VERZOEK TOT NIETIGVERKLARING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERZOEK TOT NIETIGVERKLARING"

Transcriptie

1 Grondwettelijk Hof Verzoek tot nietigverklaring VERZOEK TOT NIETIGVERKLARING Aan de heren voorzitters en de dames en heren rechters van het Grondwettelijk Hof DATUM: 19 april 2017 VOOR : 1. De stad GERAARDSBERGEN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 9500 Geraardsbergen, Weverijstraat 20; 2. De stad NINOVE, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 9400 Ninove, Centrumlaan 100; 3. De gemeente DENDERLEEUW, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 9470 Denderleeuw, Alfons De Cockstraat 1; 4. De stad LOMMEL, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3920 Lommel, Hertog Janplein 1; 5. De gemeente WETTEREN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 9230 Wetteren, Markt 1; 6. De gemeente HEUSDEN-ZOLDER, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3550 Heusden-Zolder, Heldenplein 1; 7. De gemeente MAASMECHELEN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3630 Maasmechelen, Heirstraat 239; 8. De gemeente HOUTHALEN-HELCHTEREN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3530 Houthalen-Helchteren, Pastorijstraat 30; 9. De gemeente BEVEREN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 9120 Beveren, Stationsstraat 2; 10. De gemeente DESTELBERGEN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 9070 Destelbergen, Dendermondsesteenweg 430; 11. De gemeente HERK-DE-STAD, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3540 Herk-de-Stad, Pikkeleerstraat 14; 12. De gemeente LOCHRISTI, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 9080 Lochristi, Dorp-West 52; 13. De gemeente ZONHOVEN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3520 Zonhoven, Kerkplein 1; 14. De gemeente TESSENDERLO, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3980 Tessenderlo, Markt;

2 2 15. De stad HALEN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3545 Halen, Markt 14; 16. De gemeente ALKEN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3570 Alken, Hoogdorpsstraat 38; 17. De gemeente LUMMEN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 3560 Lummen, Gemeenteplein 13; 18. De gemeente WICHELEN, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 9260 Wichelen, Oud Dorp 2; 19. De gemeente NAZARETH, vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, zetelend te 9810 Nazareth, Dorp 1. Verzoekende partijen bijgestaan en vertegenwoordigd door mr. JÜRGEN VANPRAET, advocaat aan de balie te Brugge, met kantoor gevestigd te 8210 Zedelgem, Spoorwegstraat 11, waar keuze van woonplaats wordt gedaan. BESTREDEN BESLISSING: Het decreet van 2 december 2016 tot wijziging van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds en tot opheffing van het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams stedenfonds (BS van 30 december 2016).

3 3 INHOUD INHOUD... 3 I. VOORWERP VAN HET VERNIETIGINGSBEROEP... 4 II. AFZONDERLIJK VERNIETIGINGSBEROEP TEGEN HET DECREET VAN 23 DECEMBER III. RETROACTEN M.B.T. HET BESTREDEN DECREET EN PARLEMENTAIRE VOORBEREIDING5 A. VERDELING VAN DE MIDDELEN VAN HET VLAAMS GEMEENTEFONDS (ART. 2) Decreet Parlementaire voorbereidingen... 6 B. VASTSTELLING EN VERDELING VAN DE AANVULLENDE DOTATIE VOOR DE CENTRUMSTEDEN (ART. 3 T.E.M. 7) Decreet Parlementaire voorbereiding en het advies van de Raad van State IV. ONTVANKELIJKHEID VAN HET BEROEP A. TIJDIGHEID B. BELANG V. ENIG MIDDEL: SCHENDING VAN DE ARTIKELEN 10 EN 11 VAN DE GRONDWET AL DAN NIET IN SAMENHANG GELEZEN MET HET BEGINSEL VAN DE LOKALE AUTONOMIE ZOALS GEWAARBORGD DOOR DE ARTIKELEN 41 EN 162 VAN DE GRONDWET EN ARTIKEL 6, 1, VIII, VAN DE BIJZONDERE WET VAN 8 AUGUSTUS 1980 TOT HERVORMING DER INSTELLINGEN.. 18 A. ALGEMEEN B. EERSTE ONDERDEEL: HET DISCRIMINATOIR KARAKTER VAN DE VERDELING VAN HET GEMEENTEFONDS (ART. 2 VAN HET BESTREDEN DECREET) C. TWEEDE ONDERDEEL: HET DISCRIMINATOIR KARAKTER VAN DE VASTSTELLING EN VERDELING VAN DE AANVULLENDE DOTATIE DIE VOORBEHOUDEN IS AAN CENTRUMSTEDEN (ART. 3-7 VAN HET BESTREDEN DECREET)... 24

4 4 I. VOORWERP VAN HET VERNIETIGINGSBEROEP 1. Verzoekers stellen een beroep tot nietigverklaring in tegen de artikelen 1 tot en met 10 van het decreet van 2 december 2016 tot wijziging van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds en tot opheffing van het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams stedenfonds. Het bestreden decreet bestaat uit twee onderdelen. 2. Het voorziet vooreerst in de verdeling van de middelen van het Vlaams Gemeentefonds (artikel 2 van het bestreden decreet). Bij deze verdeling worden o.a. belangrijke voorafnames gedaan voor een nominatief genoemd aantal centrumsteden en kustgemeenten. Het gaat om 13 grote en regionale steden (Antwerpen, Gent, Brugge, Leuven, Turnhout, Roeselare, Genk, Oostende, Hasselt, Sint-Niklaas, Kortrijk, Mechelen en Aalst), 21 provinciale steden (Aarschot, Deinze, Dendermonde, Diest, Eeklo, Geel, Halle, Herentals, Ieper, Knokke-Heist, Lier, Lokeren, Mol, Oudenaarde, Ronse, Sint-Truiden, Tielt, Tienen, Tongeren, Vilvoorde en Waregem) en de kustgemeenten. 3. Daarnaast voorziet het bestreden decreet in een vaststelling en verdeling van een aanvullende dotatie die voorbehouden is aan de centrumsteden Antwerpen, Gent, Aalst, Brugge, Genk, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout (artikelen 3 t.e.m. 7 van het bestreden decreet). 4. De artikelen 1, 8, 9 en 10 van het bestreden decreet betreffen algemene bepalingen die betrekking hebben op de rechtsgrond, de opheffing van andere regels en de inwerkingtreding. Deze regels houden aldus onlosmakelijk verband met artikel 2 en met de artikelen 3 t.e.m. 7 zodat deze samen vernietigd dienen te worden met voormelde bepalingen. II. AFZONDERLIJK VERNIETIGINGSBEROEP TEGEN HET DECREET VAN 23 DECEMBER Op 23 december 2016 werd het decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van (groot)stedelijke en plattelandsinvesteringen aangenomen (BS 26 januari 2017). Dit decreet strekt tot de oprichting van een Vlaams fonds voor de stimulering van (groot)stedelijke en plattelandsinvesteringen en tot het bepalen van de wijze waarop de middelen van het fonds worden verdeeld over enerzijds, de centrumsteden, de provinciale steden en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (en dit met het oog op investeringen in stadsvernieuwingsprojecten), en anderzijds, bepaalde plattelandsgemeenten (en dit met het oog op investeringen in materiële vaste activa). 6. Dit decreet wordt door de verzoekende partijen aangevochten voor Uw Hof middels een afzonderlijk vernietigingsberoep.

5 5 Net zoals in het bestreden decreet worden ook hier zonder objectieve en redelijke verantwoording middelen exclusief gereserveerd voor de 34 zogenaamde centrumsteden en provinciale steden. III. RETROACTEN M.B.T. HET BESTREDEN DECREET EN PARLEMENTAIRE VOORBEREIDING A. VERDELING VAN DE MIDDELEN VAN HET VLAAMS GEMEENTEFONDS (ART. 2) 1. DECREET 7. Artikel 2 van het bestreden decreet regelt de basisverdeling van de middelen van het Vlaams Gemeentefonds. Deze bepaling was niet opgenomen in het initiële voorontwerp van decreet 1 en werd ingevoegd bij amendement nr Deze bepaling werd bijgevolg ook niet voor advies voorgelegd aan de Afdeling Wetgeving van de Raad van State. 8. Artikel 2 van het bestreden decreet regelt de verdeling van de middelen van het Vlaams Gemeentefonds en luidt als volgt: Art. 2. In hoofdstuk II, artikel 6, van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds, het laatst gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2015, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: " 1. Het Gemeentefonds wordt op grond van de volgende maatstaven onder de gemeenten verdeeld: 1 40,9641 % voor de bijzondere financiering van de centrumsteden en de kustgemeenten: a) 29,9168% volgens het aantal inwoners in de steden Antwerpen en Gent; b) 1,5956 % voor de stad Brugge; c) 1,1167 % voor de stad Leuven; d) 5,3433 % volgens het aantal inwoners in de volgende steden: Turnhout, Roeselare, Genk, Oostende, Hasselt, Sint-Niklaas, Kortrijk, Mechelen en Aalst; e) 1,9945 % volgens het aantal inwoners in de volgende steden: Aarschot, Deinze, Dendermonde, Diest, Eeklo, Geel, Halle, Herentals, leper, Knokke-Heist, Lier, Lokeren, Mol, Oudenaarde, Ronse, Sint-Truiden, Tielt, Tienen, Tongeren, Vilvoorde en Waregem; f) 0,9972 % volgens het aantal inwoners in de gemeenten waarvan het grondgebied grenst aan de zee; 1 Parl.St. Vlaams Parlement , 898/1. 2 Parl.St. Vlaams Parlement , 898/3.

