunt Letteren, tel.: (030)

19 2.12 Naar het buitenland Iedere student heeft de mogelijkheid om een gedeelte van zijn of haar studie in het buitenland te volgen. Behalve vakken volgen kunt u natuurlijk ook naar het buitenland om onderzoek te doen of stage te lopen. Er zijn op facultair en universitair niveau verschillende beursmogelijkheden en er wordt met veel universitaire instellingen zowel binnen als buiten Europa samengewerkt. Bespreek uw plannen over uw buitenlandverblijf tijdig met uw tutor in verband met uw studieplanning. Uitgebreide informatie kunt u opvragen bij het facultaire International Office. Kijk op de website van het International Office: International Office Coördinator: Marlies Bussemaker Drift 8, kamer BS Utrecht tel.: (030) international.office@let.uu.nl Inloopspreekuur: dinsdag uur en donderdag uur. Afspraken: via het StudiePunt Letteren, tel.: (030) Voor de uitwisselingsprogramma's op universitair niveau en beurzen via culturele akkoorden met andere landen kunt u het best de brochure Studeren in het buitenland raadplegen. Deze brochure is verkrijgbaar bij het StudiePunt Letteren en het International Office. 3. Examen 3.1 Exameneisen De exameneisen van de opleiding staan geformuleerd in de Onderwijs- en Examenregeling. De examenregeling van alle opleidingen is te vinden op > Onderwijs- en examenregelingen (OER). 3.2 Aanvraagprocedure Er zijn twee diplomauitreikingen per jaar: in augustus en februari. De student dient tenminste drie weken voor de uitreiking de volgende documenten in te leveren bij het secretariaat: - Een aanvraagformulier bachelorexamen, op te halen bij het secretariaat. - Een recent dossieroverzicht uit Osiris. De student moet zelf controleren of dit dossier volledig is en of het geen fouten bevat. - Kopie bewijs van inschrijving van jaar van afstuderen. - Kopie van VWO- of propedeusediploma. Aan de hand van het dossieroverzicht bepaalt de examencommissie of een student geslaagd is en geeft vervolgens de uitslag van het examen door aan de studieadministratie. Bij het bachelordiploma wordt een bijlage gevoegd waarop het gevolgde studieprogramma en de eventuele minor vermeld staan. Het secretariaat zorgt voor de verdere afhandeling van het examen en regelt de uitreiking. 3.3 Titulatuur, judicia, diploma-uitreiking De faculteit Letteren hanteert de volgende cum laude -regeling voor de bachelor-opleiding: 1. Aan de uitslag van het bachelorexamen wordt door de examencommissie het predikaat met lof toegekend indien de cijfers voor 20 van de 24 onderdelen van de bacheloropleiding gemiddeld een 8 of hoger zijn; het cijfer voor het eindwerkstuk een 8,5 of hoger is. 19

20 2. Resultaten die niet met een cijfer zijn gehonoreerd, worden niet in de berekening van het judicium opgenomen. 3. De examencommissie kan, al dan niet op voorstel van een docent, in individuele gevallen van deze regeling afwijken in het voordeel van de student. 4. Het predikaat met lof wordt op het diploma vermeld. 4. Cursusaanbod en inschrijfprocedure 4.1 Inschrijfprocedure Inschrijving voor cursussen gebeurt via Osiris Online ( Meer informatie over de cursusinschrijving is te vinden op Inschrijven voor de cursussen is alleen mogelijk tijdens de twee officiële inschrijfperiodes. Tijdens de wijzigingsdagen kan men zich uitschrijven voor cursussen en inschrijven voor cursussen waarin nog plaats is. Houd daar rekening mee. Stel een goede planning op en bespreek die met uw tutor of studieadviseur. 20

21 4.2 Shortlist cursussen Major verplicht Code Cursusnaam Niveau ECTS Blok Pag EUROPESE LITERATUURGESCHIEDENIS 1 1 7, EUROPESE LITERATUURGESCHIEDENIS 2 1 7, INLEIDING ALGEMENE LITERATUURWETENSCHAP 1 7, LITERATUURTHEORIE I 2 7, POEZIEANALYSE 2 7, VERHAALANALYSE 2 7, BACHELORWERKSTUK LITERATUURWETENSCHAP 3 7, LITERATUURTHEORIE II 3 7, Major keuze Code Cursusnaam Niveau ECTS Blok Pag ARTHUR, KONING VAN VERHALEN 1 7, DE OMGEKEERDE WERELD: LITERATUUR EN LACHCULTUUR 1 7, CULTUURTHEORIE 3 7, HOOGTEPUNTEN KLASSIEKE LITERATUUR 2 7, LITERATUUR TUSSEN MAGIE EN WETENSCHAP 2 7, STRUCTUUR VAN HET CULTURELE LEVEN IN NEDERLAND 2 7, ANTIEKE MYTHEN IN DE EUROPESE LITERATUUR 3 7, JEUGDLITERATUUR EN LITERAIRE SOCIALISATIE 3 7, KALEIDOSCOPE OF WESTERN LITERATURE 3 7, KOLONIALE LITERATUUR EN (POST)KOLONIALE DISCOURSEN 3 7, LEZEN EN LEZERS IN ONDERZOEK EN PRAKTIJK 3 7, LITERATUUR EN CHRISTENDOM 3 7, POSTMODERNE LITERATUUR EN POSTSTRUCTURALISTISCHE 3 7, THEORIE ROMANTIEK 3 7, STAGE LITERATUURWETENSCHAP UITGEVERIJEN IN HET LITERAIRE VELD. THEORIE EN ONDERZOEK 3 7, VERBREDINGMODULE LITERATUURWETENSCHAP 3 7, Academische context verplicht Code Cursusnaam Niveau ECTS Blok Pag INLEIDING ALGEMENE TAALWETENSCHAP 1 7, BASISCURSUS LETTERKUNDIG ONDERZOEK 2 7, Academische context keuze Code Cursusnaam Niveau ECTS Blok Pag ACADEMIC READING 1 7,5 1 * COMMUNICEREN IN EEN ACADEMISCH DOMEIN 1 7,5 4 * CULTUREN MIDDEN-OOSTEN 2: ISLAM 1 7,5 2,4 * DE PSYCHOLOGIE VAN TAAL 1 7,5 2 * INLEIDING SOCIOLINGUISTIEK 1 7,5 3 * TAAL- EN ACADEMISCHE VAARDIGHEDEN VOOR LINGUISTEN 1 7,5 2,3,4 * WHO'S WHO IN DE BIJBEL 1 3,5 4 * WHO'S WHO IN DE KLASSIEKE MYTHOLOGIE * GENDER, ETNICITEIT EN CULTUURKRITIEK 2 7,5 1,3 * INLEIDING TAALONDERWIJSKUNDE 2 7,5 2,3 * LEIDENDE IDEEËN UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE TAALKUNDE 2 7,5 1 * NARRATOLOGIE: VERHALEN IN CONTEXT 2 7, TALEN IN CONTACT 2 7,5 1 * ALGEMENE VERTAALWETENSCHAP 1 3 7,5 1 * INTERCULTURELE COMMUNICATIE 3 7,5 3 * 21

22 KENNIS, LETTEREN EN MAATSCHAPPIJ I 3 7,5 2,4 * LITERATUUR EN FILOSOFIE 3 7, POSTCOLONIAL THEORY 3 7,5 3 * * Deze cursussen worden verzorgd door andere opleidingen. Zie voor de cursusbeschrijving de cursuskrant op internet: 22

23 4.3 Cursusbeschrijvingen ANTIEKE MYTHEN IN DE EUROPESE LITERATUUR Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 3 Blok: 4 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap Toegangseisen: Geen Voertaal: Nederlands Inhoud: Na een globaal cultuurhistorisch overzicht van het voortleven van de antieke mythen wordt bestudeerd hoe een aantal mythologische themata in de loop van de tijd literair werd verwerkt. De mythische verhalen en de daarin optredende personen, die in de literatuur en de beeldende kunst van de oudheid tot leven werden gebracht, hebben een onuitwisbare plaats in de Europese cultuur. De cursus is bedoeld als een intensieve persoonlijke kennismaking met vormen van mythische verbeelding. Centraal staan individuele studie en discussie. Cursusdoelen: Contactpersoon: Docenten: dr. J.A.E. Bons dr. J.A.E. Bons Feedback: afspraak Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 2 uur Spreekuur 1 x per week 1 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur Toetsen: Schriftelijk werkstuk Verplicht studiemateriaal: - Moorman, E.M. & W. Uitterhoeve, Van Achilles tot Zeus: Thema's uit de klassieke mythologie in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater. Nijmegen: Sun Paul Claes, De gouden tak. Antiek mythe en moderne literatuur. Amsterdam Kosten: EUR 35,00 23

24 ARTHUR KONING VAN VERHALEN Onderwijsinstituut: Taal- en cultuurstudies ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 1 Blok: 2 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap Toegangseisen: Geen Voertaal: Nederlands Inhoud: De verhalen over koning Arthur en ridders van de Tafelronde vormen een van de meest populaire stofcomplexen in de middeleeuwse vertelkunst. Vanuit Frankrijk verspreiden de Arthurverhalen zich over heel Europa, van Noorwegen tot Spanje en Italië. Vanuit een comparatistische invalshoek (discipline Literatuurwetenschap) beoogt het college een overzicht te geven van de matière de Bretagne in haar vele verschijningsvormen, van sprookjesachtig lai tot panoramische prozaroman. Behalve aan de hoofdrolspelers van de arthur- cast zal ook aandacht worden besteed aan thema s als hoofse liefde, koningschap en de Graal. Daarnaast worden de handschriften en hun verluchting behandeld in een gastcollege kunstgeschiedenis. De betrokken teksten zullen overwegend in Engelse of Nederlandse vertalingen gelezen worden. Naast het middeleeuwse materiaal komen ook de culturele impact van het stofcomplex in onze tijd en moderne bewerkingen van het Arthurverhaal aan bod, terwijl het college wordt afgesloten met het bekijken van een moderne Arthurfilm (bijv. First Knight). Het college bevat ook een Bibliotheekinstructie en het ICT-onderdeel Webpagina's maken. Het is voor TCS een TOC en voor Literatuurwetenschap een college binnen de Verplichte keuzeruimte, en kan door studenten van andere opleidingen in de academische context of de profileringsruimte gevolgd worden. In dit college maakt de student kennis met de disciplines Literatuurwetenschap. Mediëvistiek, Kunstgeschiedenis en Geschiedenis. Een opdracht op het terrein van de nieuwe media (games) behoort tot de mogelijkheden. Cursusdoelen: Het leerdoel van het college is de studenten vertrouwd te maken met het stofcomplex en met de kern van de literaire Arthurbiografie, zodat de student na afloop het gebruik van de Arthurtraditie in een middeleeuws of modern verhaal adequaat kan beschrijven en verklaren, en in staat is van deze analyse op een wetenschappelijke wijze verslag te doen (zowel mondeling als schriftelijk). Contactpersoon: Docenten: Werkvormen: Hoor/werkcollege 2 x per week 3 uur dr. F.P.C. Brandsma dr. F.P.C. Brandsma Feedback: Beoordeeld referaat: commentaar van publiek en docent via beoordelingsformulier. Essay: schriftelijke feedback Bereikbaarheid: Frank.Brandsma@let.uu.nl dr. M. Meuwese Opmerking: Gastcollege Kunstgeschiedenis Voorbereiding bijeenkomsten: Van de student(e) wordt verwacht dat zij/hij alle colleges bijwoont, zich terdege voorbereidt op en actief deelneemt aan de besprekingen aldaar en de opdrachten individueel voorbereidt. De voorbereiding bestaat uit het grondig bestuderen van literaire teksten. Het college bevat ook een Bibliotheekinstructie en het ICT-onderdeel Webpagina's maken. Bijdrage aan groepswerk: 24

25 Gezien de praktische oriëntatie van het college wordt van de student verwacht dat z/hij alle (werk)colleges bijwoont, zich terdege voorbereidt op en actief deelneemt aan de besprekingen aldaar, de subgroepsopdrachten eerst individueel voorbereidt en daarover vervolgens met de subgroep overleg voert wat betreft zowel de inhoud als de uitvoering van de subgroepspresentatie. Toetsen: Toets per computer (Toets per computer; 10 pt.) Nota (Nota; 20 pt.) Referaat (Referaat; 20 pt.) Schriftelijk tentamen 1 (Schriftelijk tentamen 1; 50 pt.) Deadlines: De toets per computer behelst het maken van een webpagina ten behoeven van de nota over de verwerking van de historische Arthurstof in een moderne Arthurroman of -film. Wat wordt er beoordeeld: Kennis van de middeleeuwse Arthurtraditie in woord en beeld; de student kan na afloop het gebruik van de Arthurtraditie in een middeleeuws of modern verhaal adequaat kan beschrijven en verklaren, en is in staat van deze analyse op een wetenschappelijke wijze verslag te doen (mondeling en schriftelijk). NB. verwachte prestaties gelden voor alle werkvormen. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Verplicht studiemateriaal: - Geoffrey van Monmouth, Geschiedenis van de Britse koningen (vrt. Mark Nieuwenhuis). Amsterdam, Chrétien de Troyes, Lancelot (diverse vertalingen) - CD met Arthurteksten Kosten: EUR 40,00 25

