Statische berekening. Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: bouwplan garage/berging aan de Groenstraat 11 te Esbeek

Transcriptie

1 Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: Statische berekening Project: bouwplan garage/berging aan de Groenstraat 11 te Esbeek Opdrachtgever: Datum: dhr. G.R. Heemels Groenstraat ED Esbeek

2 1 INHOUDSOPGAVE. INHOUDSOPGAVE. 1 ALGEMENE GEGEVENS. 2 KAPPLAN. 4 STALEN SPANTEN. 5 GORDINGEN. 6 GORDINGEN WOONHUIS. 6 STALEN SPANTEN. 10 STALEN SPANTEN (STANDAARD). 10

3 2 ALGEMENE GEGEVENS. Gebouwclassificatie: Gebouwfunctie: Ontwerplevensduurklasse: Ontwerplevensduur: Gevolgklasse: Betrouwbaarheidsklasse: Combinatie factoren: Uiterste grenstoestand: - evenwicht: \\fo - fundamenteel: \\fo - bijzonder: \ Z2 eengezinswoning en bijgebouwen 3 50 jaar CC1 RC1 kfi = 0,90 Bruikbaarheids grenstoestand: karakteristiek frequent quasi-blijvend (onomkeerbaar) (omkeerbaar) (lange termijn) Partiele factoren: Groep A: Toets EQU 6.10: blijvend gunstig: blijvend: 1,10 blijvend: 0,90 veranderlijk: veranderlijk: 1,50 + 1,50 x vo,i (i>1) 1,50 + 1,50 x vo,i (i>1) Groep B: Toets STR/GEO 6.10a: blijvend: 1,35 x kfi veranderlijk: blijvend gunstig: blijvend: 0,90 veranderlijk: Toets STR/GEO 6.10b: blijvend: 1,35 x ĩ x k n veranderlijk: blijvend gunstig: blijvend: 0,90 veranderlijk: 1,50 x vo,i (i^l) x kfi 1,50 x \ Zo,i (i^l) x kfi 1,50 x kfi + 1,50 x \ Zo,i (i>1) x kfi 1,50 x kfi + 1,50 x Vo,i (i>1) x kfi Reductie blijvende belasting: Blijvende belasting: Veranderlijke belasting: ĩ = 0,89 volgens de nationale bijlage 6.10a: Yg = 1,35 x kfi = 1,35 x 0,90 = 1,22 I Yg = o»9o 6.10b: Yg = 1»35 x ĩ x kfi = 1,35 x 0,89 x 0,90 = 1,08 I Yg : 6.10aIb: Yq = 1»5o x kfi = 1,50 x 0,90 = 1,35 o»9o Groep C: Toets STR/GEO 6.10: blijvend: 1,00 veranderlijk: 1,30 + 1,30 x \ ro,i (i>1)

4 3 Belastingen: KAP: veranderlijk: blijvend: pannen, gordingen en beschot: volgens NEN-EN /3/4 gk = 0.65 kn/m 2 ZOLDERVLOER: [hout] veranderlijk: veranderlijke vloerbelasting: \ Zo = 0.40, \ /! = 0.50, \ Z2 = 0.30 blijvend: balken, beschot, plafond: qk = 1.75 kn/m 2 gk 0.50 kn/m 2 WANDEN: steens/spouw: halfsteens: gk = 4.00 kn/m 2 gk = 2.00 kn/m 2 WINDBELASTING: wind gebied iii, onbebouwd FUNDERING: op verzoek van de opdrachtgever berekenen we slechts de stalen spanten en de houten gordingen. Overige constructie-onderdelen zijn ter verantwoording van opdrachtgever.

5 4 KA PP LAN, ŜL o O. -2 J ă; *0 (2 « DG DC DG pc DC s \ 06 Í ci^ N Houtkwaliteit: standaard kaphout CI8 Staalkwaliteit: constructiestaai Fe360. Toegepaste bouten minimaal M , minimale lassen 3= Ligger en lateien altijd opleggen met een minimale opleglengte van 160mm, Indien dakranden hoger zijn dan loomm ^ noodoverstorten toepassen! Dit alles geldt tenzij het anders is aangegeven.

6 STALEN SPANTEN \ y 'O no Ü. j Houtkwaliteit: standaard kaphout Cl8 Staalkwaliteit: constructiestaal Fe360. Toegepaste bouten minimaal Ml6-8.8, minimale lassen a^5mm. Ligger en lateien altijd opleggen met een minimale opleglengte van 160mm, Indien dakranden hoger zijn dan loomm ^ noodoveistorlcn toepassen! Dit alles geldt tenzij het anders is aangegeven.

