31 oktober 2002 EXTERNE VEILIGHEID

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "31 oktober 2002 EXTERNE VEILIGHEID"

Transcriptie

1 31 oktober 2002 EXTERNE VEILIGHEID 1. Wat is externe veiligheid Bepaalde maatschappelijke activiteiten brengen risico s op zware ongevallen met mogelijk grote gevolgen voor de omgeving met zich mee. Externe veiligheid richt zich op het beheersen van deze risico s. Het gaat daarbij om onder meer de volgende activiteiten: - productie, opslag en gebruik van gevaarlijke stoffen (bijv. vuurwerk, LPG en munitie); - het transport van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor en door buisleidingen; - het gebruik van luchthavens. Dergelijke activiteiten leggen beperkingen op aan de omgeving, doordat veiligheidsafstanden tussen risicovolle activiteiten en bijvoorbeeld woningen nodig zijn. Aan de andere kant is het rijksbeleid er op gericht de schaarse ruimte zo efficiënt mogelijk te benutten. Het ruimtelijk beleid en het externe veiligheidsbeleid moeten dus goed worden afgestemd. 2. Waarom is er een directie Externe Veiligheid De aanleiding vinden we in de vuurwerkramp van Enschede in mei Naar aanleiding van deze ramp verscheen het rapport van de Commissie Oosting waarin de Commissie ook bij de overheid een reeks van tekortkomingen met betrekking tot de veiligheid heeft geconstateerd. Op 12 oktober heeft het kabinet in een brief aan de Tweede Kamer (27 157, nr.44) ruim 150 actiepunten genoemd om de veiligheid te verbeteren. Iedereen kan via internet de voortgang in de gaten houden die het rijk, de provincies en de gemeenten boeken bij het uitvoeren van de 150 actiepunten. Op staat het overzicht van de actiepunten met daarbij een beschrijving van de stand van zaken. Het kabinet heeft daarop het onderwerp veiligheid, en daarvan afgeleid externe veiligheid, tot topprioriteit gemaakt. In het NMP4, dat is gepubliceerd in juni 2001, zijn de uitgangspunten en ambities voor het nieuwe externe veiligheidsbeleid vastgelegd. Het Kabinet heeft de minister van VROM verantwoordelijk gemaakt voor de coördinatie van het externe veiligheidsbeleid als het gaat om gevaarlijke stoffen. Deze boodschap werd uitgewerkt in een brief aan de Tweede Kamer op 19 september 2001, de zogenoemde Septemberbrief. Deze Septemberbrief bevat een groot aantal actiepunten voor het kabinet, zoals het versterken van de regelgeving, het verbeteren van de informatieverschaffing en het treffen van maatregelen om onveilige situaties te voorkomen. Diverse departementen zijn daarbij betrokken. Om alle ambities te kunnen waarmaken heeft minister Pronk besloten tot de oprichting van de Directie Externe Veiligheid. 3. De directie Externe Veiligheid Burgers willen en krijgen meer veiligheid; dat is de allereerste opgave voor de directie Externe Veiligheid die bij VROM is opgericht. De directie coördineert de verschillende activiteiten op het gebied van externe veiligheid. Deze vinden niet altijd bij VROM plaats. Ook andere ministeries zijn betrokken bij externe veiligheid (zoals o.a., SZW BZK en V&W). Dat kan zo ver gaan dat de wet- en regelgeving gebaseerd is op meerdere wetten, waarvoor deze genoemde ministeries verantwoordelijk zijn. Dat leidt dan tot geïntegreerde besluiten waarin zowel de aspecten van interne veiligheid (verantwoordelijkheid SZW voor werknemers, BZK voor mensen in een gebouw), externe veiligheid (VROM en V&W als het om transport van gevaarlijke stoffen gaat) als aspecten van preventie en bestrijding van rampen (BZK) tot een samenhangend beleid zijn gebracht. Die samenhang komt ook tot uiting in samenwerking in de uitvoering. Het Vuurwerkbesluit is een voorbeeld van deze 1

2 onderlinge samenhang en samenwerking. Uiteraard wordt die samenhang en samenwerking ook in allerlei specifieke projecten ter verhoging van de (externe) veiligheid nagestreefd. Overigens behouden de onderscheiden ministeries hun eigen verantwoordelijkheden voor hun beleidsterrein. De projectdirectie ziet er op toe dat waar dit het externe veiligheidsbeleid raakt invulling wordt gegeven aan die verantwoordelijkheden: een agenderende, stimulerende rol dus. 4. Wat wil de directie Externe Veiligheid bereiken Met het oprichten van de Directie Externe Veiligheid binnen VROM geeft de politiek gehoor aan een duidelijk signaal uit de samenleving: er moet meer werk gemaakt worden van externe veiligheid. Er moeten grenzen worden gesteld. Niet meer alles kan. Binnen deze grenzen zullen afwegingen worden gemaakt over de mate waarin risico s maatschappelijk aanvaardbaar zijn. Deze afwegingen vereisen een brede blik. De dilemma s die uit deze afweging voortvloeien, kan de directie nooit volledig oplossen. Het gaat veelal om politieke keuzes. De directie zal wel bevorderen dat die politieke keuzes veel meer dan tot nu toe gebaseerd worden op helder geformuleerde opties en transparante besluitvormingsprocedures. De ambities (samengevat) van het externe veiligheidsbeleid, zoals vastgelegd in het NMP4 en de septemberbrief externe veiligheid, zijn de volgende: 1. Burgers krijgen in hun woonomgeving een minimum beschermingsniveau met betrekking tot gevaarlijke stoffen. Het minimum beschermingsniveau voor burgers wordt gerealiseerd door het plaatsgebonden risico (individuele risico), dat reeds in het NMP1 is vastgelegd, de status van wettelijke grenswaarde te geven. Voor Defensie geldt (daarnaast) het beleid zoals beschreven in de Circulaire Van Houwelingen, waarin een combinatie van effectbenadering en risicobenadering is opgenomen. Het tot nu toe gehanteerde verschil tussen bestaande en nieuwe situaties (nieuwe risicovolle activiteiten en nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen) zal uiterlijk 2010 moeten zijn opgeheven, behoudens in incidentele gevallen (wanneer dit leidt tot grote schade aan de nationale economie, internationale verdragsverplichtingen dit beletten of dit grootschalige sloop van bestaande bebouwing met zich meebrengt). De kans om door een ongeval met gevaarlijke stoffen te overlijden wordt voor jonge kinderen met deze grenswaarde minder dan 1% groter dan de kans om door de natuurlijke oorzaak of door een andersoortig ongeval te overlijden. 2. Het bestuur en politiek zullen veel bewuster moeten omgaan met het accepteren van risico s in relatie tot de omvang van mogelijke rampen en in relatie tot maatschappelijke kosten en baten van risicovolle activiteiten, waarbij het beschikbaar zijn van veiliger alternatieven en de mogelijkheden van rampenbestrijding worden meegenomen. Uiterlijk 2003 zal een besluit worden genomen over het omgaan met het groepsrisico en het mogelijk regelen daarvan in de wetgeving. Tot dat moment wordt gewerkt met verantwoordingsplicht ten aanzien van keuzes over de aanvaardbaarheid van groepsrisico s. 5. Wat gaat de directie doen Besloten is de taken die de directie heeft onder te brengen in een viertal programma s. Deze vier programma s zijn: 1. vernieuwen van het conceptuele kader van het externe veiligheidsbeleid; 2. vergroten van de consistentie en de samenhang in de regelgeving; 3. versterken van de uitvoering en handhaving; 4. voorkomen en verminderen van knelpunten met betrekking tot externe veiligheid. 2

3 De directie Externe Veiligheid heeft per programma twee prioritaire onderwerpen benoemd welke in hoofdstuk 5 (5.1 t/m 5.4) nader worden beschreven. Naast deze acht prioriteiten worden er, in hoofdstuk 6, de overige beleidszaken van de directie beschreven. 5.1 Vernieuwen van het conceptuele kader van het externe veiligheidsbeleid Om een goed beleid te kunnen voeren moet de aard en omvang van de problematiek duidelijk zijn. Daarnaast moet helder zijn in welke mate risico s acceptabel zijn voor de maatschappij. De volgende maatregelen (tevens prioriteiten) dragen daartoe bij Ketenstudies Externe veiligheid heeft onder andere betrekking op de veiligheid van de omgeving van bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken en op de omgeving van het transport van deze stoffen. De risico s voor omwonenden of de schade aan gebouwen in het geval van een eventuele ramp moeten zo klein mogelijk zijn. In het vraagstuk van externe veiligheid spelen de stoffen LPG, chloor en ammoniak een grote rol: zij veroorzaken een groot deel van de bestaande veiligheidsknelpunten. Om deze veiligheidsknelpunten op een effectieve en maatschappelijk verantwoorde wijze te kunnen oplossen is het project Integrale Ketenstudies LPG, chloor en ammoniak gestart. In het project wordt op een integrale wijze naar deze stoffen gekeken. Integraal wil in dit verband zeggen dat de hele keten van productie, opslag, transport, distributie en gebruik van LPG, ammoniak en chloor in het beleid wordt meegenomen. De regie van het project Integrale ketenstudies LPG, ammoniak en chloor ligt bij het ministerie van VROM, maar de ministeries van Economische Zaken, Verkeer en Waterstaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn medeopdrachtgevers van het project. Op deze manier komen alle beleidsaspecten op een evenwichtige manier aan bod. Doel van het project is het wegnemen van veiligheidsknelpunten bij de productie, de opslag, het transport en het gebruik van LPG, chloor en ammoniak. Hierbij worden de economische belangen en de (overige) maatschappelijke baten van de drie stoffen meegewogen Beoordelingskader voor groepsrisico In de septemberbrief externe veiligheid die de minister van VROM in 2001 namens het kabinet naar de Tweede Kamer heeft gestuurd is aangekondigd dat het kabinet in 2003 een besluit zal nemen over het omgaan met het groepsrisico inzake gevaarlijke stoffen en het mogelijk regelen daarvan in wetgeving. Ter voorbereiding hiervan is een eerste oriënterende analyse uitgevoerd naar de wijze van omgaan met het groepsrisico als begrip en normerend instrument daarbij. Ten behoeve van de besluitvorming in 2003 wordt een verdere verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden om het beoordelingskader voor groepsrisico s te verbeteren. Daarbij zullen ook praktijkcases aan de orde komen. Daarnaast wordt ook in de ketenstudies aandacht besteed aan groepsrisico, onder andere via het in kaart brengen van kosten en baten van een aantal belangrijke risicovolle activiteiten en het onderzoeken van veiliger alternatieven. De resultaten zullen vervolgens de basis zijn voor het aangekondigde kabinetsbesluit over het omgaan met het groepsrisico in Het nieuwe beoordelingskader voor het omgaan met groepsrisico zal een fundamentele discussie met zich meebrengen over welke groepsrisico s gelet op de maatschappelijke kosten en baten acceptabel wordt geacht. Daarbij zijn de consequenties voor de wenselijk geachte ruimtelijke- en economische ontwikkeling van Nederland een belangrijk onderwerp. 3