26 BACHELORWERKSTUK LITERATUURWETENSCHAP Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 3 Blok: 1, 2, 3, 4 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap Toegangseisen: Geen Voertaal: Nederlands Inhoud: De student toont hierbij aan in staat te zijn met een zekere mate van zelfstandigheid een aspect van het vakgebied te onderzoeken en dit te beoordelen mede in het licht van de wetenschappelijke en maatschappelijke discussie hieromtrent. Tevens maakt de student duidelijk in staat te zijn de resultaten van haar/zijn bevindingen op een effectieve wijze te presenteren. Het Eindwerkstuk is gebaseerd op (i) een duidelijk verwoorde vraagstelling, (ii) een systematische verkenning van de vraagstelling, en (iii) een heldere, gefundeerde conclusie. De omvang van het Eindwerkstuk bedraagt circa woorden (ongeveer 25 pagina s), exclusief noten en bibliografie. Het dient aan de gebruikelijke normen van het vakgebied en aan de normen van het genre te voldoen. Bij de redactie van het Eindwerkstuk volgt de student de aanwijzingen voor het maken van schriftelijke werkstukken die de opleiding in kwestie als standaard hanteert (zie de laatste pagina s van de studiegids). Studenten kunnen hun verslaglegging ook in een andere vorm dan een schriftelijk werkstuk presenteren, bij voorbeeld in één van de nieuwe media, zoals op een website. Het Eindwerkstuk wordt vervaardigd in het verlengde van één van de (keuze)cursussen uit de major Literatuurwetenschap op niveau 3. De docent van de betreffende cursus treedt ook op als begeleider van het Eindwerkstuk. Hiervan kan in overleg met de opleidingscoördinator worden afgeweken. Het Eindwerkstuk kan in elke onderwijsperiode worden vervaardigd en hoeft niet direct aansluitend op de niveau 3-cursus te worden begonnen. Het Eindwerkstuk dient te worden beschouwd als een onderwijsmodule die vier maal per jaar wordt gegeven. De student heeft de keuze om op enig moment officieel aan het Eindwerkstuk te beginnen, maar eenmaal begonnen, dient het Eindwerkstuk binnen het lopende onderwijsblok te worden voltooid. NB Een Eindwerkstuk kan door MA-opleidingen als toegangseis worden gehanteerd. Cursusdoelen: De student beheerst het vakgebied en is in staat zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten en daarvan op een wetenschappelijke wijze verslag te doen. Contactpersoon: Docenten: Werkvormen: Individueel dr. F.P.C. Brandsma Docent(en) van de vakgroep Voorbereiding bijeenkomsten: De individuele gesprekken met de begeleider worden voorbereid zoals onderling afgesproken, bijvoorbeeld door tijdige inlevering van een hoofdstuk of onderzoeksverslag. 26

27 Toetsen: Schriftelijk werkstuk Kosten: Wat wordt er beoordeeld: Het vermogen zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten en daarvan op een wetenschappelijke wijze verslag te doen. Aspecten van academische vorming: Planmatig werken Academisch denken, werken en handelen: vak- en beroepsspecifiek Onderzoeksvaardigheden integraal Voorbereiden / opzetten van onderzoek Materiaal / data verzamelen / produceren Materiaal / data analyseren en verwerken Rapporteren over onderzoek - schriftelijk Beheersen van methoden en technieken Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium - vakspecifiek Nog onbekend 27

28 BASISCURSUS LETTERKUNDIG ONDERZOEK Onderwijsinstituut: Taal- en cultuurstudies ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 2 Blok: 2 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Franse taal en cultuur, Italiaanse taal en cultuur, Literatuurwetenschap, Portugese taal en cultuur, Spaanse taal en cultuur Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Affiniteit met de letterkunde in de ruimste zin van het woord. Voertaal: Nederlands Inhoud: Studenten worden geconfronteerd met de belangrijkste bestanden van kennis op het gebied van de letterkunde in de ruimste zin. Ze leren zich te orienteren in die bestanden en er hun weg te vinden. Tevens wordt de studenten geleerd te bepalen op welke bronnen of op welk empirisch materiaal deze kennis gebaseerd is, en hoe die bronnen kunnen worden opgespoord. Het onderwijs brengt de student in bibliotheken, verzamelingen en computerbestanden. Als rode draad fungeert een opvallende of spraakmakende publicatie op het gebied van de letterkunde en de daaruit voortvloeiende onderzoekvragen die studenten leren stellen en beantwoorden. De eindopdracht bestaat uit het schrijven van een recensie. Cursusdoelen: Studenten weten hun (elektronische) weg te vinden bij het verzamelen van primaire en secundaire literatuur op het gebied van de letterkunde in de ruimste zin van het woord; ze zijn in staat kritisch te reflecteren op de verkregen informatie en de resultaten op een wetenschappelijk verantwoorde manier op schrift te stellen. Contactpersoon: Docenten: Nog onbekend Nog onbekend Werkvormen: Werkcollege 2 x per week 3 uur Toetsen: Opdracht(en) (Opdracht(en); 40 pt.) Schriftelijk werkstuk (Schriftelijk werkstuk; 60 pt.) Voorbereiding bijeenkomsten: Bestudering van de opgegeven literatuur, het uitvoeren en op tijd inleveren van huiswerkopdrachten. Bijdrage aan groepswerk: Actieve participatie tijdens de bijeenkomsten, kritische reflectie op eigen resultaten en die van medestudenten. Wat wordt er beoordeeld: Studenten moeten in staat zijn teksten op het gebied van de letterkunde en literatuurwetenschap kritisch te lezen; ze moeten deze kritische reflectie in schriftelijke vorm kunnen gieten (in de vorm van een recensie). Ze moeten in staat zijn systematisch bibliografisch onderzoek te verrichten op het gebied van de letterkunde en literatuurwetenschap, d.w.z. bekend zijn met de belangrijkste electronische bibliografieën en het gebruik van internet als informatiebron voor wetenschappelijk onderzoek. Aspecten van academische vorming: Bestuderen en analyseren van informatie Synthetiseren en structureren van informatie Gestructureerd beoordelen van activiteiten en prestaties (van anderen en van zichzelf) Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken 28

29 Verplicht studiemateriaal: - Wordt nader bekend gemaakt. - Nota Bene. Handreiking bij het maken van nota's. Utrecht (laatste druk) Kosten: EUR 25,00 (naar verwachting) 29

30 CULTUURTHEORIE Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 3 Blok: 1 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Italiaanse taal en cultuur, Literatuurwetenschap Toegangseisen: 1. INLEIDING LITERATUURWETENSCHAP ( of ) Bronnen voor zelfstudie: John Storey, Cultural Theory and Popular Culture: An Introduction (2000) (3rd ed.) John Storey, Cultural Theory and Popular Culture: A Reader (1997) (2nd ed.) Philip Smith, Cultural Theory. An Introduction (2001) Jon Simons (ed.) Contemporary Critical Theorists. From Lacan to Said (2004) Mike Featherstone, Cultural Theory and Cultural Change (1992) Voertaal: Nederlands/Engels Inhoud: This course aims to introduce students to the concept of culture and the practice of cultural theory in the eighteenth, nineteenth and twentieth centuries. We will address such issues as culture and nationalism (Heine), culture and social relations (Marx), mass culture (Benjamin, Adorno), the field of cultural production (Bourdieu, Wiliams, Hall), culture and subjectivity (Foucault, Butler), postmodernism and the new media (Baudrillard, Harraway). Thus, the concept of culture will be analyzed in its various uses and definitions: as an eighteenth- and earlier nineteenth-century invention to give shape to the idea of the nation state; as a contesting field of social relations; as a twentieth-century site of mass production and consumerism; as the domain of the production, mediation, and circulation of social significations, or as a theatre of the simulation and performance of identity. In the academia, culture traditionally referred to high culture : to the canon of Western masterpieces and the very refined of the artistic elite. Since the later 1970 s, however, culture has been redefined slowly but steadily in a more anthropological sense. As such, culture is conceived integrally or inclusively: it encompasses the entire network of social, political, philosophical, historical, and artistic mediations. Taking stock of this inclusive approach to culture, this course directs students through key texts of cultural theory in the context of literary (and, to a lesser extent, visual and musical) texts. In this way, cultural theory will be placed at a junction or cross roads between theoretical and literary texts. Thus, one of our main concerns will be how different discourses articulate and represent culture in its various conceptions. Cursusdoelen: At the end of the course, students will have both a historical and theoretical insight into the different constructions of 'culture' in the nineteenth and twentieth centuries. They are able to critically engage these constructions in their readings of literary texts, and position themselves in the current debate on 'culture'. Contactpersoon: Docenten: dr. K. Brillenburg Wurth dr. K. Brillenburg Wurth Feedback: Wekelijks: vragenuur; na referaat; nabespreking (indien gewenst) essaytentamen Bereikbaarheid: Via ; spreekuur 30

31 Werkvormen: Hoor/werkcollege 2 x per week 2 uur Spreekuur 1 x per week 1 uur Voorbereiding bijeenkomsten: -Overall active participation -Weekly: preparation of primary en secundary works; -Weekly: preparation of discussions; -Oral presentations. Bijdrage aan groepswerk: -Group Presentations -(Brief) presentation of examples or other issues of interest. Toetsen: Essay tentamen (Essay tentamen; 70 pt.) Paper (Paper; 20 pt.) Referaat (Referaat; 10 pt.) Verplicht studiemateriaal: Primary Literature: - Jane Porter, The Scottish Chiefs (1810) - Emile Zola, Germinal (1885) - José Saramago, The Cave (2001) - Hanif Kureishi, 'The Body' in The Body (2002) - Michael Joyce, Afternoon (1995) Secondary Literature: Reader with critical texts Wat wordt er beoordeeld: Writing skills; analytical skills; presentation skills; critical and creative application of theoretical issues discussed during the course. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium Kosten: EUR 80,00 (Primary and secondary literature) 31

32 EUROPESE LITERATUURGESCHIEDENIS 1 Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 1 Blok: 1 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap Toegangseisen: Geen Voertaal: Nederlands Inhoud: In vogelvlucht door de hele literatuurgeschiedenis, dat is de kern van dit college en van het erop volgende Europese literatuurgeschiedenis 2. Aan de hand van het boek Denken over dichten worden in Europese Literatuurgeschiedenis 1 de belangrijkste ontwikkelingen in de literatuur van de Oudheid tot en met de Renaissance aan de orde gesteld, met speciale aandacht voor de poëticale aspecten van de literatuurgeschiedenis. Per periode worden één of meer representatieve teksten gelezen (zie het overzicht bij het materiaal), gewoonlijk in vertaling. Ook wordt ingegaan op vragen als: welke functie dient literatuur in de samenleving te vervullen? Welke rol speelt het concept mimèsis? Hoe kijkt men in een bepaalde periode tegen het gebruik van fictie aan? In welke vorm worden vernieuwende ideeën over literatuur uitgedragen? Welke genres vieren hoogtij in een bepaalde periode, welke verdwijnen? Cursusdoelen: Het doel van het college is de studenten inzicht te verschaffen in een aantal hoofdlijnen (bijv. de fictionaliteitsproblematiek) en aspecten van de Europese Literatuurgeschiedenis en hen via praktische oefeningen te leren de relevante teksten te gebruiken, informatie over de besproken teksten en personen op te zoeken en van het geleerde op wetenschappelijke wijze mondeling en schriftelijk verslag te doen. Contactpersoon: Docenten: dr. F.P.C. Brandsma dr. J.A.E. Bons dr. F.P.C. Brandsma dr. J.L. Salman Werkvormen: Hoor/werkcollege 2 x per week 3 uur Voorbereiding bijeenkomsten: Bestudering van hoofdstukken uit het handboek en van een aantal primaire teksten. Bijdrage aan groepswerk: Individuele voorbereiding op de subgroepsopdracht, gezamenlijke bespreking (in eerste instantie begeleid) van de inhoud en uitvoering van het referaat, het geven van mondelinge presentatie die wordt beoordeeld. 32

33 Toetsen: Presentatie (Presentatie (Powerpoint en ICT); 20 pt.) Schriftelijk tentamen 1 (Schriftelijk tentamen 1; 30 pt.) Schriftelijk tentamen 2 (Schriftelijk tentamen 2; 20 pt.) Schriftelijk tentamen 3 (Schriftelijk tentamen 3; 30 pt.) Wat wordt er beoordeeld: Kennis van en inzicht in een aantal hoofdlijnen (bijv. de fictionaliteitsproblematiek), aspecten en problemen van de literatuurgeschiedenis (van Oudheid tot en met de Renaissance), gekoppeld aan het vermogen de relevante teksten te gebruiken en informatie over de besproken teksten en personen op te zoeken. Aspecten van academische vorming: Bestuderen en analyseren van informatie Gestructureerd beoordelen van activiteiten en prestaties (van anderen en van zichzelf) Presenteren - een referaat/pleidooi voorbereiden, uitvoeren en evalueren Samenwerken met anderen, werken in teamverband Academisch denken, werken en handelen: vak- en beroepsspecifiek Materiaal / data analyseren en verwerken Verplicht studiemateriaal: - J. den Boeft e.a., Denken over dichten. Dertig eeuwen poëticale reflectie. Amsterdam University Press, (te leen bij opleiding en daar ook op CD-ROM te koop.) - Prim. teksten (div. edities en vertaling toegestaan): Sophocles, Antigone; Chrétien de Troyes, Erec et Enide (bijv. in Chrétien de Troyes, Arthurian Romances Penguin Classics); Marie de France, Lais (div. vert, o.a. Penguin Classics); Corneille, le Cid. - Lanseloet van Denemerken Kosten: EUR 40,00 33

34 EUROPESE LITERATUURGESCHIEDENIS 2 Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 1 Blok: 2 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Liberal Arts & Sciences, Literatuurwetenschap Toegangseisen: Geen Voertaal: Nederlands Inhoud: Deze cursus is een vervolg op Europese Literatuurgeschiedenis 1 en kent dezelfde opbouw. Aan de hand van het boek 'Denken over dichten' worden de belangrijkste ontwikkelingen in de literatuur van 1700 tot heden aan de orde gesteld, met speciale aandacht voor de veranderende literaire opvattingen in de Verlichting, de 19e en de 20e eeuw. Per periode wordt doorgaans een representatieve tekst gelezen. Ook wordt ingegaan op vragen als: welke functie dient literatuur in de samenleving te vervullen? Welke rol speelt het concept mimèsis? Hoe kijkt men in een bepaalde periode tegen het gebruik van fictie aan? In welke vorm worden vernieuwende ideeën over literatuur uitgedragen? Welke genres vieren hoogtij in een bepaalde periode, welke verdwijnen? Cursusdoelen: Het doel van het college is de studenten inzicht te verschaffen in een aantal hoofdlijnen (bijv. de fictionaliteitsproblematiek) en aspecten van de Europese Literatuurgeschiedenis en hen via praktische oefeningen te leren de relevante teksten te gebruiken, informatie over de besproken teksten en personen op te zoeken en van het geleerde op wetenschappelijke wijze mondeling en schriftelijk verslag te doen. Contactpersoon: Docenten: Werkvormen: Hoor/werkcollege 2 x per week 3 uur dr. J. von der Thüsen dr. J.J.M. van Stralen Feedback: schriftelijk feedback op opdrachten en tentamen Bereikbaarheid: overdag telefonisch en per Voorbereiding bijeenkomsten: Bestuderen van hoofdstukken uit het handboek en van een aantal primaire teksten. Bijdrage aan groepswerk: Individuele voorbereiding n.a.v. sleutelvragen en op basis van schriftelijke opdrachten. Toetsen: Opdracht(en) (Opdracht(en); 40 pt.) Schriftelijk tentamen 1 (Schriftelijk tentamen 1; 30 pt.) Schriftelijk tentamen 2 (Schriftelijk tentamen 2; 30 pt.) Wat wordt er beoordeeld: Kennis van- en inzicht in aspecten en problemen van de literatuurgeschiedenis (vanaf 1700), gekoppeld aan het vermogen dit inzicht op primaire teksten toe te passen. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken Organisatorische vaardigheden Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium - vakspecifiek 34