6 6 2 7,9778 % voor de centrumfunctie: a) 3,9889 % volgens de actieve bevolking, tewerkgesteld in de gemeente; b) 3,9889 % volgens het aantal leerlingen en studenten dat onderwijs volgt op het grondgebied van de gemeente; 3 30,1163 % voor de fiscale armoede: a) 18,9474 % op de omgekeerde evenredigheid van de totale opbrengst van de personenbelasting van de inwoners in de gemeente, exclusief de aanvullende belasting op de personenbelasting; b) 11,1689 % op de omgekeerde evenredigheid van het totale belastbare kadastrale inkomen op het grondgebied van de gemeente; 4 5,9834 % voor open ruimten op basis van de oppervlakte bos, tuinen en parken, woeste gronden, gekadastreerde wateren, akkerland, grasland, recreatiegebieden en boomgaarden; 5 14,9584 % voor sociale maatstaven: a) 0,9972 % volgens het aantal personen met een voorkeursregeling in de ziekteverzekering, exclusief leefloners; b) 3,9889 % volgens het aantal kortgeschoolde werkzoekenden met een werkloosheidsuitkeringsaanvraag; c) 2,9917 % volgens het gemiddelde aantal geboorten in een kansarm gezin over drie jaar; d) 2,9917 % volgens het aantal sociale huurappartementen; e) 3,9889 % volgens het gemiddelde aantal personen dat recht heeft op een leefloon over drie jaar." 9. Het artikel voorziet in een voorafname van 40,9641 % van de middelen van het Vlaams Gemeentefonds die volgens bepaalde criteria verdeeld worden tussen 34 nominatief genoemde gemeenten en de kustgemeenten. 2. PARLEMENTAIRE VOORBEREIDINGEN 10. Het amendement werd als volgt verantwoord in de parlementaire stukken: 3 VERANTWOORDING Het criterium van de bijzondere financiering in het Gemeentefonds reserveert een bedrag per inwoner voor bijzondere groepen van gemeenten. De grootte van dat bedrag is in sterke mate afhankelijk van de groep waarin de gemeente zich bevindt. De bijzondere financiering van die gemeenten maakt op bepalende wijze deel uit van de waardering van hun centrumfunctie. Deze steden en gemeenten hebben, omwille van hun centrumfunctie, belangrijke specifieke opdrachten die ook tot aanzienlijke bijkomende uitgaven aanleiding geven. Meer bepaald wordt 40,8% van het huidige Gemeentefonds verdeeld als volgt (artikel 6, 1, 3 Parl.St. Vl.Parl , 898/3.

7 7 1, van het decreet van 5 juli 2002): a) 30% volgens het aantal inwoners in de gemeenten met inwoners of meer; b) 1,6% volgens het aantal inwoners van gemeenten tussen en inwoners; c) 6,2% volgens het aantal inwoners in de volgende steden: Turnhout, Roeselare, Genk, Oostende, Hasselt, Sint-Niklaas, Kortrijk, Mechelen, Aalst en Leuven; d) 2% volgens het aantal inwoners in de volgende steden: Aarschot, Deinze, Dendermonde, Diest, Eeklo, Geel, Halle, Herentals, leper, Knokke-Heist, Lier, Lokeren, Mol, Oudenaarde, Ronse, Sint- Truiden, Tielt, Tienen, Tongeren, Vilvoorde en Waregem; e) 1% volgens het aantal inwoners in de gemeenten waarvan het grondgebied grenst aan de zee. Voor de steden en gemeenten in deze groepen betekent die bijzondere financiering in elk geval een belangrijke verhoging van hun aandeel en een substantieel deel van hun uiteindelijke aandeel in het Gemeentefonds. Het schrappen van of grote verschuivingen in deze bijzondere ondersteuning zou de financiële situatie van deze steden en gemeenten dan ook grondig ontwrichten. De voorliggende bepaling heeft tot doel om alle steden en gemeenten die binnen het Gemeentefonds van een bijzondere financiering genieten, eenduidig onder te brengen in een welbepaalde categorie van het criterium van de bijzondere financiering, zodat duidelijkheid en rechtszekerheid ontstaat over het individuele aandeel van elk van de betrokken gemeenten in de bijzondere financiering en zodat de nodige waarborgen inzake financieringsplanning worden geboden. Onduidelijkheid inzake de middelen die voor het lokale beleid ter beschikking staan, zou namelijk niet getuigen van behoorlijk bestuur ten opzichte van de steden en gemeenten waarvan terecht wordt verwacht dat zij planmatig besturen en het financieel evenwicht in een meerjarig perspectief handhaven. Die verplichtingen zijn overigens bij decreet opgelegd. In het huidige decreet worden vijf categorieën in de bijzondere financiering onderscheiden (artikel 6, 1, 1, a) tot en met e)). In de categorieën c) en d) worden de daartoe behorende gemeenten nominatief opgesomd. Het gaat respectievelijk over de categorie van de centrumsteden (exclusief Brugge) en de categorie van de provinciale steden. In het voorliggende voorstel wordt de nominatieve opsomming uitgebreid naar categorieën a) en b), die op dit ogenblik worden afgebakend door inwoneraantallen. De inwoneraantallen worden geschrapt en in beide categorieën worden de steden die daaronder ressorteren, nominatief vermeld. Het gaat om de steden Antwerpen en Gent in categorie a) (gemeenten met meer dan inwoners) en om de stad Brugge in categorie b) (gemeenten met inwoneraantal tussen de en ). De steden Antwerpen en Gent bevinden zich in een aparte groep omdat het de enige steden zijn in het Vlaamse Gewest die als grootstad kunnen worden getypeerd. Beide hebben een zeehaven. Deze steden werden in een afzonderlijke groep ingedeeld vanwege hun bijzondere situatie op financieel en administratief vlak. Zij hebben ten opzichte van andere steden en gemeenten een grote bevolking en vormen aantrekkingspolen op industrieel en maatschappelijk vlak. In de groep van gemeenten tussen en inwoners (categorie b) bevindt zich

8 8 op dit ogenblik slechts 1 gemeente, met name Brugge. Brugge ontleent die bijzondere status aan een gelijkaardige redenering als Antwerpen en Gent. Brugge is een grote centrumstad met een zeehaven en werd daarom in het huidige Gemeentefonds, op basis van zijn inwoneraantal én zeehaven, in een aparte categorie ondergebracht (zie memorie van toelichting bij het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds (Parl. St. Vl. Parl , nr. 1148/1, p. 18)). Daarnaast creëert het voorliggende voorstel een nieuwe categorie in de bijzondere financiering (nieuwe categorie c)), waarin alleen de stad Leuven zich bevindt (de huidige categorieën c), d) en e) worden respectievelijk d), e) en f)). Het inwoneraantal van de stad Leuven vertoont namelijk sinds 2003, het jaar van de inwerkingtreding van het huidige Gemeentefonds, een continu stijgende trend, die uitstijgt boven die van de bevolkingsprognoses van de Studiedienst van de Vlaamse Regering. Daardoor is het niet onrealistisch dat Leuven in de loop van 2017 de kaap van de inwoners overschrijdt. Dat zou betekenen dat Leuven samen met Brugge terechtkomt in categorie b) van de bijzondere financiering én ook deel blijft uitmaken van categorie c) van de centrumsteden, die in die categorie nominatief staan opgesomd (met uitzondering van Brugge). Dat zou voor gevolg hebben dat de centrumstad Leuven onevenredig meer middelen uit het Gemeentefonds zou ontvangen terwijl Brugge als centrumstad onevenredig zwaar zou moeten inboeten op haar aandeel in het Gemeentefonds (ongeveer een kwart van haar volledige aandeel). Dat zou een grondige ontwrichting van de financiële situatie van de stad Brugge met zich meebrengen. Om enerzijds de continuïteit van de ontvangsten uit het Gemeentefonds voor de stad Brugge te waarborgen en het aspect zeehaven verder te honoreren en om anderzijds ook het sterk stijgende inwonersaantal van de stad Leuven te kunnen valideren, wordt voorgesteld om Leuven te schrappen uit de categorie van de centrumsteden (huidige categorie c)) en voor Leuven een nieuwe categorie te creëren (nieuwe categorie c), zodat Leuven niet in rechtstreekse concurrentie met Brugge moet treden. Het aandeel dat in het voorliggende voorstel aan de stad Leuven in het kader van de bijzondere financiering wordt toegekend, wordt verkregen door: vooreerst het aandeel van Leuven in de huidige categorie c) van de centrumsteden over te hevelen naar categorie b) waarin Brugge zich bevindt ( ,91 euro, op basis van de dotatie en verdeelsleutels voor 2016 en inwoners voor Leuven); vervolgens het totale bedrag van categorie b) ( ,91 euro = ,91 euro voor Leuven euro voor Brugge) te verdelen over de steden Brugge en Leuven, naargelang hun inwoneraantal. Daarbij wordt uitgegaan van het effectieve inwoneraantal van de stad Brugge op 1 januari 2016 en een hypothetisch inwoneraantal van de stad Leuven van De stad Leuven zou in dat geval een bedrag van ,77 euro verwerven, Brugge een bedrag van ,14 euro. Het zo verkregen bedrag voor de stad Leuven ( ,77 euro) is het bedrag dat aan de nieuwe categorie c) van de bijzondere financiering wordt toegekend. De winst die voor de stad