4 5.2 Vergroten van de consistentie en de samenhang in de regelgeving; De directie externe veiligheid ziet erop toe dat regelgeving op het terrein van externe veiligheid en daarmee verwante terreinen consistent en samenhangend is. Dat houdt in dat de bestaande regels worden nagelopen op het gebruik van termen, begrippen, beschrijving van beleidsdoelen en criteria voor normen die eenduidig zijn,gemakkelijk toe te passen in de uitvoerings- en handhavingpraktijk en transparant zijn voor wat betreft de achtergronden en te verwachten gevolgen van beleid. Voor zover nodig worden bestaande regels op grond van deze analyse aangepast. De directie maakt echter ook nieuwe regelgeving die vanzelfsprekend aan dezelfde criteria wordt getoetst. Ook ziet ze erop toe dat in de regelgeving door andere departementen op dit of direct aanverwante terrein aan genoemde eisen voldoet en zal zij zonodig hiertoe actief een bijdrage leveren. Qua regelgeving heeft de directie haar activiteiten opgesplitst in twee groepen. De twee volgende regelingen hebben grote prioriteit AMvB kwaliteitseisen externe veiligheid inrichtingen Sinds 1993 wordt gewerkt aan het in een AMvB vastleggen van de kwaliteitseisen voor de externe veiligheid als gevolg van inrichtingen. In diverse NMP s is dit voornemen vastgelegd, het meest recent in het NMP 4. De AMvB bevat de eisen ten aanzien van het plaatsgebonden risico en legt vast hoe deze eisen in vergunningverlening en in ruimtelijke ordeningsplannen moeten doorwerken. Op grond van de AMvB zijn er bevoegdheden voor o.m. het geven van voorschriften in een ministeriële regeling voor de uitvoering van risico-analyses en voor het hanteren van generieke afstanden tussen risicobronnen en bestemmingen in de omgeving. Het ontwerp van dit besluit is eind 2001 in de MR vastgesteld, begin 2002 gepubliceerd in de Staatscourant en voorgelegd aan de Tweede kamer. Door de val van het vorige kabinet is deze niet aan behandeling van het besluit toegekomen. Inmiddels is het besluit, maar nu aangepast aan de inspraakreacties en aan resultaten van een workshop met het bevoegd gezag in juli 2002, wederom voorgelegd aan de Tweede Kamer. Deze zal het besluit naar verwachting in november 2002 behandelen. Indien het besluit door minister VROM voor advies aan RvS mag worden voorgelegd is de adviesaanvraag in december te verwachten. Het advies van de Raad van State wordt medio 2003 verwacht waarna uiterlijk in het derde kwartaal van 2003 het besluit van kracht kan worden Verruiming van de reikwijdte van de Wet milieubeheer (Wm) Het gewenste veiligheidsniveau van het transport van gevaarlijke stoffen kan in belangrijke mate worden bereikt door bij de milieuvergunningverlening voor bepaalde inrichtingen rekening te kunnen houden met de transportrisico s, waar die zich in Nederland ook voordoen. Het betreft een aanpassing van bestaande regelgeving. Knelpunten bij het transport worden voornamelijk veroorzaakt door transport dat plaatsvindt van of naar in Nederland gevestigde inrichtingen, die een vergunning op grond van de Wet milieubeheer (Wm) nodig hebben. Structurele oplossingen, die ook vanuit brede maatschappelijke kosten en baten verdedigbaar zijn, zullen het beïnvloeden van transportstromen en de daarbij toe te passen transportmiddelen met zich mee brengen. Door bij de vergunningverlening ten behoeve van die inrichtingen rekening te houden met de transportrisico s, kan de Wm-vergunning worden benut om transportstromen en daarbij toe te passen transportmiddelen te reguleren al dan niet in combinatie met instrumenten die uitgaan van het internaliseren van maatschappelijke kosten. Vanwege transportrisico s kunnen dan vergunningen worden geweigerd of slechts onder voorwaarden worden verleend. De voorwaarden kunnen betrekking hebben op de vervoerswijze en op de hoeveelheid te vervoeren gevaarlijke stoffen. Over de toepassing van dit instrument zal overleg met het 4

5 bedrijfsleven plaatsvinden. De feitelijke invulling van dit instrument zal geschieden op basis van de uitkomsten van bijvoorbeeld de ketenstudies naar LPG, ammoniak en chloor, studies naar de maatschappelijke kosten en baten van bepaalde vervoersstromen, etc. Een daartoe strekkend wetsontwerp zal eind 2003 in de Ministerraad worden vastgesteld. 5.3 Versterken van de uitvoering en handhaving In de afgelopen twee jaar zijn in heel het land vele activiteiten ondernomen om riskante situaties in beeld te brengen, te verbeteren of te saneren. Er ligt echter nog veel werk en de uitvoering en handhaving van het Externe Veiligheidsbeleid is nog niet op het gewenste niveau, dat vraagt om een structurele aanpak, coördinatie en goede randvoorwaarden om de kwaliteit en professionaliteit van de uitvoering en handhaving verder te ontwikkelen en te waarborgen. Het spreekt voor zich dat de eigen taken van VROM met betrekking tot uitvoering en handhaving daarbij een voorbeeldfunctie vervullen. Binnen de directie gaat het daarbij vergunningen voor defensie inrichtingen, vergunningen voor bedrijven in de nog aan te wijzen vuurwerkconcentratiegebieden en voor buitenlandse bezigers van professioneel vuurwerk. Op 1 maart 2002 is het Vuurwerkbesluit van kracht geworden. De implementatie daarvan zal het komend jaar nog veel aandacht vraagt. Prioriteiten in 2003 voor het programma versterken uitvoering en handhaving zijn; de uitvoering van de vuurwerkregelgeving en het opzetten van een actieprogramma voor de kwaliteit van de uitvoeringsorganisaties inclusief een bijdrage aan de daarbij te maken apparaatskosten bij provincies en gemeenten Uitvoering vuurwerkregelgeving Na de vuurwerkramp in Enschede is onder hoge politieke druk het Vuurwerkbesluit op 1 maart 2002 in werking getreden. De uitvoering van het besluit brengt nieuwe taken met zich mee voor de verschillende overheden en het besluit heeft voor het bedrijfsleven verstrekkende gevolgen. De implementatie van het besluit heeft in het afgelopen jaar veel aandacht gevraagd en vraagt dat ook nog in Het vuurwerk besluit zal twee jaar na inwerkingtreding (maart 2004) worden geëvalueerd. Met deze evaluatie wordt het implementatie traject afgesloten. Gemeenten, provincies, rijk zullen dan geheel ingespeeld zijn op de uitvoering en handhaving van het besluit. Voor het bedrijfsleven is dan volstrekt duidelijk wat van hen wordt verwacht op grond van het vuurwerkbesluit. Uiteindelijk doel van alle activiteiten rond het vuurwerkbesluit is een verbetering van de veiligheid bij het vervoer, de opslag en het gebruik van vuurwerk Kwaliteit uitvoeringsorganisaties, vergoeding apparaatskosten De minister van VROM is coördinerend minister voor de Externe Veiligheid. Bij deze taak hoort het scheppen van de randvoorwaarden voor en het monitoren van de uitvoering en de handhaving van de EV regelgeving. Eind 2003 is er een actieprogramma voor een structurele inbedding van de EV regelgeving bij uitvoerende en handhavende organisaties, onderdeel van het programma is een specifieke regeling voor hiermee gemoeide apparaatskosten In 2006, is de uitvoering en handhaving van de regelgeving structureel verankerd bij gemeenten provincies en rijk. Dat blijkt ondermeer uit het structureel meewegen van externe veiligheidsaspecten bij besluiten over het gebruik van de ruimte 5.4 Voorkomen en verminderen van knelpunten met betrekking tot externe veiligheid 5

