VERZOEK TOT NIETIGVERKLARING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERZOEK TOT NIETIGVERKLARING"

Transcriptie

1 Grondwettelijk Hof Verzoek tot nietigverklaring VERZOEK TOT NIETIGVERKLARING Aan de heren voorzitters en de dames en heren rechters van het Grondwettelijk Hof DATUM: 19 april 2017 VOOR : 1. De stad GERAARDSBERGEN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 9500 Geraardsbergen, Weverijstraat 20; 2. De stad NINOVE, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 9400 Ninove, Centrumlaan 100; 3. De gemeente DENDERLEEUW, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 9470 Denderleeuw, Alfons De Cockstraat 1; 4. De stad LOMMEL, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3920 Lommel, Hertog Janplein 1; 5. De gemeente WETTEREN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 9230 Wetteren, Markt 1; 6. De gemeente HEUSDEN-ZOLDER, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3550 Heusden-Zolder, Heldenplein 1; 7. De gemeente MAASMECHELEN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3630 Maasmechelen, Heirstraat 239; 8. De gemeente HOUTHALEN-HELCHTEREN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3530 Houthalen-Helchteren, Pastorijstraat 30; 9. De gemeente BEVEREN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 9120 Beveren, Stationsstraat 2; 10. De gemeente DESTELBERGEN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 9070 Destelbergen, Dendermondsesteenweg 430; 11. De gemeente HERK-DE-STAD, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3540 Herk-de-Stad, Pikkeleerstraat 14; 12. De gemeente LOCHRISTI, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 9080 Lochristi, Dorp-West 52; 13. De gemeente ZONHOVEN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3520 Zonhoven, Kerkplein 1;

2 2 14. De gemeente TESSENDERLO, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3980 Tessenderlo, Markt; 15. De stad HALEN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3545 Halen, Markt 14; 16. De gemeente ALKEN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3570 Alken, Hoogdorpsstraat 38; 17. De gemeente LUMMEN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3560 Lummen, Gemeenteplein 13; 18. De gemeente WICHELEN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 9260 Wichelen, Oud Dorp 2; 19. De gemeente NAZARETH, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 9810 Nazareth, Dorp 1. Verzoekende partijen bijgestaan en vertegenwoordigd door mr. JÜRGEN VANPRAET, advocaat aan de balie te Brugge, met kantoor gevestigd te 8210 Zedelgem, Spoorwegstraat 11, waar keuze van woonplaats wordt gedaan. BESTREDEN BESLISSING: Het decreet van 23 december 2016 tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van (groot)stedelijke en plattelandsinvesteringen (BS 26 januari 2017).

3 3 INHOUD INHOUD... 3 I. VOORWERP VAN HET VERNIETIGINGSBEROEP... 4 II. AFZONDERLIJK VERNIETIGINGSBEROEP TEGEN HET DECREET VAN 2 DECEMBER III. RETROACTEN M.B.T. HET BESTREDEN DECREET EN PARLEMENTAIRE VOORBEREIDINGEN... 6 IV. ONTVANKELIJKHEID VAN HET BEROEP A. TIJDIGHEID B. BELANG V. ENIG MIDDEL: SCHENDING VAN DE ARTIKELEN 10 EN 11 VAN DE GRONDWET AL DAN NIET IN SAMENHANG GELEZEN MET HET BEGINSEL VAN DE LOKALE AUTONOMIE ZOALS GEWAARBORGD DOOR DE ARTIKELEN 41 EN 162 VAN DE GRONDWET EN ARTIKEL 6, 1, VIII, VAN DE BIJZONDERE WET VAN 8 AUGUSTUS 1980 TOT HERVORMING DER INSTELLINGEN.. 13 A. SAMENVATTING VAN HET MIDDEL B. EERSTE ONDERDEEL: DE VOORKEURSBEHANDELING VAN 34 NOMINATIEF GENOEMDE STEDEN BIJ DE TOEKENNING VAN SUBSIDIES VOOR STADSVERNIEUWINGSPROJECTEN C. TWEEDE ONDERDEEL: HET VERSCHIL IN BEHANDELING TUSSEN VIJF GENOEMDE CENTRUMSTEDEN ONDERLING ENERZIJDS EN HET VERSCHIL IN BEHANDELING TUSSEN DE VIJF GENOEMDE CENTRUMSTEDEN EN DE OVERIGE CENTRUMSTEDEN ANDERZIJDS D. DERDE ONDERDEEL: HET VERSCHIL IN BEHANDELING TUSSEN DE PLATTELANDSGEMEENTEN EN DE OVERIGE GEMEENTEN BIJ DE TOEKENNINGE VAN INVESTERINGSSUBSIDIES... 24

4 4 I. VOORWERP VAN HET VERNIETIGINGSBEROEP 1. Verzoekers stellen een beroep tot nietigverklaring in tegen de artikelen 1 tot en met 18 van het decreet van 23 december 2016 tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van (groot)stedelijke en plattelandsinvesteringen. 2. Het bestreden decreet strekt tot de oprichting van een Vlaams fonds voor de stimulering van (groot)stedelijke en plattelandsinvesteringen (hierna: het fonds) en het bepalen van de wijze waarop de middelen van het fonds worden verdeeld over enerzijds de centrumsteden, de provinciale steden en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (en dit met het oog op investeringen in stadsvernieuwingsprojecten) en anderzijds bepaalde plattelandsgemeenten, de doelgemeenten genoemd (en dit met het oog op investeringen in materiële vaste activa). Voor het fonds, dat wordt opgericht met als doel het ondersteunen van investeringen van steden en plattelandsgemeenten, wordt jaarlijks in de begroting van de Vlaamse Gemeenschap een vastleggingskrediet ingeschreven (artikel 3 van het ontwerp). Het fonds wordt jaarlijks verdeeld (artikel 4), met name een deel voor bepaalde centrumsteden, een deel voor alle centrumsteden, provinciale steden en de Vlaamse Gemeenschapscommissie en een deel voor de plattelandsgemeenten. 3. Aan elk onderdeel van het fonds wordt vervolgens een hoofdstuk gewijd. De verdeling valt uiteen in drie delen. Deel 1: 5 met name genoemde centrumsteden Het grootste deel van het fonds (46,36%) is bestemd voor vijf met name genoemde centrumsteden, met name Antwerpen (34,79%), Gent (7,25%), Sint-Niklaas (1,79%), Mechelen (1,66%) en Oostende (0,87%). Het aandeel van elk van die vijf steden is bepaald (artikel 4, 1 ) en zij moeten deze subsidies bestemmen voor investeringen in stadvernieuwingsprojecten waarvan de Vlaamse Regering de doelstellingen bepaalt (artikel 6). Deel 2: 34 met name genoemde steden Een ander deel van het fonds (29,37%) is bestemd voor 34 met name genoemde centrumsteden, de provinciale steden en de Vlaamse Gemeenschapscommissie, die de middelen moeten aanwenden voor stadvernieuwingsprojecten waarvan de doelstellingen door de Vlaamse Regering worden bepaald. De subsidies kunnen worden toegekend bij wijze van projectsubsidies of conceptsubsidies (artikel 7). De 34 steden die in aanmerking komen voor de verdeling van dat fonds zijn: Antwerpen, Aalst, Brugge, Hasselt, Benk, Gent, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en

5 5 Turnhout (de 13 zogenaamde centrumsteden) 1, Aarschot, Deinze, Dendermonde, Diest, Eeklo, Geel, Halle, Herentals, Ieper, Knokke-Heist, Lier, Lokeren, Mol, Oudenaarde, Ronse, Sint-Truiden, Tielt, Tienen, Tongeren, Vilvoorde en Waregem (de 21 zogenaamde provinciale steden) 2. Deel 3: niet met name genoemde plattelandsgemeenten Het derde luik van het fonds (24,27%) is bestemd voor subsidies aan plattelandsgemeenten. De Vlaamse Regering wordt gemachtigd voor een periode van zes jaar een lijst van doelgemeenten op te stellen op grond van hun plattelandskenmerken (artikel 9). De eerste 50 gerangschikte gemeenten op deze lijst zijn de doelgemeenten. Deze 50 geprivilegieerde plattelandsgemeenten worden aangewezen aan de hand van twee criteria, met name het laagste gemiddeld aantal inwoners per km² en het laagste percentage van bebouwde oppervlakte. In een prioriteringslijst wordt vervolgens een rangschikking gemaakt van de doelgemeenten aan de hand van een aantal criteria (artikel 11). De artikelen 13 en 14 bepalen hoe de jaarlijkse subsidie, die moet worden besteed aan investeringen in materiële vaste activa van de doelgemeenten wordt berekend. Omdat de mogelijkheid bestaat dat het budget dat jaarlijks voorzien wordt op de Vlaamse begroting, te klein is om voor alle 50 gemeenten in trekkingsrechten te voorzien, worden de 50 gemeenten gerangschikt. De trekkingsrechten worden dan jaarlijks voorzien te beginnen voor de hoogst gerangschikte gemeente, vervolgens voor de tweede gerangschikte gemeente en zo verder, tot het budget uitgeput is. Hoe kleiner de fiscale draagkracht van een gemeente, hoe hoger een gemeente staat op de rangschikking. 4. De artikelen 15, 16, 17 en 18 bevatten opheffings- en overgangsbepalingen. II. AFZONDERLIJK VERNIETIGINGSBEROEP TEGEN HET DECREET VAN 2 DECEMBER Op 2 december 2016 werd het decreet tot wijziging van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds en tot opheffing van het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams stedenfonds aangenomen (BS 26 januari 2017). 6. Dit decreet bestaat uit twee onderdelen. Het voorziet vooreerst in de verdeling van de middelen van het Vlaams Gemeentefonds (artikel 2 van het bestreden decreet). Bij deze verdeling worden o.a. belangrijke voorafnames gedaan voor een nominatief genoemd aantal centrumsteden en kustgemeenten. Het gaat om 13 grote en regionale steden (Antwerpen, Gent, Brugge, Leuven, Turnhout, Roeselare, Genk, Oostende, 1 Art. 2, 1 bestreden decreet. 2 Art. 2, 6 bestreden decreet.