9 9 Leuven op die manier ontstaat, namelijk het verschil tussen het op bovenstaande wijze berekende bedrag voor Leuven ( ,77 euro) en het bedrag dat Leuven, op basis van inwoners, zou krijgen wanneer het enkel zou delen in de huidige categorie c) ( ,91 euro), wordt toegevoegd aan de dotatie van het Gemeentefonds. Het betreft een bedrag van ,86 euro ( ,77 euro ,91 euro) dat extra moet worden toegevoegd aan de dotatie. Daarnaast leidt een toevoeging van middelen aan de dotatie van het Gemeentefonds en de toewijzing van die additionele middelen aan een nieuwe categorie van de bijzondere financiering onvermijdelijk ook tot een lichte aanpassing van de wegingspercentages van alle verdelingscriteria van het Gemeentefonds. Door de toevoeging aan de dotatie van het bedrag dat nodig is om te voorzien in de bijkomende financiering van de stad Leuven, lijdt echter geen enkele gemeente verlies. Dit nieuwe artikel 1/1 treedt evenwel slechts in werking vanaf het jaar dat de stad Leuven effectief de kaap van de inwoners overschrijdt. De cijfers over de inwoneraantallen worden ingewonnen bij de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI, het vroegere Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS)). Wanneer bijvoorbeeld uit de cijfers van ADSEI zou blijken dat Leuven op 1 januari inwoners of meer zou hebben (cijfers die in het Belgisch Staatsblad normaal rond de zomermaanden van 2018 zouden worden gepubliceerd), dan zullen in de loop van het begrotingsjaar 2018 voorschotten worden uitgekeerd die gebaseerd zijn op de definitieve verdeling van het Gemeentefonds voor 2017 en de huidige verdeelsleutels, maar dan zal begin 2019, wanneer de definitieve verdeling voor 2018 wordt gemaakt, Leuven een saldo krijgen, dat gebaseerd is op de verdeling in het voorliggende voorstel. B. VASTSTELLING EN VERDELING VAN DE AANVULLENDE DOTATIE VOOR DE CENTRUMSTEDEN (ART. 3 T.E.M. 7) 1. DECREET 11. De artikelen 3 t.e.m. 7 van het bestreden decreet strekken ertoe het Vlaams Stedenfonds af te schaffen en de middelen ervan toe te voegen aan de bijzondere financiering van het Vlaams Gemeentefonds. Daartoe wordt het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds opgeheven (artikel 8 van het bestreden decreet) en wordt een hoofdstuk IIIquinquies ingevoegd in het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds (hierna Decreet Vlaams Gemeentefonds) (artikel 3 van het bestreden decreet). Vanaf het begrotingsjaar 2017 wordt voorzien in een aanvullende dotatie aan het Vlaams Gemeentefonds voor de centrumsteden (artikel 4). De aanvullende dotatie wordt voor drie vierden gereserveerd voor de centrumsteden Antwerpen en Gent. De resterende middelen worden evenredig verdeeld onder de andere centrumsteden op basis van de meest recente bevolkingsaantallen (artikel 5). Voorts wordt de uitbetaling van de aandelen in de aanvullende dotatie geregeld (artikel 6) en wordt bepaald welke artikelen van het decreet van 5 juli 2002 al dan niet van toepassing zijn op de aanvullende dotatie

10 10 (artikel 7). Bij wijze van overgangsregeling wordt bepaald dat de subsidies toegekend in het begrotingsjaar 2016 moeten worden verantwoord volgens de bepalingen die van kracht waren vóór de inwerkingtreding van het ontworpen decreet (artikel 9). 12. De artikelen 3 t.e.m. 7 van het bestreden decreet regelen de vaststelling en verdeling van de aanvullende dotatie voor de centrumsteden en luiden als volgt: Art. 3. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2015, wordt een hoofdstuk IIIquinquies ingevoegd, dat luidt als volgt: "HOOFDSTUK IIIquinquies. - Bijzondere bepalingen over de vaststelling van de aanvullende dotatie voor de centrumsteden Antwerpen, Gent, Aalst, Brugge, Genk, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout". Art. 4. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2015, wordt in hoofdstuk IIIquinquies, ingevoegd bij artikel 3, een artikel 19ter decies ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 19ter decies. Vanaf het begrotingsjaar 2017 wordt op de begroting van de Vlaamse Gemeenschap een aanvullende dotatie met betrekking tot het Vlaams Gemeentefonds ingeschreven voor de centrumsteden Aalst, Antwerpen, Brugge, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout. De aanvullende dotatie wordt vanaf het begrotingsjaar 2018 jaarlijks geïndexeerd met een evolutiepercentage van 3,5 %.". Art. 5. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2015, wordt in hetzelfde hoofdstuk IIIquinquies een artikel 19quater decies ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 19quater decies. De aanvullende dotatie, vermeld in artikel 19ter decies, wordt voor drie vierde gereserveerd voor de centrumsteden Antwerpen en Gent. De resterende middelen zijn bestemd voor de centrumsteden Aalst, Brugge, Genk, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout. De middelen worden proportioneel verdeeld op basis van de recentste bevolkingsaantallen. De waarborgregeling uit het Sociaal Impulsfonds 2002 is van toepassing op de aandelen.". Art. 6. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2015, wordt in hetzelfde hoofdstuk IIIquinquies een artikel 19quinquies decies ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 19quinquies decies. De aandelen in de aanvullende dotatie, vermeld in artikel 19quater decies, worden aan de centrumsteden Antwerpen, Gent, Aalst, Brugge, Genk, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout uitbetaald in vier gelijke delen, telkens op het einde van de eerste maand van elk kwartaal.". Art. 7. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 3 juli 2015, wordt in hetzelfde hoofdstuk IIIquinquies een artikel 19sexies decies ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 19sexies decies. De bepalingen, vermeld in artikel 6 tot en met 13 en artikel 15, zijn niet van toepassing op de aanvullende dotatie, vermeld in artikel 19ter decies.".

11 11 2. PARLEMENTAIRE VOORBEREIDING EN HET ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE 13. Deze bepalingen zijn in de loop van de parlementaire procedure onveranderd gebleven. Ze maakten deel uit van het voorontwerp van decreet 4 zoals dat door de Vlaamse Regering voor advies werd voorgelegd aan de Afdeling Wetgeving van de Raad van State. 14. In het advies nr /3 van 7 juli 2016 bij het voorontwerp heeft de Afdeling Wetgeving van de Raad van State zich kritisch uitgesproken ten aanzien van de aanvullende dotatie van Hoofdstuk IIIquinquies. De Raad oordeelde dat het voorontwerp een niet objectief en redelijk te verantwoorden discriminatie in het leven roept tussen enerzijds de centrumsteden van het Vlaamse Gewest, die in aanmerking komen voor de aanvullende dotatie waarin wordt voorzien, en anderzijds de overige gemeenten van het Vlaamse Gewest, die niet in aanmerking komen voor die aanvullende dotatie. De Raad overwoog: ALGEMENE OPMERKINGEN 3. Het ontwerp leidt tot een verschil in behandeling tussen, enerzijds, de in het ontworpen artikel 19ter decies van het decreet van 5 juli 2002 vermelde centrumsteden van het Vlaamse Gewest, die in aanmerking komen voor de aanvullende dotatie waarin wordt voorzien, en de overige gemeenten van het Vlaamse Gewest, die niet in aanmerking komen voor die aanvullende dotatie. De vraag rijst hoe dit verschil in behandeling te verantwoorden valt in het licht van het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie Volgens de memorie van toelichting geeft het voor advies voorliggende ontwerp uitvoering aan het Vlaams Regeerakkoord en de Beleidsnota Binnenlands Bestuur en Stedenbeleid, waarin werd bepaald dat het Stedenfonds zou worden afgeschaft en dat de middelen ervan zouden worden toegevoegd aan de bijzondere financiering van het Gemeentefonds met respect voor de huidige verhoudingen. Het is derhalve de bedoeling dat het totale aan de centrumsteden toegekende bedrag overeenstemt met wat deze steden thans ontvangen van het Stedenfonds, en dat ook het aandeel van elk van die centrumsteden hetzelfde blijft. Evenwel wordt de huidige aan voorwaarden verbonden financiering dus basisfinanciering en worden [d]e middelen niet langer geoormerkt Het komt de decreetgever toe om, in de uitoefening van zijn bevoegdheid met 4 Parl.St. Vl.Parl , 898/1, pg