6 De directie Externe Veiligheid streeft ernaar om het ontstaan van risicovolle situaties zoveel mogelijk te voorkomen. Daarvoor worden verschillende instrumenten ingezet. In het verleden zijn echter ontwikkelingen geweest die in het licht van het huidige instrumentarium niet meer acceptabel worden geacht. Het programma verminderen en voorkomen van knelpunten heeft tot doel om deze risicovolle situaties aan te pakken. Zowel reeds bestaande, als op grond van (ruimtelijke) plannen te verwachten risicovolle situaties worden in het programma aangepakt. Het gaat daarbij in eerste instantie om situaties waarbij de (in wetten of in beleidsdocumenten beschreven) risiconormen worden overschreden, maar het kan ook gaan om situaties die maatschappelijk niet aanvaard, bijvoorbeeld wanneer de effecten van incidenten (waarop weliswaar een zeer laag risico bestaat) zeer groot kunnen zijn. Het programma kent in 2003 twee prioriteiten: Sanering LPG tankstations In het kader van het bestaande beleid voor LPG (Integrale Nota LPG) is aan LPG-tankstations een risiconormering (PR) van 10-5 toegekend. Dat wil zeggen dat zich geen kwetsbare objecten binnen de 10-5 contour mogen bevinden. In het NMP4 (Vierde Nationaal Milieubeleidsplan) is een verscherping van het risicobeleid aangekondigd. Dit heeft onder meer geresulteerd in het opstellen van een AMvB kwaliteitseisen externe veiligheid inrichtingen. In het derde kwartaal van 2003 zal de AMvB naar verwachting in werking kunnen treden. De AMvB is ook van toepassing op LPG-tankstations. Met name is het van belang voor die bestaande LPG-tankstations waarbij het door deze inrichtingen veroorzaakte plaatsgebonden risico voor fysiek aanwezige of ingevolge het geldende bestemmingsplan toelaatbare kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten hoger is dan 10-5 per jaar. Binnen drie jaar na de inwerkingtreding van het besluit mogen er geen de bestaande situaties meer zijn waarbij de waarde van 10-5 wordt overschreden (de zgn urgente situaties). Dat wil zeggen dat de fysiek aanwezige kwetsbare objecten in de nabijheid van LPG-tankstations binnen drie jaar aan de grenswaarde van 10-5 moeten voldoen. Zo snel mogelijk doch uiterlijk op 1 januari 2010 moeten de risico s, die op het tijdstip van inwerkingtreden van het ontwerpbesluit (met een geldige milieuvergunning) in werking zijnde LPG-tankstations veroorzaken voor kwetsbare objecten teruggebracht zijn tot de grenswaarde voor nieuwe activiteiten (10-6 per jaar). Op grond van het bestaande beleid, en zeker gelet op de toekomstige regels van de genoemde AMvB, ontstaat er een saneringsopgave. Naar schatting wordt bij ca. 50 tankstations de norm van10-5 (PR) overschreden. Het perspectief is om binnen drie jaar alle bestaande urgente knelpunten te saneren KIEV (Knelpunten rond Infrastructuur gerelateerde investeringsprojecten en Externe Veiligheid) KIEV fungeert op rijksniveau als centraal platform voor interne- en externe veiligheidsvraagstukken. Het gaat om knelpunten die ontstaan ten gevolge van Rijksbeleid op het gebied van externe veiligheid. Genoemde knelpunten kunnen het realiseren van een aantal RO plannen van nationale betekenis, zoals de Nationale SleutelProjecten (NSP) in ernstige mate belemmeren. De minister van VROM wenst vast te houden aan intensivering volgens de 5e Nota RO. Een belangrijk onderdeel van deze intensivering wordt gevormd door deze Nationale Sleutelprojecten. Een gecoördineerde besluitvorming op Rijksniveau is noodzakelijk om impasses te doorbreken. Het Kabinet zal een standpunt in moeten nemen over de wijze waarop in regionale of lokale situaties met de risiconormen wordt omgegaan en wil daarvoor ook medeverantwoordelijkheid nemen. Dit kan leiden tot financieringsafspraken en extra maatregelen. 6

7 Het Kabinet volgt daarbij een tweesporenbeleid. Het eerste spoor tracht vanuit een brede invalshoek structurele oplossingen te vinden voor zowel bestaande veiligheidsknelpunten als voor knelpunten die voortvloeien uit gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. Dit spoor zet met name de in het NMP-4 aangekondigde ketenstudies en de beleidslijn van het internaliseren van maatschappelijke kosten ( o.a die van indirect ruimtebeslag) centraal. Gelet op de daarbij te kiezen brede invalshoek biedt dit spoor de beste mogelijkheden om risico's vergaand te reduceren. Het tweede spoor van het tweesporenbeleid inzake veiligheid is het oplossen van lokatiespecifieke knelpunten. Daartoe is een taskforce in het leven geroepen, waaronder KIEV ressorteert. KIEV behandelt ook vrijwaringszones en geluid- en luchtkwaliteit voor zover dit bij de betreffende projecten aan de orde is. 6. Overige beleidszaken Registratieplicht Het gaat hierbij om het registreren van de risico s die bedrijven met gevaarlijke stoffen veroorzaken. Het gaat in ons land om naar verwachting ten minste 5000 bedrijven waar gevaarlijke stoffen in zodanige hoeveelheden aanwezig zijn, dat deze risico s kunnen veroorzaken buiten hek. Ook risico s van het transport van gevaarlijke stoffen zullen worden geregistreerd. Overigens gaat het niet om de risico's van continue blootstelling aan lage concentraties van een gevaarlijke stof, maar alleen om de risico's van zware ongevallen waarbij deze plotseling in een grote hoeveelheid vrijkomt. De regeling houdt in, dat gemeenten, provincies en het rijk - als bevoegd gezag - verplicht zijn deze gegevens te melden aan het centrale register van risicosituaties bij het RIVM. De Algemene Maatregel van Bestuur hiervoor treedt naar verwachting in de eerste helft van 2003 in werking. Het is de bedoeling dat iedereen de risico s en daarmee samenhangende gegevens kan raadplegen via internet ( De gegevens in het register komen ook in de risicokaarten van provincies die gebaseerd zullen worden op de modelrisicokaart van BZK. In die kaart worden naast risico s van gevaarlijke stoffen ook andersoortige risico s bijgehouden (overstroming, ernstige verstoring openbare orde, etc.) De bedoeling van dit register is dat de burgers in staat zijn, zonder daarvoor naar het gemeentehuis te moeten stappen, informatie kunnen hebben over risico-situaties als gevolg van gevaarlijke stoffen. Daarmee wordt voorkomen dat ze niet weten, zoals in het verleden bij de vuurwerkramp in Enschede het geval was, dat er potentieel gevaarlijke situaties zijn in hun omgeving. Ze kunnen op grond hiervan ook nagaan, bijv. bij het bevoegd gezag, of die risico s te verminderen zijn etc. Herziening Vuurwerkbesluit Na de ramp in Enschede zijn de tot dan toe bestaande vuurwerkregels grondig op de schop genomen. Dat heeft geleid tot een nieuw Vuurwerkbesluit dat vanaf 1 maart 2002 van kracht is. In dit besluit zijn de bestaande regels bij elkaar gebracht, aangescherpt en uitgebreid. Dat heeft ervoor gezorgd dat deze regels nu zijn geïntegreerd in een besluit, dat de verdeling van bevoegdheden voor vergunningverlening, handhaving en toezicht zijn veranderd en vooral helderder zijn. Daarnaast is de uitvoering van het besluit strakker georganiseerd. Dat is nodig omdat het een ingewikkeld onderwerp is waarbij veel partijen zijn betrokken:douane, politie, diverse inspecties, gemeenten, provincies etc. Wat betreft de bevoegdheden is het nu zo geregeld dat de gemeenten de consumentenvuurwerkbedrijven tot kilo doen en de provincies de rest. Daarnaast zijn de provincies degenen die aan bedrijven die professioneel vuurwerk mogen afsteken (bezigen zegt het besluit) vergunning geven, behalve als ze uit het buitenland komen, want dan doet 7

8 VROM dit. De provincies geven deze bezigers, waar ze ook vandaan komen, toestemming per vuurwerkevenement om dit af te steken. Dat doet de provincie in overleg met de betrokken gemeente die daarvoor een zogenaamde verklaring van geen bezwaar geeft. Inmiddels is in de praktijk gebleken dat het vuurwerkbesluit op sommige punten aanpassing behoeft om de uitvoerbaarheid te vergroten. Dat zal leiden tot een aanpassing van het Vuurwerkbesluit in BRZO 99 Begin jaren 80 van de vorige eeuw is in het Italiaanse dorp Seveso een chemische fabriek op hol geslagen waardoor dioxines in de omgeving terecht kwamen. Dat was voor de Europese Commissie aanleiding om de lidstaten van de Europese Unie te verplichten, in de zogeheten Seveso-richtlijn, bedrijven die grotere hoeveelheden gevaarlijke stoffen opslaan, produceren e.d. te verplichten alles te doen wat nodig is om de veiligheid optimaal te maken (zorgplicht) en over de resultaten en de wijze waarop ze dat doen informatie aan het bevoegd gezag moeten verschaffen. De bedrijven met de grootste risico s moeten een veiligheidsrapport inleveren dat tenminste eens in de vijf jaar wordt herzien. Dat veiligheidsrapport bevat gegevens over de wijze waarop ongevallen kunnen ontstaan, hoe groot de kans daarop is en wat de gevolgen zijn van een ongeval, te beginnen voor de werknemers maar ook voor de mensen en de kwaliteit van het oppervlaktewater buiten het bedrijf. Het bedrijf moet aangeven hoe ze die ongevallen bestrijden (intern noodplan). Het bevoegd gezag moet de ontvangen rapporten beoordelen en aangeven of ze daar gevolgen aan verbinden voor de milieuvergunning. Dat kan het geval zijn als de eisen aan de veiligheid moeten worden aangescherpt. Het bevoegd gezag moet ook aangeven hoe zij een ramp bij deze bedrijven denkt te gaan bestrijden. Zowel het veiligheidsrapport als de reactie van het bevoegd gezag erop zijn openbaar, behalve die onderdelen die bijv. uit concurrentieoverwegingen of vanwege het voorkomen van terroristische aanslagen vertrouwelijk zijn. De Seveso-richtlijn is in Nederland in het BRZO 99 vastgelegd. Als de richtlijn wordt aangepast, volgend jaar gebeurt dat weer, wordt het BRZO hierop aangepast. Circulaire buisleidingen In Nederland liggen veel buisleidingen die voor het vervoer van gevaarlijke stoffen worden gebruikt. Het grootste deel daarvan is voor het transport van aardgas bestemd: km leiding ligt er! Daarnaast zijn er ook leidingen voor het vervoer van aardolieproducten en andere stoffen. Voor deze leidingen zijn door de overheid in de jaren 80 van de vorige eeuw circulaires gepubliceerd waarin aan het bevoegd gezag voor het verlenen van toestemmingen om een buisleiding aan te leggen en aan het gezag dat verantwoordelijk is voor de ruimtelijke ordening advies geeft op welke afstand bebouwing zoals woningen, scholen, kantoren e.d moet blijven om de risico s op een ramp te verminderen. Deze circulaires moeten in 2003 worden herzien omdat er nieuwe wetenschappelijke inzichten zijn. Op grond van inzicht in de gevolgen van deze veranderingen voor de ruimtelijke ordening en de stellen eisen aan de leidingen zelf zal worden bepaald hoe met die nieuwe inzichten om te gaan. Bijdrage aan regelgeving van andere departementen De directie is niet voor alle regelgeving met betrekking tot het omgaan met de veiligheid van gevaarlijke stoffen of van luchthavens het primaire aanspreekpunt. Voor de regelgeving m.b.t. de externe veiligheid van het transport van gevaarlijke stoffen en het externe veiligheidsbeleid van luchthavens is met name het ministerie van Verkeer en Waterstaat de eerstverantwoordelijke. Dat ministerie zal begin 2003 met beleidsregels komen waarin de normstelling voor de risico s van het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn opgenomen. Dat is 8