7 6 GORDINGEN. Gordingen. Maximale overspanning: L = 4000mm H. o.h afstand van de gordingen: 1300mm. Dakhelling: 42" Voor balkafmetingen zie de computerberekening hieronder. I. Hellend dak (NEN-EN :201^NB:2013.) PROFIELGEGEV EN S: R75X200 Breedte b Hoogte h Weerstandsmoment Wy Weerstandsmoment Wz 75 mm 200 mm 5000e^02 mm*3 l87.5e+02 mm«3 Oppervlak Traagheidsmoment Traagheidsmoment Traagheidsmoment A Itor Iz nim'2 2145eM-04 mm"4 5000e+04 mm'4 703^+03 mm'4 Sterkte klasse Elasticiteitsmodulus ľ.m.0.k l.t,0.k E:0:mean C NImm' NImm' NImm'2 LcKd. llvd}^ G:mean 18.0 NImm'2 3.4 NImm' NImm'2 Klimaatklasse Ontwerplevensiliiiir Betrouwbaarheidsklasse lsys hoh afstand Zeeg dakhelling systeemlengte I. (Z as) Doorbuigingen beschouwen Stootbelasting Reductiefactor spreiding k:h:y k:h:z Beta:c alfa I Jaar m m 0 mm 42 " m m Ja Nee 1.00 I (Permanent) II (Lange termijn) III (Middellange termijn) IV (Korte termijn) V (Onmiddellijk) Beschot kwaliteit Beschot dikte Hellend Dubbele buiging GammaļM k:mod k:mod k:mod k:mod k:mod mm Ja Nee GEWICHTS B E R E K EN ING Wind Q)p1 Pieksnelheids druk (Qp voor referentieperiode 50) CsCd1 Cpe1 Cpi1 Constructie factor (CsCd) Druk coefficient (Cpe) Druk coefficient (Cpi) Windzuiging Cpe1 Druk coefficient (Cpe) Cpi1 Sneeuw Sk1 Mu1 Druk coefficient (Cpi) Karakteristiek waarde van de sneeuwlast op de grond (Sk) Sneeuwbelasting coefficient (Mu) NEN-EN #4(Z=6.30,Terrein=Onbebouwd,R cgio=3.c0=i.00) NEN-EN #7.2(Dak=Zadeldak,Zone=G,Hoe 0.70 k=42.00,eerst=false) HN #7.2.9(Cpe=-0.50.Openingen=0.00,Ove l i aise ) NEN-EN #7.2(Dak=Zadeldak,Zone=G,Hoe k=42.00) EN #7.2.9(Cpe=0.80,Openingen=0.00,Over 0.20 =True) 0.59 knim'2 NEN-EN #4.1(Zone=1) 0.70 knim'2 EN #5.3(Dak=Hellend,Hoek=42.00,Mu=M 0.48 u1)