6 6 Hasselt, Sint-Niklaas, Kortrijk, Mechelen en Aalst), 21 provinciale steden (Aarschot, Deinze, Dendermonde, Diest, Eeklo, Geel, Halle, Herentals, Ieper, Knokke-Heist, Lier, Lokeren, Mol, Oudenaarde, Ronse, Sint-Truiden, Tielt, Tienen, Tongeren, Vilvoorde en Waregem) en de 10 kustgemeenten. Daarnaast voorziet het decreet in een vaststelling en verdeling van een aanvullende dotatie die voorbehouden is aan de centrumsteden Antwerpen, Gent, Aalst, Brugge, Genk, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout (artikelen 3 t.e.m. 7 van het bestreden decreet). 7. Dit decreet van 2 december 2016 wordt door de verzoekende partijen aangevochten voor Uw Hof middels een afzonderlijk vernietigingsberoep. Net zoals in het bestreden decreet worden ook hier zonder objectieve en redelijke verantwoording middelen exclusief gereserveerd voor de 34 zogenaamde centrumsteden en provinciale steden. III. RETROACTEN M.B.T. HET BESTREDEN DECREET EN PARLEMENTAIRE VOORBEREIDINGEN 8. Het doel van het bestreden decreet wordt als volgt omschreven in de memorie van toelichting: Met de inrichting van het Vlaams fonds ter stimulering van (groot)stedelijke en plattelandsinvesteringen (verder het fonds) worden drie financieringskanalen gebundeld die onderling sterk verschillend zijn inzake inhoudelijke focus en uitvoeringsmodaliteiten. Het voormalige federale grootstedenbeleid Het voormalige federale grootstedenbeleid had betrekking op vijf Vlaamse steden (Antwerpen, Gent, Oostende, Mechelen en Sint-Niklaas) en kende een drieledige inhoudelijke focus: 1 de sociale cohesie van de probleemwijken bevorderen via initiatieven die hun identiteit, samenhang, interacties en toegankelijkheid versterken; 2 bijdragen tot het verkleinen van de ecologische voetafdruk van de steden; 3 de uitstraling van en interactie tussen de steden bevorderen. Aan de hand van een programmatorische methodiek, getiteld contracten Duurzame Stad, werd in overleg tussen de federale overheid en de steden vastgelegd hoe de middelen zouden worden ingezet. De middelen konden aangewend worden zowel voor personeel, werking als investeringen. Deze aanpak werd gebruikt tot en met In 2015 werden ongeveer 75% van de middelen geregionaliseerd zodat er in de Vlaamse begroting 2015 een vastleggingskrediet was ingeschreven van euro, dit is het overgehevelde budget in het kader van de zesde staatshervorming. In 2015 werden deze bedragen via facultatieve subsidies uitgekeerd aan de vijf betrokken steden.

7 7 Onderstaande tabel schetst de situatie voor de begrotingsjaren 2014 en 2015: Opgemerkt moet worden dat de bestaande aanpak, zowel voor wat de federale contracten Duurzame Stad als wat de Vlaamse facultatieve subsidies betreft, enerzijds gepaard gaat met een behoorlijke administratieve last, zowel voor de betrokken steden als voor de federale en Vlaamse overheid en dat anderzijds deze middelen niet noodzakelijk worden aangewend voor investeringsuitgaven. Stadsvernieuwing De decretale basis voor de ondersteuning van stadsvernieuwingsprojecten is het decreet van 22 maart 2002 houdende de ondersteuning van stadsvernieuwingsprojecten. De Vlaamse decreetgever maakt een onderscheid tussen twee subsidie-instrumenten: enerzijds de projectsubsidies ter ondersteuning van de realisatie van innovatieve en duurzame stadsvernieuwingsprojecten, waaraan in verhouding de meeste middelen worden besteed, en anderzijds de conceptsubsidies. Met deze laatste wordt een multidisciplinair team aangesteld, met als kerntaak de conceptuele ontwikkeling van een stadsvernieuwingsproject. Subsidies van dit budget kunnen worden aangevraagd door de centrumsteden, de provinciale steden en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). De Vlaamse minister bevoegd voor het stedenbeleid lanceert een oproep, de steden kunnen hierop antwoorden door een subsidieaanvraag in te dienen. Na de beoordeling door een multidisciplinaire jury, formuleert diezelfde jury een advies aan de Vlaamse Regering, die beslist over het toekennen van de subsidie. Het Plattelandsfonds Het recente Plattelandsfonds (opgericht door het decreet van 7 juni 2013 tot vaststelling van de regels inzake de verdeling van het Vlaams Plattelandsfonds; en voor het eerst in werking vanaf het budgetjaar 2014) heeft als doel het ondersteunen van projecten met een plattelandsdoelstelling. Vijftig plattelandsgemeenten komen in aanmerking voor subsidies.986 De plattelandsgemeenten die in aanmerking komen voor subsidie moeten projecten indienen die voldoen aan een reeks van breed geformuleerde doelstellingen. De Vlaamse Landmaatschappij voert hierop een marginale toetsing uit, waarna de subsidiëring wordt toegekend. De gehanteerde methodiek is dus de projectfinanciering. De doelstellingen waaraan moet worden tegemoetgekomen, zijn veelvuldig en breed geformuleerd. De ex-antetoetsing door de Vlaamse Landmaatschappij is slechts marginaal. Dit zorgt ervoor dat een administratief proces

8 8 in het leven is geroepen voor wat in de feiten eerder moet aanzien worden als een vorm van basisfinanciering In het advies nr /1/V van 23 september 2016 heeft de Afdeling Wetgeving van de Raad State zich kritisch uitgesproken over de overeenstemming van het voorontwerp van decreet met het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel. Het bestreden decreet is in de loop van de parlementaire procedure onveranderd gebleven, zodat deze kritiek onverkort opgaat voor het bestreden decreet. De Raad stelde: 5. Artikel 4, 1, van het ontwerp voert een dubbele verschillende behandeling in, met name enerzijds tussen de centrumsteden Antwerpen, Gent, Sint-Niklaas, Mechelen en Oostende onderling en anderzijds tussen de vijf genoemde centrumsteden en de overige centrumsteden. Vooreerst krijgen de vijf genoemde centrumsteden een verschillend aandeel in het gedeelte van het Fonds dat bestemd is voor die vijf centrumsteden voor investeringen in stadvernieuwingsprojecten bedoeld in artikel 4, 1. Vervolgens bepaalt de decreetgever zelf voor de vijf genoemde centrumsteden een vast aandeel aan subsidies voor investeringen in stadvernieuwingsprojecten, terwijl de overige centrumsteden projecten moeten indienen waarover de Vlaamse Regering dient te beslissen Volgens de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof is een verschil in behandeling slechts verenigbaar met de grondwettelijke beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie, wanneer dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld, rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betrokken maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel In de memorie van toelichting wordt de verschillende behandeling verantwoord door er op te wijzen dat de verdeelsleutel is gebaseerd op de historische verhoudingen van de drie vroegere subsidiekanalen die gebundeld worden in dit fonds. Dit neemt niet weg dat door het opnieuw vaststellen van dezelfde verdeelsleutel de decreetgever vorm geeft aan een nieuwe wilsuiting ten aanzien van die verdeling en van de ongelijke behandeling die daaruit voortvloeit. Het staat bijgevolg aan de decreetgever om in het licht van het grondwettelijke gelijkheidsbeginsel de gekozen verdeelsleutel opnieuw te verantwoorden, daarbij onder meer rekening houdend met, enerzijds, de eventuele wijzigingen die zich op het terrein hebben voorgedaan in de situatie van de centrumsteden (qua 3 Parl. St. Vl. Parl , 986/1, Voetnoot 9 van het advies: Vaste rechtspraak van het Grondwettelijk Hof. Zie bv. GwH 17 juli 2014, nr. 107/2014, B.12; GwH 25 september 2014, nr. 141/2014, B.4.1..

9 9 bevolkingsaantal, bevolkingssamenstelling, de aanwezigheid van stedelijke problemen...) en, anderzijds, het gegeven dat om de centrumsteden in het kader van het stadsvernieuwingsbeleid anders te behandelen zal moeten worden aangetoond dat zij ten aanzien van die materie, die duidelijk verschilt van het zogenaamde grootstedenbeleid, zich in een objectief verschillende situatie bevinden Op grond van dezelfde redenering zal ook opnieuw moeten kunnen worden verantwoord op grond waarvan bepaalde steden al dan niet als provinciale steden in de zin van artikel 2, 6, worden beschouwd. 5 De Raad van State heeft zich aldus kritisch uitgesproken ten aanzien van zowel de verdeling van de middelen tussen de centrumsteden onderling, als ten aanzien van de nominatieve aanwijzing van 34 centrumsteden en de provinciale steden die in aanmerking komen voor subsidies voor investeringen voor stadvernieuwingsprojecten, terwijl andere gemeenten niet in aanmerking komen. 10. In het advies nr /3 van 7 juli 2016 bij het voorontwerp van decreet dat het decreet van 2 december 2016 is geworden tot wijziging van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds en tot opheffing van het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams stedenfonds heeft de Afdeling Wetgeving van de Raad van State een vergelijkbare kritiek geuit. 6 De Raad oordeelde dat het voorontwerp een niet objectief en redelijk te verantwoorden discriminatie in het leven roept tussen enerzijds de centrumsteden van het Vlaamse Gewest, die in aanmerking komen voor de aanvullende dotatie waarin wordt voorzien, en anderzijds de overige gemeenten van het Vlaamse Gewest, die niet in aanmerking komen voor die aanvullende dotatie. Zoals hoger aangegeven, wordt dit decreet van 2 december 2016 eveneens bestreden met een vernietigingsberoep. 11. De Vlaamse Regering en de decreetgever zijn de voormelde adviezen niet gevolgd. Ten aanzien van het bestreden decreet werd als volgt geantwoord op het advies van de Raad van State: 8. Repliek op de Raad van State (..) Daarnaast wordt het ontwerp van decreet niet aangepast aan de opmerking van de Raad van State inzake het behouden van de huidige financiële verhoudingen. Het ontwerp van 5 Parl. St. Vl. Parl , 986/1, Adv. RvS van 7 juli 2016, Parl.St. Vl. Parl , 898/1, 19 e.v.

10 10 decreet heeft immers niet de bedoeling om iets te wijzigen aan de huidige verhoudingen, ook al worden drie subsidiestromen ondergebracht in één fonds. De ratio legis van het ontwerp van decreet is om een maximale vereenvoudiging te realiseren voor de steden en gemeenten en om de financiële stromen ten aanzien van lokale besturen te beperken, maar met respect voor de huidige focus en verhoudingen. Het ontwerp beoogt de juridische integratie van drie subsidiestromen, waarvan er in het verleden twee bij decreet en één via een jaarlijkse facultatieve toelage werden geregeld. Met dit ontwerp van decreet beoogt de Vlaamse Regering een budgetneutrale maatregel te treffen voor alle betrokken steden en gemeenten. Voor de steden die momenteel genieten van een facultatieve toelage in het kader van het Vlaamse Grootstedenbeleid, biedt dit ontwerp bijkomende rechtszekerheid. Het continueren van de bestaande financiële verhoudingen is voor de Vlaamse Regering een degelijke verantwoording en impliceert geenszins een verschil in behandeling. 7 Deze repliek beperkt er zich in essentie toe aan te geven dat het decreet niets beoogt te wijzigen aan de huidige verhoudingen tussen de Vlaamse steden en gemeenten en dat het om een juridische integratie gaat van verschillende subsidiestromen. De decreetgever gaat er echter aan voorbij dat zoals de Raad van State reeds had opgemerkt in het advies nr /1 van 23 september 2016 het opnieuw vaststellen van de verdeling een nieuwe wilsuiting vormt ten aanzien van die verdeling en de ongelijke behandeling die daaruit voortvloeit, zodat het aan de decreetgever toekomt de verdeelsleutel te verantwoorden aan de hand van objectieve criteria. 12. Ook in het definitieve decreet worden de middelen van het Vlaams fonds voor de stimulering van (groot)stedelijke en plattelandsinvesteringen exclusief voorbehouden aan 34 met name genoemde centrumsteden en provinciale steden en een aantal plattelandsgemeenten. Het verdelingscriterium werd evenmin aangepast. Evenmin werden objectieve en redelijke gronden naar voor geschoven die de uitsluiting van de andere gemeenten en het gehanteerde verdelingscriterium onderbouwen. 13. Dit noopt de verzoekende partijen ertoe zich tot Uw Hof te wenden om de vernietiging te bekomen van het bestreden decreet. 7 Parl. St. Vl. Parl , 986/1, 14.

