Naam school: Adres school: locatie Staringstraat 40, 5921 AW Venlo. Telefoonnummer: Internetsite: Denominatie:

Transcriptie

1 Home Vragenlijst Dit is een interactieve pdf, klik in het menu hieronder om een van de andere scholen te bekijken: Johan de Witt Gymnasium, Dordrecht De Passie, Utrecht Visser t Hooft Lyceum, Leiden SG Reggesteyn, Rijssen, Marne College, Bolsward Bewegen beleven in de sportklassen, Het onderstaande portret is opgetekend met de informatie verkregen uit een interview met de heer Johan de Groot, teamcoördinator vmbo-kgt (locatie Staringstraat), en gesprekken met de sportklasdocenten Marc Routs en Huub Swagemakers. Tevens is een bezoek gebracht aan de school en is uitvoerig gekeken naar de leerlingen in actie. leermiddelenkrant natuur Naam school: Adres school: locatie Staringstraat 40, 5921 AW Telefoonnummer: Internetsite: Denominatie: algemeen Bijzonder Vestigingen: de school heeft 4 vestigingen in -Blerick. Per 1 september 2007 wordt de nieuwbouw betrokken. Deze is gelegen naast de hoofdlocatie voor de bovenbouw. In dit ultramoderne nieuwe Junior College komen ongeveer 800 leerlingen te zitten in vijf zogenaamde thuisbases. Lees verder op pagina 2.

2 Schoolprofiel In zijn drie scholen voor voortgezet onderwijs, namelijk het Valuas College, het en College Den Hulster. De scholen functioneren onder één bestuur van de Onderwijsgemeenschap & Omstreken (OGVO). Er zijn afspraken gemaakt over het wervingsgebied van de scholen binnen de gemeente. Voor de omliggende dorpen is er sprake van een concurrentiesituatie tussen de scholen van binnen en buiten de OGVO. De OGVO heeft een aantal doelstellingen als algemene missie en leidraad voor de drie campussen (scholengemeenschappen) geformuleerd. Elk van de campussen geeft daar op zijn eigen wijze invulling aan. Het motto van de campus is: Het geeft je de ruimte! De missie van het is het bieden van onderwijs van hoge kwaliteit, uitmuntende individuele begeleiding en een hoogwaardige zorgstructuur voor alle leerlingen. De karakteristieke, centrale doelstelling is: leerlingen begeleiden en stimuleren in hun ontwikkeling tot zelfstandige en verantwoordelijke mensen. Om dat te realiseren biedt de campus: een uitdagende leeromgeving; ruimte voor de leerling om initiatief te nemen, actief te zijn, keuzen te maken; een klimaat waarin zowel leerlingen als docenten aangesproken mogen worden op hun verantwoordelijkheden; veilige kaders (heldere, consequent toegepaste regels, respect voor elkaar, recht doen aan verschillen, duidelijke begeleidings- en zorgstructuur). De leerlingen van vmbo-kgt krijgen lessen op het niveau theoretische leerweg. Leerlingen worden in de onderbouw voorbereid op doorstroming naar de bovenbouw van het vmbo. Slechts 2% van de leerlingen van vmbo-kgt stroomt door naar het havo. De bovenbouw van het vmbo van het heeft de afdelingen verzorging en uiterlijke verzorging, handel en verkoop, de ict-leerroute, en de theoretische leerweg. Per 1 augustus 2007 wordt het intrasectorale programma Sport, dienstverlening en veiligheid aangeboden. In het vmbo zijn 3 kernteams actief, elk onder leiding van een teamcoördinator. De coördinatoren en de sectordirecteur van het Junior College overleggen wekelijks over organisatorische zaken, onderwijsvernieuwing (prioriteit), strategisch beleid, bouwzaken, leerlingbegeleiding en personeelsbeleid. De 3 kernteams overleggen eveneens wekelijks, onder leiding van de teamcoördinator. De vaksecties zijn dienend aan de kernteams. Differentieel deel In het differentieel deel worden in leerjaar 1 drie lesuren en in leerjaar 2 twee lesuren Duits gegeven. Deze taal is belangrijk vanwege de nabijheid van Duitsland. Verder worden in het differentieel deel lessen persoonlijke ontwikkeling (informatiekunde, studieles, sociale vaardigheid, maatschappijleer, levensbeschouwing) gegeven. Voor de sportklassen zijn dit twee lesuren in leerjaar 1 en één lesuur in leerjaar 2. Voor de reguliere klassen zijn dit respectievelijk vier en drie lesuren. Locatie Staringstraat 40; team vmbo-kgt Aantal leerlingen: 153 (leerjaar 1 én 2 samen), in 7 klassen Aantal docenten: 12 Op de locatie zijn ook nog twee klassen vmbo-handel en verkoop gesitueerd. De sportklassen hebben drie lesuren sportoriëntatie in leerjaar 1 én 2. Daarvoor leveren zij één lesuur in van de Mens en maatschappijvakken (naast de lesuren persoonlijke ontwikkeling). Drie docenten krijgen elk 80 klokuren op jaarbasis om het programma voor de sportklassen te ontwikkelen en uit te voeren.