8 7 BELASTINGEN Permanent Eigen gewicht 0.04 kn/m A 2 overig 0.60 kwma2 Totaal 0.64 kn/ma2 Opgelegd q;k 0.00 kwma psi (-)J); psi (-)J; psi (-X ; 0.20; 0.00 Q;k 1.00 kn Wind Winddruk (CsCd = 1.00) 0.59 kn/ma Windzuiging (CsCd = 1.00) kn/ma2 Sneeuw psneeuw 0.34 kwma Bijzonder Bijzonder; Fbijz 0.00 kn Bijzonder; pbijz 0.00 kwma2 CPROB BELASTINGSCOMBINATIES VOOR UITERSTE GRENSTOESTAND (610A B) FU.C.1 FU.C.2 FU.C.3 FU.C.4 FU.C.5 FU.C.6 FU.C.7 BÌ.C.1 BÌ.C.2 BÌ.C.3 p p p p p p = + yg * Grep * cos(alfa) = * 0.64 * 0.74 = 0.58 kwma2 = + yg * Grep * cos(alfa) = * 0.64 * 0.74 = 0.43 kwma2 = + yg * Grep * cos(alfa) + yq * Qrep * cos 2 (alfa) = * 0.64 * * 0.00 * 0.55 = 0.52 kwma2 = + yg * Grep * cos(alfa) + yq * Qwinddruk = * 0.64 * * 0.59 = 1.32 kn/ma2 = + yg * Grep * cos(alfa) + yq * Qwindzuiging = * 0.64 * * (-0.18) = 0.19 kn/ma2 = + yg * Grep * cos(alfa) + yq * Qsneeuw * cos2(alfa) = * 0.64 * * 0.34 * 0.55 = 0.77 kn/ma2 = + yg * Grep * cos(alfa) = * 0.64 * 0.74 = 0.52 kn/ma2 p F = + yq * Frep * cos(alfa) = * 1.00 * 0.74 = 1.00 kn p p p = + yg * Grep * cos(alfa) = * 0.64 * 0.74 = 0.48 kwma2 = + yg * Grep * cos(alfa) + yq * Qwinddruk = * 0.64 * * 0.59 = 0.60 kn/ma2 = + yg * Grep * cos(alfa) + yq * Qwindzuiging = * 0.64 * * (-0.18) = 0.44 kn/ma2 MAATGEVENDE SNEDEKRACHTEN Comb. Nc;Ed, Vy;Ed Vz;Ed My;Ed Mz;Ed FU.C.1 Nt;Ed FU.C FU.C FU.C FU.C FU.C FU.C BÌ.C BÌ.C BÌ.C kn kn kn knm knm MAX UC SNEDEKRACHT Comb. Nc;Ed, Vy;Ed Vz;Ed My;Ed Mz;Ed FU.C.1 Nt;Ed FU.C FU.C FU.C FU.C FU.C FU.C BÌ.C BÌ.C BÌ.C kn kn kn knm knm REKENSTERKTE Comb. Belasting duurklasse f;m,y,d f;m,z,d f;t,0,d f;c,0,d f;v,0,d FU.C.1 I (Permanent) FU.C.2 I (Permanent) FU.C.3 III (Middellange termijn) FU.C.4 IV (Korte termijn) FU.C.5 IV (Korte termijn)

9 8 FU.C.6 IV (Korte termijn) FU.C.7 III (Middellange termijn) BÌ.C.1 I (Permanent) BÌ.C.2 IV (Korte termijn) BÌ.C.3 IV (Korte termijn) N7mm A 2 N7mm A 2 N7mm A 2 N7mm A 2 N7mm A 2 REKENSPANNING Comb. sigma;m,y,d sigma;m,z, tau;v,y,d tau;v,z,d sigma;c(t),0, d d FU.C FU.C FU.C FU.C FU.C FU.C FU.C BÌ.C BÌ.C BÌ.C N7mmA2 N7mmA2 N7mmA2 N7mmA2 N7mmA2 UC DOORSNEDE PER BELASTINGSCOMBINATIE FU.C.1 NEN-EN #6.1.6 (6.11) FU.C.2 NEN-EN #6.1.6 (6.11) FU.C.3 NEN-EN #6.1.6 (6.11) FU.C.4 NEN-EN #6.1.6 (6.11) / x 0 / / x 0 / / x 0 / / x 0 / Ok 0.27 Ok 0.24 Ok 0.55 Ok FU.C.5 NEN-EN #6.1.6 (6.11) / x 0 / Ok FU.C.6 NEN-EN #6.1.6 (6.11) / x 0 / Ok FU.C.7 NEN-EN #6.1.6 (6.11) / x 0 / Ok FU.C.7 NEN-EN #6.1.7 (6.13) Vz 0.05 / Ok BÌ.C.1 NEN-EN #6.1.6 (6.11) / x 0 / Ok BÌ.C.2 NEN-EN #6.1.6 (6.11) / x 0 / Ok BÌ.C.3 NEN-EN #6.1.6 (6.11) / x 0 / Ok BELASTINGSCOMBINATIES VOOR BRUIKBAARHEIDSGRENSTOESTAND Ka.C.1 p = + yg * Grep * cos(alfa) = * 0.64 * 0.74 = Ka.C.2 p = + yg * Grep * cos(alfa) + yq * Qrep * cos2(alfa) = * 0.64 * * 0.00 * 0.55 Ka.C.3 p = + yg * Grep * cos(alfa) + yq * Qwinddruk = * 0.64 * * 0.59 = Ka.C.4 p = + yg * Grep * cos(alfa) + yq * Qwindzuiging = * 0.64 * * (-0.18) = Ka.C.5 p = + yg * Grep * cos(alfa) + yq * Qsneeuw * cos2(alfa) = * 0.64 * * 0.34 * 0.55 QU.C.1 p = + yg * Grep * cos(alfa) = * 0.64 * 0.74 = Ka.C.(w1) p = + yg * Grep * cos(alfa) = * 0.64 * 0.74 = 0.48 kwma kn/ma kn/ma kwma kn/ma kwma kn/ma2 UC DOORBUIGINGEN PER BELASTINGSCOMBINATIE L/250 Limiet w;max 16.0 mm L/250 E;mean E;0;ser;d;inst N/mmA2 E;mean / Kdef E-Mod7E;0;ser;d;cr Ka.C.(w1) QU.C.1 w;1 w;2 4.6 mm 2.8 mm Limiet w;2+w;3 E;0;ser;d;cr w;c 16.0 mm WmmA mm Comb. w;3 w;tot Ka.C Ka.C Ka.C Ka.C Ka.C mm mm w;max w^w;3 UC(w;max) UC(w;2+w; mm mm 3) MAATGEVENDE KRACHTEN (FU.C.4) (KA.C.3) Normaalkracht Nt;Ed 0.00 kn Dwarskracht Vy;Ed 0.00 kn MAATGEVENDE DOORBUIGINGEN Ka.C.(w1) w;1 4.6 mm QU.C.1 w;2 2.8 mm