11 11 IV. ONTVANKELIJKHEID VAN HET BEROEP A. TIJDIGHEID 14. Het bestreden decreet werd op 26 januari 2017 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Huidig verzoekschrift werd aldus ingesteld binnen de zes maanden na de publicatie en is bijgevolg ontvankelijk ratione temporis. B. BELANG 15. Overeenkomstig artikel 2, 2 van de Bijzondere Wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof kan een vernietigingsberoep worden ingesteld door iedere natuurlijke of rechtspersoon die doet blijken van een belang. Volgens de vaste rechtspraak van Uw Hof doen van het vereiste belang blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt Het bestreden decreet strekt tot de oprichting van een Vlaams fonds voor de stimulering van (groot)stedelijke en plattelandsinvesteringen (hierna: het fonds) en het bepalen van de wijze waarop de middelen van het fonds worden verdeeld over enerzijds de centrumsteden, de provinciale steden en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (en dit met het oog op investeringen in stadsvernieuwingsprojecten) en anderzijds bepaalde plattelandsgemeenten, de doelgemeenten genoemd (en dit met het oog op investeringen in materiële vaste activa). 17. De verzoekende partijen zijn allen gemeenten die door het bestreden decreet niet als één van de 34 met name genoemde centrumsteden en provinciale steden worden aangemerkt. Zij worden aldus uitgesloten van de middelen voorzien voor stadsvernieuwingsprojecten. Het betreffen evenmin gemeenten die in aanmerking komen voor de subsidies voor plattelandsgemeenten. De verzoekende partijen worden aldus rechtstreeks en ongunstig geraakt door het bestreden decreet. Het Grondwettelijk Hof heeft in het verleden reeds aanvaard dat gemeenten op ontvankelijke wijze een vernietigingsberoep kunnen instellen tegen een decreet tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van middelen voor de gemeenten. 9 8 Zie bv. GwH, nr. 37/2014, 27 februari 2014, B.4.2; GwH, nr. 72/2014, 8 mei 2014, B.5.1; GwH, nr. 80/2014, 8 mei 2014; B.4.1; GwH, nr.107/2014, 17 juli 2014, B.3.1; GwH, nr.131/2014, 19 september 2014, B.3; GwH, nr.165/2014, 13 november 2014, B.8. 9 Zie bv. GwH 4 februari 2004, 21/2004 en GwH 13 juli 2000, 93/2000 waar het belang

12 18. De verzoekende partijen beschikken aldus over het vereiste belang om het decreet aan te vechten. 12

13 13 V. ENIG MIDDEL: SCHENDING VAN DE ARTIKELEN 10 EN 11 VAN DE GRONDWET AL DAN NIET IN SAMENHANG GELEZEN MET HET BEGINSEL VAN DE LOKALE AUTONOMIE ZOALS GEWAARBORGD DOOR DE ARTIKELEN 41 EN 162 VAN DE GRONDWET EN ARTIKEL 6, 1, VIII, VAN DE BIJZONDERE WET VAN 8 AUGUSTUS 1980 TOT HERVORMING DER INSTELLINGEN A. SAMENVATTING VAN HET MIDDEL 19. Volgens rechtspraak van Uw Hof komt het de decreetgever toe, om in de uitoefening van zijn bevoegdheid met betrekking tot de financiering van de gemeenten, de criteria voor de verdeling van de middelen vast te stellen en de toe te passen wegingscoëfficiënt te bepalen. De decreetgever beschikt hierbij volgens Uw of over een ruime beoordelingsmarge. Volgens deze rechtspraak kan Uw Hof het verschil in behandeling ongrondwettig bevinden wanneer daarvoor geen redelijke verantwoording bestaat. 10 Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel De verzoekende partijen zijn in het enig middel van oordeel dat het bestreden decreet strijdig is met het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel omdat het in meerdere opzichten een verschil in behandeling invoert tussen gemeenten zonder dat dit verschil in behandeling berust op objectieve criteria en zonder dat daarvoor een redelijke verantwoording bestaat. Het middel valt uiteen in drie onderdelen. 21. Vooreerst (eerste onderdeel ) voert het bestreden decreet een niet op objectieve criteria en redelijke verantwoording berustend verschil in behandeling in tussen de in het decreet nominatief genoemde centrumsteden (Antwerpen, Aalst, Brugge, Hasselt, Genk, Gent, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout) en de in het decreet nominatief genoemde provinciale steden (Aarschot, Deinze, Dendermonde, Diest, Eeklo, Geel, Halle, Herentals, Ieper, Knokke-Heist, Lier, Lokeren, Mol, Oudenaarde, Ronse, Sint-Truiden, Tielt, Tienen, Tongeren, Vilvoorde en Waregem) enerzijds en de overige gemeenten anderzijds. De subsidies voor investeringen in stadvernieuwingsprojecten worden door artikel 6 (wat Antwerpen, Gent, Sint- Niklaas, Mechelen en Oostende betreft) en door de artikelen 7 en 8 (wat de overige nominatief vermelde centrum- en provinciale steden betreft) uitsluitend voorbehouden aan deze nominatief genoemde gemeenten, met uitsluiting van de overige gemeenten (zoals de verzoekende partijen), zonder dat hier een objectieve en redelijke verantwoording voor bestaat. Daarnaast (tweede onderdeel ) voert het bestreden decreet een dubbel verschil in behandeling in, met name enerzijds tussen de centrumsteden Antwerpen, Gent, Sint-Niklaas, Mechelen en Oostende onderling en anderzijds tussen de vijf genoemde centrumsteden en de overige centrumen provinciale steden. Vooreerst krijgen de vijf genoemde centrumsteden een verschillend en niet 10 GwH 4 februari 2004, 21/2004, B Zie bv. GwH 17 juli 2014, nr. 107/014, B.12; GwH 25 september 2014, nr. 141/2014, B.4.1.

14 14 objectief en redelijk verantwoord aandeel in het gedeelte van het Fonds dat bestemd is voor die vijf centrumsteden voor investeringen in stadsvernieuwingsprojecten. Vervolgens bepaalt de decreetgever zelf voor de vijf genoemde centrumsteden een vast aandeel aan subsidies voor investeringen in stadsvernieuwingsprojecten, terwijl de overige centrumsteden en provinciale steden projecten moeten indienen waarover de Vlaamse Regering dient te beslissen. Ten derde (derde onderdeel) voert het bestreden decreet een niet op objectieve criteria en redelijke verantwoording berustend verschil in tussen de eerste 50 gerangschikte gemeenten die in aanmerking komen voor een subsidie aan plattelandslandgemeenten (artikelen 9 t.e.m. 14 van het bestreden decreet) en de overige gemeenten die niet in aanmerking komen voor deze subsidie. Deze 50 geprivilegieerde plattelandsgemeenten worden aangewezen aan de hand van twee criteria, met name het laagste gemiddeld aantal inwoners per km² en het laagste percentage van bebouwde oppervlakte. Ook de verdelingscriteria tussen de gemeenten berusten niet op objectieve en pertinente criteria in het licht van het vooropgestelde doel. 22. Door bepaalde gemeenten uit te sluiten en te benadelen zonder afdoende redelijke verantwoording, tast de decreetgever bovendien het beginsel van de lokale autonomie op een discriminatoire wijze aan. Dat beginsel wordt onder meer beschermd door de artikelen 41 en 162, tweede lid, 2, van de Grondwet en door artikel 6, 1, VIII, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. Het beginsel van de lokale autonomie veronderstelt volgens rechtspraak van Uw Hof dat de lokale overheden zich elke aangelegenheid kunnen toe-eigenen waarvan zij menen dat het tot hun belang behoort en deze kunnen regelen zoals zij dat opportuun achten. 12 Dit veronderstelt dat de gemeenten over de nodige financiële middelen beschikken om deze bevoegdheden uit te oefenen. Het bestreden decreet doet hier op discriminatoire wijze afbreuk aan. B. EERSTE ONDERDEEL: DE VOORKEURSBEHANDELING VAN 34 NOMINATIEF GENOEMDE STEDEN BIJ DE TOEKENNING VAN SUBSIDIES VOOR STADSVERNIEUWINGSPROJECTEN 23. Het bestreden voert een verschil in tussen 34 in het decreet nominatief genoemde centrumsteden en provinciale gemeenten (Antwerpen, Aalst, Brugge, Hasselt, Genk, Gent, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout, Aarschot, Deinze, Dendermonde, Diest, Eeklo, Geel, Halle, Herentals, Ieper, Knokke-Heist, Lier, Lokeren, Mol, Oudenaarde, Ronse, Sint-Truiden, Tielt, Tienen, Tongeren, Vilvoorde en Waregem) enerzijds en de overige gemeenten anderzijds. De subsidies voor investeringen in stadvernieuwingsprojecten worden door artikel 6 (wat Antwerpen, Gent, Sint-Niklaas, Mechelen en Oostende betreft) en door 12 Zie bv. GwH 2 juli 2015, 100/2015, B.4.

15 15 de artikelen 7 en 8 (wat de overige nominatief vermelde centrum- en provinciale steden betreft) uitsluitend voorbehouden aan deze nominatief genoemde gemeenten, met uitsluiting van de overige gemeenten (zoals de verzoekende partijen), zonder dat hier een objectieve en redelijke verantwoording voor bestaat. Er bestaat geen objectieve en redelijke verantwoording voor het feit dat net deze 34 nominatief genoemde steden gerechtigd zijn op een voorafname en de overige gemeenten niet. Met een voorafname van 46,36% op de middelen van het Vlaams Fonds gaat het om een zeer aanzienlijk aandeel van de middelen. 24. In het hoger reeds aangehaalde advies nr /1 van 23 september 2016 stelde de Afdeling Wetgeving van de Raad van State dat het vanuit het oogpunt van het gelijkheids- en nondiscriminatiebeginsel aan de decreetgever toekomt om objectief en redelijk te verantwoorden op grond waarvan bepaalde steden wel, dan wel niet in aanmerking komen voor de subsidies vervat in het bestreden decreet. De Raad overwoog: Op grond van dezelfde redenering zal ook opnieuw moeten kunnen worden verantwoord op grond waarvan bepaalde steden al dan niet als provinciale steden in de zin van artikel 2, 6, worden beschouwd. 13 Ook in het advies nr /3 van 7 juli 2016 bij het voorontwerp van decreet dat het decreet van 2 december 2016 is geworden tot wijziging van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds en tot opheffing van het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds dat via een afzonderlijk vernietigingsberoep wordt aangevochten (zie hoger) kwam de Raad van State tot een vergelijkbare conclusie m.b.t. tot de aanvullende dotatie van het Vlaams Gemeentefonds. De Raad overwoog: Het gegeven dat de sectorale subsidies in het verleden objectief werden verdeeld ter financiering van de door de gemeenten uit te voeren opdrachten in een tot de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest behorende specifieke aangelegenheid, impliceert niet dat die verdelingswijze geacht kan worden objectief te zijn in het kader van de algemene financiering van de gemeenten. Ten aanzien van de verplichting om het gemeentelijk belang te behartigen, staan de gemeenten in beginsel in dezelfde positie. In het ontwerp is de verdeling van de aanvullende dotatie, die bestemd is voor het voeren van een beleid in aangelegenheden van gemeentelijk belang, daarentegen gestoeld op verdelingscriteria die golden voor het voeren van een specifiek beleid, namelijk het voeren van een stedenbeleid dat erop gericht is de stadsvlucht te stoppen en het democratisch draagvlak in de steden te verhogen, en dit teneinde de leefbaarheid van de 13 Parl.St. Vl. Parl , 986/1, 34.

