SBIR Satellietdatagebruik droogte-inspectie en -monitoring van kades

Transcriptie

1 Netherlands Space Office Centre Court gebouw Prinses Beatrixlaan AL Den Haag info@spaceoffice.nl Nota van Inlichtingen SBIR Satellietdatagebruik droogte-inspectie en -monitoring van kades 1 Samenvatting Van 13.30uur tot 16:30 vond de informatiebijeenkomst plaats omtrent de SBIR Oproep Satellietdatagebruik bij droogte-inspectie en - monitoring van kades voor het Hoogheemraadschap van Rijnland bij het Hoogheemraadschap van Rijnland. Tijdens de bijeenkomst is er uitleg gegeven over het Hoogheemraadschap van Rijnland, heeft de NSO uitleg gegeven over de NSO en de relatie met SBIR, heeft de RVO uitleg gegeven over het SBIR proces en heeft het Hoogheemraadschap van Rijnland uitleg gegeven over de probleem- en doelstelling maar is ook de benodigde achtergrond informatie verstrekt met betrekking tot deze SBIR. Na de diverse uiteenzettingen heeft een vraag- en antwoord sessie plaatsgevonden (marktpartijen versus opdracht verstrekkende partijen) informatie zal worden verstrekt via deze nota van inlichtingen. 2 Achtergrond NSO en programma innovatiegericht inkopen ruimtevaart (SBIR ruimtevaart) Het NSO verzorgt het ruimtevaart beleid in Nederland, vertegenwoordiging bij ESA en betrokken bij instrumentenontwikkeling. Dit wordt ook wel de upstream wereld genoemd. Daarnaast is NSO ook actief in de downstream wereld, het gebruik van satelliet data: aardobservatie. De visie en ambitie voor 2025 is om het gebruik van satellietdata aan te laten sluiten bij de behoeftes in de samenleving en vraagsturing vanuit maatschappij en markt. De doelstellingen van de NSO: Versterken dienstverlening NL overheid, versterken (internationale) marktpositie NL bedrijven en optimaal benutten ruimtevaartinfrastructuur. De SBIR en satellietportaal werkt aan de hand van Roadmaps: Maatschappelijke thema s waar satelliet data van toegevoegde waarde kan zijn. Roadmaps/thema s zijn te vinden via de NSO en RVO. De Roadmaps werken aan de hand van interactie, inspiratie en innovatie. Randvoorwaarde SBIR ruimtevaart: inzet van satelliet data en eventueel data portaal. Waarom innovatiegericht inkopen ruimtevaart? Downstream- en upstream roadmaps Versterking van ons verdienvermogen en concurrentiekracht Ruimtevaartsector Versnelling marktontwikkeling

2 MKB stimuleren via precommerciële activiteiten Opbouw en onderhoud ruimtevaart-infrastructuur Bijdragen aan oplossingen van maatschappelijke vraagstukken Gebruik van satellietdata bij overheid/samenleving te versnellen Kansrijke vernieuwingen SBIR, Small Business Innovation Research, waar zijn we naar op zoek? Nieuwe producten / diensten met satellietdata die bijdragen aan de efficiëntie en effectiviteit van droogte-inspectie en monitoring van kades. Voorwaarden: Gebruik van satellietdata (uit het satellietdataportaal). SBIR inkoop: De kracht van het bedrijfsleven inzetten om over ruim 1 jaar nieuwe producten of diensten op de markt te zetten. Algemene vragen SBIR Ruimtevaart 1. Waar vind ik de meest recente informatie over de SBIR? 2. Waar vind ik meer informatie over het Satellietdataportaal? Belangrijk om te weten dat sinds deze zomer enkele formulieren en handleidingen zijn gewijzigd. De meest up-to-date informatie vindt men op Op Vragen over het Satellietdataportaal stellen aan NSO collega s Jasper van Loon (j.vanloon@spaceoffice.nl) en Mark Loos (m.loos@spaceoffice.nl) die het dataportaal beheren. 3. Hoe verkrijgt men Sentinel-data? Ook deze informatie is via te verkrijgen. 