10 9 Dwarskracht Vz:Ed 0.00 kn Ka.C.3 w:3.5.7 mm Torsie Mx:Ed 0.00 knm w:tot 13.1 mm Moment My:Ed 3.43 knm w:max 13.1 mm Moment Mz:Ed 0.00 knm w^w:3 8.5 mm Limiet w:max 16.0 mm Limiet w:2+w: mm UC(w:max) 0.82 UC(w^w:3) 0.53 UITGEVOERDE CONTROLES Doorsnede NEN-EN #6.1.7 (6.13) Vz I Ok Doorsnede NEN-EN #6.1.6 (6.11) I x 0 I Ok Doorbuigingen NEN-EN1995#7.2INEN-EN1990#A1.4.3 (4) 13.1 I Ok Ligger gecontroleerd op sterkte en doorbuiging Ligger Ok

11 10 STALEN SPANTEN. Stalen spanten. Belastinggeval 1: Permanente belasting. gk ; 1 = 4.0 x 0.65 = 2.60 knim gk:2 = 4.0 x 0.50 = 2.00 knim Belastinggeval 2: Veranderlijke belasting. qk:1 = 4.0 x 1.75 = 7.00 knim Belastinggeval 2: Veranderlijke belasting (wind). b = 12m h = 6.30m ei10 = 12I10 = 1.20m qp = 0.60 knim 2 Cpi,10 mag worden aangehouden. Wind van links met onderdruk: qwk1d = 4.0 x 0.60 x (0.80x ) = 2.35 knim qwk2g = 4.0 x 0.60 x ( ) = 2.40 knim qwk2h = 4.0 x 0.60 x ( ) = 2.16 knim qwk3j = 4.0 x 0.60 x ( ) = 0.00 knim qwk3i = 4.0 x 0.60 x ( ) = 0.24 knim qwk4e = 4.0 x 0.60 x (-0.550x ) = knim Belastinggeval 3: Veranderlijke belasting (sneeuw). Cd = a2 = 42 U1(a1) = m(a2) = 0.80 x (60-42)I30 = 0.48 sneeuw A: qsk:1 = 4.0 x 0.70 x 0.48 = 1.34 knim qsk:2 = 4.0 x 0.70 x 0.48 = 1.34 knim sneeuw B: qsk:1 = 0.50 x 1.34 = 0.67 knim qsk:2 = 1.34 knim Voor de afmetingen van het spant, zie de computerberekening hieronder.

12 11 Rekenmodel.1e-orde-elastisch. Theorie voor de bepaling van de krachtsverdeling: Geometrisch lineair. Fysisch lineair. Gunstige werking van de permanente belasting wordt automatisch verwerkt Toegepaste normen volgens Eurocode met Nederlandse NB Belastingen NEN-EN 1990:2002 C2:2010 NB:2011(nl) NEN-EN :2002 C1:2009 NB:2011(nl) Staal NEN-EN :2006 C2:2009 NB:2011(nl) GEOMETRIE 3 6, 000 A A , HEA , O 03 O 03 H H 0,000 3, 800 3, 800 STRAMIENLIJNEN Nr. X Z-min Z-max NIVEAUS Nr. Z X-min X-max MATERIALEN Mt Omschrijving E-modulus[N7mm2] S.M. Pois. Uitz. coëff 1 S e-005