35 Verplicht studiemateriaal: - J.den Boeft e.a., Denken over dichten. Dertig eeuwen poëticale reflectie. Amsterdam University Press, 1994 (Dit boek is uitverkocht en zal daarom op CD-ROM ter beschikking worden gesteld) - Goethe: 'Werther' (dtv) - Reader 'Europese Literatuurgeschiedenis 2' Kosten: EUR 25,00 35

36 HOOGTEPUNTEN KLASSIEKE LITERATUUR Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 2 Blok: 1 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Italiaanse taal en cultuur, Literatuurwetenschap Toegangseisen: Geen Voertaal: Nederlands Inhoud: De cursus biedt een eerste kennismaking met teksten en genres uit de antieke Griekse en Latijnse literatuur, zoals deze zich heeft ontwikkeld vanaf ca. 800 v.c. tot 500 n.c. in het Middellandse-Zeegebied. Met gebruikmaking van (vooral Nederlandse en Engelse) vertalingen wordt geprobeerd om zicht te geven op de vorm en inhoud van de literaire werken, hun historische betekenis en actuele waarde. Cursusdoelen: De cursus beoogt kennisverwerving en analysevaardigheid van een aantal klassieke literaire werken in hun historische context, alsmede een kennismaking met de principes (methoden en technieken) en problemen van wetenschappelijke interpretatie van deze categorie teksten. Contactpersoon: Docenten: dr. J.A.E. Bons dr. J.A.E. Bons Feedback: Twee contacturen per week zijn gereserveerd voor individuele tutoring. Bereikbaarheid: / grecolat@euronet.nl Werkvormen: Hoor/werkcollege 3 x per week 2 uur Toetsen: Paper 1 (Paper 1; 15 pt.) Paper 2 (Paper 2; 15 pt.) Schriftelijk tentamen (Schriftelijk tentamen; 70 pt.) Voorbereiding bijeenkomsten: Van de studenten wordt verwacht dat zij de colleges bijwonen en zich daarvoor volgens de gegeven opdrachten terdege voorbereiden. Bijdrage aan groepswerk: Van de studenten wordt verwacht dat zij zich individueel voorbereiden en daarna een eigen inbreng hebben in het groepsoverleg, om zo de groepsprestatie te ondersteunen. Deadlines: Paper 1: in week 3.Paper 2: in week 6.Schriftelijk tentamen: in week 10. Wat wordt er beoordeeld: Kennis van en inzicht in een aantal hoofdwerken en genres van de klassieke literatuur, in hun literaire en historische context, en in de problemen van interpretatie van deze categorie van teksten. Aspecten van academische vorming: Bestuderen en analyseren van informatie Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken Academisch denken, werken en handelen: vak- en beroepsspecifiek Verplicht studiemateriaal: - Richard Rutherford, Classical Literature: A Concise History. Oxford: Blackwell, Kosten: EUR 60,00 (ca) 36

37 INLEIDING ALGEMENE LITERATUURWETENSCHAP (VOOR STUDENTEN LITERATUURWETENSCHAP) Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 1 Blok: 1 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap, Muziekwetenschap Toegangseisen: Geen Voertaal: Nederlands/Engels Inhoud: Deze cursus biedt de studenten een eerste blik in het werkterrein van de literatuurwetenschap. Dit werkterrein is grensoverschrijdend: internationaal, interdisciplinair en intermediaal. Internationaal wil zeggen: de literatuurwetenschap richt zich niet op teksten uit één taalgebied, maar vergelijkt juist teksten uit meerdere taalgebieden. Interdisciplinair wil zeggen dat de literatuurwetenschap opereert op het grensgebied van filosofie, geschiedschrijving, sociologie, psychologie en literatuur. Intermediaal wil zeggen dat de literatuurwetenschap de relaties tussen literatuur en andere media (film, schilderkunst, muziek, digitale media) bestudeert. Kortom: literatuurwetenschap is de spin in het web van de hedendaagse cultuurstudies. Tijdens de cursus maken de studenten kennis met al deze aspecten van de literatuurwetenschap. Hierbij bestuderen zij literaire teksten uit verschillende taalgebieden en leren zij werken met centrale begrippen uit de literatuurtheorie. De volgende onderwerpen staan per week centraal: 1] De plaats van literatuurwetenschap in de cultuurwetenschap 2] Wat en wanneer is 'literatuur'? 3] Teksten, tekenleer en intertekstualiteit 4] Intermedialiteit 5] Lezers en lezersonderzoek 6] Interpretatieleer 7] Literatuurgeschiedenis 8] Cultuurtheorie Cursusdoelen: Het doel van de cursus is dat studenten leren werken met een aantal centrale begrippen uit de literatuurwetenschap, dat zij in staat zijn deze begrippen toe te passen in de praktijk en dat zij hun opgedane kennis kunnen terugkoppelen naar de literatuurstudie binnen hun eigen taalgebied. Contactpersoon: Docenten: dr. K. Brillenburg Wurth Docent(en) van de vakgroep Werkvormen: Hoor/werkcollege 2 x per week 2 uur WebCT 1 x per week 2 uur Voorbereiding bijeenkomsten: Studenten bestuderen en lezen wekelijks de opgegeven stof uit de syllabus en de roman die bij de cursus wordt gelezen- Studenten hebben een participatieplicht tijdens de werkcolleges Bijdrage aan groepswerk: Studenten bereiden vragen en/of discussiepunten voor- Studenten bereiden voorbeelden bij een vooraf opgegeven aantal kernbegrippen voor. 37

38 Toetsen: Opdracht(en) (Opdracht(en); 10 pt.) Paper (Paper; 20 pt.) Schriftelijk tentamen (Schriftelijk tentamen; 70 pt.) Deadlines: Opdrachten: wekelijks; Paper (interpretatie van Wide Sargasso Sea): week 7; Schriftelijk tentamen: week 9 Wat wordt er beoordeeld: Studenten worden beoordeeld op hun inzicht in de verschillende aspecten van de literatuurwetenschap, op hun inzicht in de gegeven theorie, op hun kennis van de kernbegrippen uit de literatuurwetenschap, en op hun vermogen deze kennis te operationaliseren (door bij deze begrippen voorbeelden te bedenken en ze toe te kunnen passen op gegeven teksten). Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium Verplicht studiemateriaal: - Jean Rhys, Wide Sargasso Sea (1966) - Ann Rigney & Kiene Brillenburg Wurth (red.) Het leven van teksten. Een inleiding tot de literatuurwetenschap (2005) Kosten: EUR 60,00 (voor verplicht materiaal) 38

39 INLEIDING ALGEMENE TAALWETENSCHAP VOOR DUITS, ANPT, PORTUGEES EN LITERATUURWETENSCHAP Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 1 Blok: 4 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Arabische, Nieuwperzische en Turkse talen en culturen, Duitse taal en cultuur, Literatuurwetenschap, Portugese taal en cultuur Toegangseisen: Geen Voertaal: Nederlands Inhoud: Iedereen om ons heen spreekt en verstaat op z'n minst één taal. Dat is zo vanzelfsprekend dat we er nauwelijks aandacht aan schenken. Maar wat is taal eigenlijk? Communicatie? Een verzameling woorden? Een ritueel? Een hersenfunctie? In de cursus algemene taalwetenschap maak je kennis met de antwoorden die op deze vragen gegeven kunnen worden. De cursus begint met een overzicht van de kenmerkende eigenschappen van de menselijke taal, en, in het bijzonder, zijn meest gebruikte medium, de spraak. Je leert hoe spraak beschreven en geanalyseerd kan worden, en ook wat de relatie is tussen spraak en schrift. Vervolgens kijken we naar verschillende vormen van taalvariatie: in de tijd (taalverandering, taaldood en taalgenese), en in de ruimte (talen, mengtalen, dialecten). De derde component van deze cursus gaat over de taal als biologisch verankerde cognitieve functie. We werpen een blik op de processen in het hoofd bij het produceren, begrijpen en leren van taal. In het laatste deel van de cursus maak je kennis met het instrumentarium waarmee je de structuur van taal kunt blootleggen, en in bijzonder met de analyse en modellering van taal met behulp van de computer. Naast het bijwonen van colleges, werk je met enkele medestudenten aan een tweetal opdrachten (onderzoekjes), die je in de gelegenheid stellen om de opgedane kennis in de praktijk te toetsen. Cursusdoelen: Kennen: basale begrippen, inzichten, en methoden van de taalwetenschap. Kunnen: plaatsen van vraagstukken en discussies m.b.t. taal tegen de achtergrond van taalwetenschappelijke kennis. Contactpersoon: Docenten: dr. F.N.K. Wijnen prof.dr. M.J. Moortgat dr. H. Quené dr. H. van de Velde dr. F.N.K. Wijnen Feedback: 1. Leesvragen (per computer): onmiddelijk2. Groepsopdrachten: binnen een week na inlevering3. Eindtoets (tentamen): binnen 10 dagen na einde blok Bereikbaarheid: Spreekuur op dinsdagen tussen 12:00 en 13:00, verder per . Werkvormen: Computerpracticum 1 x per week 2 uur Hoorcollege 1 x per week 2 uur Hoor/werkcollege 1 x per week 2 uur Voorbereiding bijeenkomsten: Doornemen van de verplichte leesstof; het beantwoorden van vragen daarover via WebCT ("toets per computer"). Bijdrage aan groepswerk: Uitwerken en rapporteren van 2 praktische opdrachten door groepen van max. 5 studenten. 39

40 Toetsen: Toets per computer (Toets per computer; 20 pt.) Opdracht(en) (Opdracht(en); 50 pt.) Schriftelijk tentamen (Schriftelijk tentamen; 30 pt.) Deadlines: Vragen over leesstof (toets per computer) uiterlijk 14 dagen na openstelling; Groepswerk: resp. de vijfde en achtste onderwijsweek van het blok. Wat wordt er beoordeeld: Basiskennis op het gebied van de Algemene Taalwetenschap; vermogen om die kennis toe te passen in een eenvoudig empirisch onderzoek. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium Verplicht studiemateriaal: - P. Nieuwenhuijsen, Het Verschijnsel Taal. Bussum: Coutinho Kosten: EUR 30,00 40

41 JEUGDLITERATUUR EN LITERAIRE SOCIALISATIE Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 3 Blok: 1 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap, Theater-, film- en televisiewetenschap Toegangseisen: Geen Voertaal: Nederlands Inhoud: In Nederland bestaat een rijke jeugdliteratuur voor lezers vanaf jaar, zowel oorspronkelijk Nederlands als vertaald. Wat zijn de kenmerken van deze jeugdliteratuur? Hoe wordt geoordeeld over de literaire kwaliteit van deze literatuur? Wie leest jeugdliteraire teksten? Hoe worden ze beoordeeld? Is het lezen van jeugdliteratuur een voorwaarde voor het lezen van literatuur voor volwassenen? Welke mogelijkheden biedt het literatuuronderwijs op de basisschool en in de basisvorming en eventueel de tweede fase van het middelbare onderwijs? Deze vragen staan centraal in de cursus. Ze kunnen op verschillende manieren worden beantwoord: door middel van een analyse van de teksten, door lezersonderzoek, door een onderzoek naar de literaire kritiek, het literaire veld en het literatuuronderwijs. Representatieve publicaties worden bestudeerd en besproken; onderzoekswijzen en vragen worden aan de orde gesteld en uitgewerkt. Kennis van de jeugdliteratuur wordt door de bespreking van enkele jeugdliteraire romans aangebracht. Cursusdoelen: Kennismaking met de belangrijkste thema's van het onderzoek naar het lezen van jeugdliteratuur, enige kennis van de jeugdliteratuur, onderzoeksvragen van verschillende aard leren stellen en beantwoorden. Contactpersoon: Docenten: Werkvormen: Onderzoek 1 x per week 2 uur Werkcollege 2 x per week 2 uur Toetsen: Opdracht(en) (Opdracht(en); 10 pt.) Schriftelijk tentamen (Schriftelijk tentamen; 40 pt.) Verslag (Onderzoeksverslag; 50 pt.) prof.dr. D.H. Schram prof.dr. D.H. Schram Feedback: Commentaar op opdrachten, refereren en onderzoekspresentatie, en tentamen; begeleiding van het onderzoek. Bereikbaarheid: Telefonisch, via , na afspraak, na college. Voorbereiding bijeenkomsten: Bestuderen van secundaire literatuur, lezen van enkele jeugdliteraire teksten, voorbereiden opdrachten; opzetten, uitvoeren en presenteren van een onderzoek. Bijdrage aan groepswerk: Geven van presentaties, refereren bij presentaties, in kleine groepen onderzoek verrichten. Deadlines: Nader te bespreken. Wat wordt er beoordeeld: Kennis van de belangrijkste thema's van het onderzoek naar het lezen van jeugdliteratuur, kennis van de huidige jeugdliteratuur, opzetten en uitvoeren van onderzoek. 41