16 16 steden en de kwaliteit van het bestuur te verhogen en dualisering tegen te gaan. 14 In zoverre die doelstelling zou verantwoorden dat thans enkel de centrumsteden recht hebben op een aandeel in het bedrag van het jaarlijkse vastleggingskrediet van het Stedenfonds, en dat drie vierden van dat bedrag 15 wordt gereserveerd voor Antwerpen en Gent, 16 gaat dat niet per se op wanneer die middelen niet langer dienen om die beleidsdoelstelling te verwezenlijken Het gegeven dat centrumsteden specifieke behoeften zouden hebben, kan op zichzelf evenmin verantwoorden dat de aanvullende dotatie, die deel uitmaakt van de basisfinanciering van de centrumsteden, wordt voorbehouden aan die steden. Het Gemeentefonds wordt immers reeds onder de gemeenten verdeeld op grond van maatstaven waarbij rekening wordt gehouden met de aard van centrumstad en de centrumfunctie. 17 In zoverre kan worden aangenomen dat er in centrumsteden meer fiscale armoede voorkomt en dat er meer personen zijn die beantwoorden aan de sociale maatstaven bepaald in artikel 6, 1, 5, van het decreet van 5 juli 2002, houden die criteria tevens rekening met de specifieke behoeften van de centrumsteden. Bij de verdeling van het Gemeentefonds wordt bijgevolg reeds rekening gehouden met de specifieke behoeften van de centrumsteden Het verdelingscriterium om de gemeentelijke aandelen in de aanvullende dotatie aan het Vlaams Gemeentefonds te bepalen, moet derhalve worden herzien. 18 Eenzelfde kritiek gaat op ten aanzien van de voorafname ten voordele van 34 gemeenten en de 10 kuststeden op de basisfinanciering van het Vlaams Gemeentefonds. Deze discriminerende basisfinanciering werd bij het voormeld decreet van 2 december 2016 opnieuw vastgesteld, nadat het in de loop van de wetgevingsprocedure via amendement was ingevoegd en dus niet voor advies werd voorgelegd aan de Raad van State. Voor een meer omstandige uiteenzetting wordt verwezen naar de procedure die door de verzoekende partijen ingeleid wordt tegen het decreet van 2 december Niettegenstaande de Raad van State in het advies nr /1 van 23 september 2016 bij het bestreden decreet (en het advies nr /3 van 7 juli 2016 bij het decreet van 2 december 2016) uitdrukkelijk gewezen had op het gebrek aan objectieve en redelijke verantwoording van de bevoordeling van de 34 nominatief genoemde steden, werd het verschil in behandeling behouden. Evenmin werd een objectieve en redelijke verantwoording gegeven die het verschil in behandeling kan rechtvaardigen. Zoals hoger reeds aangegeven, blijkt uit de parlementaire voorbereiding dat de decreetgever louter de huidige verdeling van de middelen tussen gemeenten beoogt te bestendigen en dit zonder dat 14 Artikel 3, 2, van het decreet van 13 december Luidens artikel 10 van hetzelfde decreet moet het trekkingsrecht dat elke centrumstad ontvangt worden gebruikt om de doelstellingen, vermeld in artikel 3, 2, te realiseren. 15 Verminderd met de voorafnames voor de vzw Vereniging Vlaamse Steden en Gemeenten en voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie. 16 Zie artikel 8, 1, van het decreet van 13 december Artikel 6, 1, 1 en 2, van het decreet van 5 juli Parl.St. Vl.Parl , 898/1, pg

17 17 objectieve criteria in rekening worden gebracht die het verschil in behandeling redelijk verantwoorden. Daarnaast wordt het ontwerp van decreet niet aangepast aan de opmerking van de Raad van State inzake het behouden van de huidige financiële verhoudingen. Het ontwerp van decreet heeft immers niet de bedoeling om iets te wijzigen aan de huidige verhoudingen, ook al worden drie subsidiestromen ondergebracht in één fonds. De ratio legis van het ontwerp van decreet is om een maximale vereenvoudiging te realiseren voor de steden en gemeenten en om de financiële stromen ten aanzien van lokale besturen te beperken, maar met respect voor de huidige focus en verhoudingen. Het ontwerp beoogt de juridische integratie van drie subsidiestromen, waarvan er in het verleden twee bij decreet en één via een jaarlijkse facultatieve toelage werden geregeld. Met dit ontwerp van decreet beoogt de Vlaamse Regering een budgetneutrale maatregel te treffen voor alle betrokken steden en gemeenten. Voor de steden die momenteel genieten van een facultatieve toelage in het kader van het Vlaamse Grootstedenbeleid, biedt dit ontwerp bijkomende rechtszekerheid. Het continueren van de bestaande financiële verhoudingen is voor de Vlaamse Regering een degelijke verantwoording en impliceert geenszins een verschil in behandeling. 19 Deze beweegredenen vormen geen redelijke verantwoording voor het verschil in behandeling tussen voormelde categorieën van gemeenten. 26. Artikel 2, 1 en 6 van het bestreden decreet benoemt de 34 steden die de voorafname genieten vooreerst nominatief, zonder dat nadere maatstaven of criteria gebruikt worden. Ongeacht de evoluties in de overige gemeenten (bijvoorbeeld op het vlak van de bevolkingscijfers, armoede, ruimtelijke evolutie, enz.) komen deze bijgevolg nooit in aanmerking voor subsidies voor investeringen in stadsvernieuwingsprojecten, terwijl de 34 nominatief genoemde gemeenten deze blijvend kunnen genieten. Hieruit alleen al blijkt dat het onderscheid berust op loutere willekeur en in elk geval niet beantwoordt aan de hedendaagse realiteit en al zeker niet spoort met toekomstige evoluties. 27. De voorkeursbehandeling van de 34 steden strookt ook niet met de bevolkingscijfers van de betrokken gemeenten. Zo blijkt uit de bevolkingscijfers (gevoegd als stuk 2) dat bepaalde gemeenten die niet gerechtigd zijn op de voorafname, beduidend meer inwoners hebben dan gemeenten die wel in aanmerking komen. Zo hebben de gemeenten Ninove (38.484), Geraardsbergen (33.247), Lommel (34.019), Heusden- Zolder (33.275), Maasmechelen (37.856) en Beveren (47.906) (niet-exhaustief) die niet in 19 Parl. St. Vl. Parl , 986/1, 14.

18 18 aanmerking komen voor de voorafname, bijvoorbeeld beduidend meer inwoners dan de gemeenten Tielt (20.301), Diest (23.663), Eeklo (20.862), Aarschot (29.630), Herentals (27.854) en Ronse (26.112) (evenmin exhaustief) die wel in aanmerking komen voor de voorafname. 28. De aanwijzing van de 34 zogenaamde centrumsteden strookt ook geenszins met de actuele rol en typologie van de steden, zo blijkt uit diverse studies. In 2011 (14 jaar na de totstandkoming van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen) voerde de KULeuven een onderzoek uit in opdracht van de Vlaamse Overheid over de Selectie van kleinstedelijke gebieden in Vlaanderen (stuk 4). Deze studie had tot doel aan te geven tot welk type kleinstedelijk gebied de geselecteerde gemeenten kunnen behoren dan wel of een dergelijk onderscheid nog zinvol is of verscherpt moet worden. Men vergeleek de situatie van 1997 met deze van 2010, hetgeen aanleiding gaf tot volgende indeling (pg. 138): Zeer goed uitgeruste kleine steden, Ieper, Dendermonde, Geel, Lier, Halle, Tongeren, Knokke-Heist, Diest, Oudenaarde, Tienen, Waregem, Vilvoorde, Herentals. Goed uitgeruste kleine steden, Aarschot, Asse, Maaseik, Eeklo, Mol, Tielt, Sint-Truiden, Lokeren, Zaventem, Geraardsbergen 20, Maasmechelen, Ninove, Deinze, Beveren. Matig uitgeruste kleine steden, Heist-Op-Den-Berg, Torhout, Blankenberge, Zottegem, Menen, Wetteren, Lommel, Mortsel, Izegem, Veurne, Brasschaat, Boom, Ronse, Bree, Poperinge, Diksmuide, Neerpelt-Overpelt en Bilzen. De gemeenten die thans van een voorafname genieten, zijn onderlijnd. Meteen valt de ongelijke financiële behandeling op tussen ruimtelijk gelijk gerangschikte gemeenten. Ook de uiteindelijke hiërarchie van alle Vlaamse steden (pagina van het onderzoek) spoort slechts partieel met de manier waarop Vlaanderen financiële middelen onder de gemeenten verdeelt. 29. In het traject naar de totstandkoming van een Witboek voor het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) 21 heeft SumResearch in opdracht van Ruimte Vlaanderen, in 2013 een onderzoek (stuk 3) gevoerd naar de stedenstructuur in Vlaanderen. In deze studie wordt aan de hand van vijf indicatoren (knooppuntwaarde, voorzieningenniveau, integratie in de economische structuur, internationale connectiviteit en verstedelijkingsgraad) een actuele typologie van steden 20 Op te merken valt dat voor deze stad op pagina 56 van het onderzoek een fout is geslopen. Daar waar Geraardsbergen voor de detailhandelsfunctie in 1997 op de 49 ste plaatst stond, is er voor deze functie in 2010 geen enkele (!) vermelding meer van deze stad. Dat kan niet kloppen. De vraag stelt zich naar de gevolgen op de uiteindelijke hiërarchie op pagina

19 19 opgebouwd. Op pag. 46 van het onderzoeksrapport krijgt men een overzicht van de 7 finale typologieën van een 90-tal steden: 1. Top Stedelijke regio Antwerpen, Gent 2. Stedelijke regio niveau 1 Leuven, Brugge, Mechelen, Hasselt, Kortrijk 3. Stedelijke regio niveau 2 Aalst, Sint-Niklaas, Oostende, Roeselare, Zaventem, Vilvoorde, Halle, Lier, Dendermonde, Asse, Genk, Turnhout 4. Openbaar vervoer-knooppuntstad Lokeren, Beveren, Tienen, Herentals, Waregem, Oudenaarde, Denderleeuw, Aarschot, Mortsel, Geraardsbergen, Merelbeke, Wetteren, Deinze, Zottegem, De Pinte 5. Verzorgende stad niveau 1 Geel, Sint-Truiden, Diest, Ieper, Tongeren, Mol, Knokke-Heist, Diepenbeek 6. Verzorgende stad niveau 2 Heist-op-den-Berg, Dilbeek, Ninove, Kontich, Willebroek, Puurs, Menen, Liedekerke, Sint- Katelijne-Waver, Temse, Boom, Izegem, Harelbeke, Tielt, Landen, Bornem, Wevelgem, Bilzen, Haacht, Ternat, Kapellen, Beringen, Erpe-Mere, Lede, Aalter, Zele, Lommel, Torhout, Eeklo, Ronse, Essen, Lichtervelde, Blankenberge, Diksmuide 7. Beperkte stedelijke functie 24 gemeenten De gemeenten die thans van een voorafname genieten, zijn onderlijnd. Ook hier is er geen objectief verband tussen de voorafnames die sommige gemeenten wel en andere niet krijgen in het Gemeentefonds. 30. In dat verband kan ook verwezen worden naar de door Belfius Bank uitgewerkte typologie van gemeenten (stuk 6). Deze classificatie is een statistische oefening met als onderliggend doel gemeenten met een vergelijkbare sociaaleconomische omgeving onder te brengen in zo homogeen mogelijke klassen en op die manier een geschikt referentiekader uit te werken om de financiële aspecten van de gemeenten te kunnen vergelijken (zoals de belastingcapaciteit, het investeringsniveau, de uitgaven voor sociale bijstand en veiligheid, de schuldgraad...). Hierbij worden de gemeenten die op demografisch, economisch en sociaal gebied het dichtst bij elkaar aanleunen geclusterd aan de hand van meer dan 150 indicatoren waaronder de tewerkstellingsgraad, de grondbestemming, de economische activiteit, de leeftijdsstructuur van de bevolking, de scholingsgraad, het gemiddelde inkomen, de demografische evolutie, de kadastrale inkomens, de bevolkingsdichtheid