13 12 PROFIELEN [mm] Prof. Omschrijving Materiaal Oppervlak Traagheid Vormf. 1 HEA : S235 4 ^ HEA160 1:S e e PROFIELEN vervolg [mm] Prof. Staaftype Breedte Hoogte e Type b1 h1 b2 h2 1 0:Normaal :Normaal PROFIELVORMEN 1 HEA HEA160 [mm] T KNOPEN Knoop X Z Knoop X Z STAVEN St. ki kj Profiel Aansl.i Aansl.j Lengte Opm :HEA180 NDM NDM :HEA180 NDM NDM :HEA180 NDM NDM :HEA180 NDM NDM :HEA180 NDM NDM :HEA180 ND- ND :HEA180 NDM NDM VASTE STEUNPUNTEN Nr. knoop Kode XZR ^vast 0=vrij Hoek VEREN Veer Knoop Richting Hoek Veerwaarde Type Ondergrens Bovengrens 1 1 3:Rotatie e+002 Normaal e e :Rotatie e+002 Normaal e e+010 BELASTINGGEVALLEN B.G. Omschrijving Type 1 Permanente belasting EGZ^ Veranderlijke belasting 2 Ver. bel. pers. ed. (p rep) 3 Wind van links 7 Wind van links onderdruk A 4 Wind van rechts 11 Wind van rechts onderdruk A 5 Sneeuw A 11 Wind van rechts onderdruk A 6 Sneeuw B 7 Sneeuw C 8 Knik 11 Wind van rechts onderdruk A 11 Wind van rechts onderdruk A 0 Onbekend

14 13 BELASTINGEN B.G:1 Permanente belasting Eigen gewicht van alle staven is meegenomen in berekening. Richting:^ li v I' ll s STAAFBELASTINGEN B.G:1 Permanente belasting Staaf Type q1^m q2 A B \ĮÍ0 ^ 1 \ Z2 2 5:QZGlobaal :QZGlobaal :QZGlobaal :QZGlobaal :QZLokaal REACTIES Kn. X Z M Som van de reacties : Som van de belastingen B.G:1 Permanente belasting BELASTINGEN B.G:2 Veranderlijke belasting 7 X ĩ 7 ĩ 7 7 \ X ò

15 14 STAAFBELASTINGEN B.G:2 Veranderlijke belasting Staaf Type q17p7m q2 A B \ Z0 \ Z2 6 1:QZLokaal REACTIES B.G:2 Veranderlijke belasting Kn. X Z M Som van de reacties Som van de belastingen BELASTINGEN B.G:3 Wind van links STAAFBELASTINGEN B.G:3 Wind van links Staaf Type q17p7m q2 A B \ Z0 V1 \ Z2 1 1:QZLokaal :QZLokaal :QZLokaal :QZLokaal :QZLokaal :QZLokaal REACTIES B.G:3 Wind van links Kn. X Z M : Som van de reacties : Som van de belastingen

16 15 BELASTINGEN B.G:4 Wind van rechts STAAFBELASTINGEN B.G:4 Wind van rechts Staaf Type q1/p/m q2 A B \ Z0 V1 ^2 4 1:QZLokaal :QZLokaal :QZLokaal :QZLokaal :QZLokaal :QZLokaal REACTIES Kn. X Z M BELASTINGEN : Som van de reacties : Som van de belastingen B.G:4 Wind van rechts B.G:5 Sneeuw A Ý V ý ^

17 16 STAAFBELASTINGEN B.G:5 Sneeuw A Staaf Type q17p7m q2 A B \ Z0 \ Z2 2 3:QZgeProj :QZgeProj :QZgeProj :QZgeProj REACTIES Kn. X Z M BELASTINGEN : Som van de reacties Som van de belastingen B.G:5 Sneeuw A B.G:6 Sneeuw B \ 1.34 z \ r STAAFBELASTINGEN B.G:6 Sneeuw B Staaf Type q17p7m q2 A B \ Z0 \ Z2 2 3:QZgeProj :QZgeProj :QZgeProj :QZgeProj REACTIES Kn. X Z M : Som van de reacties : Som van de belastingen B.G:6 Sneeuw B

18 17 BELASTINGEN B.G:7 Sneeuw C T STAAFBELASTINGEN B.G:7 Sneeuw C Staaf Type q1/p/m q2 A B \ Z0 \ Z2 2 3:QZgeProj :QZgeProj :QZgeProj :QZgeProj REACTIES Kn. X Z M BELASTINGEN : Som van de reacties : Som van de belastingen B.G:7 Sneeuw C B.G:8 Knik 10 O s