12 12 betrekking tot de financiering van de gemeenten, de criteria voor de verdeling van de middelen van het Vlaams Gemeentefonds vast te stellen. De decreetgever beschikt ter zake over een ruime beoordelingsmarge. Een verschil in behandeling zou slechts ongrondwettig zijn wanneer daarvoor geen redelijke verantwoording bestaat In advies /1/3 heeft de Raad van State het volgende opgemerkt over een ontwerpbepaling die de aandelen van de verschillende provincies in de dotatie van het Vlaams Provinciefonds nominaal beoogde vast te leggen voor de toekomst, rekening houdend met het in het verleden gevoerde beleid: 38. Wat de omvang van de aandelen van de provincies in de dotatie van het Provinciefonds betreft, heeft het Grondwettelijk Hof gesteld dat het de decreetgever toekomt om, in de uitoefening van zijn bevoegdheid voor de financiering van de provincies, de criteria en gegevens vast te stellen en aan te wijzen voor de berekening van de dotatie aan elke provincie. Daarbij dient erover te worden gewaakt dat de decreetgever de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie in acht neemt. De decreetgever beschikt ter zake over een ruime beoordelingsmarge. Een verschil in behandeling kan slechts ongrondwettig worden bevonden wanneer daarvoor geen redelijke verantwoording bestaat. 6 Dat de bedragen van de aandelen per provincie verschillen is derhalve op zichzelf niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel in zoverre voor het verschil in behandeling een redelijke verantwoording bestaat. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de beoogde maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen. Het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. 39. In de memorie van toelichting bij de ontworpen bepalingen, gelezen in samenhang met de nota gericht aan de bevoegde inspecteur van Financiën, wordt de gevolgde werkwijze als volgt toegelicht: vertrekkende vanuit de globale (in min) herziene dotatie, is het per provincie berekende, individuele vereveningsbedrag in mindering gebracht van het hypothetische aandeel dat de betrokken provincie 7 zou hebben gehad, berekend volgens de 'oude' verdeelcriteria 8 van het Vlaams Provinciefonds. In de nota aan de inspecteur van Financiën wordt de concreet toegepaste individuele verevening als volgt verduidelijkt: De verdeling over de 5 provincies van het totale bedrag 'in min' voortvloeiend uit de verevening ( ,96 euro - beslissing Vlaamse Regering van 19 april 2013) gebeurt in casu op basis van het voorstel van VVP en houdt rekening met de reële budgettaire verschuivingen per provincie in functie van de bevoegdheidsverschuiving 5 GwH 4 februari 2004, nr. 21/2004, B Voetnoot 18 van het geciteerde advies: GwH 13 juli 2000, nr. 93/2000, B.7. 7 Voetnoot 19 van het geciteerde advies: Doch na toepassing van: (1) de niet-indexatie, (2) de vermindering voor de uitbouw van de Externe Audit ( euro) en (3) de besparing van 20 miljoen euro, volgens de nota gericht aan de bevoegde inspecteur van Financiën. 8 Voetnoot 20 van het geciteerde advies: Dit zijn de parameters vastgelegd in de artikelen 4 tot 6 van het decreet van 29 april 1991.

13 13 'Interne Staatshervorming'. Met andere woorden, de VVP heeft de aftrek verdeeld per provincie in functie van de taken die deze provincie niet meer moet uitvoeren omdat ze naar Vlaanderen schuiven, De logica is: vermits men de taak niet meer doet, kunnen de reëel daaraan bestede middelen wegvallen. Kolom 2 is dus niet proportioneel in functie van elk provinciaal aandeel, maar wel in functie van de reële taakverschuiving per provincie. 40. Het Grondwettelijk Hof heeft destijds geoordeeld dat de decreetgever redelijkerwijze mocht oordelen dat bepaalde meeropbrengsten die bepaalde provincies hebben verworven, die provincies in een financiële situatie hebben geplaatst die een aanpassing (in min) van hun dotatie uit het Provinciefonds kon verantwoorden. 9 Op het eerste gezicht is de voorliggende situatie enigszins vergelijkbaar, aangezien sommige provincies in een gunstiger financiële positie zouden verkeren indien geen correctie zou worden toegepast, dit keer niet omdat ze meeropbrengsten hebben verworven maar wel omdat ze, rekening houdende met de reële taakverschuiving per provincie, minder uitgaven hebben te doen. Er mag echter niet uit het oog worden verloren, zoals de gemachtigde bevestigde, dat de middelen uit het Provinciefonds de enige algemene middelen zijn die door het Vlaamse Gewest bij wijze van algemene financiering aan de provincies worden verleend ter financiering van de uitgaven die door de provincies worden gedaan ter behartiging van de provinciale belangen. 10 Ten aanzien van de verplichting om het provinciaal belang te behartigen staan de provincies in beginsel in dezelfde positie. Omdat het doel van de maatregel is om bij de algemene financiering rekening te houden met de gewijzigde bevoegdheden van de provincies als gevolg van de taakverschuiving, wordt door de ontworpen bepalingen bij de individuele verevening ervan per provincie rekening gehouden met de reële minderuitgaven van de betrokken provincie ingevolge die taakverschuiving. In de praktijk lijkt echter bij de verdeling per provincie opnieuw rekening te zijn gehouden met de door de betrokken provincie (in het verleden) gehanteerde specifieke beleidsaccenten, terwijl bij de invoering van de objectieve algemene parameters zoals vastgesteld in de artikelen 4 tot 6 van het decreet van 29 april 1991, net de bedoeling voorlag om af te stappen van elke specifiek subsidiëringscriterium en ( ) [terug te grijpen] naar de principes die ook ten grondslag liggen aan de verdelingscriteria van het Vlaams Gemeentefonds en die thuis horen in een stelsel van algemene subsidiëring van het overheidsbeleid 11. Ingevolge het wijzigingsbeginsel blijft een wijziging van de berekeningswijze van het aandeel per provincie mogelijk, maar dan dient voor de nieuwe verdeling een duidelijke verantwoording te kunnen worden aangereikt die vooralsnog ontbreekt. Dat geldt des te meer nu afgeweken wordt van de 9 Voetnoot 21 van het geciteerde advies: GwH 13 juli 2000, nr. 93/2000, B.9, in fine. 10 Voetnoot 22 van het geciteerde advies: Zie ook G. THOOFT, Financiele middelen voor de provinciale beleidsvoering, in VVP elektronisch handboek provinciaal beleid financiële middelen provincies, vzw Vereniging van de Vlaamse Provincies, 2006, 3-4, te vinden op lenvoorprovincialebeleidsvoering.pdf 11 Voetnoot 23 van het geciteerde advies: Parl.St. Vl.Parl , nr. 462/1, 5-6.

14 14 objectieve parameters zoals die zijn vastgesteld in de artikelen 4 tot 6 van het decreet van 29 april 1991 waarbij geen rekening wordt gehouden met de specifieke beleidsaccenten per provincie, precies omdat de middelen van het Provinciefonds strekken tot de algemene financiering van de provincies. Die verantwoording is des te meer vereist nu de gevolgde werkwijze niet alleen leidt tot belangrijke verschuivingen maar bovendien ook gevolgen heeft voor de toekomst. Immers, het volgens deze methode berekende aandeel, vertaald in een nominaal bedrag, zal vanaf 2015 nog slechts evolueren in functie van het bij decreet vastgestelde evolutiepercentage van 3,5% Die opmerkingen gelden mutatis mutandis voor het voorliggende ontwerp. Het gegeven dat de sectorale subsidies in het verleden objectief werden verdeeld ter financiering van de door de gemeenten uit te voeren opdrachten in een tot de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest behorende specifieke aangelegenheid, impliceert niet dat die verdelingswijze geacht kan worden objectief te zijn in het kader van de algemene financiering van de gemeenten. Ten aanzien van de verplichting om het gemeentelijk belang te behartigen, staan de gemeenten in beginsel in dezelfde positie. In het ontwerp is de verdeling van de aanvullende dotatie, die bestemd is voor het voeren van een beleid in aangelegenheden van gemeentelijk belang, daarentegen gestoeld op verdelingscriteria die golden voor het voeren van een specifiek beleid, namelijk het voeren van een stedenbeleid dat erop gericht is de stadsvlucht te stoppen en het democratisch draagvlak in de steden te verhogen, en dit teneinde de leefbaarheid van de steden en de kwaliteit van het bestuur te verhogen en dualisering tegen te gaan. 14 In zoverre die doelstelling zou verantwoorden dat thans enkel de centrumsteden recht hebben op een aandeel in het bedrag van het jaarlijkse vastleggingskrediet van het Stedenfonds, en dat drie vierden van dat bedrag 15 wordt gereserveerd voor Antwerpen en Gent, 16 gaat dat niet per se op wanneer die middelen niet langer dienen om die beleidsdoelstelling te verwezenlijken Het gegeven dat centrumsteden specifieke behoeften zouden hebben, kan op zichzelf evenmin verantwoorden dat de aanvullende dotatie, die deel uitmaakt van de basisfinanciering van de centrumsteden, wordt voorbehouden aan die steden. Het Gemeentefonds wordt immers reeds onder de gemeenten verdeeld op grond van maatstaven waarbij rekening wordt gehouden met de aard van centrumstad en de centrumfunctie. 17 In 12 Voetnoot 24 van het geciteerde advies: Dat betekent dat evoluties van onder meer het bevolkingscijfer, de bevolkingsdichtheid of de actieve bevolking, die een effect hebben op de financiële noden van de provincies, in de toekomst geen invloed meer zullen hebben op de verdeling onder de provincies. 13 Voetnoot 25 van het geciteerde advies: Adv.RvS /1/3 van 14 oktober 2013 over een voorontwerp dat onder meer heeft geleid tot het decreet van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest van 20 december 2013 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2014, Parl.St. Vl.Parl , nr. 2247/1, Zie ook adv.rvs /3 van 27 april 2015 over een voorontwerp dat heeft geleid tot het decreet van 3 juli 2015 tot wijziging van diverse decreten houdende de subsidiëring aan de lokale besturen en tot wijziging van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds, Parl.St. Vl.Parl , nr. 357/1, Voetnoot 26 van het geciteerde advies: Artikel 3, 2, van het decreet van 13 december Luidens artikel 10 van hetzelfde decreet moet het trekkingsrecht dat elke centrumstad ontvangt worden gebruikt om de doelstellingen, vermeld in artikel 3, 2, te realiseren. 15 Voetnoot 27 van het geciteerde advies: Verminderd met de voorafnames voor de vzw Vereniging Vlaamse Steden en Gemeenten en voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie. 16 Voetnoot 28 van het geciteerde advies: Zie artikel 8, 1, van het decreet van 13 december Voetnoot 29 van het geciteerde advies: Artikel 6, 1, 1 en 2, van het decreet van 5 juli 2002.