42 KALEIDOSCOPE OF WESTERN LITERATURE Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 3 Blok: 3 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Basic knowledge of English; familiarity with the basis concepts of Literary Studies. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Introduction to Literary Studies (Inleiding Algemene Literatuurwetenschap) Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Nederlands/Engels Inhoud: This course aims to enhance students' 'repertory knowledge' of literary texts. Starting from an intertextual approach to the body of Western (by which we here mean: Western-Europe, the Carribean, and the Americas) literature, it presents a list of possible key texts on the basis of a thematic trajectory. This trajectory allows for an outlook that is at once diachronic and synchronic: texts from different periods, and different cultural/literary practices, meet in (likely and less likely) thematic combinations. At the same time, this thematic trajectory will bring home to students how canons are formed: on the basis of selection criteria that include some, and exclude other texts. These criteria may have to do with quality and influence, or instead with ideological factors, with power mechanisms and more random motivations, but they are always at work in compilations of anthologies and lists of great literary texts. Structured around eight themes, the course presents on a weekly basis 1] a central text to be read and discussed integrally, and 2] selections from a parallel text linked thematically to the central text. This makes students sensitive to the fabric of intertextual networks on the one hand, and, on the other, the various ways in which a theme can be represented and interpreted in literatures from different cultures and periods. The course is designed as follows: 1] Journeys Central text: Homer, Odyssey Parallel text: Derek Walcott, Omeros 2] Deserts and Grails Central text: T.S. Eliot, The Waste Land Parallel text: Quest of the Holy Grail 3] Witness Central text: Erich Maria Remarque, All Quiet on the Western Front Parallel text: Elsa Morante, History. A Novel 4] Hell Central text: Dante Alighieri, Inferno Parallel text: Franz Kafka, The Trial 5] Attics and Mad Women Central text: Charlotte Brontë, Jane Eyre Parallel text: Sappho, Fragments 6] The Senses 42

43 Central text: Marcel Proust, Swann's Way' Parallel text: Jose Saramago, Blindness 7] The City Central text: Virginia Woolf, Mrs Dalloway Parallel text: Edith Wharton, The Age of Innocence 8] Self-Reflexivity: Central text: Julio Cortázar: (selections from) Hopscotch Parallel text: Laurence Sterne, Tristram Shandy Cursusdoelen: The aim of this course is to enhance students' 'repertory knowledge' of Western literature, to deepen their insight into intertextual traces and relations, and to make them aware of the mechanisms and politics at stake in canon formation. At the same time, this course aims to enhance students' academic fluency in English. Contactpersoon: Docenten: dr. K. Brillenburg Wurth Docent nog onbekend Werkvormen: Hoor/werkcollege 2 x per week 3 uur Toetsen: Opdracht(en) (Opdracht(en); 10 pt.) Paper 1 (Paper 1; 20 pt.) Paper 2 (Paper 2; 70 pt.) Voorbereiding bijeenkomsten: Students are expected to have read all central primary texts before each introductory seminar + all selections from the parallel secondary texts before each discussion seminar. Bijdrage aan groepswerk: Students are expected to hand in three questions and/or topics for discussion every week before the discussion seminar Deadlines: Topics for discussion: weeklypaper 1: week 4Paper 2: week 10 Wat wordt er beoordeeld: Repertory knowledge of literature; analytical skills; interpretive skills; linguistic skills and writing skills Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Kosten: EUR 100,00 43

44 KOLONIALE LITERATUUR EN (POST)KOLONIALE DISCOURSEN Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 3 Blok: 3 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Basiskennis van de kernbegrippen van de postkoloniale theorie Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Inleiding Algemene LiteratuurwetenschapLiteratuurtheorie 1 en 2 Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Nederlands/Engels Inhoud: In Culture and Imperialism stelt Edward Said dat de achttiende- en negentiende-eeuwse, West- Europese literatuur onherroepelijk is ingeschreven in het eigentijdse imperialistische discours en andersom. De onderwerping van (grote delen van) Afrika, het Midden-Oosten en Azië aan West- Europa, en de daaropvolgende kolonisering van deze gebieden, is zowel expliciet als impliciet aanwezig als een culturele gegevenheid in romans, reisverslagen, essays en gedichten uit de achttiende en negentiende eeuw. In A Critique of Postcolonial Reason heeft Gayatri Spivak het in dit verband over de vanzelfsprekendheden (axiomatics) van het negentiende- en twintigsteeeuwse kolonialisme en imperialisme: (onbewezen) grondstellingen die als natuurlijk en waar werden aangenomen, en die op hun beurt de rechtvaardiging vormden voor het Westerse imperialisme en kolonialisme. In deze cursus bekijken we hoe deze vanzelfsprekendheden getraceerd kunnen worden in Franse, Engelse en Nederlandse teksten uit de achttiende, negentiende en vroege twintigste eeuw. Hierbij zal niet alleen de (reis)literatuur uit genoemde periode worden bestudeerd, maar ook antropologische, filosofische en sociaal-politieke teksten. Daarnaast kijken we naar verschillende vormen van weerstand tegen het koloniale vertoog in literaire teksten uit de negentiende en vroege twintigste eeuw. Tenslotte lezen we twee eigentijdse romans die over de koloniale periode gaan en zijn toegespitst op Nederland en Indonesië. (Selecties uit) teksten van onder andere Daniël Defoe, Denis Diderot, Gerard de Nerval, Gustave Flaubert, Mary Kingsley, Ida Pfeiffer, William Wilkie Collins, Louis Couperus, Franz-Wilhelm Jughuhn, Kartini, Hella Haasse en Peter van Dongen zullen aan de orde komen. De definitieve lijst met primaire werken wordt ruim voorafgaand aan de cursus in de cursushandleiding gegeven. Cursusdoelen: De cursus beoogt studenten zowel repertoirekennis te bieden op het gebied van de koloniale literatuur, als een dieper inzicht te geven in de relatie tussen literatuur en werkelijkheid. Daarnaast zullen studenten door deze cursus inzicht verkrijgen in de postkoloniale literatuurtheorie, voor zover deze theorie mede gericht is op het koloniale discours. Tenlostte leren studenten hoe zij een dialoog tussen literaire theorie en primaire literatuur kunnen opzetten in een argumentatieve verhandeling. Contactpersoon: Docenten: Werkvormen: dr. K. Brillenburg Wurth dr. K. Brillenburg Wurth Feedback: Wekelijks: vragenuur; voorbespreking referaat en paper; nabespreking nota Bereikbaarheid: Altijd via ; wekelijks: spreekuur Voorbereiding bijeenkomsten: 44

45 Hoor/werkcollege 2 x per week 2 uur Spreekuur 1 x per week 1 uur Toetsen: Nota (Nota; 70 pt.) Paper (Paper; 20 pt.) Referaat (Referaat; 10 pt.) - Wekelijks voorbereiden van secundaire en primaire werken - Actieve participatie tijdens de colleges (die volgens de socratische methode worden gegeven) Bijdrage aan groepswerk: - Het voorbereiden en geven van presentaties - Het voorbereiden van vragen en/of discussiepunten voor elk college Wat wordt er beoordeeld: Schrijfvaardigheid, discussievaardigheden, kritische en analytische vaardigheden, repertoirekennis van relevante primaire werken, opgedane passieve en actieve kennis van het kolonialisme en postkolonialisme in theorie en literatuur. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium Verplicht studiemateriaal: - wordt nader bekend gemaakt Secundaire literatuur - Beekman, E. M., trans. Fugitive Dreams: An Anthology of Dutch Colonial Literature (Periplus: 2000 [1988]) - Marijke Bloembergen, red., Koloniale Inspiratie (2004) Kosten: Nog onbekend 45

46 DE OMGEKEERDE WERELD: LITERATUUR EN LACHCULTUUR Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 1 Blok: 2 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap Toegangseisen: Geen Voertaal: Nederlands Inhoud: De mens is volgens de filosofen niet alleen het enige sprekende dier, maar ook het enige lachende wezen. Het lachen is aan intelligentie gebonden, en de mens heeft in de loop van zijn geschiedenis een rijkdom van facetten van de 'lachcultuur' geschapen. In de cursus zullen deze verschillende facetten (o.a. zotheid, grap en satire) belicht en in hun structuur kenbaar gemaakt worden. Tevens zal duidelijk worden dat alles wat lachwekkend is, op een fundamentele met elkaar verbonden is. Volgens Freud is het lachen een van de diepste behoeften van de mens omdat hij daarmee aan de grote druk van de beschaving kan ontsnappen. De aanpassing aan de rationele orde wordt door het grappenmaken voor een korte tijd opgeheven. Hier zit de subversieve kern van het lachen; het kan zelfs de functie van politiek verzet krijgen als de druk van het 'systeem' te groot wordt. De cursus zal aan de hand van verschillende voorbeelden uit de wereld van historische gebruiken en de literatuur laten zien hoe in het lachen een (kortstondige) omkering van de machtsverhoudingen teweeg kan worden gebracht. Cursusdoelen: De cursus zal inzicht verschaffen in de verhouding tussen populaire tradities en 'hogere' literatuur. Tevens oriënteert hij op de interpretatieve omgang met bepaalde tekstgenres in de Europese letterkunde. Contactpersoon: Docenten: Werkvormen: Hoor/werkcollege 1 x per week 2 uur Onderzoek 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur Toetsen: Actieve deelname (Aktieve deelname; 15 pt.) Opdracht(en) (Opdrachten; 35 pt.) Schriftelijk tentamen (Schriftelijk tentamen; 50 pt.) dr. J. von der Thüsen dr. J. von der Thüsen Feedback: Na opdrachten: binnen 1 week (mondeling).na tentamen: binnen 2 weken (schriftelijk). Bereikbaarheid: Telefonisch en per . Voorbereiding bijeenkomsten: Literaire teksten en stof uit de reader bestuderen; leesverslag n.a.v. discussiepaper. Bijdrage aan groepswerk: Onderzoek t.b.v. discussiepapers; korte referaten; discussiedeelname. Verplicht studiemateriaal: - Rabelais, Gargantua en Pantagruel. Van Gennep. Deadlines: Discussiepapers, referaten: variabel. week 9 of 10 Wat wordt er beoordeeld: Tekstbegrip; toepassing theorie op tekstanalyse. Aspecten van academische vorming: Bestuderen en analyseren van informatie Presenteren - een referaat/pleidooi voorbereiden, uitvoeren en evalueren Discussieren, debatteren 46

47 - Brecht: Herr Puntila und sein Knecht Matti. Suhrkamp. - Reader De omgekeerde wereld Kosten: Nog onbekend 47

48 LEZEN EN LEZERS IN ONDERZOEK EN PRAKTIJK Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 3 Blok: 3 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap, Nederlandse taal en cultuur Toegangseisen: Geen Voertaal: Nederlands Inhoud: De vragen waarom en hoe mensen (niet) lezen vormen de basis van deze cursus, waarin wordt stilgestaan bij leesprocessen en allerlei variabelen die daarop van invloed zijn zoals leeftijd, geslacht, levensfase en persoonlijkheid van lezers, en omgevingsfactoren zoals opleiding en cultuur. Speciale aandacht wordt besteed aan effecten zoals emotionele betrokkenheid, vormen van identificatie, en positieve of negatieve gevolgen voor het latere leesgedrag. Vanuit deze aspecten wordt ook de praktische vraag gesteld naar mogelijke beïnvloeding van leesmotivatie en gedrag in het onderwijs, via media of anderszins. Deze cursus zal met name aandacht besteden aan methoden van onderzoek die met cases worden geïllustreerd. De cursus wordt afgesloten in de vorm van een beknopt, zelfstandig onderzoek waarover de studenten een verslag schrijven. Cursusdoelen: Doelstelling van de cursus is kennismaking met de belangrijkste thema's van het onderzoek naar lezers en lezen en de praktijk m.b.t. beide en aansluitend het zelf leren opzetten en uitvoeren van onderzoek met gebruikmaking van kwalitatieve en kwantitatieve methoden. Contactpersoon: Docenten: dr. E.B. Andringa dr. E.B. Andringa prof.dr. D.H. Schram Feedback: Commentaar op opdracht en tentamen, begeleiding in verschillende fasen van het onderzoek. Bereikbaarheid: Via of telefonisch. Werkvormen: Hoor/werkcollege 2 x per week 3 uur Toetsen: Opdracht(en) (Opdracht; 10 pt.) Schriftelijk tentamen (Schriftelijk tentamen; 40 pt.) Verslag (Onderzoeksverslag; 50 pt.) Voorbereiding bijeenkomsten: Bestuderen van studieteksten, voorbereiden opdrachten, opzetten, uitvoeren en presenteren van onderzoek. Bijdrage aan groepswerk: Overleggen over onderzoek, geven van presentatie Deadlines: nader te bepalen Wat wordt er beoordeeld: Kennis van de belangrijkste thema's van het onderzoek naar lezers en lezen, opzetten en uitvoeren onderzoek. Aspecten van academische vorming: Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium Onderzoeksvaardigheden integraal Analyseren en beoordelen van onderzoeksrapportages Voorbereiden / opzetten van onderzoek Materiaal / data verzamelen / produceren Materiaal / data analyseren en verwerken 48

49 Rapporteren over onderzoek - schriftelijk Beheersen van methoden en technieken Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium - vakspecifiek Verplicht studiemateriaal: wordt nader bekend gemaakt Kosten: EUR 44,00 49