19 18 KNOOP BE LAS TINGEN B.G:8 Knik Last Knoop Richting waarde \ Zo Ufz 1 3~X REACTIES Kn. X Z M : Som van de reacties : Som van de belastingen B.G:8 Knik BELASTINGCOMBINATIES BC Type BG Gen. Factor BG Gen. Factor BG Gen. Factor ~ľ Fund. T Perm ~ psi Fund. 1 Perm Extr psi Fund. 1 Perm Extr psi Fund. 1 Perm Extr psi Fund. 1 Perm Extr psi Fund. 1 Perm Extr psi Fund. 1 Perm psi Extr Fund. 1 Perm psi Extr Fund. 1 Perm psi Extr Fund. 1 Perm psi Extr Fund. 1 Perm psi Extr Fund. 1 Perm Extr Fund. 1 Perm Extr Fund. 1 Perm Extr Fund. 1 Perm Extr Fund. 1 Perm Extr Kar. 1 Perm psi Extr Kar. 1 Perm psi Extr Kar. 1 Perm psi Extr Kar. 1 Perm psi Extr Kar. 1 Perm psi Extr Kar. 1 Perm Extr Kar. 1 Perm Extr Kar. 1 Perm Extr Kar. 1 Perm Extr Kar. 1 Perm Extr Kar. 1 Perm Extr 1.00 GUNSTIGE WERKING PERMANENTE BELASTINGEN BC Staven met gunstige 1 Geen 2 Geen 3 Geen 4 Geen 5 Geen 6 Geen 7 Geen 8 Geen 9 Geen 10 Geen 11 Geen 12 Geen 13 Geen 14 Geen 15 Geen 16 Geen werking

20 19 OMHULLENDE VAN DE FUNDAMENTELE COMBINATIES MOMENTEN Fundamentele combinatie LO I LO ro I LO I LO CO I STAAFKRACHTEN Fundamentele combinatie NXi/NXj DZi/DZj MYi 7MY j Kn. Pos. Min BC Max BC Min BC Max BC Min BC Max BC

21 20 REACTIES Fundamentele combinatie Kn. X-min X-max Z-min Z-max M-min M-max OMHULLENDE VAN DE KARAKTERISTIEKE COMBINATIES VERPLAATSINGEN [mm] Karakteristieke combinatie \ \ \ \ \ 17.4 oì O', \ K \ 7 oļ O', STAALPROFIELEN - ALGEMENE GEGEVENS Stabiliteit: Classificatie gehele constructie: Belastinggeval m.b.t. bepaling kniklengte: Aanpassing inkl. parameter C : Tweede-orde-effect: Aan te houden verhouding n/(n-1) voor steunmomenten en verplaatsingen: Doorbuiging en verplaatsing: Aantal bouwlagen: Gebouwtype: Toel. horiz. verplaatsing gehele gebouw: Kleinste gevelhoogte [m]: Ongeschoord 8=Knlk Steunpunten Industrieel h/ MATERIAAL Mat Profielnaam Vloeisp. Productie Min. drsn. nr. [N/mm 2 ] methode klasse 1 HEA Gewalst 1 2 HEA Gewalst 1 Partiële veiligheidsfactoren: Gamma M;0 : 1.00 Gamma M;1 : 1.00 KNIKSTABILITEIT Extra Extra Staaf l s y s Classif. y l k n i k ; y aanp. y C lassif. z l k n i k ; z aanp. z [m] sterke as [m] [kn] zwakke as [m] [kn] Ongeschoord Geschoord Ongeschoord Geschoord Ongeschoord Geschoord Ongeschoord Geschoord Geschoord Geschoord KIPSTABILITEIT Staaf Plts. l gaffel Kipsteunafstanden aangr. [m] [m] 1 1.0*h boven: ,7 onder: , *h boven: *1,258 onder: *1,258