20 20 In deze typologie worden de volgende gemeenten als centrumgemeenten aangemerkt (pg. 60 van de studie): 5. Centrumgemeenten 5.1. Middelgrote steden (Cluster V5) Aarschot, Dendermonde, Diest, Diksmuide, Eeklo, Geel, Geraardsbergen, Halle, Herentals, Ieper, Leopoldsburg, Lier, Mol, Ninove, Oudenaarde, Poperinge, Sint-Truiden, Tielt, Tienen, Tongeren, Torhout, Veurne, Wetteren en Zottegem 5.2. Regionale steden (Cluster V14) Aalst, Genk, Kortrijk, Mechelen, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout, Vilvoorde 5.3. Grote steden en regionale steden (Cluster V15) Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt, Leuven, Oostende De gemeenten die thans een voorafname genieten, zijn wederom onderlijnd. Ook hier is er geen objectief verband tussen de voorafnames die sommige gemeenten wel en andere niet krijgen in het Gemeentefonds. 31. Ook de SERV, de SARO en de Inspectie van Financiën hebben in hun respectieve adviezen bij het bestreden decreet gewezen op de nood aan een herverdeling van de middelen op basis van objectiveerbare verschillen. De SERV overwoog (met onder meer verwijzing naar het Advies van de Inspectie van Financiën): Met dit nieuwe fonds worden drie financieringskanalen gebundeld, m.n. het voormalige federale grootstedenbeleid, de stadsvernieuwingsprojecten en het Plattelandsfonds. De SERV vindt het vanuit de invalshoek administratieve vereenvoudiging positief dat deze drie subsidiestromen in één regelgevend kader worden geïntegreerd. De SERV vraagt wel dat Vlaamse overheid op basis van (reeds bestaand en desgevallend nieuw) wetenschappelijk onderzoek nagaat hoe de relevante gemeentelijke financieringsstromen vanuit Vlaanderen kunnen worden geïntegreerd en gestroomlijnd met het oog op een herverdeling tussen de gemeenten op basis van objectiveerbare verschillen De omstandigheid dat centrumsteden specifieke behoeften zouden hebben, kan bovendien op zichzelf evenmin verantwoorden dat de basisdotatie wordt voorbehouden aan de 34 nominatief vermelde gemeenten en de 10 kustgemeenten. Deze specifieke behoefte is niet aangetoond en de aanduiding van de 34 nominatief vermelde centrumsteden berust op zich immers op willekeur en historische motieven die thans achterhaald 22 Parl. St. Vl. Parl , 986/1,

21 21 zijn. 33. Deze discriminatie komt ook bovenop de bevoorrechte en discriminerende positie die de 34 nominatief vermelde centrumsteden reeds genieten bij de verdeling van de middelen van het Vlaams Gemeentefonds (zie afzonderlijke vernietigingsprocedure tegen het reeds voormelde decreet van 2 december 2016). - Deze 34 gemeenten zijn krachtens artikel 6 van het decreet Vlaams Gemeentefonds van 5 juli 2002 zoals ingevoegd bij het artikel 2 decreet van 2 december 2016 reeds gerechtigd op een voorafname van 40,9641% van het Vlaams Gemeentefonds. Met een voorafname van 40,9641% op de middelen van het Vlaams Gemeentefonds gaat het nochtans om een zeer aanzienlijk aandeel van de middelen. - Daarbovenop wordt de verdeling van de aanvullende dotatie bedoeld in Hoofdstuk IIIquinquies van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds zoals ingevoegd door artikel 3 t.e.m. 7 van het decreet van 2 december 2016, voorbehouden aan 13 centrumgemeenten (Antwerpen, Gent, Aalst, Brugge, Genk, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende Roeselare, Sint- Niklaas en Turnhout). In dat verband kan worden verwezen naar de afzonderlijke vernietigingsprocedure tegen het voormelde decreet van 2 december De 34 nominatief genoemde centrumsteden worden aldus in diverse financieringskanalen en dus cumulatief bevoordeeld ten opzichte van de andere gemeenten en dit telkens zonder redelijke verantwoording. 34. Het is bijgevolg niet objectief en redelijk verantwoord om in het bestreden decreet op zichzelf genomen, minstens rekening houdende met de cumulatieve bevoordeelde positie waarin deze 34 gemeenten zich reeds bevinden bij de verdeling van de middelen van het Gemeentefonds en de aanvullende dotatie daarbovenop de subsidies voor stadsvernieuwingsprojecten wederom exclusief voor te behouden aan 34 nominatief genoemde gemeenten en deze financieel nogmaals te bevoordelen ten opzichte van de andere gemeenten zonder dat hiervoor een objectieve en redelijke verantwoording bestaat. 35. Het eerste onderdeel bij het enig middel is bijgevolg gegrond.

22 22 C. TWEEDE ONDERDEEL: HET VERSCHIL IN BEHANDELING TUSSEN VIJF GENOEMDE CENTRUMSTEDEN ONDERLING ENERZIJDS EN HET VERSCHIL IN BEHANDELING TUSSEN DE VIJF GENOEMDE CENTRUMSTEDEN EN DE OVERIGE CENTRUMSTEDEN ANDERZIJDS 36. Het bestreden decreet voert een dubbel verschil in behandeling in, met name enerzijds tussen de centrumsteden Antwerpen, Gent, Sint-Niklaas, Mechelen en Oostende onderling en anderzijds tussen de vijf genoemde centrumsteden en de overige centrum- en provinciale steden. Vooreerst krijgen de vijf genoemde centrumsteden een verschillend en niet objectief en redelijk verantwoord aandeel in het gedeelte van het Fonds dat bestemd is voor die vijf centrumsteden voor investeringen in stadsvernieuwingsprojecten. Met name wordt 46,36% van de fonds voorzien voor de vijf voormelde centrumsteden en als volgt opgesplitst: 34,79% voor Antwerpen, 7,25% voor Gent, 1,79% voor Sint-Niklaas, 1,66% voor Mechelen en 0,87 % voor Oostende. Vervolgens bepaalt de decreetgever zelf voor de vijf genoemde centrumsteden een vast aandeel aan subsidies voor investeringen in stadsvernieuwingsprojecten, terwijl de overige centrumsteden en provinciale steden projecten moeten indienen waarover de Vlaamse Regering dient te beslissen. 37. De memorie van toelichting bij het bestreden decreet beperkt er zich toe aan te geven dat de verdeelsleutel is gebaseerd op de historische verhoudingen van de drie vroegere subsidiekanalen die gebundeld worden in het fonds. Zoals ook de Afdeling Wetgeving van de Raad van State in het advies nr /I/V van 23 september 2016 vaststelde, berust het ingevoerde verschil in behandeling niet op objectieve criteria die het verschil in behandeling redelijk kunnen verantwoorden: 5.2. In de memorie van toelichting wordt de verschillende behandeling verantwoord door er op te wijzen dat de verdeelsleutel is gebaseerd op de historische verhoudingen van de drie vroegere subsidiekanalen die gebundeld worden in dit fonds. Dit neemt niet weg dat door het opnieuw vaststellen van dezelfde verdeelsleutel de decreetgever vorm geeft aan een nieuwe wilsuiting ten aanzien van die verdeling en van de ongelijke behandeling die daaruit voortvloeit. Het staat bijgevolg aan de decreetgever om in het licht van het grondwettelijke gelijkheidsbeginsel de gekozen verdeelsleutel opnieuw te verantwoorden, daarbij onder meer rekening houdend met, enerzijds, de eventuele wijzigingen die zich op het terrein hebben voorgedaan in de situatie van de centrumsteden (qua bevolkingsaantal, bevolkingssamenstelling, de aanwezigheid van stedelijke problemen...) en, anderzijds, het gegeven dat om de centrumsteden in het kader van het stadsvernieuwingsbeleid anders te behandelen zal moeten worden aangetoond dat zij ten aanzien van die materie, die duidelijk verschilt van het zogenaamde grootstedenbeleid, zich

VR DOC.1224/2

VR DOC.1224/2 VR 2016 1811 DOC.1224/2 Ontwerp van decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van (groot)stedelijke en plattelandsinvesteringen.

Nadere informatie

VERZOEK TOT NIETIGVERKLARING

VERZOEK TOT NIETIGVERKLARING Grondwettelijk Hof Verzoek tot nietigverklaring VERZOEK TOT NIETIGVERKLARING Aan de heren voorzitters en de dames en heren rechters van het Grondwettelijk Hof DATUM: 19 april 2017 VOOR : 1. De stad GERAARDSBERGEN,

Nadere informatie

nr. 170 van JOS DE MEYER datum: 24 december 2014 aan HILDE CREVITS

nr. 170 van JOS DE MEYER datum: 24 december 2014 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 170 van JOS DE MEYER datum: 24 december 2014 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Lokaal flankerend onderwijsbeleid Subsidies

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2016 1811 DOC.1224/5 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.902/1/V van 23 september 2016 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest tot vaststelling van

Nadere informatie

VR DOC.0858/3

VR DOC.0858/3 Memorie van Toelichting Voorontwerp van decreet houdende de uitvoering van het decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Fonds ter stimulering van (groot)stedelijke-

Nadere informatie

Een duaal Vlaanderen. Gemeentefonds

Een duaal Vlaanderen. Gemeentefonds 1 Een duaal Vlaanderen Recent verscheen in de krant Het Nieuwsblad de Grote Gemeentetest waarbij de Vlaamse gemeenten een soort ranking kregen op basis van een aantal parameters. Ook andere media onderzoeken

Nadere informatie

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s)

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s) SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK

Nadere informatie

Zorgvragers en zorgverstrekkers Amai! Wat een uitdaging

Zorgvragers en zorgverstrekkers Amai! Wat een uitdaging Zorgvragers en zorgverstrekkers Amai! Wat een uitdaging Omgaan met Armoede Geel, avondsymposium, 16 april 2015 Eric Nysmans, directeur Welzijnszorg Kempen Armoede en Gezondheid Sociale gezondheidskloof

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 5 juli

Nadere informatie

2. Welk subsidiebedrag werd aan elk van deze erkende Huizen van het Kind toegekend?

2. Welk subsidiebedrag werd aan elk van deze erkende Huizen van het Kind toegekend? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 252 van LIES JANS datum: 15 januari 2015 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Huizen van het kind - Subsidiëring Huizen van het Kind bundelt verschillende

Nadere informatie

voorgesteld na indiening van het verslag

voorgesteld na indiening van het verslag ingediend op 898 (2016-2017) Nr. 3 23 november 2016 (2016-2017) Amendementen voorgesteld op het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de

Nadere informatie

177 Zwevegem 105,7 003E20 22 50N48 45 31 100 ND

177 Zwevegem 105,7 003E20 22 50N48 45 31 100 ND Lijst van Vlaamse frequenties voor lokale radio Lokaliteit Frequentie Lengte Breedte Antennehoogte Vermogen Antennepatroon (MHz) (OL ' '' ) (NB ' '' ) (m) (Watt) (D/ND) 1 Aalst 90,0 004E03 00 50N57 00

Nadere informatie

Deze bedragen zijn louter informatief en er kunnen geen rechten aan ontleend worden.