4. Mag ik in samenwerking met een andere partij een offerte/voorstel indienen? Ja, dat mag. We verwachten dat één partij in de lead is en een voorstel indient. Deze partij kan met andere partijen samenwerken als onderaannemer. En dat is vaak ook verstandig omdat u zo kunt zorgen dat de juiste expertise aan boord is. Samenwerking tussen voorstellen kan niet; verschillende voorstellen mogen niet afhankelijk van elkaar zijn. Ieder voorstel moet op zichzelf staan. Voor de SBIR is er dus één hoofdaanvrager (aanspreekpunt). 5. Op welke manier kan RVO of NSO helpen bij het strategisch samenwerken? Dit is geheel aan de aanbiedende partijen zelf. Let hierbij op dat het om relatief kleine bedragen gaat, een hele alliantie vormen is wellicht niet haalbaar. Suggestie: werk samen met één partij die van meerwaarde is; niet samenwerken om het samenwerken, maar samenwerken om het doel te halen. 6. Mag ik meerdere voorstellen indienen? Ja, u mag meerdere voorstellen indienen. Het aantal moet wel in verhouding staan tot de capaciteit van aanbiedende partij en de voorstellen moeten onderscheidend van elkaar zijn. Samenwerking tussen voorstellen kan niet; verschillende voorstellen mogen niet afhankelijk zijn van elkaar en moeten op zichzelf staan als afgerond geheel. 7. Mag ik in het voortraject (vóór fase 1) contact opnemen met de vragende partij? Het is niet toegestaan om inhoudelijke vragen te stellen aan de leden van de Beoordelingscommissie tijdens het voortraject. Hier dient de informatiebijeenkomst voor en deze Nota van Inlichtingen. Tijdens Fase 1 en Fase 2 kan er wel (beperkt) interactie plaatsvinden. Het is aan de vragende partij om eventueel extra informatiebijeenkomsten te organiseren. 8. Moet men bij het sluiten van de tender Nee dan dienen alleen documenten voor fase 1 te worden aangeleverd. Fase 2

3 zowel de documenten voor Fase 1 als voor Fase 2 aanleveren? 9. Hoort het formulier Aanbieding SBIR ook bij de gevraagde documenten voor fase 1? 10. Wanneer ontvang je een offerteverzoek voor fase 2? M.a.w. wat is succesvol afronden van een haalbaarheidsstudie? 11. Hoe wordt de technische haalbaarheid beoordeeld? Gaat het om algemene technische haalbaarheid of juist dat je het zelf als bedrijf kan? 12. Is het combineren van voorstellen uit fase 1 tot één voorstel in fase 2 mogelijk? 13. Kunnen we een commercieel uurtarief vragen? Wordt een eigen bijdrage verwacht? documenten worden pas gevraagd nadat u hiervoor van NSO een offerteverzoek ontvangt. Ja, het formulier Aanbieding SBIR is ook onderdeel van uw offerte voor SBIR fase 1. NSO stuurt een offerteverzoek naar alle deelnemers in Fase 1. De offerte van Fase 2 heeft dezelfde deadline als het eindrapport van Fase 1. De Beoordelingscommissie heeft in haar vergadering dus de beschikking over de informatie uit Fase 1 en de plannen voor Fase 2. In deze SBIR kiezen we ervoor om de deadline van het eindrapport te laten samenvallen met de deadline voor het indienen van de offerte voor fase 2. Hiermee wijken we iets af van de procedure beschreven in de SBIR handleiding. Het eindrapport wordt in deze SBIR dus niet beoordeeld om te bepalen of een offerteverzoek verstuurd zal worden. De technische haalbaarheid wordt beoordeeld als de mate waarin het overtuigend is gemaakt dat de geboden oplossing technisch haalbaar is. Benoem bij de analyse van de technische haalbaarheid ook de eventuele knelpunten, wees hier eerlijk over. En geef aan hoe deze op te lossen zijn en of dat in de volgende fase qua tijd en middelen zal lukken. Dit is niet onmogelijk, maar gezien concurrentie tussen voorstellen zijn RVO en NSO terughoudend. We schrijven geen uurtarief voor, we werken bij SBIR immers op basis van offertes. Aangezien de intellectuele eigendomsrechten bij de indiener blijven, verwachten we dat de indiener dit ook als investering ziet in eigen kennis en voor acquisitie van een nieuwe (overheids)klant. Let op: bij de beoordeling zal ook gekeken worden naar de prijs-kwaliteit-verhouding. 