50 LITERATUUR EN CHRISTENDOM Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 3 Blok: 4 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap, Muziekwetenschap, Nederlandse taal en cultuur Toegangseisen: Geen Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Inleiding Literatuurwetenschap en Literatuur & Filosofie Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Nederlands Inhoud: De Europese cultuur steunt al sinds eeuwen voor een belangrijk deel op het Christendom. In de middeleeuwen had het christelijke geloof een belangrijke plaats in de samenleving, maar ook daarna bleef deze religie van belang. Deze ideologie voorzag het individu namelijk van een geheel aan normen en waarden aan de hand waarvan hij zich kritisch kon profileren. Ook in de literatuur zien we dit proces optreden: aanvankelijk presenteert het literaire werk een werkelijkheid en een waarheid die grotendeels met de christelijke beginselen samenvalt, terwijl vanaf de Verlichting ook kritische geluiden geuit worden. Het Christendom blijft aldus als een niet weg te cijferen factor in onze cultuur bestaan. In de Europese literatuur blijkt de aanwezigheid van het Christendom bijvoorbeeld uit de dankbare verwerking van diverse bijbelse thema s, motieven en spreekwoorden, maar ook uit de kritiek die aan het adres van deze religie geuit wordt. In deze cursus zal aandacht geschonken worden aan de specifieke verschillen en overeenkomsten tussen literaire en religieuze teksten en aan de wijzen waarop de relaties tussen deze twee teksttypen bestudeerd kunnen worden. Voorts zal uiteengezet worden op welke wijze het Christendom een rol gespeeld heeft in de studie van en onze omgang met literaire teksten. Daarnaast wordt een aantal specifiek bijbelse thema s en motieven uit de Europese literatuur vanuit een intertekstuele invalshoek bestudeerd. Maar ook bredere religieuze thema s zullen in het college aan de orde komen. Voorts is het de bedoeling dat een aantal religieuze teksten met een zeker literair gehalte besproken worden. Ten slotte zal dieper ingegaan worden op de positie van de schrijver en het literaire werk binnen de christelijke maatschappij. Cursusdoelen: Kennis van de relatie tussen christelijke en literaire teksten. Contactpersoon: Docenten: dr. J.J.M. van Stralen dr. J.J.M. van Stralen Feedback: op afspraak Bereikbaarheid: van uur, telefonisch op per hans.vanstralen@let.uu.nl Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 2 uur Spreekuur 1 x per week 1 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur Toetsen: Essay (Essay; 20 pt.) Schriftelijk werkstuk 1 (Kort werkstuk; 20 pt.) Voorbereiding bijeenkomsten: Motivatie Bijdrage aan groepswerk: Betrokkenheid Wat wordt er beoordeeld: Kennis van de relatie Literatuur en Christendom Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen 50

51 Schriftelijk werkstuk 2 (Lang werkstuk; 60 pt.) Intellectuele vaardigheden Academisch denken, werken en handelen: vak- en beroepsspecifiek Academisch denken, werken en handelen: overig Kennis hanteren in een bredere context Wetenschapsfilosofische context Ethisch perspectief Wetenschappelijke context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium - overig Verplicht studiemateriaal: - J. Racine, Phèdre. - Th. Pynchon, The crying of Lot De Bijbel. Een goede editie is de Nieuwe Bijbelvertaling. Aanbevolen studiemateriaal: - Barton, John (ed.) [1998], The Cambridge Companion to Biblical Interpretions. (Cambridge, Cambridge University Press) - Gunton, Colin E. (ed.) [1997], The Cambridge Companion to Christian Doctrine. (Cambridge. Cambridge University Press) - Jasper, David and Prickett, Stephen (ed.) [2000], The Bible and Literature, A Reader (Oxford. Blackwell Publishers) - McGrath, Alister E. (ed.) [2001], Christian Literature, An Anthology (Oxford. Blackwell Publishers) Kosten: EUR 25,00 51

52 LITERATUUR EN FILOSOFIE Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 3 Blok: 1 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Arabische, Nieuwperzische en Turkse talen en culturen, Communicatie- en informatiewetenschappen, Duitse taal en cultuur, Engelse taal en cultuur, Franse taal en cultuur, Italiaanse taal en cultuur, Keltische talen en cultuur, Literatuurwetenschap, Muziekwetenschap, Nederlandse taal en cultuur, Portugese taal en cultuur, Spaanse taal en cultuur, Taalwetenschap, Theater-, film- en televisiewetenschap Toegangseisen: Geen Cursussen waarin voorkennis kan worden opgedaan: Inleiding LW, Literatuur en existentialisme Voertaal: Nederlands Inhoud: De Europese cultuurgeschiedenis toont een hechte band tussen literatuur en filosofie; vaak vloeien beide typen teksten naadloos in elkaar over. Zowel in het literaire als in het wijsgerige werk gaat het tot de romantiek immers vooral om de zoektocht naar de waarheid en om richtlijnen voor moreel handelen. Vanaf 1800 zien we dat de literatuur zich steeds zelfstandiger gaat profileren, wat bijvoorbeeld blijkt uit het accent dat sindsdien op de esthetische functie en op het fictionele gehalte van het literaire werk gelegd wordt. Ondanks dit scheiden der wegen blijken talrijke literaire werken evenwel - zij het op een specifieke wijze - de zoektocht naar de waarheid voort te zetten. Daarnaast lijkt in het postmodernisme de scheidslijn tussen literatuur en filosofie steeds meer te verdwijnen. Het college bestaat uit een theoretisch gedeelte waarin de verschillen tussen filosofie en literatuur behandeld worden. Dan volgt een vergelijkend gedeelte waarin onder meer aandacht geschonken zal worden aan de relaties tussen de filosofische en literaire teksten. Cursusdoelen: Inzicht in de relatie literaire en filosofische teksten. Contactpersoon: Docenten: dr. J.J.M. van Stralen prof.dr. M.B. van Buuren dr. J.J.M. van Stralen Feedback: op afspraak Bereikbaarheid: telefonisch tussen uur of via Werkvormen: Hoorcollege 2 x per week 2 uur Werkcollege 2 x per week 3 uur 52

53 Toetsen: Essay (Essay; 20 pt.) Tentamen (Tentamen; 40 pt.) Schriftelijk werkstuk (Schriftelijk werkstuk; 40 pt.) Verplicht studiemateriaal: - M. Doorman en H. Pott (red), Filosofen van deze tijd. - Ch.Dickens, Hard Times. - J.P. Sartre, La nausée. - W.F. Hermans, Nooit meer slapen. Deadlines Wordt tijdens college uiteengezet. Wat wordt er beoordeeld: De stof die in het college besproken is. Kennis van de relatie tussen literatuur en filosofische teksten Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Intellectuele vaardigheden Academisch denken, werken en handelen: vak- en beroepsspecifiek Academisch denken, werken en handelen: overig Kennis hanteren in een bredere context Wetenschapsfilosofische context Ethisch perspectief Wetenschappelijke context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium - overig Aanbevolen studiemateriaal: - Cascardi, A., Literature and the Question of Philosophy. Baltimore Kuhns, R., Literature and philosophy: structures of experiences. Londen Martelaere, Patricia de, Literatuur en filosofie. Leuven Mooij, J.J.A., Idee en verbeelding: filosofische aspecten van de literatuurbeschouwing. Assen Skilleas, O.M., Philosophy and Literature: an introduction. Edingburgh Stralen, Hans van, "Zelfontplooiing en scepsis: de filosofie en de literatuur van het existentialisme na de Tweede Wereldoorlog". In: Jaarboek voor de literatuurwetenschap I. 2001, p Kosten: EUR 50,00 53

54 LITERATUUR TUSSEN MAGIE EN WETENSCHAP IN DE ZESTIENDE EN ZEVENTIENDE EEUW Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 2 Blok: 2 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap Toegangseisen: Geen Cursussen waarin voorkennis kan worden opgedaan: I.o.m. de docent Voertaal: Nederlands Inhoud: Volgens velen was er in de 17e eeuw in Europa sprake van een wetenschappelijke revolutie. Op het terrein van de geneeskunde, de astronomie en de natuurlijke historie werden ingrijpende ontdekkingen gedaan. Toch betekende dit niet dat het wereldbeeld van veel mensen opeens veranderde. Allerlei magische en in onze ogen irrationele denkbeelden bleven nog zeer invloedrijk. In dit college wordt gekeken naar de bemiddelende rol van literatuur tussen nieuwe wetenschappelijke inzichten en oude denkbeelden. Hebben literaire geschriften bijgedragen aan de verspreiding van het copernicanisme, het cartesianisme, de nieuwe anatomie, de ontdekking van de bloedsomloop en het newtonianisme? Of bood de literatuur juist weerstand aan deze vernieuwingen en droeg ze bij aan het voortbestaan en verder verspreiden van antiekmiddeleeuwse denkbeelden over astrologie, alchemie, kometen, de humorenleer, magie en hekserij. Kortom, wat was de rol van de dichter/schrijver in de strijd tussen wetenschap en magie? In dit college gaan we op zoek naar ideeën over wetenschap en magie in beroemde een minder beroemde teksten uit de Europese literatuur. De aandacht richt zich vooral op de zestiende en zeventiende eeuw. Cursusdoelen: De studenten verwerven inzicht in de bemiddelde rol van literatuur tussen wetenschap en wereldbeeld. Ze leren hoe literatuur bijdraagt aan beeldvormingsprocessen. Ze leren op een nieuwe manier naar renaissanceliteratuur te kijken. Contactpersoon: Docenten: dr. J.L. Salman dr. J.L. Salman Feedback: Bespreking van opdracht, week na inlevering. Directe beoordeling van referaat. Beoordeling van nota, week na inlevering. Werkvormen: Werkcollege 2 x per week 3 uur Voorbereiding bijeenkomsten: Bestuderen van secundaire en primaire literatuur. Voorbereiden van leesvragen, discussiepunten en presentaties. Uitvoeren van onderzoeksopdrachten. Bijdrage aan groepswerk: Deelname aan groepsdiscussies. Beoordelen van elkaars opdrachten, presentaties en werkstukken. 54

55 Toetsen: Nota (Nota; 70 pt.) Opdracht(en) (Opdracht(en); 10 pt.) Referaat (Referaat; 20 pt.) Wat wordt er beoordeeld: Analyse van literaire teksten. Inzicht in relatie tussen tekst en wetenschappelijke ontwikkelingen. Gestructureerd presenteren van onderzoeksresultaten. Opzetten van wetenschappelijk betoog. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium Verplicht studiemateriaal: Reader Kosten: EUR 50,00 55

56 LITERATUURTHEORIE I Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 2 Blok: 2 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Liberal Arts & Sciences, Literatuurwetenschap Toegangseisen: Geen Voertaal: Nederlands Inhoud: Literatuur is een cultureel verschijnsel, dat een veelheid aan maatschappelijke en individuele functies vervult en een hoge mate van complexiteit bezit. In de loop der tijden zijn verschillende theorieën ontwikkeld die proberen om structurele en functionele eigenschappen van literaire teksten bloot te leggen en te verklaren. In de cursussen Literatuurtheorie I en II wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste theorieën uit de 20 ste eeuw en van enkele fundamentele vragen die daarbij telkens weer terugkeren. In de eerste cursus wordt onder meer stilgestaan bij de rol van wetenschapsfilosofische discussies en de vraag wat interpreteren nu eigenlijk is. Aan de orde komen verder de vroege literatuurtheorieën van het Russisch Formalisme en het Structuralisme, die de basis hebben gelegd voor de meeste latere ontwikkelingen en nog steeds van groot belang zijn. Daarnaast wordt aandacht besteed aan psychoanalytische en lezergerichte benaderingen van literatuur. Cursusdoelen: Doelstelling van de cursus is niet alleen kennismaking met de belangrijkste theoretische modellen, maar tevens het kritisch analyseren en tegen elkaar afwegen van de diverse claims van deze modellen. In de werkcolleges wordt voorts geprobeerd om de modellen op primaire teksten toe te passen. Contactpersoon: Docenten: dr. E.B. Andringa dr. E.B. Andringa dr. J.J.M. van Stralen Feedback: Directe correctie van schrijfopdrachten. Bereikbaarheid: Overdag telefonisch of via Werkvormen: Hoor/werkcollege 2 x per week 3 uur Toetsen: Opdracht(en) (Opdracht(en); 50 pt.) Schriftelijk tentamen (Schriftelijk tentamen; 50 pt.) Voorbereiding bijeenkomsten: Bestuderen van theoretische teksten, in samenwerking voorbereiden van een presentatie, maken van schrijfopdrachten. Bijdrage aan groepswerk: Geven van een presentatie, deelname aan discussie n.a.v. opdrachten. Deadlines: De verschillende toetsmomenten liggen zo veel mogelijk gespreid over de onderwijsperiode. Het tentamen valt na afronding van de cursus. Wat wordt er beoordeeld: Kennis en kritische verwerking van theoretische teksten, toepassing van theorie op literaire teksten in de vorm van schrijfopdrachten. 56

57 Verplicht studiemateriaal: - Barend van Heusden e.a., Literaire Cultuur. Tekstboek. - Peter Barry, Beginning Theory. Aanbevolen studiemateriaal: - Van Gorp, Lexicon van literaire termen. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Intellectuele vaardigheden Bestuderen en analyseren van informatie Synthetiseren en structureren van informatie Presenteren - een referaat/pleidooi voorbereiden, uitvoeren en evalueren Wetenschappelijke context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium - vakspecifiek Kosten: EUR 60,00 (Verplicht materiaal) EUR 38,12 (Aanbevolen materiaal) 57

58 LITERATUURTHEORIE II Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 3 Blok: 3 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Literatuurtheorie I Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Contact opnemen met docent Voertaal: Nederlands Inhoud: Literatuurtheorie II is in feite een voortzetting van Literatuurtheorie I. Er wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste theorieën uit de 20 e eeuw over eigenschappen en functies van literatuur en de manieren waarop die onderzocht kunnen worden. In deze cursus gaat de aandacht onder meer uit naar Ideologiekritische opvattingen, het Poststructuralisme, New Historicism, en enkele thema s die niet5 aan bepaalde opvattingen zijn gebonden. Ook in dit college worden de diverse theoretische opvattingen toegepast op primaire teksten. Aan het eind van de cursus zullen een aantal benaderingen op een en dezelfde tekst worden toegepast en vergeleken. Cursusdoelen: Kennismaken met en kritisch beschouwen van de belangrijkste theoretisch modellen, toepassing van modellen op verhalen en gedichten. Contactpersoon: Docenten: Werkvormen: Hoor/werkcollege 2 x per week 3 uur Toetsen: Opdracht(en) 1 (schrijfopdracht 1; 25 pt.) Opdracht(en) 2 (schrijfopdracht 2; 25 pt.) Take-home tentamen (Takehome tentamen; 50 pt.) dr. E.B. Andringa dr. E.B. Andringa prof. dr. A. Rigney Bereikbaarheid: op afspraak of via Voorbereiding bijeenkomsten: Bestuderen van theoretische teksten Verplicht studiemateriaal: - Barend van Heusden e.a., Literaire Cultuur. Tekstboek. - Peter Barry, Beginning Theory. Aanbevolen studiemateriaal: Van Gorp: Lexicon van literaire termen. Kosten: EUR 60,00 (verplicht materiaal) EUR 38,12 (aanbevolen materiaal) Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Intellectuele vaardigheden Bestuderen en analyseren van informatie Synthetiseren en structureren van informatie Presenteren - een referaat/pleidooi voorbereiden, uitvoeren en evalueren Wetenschappelijke context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium - vakspecifiek 58