Deze bedragen zijn louter informatief en er kunnen geen rechten aan ontleend worden. Aalst 53 605,00 77 914,70 Aalter 38 882,50 18 001,32 Aarschot 42 413,00 27 885,00 Aartselaar 66 470,20 14 884,28 Alken 66 470,20 11 708,32 Alveringem 20 204,48 nvt Anderlecht 53 605,00 nvt Antwerpen 53

Nadere informatie

nr. 348 van CHRIS JANSSENS datum: 8 februari 2016 aan LIESBETH HOMANS Integratiesector - Werking

nr. 348 van CHRIS JANSSENS datum: 8 februari 2016 aan LIESBETH HOMANS Integratiesector - Werking SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 348 van CHRIS JANSSENS datum: 8 februari 2016 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE

Nadere informatie

BEVRAGING IKG. UnieKO VZW Kasteeldreef 66/ Beveren

BEVRAGING IKG. UnieKO VZW Kasteeldreef 66/ Beveren BEVRAGING IKG UnieKO VZW Kasteeldreef 66/1 9120 Beveren 7 juni 2012 UnieKO VZW, Kasteeldreef 66/1, 9120 Beveren - 2012 Deze studie is eigendom van VZW UnieKO en is beschermd door de copyrightwetgeving

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP N. 2003 352 [C 2003/35047] 8 NOVEMBER 2002. Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de lijst van de bodemsaneringen waarvan de uitvoering ambtshalve

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING EN DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Voorontwerp

Nadere informatie

KOV Uitbreiding inkomensgerelateerde opvangplaatsen vanaf 2011 aanvulling

KOV Uitbreiding inkomensgerelateerde opvangplaatsen vanaf 2011 aanvulling 15 maart 2011 Nr. 07/11 Bestemd voor: Alle Leden Uitbreiding inkomensgerelateerde opvangplaatsen vanaf 2011 aanvulling Op 02.02.2011 zonden we u een @ctua -5/11 aangaande de uitbreiding van de inkomensgerelateerde

Nadere informatie

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor Dit document bevat het aantal productie-installaties en het nominaal geïnstalleerd elektrisch

Nadere informatie

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per aanmerking komt voor Dit document bevat het aantal productie-installaties en het nominaal geïnstalleerd elektrisch of mechanisch vermogen van

Nadere informatie

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per aanmerking komt voor Dit document bevat het aantal productie-installaties en het nominaal geïnstalleerd elektrisch of mechanisch vermogen van

Nadere informatie

Graag zou ik beschikken over de gegevens van de inschrijvingsprocedure voor het schooljaar

Graag zou ik beschikken over de gegevens van de inschrijvingsprocedure voor het schooljaar SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 333 van JO DE RO datum: 21 april 2016 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Onderwijs - Weigering inschrijving leerlingen

Nadere informatie

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : huidig erkende functies per vestigingsplaats

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : huidig erkende functies per vestigingsplaats Naam Naam ZA Pall 009 Antwerpen Algemeen Ziekenhuis Middelheim Antwerpen ZiekenhuisNetwerk Antwerpen 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Antwerpen Campus Middelheim 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 Antwerpen Campus ZNA Middelheim

Nadere informatie

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per aanmerking komt voor Dit document bevat het aantal productie-installaties en het nominaal geïnstalleerd elektrisch of mechanisch vermogen van

Nadere informatie

2. Hoeveel budget werd daartoe uitgetrokken uit de Vlaamse begroting per begrotingsjaar? Graag een overzicht sinds de invoering van de maatregel.

2. Hoeveel budget werd daartoe uitgetrokken uit de Vlaamse begroting per begrotingsjaar? Graag een overzicht sinds de invoering van de maatregel. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 722 van ANN SOETE datum: 7 september 2018 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Steden en gemeenten - Premiestelsels Eén van de meest hinderlijke

Nadere informatie

Aantal leerlingen in het Nederlandstalig buitengewoon onderwijs naar fusiegemeente (hoofdzetel), onderwijsniveau, type en geslacht

Aantal leerlingen in het Nederlandstalig buitengewoon onderwijs naar fusiegemeente (hoofdzetel), onderwijsniveau, type en geslacht 2012-2013 in het Nederlandstalig buitengewoon onderwijs naar fusiegemeente (hoofdzetel), onderwijsniveau, type Toelichting: Deze tabel bevat het aantal leerlingen in het Nederlandstalig buitengewoon kleuter-,

Nadere informatie

Huisvestingsmaatschappij (VHM) beschikt niet over de cijfergegevens verdeeld volgens de erkende woonnoodgebieden.

Huisvestingsmaatschappij (VHM) beschikt niet over de cijfergegevens verdeeld volgens de erkende woonnoodgebieden. Vraag nr. 22 van 22 oktober 1999 van de heer CARL DECALUWE Sociale huursector Huurachterstallen 1. Kan de minister mij, in opvolging van mijn schriftelijke vraag nr. 157 van 30 mei 1997 ( B u l - letin

Nadere informatie

13 DECEMBER Decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds

13 DECEMBER Decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds 13 DECEMBER 2002 - Decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds (Gecoördineerde versie, aangepast aan het programmadecreet van 19 december 2003 houdende

Nadere informatie

nr. 344 van JO DE RO datum: 18 maart 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 344 van JO DE RO datum: 18 maart 2015 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 344 van JO DE RO datum: 18 maart 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Inschrijvingen onderwijs Stand van zaken De

Nadere informatie

Art. 2. In 2019 is er een totaal te verdelen nieuw subsidiebudget van euro (twee miljoen zeshonderdentwaalfduizend euro).

Art. 2. In 2019 is er een totaal te verdelen nieuw subsidiebudget van euro (twee miljoen zeshonderdentwaalfduizend euro). Ministerieel besluit van 27 maart 2019 (BS 17 mei 2019) tot uitvoering van artikel 57 van het Procedurebesluit van 9 mei 2014, wat betreft de programmatieregels voor de verdeling van de subsidie voor ruimere

Nadere informatie

In opvolging van mijn schriftelijke vraag nr. 789 van 16 februari 2017 had ik graag een stand van zaken gekregen van de Vlaamse fietsostrades.

In opvolging van mijn schriftelijke vraag nr. 789 van 16 februari 2017 had ik graag een stand van zaken gekregen van de Vlaamse fietsostrades. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1172 van LYDIA PEETERS datum: 6 juni 2018 aan BEN WEYTS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN Fietssnelwegen - Stand van zaken

Nadere informatie

nr. 31 van LYDIA PEETERS datum: 16 oktober 2015 aan GEERT BOURGEOIS Archeologische zones in stadskernen - Openbaar onderzoek

nr. 31 van LYDIA PEETERS datum: 16 oktober 2015 aan GEERT BOURGEOIS Archeologische zones in stadskernen - Openbaar onderzoek SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 31 van LYDIA PEETERS datum: 16 oktober 2015 aan GEERT BOURGEOIS MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED Archeologische

Nadere informatie

Aantal gezinnen per provincie per dienst per jaar

Aantal gezinnen per provincie per dienst per jaar Aantal gezinnen per provincie per dienst per jaar 2013 2014 2015 provincie Antwerpen De Regenboog 516 513 518 Familiehulp 11.904 12.294 12.919 Gezinszorg Villers 1.952 2.042 2.118 Joodse Centrale 106 123

Nadere informatie

nr. 173 van LYDIA PEETERS datum: 6 januari 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 173 van LYDIA PEETERS datum: 6 januari 2015 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 173 van LYDIA PEETERS datum: 6 januari 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Lokaal onderwijsbeleid Besparing op subsidies

Nadere informatie

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Slagkrachtige stad, rubriek data. Stad Genk Publicatie Inkomens

Voor meer cijfers, zie  beleidsdomein Slagkrachtige stad, rubriek data. Stad Genk Publicatie Inkomens De Algemene Directie Statistiek van de FOD Economie publiceerde de cijfers over het netto belastbaar inkomen van 2014 (aanslagjaar 2015). De cijfers zijn gebaseerd op de aangiften in de personenbelastingen.

Nadere informatie

Kinderen Eerst! Op weg naar een Huis van het Kind in Heist-op-den- Heist-op-den-Berg Mortsel Huis van het Kind Boechout Boechout

Kinderen Eerst! Op weg naar een Huis van het Kind in Heist-op-den- Heist-op-den-Berg Mortsel Huis van het Kind Boechout Boechout ANTWERPEN Antwerpen Huis van het Kind Zwijndrecht Zwijndrecht, Burcht Boom Huis van het Kind Aartselaar Aartselaar Brasschaat Huis van het Kind Essen Essen Brasschaat Huis van het Kind: De Pagadder Stabroek

Nadere informatie

VERKIEZING VAN HET EUROPESE PARLEMENT VAN 26 MEI VERKLARING VAN BEWILLIGING

VERKIEZING VAN HET EUROPESE PARLEMENT VAN 26 MEI VERKLARING VAN BEWILLIGING 1/9 Nederlandse kiescollege FORMULIER C/11 VERKIEZING VAN HET EUROPESE PARLEMENT VAN 26 MEI 2019. VERKLARING VAN BEWILLIGING Wij, ondergetekenden, kandidaten voorgedragen voor het Europese Parlement, door

Nadere informatie

ADVIES OVER HET FONDS TER STIMULERING VAN STEDELIJKE EN PLATTELANDSINVESTERINGEN

ADVIES OVER HET FONDS TER STIMULERING VAN STEDELIJKE EN PLATTELANDSINVESTERINGEN ADVIES OVER HET FONDS TER STIMULERING VAN STEDELIJKE EN PLATTELANDSINVESTERINGEN Advies 2016-18 / 20.10.2016 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1

Nadere informatie

VR DOC.1224/1

VR DOC.1224/1 VR 2016 1811 DOC.1224/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING EN DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE VLAAMSE

Nadere informatie

WELKOM. Jeugdwerk in de Stad

WELKOM. Jeugdwerk in de Stad WELKOM op het startmoment van het traject Jeugdwerk in de Stad Stedelijkheid? Heel breed! Stedelijkheid beperkt zich niet tot de kern van steden, maar lekt naar randgebieden Het Brussels Hoofdstedelijk

Nadere informatie

VERKIEZING VAN HET EUROPESE PARLEMENT VAN 13 JUNI 2004. Verklaring van bewilliging in kandidaatstelling. 1... 2... 3...