22 21 KIPSTABILITEIT Staaf Plts. aangr *h 1.0*h 1.0*h boven: onder: boven: onder: boven: onder: l gaffel [m] Kipsteunafstanden [m] *1, *1, , , TOETSING SPANNINGEN Staaf Mat BC Sit Kl Plaats Norm Artikel Formule Hoogste toetsing Opm. nr. U.C. [N7mm 2 ] Staaf EN (6.61) Staaf EN (6.61) ,46, Staaf EN (6.61) ,46, Staaf EN (6.61) Staaf EN (6.54) Opmerkingen: [ 42] Waarschuwing: Er sluiten tussentijds staven en/of opleggingen aan. [ 46] T.b.v. kip is een equivalente Q-last berekend. [ 47] Bij verlopende normaalkracht wordt de grootste drukkracht genomen. TOETSING DOORBUIGING Staaf Soort Mtg Lengte Overst Zeeg ut o t BC S it u Toelaatbaar [m] I J [mm] [mm] [mm] [mm] * l 2-5 Dak db 5.03 N N Eind Dak db 5.03 N N Eind Vloer db 5.53 N N Eind ± TOETSING HORIZONTALE VERPLAATSING Staaf BC Sit Lengte ue i n d Toelaatbaar [m] [mm] [mm] [h7] TOETSING HOR. VERPLAATSING GLOBAAL Er is een maximale horizontale verplaatsing van [m] gevonden b i j knoop 7 en combinatie 17; belastingsituatie 1 (combinatietype 2). Bij een hoogte van [m] levert dit h (toel.: h 7 150). VERVORMINGEN Wmax Karakteristieke combinatie ;

23 22 DOORBUIGINGEN Karakteristieke combinatie Nr. staven Zijde positie l r e p w1 w2 wbi j -- wt o t wc wm a x [m] [mm] [mm] [mm] [mm][lrep/] [mm] [mm] [mm][lrep/] Neg Pos Neg Pos Neg Pos. / HORIZONTALE VERPLAATSING Karakteristieke combinatie Nr. staven Zijde h w1 w2 w3 -- wt o t -- [mm] [mm] [mm] [mm] [mm] [h/] 1 1 Neg Pos Neg Pos TOTALE HORIZONTALE VERPLAATSING Karakteristieke combinatie knoop Zijde h w1 w2 w3 wt o t -- [mm] [mm] [mm] [mm] [mm] [h/] 6 Neg Pos

24 Poeren onder stalen kolommen tpv spanten Permanent + wind Wind maatgevend. In verband met pannendak geen opwaardse belasting. Wind maatgevend door de horizontale belasting die dan optreedt. Permanente belastingen: Dak: wand: vloer: fundering 2.60 KN/m 1 4,00 KN/m 1 2,00 KN/m 1 3,00 KN/m 1 11,60 KN/m 1 veranderlijke belastingen vloer: Wind: 7,00 KN ( 1/0 = 0,4) 2,4 KN (1/0 = 0,0) Rekenwaarde UGT: Belasting combinaties NEN-EN a : Ed = Kn ( S1,35 x G + 1,5 x Q x ^0) (Kn = 0.9) Ed = 0,9 ( 1,35 x 11,6 + 1,5 x 7,00 x 0,4 ) = 17,87 Kn/m b Ed = Kn (S g x1,35 x G + 1,5 x Qi = 1 + S 1,5 xqi>l ( 1/0 = 0,4, g = 0,89) Ed = 0,9 ( 1,35 x 11,6 + 1,5 x ) = Kn/m 1 (maatgevend) Poer : 0.8 x 1,5 mtr dg = 22 Kn : (0.8x1,5 m) = 18,3 Kn/m 2 (0,0183 N/mm 2 ) Sterkte funderingstrook in dwarsrichting: betonkwaliteit: C20/25 fb 16 fbm = 2.30 fffq qr;v;d drívíd h = d = l = y = x b = 22Kn/m = 0,0183 N/mm mm 206 mm 600 mm 300 mm 100 mm 1000 mm Mu 0,5 x dgr x x Nm (0,206 KNm) W 1/6 x 1000 x h 2 3, mm 3 d Mu : W " 0,055 N/m 2 Mu / (b x d 2 ) 4,9 KNm Wo Womin 1,5 x Wo 0,003 As Wo min x b x d / 100 6,2 mm Sterkte funderingstrook in langsrichting: b 600 mm d 206 mm Mu / b x d 2 22 / 0,6 x 0, Knm. W0 0,13 As 0,13 x 0,6 x 0,206x mm 2 Toepassen: rond (As 335 mm 2 ) ( o/b). t.p.v. poeren + 2 rond 12 (o) 1500mm.