9 bedoeld als voorloper van de wettelijke regels voor dit onderwerp die enige jaren later worden verwacht. Een ander voorbeeld is de registratie bij bedrijven van de aanwezige gevaarlijke stoffen van dag tot dag. Dat is voor de vergunning niet zo belangrijk maar wel voor degenen die bij een ramp moeten gaan helpen en eventuele doden en gewonden moeten afvoeren. Voor die mensen is het van groot belang precies te weten waar welke stoffen liggen opgeslagen. Daarvoor is een systeem in ontwikkeling dat dit mogelijk maakt. Voorwaarde om dit te laten functioneren is dat bedrijven worden verplicht de actueel aanwezige stoffen te registreren naar hun aard en verblijfplaats binnen het bedrijf en dat continu aan het bevoegd gezag te laten weten. Het ministerie van BZK zorgt dat de regels op grond waarvan deze verplichting ontstaat er komt: de zogenaamde Centrale Registratieplicht (CRP) Sanering vuurwerkbranche In het nieuwe vuurwerkbesluit van 1 maart 2002 zijn de veiligheidseisen aangescherpt. De bedrijven die werken met vuurwerk dienen uiterlijk 1 maart 2004 aan deze eisen te voldoen. Er zijn bedrijven die technisch gezien nooit kunnen voldoen aan deze eisen. Deze zullen hun vuurwerkactiviteiten moeten beëindigen. Deze bedrijven komen in aanmerking voor een schadevergoeding. Uit onderzoek komt naar voren dat ongeveer 1000 kleine verkooppunten en ongeveer 250 grotere consumenten vuurwerkopslagplaatsen en alle vuurwerkbedrijven die met professioneel vuurwerk werken gesaneerd gaan worden. De directie Externe Veiligheid heeft voor deze saneringsoperatie een uitvoeringsorganisatie sanering vuurwerkbranche opgericht. De uitvoeringsorganisatie wordt door de directie Externe Veiligheid en door een stuurgroep Uitvoering Vuurwerkbesluit aangestuurd. De uitvoeringsorganisatie is ondergebracht bij Senter, te Zwolle. Senter is een agentschap van het ministerie van Economische zaken en voert meer dan 70 rijksoverheidsregelingen uit. Voor nadere informatie over de schadevergoedingsregelingen, aanvraagformulieren en dergelijke wordt verwezen naar de website van Senter ( Implementatie Vuurwerkbesluit Vanaf juni 2001 is een omvangrijk project opgestart voor het kunnen invoeren van het vuurwerkbesluit. Hierbij hebben vele departementen, rijksinspecties en IPO en VNG hun bijdrage geleverd. De eerste resultaten van de onder dit project resulterende werkgroepen zijn op de conferentie van 29 november 2001 aan meer dan 600 deelnemers overgedragen. Vanaf die datum zijn alle medewerkers van gemeenten en provincies die een nieuwe rol hebben te vervullen met betrekking tot vuurwerk in een opleidingstraject betrokken. Zo zijn er opleidingen over het vuurwerkbesluit via de computer ter beschikking gesteld en zijn vergunningverleners en toezichthouders diepgaand opgeleid in zowel wetgeving als in vuurwerkkennis. Dit opleidingstraject zal eind oktober 2002 zijn afgerond. Alle provincies hebben een uitvoeringsorganisatie opgebouwd om de nieuwe vuurwerktaken te kunnen uitvoeren. Er is een Vliegende Brigade Vuurwerk opgericht bestaande uit ongeveer 10 medewerkers die toezicht houden op de vuurwerkbedrijven werkend met professioneel vuurwerk. Er is een Meld - en Informatiepunt Vuurwerk (LMIP) opgericht en bij de VROM-inspectie ondergebracht. Dit Meldpunt zal alle meldingen van vuurwerkactiviteiten registreren en de toezichthouders op de hoogte houden van de in het land aanwezige vuurwerkactiviteiten en periodiek analyses van de vuurwerkketen uitvoeren en rapporteren aan de toezichthouders. Vergunningen Vuurwerkevenementen VROM is verantwoordelijk voor het verlenen van vergunningen aan buitenlandse bezigers van professioneel vuurwerk. Dit vloeit voort uit artikel 3.3.2?? van het Vuurwerkbesluit. 9

10 Een verleende vergunning laat onverlet dat voor ieder evenement toestemming moet worden verkregen van de provincie. Voor het afsteken van professioneel vuurwerk zijn twee vergunningen nodig. Een bedrijfs- of bezigingsvergunning waaruit blijkt dat het bedrijf dat het vuurwerk opstelt en afsteekt voldoende deskundig is en een vergunning voor het evenement waarbij wordt getoetst of de locatie geschikt is en de afstanden tot de toeschouwers voldoende veilig zijn. De bedrijfs- of bezigingsvergunningen worden afgegeven door de provincies waarin het bedrijf is gevestigd of door VROM voor buitenlandse bedrijven. De evenementenvergunningen worden afgegeven door de provincie waarin het evenement plaatsvindt. Aanwijzing en vergunningverlening vuurwerkconcentratiegebieden VROM zal vuurwerkconcentratiegebieden aanwijzen. Momenteel wordt verkend of terreinen in de gemeenten Kollum (Kollumerwaard) en Baarle Nassau (Ulicoten) hiervoor voldoen. Bedrijven die zich gaan vestigen in een vuurwerkconcentratiegebied hebben een vergunning op grond van de Wet milieubeheer nodig van de minister van VROM. Vergunningsverlening Defensieactiviteiten Het bevoegd gezag (het bestuursorgaan dat vergunningen verleent en handhaaft) voor de Wet milieubeheer is in de meeste gevallen ondergebracht bij de gemeente of de provincie. Voor een aantal bijzondere bedrijven is de Minister van VROM het bevoegd gezag. Dit zijn voornamelijk inrichtingen van het ministerie van Defensie, die belangrijk zijn voor de inzetbaarheid van het Nederlandse leger. Voorbeelden zijn vliegvelden, belangrijke kazernes, schietbanen, opslagplaatsen voor munitie, en dergelijke. Wanneer een vergunning wordt aangevraagd, wordt deze beoordeeld op alle milieuaspecten, zoals geluidhinder, bodemverontreiniging, stankhinder, luchtverontreiniging en ook veiligheid. Voldoet de aanvraag niet, dan worden extra voorschriften opgenomen in de vergunning. Voor een deel van de vergunningaanvragen wordt de gebruikelijke procedure doorlopen van inspraak en beroep. Voor een ander deel van de vergunningaanvragen gebeurt dat niet, omdat de aanvraag geheime informatie bevat, die volgens de wettelijke regels niet openbaar mogen worden gemaakt. VROM maakt geen onderscheid tussen geheime of openbare vergunningen als het gaat om het niveau van milieubescherming. M.a.w.:voor alle vergunningaanvragen (openbaar of niet) gelden dezelfde eisen. Het aspect externe veiligheid speelt een hoofdrol bij opslagplaatsen van munitie en bij schietbanen. Vaak gelden daarvoor veiligheidszones die voor beperkingen zorgen van het gebruik van grond in de directe omgeving van zo'n complex. Deze veiligheidszones, inclusief de beperkingen, liggen dan vast in het gemeentelijke bestemmingplan. Bij elke nieuwe vergunning met munitiegegevens, controleert VROM of de vastgelegde veiligheidszones niet worden overschreden. Munitieactieprogramma De Minister van VROM is het bevoegd gezag voor onder meer opslagplaatsen voor munitie. De gevaarsaspecten van munitie zijn al geruime tijd bekend. Zo bracht het ministerie van Defensie in 1988 een circulaire uit (circulaire van Houwelingen genoemd), waarin voor munitieopslagplaatsen een veiligheidsbeleid werd neergelegd. Kern van die circulaire was het berekenen en opnemen in bestemmingsplannen van veiligheidscontouren, de zgn A-, B- en C- zones. 10