59 POSTMODERNE LITERATUUR EN POSTSTRUCTURALISTISCHE THEORIE Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 3 Blok: 4 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap Toegangseisen: 1. LIT-INLEIDING LIT: LITERATUURWETENSCHAP ( ) Veronderstelde voorkennis: Basiskennis structuralistische en poststructuralistische theorie, basiskennis Westerse literatuurgeschiedenis. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Inleiding ALW, Literatuurtheorie 1 + 2, Westerse Literatuurgeschiedenis Voertaal: Nederlands Inhoud: In deze cursus bestuderen we de postmoderne literatuur (vanaf 1950) in samenhang met belangrijke kwesties uit de poststructuralistische theorie. In zijn breedste betekenis is de term postmodern de afgelopen decennia gebruikt om ontwikkelingen in de cultuur, de filosofie, de kunsten en de literatuur aan te duiden die zich na, in reactie op, of zelfs binnen het modernisme voltrokken. Het postmoderne, aldus de Franse filosoof Jean-François Lyotard, herschrijft het moderne en laat zich daarbij niet verlokken tot Grote Verhalen. Deze cursus exploreert het postmoderne in de literatuur, de literaire theorie en de filosofie aan de hand van vier begrippen: differentie, simulacrum, intertekstualiteit en hypertekstualiteit. De eerste vier weken worden deze begrippen vanuit een filosofisch en theoretisch perspectief bestudeerd en onderzocht in het kader van het begrip 'postmodernisme'. Vervolgens wordt in de laatste vijf weken van de cursus een dialoog opgezet tussen deze begrippen en (een aantal exemplarische teksten uit) de postmoderne literatuur. Van de studenten wordt verwacht dat zij bekend zijn met de basisbegrippen uit de structuralistische en poststructuralistische theorie (zoals uiteengezet in de cursus Inleiding Literatuurwetenschap). Daarnaast wordt van studenten verwacht dat zij bij wijze van voorkennis een basale repertoirekennis hebben van de Westerse literatuurgeschiedenis. Primaire literatuur (in de volgorde van de cursus): Jorge Luis Borges, 'El Jardin de senderos que se bifurcan' (1941) Nathalie Sarraute, Enfance (1983) Don DeLillo, White Noise (1985) Hari Kunzru, The Impressionist (2002) Gilbert Sorrentino, Mulligan Stew (1979) Timothy Findley, Famous Last Words (1984) Stuart Moulthrop, Victory Garden (1995) Cursusdoelen: Aan het einde van de cursus kunnen de studenten een vergelijkende analyse maken van de theoretische begrippen en de literaire teksten die besproken zijn. Daarnaast zijn zij in staat hun onderzoek naar een overtuigende, argumentatieve verhandeling te vertalen en hun eigen, kritische positie in het debat over postmoderne literatuur en poststructuralistische theorie te bepalen. Contactpersoon: dr. K. Brillenburg Wurth 59

60 Docenten: dr. K. Brillenburg Wurth Feedback: Wekelijks: vragenuur; voorbespreking referaat en paper; nabespreking nota Bereikbaarheid: Altijd via ; spreekuur Werkvormen: Hoor/werkcollege 2 x per week 2 uur Spreekuur 1 x per week 1 uur Toetsen: Nota (Nota; 70 pt.) Paper (Paper; 20 pt.) Referaat (Referaat; 10 pt.) Voorbereiding bijeenkomsten: -Wekelijks voorbereiden van secundaire en primaire werken -Actieve participatie tijdens de colleges (die volgens de socratische methode worden gegeven) Bijdrage aan groepswerk: -Het voorbereiden en geven van presentaties -Het voorbereiden van vragen en/of discussiepunten voor elk college Deadlines: Wordt nader bekend gemaakt Wat wordt er beoordeeld: Schrijfvaardigheid, discussievaardigheden, kritische en analytische vaardigheden, repertoirekennis van relevante primaire werken, opgedane passieve en actieve kennis van het postmodernisme in theorie en literatuur. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium Verplicht studiemateriaal: - Voor titels: zie bij inhoud. - Secundaire literatuur: Reader met secundaire teksten. Kosten: Nog onbekend 60

61 NARRATOLOGIE: VERHALEN IN CONTEXT Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 2 Blok: 2 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Duitse taal en cultuur, Engelse taal en cultuur, Franse taal en cultuur, Italiaanse taal en cultuur, Literatuurwetenschap, Muziekwetenschap, Portugese taal en cultuur, Spaanse taal en cultuur Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Enige basiskennis van verhaalanalyse in woord en/of beeld. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: LIT - Inleiding Algemene Literatuurwetenschap; CIW-Inleiding Beeld-Geluidanalyse; LIT- Verhaalanalyse; NED-Literaire analyse Bronnen voor zelfstudie: Readers behorend bij bovengenoemde colleges; S. Rimmon-Kenan. Narrative fiction; Contemporary Poetics (1983)D. Bordwell. Narration in the Fiction Film (1985). Voertaal: Nederlands Inhoud: Studenten in de letterenfaculteit werken met ' teksten' van velerlei aard, met vaak narratieve elementen en structuren: van speelfilms en romans tot geschiedschrijving en getuigenisverklaringen. Verhalen komen in verschillende contexten voor. Deze cursus biedt een kritisch overzicht van de moderne narratologie, de tak van de cultuurstudies die zich bezig houdt met de vormen en functies van verhalen in de samenleving. Studenten worden vertrouwd gemaakt met zowel de klassieke narratologie (met name gericht op literaire teksten) als met recentere ontwikkelingen waarin de nieuwe visuele media centraal staan. Met behulp van narratologische inzichten worden verhaalelementen geanalyseerd zoals deze zich voordoen in fictie maar ook in praktische situaties zoals bij de rechtbank, in de journalisitek en bij autobiografieën. Cursusdoelen: In de cursus leert de student over de grenzen van de eigen discipline na te denken over 'narrativiteit' ; hij/zij verkrijgt inzicht in de overeenkomsten en verschillen in de wijze waarop dit concept in verschillende disciplines (literatuurwetenschap, film- en televisiewetenschap, communicatiekunde) functioneert; leert verhaalstructuren en verteltechnieken in uiteenlopende situaties onderkennen en analyseren. Contactpersoon: Docenten: Werkvormen: Eigen werk 1 x per week 1 uur Hoorcollege 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur prof. dr. A. Rigney dr. R.L. Buikema prof.dr. F.E. Kessler prof. dr. A. Rigney Feedback: spreekuur Bereikbaarheid: Voorbereiding bijeenkomsten: aanwezigheidsplicht; studenten dienen vooraf aan de colleges de opgegeven literatuur te lezen en de bijbehorende opdrachten uit te voeren Bijdrage aan groepswerk: een aantal van de werkgroep-opdrachten wordt in groepsverband uitgevoerd 61

62 Toetsen: Nota (Nota; 30 pt.) Opdracht(en) (Opdracht(en); 30 pt.) Take-home tentamen (Takehome tentamen; 40 pt.) Deadlines: toets 1: week 3, toets 2: week 7, toets 3: week 9 Wat wordt er beoordeeld: Kennis van narratologische begrippen; vermogen om deze toe te passen op kritische wijze toe te passen op verhalen in verschillende media en verschillende contexten. Aspecten van academische vorming: Communicatieve vaardigheden Kennis hanteren in een bredere context Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt Kosten: EUR 60,00 62

63 POEZIEANALYSE Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 2 Blok: 3 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Elementaire kennis poëtische vormen. Cursussen waarin deze voorkennis kan worden opgedaan: Inleiding Literatuurwetenschap Bronnen voor zelfstudie: Voertaal: Nederlands Inhoud: De poëzie is de meest pure vorm van de literatuur. Hier treden aspecten op de voorgrond die vooral op onze zintuigen en ons gevoel werken. Klank, ritme, beeld en compositie: zij zijn verantwoordelijk voor datgene wat men esthetisch genot noemt. In de poëzie gaat het maar zelden om het inleven in figuren of om het identificeren van een plot. Dat maakt de interpretatie van poëzie vaak moeilijk, maar tegelijkertijd ook intrigerend. In deze cursus wordt geoefend met vormen uit alle literatuurperioden. Ook daar waar de poëzie minder vormvast is, met name in de moderne tijd, zal gekeken worden naar de elementen die structurerend werken. Hoe wordt bijvoorbeeld het in de twintigste eeuw verdwijnende rijm gecompenseerd? Een bijzonder aandachtsveld zal de beeldspraak in gedichten vormen. Hier zal vooral het verschil tussen metafoor en symbool onderzocht worden. De cursus wordt afgesloten met het onderzoek van een aantal casussen. Daarbij zal het eerder geleerde worden toegepast en verdiept. Cursusdoelen: De cursus is bedoeld als inleiding tot de technieken die men nodig heeft om interpreterend met gedichten om te gaan. Contactpersoon: Docenten: dr. J. von der Thüsen dr. J. von der Thüsen Feedback: Na opdrachten: binnen 1 week (mondeling). Na toets: binnen 1 week (schriftelijk). Na nota: binnen 2 weken (schriftelijk). Bereikbaarheid: Telefonisch en per . Werkvormen: Hoor/werkcollege 1 x per week 2 uur Onderzoek 1 x per week 2 uur Werkcollege 1 x per week 2 uur Voorbereiding bijeenkomsten: De stof uit het tekstboek en geselecteerde artikelen bestuderen, toepassen op geselecteerde gedichten. Bijdrage aan groepswerk: Korte voordracht van gedichtanalyse; discussiedeelname. 63

64 Toetsen: Actieve deelname (Aktieve deelname; 15 pt.) Nota (Nota; 35 pt.) Opdracht(en) (Opdracht(en); 20 pt.) Toets (Toets; 30 pt.) Deadlines: Variabel Wat wordt er beoordeeld: Theoretisch inzicht; interpretatieve vaardigheid. Aspecten van academische vorming: Academisch denken, werken en handelen Intellectuele vaardigheden Bestuderen en analyseren van informatie Synthetiseren en structureren van informatie Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken Presenteren - een referaat/pleidooi voorbereiden, uitvoeren en evalueren Discussieren, debatteren Kennis hanteren in een bredere context Verplicht studiemateriaal: - E.van Boven en G.Dorleijn, Literair Mechaniek. Coutinho. - Gedichten, gebundeld in een werkboek Kosten: EUR 20,00 EUR 15,00 64

65 ROMANTIEK Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 3 Blok: 1 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap Toegangseisen: Geen Voertaal: Nederlands Inhoud: Na een schets van de historische context van de Europese romantische beweging zullen in het eerste gedeelte van de cursus de hoofdpunten uit het esthetische programma van de romantici behandeld worden. In het tweede gedeelte van de cursus zullen deze punten aan de hand van geselecteerde werken uit verschillende romantische literaturen nauwkeurig worden onderzocht. Cursusdoelen: De deelnemers worden vertrouwd gemaakt met denkpatronen van de Europese romantiek. Zij worden opgeleid in het onderzoeken van de voor de romantici kenmerkende literaire procedés. Contactpersoon: Docenten: dr. J. von der Thüsen Docent nog onbekend Werkvormen: Werkcollege 2 x per week 3 uur Toetsen: Actieve deelname (Actieve deelname; 20 pt.) Nota (Nota; 50 pt.) Opdracht(en) (Opdracht(en) tijdens werkcollege; 30 pt.) Verplicht studiemateriaal: - wordt nader bekend gemaakt Kosten: EUR 60,00 (voor alle verplicht materiaal) 65

66 STAGE BA LITERATUURWETENSCHAP Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 15 Code: Niveau: 3 Blok: 1, 2, 3, 4 Cursustype: Stage Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap Toegangseisen: Geen Voertaal: Nederlands Inhoud: De door Literatuurwetenschap begeleide stages kunnen plaatsvinden in het kader van alle opleidingen/specialisaties/masters waarin Literatuurwetenschapdocenten participeren. Het wordt toegejuicht wanneer studenten zelf een stageplaats weten te vinden, die binnen de facultaire voorwaarden past. Cursusdoelen: De student laat zien zijn kennis in de praktijk te kunnen brengen en te leren van de praktijk. Van de ervaringen kan hij/zij op een wetenschappelijke wijze verslag doen. Contactpersoon: Docenten: Werkvormen: Individueel Toetsen: Stageverslag Kosten: dr. F.P.C. Brandsma Docent(en) van de vakgroep Voorbereiding bijeenkomsten: De individuele gesprekken met de begeleider worden voorbereid zoals onderling afgesproken. De stage wordt afgerond met een stageverslag. Nog onbekend Wat wordt er beoordeeld: Het vermogen om de in de studie opgedane kennis in de praktijk te brengen, te functioneren in een werkomgeving en van deze activiteiten op een wetenschappelijke wijze verslag te doen. Aspecten van academische vorming: Sociaal-contactuele vaardigheden Organisatorische vaardigheden Samenwerken met anderen, werken in teamverband Academisch denken, werken en handelen: overig Maatschappelijke / culturele context 66