14. Moet er BTW worden afgedragen? Ja, het is een inkoopopdracht, dus het maximum bedrag is inclusief BTW. 15. Dienen de kosten te worden Ja, de kostenopbouw moet duidelijk uit de offerte blijken. gespecificeerd? 16. Kan ik zelf met een voorstel komen voor Ja, graag zelfs. Neem hiervoor contact op met het NSO. Zij zullen de ideeën naast een nieuwe SBIR? elkaar leggen. Het idee, indien ook ondersteund door de overheidsorganisatie, zal vervolgens wel via een open call worden gepubliceerd. 17. Wordt er inhoudelijk feedback gegeven op Afwijzingen en winnaars krijgen altijd feedback op de beschreven punten inclusief de inschrijvingen? argumentatie. Na afloop kan er altijd om extra feedback gevraagd worden. 18. Wat zijn de verschillen met de eerdere SBIR Satellietgebruik bij inspecties en zijn uit deze oproep lessen geleerd? In fase 1 worden maximaal 4 haalbaarheidsstudies aanbesteed en is het beschikbare bedrag per haalbaarheidsstudie opgehoogd van naar (incl. BTW). Vraagsturing is belangrijk, namelijk de vragende partij zoekt vanuit zijn maatschappelijk probleem naar een passende oplossing. De SBIR oproep moet leiden tot een operationele oplossing, denk daarom goed na over hoe satellietdata en de service gaat passen in de werkwijze van de vraagorganisatie,

4 een duurzaam verdienmodel/business case en eventuele consortiumvorming (bijv. kennisinstelling + marktpartij) i.v.m. markttoetreding. 19. Wat wordt er in fase 1 verwacht t.a.v. Hier zijn geen strakke richtlijnen voor, maar fase 1 hoeft geen papieren exercitie te technische volwassenheid/rijpheid van het zijn. Het is goed om al aan de slag te gaan met de oplossing. Laat (kleinschalige) product? voorbeelden zien van de mogelijkheden. Er wordt verwacht dat de door u geboden oplossing werkt met satellietdata uit het Satellietdataportaal plus eventuele andere bronnen. 20. Wat gebeurt er na fase 2? Rijnland heeft de intentie product / dienst aan te kopen als die bijdraagt aan een verbeterde droogte-inspectie en -monitoring van kades en past binnen de werkwijze. Ondanks dat NSO dit sterk stimuleert, is Rijnland hier niet toe verplicht. 21. Wordt het budget voor deze oproep volledig vanuit EZ gefinancierd, of betaalt Rijnland ook mee (wat duidt op meer commitment bij de klant). 22. Wat houdt het SBIR-overeenkomst formulier in en waar kan ik dat vinden? *(Genoemd in SBIR handleiding RVO) Rijnland heeft de inzetverplichting om ook een deel van het budget mee te betalen. Ook zal er tijdens de SBIR fases capaciteitsinzet vanuit Rijnland zijn. Verder heeft Rijnland de intentie om bij een goed product deze operationeel af te nemen. Dit zal dan geschieden in Fase 3, waarbij de klant buiten de SBIR en NSO zorgt voor een verdere inbedding van het product in haar operationele diensten. De SBIR-overeenkomst en bijbehorend formulier komt vanuit de RVO procedure en wordt opgesteld bij toekenning van de opdracht voor fase 1 en/of 2. NSO hanteert een eigen opdrachtverstrekking en bijbehorende brief die u zult ontvangen indien de beoordelingscommissie u een vervolg fase toekent. U hoeft hier bij indiening niets mee te doen. 3 Droogte inspecties en keringen Afhankelijk van de droogte en samenstelling van de keringen, wordt een bepaalde hoeveelheid aan kilometers visueel geïnspecteerd, gelopen door inspecteurs. Er is data beschikbaar van droogte inspecties 2011, 2013, In de presentatie wordt een samenvatting gegeven van de classificaties (parameters) en observaties, het betreft meestal (droogte) scheuren van gemiddeld 50cm diep. Ook volgen er een aantal foto s van schade waarnemingen. Rijnland probeert waarnemingen door middel van een eenduidige classificatie te identificeren. Op dit