3 In wordt in de kernteams gewerkt aan de ontwikkeling van de leergebieden Mens en natuur en Kunst en cultuur. Hiervoor wordt externe ondersteuning ingehuurd. Uitgangspunt bij de ontwikkeling is de vraag: at moet een leerling voor elk vak in het leergebied minimaal kennen en kunnen? Als dit per vak duidelijk is, wordt gekeken welke mogelijkheden voor afstemming en samenhang er zijn. Er zijn plannen om in de nieuwbouw (dus ingaande het schooljaar ) te gaan werken in een 30 minutenrooster. Er zal dan ondermeer sprake zijn van expertlessen van 30 minuten en activiteiten in het open leercentrum in blokken van veelvouden van 30 minuten. In de nieuwbouw zijn de vaklokalen op de begane grond gesitueerd. Het gaat dan om lokalen voor kunst & cultuur, science en verzorging. Op de verdiepingen zijn de thuisbases voor de leerlingen en de teams. Hier zijn ook 2 traditionele theorielokalen, 2 flexibele lokalen en een open leercentrum. De sportklassen De school vindt bewegen voor leerlingen erg belangrijk. Onderzoek wijst uit dat het probleem van overgewicht bij jongeren in Nederland toeneemt. Steeds meer jongeren eten ongezond en bewegen te weinig. De school wil via de sportklassen gezond leven en het ontwikkelen van motorische vaardigheden onder de aandacht brengen van jongeren. Daarnaast is sport een uitstekende manier om aan de sociale vaardigheden van leerlingen te werken. Momenteel werkt de school met 6 sportklassen (één in elk van de brugklassen vmbo-bb, vmbo-kgt en vmbo-t en één in elk van de tweedejaarsklassen vmbo-bb, vmbo-kgt en vmbo-t). De sportklassen zijn gestart in het schooljaar en moeten straks aansluiten op het programma Sport, dienstverlening en veiligheid in de bovenbouw van het vmbo. Het aanmelden voor de sportklassen gebeurt via de basisschool. De klas is bestemd voor kinderen met een redelijke bewegingsvaardigheid en een goede sportieve instelling. Kinderen die graag willen sporten, belangstelling hebben voor een breed scala aan sporten, bereid zijn zich in te zetten, te verbeteren en te verdiepen in eigen leren en die zowel zelfstandig als in een team kunnen werken. De sportklas is dus niet speciaal voor topsporters. Prestaties zijn wel van belang, maar men vindt dat vaardigheden als samenwerken, hulpverlenen en organiseren en beoefenen van verschillende sportactiviteiten zeker zo belangrijk zijn. Na aanmelding ontvangen de leerlingen in april een uitnodingen om mee te doen aan speciaal georganiseerde sportactiviteiten. Tijdens deze middag worden ze geobserveerd en wordt er bekeken of de leerling voldoende basisvaardigheden heeft. Daarna wordt een beslissing genomen over toelating, waarbij het advies van de basisschool zwaar weegt. De vernieuwingen in de onderbouw die op handen zijn, kunnen rekenen op draagvlak. Wel werken docenten vanuit een verschillende perceptie aan de plannen. Het varieert van dit is weer een besluit van boven af tot laten we er met zijn allen iets moois van maken. Per team worden 4 docenten tijdens dit schooljaar voorbereid op het werken in een open leercentrum. Hiervoor worden externe deskundigen ingehuurd. Het is de bedoeling dat de geschoolde docenten straks de collega s gaan ondersteunen (principe train de trainers ). In leerjaar 1 bestaat het programma vooral uit sportoriëntatie. Een veelheid van sporten en bewegingsactiviteiten komen dan aan bod. Enkele voorbeelden: klimmen, mountainbiken, paardrijden, zweefvliegen, tennis, golf en reddend zwemmen. Het zijn veelal zaken die niet zijn opgenomen in het reguliere programma van het vak lichamelijke opvoeding. In leerjaar 2 wordt ook aandacht besteed aan andere aspecten rondom sport en bewegen. Het begeleiden van sportende mensen zal ook deel uitmaken van het programma. En leerlingen moeten presentaties geven, waarbij het accent vooral ligt op de vraag: wat kan sport betekenen voor mijn toekomst? Dit programma moet nog verder ontwikkeld worden door de docenten.