67 STRUCTUUR VAN HET CULTURELE LEVEN IN NEDERLAND Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 2 Blok: 2 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap, Theater-, film- en televisiewetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Grote lijnen van de culturele en staatkundige geschiedenis van Nederland. Bronnen voor zelfstudie: n.v.t. Voertaal: Nederlands Inhoud: De cursus behandelt de overheidsbemoeienis met de kunsten vanaf de Franse tijd tot heden: van nationale kunst naar liberale staatsonthouding, van naoorlogse cultuurspreiding naar huidige criteria als `kwaliteit' en `maatschappelijke respons'. Rode draad is de vraag, hoe de bemoeienis van de overheid met kunst en cultuur zich in de loop van de jaren heeft uitgebreid: op het terrein van de produktie, van de distributie en de afname ervan. Uitgangspunt daarbij is de klassieke studie van Emanuel Boekman: Overheid en kunst in Nederland (1939). De lijn die Boekman schetst, trekken we vervolgens door tot de huidige tijd. Vragen die de revue passeren zijn: hoe werkte de verzuiling in op het ontstaan van een politieke consensus over het cultuurbeleid? In hoeverre trad de overheid in de uiteenlopende cultuursectoren marktcorrigerend op? Welke instrumenten (wet- en regelgeving, subsidies) ontwikkelde de overheid op dit terrein gaandeweg? In het licht van de laatste vraag besteden we aandacht aan het staatsrechtelijk en bestuurlijkjuridische kader waarbinnen het cultuurbeleid tot stand komt. Met betrekking tot de moderne periode krijgt het functioneren van het Kunstenplan /de Cultuurnota uitgebreid aandacht. Cursusdoelen: Kennis opdoen van de wording van de culturele infrastructuur sinds 1795 en inzicht hebben in de rol van de belangrijkste factoren in het hedendaagse culturele bestel in Nederland. Contactpersoon: Docenten: dr. F.D.G. de Glas dr. F.D.G. de Glas Feedback: Tijdens college mbt. tussentijdse opdrachten/toetsing. Binnen standaardtermijn voor correctie eindtoets. Bereikbaarheid: Frank.deGlas@let.uu.nl, telefoon , postvak Trans 10 / KNG 29. Werkvormen: Hoorcollege 1 x per week 3 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur Voorbereiding bijeenkomsten: Grondige voorbereiding van voorgeschreven literatuur. Voorbereiding en inlevering van opdrachten. 67

68 Toetsen: Toets 1 (Eindtoets; 80 pt.) Toets 2 (Overige toetsen; 20 pt.) Deadlines: Worden tijdens het eerste college bekendgemaakt. Wat wordt er beoordeeld: Hanteren van kernbegrippen uit het vakgebied. Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid. Aspecten van academische vorming: Bestuderen en analyseren van informatie Synthetiseren en structureren van informatie Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, schrijven, herschrijven en afwerken Verplicht studiemateriaal: - E. Boekman, Overheid en kunst in Nederland (oorspr. 1939). Amsterdam 1989 (Van Gennep). - R. Pots, Cultuur, koningen en democraten. Nijmegen 2000 (SUN) - H. Knippenberg en B. de Pater, De eenwording van Nederland. Amsterdam 2000 (SUN) - Reader Aanbevolen studiemateriaal: - Remieg Aerts e.a., Land van kleine gebaren. Een politieke geschiedenis van Nederland Nijmegen Kosten: EUR 50,50 (Verplicht materiaal.) EUR 25,00 (Aanbevolen materiaal.) 68

69 UITGEVERIJEN IN HET LITERAIRE VELD. THEORIE EN ONDERZOEK Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 3 Blok: 3 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Basiskennis van het veld van literaire instituties en van hoofdlijnen van het boekenvak. Bronnen voor zelfstudie: L. Coser et al., Books. The culture and commerce of publishing. Chicago/London Voertaal: Nederlands Inhoud: De cursus biedt een kennismaking met de diverse aspecten van de boekenuitgeverij. Aan de orde komen de uiteenlopende stappen in het selectie-, uitgeef- en distributieproces van boeken, met nadruk op het algemene boek. Hierbij passeren aspecten de revue als de boekcalculatie, de redigeerfase, vormgeving en opmaak, keuze van exploitatiekanalen, boekenmarketing en leesbevorderingsinspanningen. De productie en distributie van boeken wordt gesitueerd in het bredere kader van het overheidsbeleid in dit verband. Daarbij gaat aandacht uit naar de regelgeving rond het auteursrecht, naar uitgavecontracten, cultuur- en letterenbeleid van de overheid, inclusief de uiteenlopende instanties en fondsen die voor de ondersteuning van dit beleid in het leven zijn geroepen. Ook komt de positie van het Nederlandse boekenbedrijf in de internationale context aan de orde. Deze cursus biedt een goede ondergrond voor een stage in de boekenuitgeverij. Cursusdoelen: Verdiepte kennis opdoen van theorie rond en onderzoek naar het functioneren van de uitgeverij als literaire institutie temidden van andere instituties van het literaire veld. Contactpersoon: Docenten: Werkvormen: Hoor/werkcollege 2 x per week 3 uur dr. F.D.G. de Glas dr. F.D.G. de Glas Feedback: Tijdens colleges m.b.t. tussentijdse opdrachten/toetsing.binnen standaardtermijn voor correctie eindtoets. Bereikbaarheid: Frank.deGlas@let.uu.nl, telefoon , postvak Trans 10/KNG 29 Voorbereiding bijeenkomsten: Grondige voorbereiding van voorgeschreven literatuur. Voorbereiding en inlevering van opdrachten. Bijdrage aan groepswerk: Het houden van een referaat in groepjes. Toetsen: Actieve deelname (Aktieve deelname; 10 pt.) Presentatie (Presentatie; 20 pt.) Toets (Eindtoets; 50 pt.) Toets 1 (Tussentoets 1; 10 pt.) Toets 2 (Tussentoets 2; 10 pt.) Deadlines: Worden tijdens het eerste college bekend gemaakt. Wat wordt er beoordeeld: Hanteren van kernbegrippen uit het vakgebied. Kritisch benaderen van theorie, toepassen van theorie, opzetten van onderzoek.schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid. Aspecten van academische vorming: Bestuderen en analyseren van informatie Synthetiseren en structureren van informatie Schrijven (algemeen) - diverse typen teksten plannen, 69

70 schrijven, herschrijven en afwerken Kennis hanteren in een bredere context Verplicht studiemateriaal: - L. Hesselink (red.): Rechtwijzer voor auteurs. Contract, fiscus en beleid rond schrijven en vertalen. Amsterdam/Den Haag 1994 (boekmanstichting/sdu). - Reader wordt nog bekend gemaakt Aanbevolen studiemateriaal: - P. van der Horst: Redactiewijzer. Den Haag 1999 (SDU) Kosten: EUR 50,00 (verplicht materiaal) EUR 25,00 (aanbevolen materiaal) 70

71 VERBREDINGSMODULE LITERATUURWETENSCHAP Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 3 Blok: 1, 2, 3, 4 Cursustype: Niet cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap Toegangseisen: Geen Voertaal: Nederlands Inhoud: De student doet een mondeling tentamen over een hoeveelheid secundaire literatuur (ca pp.) en/of maakt een werkstuk op basis van een hoeveelheid secundaire literatuur. Een combinatie van beide opties (bijv. Een te beoordelen verdediging van een geschreven stuk) is ook mogelijk. Welke literatuur wordt bestudeerd, wordt in overleg met de begeleidende docent bepaald. LET OP: Het initiatief ligt bij deze cursus bij de student. Hij of zij bedenkt een onderzoek of bepaalt een onderzoeksterrein en kiest (eventueel in overleg met de coördinator) een docent Literatuurwetenschap. Met deze begeleider wordt vervolgens een afspraak gemaakt om te overleggen over opzet en vorm van de module, evenals over de vorm van toetsing. Cursusdoelen: De student beheerst het vakgebied en is in staat zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten en daarvan op een wetenschappeljke wijze verslag te doen. Contactpersoon: Docenten: Werkvormen: Individueel Toetsen: Toets Kosten: dr. F.P.C. Brandsma Docent(en) van de vakgroep Nog onbekend Voorbereiding bijeenkomsten: De individuele gesprekken met de begeleider worden voorbereid zoals onderling afgesproken. Aspecten van academische vorming: Synthetiseren en structureren van informatie Communicatieve vaardigheden Planmatig werken Academisch denken, werken en handelen: vak- en beroepsspecifiek Onderzoeksvaardigheden integraal Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium - vakspecifiek 71

72 VERHAALANALYSE Onderwijsinstituut: Vreemde Talen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: 2 Blok: 4 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Literatuurwetenschap Toegangseisen: Geen Veronderstelde voorkennis: Leesvaardigheid Engels. Voertaal: Nederlands Inhoud: Vertellen is even universeel als leven, schreef Roland Barthes in 1966, verwijzend naar het feit dat vertellingen in zeer diverse omstandigheden voorkomen en voor zeer diverse doeleinden worden ingezet: moppen, autobiografie, juridische verslagen, psychoanalyse, krantenberichten, geschiedschrijving, sprookjes, epos, romans, reclame, opera s en computergames. Het besef dat deze verschillende genres toch onder de algemene categorie "verhaal" beschouwd kunnen worden, vormt de grondslag van de moderne narratologie die de structuur en de functies van verhalende teksten bestudeert. Wat hebben die verschillende verhalen gemeen, d.w.z. in welke mate hebben zij een vergelijkbare structuur en hoe kan deze structuur worden beschreven? Deze cursus is een inleiding tot de analyse van plotstructuren, verteltechnieken, en vertelfuncties. De voornaamste problemen en begrippen in de narratologie komen aan de orde en worden behandeld in verband met de analyse van een breed spectrum van verhalende teksten uit diverse taalgebieden. Nadat in het eerste deel van de cursus het narratologische gereedschap is aangeleerd, wordt dit in het tweede deel van de cursus toegepast op een aantal subgroepsprojecten die ook andere media dan het traditionele korte verhaal kunnen omvatten, zoals drama, film en televisieprogramma s, videoclips, games, fantasyromans en reclame. Cursusdoelen: Het leerdoel is de studenten vertrouwd te maken met een aantal narratologische concepten (en problemen), zodat de student na afloop in staat is een verhaal adequaat te analyseren met behulp van (tenminste) de concepten die zijn aangeboden in S. Rimmon-Kenan's Narrative Fiction: Contemporary Poetics (2003) en in de colleges zelf, en in staat is van deze analyse op een wetenschappelijke wijze verslag te doen (zowel mondeling als schriftelijk). Contactpersoon: Docenten: Werkvormen: Werkcollege 3 x per week 2 uur dr. F.P.C. Brandsma Docent nog onbekend Voorbereiding bijeenkomsten: Van de student(e) wordt verwacht dat z/hij alle (werk)colleges bijwoont, zich terdege voorbereidt op en actief deelneemt aan de besprekingen aldaar en de (subgroeps)opdrachten individueel voorbereidt. De voorbereiding bestaat uit het grondig bestuderen van (1) hoofdstukken uit het handboek Narrative Fiction, (2) verhalen en (3) artikelen. Bijdrage aan groepswerk: Van de student(e) wordt verwacht dat z/hij de subgroepsopdrachten individueel voorbereidt en daarover vervolgens met de subgroep overleg voert wat betreft zowel de inhoud als de uitvoering van de subgroepspresentatie. De student(e) voert ook tenminste eenmaal het woord bij de subgroepspresentatie. In het eerste deel van de cursus werkt de subgroep samen aan collegegebonden opdrachten en presentaties, in het tweede deel aan specifieke projecten. 72

73 Toetsen: Opdracht(en) (Opdracht(en); 20 pt.) Presentatie (Presentatie; 20 pt.) Schriftelijk tentamen (Schriftelijk tentamen; 30 pt.) Verslag (Presentatie en verslag; 30 pt.) Wat wordt er beoordeeld: Het vermogen een verhaal adequaat te analyseren met behulp van (tenminste) de concepten die zijn aangeboden in S. Rimmon-Kenan's Narrative Fiction: Contemporary Poetics (1983) en in de colleges zelf; in staat zijn van deze analyse op een wetenschappelijke wijze verslag te doen (zowel mondeling als schriftelijk). Aspecten van academische vorming: Bestuderen en analyseren van informatie Synthetiseren en structureren van informatie Gestructureerd beoordelen van activiteiten en prestaties (van anderen en van zichzelf) Samenwerken met anderen, werken in teamverband Voorbereiden / opzetten van onderzoek Materiaal / data analyseren en verwerken Rapporteren over onderzoek - schriftelijk Rapporteren over onderzoek - mondeling Beheersen van methoden en technieken Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium - vakspecifiek Verplicht studiemateriaal: - S. Rimmon-Kenan, Narrative Fiction: Contemporary Poetics (2002) - Map verhalen op de collegeplank. Kosten: Nog onbekend 73

74 Deel II Praktische informatie van de opleiding 74

75 1. Plaats opleiding binnen de faculteit en het instituut Sinds 1 september 2000 gaat de opleiding Algemene Literatuurwetenschap door het leven als Literatuurwetenschap. De naamsverandering is het gevolg van het gelijktrekken van opleidingsnamen in het nieuwe CROHO (Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs). De opleiding Literatuurwetenschap maakt samen met negen andere opleidingen deel uit van het onderwijsinstituut Vreemde Talen (IVT). Naast het IVT kent de faculteit nog vier andere onderwijsinstituten: Nederlands, Geschiedenis, Kunstgeschiedenis & Muziekwetenschap, Media & Re/Presentatie. Het IVT omvat de volgende opleidingen: Literatuurwetenschap Trans 10 Taalwetenschap (Algemene Taalwetenschap/Fonetiek) Trans 10 Engelse taal en cultuur Trans 10 Duitse taal en cultuur Trans 10 Keltische talen en cultuur Trans 10 Arabische, Nieuwperzische en Turkse talen en culturen KNG 29 Franse taal en cultuur KNG 29 Italiaanse taal en cultuur KNG 29 Portugese taal en cultuur KNG 29 Spaanse taal en cultuur KNG 29 Het IVT-bestuur heeft als overkoepelend orgaan de eindverantwoordelijkheid voor de organisatie van het onderwijs in de bovengenoemde opleidingen. Het bestuur stelt de onderwijs-programma's, de middelen voor de uitvoering van deze programma's, de zorg voor het totale kwaliteitsplan en de verdeling van de onderwijstaken over het bij het instituut aangestelde personeel vast. Het IVT heeft een bestuur van vier leden, waaronder één studentlid. De leden van het bestuur zijn benoemd door de decaan van de faculteit. De voorzitter van het bestuur heeft de functie van directeur van het onderwijsinstituut. Het bestuur bestaat uit de volgende personen: Prof. dr. A.B.M. Naaijkens directeur (hoogleraar Duitse taal en cultuur alsmede Vertaalwetenschap) Dr. D. Nieuwenhuijsen (docent onderzoeker Spaanse taal en cultuur) Dr. F.P.C. Brandsma (senior docent onderzoeker Literatuurwetenschap) L. Biro (studentlid) Het bestuurssecretariaat is in handen van G.Többen en is gehuisvest op Trans 10, kamer 1.14, tel , IVT@let.uu.nl. Verdere ondersteuning wordt geleverd door de coördinator Organisatie en ondersteuning Trans, drs. A.M.A. van de Ven en de directieassistent, drs. H.P. Spaanenburg. Voor meer en actuele informatie zie: Maandelijks worden in het overleg van de opleidingscoördinatoren alle voorkomende kwesties inzake de organisatie en de inhoud van het onderwijs besproken. De coördinator van Literatuurwetenschap is Frank Brandsma, kamer 1.57, tel , Frank.Brandsma@let.uu.nl. Studenten die over onderwijszaken informatie willen verstrekken aan de stafleden van het instituut kunnen deze informatie aanbieden aan het IVT bestuurssecretariaat. 2. Secretariaat, commissies, afdelingen 2.1 Secretariaat Op kamer 1.24 van Trans 10 bevindt zich het secretariaat van de opleidingen Literatuurwetenschap en Nederlands. Het secretariaat is de werkplek van Corry Dijkstra en Hellie 75