moment is het lastig en word de classificatie als gegeven in de Digigids maar matig toegepast, Rijnland verwacht binnen enkele jaren tot een duidelijke en uniforme classificatie te komen. Productlevering aan Rijnland. Satellietinformatie kan worden aangeleverd aan Rijnland als informatie/kaartmateriaal die door Rijnland verder moet worden geïnterpreteerd tot een oordeel droogtegevoeligheid en risico (samen met andere info) maar ook als informatie/kaartmateriaal die al een zekere mate van interpretatie tot oordeel droogtegevoeligheid en risico heeft ondergaan. In dit project/proces spelen de droogte indicaties ook een rol. Enerzijds is er de huidige data en methodiek (huidig inspectiecriterium van 150 mm neerslagtekort zeer droogte gevoelige dijken en 175 mm bij de droogte gevoelige dijken, waarbij afhankelijk van dijk verbeteringen en historie het aantal droogte gevoelige en zeer droogte gevoelige dijken wisselt) anderzijds hebben de inschrijvers de mogelijkheid om nieuwe inspectiecriteria voor te stellen met onder andere: welke kades wel of niet te inspecteren (alle secundaire kades). In de praktijk zal na verloop van tijd een kleinere selectie droogtegevoelige of risicovolle kades overblijven waar inspectie op plaats zal moeten vinden. Meer informatie over de indicatoren is te vinden in de SBIR oproep:

5 De relatie met de SBIR opdracht en de werkzaamheden door Nectaerra (adviesbureau ingehuurd door Rijnland): De marktpartijen zullen zich richten op de toepassing van satellietinformatie bij droogte-inspectie en monitoring; Nectaerra zal zich richten op verdere toetsing en optimalisatie van het inspectieproces en hiervoor de identificatie, verdere analyse en classificatie van beschikbare informatie en bodemgegevens binnen Rijnland; Verzameling en management relevante data, informatie en literatuur binnen Rijnland; Verdere analyse van droogteinspectie en beheerdersoordelen; Analyse, classificatie en ontsluiting van bodemgegevens; Inventarisatie en advies over het droogte-inspectieproces bij Rijnland. Data die eventueel op aanvraag beschikbaar kan worden gesteld door Rijnland voor de SBIR: Oppervlakte water en grondwater (vnl. peilbuizen); Hydronet neerslagtekort, verdamping; Literatuur; Gegevens en analyses beheerdersoordelen en droogte-inspectie jaren 2011, 2013 en 2015, inspectiekaart 2016; Gegevens en analyses bodemopbouw. Tijdspad Informatiebijeenkomst 10 juni 2016 Sluiting tender, indienen fase 1 offertes 27 juni 2016 (vóór 17:00 uur) Bekendmaking uitslag 4 juli 2016 Opdrachtverstrekking fase 1 8 juli 2016 Inleveren rapport fase 1 en fase 2 offertes omstreeks 7 oktober 2016 Bekendmaking uitslag fase 2 omstreeks 21 oktober 2016 Opdrachtverstrekking fase 2 omstreeks 28 oktober 2016 Deadline eindrapport fase 2 omstreeks mei 2017 Specifieke vragen SBIR droogte-inspectie en -monitoring van kades Gestelde vragen en/of opmerkingen aan de hand van de presentaties en verstrekte informatie ten behoeve van de nota van inlichtingen: Er zijn veel producten ontwikkeld. Wat wij zien is dat waterschappen terughoudend zijn in het accepteren van innovaties. Wat zijn de verhoudingen en relaties met Waterschappen en SBIR? o Antwoord NSO: Innoveren is erg lastig. De SBIR helpt hierbij in een product voor een gebruiker aan de hand van een probleemstelling: het ontwikkelen en bewijzen van mogelijke producten. Dit geschied in fases, in fase 1 kan blijken dat fase 2 niet door gaat. De NSO toetst dit en of de commitment bij de organisatie voldoende is en dat het een business case waardig is. Behalve probleemstellingen wordt er voor een SBIR ook naar efficiënte gekeken; trajecten duren soms erg lang, een SBIR is er op gericht om binnen een jaar een product tot stand te laten komen.