15 15 zoverre kan worden aangenomen dat er in centrumsteden meer fiscale armoede voorkomt en dat er meer personen zijn die beantwoorden aan de sociale maatstaven bepaald in artikel 6, 1, 5, van het decreet van 5 juli 2002, houden die criteria tevens rekening met de specifieke behoeften van de centrumsteden. Bij de verdeling van het Gemeentefonds wordt bijgevolg reeds rekening gehouden met de specifieke behoeften van de centrumsteden Het verdelingscriterium om de gemeentelijke aandelen in de aanvullende dotatie aan het Vlaams Gemeentefonds te bepalen, moet derhalve worden herzien. 15. Uit dit advies blijkt dat de andere gemeenten dan de centrumsteden waaraan de aanvullende dotatie is voorbehouden, gediscrimineerd worden, wat strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Eenzelfde discriminatie ligt voor in artikel 2 van het bestreden decreet dat de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds regelt. Zoals hoger aangegeven, werd dit artikel bij amendement ingevoegd en werd het dus ook niet voor advies voorgelegd aan de Raad van State. 16. In het advies nr /1/V van 23 september 2016 bij het voorontwerp van decreet dat het decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van (groot)stedelijke en plattelandsinvesteringen is geworden heeft de Afdeling Wetgeving van de Raad van State een vergelijkbare kritiek geuit. 18 Zoals hoger aangegeven, wordt dit decreet van 23 december 2016 eveneens bestreden met een vernietigingsberoep. 17. De Vlaamse Regering en de Vlaamse decreetgever hebben de voormelde adviezen zonder meer naast zich neergelegd. In de memorie van toelichting bij het bestreden decreet heeft de Vlaamse Regering een repliek gegeven op het advies van de Raad van State. 19 Deze repliek beperkt er zich in essentie toe aan te geven dat het decreet niets beoogt te wijzigen aan de huidige verhoudingen tussen de Vlaamse steden en gemeenten en dat het om een juridische integratie gaat van twee decreten waarbij in het ontwerp van decreet is gekozen voor een aanvullende dotatie voor de centrumsteden omdat dit de enige budgetneutrale maatregel is voor zowel de centrumsteden als de andere gemeenten. 18. Het door de Raad van State discriminatoir bevonden verdelingscriterium om de gemeentelijke aandelen in de aanvullende dotatie van het Vlaams Gemeentefonds te bepalen, werd evenwel niet herzien. 18 Adv. RvS /1/V van 23 september 2016, Parl.St. Vl. Parl , 986/1, 27 e.v. 19 Zie Parl.St. Vl.Parl , 898/1, pg. 5 en 6.

16 16 Evenmin werden objectieve en redelijke gronden naar voor geschoven die de uitsluiting van de andere gemeenten (ten aanzien van de voorafnames in het bijzonder) en het gehanteerde verdelingscriterium onderbouwen. 19. Dit noopt de verzoekende partijen ertoe zich tot Uw Hof te wenden om de vernietiging te bekomen van het bestreden decreet. IV. ONTVANKELIJKHEID VAN HET BEROEP A. TIJDIGHEID 20. Het bestreden decreet werd op 30 december 2016 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Huidig verzoekschrift werd aldus ingesteld binnen de zes maanden na de publicatie ervan en is bijgevolg ontvankelijk ratione temporis. B. BELANG 21. Overeenkomstig artikel 2, 2 van de Bijzondere Wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof kan een vernietigingsberoep worden ingesteld door iedere natuurlijke of rechtspersoon die doet blijken van een belang. Volgens de vaste rechtspraak van Uw Hof doen van het vereiste belang blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt Het bestreden decreet regelt vooreerst de verdeling van de middelen van het Vlaams Gemeentefonds (artikel 2 van het bestreden decreet). Bij deze verdeling worden o.a. belangrijke voorafnames gedaan voor een nominatief genoemd aantal centrumsteden en kustgemeenten. Het gaat om 13 grote en regionale steden (Antwerpen, Gent, Brugge, Leuven, Turnhout, Roeselare, Genk, Oostende, Hasselt, Sint-Niklaas, Kortrijk, Mechelen en Aalst), 21 provinciale steden (Aarschot, Deinze, Dendermonde, Diest, Eeklo, Geel, Halle, Herentals, Ieper, Knokke-Heist, Lier, Lokeren, Mol, Oudenaarde, Ronse, Sint-Truiden, Tielt, Tienen, Tongeren, Vilvoorde en Waregem) en de kustgemeenten. 20 Zie bv. GwH, nr. 37/2014, 27 februari 2014, B.4.2; GwH, nr. 72/2014, 8 mei 2014, B.5.1; GwH, nr. 80/2014, 8 mei 2014; B.4.1; GwH, nr.107/2014, 17 juli 2014, B.3.1; GwH, nr.131/2014, 19 september 2014, B.3; GwH, nr.165/2014, 13 november 2014, B.8.

17 17 Het bestreden decreet voorziet daarnaast in een vaststelling van een aanvullende dotatie die voorbehouden is aan de centrumsteden Antwerpen, Gent, Aalst, Brugge, Genk, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout (artikelen 3 t.e.m. 7 van het bestreden decreet). 23. De verzoekende partijen zijn allen gemeenten die door het bestreden decreet niet als centrumsteden worden aangemerkt en bijgevolg uitgesloten worden van zowel de voorafnames op het Vlaams Gemeentefonds voorzien in artikel 2 van het bestreden decreet, als van de aanvullende dotatie voorzien in artikelen 3 t.e.m. 7 van het bestreden decreet. Zij worden aldus rechtstreeks en ongunstig geraakt door het bestreden decreet. Het Grondwettelijk Hof heeft in het verleden reeds aanvaard dat gemeenten op ontvankelijke wijze een vernietigingsberoep kunnen instellen tegen een decreet tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds De verzoekende partijen beschikken aldus over het vereiste belang om het decreet aan te vechten. 21 Zie bv. GwH 4 februari 2004, 21/2004 en GwH 13 juli 2000, 93/2000 waar het belang

18 18 V. ENIG MIDDEL: SCHENDING VAN DE ARTIKELEN 10 EN 11 VAN DE GRONDWET AL DAN NIET IN SAMENHANG GELEZEN MET HET BEGINSEL VAN DE LOKALE AUTONOMIE ZOALS GEWAARBORGD DOOR DE ARTIKELEN 41 EN 162 VAN DE GRONDWET EN ARTIKEL 6, 1, VIII, VAN DE BIJZONDERE WET VAN 8 AUGUSTUS 1980 TOT HERVORMING DER INSTELLINGEN A. ALGEMEEN 25. De verzoekende partijen zijn in het enig middel van oordeel dat: - de regels inzake de vaststelling en verdeling van de middelen bedoeld in artikel 6 van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds zoals ingevoegd door artikel 2 van het bestreden decreet (eerste onderdeel); - de regels inzake de vaststelling en verdeling van de aanvullende dotatie bedoeld in Hoofdstuk IIIquinquies van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds zoals ingevoegd door de artikelen 3 t.e.m. 7 van het bestreden decreet (tweede onderdeel); elk afzonderlijk, minstens samen genomen, strijdig zijn met het gelijkheids- en nondiscriminatiebeginsel omdat ze een verschil in behandeling invoeren tussen gemeenten zonder dat dit verschil in behandeling berust op objectieve criteria en zonder dat daarvoor een redelijke verantwoording bestaat. 26. Door bepaalde gemeenten uit te sluiten zonder redelijke verantwoording, tast de decreetgever bovendien het beginsel van de lokale autonomie op een discriminatoire wijze aan. Dat beginsel wordt onder meer beschermd door de artikelen 41 en 162, tweede lid, 2, van de Grondwet en door artikel 6, 1, VIII, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. Het beginsel van de lokale autonomie veronderstelt volgens rechtspraak van Uw Hof dat de lokale overheden zich elke aangelegenheid kunnen toe-eigenen waarvan zij menen dat het tot hun belang behoort en deze kunnen regelen zoals zij dat opportuun achten. 22 Dit veronderstelt dat de gemeenten over de nodige financiële middelen beschikken om deze bevoegdheden uit te oefenen. Het bestreden decreet doet hier op discriminatoire wijze afbreuk aan. 22 Zie bv. GwH 2 juli 2015, 100/2015, B.4.