25 44 ALGEMENE RICHTLIJNEN UITVOERING GRONDVERBETERING. (vlgs NEN6740) ZandaanvuHing. Nadat tot de geadviseerde diepte is ontgraven, moet tot de onderkant van de fundering, en in het geval dat de vloeren op staal worden gefundeerd tot onderkant vloer, een goed verdicht zandpakket worden aangebracht. De grondverbetering moet tenminste worden aangebracht binnen een gebied waarin de belasting onder 45 spreidt. c Voor de uitvoering dienen de volgende richtlijnen te worden gevolgd: Q het ontgravingsvlak moet worden verdicht wanneer dat tijdens de graafwerkzaamheden verstoord is. Dit is alleen mogelijk wanneer zich onder het ontgravingsniveau niet cohesieve grond bevindt. O het aanvulmateriaal moet laagsgewijs mechanisch worden verdicht door middel van trilapparatuur. Het is niet toegestaan een grondverbetering uit te voeren, waarbij aanplempen o f inwateren van zand wordt toegepast. Q de laagdikte dient tijdens het verdichten bij voorkeur beperkt te blijven tot 0.3m. Bij grondverbetering van kleine afmetingen moet afhankelijk van de toegepaste verdichtingsapparatuur de laagdikte worden beperkt. Naastliggende gebouwen: Nagegaan moet worden of de noodzakelijke ontgravingen zonder risico voor de belendingen kunnen worden uitgevoerd. Kwaliteitseisen: Als aanvulmateriaal moet goed te verdichten zand worden gebruikt. Dit moet aan de volgende eigenschappen voldoen: Q de korrelfractie kleiner dan 0.063mm dient bij voorkeur lager te zijn dan 5 gewichtsprocenten, maar mag niet hoger zijn dan 10 gewichtsprocenten. Q de gelijkmatigheidscoëfficiënt DÓO/DIO moet tenminste 2 zijn. DÓO = korreldiameter met een zeefdoorval van 60 gewichtsprocenten. Dio = korreldiameter met een zeefdoorval van 10 gewichtsprocenten. Q het humusgehalte mag ten hoogste 2 gewichtsprocenten bedragen, ü de korrelvorm dient bij voorkeur enigszins rechthoekig te zijn. a over het algemeen wordt een goede verdichting verkregen bij een vochtpercentage van ongeveer 6 à \2Vo. het optimale vochtpercentage is door middel van proctorproeven nauwkeurig te bepalen. Q in plaats van zand kan desgewenst ook goed te verdichten stolgrind worden toegepast. Hierbij geldt echter een gelijkmatigheidscoëfficiënt DĆO/DIO van tenminste 2. Indien zand wordt toegepast dat niet geheel aan bovengenoemde eisen voldoet dan kan, ten koste van meer verdichtingsenergie en/of mogelijke vertraging bij ongunstige weersomstandigheden, toch nog het gewenste resultaat worden bereikt. Verdichting: Het verdichten van de zandaanvulling moet laagsgewijs, zoveel mogelijk in kruislings gerichte gangen, worden uitgevoerd. In onderstaande tabel zijn ter indicatie gegevens verstrekt voor de aan te wenden verdichtingsappa ratuur. Eén en ander af te stemmen op de kwaliteit van het zand en het te verdichten oppervlak. Gew. Trilplaat [kn] 1,5 à 2,0 2,0 à 3,5 3,5 à 5,0 Centrifuge kracht [kn] Capaciteit [nrê/uur] Laagdikte [m] Controle verdichting : Controle op de grondverbetering kan worden verricht middels sonderingen. Als maatstaf kan uitgegaan worden van een sonderingsweerstand van globaal 5 Mpa (laagbouw) tot 10 Mpa (hoogbouw) op een diepte van 0.5m. Eén en ander afhankelijk van de funderingsdrukken en vervormingsgevoeligheid van het bouwwerk. Tussen de bovenkant grondverbetering en 0.50m hieronder moet de conusweerstand gelijkmatig toenemen. Grondwater/bemaling: Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden voor de grondverbetering moet het grondwaterniveau zonodig worden verlaagd, zodanig dat de bodem van de put droog is en de grondwaterstand zich buiten de invloedssfeer

26 45 van de verdichtingsapparatuur bevindt. Wanneer de grondwaterstand te hoog is, kan afhankelijk van de waterdoorlatendheid van het toegepaste zand, de ondergrond en de gebruikte verdichtingsapparatuur, een "drįjfzanď'situatie ontstaan. Eén en ander heeft tot gevolg dat verdichting onmogelijk wordt. Over het algemeen zal een verlaging van het grondwaterniveau met hulp van een bemaling tot 0.5m onder de putbodem het gewenste resultaat opleveren In voorkomende gevallen is het mogelijk een kwalitatief goede grondverbetering te realiseren door de juiste afstemming van ontgravingsdiepte, laagdikte, grondwaterniveau en verdichtingsapparatuur. De grondwaterspiegel mag niet meer worden verlaagd dan voor een goede uitvoering van de grondverbetering noodzakelijk is. Ook de bemalingsduur moet zoveel mogelijk worden beperkt.