6 o Antwoord Hoogheemraadschap van Rijnland: Er is contact geweest met diverse waterschappen. Wegens de hoge prioriteit en daarmee verbonden hoge snelheid van het tot stand komen en de langdurige trajecten en overleggen met andere waterschappen is er voor deze SBIR (dit project) besloten om het nu als Rijnland alleen te doen. Voor andere waterschappen is het mogelijk om later aan te schuiven. Een en ander hangt ook samen met de financiering van het proces. Er is een duidelijk probleem vanuit Rijnland. Eventueel staat Rijnland er voor open om mogelijke producten al te testen tijdens aanstaande (mogelijke) droogte. Vraag omtrent satelliet data, betreft het ingewonnen data door Rijnland en/of door wie wordt satelliet data verstrekt? o Antwoord NSO: Rijnland stelt geen satelliet data ter beschikking. Het is aan de marktpartijen om te bekijken of open beschikbare data voldoende is of dat er data ingekocht dient te worden. Ga creatief met de situatie om en probeer data te gebruiken die open beschikbaar is. Het is aan de marktpartijen om data om te zetten naar relevante informatie voor het Hoogheemraadschap van Rijnland. Betreft het data dat in de tijd samenvalt met droogte? o Antwoord Nectaerra/Hoogheemraadschap van Rijnland: Visuele inspecties zijn gelopen in droge periodes. Het is de uitdaging om het probleem te tackelen met allerhande satelliet informatie. o Antwoord NSO: Verschillende satellieten hebben verschillende ruimtelijke en temporele resoluties. De data uit het satellietdataportaal zal maandelijks hoge resolutie (1,5m) beelden opleveren voor Nederland. Dus ook in de periode van droogte. Daarnaast kan dit gecombineerd worden met (weliswaar lagere ruimtelijke resolutie) Sentinel of andere beelden om de temporele resolutie te verhogen. Het is een enorme spannende uitdaging, omdat er heel veel verschillende variabelen zijn. Satelliet data en reguliere data, het kanaliseren van data naar informatie. Sceptisch en een uitdaging, geen vraag. o Reactie NSO: Het is aan de marktpartijen om mee te doen of niet. De SBIR is een uitdaging voor alle betrokken partijen omdat je niet van te voren weet wat de uitkomst zal zijn. Het is dan ook geen standaard aanbesteding, maar meer een idee van een prijsvraag. Er is dus 900km aan veenkeringen. Wat is de methode geweest om de betreffende 400km te identificeren? o Antwoord Hoogheemraadschap van Rijnland: Alleen veenkeringen zijn droogte gevoelig. De keringen zijn ook geselecteerd naar de locatie waar de economische risico s het grootste zijn. Eventueel falen van de kering is niet alleen afhankelijk van het veen maar ook de overige geomorfologische samenstelling en locatie van de kering. De classificatie is gemaakt door experts, maar helaas zonder eenduidige leidraad, meer gebaseerd op expertise. Waar wordt er verwacht dat een dijk zal falen tijdens droogte. Voor de toetsing van keringen (alle 1200km, keringen inclusief normering), zijn grondmetingen uitgevoerd, ook aan de hand hiervan en een beheerdersonderdeel is de classificatie tot stand gekomen. De kaart en overzicht van gevoelige kades kan eventueel ter beschikking worden gesteld. Wanneer wordt bij welke kade een inspectie uitgevoerd? Welke eisen zijn er voor inspectie. Bij welk signaal wordt een inspectie uitgevoerd? o Antwoord Hoogheemraadschap van Rijnland: Er is zojuist het een en ander toegelicht in de presentatie van Rijnland. Er is uitgegaan van de STOWA classificatie welke is vastgesteld in het calamiteitenplan van Rijnland. Zeer droogte gevoelige kades worden geïnspecteerd bij een neerslagtekort van 150 mm, droogte gevoelige kades worden geïnspecteerd bij een neerslag te kort van 175 mm en bij een neerslagtekort van 200 mm worden alle secundering genormeerde keringen geïnspecteerd. We praten over vrij specifieke data. Het is boeiend om voort te bouwen op dingen die al gebeurd zijn bij SBIR. Is hier een duidelijk overzicht van beschikbaar? o Antwoord NSO: Er lopen vele uiteenlopende probleemstellingen en resultaten via/van de SBIR projecten. Door deze uiteenlopende probleemstellingen en relevante parameters/indicatoren is het vrij ingewikkeld om een eenduidig antwoord te geven of een overzicht te geven over de gebruikte data en/of resultaten uit voorgaande of parallele SBIR s.