19 19 B. EERSTE ONDERDEEL: HET DISCRIMINATOIR KARAKTER VAN DE VERDELING VAN HET GEMEENTEFONDS (ART. 2 VAN HET BESTREDEN DECREET) 27. Volgens rechtspraak van Uw Hof komt het de decreetgever toe, om in de uitoefening van zijn bevoegdheid met betrekking tot de financiering van de gemeenten, de criteria voor de verdeling van de middelen van het Vlaams Gemeentefonds vast te stellen en de toe te passen wegingscoëfficiënt te bepalen. De decreetgever beschikt hierbij volgens Uw Hof over een ruime beoordelingsmarge. Volgens deze rechtspraak kan Uw Hof het verschil in behandeling ongrondwettig bevinden wanneer daarvoor geen redelijke verantwoording bestaat De verdeling van de middelen van het Gemeentefonds in artikel 6 van het decreet Vlaams Gemeentefonds van 5 juli 2002, zoals ingevoegd bij het artikel 2 van het bestreden decreet, bevat een verschil in behandeling tussen de 34 nominatief genoemde grote, regionale en provinciale centrumsteden 24 en kustgemeenten die gerechtigd zijn op een voorafname van 40,9641% van het Vlaams Gemeentefonds, enerzijds, en de overige gemeenten die geen aanspraak maken op deze voorafname, anderzijds. Er bestaat geen objectieve en redelijke verantwoording voor het feit dat net deze 34 nominatief genoemde steden en de kustgemeenten gerechtigd zijn op een voorafname en de overige gemeenten niet. Met een voorafname van 40,9641% op de middelen van het Vlaams Gemeentefonds gaat het nochtans om een zeer aanzienlijk aandeel van de middelen. 29. Niettegenstaande de Raad van State in het advies nr /3 van 7 juli 2016 reeds had vastgesteld dat het verschil in behandeling tussen voormelde gemeenten inzake de aanvullende dotatie waarin de artikelen 3 t.e.m. 7 van het bestreden decreet voorzien een niet te rechtvaardigen discriminatie in het leven had geroepen (zie hoger, zie ook tweede onderdeel), werd dezelfde discriminatie tijdens de parlementaire procedure via amendement nogmaals hernomen bij de verdeling van de middelen van het Gemeentefonds. Uit de parlementaire voorbereidingen blijkt dat de decreetgever hiermee louter de huidige verdeling van de middelen tussen gemeenten beoogt te bestendigen en dit zonder dat objectieve criteria in rekening worden gebracht die het verschil in behandeling redelijk verantwoorden. Het amendement dat artikel 2 van het bestreden decreet heeft ingevoerd, werd als volgt verantwoord: Voor de steden en gemeenten in deze groepen betekent die bijzondere financiering in elk geval een belangrijke verhoging van hun aandeel en een substantieel deel van hun 23 GwH 4 februari 2004, 21/2004, B Het gaat om 13 grote en regionale steden (Antwerpen, Gent, Brugge, Leuven, Turnhout, Roeselare, Genk, Oostende, Hasselt, Sint-Niklaas, Kortrijk, Mechelen en Aalst) en 21 provinciale steden (Aarschot, Deinze, Dendermonde, Diest, Eeklo, Geel, Halle, Herentals, Ieper, Knokke-Heist, Lier, Lokeren, Mol, Oudenaarde, Ronse, Sint-Truiden, Tielt, Tienen, Tongeren, Vilvoorde en Waregem).

20 20 uiteindelijke aandeel in het Gemeentefonds. Het schrappen van of grote verschuivingen in deze bijzondere ondersteuning zou de financiële situatie van deze steden en gemeenten dan ook grondig ontwrichten. De voorliggende bepaling heeft tot doel om alle steden en gemeenten die binnen het Gemeentefonds van een bijzondere financiering genieten, eenduidig onder te brengen in een welbepaalde categorie van het criterium van de bijzondere financiering, zodat duidelijkheid en rechtszekerheid ontstaat over het individuele aandeel van elk van de betrokken gemeenten in de bijzondere financiering en zodat de nodige waarborgen inzake financieringsplanning worden geboden. 25 Deze beweegredenen vormen geen redelijke verantwoording voor het verschil in behandeling tussen voormelde categorieën van gemeenten. 30. Artikel 6, 1 van het Decreet Vlaams Gemeentefonds benoemt de 34 steden die de voorafname genieten vooreerst nominatief, zonder dat nadere maatstaven of criteria gebruikt worden. Ongeacht de evoluties in de overige gemeenten (bijvoorbeeld op het vlak van de bevolkingscijfers, armoede, ruimtelijke evolutie, enz.) komen deze bijgevolg nooit in aanmerking voor de voorafname, terwijl de 34 nominatief genoemde gemeenten blijvend de voorafname kunnen genieten. Hieruit alleen al blijkt dat het onderscheid berust op loutere willekeur en in elk geval niet beantwoordt aan de hedendaagse realiteit en al zeker niet spoort met toekomstige evoluties. 31. De voorkeursbehandeling van de 34 steden strookt ook niet met de bevolkingscijfers van de betrokken gemeenten. Zo blijkt uit de bevolkingscijfers (gevoegd als stuk 2) dat bepaalde gemeenten die niet gerechtigd zijn op de voorafname, beduidend meer inwoners hebben dan gemeenten die wel in aanmerking komen. Zo hebben de gemeenten Ninove (38.484), Geraardsbergen (33.247), Lommel (34.019), Heusden- Zolder (33.275), Maasmechelen (37.856) en Beveren (47.906) (niet-exhaustief) die niet in aanmerking komen voor de voorafname, bijvoorbeeld beduidend meer inwoners dan de gemeenten Tielt (20.301), Diest (23.663), Eeklo (20.862), Aarschot (29.630), Herentals (27.854) en Ronse (26.112) (evenmin exhaustief) die wel in aanmerking komen voor de voorafname. 32. Bij wijze van voorbeeld geven we hieronder een regionale vergelijking van de middelen van enkele gemeenten in Oost-Vlaanderen (stuk 5). De cijfers in de eerste kolom bevatten het totaal bedrag dat de gemeenten per inwoner ontvangen uit het Gemeentefonds. De laatste kolom bevat het aandeel van de voorafnames (in totale cijfers en per inwoners) Parl.St. Vl.Parl , 898/3. 26 Cijfers definitieve verdeling Gemeentefonds 2016 door VVSG. De cijfers werden afgerond.

voorgesteld na indiening van het verslag

voorgesteld na indiening van het verslag ingediend op 898 (2016-2017) Nr. 3 23 november 2016 (2016-2017) Amendementen voorgesteld op het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de

Nadere informatie

VERZOEK TOT NIETIGVERKLARING

VERZOEK TOT NIETIGVERKLARING Grondwettelijk Hof Verzoek tot nietigverklaring VERZOEK TOT NIETIGVERKLARING Aan de heren voorzitters en de dames en heren rechters van het Grondwettelijk Hof DATUM: 19 april 2017 VOOR : 1. De stad GERAARDSBERGEN,

Nadere informatie

VR DOC.1224/2

VR DOC.1224/2 VR 2016 1811 DOC.1224/2 Ontwerp van decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van een Vlaams fonds voor de stimulering van (groot)stedelijke en plattelandsinvesteringen.

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 5 juli

Nadere informatie

13 DECEMBER Decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds

13 DECEMBER Decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds 13 DECEMBER 2002 - Decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds (Gecoördineerde versie, aangepast aan het programmadecreet van 19 december 2003 houdende

Nadere informatie

nr. 170 van JOS DE MEYER datum: 24 december 2014 aan HILDE CREVITS

nr. 170 van JOS DE MEYER datum: 24 december 2014 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 170 van JOS DE MEYER datum: 24 december 2014 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Lokaal flankerend onderwijsbeleid Subsidies

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2016 1811 DOC.1224/5 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.902/1/V van 23 september 2016 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest tot vaststelling van

Nadere informatie

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s)

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s) SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten. Advies. van de Raad van State

Ontwerp van decreet. houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten. Advies. van de Raad van State stuk ingediend op 1529 (2011-2012) Nr. 11 20 juni 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten Advies van de Raad van

Nadere informatie

Zorgvragers en zorgverstrekkers Amai! Wat een uitdaging

Zorgvragers en zorgverstrekkers Amai! Wat een uitdaging Zorgvragers en zorgverstrekkers Amai! Wat een uitdaging Omgaan met Armoede Geel, avondsymposium, 16 april 2015 Eric Nysmans, directeur Welzijnszorg Kempen Armoede en Gezondheid Sociale gezondheidskloof

Nadere informatie

Stedenfonds.

Stedenfonds. 1 Stedenfonds Welke lokale besturen komen in aanmerking De 13 centrumsteden en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). Het stedenfonds richt zich ook tot de VGC, maar de VGC valt niet onder het toepassingsgebied

Nadere informatie

nr. 173 van LYDIA PEETERS datum: 6 januari 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 173 van LYDIA PEETERS datum: 6 januari 2015 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 173 van LYDIA PEETERS datum: 6 januari 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Lokaal onderwijsbeleid Besparing op subsidies

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.529/1 van 1 september 2016 over een voorontwerp van decreet betreffende de re-integratie van het Universitair Ziekenhuis Gent in de Universiteit Gent 2/6 advies

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016

Nadere informatie

Om hun beleid te kunnen voeren dienen de provincies over de nodige financiële middelen te kunnen beschikken.