11 Na de ramp in Enschede bleek dat lang niet altijd duidelijk was of en hoe die circulaire was toegepast. Ook hier faalde het controle-instrument. Om op korte termijn duidelijkheid te verkrijgen over de feitelijke risico's, heeft VROM een actieprogramma gestart. Dit actieprogramma moet ervoor zorgen dat per munitiecomplex in beeld wordt gebracht wat feitelijke situatie is en wat de risico's zijn voor de bestaande gebouwen binnen de zones. Daarna wordt, in overleg met alle betrokkenen, naar een oplossing gezocht voor de gebouwen die een te groot risico lopen. Einddoel van het actieprogramma is om begin 2004 alle complexen te laten voldoen aan de geldende regels 7. Nationaal Expertisecentrum voor Externe Veiligheid. Per 1 januari 2002 is het Expertisecentrum voor externe veiligheid en vuurwerk (CEV) operationeel. Dit bij het RIVM ondergebrachte centrum is op 23 januari 2002 officieel geopend door de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Hiermee is één van de aanbevelingen van de Commissie Oosting uitgevoerd. Met het centrum is de bestaande wetenschappelijke capaciteit met betrekking tot het onderwerp externe veiligheid verdubbeld. Het centrum zal helpen bij het opbouwen van deskundigheid bij gemeenten, provincies en Rijk, ook voor wat betreft het nieuwe Vuurwerkbesluit. Die kennis is voor betrokkenen van groot belang om vergunningverlening en toezicht op goede wijze uit te kunnen voeren. Het expertisecentrum vervult de technisch-wetenschappelijke adviesrol aan de betrokken departementen. Een belangrijke taak van het centrum is het opzetten en bijhouden van het register van risicosituaties met gevaarlijke stoffen. Dat register ondersteunt de per 2003 in te voeren wettelijke registratieplicht voor zulke risicosituaties. Een andere belangrijke rol van het expertisecentrum is het geven van technischwetenschappelijk advies op het gebied van externe veiligheid aan gemeenten, provincies en toezichthouders. 8. Onafhankelijke Adviesraad voor gevaarlijke stoffen Een ander actiepunt uit het kabinetsstandpunt Vuurwerkramp is het vervangen van de huidige ambtelijke Commissie voor Preventie van Rampen door de nieuwe onafhankelijke Adviesraad gevaarlijke stoffen. De adviezen zijn openbaar. Op grond van de Kaderwet adviescolleges wordt momenteel een wetgevingstraject doorlopen tot oprichting van deze raad. De adviesraad zal het kabinet en de beide Kamers der Staten- Generaal gevraagd en ongevraagd adviseren over beleid en wetgeving ter voorkoming van ongevallen en rampen door het gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen. Het concept-wetsvoorstel tot oprichting van de Adviesraad gevaarlijke stoffen is in december 2001 vastgesteld door de Ministerraad. Na advisering door de Raad van State is het wetsvoorstel inmiddels voorgedragen voor parlementaire behandeling. Parallel wordt de procdure doorlopen om een geschikte voorzitter en leden van de Raad aan te stellen en wordt huisvesting en ondersteuning geregeld. De Raad zal naar verwachting per begin 2003 van start gaan. 9. Internetloket Lokaal Signaal Voor burgers bestaat de mogelijkheid om via het internetloket Lokaal Signaal van het ministerie van VROM klachten in te dienen of vragen te stellen op het terrein van ruimtelijke ordening, inclusief de externe veiligheid en de leefomgeving. De signalen worden door de Inspectie verwerkt en zullen mede dienen ter toetsing van het beleid en de uitvoering daarvan. 11

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 801 Vierde Nationaal Milieubeleidsplan Nr. 16 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTE- LIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 26 018 Ondergronds transport en buisleidingen Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTE- LIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Aan de

Nadere informatie

Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C

Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C Memo Ter attentie van Volker Wessels Vastgoed Datum 21 mei 2012 Distributie Projectnummer 12.0305 Onderwerp Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C VolkerWessels is voornemens ongeveer 140 woningen

Nadere informatie

Externe veiligheid. in bestemmingsplannen. Door: Hans Boerhof & André Gijsendorffer Hengelo, 12-10-2006

Externe veiligheid. in bestemmingsplannen. Door: Hans Boerhof & André Gijsendorffer Hengelo, 12-10-2006 Externe veiligheid in bestemmingsplannen Door: Hans Boerhof & André Gijsendorffer Hengelo, 12-10-2006 Externe veiligheid in bestemmingsplannen Welke informatie is noodzakelijk bij beoordeling: Inventariseren

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5

Nadere informatie

BELEIDSNOTA CONSUMENTENVUURWERK WORMERLAND

BELEIDSNOTA CONSUMENTENVUURWERK WORMERLAND BELEIDSNOTA CONSUMENTENVUURWERK WORMERLAND September 2011-1 - Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Doel 3 Verhouding met de APV en het Vuurwerkbesluit 4 Argumentatie 5 Beleidsregels 6 Vaststelling, citeertitel

Nadere informatie

Besluit externe veiligheid buisleidingen

Besluit externe veiligheid buisleidingen Besluit externe veiligheid buisleidingen Anneke Raap Directie Risicobeleid Externe Veiligheid Waarom? Schade door explosie Gellingen in België - 24 doden - 132 gewonden Andere waarnemingen een vlammenzee

Nadere informatie

NOTITIE EXTERNE VEILIGHEID

NOTITIE EXTERNE VEILIGHEID NOTITIE EXTERNE VEILIGHEID 1 INHOUD 1 Waarom deze notitie? 2 Wettelijk kader en rol provincie Groningen 3. Risicosituatie in Ten Boer 4. Conclusies bijlage 1: begrippen bijlage 2: besluiten en regelingen

Nadere informatie

Externe veiligheid. Algemeen

Externe veiligheid. Algemeen Externe veiligheid Algemeen Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het verminderen en beheersen van risico's van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen in inrichtingen en tijdens het transport

Nadere informatie

memo Vivare Projecten BV ing. Edwin G.M. Bonekamp SAB Arnhem, Jeffrey Luttikhuizen Bergerhof, Renkum paragraaf externe veiligheid

memo Vivare Projecten BV ing. Edwin G.M. Bonekamp SAB Arnhem, Jeffrey Luttikhuizen Bergerhof, Renkum paragraaf externe veiligheid B.V. memo aan: van: Vivare Projecten BV ing. Edwin G.M. Bonekamp datum: 18 november 2008 cc: betreft: SAB Arnhem, Jeffrey Luttikhuizen 80769 Bergerhof, Renkum paragraaf externe veiligheid Situatie Vivare

Nadere informatie

INTREKKING VERGUNNING

INTREKKING VERGUNNING INTREKKING VERGUNNING verleend door College van B&W van de gemeente Groningen op 15 augustus 1984 INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR het uitbreiden en wijzigen van de inrichting aan de Oude Roodehaansterweg

Nadere informatie

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Registratiebesluit externe veiligheid wordt als volgt gewijzigd:

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Registratiebesluit externe veiligheid wordt als volgt gewijzigd: Besluit van houdende wijziging van het Registratiebesluit externe veiligheid en het Besluit externe veiligheid inrichtingen (aanpassing aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen en wegnemen van

Nadere informatie

Vuurwerk en veiligheid

Vuurwerk en veiligheid Vuurwerk en veiligheid Colofon Uitgave: Provincie Limburg Postbus 5700 6202 MA Maastricht Tel.: +31 (0)43 389 99 99 Fax: +31 (0)43 389 80 99 E-mail: postbus@prvlimburg.nl Internet: www.limburg.nl Limburglaan

Nadere informatie

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald Externe veiligheidsparagraaf Bestemmingsplan Skoatterwald Toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door: - het gebruik,

Nadere informatie

Doel van dit schrijven is u nader te informeren over het op 22 juni jl. ondertekende convenant LPGautogas.

Doel van dit schrijven is u nader te informeren over het op 22 juni jl. ondertekende convenant LPGautogas. Ministerie van VROM directie Externe Veiligheid Rijnstraat 8 Postbus 30945 2500 GX Den Haag Interne postcode 637 Aan de bestuursorganen van gemeenten en gemeentelijke samenwerkingsverbanden Telefoon 070-339

Nadere informatie

Geachte Voorzitter, 1. Inleiding

Geachte Voorzitter, 1. Inleiding Directie Externe Veiligheid Rijnstraat 8 Postbus 30945 2500 GX Den Haag Interne postcode 637 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Telefoon 070-3394529 der Staten Generaal Fax 070-3391084 Postbus 20018

Nadere informatie

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening BESLUIT VAN PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND VAN 28 JANUARI 2014, PZH-2014-485413763, HOUDENDE EEN BELEIDSREGEL OVER DE WIJZE VAN INVULLING VAN DE GROEPSRISICOVERANTWOORDING IN EXTERNE VEILIGHEID WETGEVING

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten

Besluit van Provinciale Staten Besluit van Provinciale Staten Vergaderdatum Maart 2015 Nummer 6773 Onderwerp Beleidsregel groepsrisicoverantwoording in inpassingsplannen 1 Besluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Externe veiligheid Definitief In opdracht van: Vos Zand en Grind BV Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 20 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

Project Routering. Transport gevaarlijke stoffen over de weg. Marcel Reefhuis Team Risicobeheersing Hulpverleningsdienst Regio Twente

Project Routering. Transport gevaarlijke stoffen over de weg. Marcel Reefhuis Team Risicobeheersing Hulpverleningsdienst Regio Twente Project Routering Transport gevaarlijke stoffen over de weg Marcel Reefhuis Team Risicobeheersing Hulpverleningsdienst Regio Twente Inhoud Wet- en regelgeving Routering Routeplichtige stoffen Project routering

Nadere informatie

Provincie Noord-Brabant. 3 oktober Contactpersoon. N. van Rooij. Beleidsmedewerkster EV. Cluster. Natuur en Milieu. .