7 Hoe ziet de samenwerking tussen het Hoogheemraadschap van Rijnland en de diverse inschrijvende marktpartijen er uit? o Antwoord NSO: Voorbeeld: Er komen 10 voorstellen binnen, waarvan er maximaal 4 doorgaan (fase 1). Bij aanvang worden vooraf met de partijen hier afspraken over gemaakt. Er wordt in ieder geval 1 contactpersoon afgesproken voor deze SBIR (NSO). Inhoudelijk vragen worden beantwoord door Rijnland. Bij Fase 2 wordt er wat directer samengewerkt met de opdrachtgever, Rijnland. Er volgt wederom een startbijeenkomst waar een en ander wordt afgesproken. Er vind wel degelijk een nauwe samenwerking tussen de opdrachtgever en opdrachtnemer plaats in fase 2 én 3. Zijn er op dit moment al analyses en wetenschappelijke onderzoeken voorhanden voor het toetsen van inspecties? o Antwoord Hoogheemraadschap van Rijnland: Er zijn diverse onderzoeken geweest in dijken en betreffende inspecties, met name uitgevoerd door, voor en/of in opdracht van het STOWA. Waar mogelijk zijn er zaken gestandaardiseerd. Maar nee, er is geen eenduidige inspectieleidraad of onderzoek betreffende droogte indicatie factoren en inspecties voorhanden. Er is data beschikbaar van bodemvocht, overzicht van SatWater. Op de website staat informatie maar is er een overzicht van beschikbaar? o Antwoord Nectaerra en Hoogheemraadschap van Rijnland: SatWater is ingestoken vanuit Waterbeheer en waterschappen. Als er producten zijn, is het aan de marktpartijen om data te vergaren voor het gebruik en om aan te duiden of het wel of niet geschikt is voor deze opdracht. Er wordt door diverse waterschappen wel data vergaard en naar mogelijkheden gezocht. Binnen deze SBIR zal er (in ieder geval vanuit Rijnland) worden getracht om waar nodig en waar mogelijk ook data van andere waterschappen te gebruiken. Mochten er gegevens gevraagd worden door de marktpartijen zal Rijnland proberen om de data te verstrekken. o Antwoord NSO: Er is bewust gekozen om de vraag zo open mogelijk te houden. Dit om niet direct één richting uit te gaan en mogelijke oplossingen uit te sluiten. o Antwoord Hoogheemraadschap van Rijnland: Om in te haken op het antwoord van NSO. Binnen het gebied van Rijnland is het bijvoorbeeld erg moeilijk om drones in te zetten voor inspecties. Het gebied is in het algemeen dicht bevolkt (privacy) en daarnaast beslaat de no fly zone van Schiphol ook een groot gebied binnen het Hoogheemraadschap. Wanneer komt de nota van inlichtingen uit en tot wanneer kun je vragen stellen? o Antwoord: De nota van inlichtingen zal uiterlijk vrijdag 17 juni verstrekt worden per . Uiteraard kunnen er vragen gesteld worden en/of om data gevraagd worden via de contactpersoon (NSO), maar het is niet de bedoeling dat iedereen elke dag vragen zal stellen. Nu is het moment voor de marktpartijen om vragen te stellen. Hoeveel kennis hebben de personen/afdeling die met de aangeboden service omgaan? o Antwoord Hoogheemraadschap van Rijnland: Diverse mensen en afdelingen binnen het Hoogheemraadschap bezitten heel veel kennis en hebben een uitgebreid GIS systeem tot hun beschikking. Veel kennis is erg versnipperd. Geotechnische kennis is in huis en Nectaerra draagt zorg voor het uitzoeken en overzichtelijk maken van deze kennis. Op aanvraag en indien nodig zullen gegevens verstrekt worden. o Antwoord Nectaerra en Hoogheemraadschap van Rijnland: Afhankelijk van het product, dus van de voorstellen en producten die aangeboden zullen worden door de marktpartijen, zal er binnen Rijnland gekeken worden hoe het voorgestelde product is in te passen en hoe toepasbaar te maken