76 Spiertz (tel ), of Het secretariaat is dagelijks open van 9.00 tot uur. Op het secretariaat vindt de ondersteuning van alle onderwijsactiviteiten van de opleiding plaats. Verder is het secretariaat verantwoordelijk voor de ondersteuning van de staf en de opleidingscommissie. Studenten kunnen op het secretariaat terecht met alle vragen op het gebied van het onderwijs van de opleiding, en zaken die daaruit voortvloeien. Soms worden studenten vanuit het secretariaat doorverwezen naar een docent, de opleidingscoördinator, de studieadviseur of het StudiePunt Letteren. In kamer 1.24 bevinden zich tevens de postvakken van de docenten. 2.2 Commissies Opleidingscoördinator Dr. Frank Brandsma Opleidingscommissie Prof.dr. A. Rigney (vz) Dr. Jeroen Bons Dr. Hans van Stralen Dr. Kiene Brillenburg Wurth Dirk van der Lingen (studentlid) Maarten Rommens (studentlid) Hanna Vlaming (studentlid) vacature (studentlid) Examencommissie Voorzitter van de examencommissie is prof.dr. A. Rigney; dr. J.J.M. van Stralen is de secretaris. Voor examenzaken kunnen studenten zich via een formulier richten tot de secretaris. Het formulier vind je op de website van de opleiding. Coördinator externe betrekkingen (alumnizaken, voorlichting) Dr. Hans van Stralen Nieuwsbrief Contactpersoon: Dr. Jeroen Salman 2.3 Afdelingen en personele informatie (zie ook hoofdstuk 6) Dr. E. Andringa (Theoretische Literatuurwetenschap, Empirische Literatuurwetenschap) Prof.dr. J.W. Bertens (20 ste eeuw) Dr. C. Brillenburg Wurth ((Post)moderne Literatuur, Mediatheorie, Cultuurtheorie en Esthetica) Dr. J. Bons (Klassieke Oudheid) Dr. F. P.C. Brandsma (Middeleeuwen) Dr. F.D.G. de Glas (Kunstbeleid en -management) Prof.dr. A. Rigney (Theoretische Literatuurwetenschap) Dr. J. Salman (Renaissance en Barok) Prof.dr. D.H. Schram (Lezersonderzoek, Jeugdliteratuur) Dr. J.J.M. van Stralen (20 ste eeuw) Dr. J. von der Thüsen (18 e en 19 e eeuw) 3. StudiePunt Letteren Het StudiePunt is het facultaire informatiecentrum voor onderwijszaken. Studenten en mensen die in de toekomst aan de faculteit willen studeren kunnen hier terecht voor allerlei informatie over inschrijvingen, dossieroverzichten of het volgen van vakken aan een andere faculteit. Maar het is ook mogelijk om een afspraak te maken met bijvoorbeeld de stagecoördinator of een studieadviseur. Aan de balie van het StudiePunt worden bovendien ook alle readers en syllabi voor cursussen verkocht. 76

77 Het StudiePunt verstuurt vier keer per jaar een digitale nieuwsbrief aan alle letterenstudenten. Het is van het grootste belang dat studenten kennis nemen van de inhoud van dit bulletin. Praktisch alle relevante informatie voor Utrechtse letterenstudenten is via de website van het StudiePunt te vinden. Ook vind je hier de nieuwsbrief en belangrijke mededelingen. Kijk op Adresgegevens Drift BS Utrecht tel.: (030) studiepunt@let.uu.nl Openingstijden Dagelijks geopend van uur. Let op de gewijzigde openingstijden in de kerst- en zomervakantie. Extra avondopenstelling: elke dinsdag en donderdag in de eerste week van de onderwijsperiode van uur. 4. Studentenorganisaties en -bladen van de opleiding 4.1 Studievereniging Euphorion Voor studenten die meer willen halen uit hun studie en de sociale contacten die ze hierbij opdoen, bestaat de studievereniging Literatuurwetenschap: 'Euphorion'. De vereniging heeft tot doel de contacten tussen studenten, docenten en andere geïnteresseerden te versterken door middel van interessante activiteiten die in het verlengde van de studie liggen. 'Euphorion' organiseert elk blok literaire excursies, lezingen, discussies, en meer... Tegen een kleine vergoeding kun je lid worden van de vereniging, deelnemen aan haar activiteiten en zodoende je studie nog completer maken. Wil je zelf ook wat te zeggen hebben over de vereniging, meld je dan aan voor het bestuur! Voor verdere informatie en aanmeldingen; schrijf, mail of laat een briefje achter in ons postvak in kamer 1.24: Studievereniging 'Euphorion' Trans 10, 3512 JK Utrecht euphorion@let.uu.nl 4.2 Tijdschrift Frame Het tijdschrift Frame is een publikatie- en discussieplatform voor literatuurwetenschappers, opgezet door studenten Literatuurwetenschap. Frame wordt voornamelijk gelezen door studenten, afgestudeerden, onderzoekers en docenten literatuurwetenschap in Nederland en België. In Frame zijn te vinden: artikelen waarin onderzoekers hun resultaten presenteren, toegankelijke versies van scripties, leesbare lezingen, uitmuntende nota's van studenten, kritische beschouwingen van recente vakliteratuur, interviews en verslagen van congressen en symposia. Via Frame kunnen de eerste stappen in het wetenschappelijke tijdschriftencircuit worden gezet. Via het secretariaat Literatuurwetenschap kun je in contact komen met de redactie van Frame. Het tijdschrift Frame heeft een postvak in kamer 1.24 op Trans 10, 3512 JK Utrecht. frame@let.uu.nl 5. Relevante instellingen 5.1 Letterenbibliotheek De Utrechtse Letterenbibliotheek is de enige letterenbibliotheek in Nederland met een omvangrijke open opstelling. Het beleid van de bibliotheek is erop gericht om naast een grote gedrukte 77

78 collectie, ook steeds meer bronnen digitaal aan te bieden. De bibliotheek beschikt over een aantal bijzondere collecties, waaronder kunsthistorische foto- en diatheken, oude en bijzondere drukken, een orgelarchief en een uitgebreide collectie geluidsdragers, video s, dvd s, en games. In de Letterenbibliotheek zijn bijna vijftig ruime werkplekken ingericht die zijn voorzien van pc s met netwerkaansluiting, geschikt voor groepswerk en individueel werk. Daarnaast zijn er ruim dertig werkplekken bij de uitleen- en informatiebalies ten behoeve van literatuuronderzoek en catalogusraadpleging. Bij de verschillende collecties zijn studiewerkplaatsen ingericht voor studenten. Meer informatie op: Centrum voor Informatisering en Mediagebruik (CIM) Het CIM op Kromme Nieuwegracht 80 biedt studenten de mogelijkheid om op computers te werken (o.a. Word, Powerpoint, internet) in een van de computerleerzalen. Deze zalen worden tevens als onderwijsruimte gebruikt. Verder wordt algemene ondersteuning geboden bij studiewerkzaamheden. Technische vragen over het gebruik van het universitaire adres van studenten en andere ICT-voorzieningen (portfolio, WebCT etc.) kunnen worden gesteld aan de helpdesk van het CIM. Op de website van het CIM staan ook uitgebreide instructies voor studenten. Kijk voor meer informatie op: Wetenschapswinkel Letteren De Wetenschapswinkel van de Faculteit der Letteren maakt wetenschappelijke kennis toegankelijk voor maatschappelijke organisaties die zelf niet over mogelijkheden en middelen beschikken om deze kennis te verwerven. De Wetenschapswinkel Letteren vertaalt vragen van maatschappelijke organisaties naar concrete onderzoeksvragen en zoekt een student die het onderzoek wil uitvoeren. Ook wordt een docent aangetrokken voor de vakinhoudelijke ondersteuning. Een praktijkgericht onderzoek via de Wetenschapswinkel Letteren is voor veel studenten een aantrekkelijke mogelijkheid om ervaring in het eigen vakgebied op te doen en vakkennis toe te passen in een bredere wetenschappelijke, maatschappelijke of culturele context. Hij of zij doet praktische vaardigheden op en legt contacten die later op de arbeidsmarkt goed van pas komen. Tot slot bieden de wetenschapswinkels van de Universiteit Utrecht een gezamenlijke, universiteitsbrede bachelorcursus aan: De onderzoeker als adviseur. Meer informatie en inschrijven via OSIRIS online: Openstaande projecten van de Wetenschapswinkel zijn te vinden in de Faculteitsberichten van het U-blad en worden via posters op het Studiepunt en op verschillende prikborden in faculteitsgebouwen aangekondigd. Voor het actuele aanbod kun je bovendien altijd terecht op de website: Contactpersonen: mw. drs. H.C. Bijl, mw. drs. J.H. Schipper. Adres: Wittevrouwenstraat 9, 3512 CS Utrecht Telefoon: (030) wetenschapswinkel@let.uu.nl Geopend: maandag tot en met vrijdag, van 9.00 tot uur Maar niet op woensdagmiddag en donderdagochtend. 6. Medewerkers 6.1 Adressen en telefoonnummers, met foto s en aandachtsgebieden N.B. De docenten kijken dagelijks of zeer regelmatig de berichten na. Het is dus aan te raden e- mail te gebruiken als je een docent wilt bereiken. 78

79 kamer tel.nr. Naam en adres Trans (253)8353 Dr E.B. Andringa spreekuur volgens afspraak Els Andringa Empirische literatuurwetenschap; literatuurdidactiek; psychologisch lezersonderzoek; tekstlinguistiek; reclame, literatuur en film. Kng (253)6085 Prof.dr. J.W. Bertens spreekuur volgens afspraak Platolaan GC Zeist tel Hans Bertens Literatuur van de 20e eeuw; intellectuele geschiedenis; postmodernisme. Trans (253)8246 Dr. J.A.E. Bons spreekuur volgens afspraak Oude Schans 79-m 1011 KW Amsterdam tel of Jeroen Bons Griekse Letterkunde en Literaire theorie; proza van de 5e en 4e eeuw v. Chr.; retorica; historiografie; politieke filosofie; geschiedenis van de retorica (253)8234 Dr. F.P.C. Brandsma spreekuur vrijdag uur Barbarakruid KX Culemborg tel Frank Brandsma Verhaalstructuur; Middelnederlandse letterkunde; editietechniek; overgang van vers naar proza in de roman rond 1200; presentatie van gesproken woord, Arthuristiek. 79

80 1.52 (253)8246 Dr. K. Brillenburg Wurth spreekuur volgens afspraak Eerste C. Huygensstraat 51 1 hoog 1054 BS Amsterdam tel Kiene.Brillenburg@let.uu.nl Kiene Brillenburg Wurth Intermedialiteit; Literatuur van de 19 de en 20 ste eeuw; postkoloniale literatuurtheorie. KNG (253)6004 Dr. F.D.G. de Glas spreekuur volgens afspraak Prinses Beatrixstraa t BK Bunnik thuis telefonisch bereikbaar tel Frank.deGlas@ let.uu. nl Frank de Glas Kunstbeleid en -management; uitgeverij; boekenmarkt/boekenvak: letterenbeleid van de overheid. Trans (253)6693 Prof.dr. A. Rigney spreekuur volgens afspraak Mauritsstraat HL UTRECHT tel Ann.Rigney@let.uu. nl Ann Rigney Narratologie; semiotiek en retorica; fictionaliteit; theoretische geschiedenis en historiografie; cultuurgeschiedenis van de 19e eeuw. Muntstraat 2a 2.12 (253)8310 Dr. J. Salman spreekuur volgens afspraak Bronckhorststraat KV Noordwijk Jeroen.Salman@ let.uu.nl Jeroen Salman Kinderliteratuur (18e/19e eeuw), populaire literatuur (17e/18e eeuw), literatuur en boekhandelsstrategieën, renaissanceliteratuur. 80

81 2.44 (253)8286 Prof.dr. D.H.Schram spreekuur volgens afspraak Leerdamhof BX Amsterdam ZO tel Dick Schram Lezersonderzoek, Literatuuronderwijs, Jeugdliteratuur (253)6461 Dr. J.J.M. van Stralen spreekuur volgens afspraak Zoutkeetsgracht 34 thuis overdag telefonisch bereikbaar 1013 LC Amsterdam tel Hans van Stralen Modernisme, existentialisme, Cultuurgeschiedenis van de 20e eeuw, met name hermeneutiek/fenomenologie; de relatie theologie/filosofie en literatuur (253)8236 Dr. J. von der Thüsen spreekuur volgens afspraak Dillenburgstraat VC Utrecht tel Joachim von der Thüsen Literatuur van de 18e en 19e eeuw; literatuur in maatschappelijke en culturele context; intertextualiteit; interpretatieproblematiek. 81

82 7. Verwijzingsmodel voor bachelorstudenten 82

83 83