Provincie Noord-Brabant. 3 oktober Contactpersoon. N. van Rooij. Beleidsmedewerkster EV. Cluster. Natuur en Milieu.  . Provincie Noord-Brabant Inspectierapport EV-RO project interbestuurlijk toezicht omgevingsrecht Taakuitvoering van de gemeente Asten > Onderzoek borging EV in gemeentelijke bestemmingsplannen Contactpersoon

Nadere informatie

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD GEMEENTE HAAKSBERGEN September 2009 110301.001599 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 1.3 Leeswijzer 3 2 Wet- en regelgeving 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Beleidskader

Nadere informatie

Externe Veiligheid: de Basis Beginselen. Ir. D.J. de Boer

Externe Veiligheid: de Basis Beginselen. Ir. D.J. de Boer Externe Veiligheid: de Basis Beginselen Ir. D.J. de Boer d.j.deboer@saxion.nl EV de Basis Beginselen: vooruitblik 1. Gericht op (het voorkomen) van dodelijke slachtoffers (niet zijnde werknemers) als gevolg

Nadere informatie

BELEIDSVISIE EXTERNE VEILIGHEID

BELEIDSVISIE EXTERNE VEILIGHEID GEMEENTE HELMOND 27 maart 2007 141223/EA7/0H0/000350/sfo Inhoud 1.1 Waarom deze visie? 3 1.2 Externe Veiligheidssituatie Helmond 3 1.3 Visie ten aanzien van omgang met plaatsgebonden risico 4 1.4 Visie

Nadere informatie

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013 20130319B.R01 IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein datum: 10 oktober 2013 milieu geluid bouwadvies brandveiligheid ruimtelijke ordening beleidsadvies 20130319B.R01

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Middelburg, 3 mei 2006 Nummer: RMW0605090 Afdeling: Milieuhygiëne BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Arrow Terminals B.V. is in bezit van een aantal vergunningen ingevolge de Wet milieubeheer.

Nadere informatie

Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen

Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen Juni 2006 Inleiding Het Besluit Externe Veiligheid inrichtingen (Bevi) betreft nieuwe, complexe regelgeving voor externe veiligheid. Lokale en regionale overheden

Nadere informatie

: De heer H. Draaisma : Postbus 126 : 2200 AC Noordwijk

: De heer H. Draaisma : Postbus 126 : 2200 AC Noordwijk RAPPORT betreffende een quickscan externe veiligheid Zuiddijk (ong.) te Graft-De Rijp Datum : 5 juli 2011 Kenmerk : 1105D234/DBI/rap5 Contactpersoon : De heer D.D.C.A. Bijl Auteur : Ing. J.P. Goossen Vrijgave

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2 Aan: Pascal Lunshof p.lunshof@odnv.nl Van: I.E. Riegman i.riegman@ovij.nl Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2 Externe veiligheid 1 van 4 Uw kenmerk - Het beleid voor externe veiligheid

Nadere informatie

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID MEMO Dossier : 9x1884 Project : Laarberg- deelgebieden 1, 2, en 3 Betreft : quickscan externe veiligheid Ons kenmerk : Datum : Status : concept Classificatie : Klant vertrouwelijk QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

Nadere informatie

Dutch HealthTec Academy te Utrecht

Dutch HealthTec Academy te Utrecht Dutch HealthTec Academy te Utrecht Externe veiligheid Opdrachtgever : Kroon Group Kenmerk : R037339abA1.mhr Datum : 5 februari 2010 Auteur : mw. M.I. Huizer MSc dhr. ing. I.T.G.M. Martens Inhoudsopgave

Nadere informatie

Advies Externe Veiligheid Van Rogier van Kalken bij ruimtelijke plannen Datum 19 oktober 2007

Advies Externe Veiligheid Van Rogier van Kalken bij ruimtelijke plannen Datum 19 oktober 2007 Advies Externe Veiligheid Van Rogier van Kalken bij ruimtelijke plannen Datum 19 oktober 2007 Onderwerp EV Advies tel./e-mail 075-6553537 rkalken@milieudienst-waterland.nl Inleiding In dit advies wordt

Nadere informatie

Wijzigingsplan. Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 2 e planwijziging. President Rooseveltlaan 768 / 768a

Wijzigingsplan. Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 2 e planwijziging. President Rooseveltlaan 768 / 768a Wijzigingsplan Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 2 e planwijziging President Rooseveltlaan 768 / 768a Gemeente: Vlissingen Titel: Wijzigingsplan Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 2 e planwijziging

Nadere informatie

*15.0012085* 15.0012085

*15.0012085* 15.0012085 ADVIESNOTA AAN COMMISSIE RUIMTE Onderwerp en inhoud Adviesnota Postregistratienummer *15.0012085* 15.0012085 Vertrouwelijk Sector Afdeling Medewerk(st)er/tel Nee Grondgebiedzaken M. Smit 333 MS Gezien

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer tot vaststelling van een regeling

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer tot vaststelling van een regeling PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Gelderland. Nr. 4165 19 juli 2016 Beleidsregels omgevingsveiligheid provincie Gelderland Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer 2014-015978

Nadere informatie

Uitrol Basisnet vanaf 2014

Uitrol Basisnet vanaf 2014 Uitrol Basisnet vanaf 2014 Verona Visser Marco Rams Kenniscentrum InfoMil, Leefomgeving 5 November 2013 Basisnet vanaf 2014 (1) Aanleiding Basisnet (BN) grotendeels af en treedt 2014 in werking Kennisoverdracht

Nadere informatie

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID MEMO Dossier : BC5930-102-105 Project : bestemmingsplan Cruiquiusgebied Amsterdam Betreft : quickscan externe veiligheid Ons kenmerk : MD-AF20131715/ISEE Datum : 13 december 2013 Status : definitief Classificatie

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Boekels Ven

Risico-inventarisatie Boekels Ven Risico-inventarisatie Boekels Ven Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 februari 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5 2 Begrippenkader externe

Nadere informatie

BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID. Plan nieuwbouw school Plein. Gemeente Kerkrade

BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID. Plan nieuwbouw school Plein. Gemeente Kerkrade BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID Plan nieuwbouw school Plein Gemeente Kerkrade Afdeling Milieu en Bouwen Gemeente Kerkrade 13 juli 2009 versie 2 Beoordeling Externe Veiligheid bestemmingsplan school Plein

Nadere informatie

Planlocatie Nuland Oost te Nuland

Planlocatie Nuland Oost te Nuland Planlocatie Nuland Oost te Nuland Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Definitief In opdracht van: Gemeente Maasdonk Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 31 januari 2011 Verantwoording Titel : Planlocatie

Nadere informatie

circulaire tzl FEB Gemeente Ii aan e mmcm let Colleges van B&W Colleges van Gedeputeerde Staten

circulaire tzl FEB Gemeente Ii aan e mmcm let Colleges van B&W Colleges van Gedeputeerde Staten I{etour.idi ts Potb,v 30945 2500 GX Dn Hiiig Colleges van B&W Colleges van Gedeputeerde Staten circulaire 1 Gemeente Ii aan e mmcm let tzl 4 FEB 2009 Directorant-Generaal Dirt±ctie Ri5icobeleld RiJnttraat

Nadere informatie

t^fövineiaal Bestuur van Zuid-HoHand -9 FEB Aan de provincies en gemeenten Datum 4 februari 2009 Betreft Schadevergoedingen Bevi

t^fövineiaal Bestuur van Zuid-HoHand -9 FEB Aan de provincies en gemeenten Datum 4 februari 2009 Betreft Schadevergoedingen Bevi t^fövineiaal Bestuur van Zuid-HoHand -9 FEB. 2009 > Retouradres Postbus 30945 2500 GX Den Haag Aan de provincies en gemeenten Hllieu Directie Rislcobleld Rijnstraat 8 Postbus 30945 2500 GX Den Haag Inteme

Nadere informatie

SCM Milieu BV. mr. I. Vromen. WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax.

SCM Milieu BV. mr. I. Vromen. WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. Opdrachtgever: SCM Milieu BV Contactpersoon: mr. I. Vromen Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72

Nadere informatie

Externe veiligheid en Ruimte

Externe veiligheid en Ruimte Het beheersen van risico s van activiteiten met gevaarlijke stoffen in het ruimtelijk spoor Het beheersen van risico s van activiteiten met gevaarlijke stoffen in het ruimtelijk spoor mr. E. Broeren Berghauser

Nadere informatie

Intern memo. Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

Intern memo. Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp Intern memo Dienst Stedelijke Ontwikkeling G.J. v.d. Bovenkamp Telefoon (036) 036 5484027 Fax (036) 036 539955 E-mail gjvdbovenkamp@almere.nl www.almere.nl Aan Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg

Nadere informatie

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum Steunpunt externe veiligheid Groningen Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum Opdrachtgever: Gemeente Bedum Dhr. S. Bergsma Opgesteld door: P. van Lennep Steunpunt externe veiligheid

Nadere informatie

Bijlage 3 Externe veiligheid

Bijlage 3 Externe veiligheid Bijlage 3 Externe veiligheid Buitengebied Oostflakkee 117 Notitie Aan : Van : ing. M.M.H.M. Braun Datum : 9 juli 2012 Kopie : Onze referentie : 9X0652C0/N00001/903870/Rott HASKONING NEDERLAND B.V. RUIMTE

Nadere informatie

ANALYSE EXTERNE VEILIGHEID HEIDELAAN A ERMELO

ANALYSE EXTERNE VEILIGHEID HEIDELAAN A ERMELO HEIDELAAN A ERMELO GEMEENTE ERMELO 6 februari 2007 Defintief 141223.000504 Beperkte bijwerking d.d. 28 maart 2008 d.d. 4 augustus 2008. Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Achtergrond 3 1.2 Doel 3 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk memo aan: van: c.c.: Bouwfonds Ontwikkeling t.a.v. de heer S. van Vessem Bas Hermsen Jurian Heerink datum: 16 december 2014 betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde 124-132, Zaandam, ons kenmerk