Om hun beleid te kunnen voeren dienen de provincies over de nodige financiële middelen te kunnen beschikken. FINANCIELE MIDDELEN VOOR DE PROVINCIALE BELEIDSVOERING Om hun beleid te kunnen voeren dienen de provincies over de nodige financiële middelen te kunnen beschikken. De middelen waarover zij beschikken zijn:

Nadere informatie

nr. 348 van CHRIS JANSSENS datum: 8 februari 2016 aan LIESBETH HOMANS Integratiesector - Werking

nr. 348 van CHRIS JANSSENS datum: 8 februari 2016 aan LIESBETH HOMANS Integratiesector - Werking SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 348 van CHRIS JANSSENS datum: 8 februari 2016 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.106/3 van 3 april 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van een Vlaamse organisatie ter ondersteuning

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.885/3 van 14 februari 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de nadere regels voor de schuldovername in het kader van

Nadere informatie

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Slagkrachtige stad, rubriek data. Stad Genk Publicatie Inkomens

Voor meer cijfers, zie  beleidsdomein Slagkrachtige stad, rubriek data. Stad Genk Publicatie Inkomens De Algemene Directie Statistiek van de FOD Economie publiceerde de cijfers over het netto belastbaar inkomen van 2014 (aanslagjaar 2015). De cijfers zijn gebaseerd op de aangiften in de personenbelastingen.

Nadere informatie

WELKOM. Jeugdwerk in de Stad

WELKOM. Jeugdwerk in de Stad WELKOM op het startmoment van het traject Jeugdwerk in de Stad Stedelijkheid? Heel breed! Stedelijkheid beperkt zich niet tot de kern van steden, maar lekt naar randgebieden Het Brussels Hoofdstedelijk

Nadere informatie

BEVRAGING IKG. UnieKO VZW Kasteeldreef 66/ Beveren

BEVRAGING IKG. UnieKO VZW Kasteeldreef 66/ Beveren BEVRAGING IKG UnieKO VZW Kasteeldreef 66/1 9120 Beveren 7 juni 2012 UnieKO VZW, Kasteeldreef 66/1, 9120 Beveren - 2012 Deze studie is eigendom van VZW UnieKO en is beschermd door de copyrightwetgeving

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIEN EN ENERGIE EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: -

Nadere informatie

Huisvestingsmaatschappij (VHM) beschikt niet over de cijfergegevens verdeeld volgens de erkende woonnoodgebieden.

Huisvestingsmaatschappij (VHM) beschikt niet over de cijfergegevens verdeeld volgens de erkende woonnoodgebieden. Vraag nr. 22 van 22 oktober 1999 van de heer CARL DECALUWE Sociale huursector Huurachterstallen 1. Kan de minister mij, in opvolging van mijn schriftelijke vraag nr. 157 van 30 mei 1997 ( B u l - letin

Nadere informatie

Analysenota politieke situatie Centrumgemeenten +30.000 inwoners in Vlaanderen

Analysenota politieke situatie Centrumgemeenten +30.000 inwoners in Vlaanderen Analysenota politieke situatie Centrumgemeenten +30.000 inwoners in Vlaanderen BASISGEGEVENS - de Vlaamse Centrumsteden die minstens 30.000 inwoners tellen (32 in totaal), bepaald volgens het Ruimtelijk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 SEPTEMBER 2015 F.13.0125.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0125.N GEMEENTE KOKSIJDE, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met kantoor te 8670 Koksijde, Zeelaan

Nadere informatie

Een duaal Vlaanderen. Gemeentefonds

Een duaal Vlaanderen. Gemeentefonds 1 Een duaal Vlaanderen Recent verscheen in de krant Het Nieuwsblad de Grote Gemeentetest waarbij de Vlaamse gemeenten een soort ranking kregen op basis van een aantal parameters. Ook andere media onderzoeken

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.881/3 van 7 februari 2018 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest betreffende de vrijwillige samenvoeging van de gemeenten

Nadere informatie

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen Grondwettelijk Hof 15 oktober 2015 Voorzitters: Rechters: Advocaten: A. Alen en J. Spreutels J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen N. Maes Grondwet gelijkheid en niet-discriminatie

Nadere informatie

KOV Uitbreiding inkomensgerelateerde opvangplaatsen vanaf 2011 aanvulling

KOV Uitbreiding inkomensgerelateerde opvangplaatsen vanaf 2011 aanvulling 15 maart 2011 Nr. 07/11 Bestemd voor: Alle Leden Uitbreiding inkomensgerelateerde opvangplaatsen vanaf 2011 aanvulling Op 02.02.2011 zonden we u een @ctua -5/11 aangaande de uitbreiding van de inkomensgerelateerde

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten. Advies. van de Raad van State

Ontwerp van decreet. houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten. Advies. van de Raad van State stuk ingediend op 1529 (2011-2012) Nr. 9 4 juni 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten Advies van de Raad van State

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING 1 ONTWERP VAN DECREET BETREFFENDE DE VRIJWILLIGE SAMENVOEGING VAN DE GEMEENTEN AALTER EN KNESSELARE EN TOT WIJZIGING VAN DE BIJLAGE BIJ HET DECREET VAN 5 JULI 2002 TOT VASTSTELLING VAN DE REGELS INZAKE

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.607/1 van 28 juni 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de nadere regels over het toezicht, de nalevingsondersteuning en de handhaving

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.183/1 van 9 april 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, wat betreft

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.813/3 van 30 april 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van een subsidie aan de ondernemingen in opdracht waarvan

Nadere informatie

2. Welk subsidiebedrag werd aan elk van deze erkende Huizen van het Kind toegekend?

2. Welk subsidiebedrag werd aan elk van deze erkende Huizen van het Kind toegekend? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 252 van LIES JANS datum: 15 januari 2015 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Huizen van het kind - Subsidiëring Huizen van het Kind bundelt verschillende

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende de ondersteuning van stadsvernieuwingsprojecten. Stuk 930 ( ) Nr. 1.

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende de ondersteuning van stadsvernieuwingsprojecten. Stuk 930 ( ) Nr. 1. Stuk 930 (2001-2002) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2001-2002 13 november 2001 ONTWERP VAN DECREET houdende de ondersteuning van stadsvernieuwingsprojecten 1951 Stuk 930 (2001-2002) Nr. 1 2 MEMORIE VAN

Nadere informatie

VR DOC.1214/1BIS

VR DOC.1214/1BIS VR 2018 2610 DOC.1214/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van het besluit

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.378/3 van 31 oktober 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.297/1 van 3 mei 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 23 december 2016 tot vaststelling van de regels

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.262/1 van 16 november 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 58.417/3 van 2 december 2015 over een amendement bij het voorontwerp van programmadecreet [lees: voorontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

VASTGOEDPRIJZEN 2010

VASTGOEDPRIJZEN 2010 UPDATE CIJFERS VASTGOEDPRIJZEN 2010 Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Verwerking: Stad Genk, Dienst Beleidsplanning De statistieken over de vastgoedprijzen zijn

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.063/1 van 3 april 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011 tot uitvoering

Nadere informatie

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen Opschrift Datum Gewijzigd bij Decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid 6 juli 2012 Decreet van 19 december 2014 houdende

Nadere informatie

nr. 31 van LYDIA PEETERS datum: 16 oktober 2015 aan GEERT BOURGEOIS Archeologische zones in stadskernen - Openbaar onderzoek

nr. 31 van LYDIA PEETERS datum: 16 oktober 2015 aan GEERT BOURGEOIS Archeologische zones in stadskernen - Openbaar onderzoek SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 31 van LYDIA PEETERS datum: 16 oktober 2015 aan GEERT BOURGEOIS MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED Archeologische

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2008 TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

ONTWERP VAN DECREET. houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2008 TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zit ting 2007-2008 14 mei 2008 ONTWERP VAN DECREET houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2008 TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zie: 1608 (2007-2008) Nr. 1:

Nadere informatie

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : huidig erkende functies per vestigingsplaats

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : huidig erkende functies per vestigingsplaats Naam Naam ZA Pall 009 Antwerpen Algemeen Ziekenhuis Middelheim Antwerpen ZiekenhuisNetwerk Antwerpen 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Antwerpen Campus Middelheim 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 Antwerpen Campus ZNA Middelheim

Nadere informatie

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 1589 (2011-2012) Nr. 7 27 juni 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2015/0033 van 4 augustus 2015 in de zaak 1415/0262/A/2/0254 In zake: 1. de heer Marc DE SMET 2. de heer Marnix DECOCK beiden wonende te 8500 Kortrijk,

Nadere informatie

Stad Genk Publicatie Vastgoedprijzen

Stad Genk Publicatie Vastgoedprijzen De statistieken over de vastgoedprijzen zijn gebaseerd op gegevens afkomstig van het Kadaster van de FOD Financiën en betreffen de verkopen die onderworpen zijn aan het stelsel van registratierechten.