binnen de verschillende uitvoerende afdelingen. Wat is het daadwerkelijke probleem en waarom de keuze voor satelliet data? Is dat bijvoorbeeld het feit dat de mensen die de inspecties over de dijken lopen veel geld kosten? Of is het doel hiervan het optimaliseren van het proces en het opvangen van fouten? Wordt er bijvoorbeeld vaak naar een locatie gelopen waar al een waarneming gedaan is? o Antwoord Hoogheemraadschap van Rijnland: Het probleem, of eigenlijk de efficiëntie van de methode is op dit moment niet hoog. Dus is het optimaliseren van het inspectie proces erg belangrijk. Maar ook vinden wij het belangrijk om duidelijkheid te krijgen in wat de

8 indicaties van/door veenkeringen zijn voor droogte en eventueel falen. Er is op dit moment te weinig kennis met betrekking tot veendijken. In 2015 was het redelijk droog en er zijn veel inspecties geweest en in 2015 was er gelukkig maar één locatie waar daadwerkelijk een probleem was. Was het mogelijk geweest om dit vooraf te ondervangen aan de hand van satelliet data? Er wordt, afhankelijk van de droogte, km aan dijken geïnspecteerd? Kan dit minder en wordt er te veel gelopen? Of dienen er nóg meer en vaker inspecties gelopen te worden? Wat gebeurd er nadat een schade en/of droogte indicaties is gedetecteerd? o Antwoord Hoogheemraadschap van Rijnland: Als er schade gedetecteerd is wordt er door specialisten een besluit genomen, bijvoorbeeld het is niet erg, of kan erger worden waarna er een periode volgt waarin de locatie intensief gemonitord wordt. Of is de schade dusdanig van ernstige aard dat het direct wordt opgelost, middels een dijkversterking of andere oplossing. Op dit moment, deze SBIR, is het van belang dat het inspectie proces geoptimaliseerd wordt en dat de risico s betreffende indicaties en gevolgen verkleind worden. Maar uiteindelijk is het natuurlijk het doel om naar preventie te gaan, minder droogte gevoelige dijken. Wat is het toekomstperspectief? Wordt er in het budget bijvoorbeeld rekening gehouden met extra droogtes? Wat probeert Rijnland te bereiken met mogelijke IT oplossingen? Hoeveel wil Rijnland besparen? o Antwoord Hoogheemraadschap van Rijnland: Binnen het Hoogheemraadschap is budget voor calamiteiten waar nu gebruik van gemaakt wordt voor inspecties. Is droogte een calamiteit? Of is het een (vaker) terugkerend probleem en onderdeel van het beheer? Doordat droogte inspectie nu niet is begroot op de (meer jaren) begroting en er op dit moment niet heel veel duidelijkheden zijn, wordt het nog steeds gezien als calamiteit. Het doel voor nu is het beter in kunnen schatten van de mogelijke risico s en hoe kunnen we dat het beste kunnen organiseren. Zijn droogte inspecties van te voren te plannen, is het bijvoorbeeld in een van de twee jaren het geval dat er droogte inspecties gelopen worden en kan het als zodanig gebudgetteerd worden? Het is niet de bedoeling om een studie te doen en er vervolgens niets mee te doen. Het is het doel om de uitslag van de studie direct toe te passen binnen het Hoogheemraadschap: binnen het beheer, tijdens droogte, gedurende droogte inspecties of als zijnde classificatie van kades en het parametriseren hiervan. Het is aan de marktpartijen om te kijken of hier een gefundeerde businesscase van gemaakt kan worden. Wanneer vind Rijnland dit project een succes? o Antwoord Hoogheemraadschap van Rijnland: Het project is een succes als we beter kunnen monitoren wat er gebeurd tijdens droogte, hoe we droogte kunnen herkennen, hoe we dijken kunnen classificeren, hoe inspecties te kunnen optimaliseren en