Nadere informatie

Externe veiligheid Paterstraat 5, Kerkdriel Project Paterstraat 5, Kerkdriel. projectnummer project. opdrachtgever Inveniam BV

Externe veiligheid Paterstraat 5, Kerkdriel Project Paterstraat 5, Kerkdriel. projectnummer project. opdrachtgever Inveniam BV Externe veiligheid Paterstraat 5, Kerkdriel Project 2014.0243 projectnummer 2014.0243 project Paterstraat 5, Kerkdriel opdrachtgever Inveniam BV versie datum 17 april 2014 auteur ing. D.J.O. Lokhorst bestand

Nadere informatie

Urgente sanering LPGtankstations

Urgente sanering LPGtankstations VROM-Inspectie Portefeuillehouder Veiligheid & Risico Urgente sanering LPGtankstations Een onderzoek naar de voortgang van de urgente sanering van LPG-tankstations Cascadeplein 10 Postbus 30020 9700 RM

Nadere informatie

ZOMERDIJK ZWARTSLUIS EXTERNE VEILIGHEID

ZOMERDIJK ZWARTSLUIS EXTERNE VEILIGHEID ZOMERDIJK ZWARTSLUIS EXTERNE VEILIGHEID 28 januari 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 1.3 Leeswijzer 3 2 Wet- en regelgeving 4 2.1 Inleiding 4 2.2 Beleid 4 3 Uitgangspunten 6 3.1 Inleiding

Nadere informatie

Nota van beantwoording behorende bij ontwerp Facetbestemmingsplan Klazienaveen, Bedrijventerrein Pollux II en III (externe veiligheid).

Nota van beantwoording behorende bij ontwerp Facetbestemmingsplan Klazienaveen, Bedrijventerrein Pollux II en III (externe veiligheid). Nota van beantwoording behorende bij ontwerp Facetbestemmingsplan Klazienaveen, Bedrijventerrein Pollux II en III (externe veiligheid). Kaartnummer: 08.093 AI tot en met IV Vastgesteld d.d.: 1 2 1. Overleg

Nadere informatie

Ten behoeve van besluitvorming omtrent de mogelijk te maken ruimtelijke ontwikkeling is onderzoek verricht naar het aspect externe veiligheid.

Ten behoeve van besluitvorming omtrent de mogelijk te maken ruimtelijke ontwikkeling is onderzoek verricht naar het aspect externe veiligheid. Notitie 20130395-03 Bouwplan Taalstraat 88 te Vught Externe veiligheid Datum Referentie Behandeld door 14 maart 2013 20130395-03 R. Schoonbrood/LSC 1 Inleiding Ten noordoosten van het Vughts Historisch

Nadere informatie

Saneringsprogramma externe veiligheid inrichtingen. januari 2008 Provincie Zuid-Holland

Saneringsprogramma externe veiligheid inrichtingen. januari 2008 Provincie Zuid-Holland Saneringsprogramma externe veiligheid inrichtingen januari 2008 Provincie Zuid-Holland 1 Inleiding en aanleiding In het Zuid-Hollandse uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2006-2010 wordt saneren van

Nadere informatie

Herstructurering Biedermeier Mariaberg te Maastricht Quickscan externe veiligheid. Datum 19 december 2012 Referentie 20122015-04

Herstructurering Biedermeier Mariaberg te Maastricht Quickscan externe veiligheid. Datum 19 december 2012 Referentie 20122015-04 Herstructurering Biedermeier Mariaberg te Maastricht Quickscan externe veiligheid Datum 19 december 2012 Referentie 20122015-04 Referentie 20122015-04 Rapporttitel Herstructurering Biedermeier Mariaberg

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid Landgoed 'Klein Wolfswinkel' te Renswoude

Quickscan externe veiligheid Landgoed 'Klein Wolfswinkel' te Renswoude projectnr. 172050 revisie 01 december 2008 Auteur drs. T. (Tim) Artz Opdrachtgever Boom Holding BV Hamersveldweg 109 3833 GM Leusden datum vrijgave beschrijving revisie 01 goedkeuring vrijgave december

Nadere informatie

Datum 18 maart 2010 Distributie Projectnummer Externe Veiligheid Klein Engelenburg te Brummen

Datum 18 maart 2010 Distributie Projectnummer Externe Veiligheid Klein Engelenburg te Brummen Memo Ter attentie van Rotij Grondvast BV Datum 18 maart 2010 Distributie Projectnummer 09.1988 Onderwerp Externe Veiligheid Klein Engelenburg te Brummen In het kader van de bestemmingsplanwijziging voor

Nadere informatie

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden Algemeen toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig

Nadere informatie

Nazorg Bevi-sanering Industrie 2014

Nazorg Bevi-sanering Industrie 2014 Nazorg Bevi-sanering Industrie 2014 Colofon Uitgegeven door Inspectie Leefomgeving en Transport ILT/ Risicovolle bedrijven Koningskade 4, Den Haag Postbus 16191, 2500 BD Den Haag 088 489 00 00 www.ilent.nl

Nadere informatie

Dorado Beach. Externe Veiligheid. Definitief. Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 oktober 2013. GM-0115908, revisie 00

Dorado Beach. Externe Veiligheid. Definitief. Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 oktober 2013. GM-0115908, revisie 00 Dorado Beach Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 oktober 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5 2 Begrippenkader externe veiligheid... 6 2.1 Het begrip risico...

Nadere informatie

Externe veiligheidrisico s onder de Omgevingswet. Paul van der Lee Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken

Externe veiligheidrisico s onder de Omgevingswet. Paul van der Lee Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken Externe veiligheidrisico s onder de Omgevingswet Paul van der Lee Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken Inhoud Omgevingswet en AMvB s Structuur Besluit kwaliteit leefomgeving Instructieregels

Nadere informatie

MEMO. : Gemeente Eersel : J. Kooistra Datum : 22 januari 2009 Versie: : 1 : H. Janssen / H. de Groot. Projectnummer : 467542

MEMO. : Gemeente Eersel : J. Kooistra Datum : 22 januari 2009 Versie: : 1 : H. Janssen / H. de Groot. Projectnummer : 467542 MEMO Aan : Gemeente Eersel Van : J. Kooistra Datum : 22 januari 2009 Versie: : 1 Afschrift : H. Janssen / H. de Groot. Projectnummer : 467542 Onderwerp : Toetsing Externe Veiligheid voor een 22-tal RO-locaties

Nadere informatie

De brief heeft dezelfde indeling als voornoemde brief van 19 september 2001:

De brief heeft dezelfde indeling als voornoemde brief van 19 september 2001: Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Interne Postcode 637 Tel : 070-3394529 Fax : 070-3391084 Projectdirectie Externe Veiligheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA

Nadere informatie

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72. Datum: 29 januari 2015

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72. Datum: 29 januari 2015 Opdrachtgever: PlanROS Contactpersoon: Dhr. S. Peters Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72 ing.

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello

Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello Notitie Contactpersoon Maaike Teunissen Datum 20 juni 2012 Kenmerk N004-4638202MTU-evp-V01-NL Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello 1 Inleiding 1.1 Achtergrond en doel van het

Nadere informatie

Nulmeting regionale brandweer Zuidoost-Brabant taakinhoudelijk deel (taakvervulling volgens PVPP)

Nulmeting regionale brandweer Zuidoost-Brabant taakinhoudelijk deel (taakvervulling volgens PVPP) Nulmeting regionale brandweer Zuidoost-Brabant taakinhoudelijk deel (taakvervulling volgens PVPP) versie november 2002 Gemeente: Ingevuld 1 door + functie: Telefoon: email: Definitie pro-actie: Pro-actie

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel

Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel projectnr. 201716 revisie 00 november 2009 Auteur ing. S. M. O. Krutzen Opdrachtgever Gemeente Capelle aan den IJssel Afdeling Stedelijke Ontwikkeling Postbus

Nadere informatie

Daarnaast is op p. 18 de geluidslijn m.b.t. de boegkavel niet juist weergegeven.

Daarnaast is op p. 18 de geluidslijn m.b.t. de boegkavel niet juist weergegeven. 1 Reclamant 1 Gedateerd 19-01-2013 Ontvangen 22-01-2013 1. Aangegeven wordt het niet eens te zijn met de manier waarop de boegkavel en Brouwhuisse Heide is weergegeven op p. 11 van de toelichting van het

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico

Verantwoording groepsrisico Verantwoording groepsrisico Bestemmingsplan Weijpoort 21 en 21a-c Status: Definitief Datum: 4 juli 2017 Kenmerk Omgevingsdienst Midden-Holland: 2017112780 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding...