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 : Volwassenenonderwijs

Hoofdstuk 6 : Volwassenenonderwijs Deel 1 SCHOOLBEVOLKING Hoofdstuk 6 : Volwassenenonderwijs 6.3. Basiseducatie Schooljaar 2007-2008 BASISEDUCATIE Aantal cursisten - aantal cursussen per centrum en provincie - kalenderjaar 2007-2008 Aantal

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 14 december 2009 ADVIES 2009-78 Advies uit eigen beweging over de gevolgen voor de openbaarheid

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 FEBRUARI 2014 F.13.0059.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0059.N STAD GENT, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met kantoor te 9000 Gent, Botermarkt 1, eiseres,

Nadere informatie

Rolnummer 5794. Arrest nr. 50/2014 van 20 maart 2014 A R R E S T

Rolnummer 5794. Arrest nr. 50/2014 van 20 maart 2014 A R R E S T Rolnummer 5794 Arrest nr. 50/2014 van 20 maart 2014 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 11 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 28 juni 2013 houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.656/1 van 10 juli 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de modaliteiten voor het testen en het uitreiken van de bewijzen

Nadere informatie

2. Hoeveel budget werd daartoe uitgetrokken uit de Vlaamse begroting per begrotingsjaar? Graag een overzicht sinds de invoering van de maatregel.

2. Hoeveel budget werd daartoe uitgetrokken uit de Vlaamse begroting per begrotingsjaar? Graag een overzicht sinds de invoering van de maatregel. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 722 van ANN SOETE datum: 7 september 2018 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Steden en gemeenten - Premiestelsels Eén van de meest hinderlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JUNI 2014 F.12.0082.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0082.N RECREATIE- EN NATUURPARK KEIHEUVEL vzw, met zetel te 2490 Balen, 17 de Esc. Lichtvliegwezenlaan 14, eiseres, met als raadsman

Nadere informatie

VASTGOEDPRIJZEN 2009

VASTGOEDPRIJZEN 2009 UPDATE CIJFERS VASTGOEDPRIJZEN 2009 Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Verwerking: Stad Genk, Dienst Beleidsplanning De statistieken over de vastgoedprijzen zijn

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de

Nadere informatie

Art. 2. In 2019 is er een totaal te verdelen nieuw subsidiebudget van euro (twee miljoen zeshonderdentwaalfduizend euro).

Art. 2. In 2019 is er een totaal te verdelen nieuw subsidiebudget van euro (twee miljoen zeshonderdentwaalfduizend euro). Ministerieel besluit van 27 maart 2019 (BS 17 mei 2019) tot uitvoering van artikel 57 van het Procedurebesluit van 9 mei 2014, wat betreft de programmatieregels voor de verdeling van de subsidie voor ruimere

Nadere informatie

STATISTISCHE INFORMATIE CENTRUMSTEDEN

STATISTISCHE INFORMATIE CENTRUMSTEDEN STATISTISCHE IFORMATIE CETRUMSTEDE... FIACIERIG, BELASTIGE,. 1. FIACIERIG Gemeentefonds 2002 (oude fondsen) 2010 (stad en OCMW samen) Stad Oude fondsen 2002 Gemeentefonds 2010 Evolutie 2002-2010 Bedrag

Nadere informatie

BESLISSINGSRAPPORT ERKENNINGSKALENDER CENTRA VOOR KORTVERBLIJF

BESLISSINGSRAPPORT ERKENNINGSKALENDER CENTRA VOOR KORTVERBLIJF / rapport BESLISSINGSRAPPORT ERKENNINGSKALENDER CENTRA VOOR KORTVERBLIJF 26.06.2015 26.06.2015 Beslissingsrapport erkenningskalender 1/54 Inhoudsopgave 1 Beslissingsbasis 4 2 Beslissingsprincipe centra

Nadere informatie

Brus sel, 19 mei 2008. Mijn heer de mi nis ter-pre si dent,

Brus sel, 19 mei 2008. Mijn heer de mi nis ter-pre si dent, 1608 Brus sel, 19 mei 2008 Mijn heer de mi nis ter-pre si dent, Wij hebben de eer U ter bekrachtiging door de Vlaamse Regering het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.454/3 van 6 juni 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 23 december 2016 houdende de invoering van een

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet tot wijziging van artikel 92, 93, 95, 98

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.885/1/V van 23 augustus 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende maatregelen ter ondersteuning van het basisonderwijs en houdende

Nadere informatie

VERKIEZING VAN HET EUROPESE PARLEMENT VAN 26 MEI VERKLARING VAN BEWILLIGING

VERKIEZING VAN HET EUROPESE PARLEMENT VAN 26 MEI VERKLARING VAN BEWILLIGING 1/9 Nederlandse kiescollege FORMULIER C/11 VERKIEZING VAN HET EUROPESE PARLEMENT VAN 26 MEI 2019. VERKLARING VAN BEWILLIGING Wij, ondergetekenden, kandidaten voorgedragen voor het Europese Parlement, door

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende

Nadere informatie

Stuk 1328 ( ) Nr. 1. Zitting februari 1999 ONTWERP VAN DECREET

Stuk 1328 ( ) Nr. 1. Zitting februari 1999 ONTWERP VAN DECREET Stuk 1328 (1998-1999) Nr. 1 Zitting 1998-1999 26 februari 1999 ONTWERP VAN DECREET tot wijziging van het decreet van 7 november 1990 houdende vaststelling van het wapen, de vlag, het volkslied en de feestdag

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T Rolnummer 4725 Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij artikel

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.312/3 van 14 mei 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2012 houdende

Nadere informatie

Advies. Provinciedecreet. meer. en het. worden. 24 april Pagina 1

Advies. Provinciedecreet. meer. en het. worden. 24 april Pagina 1 Advies Algemene Raad i.s.m. Sectorraad Kunsten enn Erfgoed Sectorraad Sociaal-Cultureel Werk 24 april 2013 Voorontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreett v.z.w.. de Rand

Nadere informatie

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

In opvolging van mijn schriftelijke vraag nr. 789 van 16 februari 2017 had ik graag een stand van zaken gekregen van de Vlaamse fietsostrades.

In opvolging van mijn schriftelijke vraag nr. 789 van 16 februari 2017 had ik graag een stand van zaken gekregen van de Vlaamse fietsostrades. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1172 van LYDIA PEETERS datum: 6 juni 2018 aan BEN WEYTS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN Fietssnelwegen - Stand van zaken

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 68/2016 van 11 mei 2016 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 68/2016 van 11 mei 2016 A R R E S T Rolnummer 6315 Arrest nr. 68/2016 van 11 mei 2016 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 19quater, tweede lid, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 27 maart 1991 betreffende

Nadere informatie

VR DOC.1037/1

VR DOC.1037/1 VR 2016 3009 DOC.1037/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp

Nadere informatie

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T Rolnummer 4045 Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 468, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4452 Arrest nr. 65/2009 van 2 april 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 150 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vanaf het aanslagjaar

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 MAART 2011 F.10.0061.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0061.F MEUBELEN ASTRID, nv, Mr. Johan Speecke, advocaat bij de balie van Kortrijk tegen GEMEENTE BOUSSU, Mr. Dominique Lambot, advocaat

Nadere informatie

HOOFDSTUK I Algemeen. Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet.

HOOFDSTUK I Algemeen. Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet. Decreet tot instelling van een Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen en tot vaststelling van de algemene regelen inzake de erkenning en de subsidiëring van de milieu- en natuurverenigingen HOOFDSTUK I Algemeen

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP N. 2003 352 [C 2003/35047] 8 NOVEMBER 2002. Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de lijst van de bodemsaneringen waarvan de uitvoering ambtshalve

Nadere informatie

raamovereenkomsten over de subsidiëring van verenigingen en inrichtingen voor personen met een handicap (CO-A )

raamovereenkomsten over de subsidiëring van verenigingen en inrichtingen voor personen met een handicap (CO-A ) 1/6 Advies nr. 58/2019 van 27 februari 2019 Betreft: voorontwerp van besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot aanpassing van het besluit van de Regering van 20 februari 2014 tot vaststelling

Nadere informatie

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter A. Alen en de rechters-verslaggevers E. Derycke en P. Nihoul, bijgestaan door de griffier F.

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter A. Alen en de rechters-verslaggevers E. Derycke en P. Nihoul, bijgestaan door de griffier F. Rolnummer 5970 Arrest nr. 157/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de bijzondere wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming,

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.788/3 van 13 juli 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 mei 2014 betreffende het goederenvervoer

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING VR 2016 0212 DOC.1302/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.884/1 van 3 januari 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten voor de vervanging van oude

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1202 van 7 juni 2016 in de zaak 1213/0253/SA/8/0233 In zake: de heer David DE CORTE mevrouw Mia LEFEVRE 3. de heer Luc LEFEVRE 4. de heer Wouter

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.571/3 van 25 juni 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering over de bemiddeling, de afstemming en de planning in het kader van persoonsvolgende

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.282/3 van 22 november 2016 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 houdende

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.482/3 van 21 maart 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 betreffende

Nadere informatie

Rolnummer 5942. Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T

Rolnummer 5942. Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T Rolnummer 5942 Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 218, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing op

Nadere informatie

Verslag aan de Provincieraad

Verslag aan de Provincieraad departement Interne Organisatie dienst Juridische Aangelegenheden & Bestuurszaken dossiernummer:. 1700110 Verslag aan de Provincieraad betreft verslaggever Verkiezingen Provincieraad Wijziging provinciedistricten

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2018 0106 DOC.0552/3 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.246/1 van 18 mei 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende sommige maatregelen betreffende de modernisering

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.771/3 van 30 januari 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit van 22 november 2013 en het Subsidiebesluit

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.814/3 van 12 februari 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van aanvullende programmatienormen voor bijkomende diensten waarin

Nadere informatie