VERKIEZING VAN HET EUROPESE PARLEMENT VAN 13 JUNI 2004. Verklaring van bewilliging in kandidaatstelling. 1... 2... 3... FORMULIER C/13 Nederlandse kiescollege VERKIEZING VAN HET EUROPESE PARLEMENT VAN 13 JUNI 2004 Verklaring van bewilliging in kandidaatstelling. Wij, ondergetekenden, kandidaten voorgedragen voor het Europese

Nadere informatie

Stedenfonds.

Stedenfonds. 1 Stedenfonds Welke lokale besturen komen in aanmerking De 13 centrumsteden en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). Het stedenfonds richt zich ook tot de VGC, maar de VGC valt niet onder het toepassingsgebied

Nadere informatie

VASTGOEDPRIJZEN 2010

VASTGOEDPRIJZEN 2010 UPDATE CIJFERS VASTGOEDPRIJZEN 2010 Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Verwerking: Stad Genk, Dienst Beleidsplanning De statistieken over de vastgoedprijzen zijn

Nadere informatie

Kringwinkels waar je rondleidingen kan volgen

Kringwinkels waar je rondleidingen kan volgen Kringwinkels waar je rondleidingen kan volgen West-Vlaanderen De Kringwinkel 't RAD Winkelpunten: Brugge, Beernem, Blankenberge, Knokke-Heist, Zedelgem, Sint-Andries Contactpersoon: Serge Geloen 0478/80

Nadere informatie

VREDEGER AR CORR 2009 Arrondissementen % van gemiddelde aantal < 100 % Subtotaal 5707 Ger. Arr. Dend. Afd. Aalst

VREDEGER AR CORR 2009 Arrondissementen % van gemiddelde aantal < 100 % Subtotaal 5707 Ger. Arr. Dend. Afd. Aalst VREDEGER AR CORR 2009 Arrondissementen % van gemiddelde aantal < 100 % 1 Aalst I 1586 99 1 2 Aalst II 2952 185 3 Ninove 1169 73 2 5707 Ger. Arr. Dend. Afd. Aalst 4 Dendermonde * 1655 104 3* 5 Hamme * 532

Nadere informatie

VREDEGER B-reeks VERSCHIL Arrondissementen % 1 Aalst I Aalst II Ninove Subtotaal Ger.

VREDEGER B-reeks VERSCHIL Arrondissementen % 1 Aalst I Aalst II Ninove Subtotaal Ger. VREDEGER B-reeks 2008 2009 VERSCHIL Arrondissementen % 1 Aalst I 528 533 5 2 Aalst II 698 671-27 3 Ninove 591 385-206 Subtotaal 1817 1589-228 Ger. Arr. Dend. Afd. Aalst -13 4 Dendermonde 398 269-129 5

Nadere informatie

VR DOC.1224/3

VR DOC.1224/3 VR 2016 1811 DOC.1224/3 Memorie van Toelichting Ontwerp van decreet houdende de uitvoering van het decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Fonds ter stimulering

Nadere informatie

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : huidig erkende functies per vestigingsplaats

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : huidig erkende functies per vestigingsplaats Naam ZA Pall 009 Antwerpen Algemeen Ziekenhuis Middelheim Antwerpen ZiekenhuisNetwerk Antwerpen Antwerpen Campus Middelheim 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 Antwerpen Campus ZNA Middelheim / Koningin Paola Kinder

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 SEPTEMBER 2015 F.13.0125.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0125.N GEMEENTE KOKSIJDE, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met kantoor te 8670 Koksijde, Zeelaan

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft:

Nadere informatie

Kringwinkels waar je rondleidingen kan volgen

Kringwinkels waar je rondleidingen kan volgen Kringwinkels waar je rondleidingen kan volgen West-Vlaanderen De Kringwinkel 't RAD Winkelpunten: Brugge, Beernem, Blankenberge, Knokke-Heist, Zedelgem Contactpersoon: Serge Geloen 0478/80 32 28 serge.geloen@trad.be

Nadere informatie

VASTGOEDPRIJZEN 2009

VASTGOEDPRIJZEN 2009 UPDATE CIJFERS VASTGOEDPRIJZEN 2009 Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Verwerking: Stad Genk, Dienst Beleidsplanning De statistieken over de vastgoedprijzen zijn

Nadere informatie

Algemene ziekenhuizen : erkenningsbesluiten : momenteel geldend voor niercentra

Algemene ziekenhuizen : erkenningsbesluiten : momenteel geldend voor niercentra Algemene ziekenhuizen : sen : momenteel geldend voor entra CAD CAD Adres CAD 009 Netwerk Campus ZNA Middelheim / Koningin Paola Kinder 19/2/2016 7/9/2014 Campus ZNA Middelheim / Koningin Paola Kinder Campus

Nadere informatie

STATISTISCHE INFORMATIE CENTRUMSTEDEN

STATISTISCHE INFORMATIE CENTRUMSTEDEN STATISTISCHE IFORMATIE CETRUMSTEDE... FIACIERIG, BELASTIGE,. 1. FIACIERIG Gemeentefonds 2002 (oude fondsen) 2010 (stad en OCMW samen) Stad Oude fondsen 2002 Gemeentefonds 2010 Evolutie 2002-2010 Bedrag

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd N. 2002 1572 [C 2002/35570] 22 FEBRUARI 2002. Besluit van de Vlaamse Gemeenschap houdende vaststelling van de lijst van de bodemsaneringen waarvan de uitvoering ambtshalve door de Openbare Afvalstoffenmaatschappij

Nadere informatie

Stad Genk Publicatie Vastgoedprijzen

Stad Genk Publicatie Vastgoedprijzen De statistieken over de vastgoedprijzen zijn gebaseerd op gegevens afkomstig van het Kadaster van de FOD Financiën en betreffen de verkopen die onderworpen zijn aan het stelsel van registratierechten.

Nadere informatie

Onze zitdagen in de provincies vanaf oktober 2015

Onze zitdagen in de provincies vanaf oktober 2015 Onze zitdagen in de provincies vanaf oktober 2015 Heb je vragen voor de Directie-generaal Personen met een handicap? Stel ze persoonlijk aan onze maatschappelijk assistenten! Zij houden zitdagen in elke

Nadere informatie

De Ambrassade raadt de Vlaamse Regering aan actief op zoek te gaan naar mogelijke locaties om blinde vlekken zelf te ontsluiten.

De Ambrassade raadt de Vlaamse Regering aan actief op zoek te gaan naar mogelijke locaties om blinde vlekken zelf te ontsluiten. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1412 van TINE SOENS datum: 26 juni 2015 aan BEN WEYTS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN Aanbod jeugdverblijven - Hiaten De

Nadere informatie

57722 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

57722 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 57722 BELGISCH STAATSBLAD 26.10.2006 Ed. 2 MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID N. 2006 4313 [C 2006/36544] 1 SEPTEMBER 2006. Besluit van de Vlaamse Regering houdende de bepaling van het aantal particuliere

Nadere informatie

Analysenota politieke situatie Centrumgemeenten +30.000 inwoners in Vlaanderen

Analysenota politieke situatie Centrumgemeenten +30.000 inwoners in Vlaanderen Analysenota politieke situatie Centrumgemeenten +30.000 inwoners in Vlaanderen BASISGEGEVENS - de Vlaamse Centrumsteden die minstens 30.000 inwoners tellen (32 in totaal), bepaald volgens het Ruimtelijk

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.183/1 van 9 april 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, wat betreft

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 23 december 2016 tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering

Nadere informatie

Advies bij het voorontwerp van besluit tot uitvoering van het decreet Vlaams Fonds ter stimulering van (groot-) stedelijke en plattelandsinvesteringen

Advies bij het voorontwerp van besluit tot uitvoering van het decreet Vlaams Fonds ter stimulering van (groot-) stedelijke en plattelandsinvesteringen Advies Algemene Raad Advies bij het voorontwerp van besluit tot uitvoering van het decreet Vlaams Fonds ter stimulering van (groot-) stedelijke en plattelandsinvesteringen Op vraag van Vlaams minister

Nadere informatie

nr. 478 van GRETE REMEN datum: 30 maart 2017 aan PHILIPPE MUYTERS OCMW s - Samenwerking met Dyzo

nr. 478 van GRETE REMEN datum: 30 maart 2017 aan PHILIPPE MUYTERS OCMW s - Samenwerking met Dyzo SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 78 van GRETE REMEN datum: maart 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT OCMW s - Samenwerking met begeleidt zelfstandige ondernemers in

Nadere informatie

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Slagkrachtige stad, rubriek data. Stad Genk Publicatie Inkomens 2013 1

Voor meer cijfers, zie  beleidsdomein Slagkrachtige stad, rubriek data. Stad Genk Publicatie Inkomens 2013 1 De Algemene Directie Statistiek van de FOD Economie publiceerde de cijfers over het netto belastbaar inkomen van 2013 (aanslagjaar 2014). De cijfers zijn gebaseerd op de aangiften in de personenbelastingen.

Nadere informatie

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor Dit document bevat het aantal productie-installaties en het nominaal geïnstalleerd elektrisch

Nadere informatie

Oproep kandidaten nieuwe subsidies kinderopvang

Oproep kandidaten nieuwe subsidies kinderopvang Oproep kandidaten nieuwe subsidies kinderopvang INLEIDING De Vlaamse Regering stelt nieuwe middelen ter beschikking voor subsidies voor kinderopvang van baby s en peuters. Aanvragen zijn mogelijk tot woensdag

Nadere informatie

Oost-Vlanderen Carnavalstoet Ronse Starttijd 18:10 Carnavalstoet Zottegem Starttijd 18:30

Oost-Vlanderen Carnavalstoet Ronse Starttijd 18:10 Carnavalstoet Zottegem Starttijd 18:30 Zaterdag 10 Januari 2015 Oost-Vlanderen Carnavalstoet Ronse 10-01-2015 Starttijd 18:10 Carnavalstoet Zottegem 10-01-2015 Starttijd 18:30 Zaterdag 31 Janari 2015 Oost-vlaanderen Lichtstoet Brakel 31-01-2015

Nadere informatie

BIJLAGE 1: Overzicht projecten met een link naar ouderbetrokkenheid i.h.k.v. FLOB en bijhorende financiering

BIJLAGE 1: Overzicht projecten met een link naar ouderbetrokkenheid i.h.k.v. FLOB en bijhorende financiering Antwoord voor wat betreft de bevoegdheid Onderwijs van de vice-minister president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Onderwijs BIJLAGE 1: Overzicht projecten met een link naar ouderbetrokkenheid

Nadere informatie

Gezondheidsindicatoren Vlaams Gewest Sterfteatlas van Vlaanderen - beperkte update

Gezondheidsindicatoren Vlaams Gewest Sterfteatlas van Vlaanderen - beperkte update / archief cijfers Gezondheidsindicatoren 2008-2012 Vlaams Gewest Sterfteatlas van Vlaanderen - beperkte update Gepubliceerd op: http:///cijfers 15/07/2015 Door: Heidi Cloots, Herwin De Kind, Erik Hendrickx,

Nadere informatie

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten

Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor warmtekrachtcertificaten Aantal productie-installaties en geïnstalleerd vermogen per technologie en per gemeente dat in aanmerking komt voor Dit document bevat het aantal productie-installaties en het nominaal geïnstalleerd elektrisch

Nadere informatie

Lijn 54 : Mechelen - Sint-Niklaas. Stations en haltes BORNEM MECHELEN PUURS SINT-NIKLAAS TEMSE WILLEBROEK

Lijn 54 : Mechelen - Sint-Niklaas. Stations en haltes BORNEM MECHELEN PUURS SINT-NIKLAAS TEMSE WILLEBROEK 54 Lijn 54 : Mechelen - Sint-Niklaas Stations en haltes BORNEM MECHELEN PUURS SINT-NIKLAAS TEMSE WILLEBROEK De Panne Veurne Poperinge ROOSENDAAL (NL) Essen Knokke Zeebrugge Noorderkempen Turnhout Blankenberge

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende de ondersteuning van stadsvernieuwingsprojecten. Stuk 930 ( ) Nr. 1.