Nadere informatie

Externe Veiligheid beheersverordening Prins Hendrikpark te Baarn

Externe Veiligheid beheersverordening Prins Hendrikpark te Baarn Externe Veiligheid beheersverordening Prins Hendrikpark te Baarn Opdrachtgever : Gemeente Baarn, mevrouw E. Nelissen Adviseur : Servicebureau Gemeenten Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : SB G/POLR/541886

Nadere informatie

Veehouderij en volksgezondheid

Veehouderij en volksgezondheid Veehouderij en volksgezondheid Stand van zaken wetgeving en jurisprudentie Peter Bokelaar Inleiding Gezondheidseffecten veehouderij nog steeds een actueel thema. Q-koorts uitbraak in 2008/2009: bewustwording

Nadere informatie

ì n\ Bridle 1 9 NOV 2on Aan burgemeester en wethouders ingekomen: ) 3 Į\J?013 reg-nr-: Ąb G & T Datum: 11 november 2013 Sector/stafafdeling:

ì n\ Bridle 1 9 NOV 2on Aan burgemeester en wethouders ingekomen: ) 3 Į\J?013 reg-nr-: Ąb G & T Datum: 11 november 2013 Sector/stafafdeling: GEMEENTE mĝ Bridle Aan burgemeester en wethouders Datum: 11 november 2013 Sector/stafafdeling: Grondgebied/VROM Portefeuillehouder: Wethouder Verbeek Ontworpen door: G.A. Roskam ingekomen: ) 3 Į\J?013

Nadere informatie

RGLO MIT4 BSLI WP 7.13 L 7.13.2 RAPPORT EXTERNE VEILIGHEID

RGLO MIT4 BSLI WP 7.13 L 7.13.2 RAPPORT EXTERNE VEILIGHEID RGLO MIT4 BSLI WP 7.13 L 7.13.2 RAPPORT EXTERNE VEILIGHEID PRORAIL SPOORONTWIKKELING, PLANVORMING EN INFRA Versie 2.0 16 september 2005 141222/EA5/160/029.062/nve Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Schriftelijke vragen inzake interbestuurlijk toezicht en permanente bewoning recreatiewoningen van dhr Kap van de onafhankelijke statenfractie

Nadere informatie

Onderstaand advies heeft betrekking op het onderdeel externe veiligheid inzake het bestemmingsplan Tonselseveld Ermelo.

Onderstaand advies heeft betrekking op het onderdeel externe veiligheid inzake het bestemmingsplan Tonselseveld Ermelo. ADVIES EXTERNE VEILIGHEID Betreft : Bestemmingsplan Tonselseveld, Ermelo Ons kenmerk : Z-13-02301 Uw kenmerk : Bestemmingsplan Tonselseveld : 3 februari 2014 Behandelaar : Jan Balkestein, tel: 0341-474315

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid

Quickscan externe veiligheid projectnr. 161911 Auteur Drs. M. de Jonge Opdrachtgever Provincie Zeeland Directie Ruimte, Milieu en Water Projectbureau Zwakke Schakels Postbus 165 4330 AD Middelburg datum vrijgave beschrijving goedkeuring

Nadere informatie

Artikel I. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz, enz, enz.

Artikel I. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz, enz, enz. Besluit van 2008 tot wijziging van het Instellingsbesluit Adviescollege toetsing administratieve lasten 2006 in verband met de verlenging van de instellingsduur, de uitbreiding van de bezetting en de uitbreiding

Nadere informatie

Quickscan Externe Veiligheid uitbreiding recreatieterrein d'olde Kamp te Ansen

Quickscan Externe Veiligheid uitbreiding recreatieterrein d'olde Kamp te Ansen Quickscan Externe Veiligheid uitbreiding recreatieterrein d'olde Kamp te Ansen projectnr. 169666 revisie 01 24 februari 2010 Auteur: A.S. Veger MSc. Opdrachtgever d' Olde Kamp Fam. Van Zanten Dwingelerweg

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid

Quickscan externe veiligheid Quickscan externe veiligheid Realisatie gemeentehuis Leudal aan de Walk te Heythuyzen, gemeente Leudal Gegevens opdrachtgever: Gemeente Leudal Postbus 250 6440 AG Brunssum Tel. 045-527 86 55 Contactpersoon:

Nadere informatie

Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F

Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F Heijmans Vastgoed b.v. Maart 2012 Concept Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F dossier : BA8595 registratienummer

Nadere informatie

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID LAAGWAALDERWEG TE OUDESCHILD

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID LAAGWAALDERWEG TE OUDESCHILD QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID LAAGWAALDERWEG TE OUDESCHILD quickscan externe veiligheid Laagwaalderweg te Oudeschild Opdrachtgever Buro SRO Rapportnummer 3192.007 Versienummer Status D1 Eindrapportage Datum

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID BOSSCHEBAAN 37 TE HEESCH GEMEENTE BERNHEZE

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID BOSSCHEBAAN 37 TE HEESCH GEMEENTE BERNHEZE QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID BOSSCHEBAAN 37 TE HEESCH GEMEENTE BERNHEZE Quickscan externe veiligheid Bosschebaan 37 te Heesch in de gemeente Bernheze Opdrachtgever RO Connect Graafsebaan 31 5384 RS Heesch

Nadere informatie

Externe Veiligheid 47 extra woningen Vathorst

Externe Veiligheid 47 extra woningen Vathorst Externe Veiligheid 47 extra woningen Vathorst Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, de heer S. de Graaff Adviseur : Servicebureau Gemeenten Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : SB G/POLR/529357 Aantal

Nadere informatie

Rapportage quickscan externe veiligheid

Rapportage quickscan externe veiligheid BIJLAGE 7 Rapportage quickscan externe veiligheid revisie D0 februari 2008 Auteur ing. A. A. Zoethout drs. M. de Jonge Opdrachtgever Dhr. S. Weidenaar It Rak 1 8406 EX TIJNJE datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

Opdrachtgever Bouwfonds Ontwikkeling BV, Regio Midden De Brand 30 Amersfoort Contactpersoon Dhr. B. Evers

Opdrachtgever Bouwfonds Ontwikkeling BV, Regio Midden De Brand 30 Amersfoort Contactpersoon Dhr. B. Evers Opdrachtgever Bouwfonds Ontwikkeling BV, Regio Midden De Brand 30 Amersfoort Contactpersoon Dhr. B. Evers CSO Adviesbureau Contactpersonen Dhr. E, Schurink drs. A.M.M. (Wiet) Baggen Quick Scan externe

Nadere informatie

Quickscan Externe Veiligheid N240

Quickscan Externe Veiligheid N240 Quickscan Externe Veiligheid N240 projectnr. 194453 revisie 0.1 februari 2009 Auteur M. Beterams MSc. Opdrachtgever Gemeente Wieringermeer Postbus 1 1770 AA Wieringerwerf datum vrijgave beschrijving revisie

Nadere informatie

Laagraven Investment BV, de heer W. Toet Datum 7 juni Projectnummer Externe veiligheid Laagraven te Nieuwegein

Laagraven Investment BV, de heer W. Toet Datum 7 juni Projectnummer Externe veiligheid Laagraven te Nieuwegein Memo Ter attentie van Laagraven Investment BV, de heer W. Toet Datum 7 juni 2017 Opgesteld door J.W. (Jeroen) Hendriks Projectnummer 160712 Onderwerp Externe veiligheid Laagraven te Nieuwegein 1 WETTELIJK

Nadere informatie

VELIN: Transport via buisleidingen: onmisbaar!

VELIN: Transport via buisleidingen: onmisbaar! VELIN: Transport via buisleidingen: onmisbaar! Relevant 5 nov. 2012 1 VELIN: Transport via buisleidingen: onmisbaar! VELIN staat voor Vereniging van Leiding Eigenaren in Nederland Lange afstand hoge druk

Nadere informatie

Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen Nieuwsbrief 6 17 december 2008 Meerjarenprogramma Externe Veiligheid Overijssel

Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen Nieuwsbrief 6 17 december 2008 Meerjarenprogramma Externe Veiligheid Overijssel Inhoud Het Basisnet voor vervoer van gevaarlijke stoffen streeft een duurzame oplossing voor het spanningsveld tussen vervoer, ruimte en veiligheid na. Een belangrijk onderdeel zijn de Basisnetten voor

Nadere informatie

Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij voor de gemeente Dongeradeel

Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij voor de gemeente Dongeradeel Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij voor de gemeente Dongeradeel Nota van toelichting ten aanzien van de verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder

Nadere informatie

Aan burgemeester en wethouders ingekomen: JjjjSj ZÜ iö> reg.nr.: j 3.^,^> L>Li ï Datum: Sector/stafafdeling: Portefeuillehouder: Ontworpen door:

Aan burgemeester en wethouders ingekomen: JjjjSj ZÜ iö> reg.nr.: j 3.^,^> L>Li ï Datum: Sector/stafafdeling: Portefeuillehouder: Ontworpen door: G K M E E N T K BnW/e Aan burgemeester en wethouders ingekomen: JjjjSj ZÜ iö> reg.nr.: j 3.^,^> L>Li ï atum: Sector/stafafdeling: Portefeuillehouder: Ontworpen door: 3 juni 2013 Grondgebied/VROM Wethouder

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart 2012 20112539-03 C. Land

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart 2012 20112539-03 C. Land Notitie 20112539-03 Verantwoordingsparagraaf Externe Veiligheid Polanenpark Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart 2012 20112539-03 C. Land 1 Inleiding In opdracht van Van Riezen & partners

Nadere informatie

Memo externe veiligheid

Memo externe veiligheid Memo externe veiligheid Aan : Tiny van Hoek Organisatie : Gemeente Midden Drenthe Van : Henk Zwiers Team : Advies Betreft : Omgevingsvergunning in strijd handelen met bestemmingsplan Datum : 27 juli 2016

Nadere informatie

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg

Nadere informatie

VUURWERKBESLUIT. Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit. : Hardenberg - Heemsermarsweg

VUURWERKBESLUIT. Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit. : Hardenberg - Heemsermarsweg VUURWERKBESLUIT Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking Aanvrager Aangevraagde activiteiten Locatie Datum evenement : 30 juni 2012 Datum beschikking : 15 mei 2012 Kenmerk beschikking : 2012/0139507

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen Adviseur : Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : Z-AD-2017-0411 Aantal pagina s : 9 exclusief

Nadere informatie

Gewijzigde afstanden LPG-autogastankstations (voor bestaande situaties)

Gewijzigde afstanden LPG-autogastankstations (voor bestaande situaties) Gewijzigde afstanden LPG-autogastankstations (voor bestaande situaties) Maart 2007 Als gevolg van het treffen van veiligheidsmaatregelen door de LPG-sector worden de externe veiligheidsrisico s kleiner.

Nadere informatie