kunnen ondersteunen met satelliet data. Het is al een succes als blijkt dat er haalbare businesscase uitkomt, we willen graag innovatiever te werk gaan en ons laten adviseren door benodigde experts. Kun je je meerdere keren inschrijven (als hoofdaanvrager en in een ander consortium als onder aanvrager)?; o Antwoord RVO: Ja dit mag. Maar je moet dit goed onderbouwen en rekening houden met het succesvol uitvoeren van de producten. Het is niet gewenst om vier keer in te schrijven terwijl je maar twee inschrijvingen daadwerkelijk uit kunt voeren. Waar is droogte het grootste probleem in de dijk (kruin, talud, teen)? o Antwoord Hoogheemraadschap van Rijnland: Tot nu toe kan niet alles 100% verklaard worden. Voor zover nu bekent, is het grootste probleem het afnemen van het gewicht van de dijk, waardoor de dijk potentieel gezien zou kunnen bezwijken of zelfs op zou kunnen drijven. De achterkant van de dijk dus, afhankelijk van de dijk, de buitenzijde van de kruin tot de teensloot. Ondiepe zandlagen en/of hooggelegen doorlatende lagen spelen ook een grote rol bij de mogelijke manier van bezwijken.

9 U geeft aan dat u beschikt over de bodemopbouw van de keringen. Hoe zijn deze vastgelegd? Is dit een vlakdekkende kaart? o Antwoord Hoogheemraadschap van Rijnland: Van ca. 100 km kering zijn geotechnische lengteprofielen van teen en/of kruin gemaakt. Van 700 km kering zijn alleen boringen en sonderingen met een dichtheid van elke ca. 500 m een boring of sondering gemaakt. Van de overige keringen is geen gedetailleerd bodemonderzoek gedaan (wel Dino, geomorfologische kaart etc.). Nectaerra is bezig de bodemgegevens te verzamelen en waar nodig verder te interpreteren, classificeren, visualiseren en ter beschikking te stellen aan de organisatie, in het bijzonder de beheerders. Deelnemers kunnen informatieverzoeken via Nectaerra ontvangen. Waar nog interpretaties of classificaties gedaan moeten worden kan dit worden gevraagd. Rijnland zal alleen bij een concreet doel of plan bodeminformatie (selectief) ter beschikking stellen. Nectaerra zal alle informatie of handelingen omtrent data verzorgen en kan om medewerking worden gevraagd bepaalde interpretatie of informatie over bodemopbouw verder te verzorgen. Zijn de keringen als vlakken vastgelegd, of als lijnen? o Antwoord Hoogheemraadschap van Rijnland: Als lijnen. Kunnen wij beschikken over de hydronet data? o Antwoord Hoogheemraadschap van Rijnland: Hetzelfde geldt voor deze gegevens als voor de bodemgegevens: informatie wordt selectief beschikbaar gesteld bij concreet en duidelijk doel. Bij positieve resultaten kan dit verder worden uitgebreid. Rijnland zal informatie die niet concreet wordt gebruikt ook niet ter beschikking stellen.

10 4 Contact informatie organiserende partijen Naam: Organisatie: adres: Bodegom, Kees Hoogheemraadschap van Rijnland Faassen, Etienne Hoogheemraadschap van Rijnland Grootveld, Ingrid van Hoogheemraadschap van Rijnland Hoogbergen, Mark Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Logchem, Onno van Hoogheemraadschap van Rijnland Opstal, Rogier van Nectaerra / Hoogheemraadschap Rogier.van.opstal@nectaerra.com van Rijnland Schaub, Bart Hoogheemraadschap van Bart.schaub@rijnland.net Rijnland Seggelen, Geert van Netherlands Space Office g.vanseggelen@spaceoffice.nl Uum, Joost van Netherlands Space Office j.vanuum@spaceoffice.nl Zwartendijk, Bob Nectaerra / Hoogheemraadschap van Rijnland Voor verdere vragen kunt u contact opnemen met: info@spaceoffice.nl j.vanuum@spaceoffice.nl g.vanseggelen@spaceoffice.nl Bob.zwartendijk@nectaerra.com