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende de ondersteuning van stadsvernieuwingsprojecten. Stuk 930 ( ) Nr. 1. Stuk 930 (2001-2002) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2001-2002 13 november 2001 ONTWERP VAN DECREET houdende de ondersteuning van stadsvernieuwingsprojecten 1951 Stuk 930 (2001-2002) Nr. 1 2 MEMORIE VAN

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 : Volwassenenonderwijs

Hoofdstuk 6 : Volwassenenonderwijs Deel 1 SCHOOLBEVOLKING Hoofdstuk 6 : Volwassenenonderwijs 6.3. Basiseducatie Schooljaar 2007-2008 BASISEDUCATIE Aantal cursisten - aantal cursussen per centrum en provincie - kalenderjaar 2007-2008 Aantal

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.529/1 van 1 september 2016 over een voorontwerp van decreet betreffende de re-integratie van het Universitair Ziekenhuis Gent in de Universiteit Gent 2/6 advies

Nadere informatie

Infovergadering TENDER INTENSIEF WERKPLEKLEREN (TIW) 28/04/2015

Infovergadering TENDER INTENSIEF WERKPLEKLEREN (TIW) 28/04/2015 Infovergadering TENDER INTENSIEF WERKPLEKLEREN (TIW) 28/04/2015 Agenda Welkom Toelichting project Overzicht gestelde vragen en antwoorden Vragen? Algemeen Kader DE VERNIEUWDE AANPAK INTENSIEF WERKPLEKLEREN

Nadere informatie

VR DOC.1214/1BIS

VR DOC.1214/1BIS VR 2018 2610 DOC.1214/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van het besluit

Nadere informatie

VR MED.0463/1

VR MED.0463/1 VR 2017 0112 MED.0463/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Erkenning lokale radio-omroeporganisaties Bij decreet van 23 december 2016 houdende

Nadere informatie

Oproep kandidaten voor basissubsidie (trap 1) en voor subsidie inkomenstarief (trap 2)

Oproep kandidaten voor basissubsidie (trap 1) en voor subsidie inkomenstarief (trap 2) Oproep kandidaten voor basissubsidie (trap 1) en voor subsidie inkomenstarief (trap 2) Aan de organisatoren kinderopvang 10 juli 2018 INLEIDING Deze oproep richt zich tot kandidaten voor de basissubsidie

Nadere informatie

Artikel 1. In 2015 is er een totaal te verdelen subsidiebudget van 7,3 miljoen euro.

Artikel 1. In 2015 is er een totaal te verdelen subsidiebudget van 7,3 miljoen euro. 1 Ministerieel besluit van 11 december 2015 (BS 15 januari 2016) tot uitvoering van artikel 57 van het Procedurebesluit van 9 mei 2014, wat betreft de programmatieregels voor de verdeling van subsidies

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2015/0033 van 4 augustus 2015 in de zaak 1415/0262/A/2/0254 In zake: 1. de heer Marc DE SMET 2. de heer Marnix DECOCK beiden wonende te 8500 Kortrijk,

Nadere informatie

nr. 398 van BERT MAERTENS datum: 19 april 2018 aan LIESBETH HOMANS Autonome gemeentebedrijven - Activiteiten

nr. 398 van BERT MAERTENS datum: 19 april 2018 aan LIESBETH HOMANS Autonome gemeentebedrijven - Activiteiten SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 398 van BERT MAERTENS datum: 19 april 2018 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE

Nadere informatie

Lijn 21 : Genk - Landen. Stations en haltes ALKEN BOKRIJK GENK HASSELT KIEWIT LANDEN SINT-TRUIDEN

Lijn 21 : Genk - Landen. Stations en haltes ALKEN BOKRIJK GENK HASSELT KIEWIT LANDEN SINT-TRUIDEN 21 Lijn 21 : Genk - Landen Stations en haltes ALKEN BOKRIJK GENK HASSELT KIEWIT LANDEN SINT-TRUIDEN De Panne Veurne Poperinge ROOSENDAAL (NL) Essen Knokke Zeebrugge Noorderkempen Turnhout Blankenberge

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 68/2016 van 11 mei 2016 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 68/2016 van 11 mei 2016 A R R E S T Rolnummer 6315 Arrest nr. 68/2016 van 11 mei 2016 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 19quater, tweede lid, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 27 maart 1991 betreffende

Nadere informatie

Uitgezuiverde Uitgezuiverde subcap Aandeel niet IKT (T1) ifv 40%

Uitgezuiverde Uitgezuiverde subcap Aandeel niet IKT (T1) ifv 40% Zorgregio Gemeente Totale capaciteit vraag Rangorde obv potentiële Uitgezuiverde subcap T1 Uitgezuiverde Uitgezuiverde subcap T2 subcap T3 T0 Totale subcap Aandeel Aandeel niet IKT IKT (T1) (T2+T3) Aandeel

Nadere informatie

Lijn 26: Vilvoorde - Halle VETTERBEEK RETTERBEEK YBOONDAAL YDIESTELLE YSINT-JOB YMOENSBERG YBEERSEL YHUIZINGEN CHALLE

Lijn 26: Vilvoorde - Halle VETTERBEEK RETTERBEEK YBOONDAAL YDIESTELLE YSINT-JOB YMOENSBERG YBEERSEL YHUIZINGEN CHALLE nmbs.be 26 Lijn 26: Vilvoorde - Halle Stations en haltes AMECHELEN YWEERDE YMUIZEN YHOFSTADE YEPPEGEM YVILVOORDE YHAREN YBORDET YEVERE YMEISER YMERODE YDELTA YARCADEN VETTERBEEK yibrussel-luxemburg y#bbrussel-schuman

Nadere informatie

Stations en haltes. Lijn 34 : Luik-Guillemins - Hasselt

Stations en haltes. Lijn 34 : Luik-Guillemins - Hasselt Lijn : Luik-Guillemins - Hasselt Stations en haltes BILZEN DIEPENBEEK GLAAIEN HASSELT HERSTAL LIERS LUIK-GUILLEMINS LUIK-JONFOSSE LUIK-PALEIS MILMORT TONGEREN De Panne Veurne Poperinge ROOSENDAAL Essen

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

Sociale woonbeleidsconvenanten. Stand van zaken

Sociale woonbeleidsconvenanten. Stand van zaken Sociale woonbeleidsconvenanten Stand van zaken Decreet Grond- en Pandenbeleid Indien een gemeente reeds een sociaal huuraanbod van ten minste 9 % aanbiedt en ervoor kiest nog meer sociale huurwoningen

Nadere informatie

Lijst met GKB-codes zoals deze eind 2009 van kracht waren

Lijst met GKB-codes zoals deze eind 2009 van kracht waren Lijst met GKB-codes zoals deze eind 2009 van kracht waren Volgende lijst geeft een overzicht van de Instellingen met erkenningsnummer en GKB-nummer (op een grijze achtergrond) met daaronder het GKB-nummer

Nadere informatie

Overzicht DBS-gemeenten per systeem op 31 december

Overzicht DBS-gemeenten per systeem op 31 december Overzicht DBS-gemeenten per systeem op 31 december 2006 1 Systeem 1: procentuele tussenkomst op abonnementen Aalst 1/11/2005 1 50 % tussenkomst op Buzzy Pazz, Omnipas en Omnipas 60+ Aartselaar 1/08/2000

Nadere informatie

ADVIES VAN 26 OKTOBER 2016 OVER HET ONTWERP VAN DECREET VLAAMS INVESTERINGSFONDS

ADVIES VAN 26 OKTOBER 2016 OVER HET ONTWERP VAN DECREET VLAAMS INVESTERINGSFONDS ADVIES VAN 26 OKTOBER 2016 OVER HET ONTWERP VAN DECREET VLAAMS INVESTERINGSFONDS SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 1 II. GLOBALE BEOORDELING... 1 III. EEN VOLWAARDIG

Nadere informatie

Oost-Vlaanderen Bommelstoet Ronse Starttijd 18:10 Carnavalstoet Zottegem Starttijd 18:30

Oost-Vlaanderen Bommelstoet Ronse Starttijd 18:10 Carnavalstoet Zottegem Starttijd 18:30 hier vindt u de carnavalstoeten 2016 in vlaanderen heeft u ook nog carnavalstoeten 2016 die op deze lijst kunnen contacteer ons dan (Laatste update 03-01-2016 15:40 ) Zaterdag 9 Januari 2016 Bommelstoet

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen Grondwettelijk Hof 15 oktober 2015 Voorzitters: Rechters: Advocaten: A. Alen en J. Spreutels J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen N. Maes Grondwet gelijkheid en niet-discriminatie

Nadere informatie

Overzicht van de steden en gemeenten die een informatieveiligheidsconsulent hebben aangesteld en waarvoor de VTC een advies heeft gegeven

Overzicht van de steden en gemeenten die een informatieveiligheidsconsulent hebben aangesteld en waarvoor de VTC een advies heeft gegeven Overzicht van de steden en gemeenten die een informatieveiligheidsconsulent hebben aangesteld en waarvoor de VTC een advies heeft gegeven. Stand 9 december 2016 ( lijst 2016-08; kaart v12?)). Steden en

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten. Advies. van de Raad van State

Ontwerp van decreet. houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten. Advies. van de Raad van State stuk ingediend op 1529 (2011-2012) Nr. 11 20 juni 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten Advies van de Raad van

Nadere informatie

Mobiliteit schoolgaande bevolking van een gemeente - gewoon en buitengewoon secundair onderwijs

Mobiliteit schoolgaande bevolking van een gemeente - gewoon en buitengewoon secundair onderwijs 2015-2016 Mobiliteit schoolgaande bevolking van een gemeente - gewoon en buitengewoon secundair onderwijs Toelichting: In de tabellen zijn de leerlingen in het Nederlandstalig secundair onderwijs opgenomen,

Nadere informatie

Lijn 163 : Bastenaken-Noord - Libramont. Stations en haltes BASTENAKEN-NORD BASTENAKEN-ZUID LIBRAMONT

Lijn 163 : Bastenaken-Noord - Libramont. Stations en haltes BASTENAKEN-NORD BASTENAKEN-ZUID LIBRAMONT 163 Lijn 163 : Bastenaken-Noord - Libramont Stations en haltes BASTENAKEN-NORD BASTENAKEN-ZUID LIBRAMONT De Panne Veurne Poperinge ROOSENDAAL (NL) Essen Knokke Zeebrugge Noorderkempen Turnhout Blankenberge

Nadere informatie