4 Wat betreft vaardigheden sluit het programma aan bij dat van de mentorlessen. Indien mogelijk is de docent lichamelijke opvoeding ook mentor van de sportklas. In het programma krijgen de volgende vaardigheden, die ook voor het goed functioneren in de samenleving van groot belang zijn, speciale aandacht: samenwerken; hulpverlenen; accepteren van en omgaan met verschillen; coachbaar zijn en leiding accepteren; communiceren en overleggen; leiding geven en organiseren. Ook bezoeken aan sportwedstrijden en een vervolgopleiding in de sportsector (MDGO-bewegen (voorheen CIOS), Academie voor Lichamelijke Opvoeding) staan op het programma. Omdat leerlingen in de sportklassen meestal beschikken over grotere motorische vaardigheden dan de andere, komt er tijdens de lessen lichamelijke opvoeding in het eerste en tweede jaar al lesstof aan de orde die normaal vaak pas in de bovenbouw op het programma staat. Voorbeelden daarvan zijn: zelf een les of een lesdeel (bijvoorbeeld een warming-up) verzorgen, verschillende vormen van saltospringen, eerder en op een hoger niveau bereiken van eindvormen in diverse (bal)spelen dan de gemiddelde leerling en organiseren, starten en op gang houden van diverse lessituaties. Ouders worden geïnformeerd over sportklassen, voorafgaand aan aanmelding en betalen 100 euro aan bijdrage, om organisatie van workshops mogelijk te maken. Het gaat dan om huur van ruimtes, faciliteiten als mountainbikes en inhuren van deskundige (externe) instructeurs. Enkele concrete voorbeelden: Voorafgaand aan clinic basketbal bereiden leerlingen zich voor op het afnemen van een interview in de Engelse taal bij de Amerikaanse basketballers van Upstairs Weert (eredivisie). Ook wordt een wedstrijd in Weert bezocht en volgen de leerlingen de persconferentie, na afloop van de wedstrijd; Leerlingen van leerjaar 2 gaan de sportdag van de basisschoolleerlingen van groep 7 en 8 mede organiseren. Het gaat dan om het verzorgen van instructies van sporten die leerlingen zelf beoefenen en/of interessant vinden. In de sportlessen op school en ook in een aantal andere lessen bereiden de leerlingen zich voor op dit evenement. In de sportklassen wordt een pilot uitgevoerd voor Mens en maatschappij. Er is sprake van één docent die in één lokaal met één methode het leergebied verzorgt. Mens en maatschappij staat op het rooster en het rapport. Tevens gebruikt de docent Mens en maatschappij lessituaties uit de sportoriëntatie om de leerstof van het leergebied contextrijk te maken. Ook in de lessen persoonlijke ontwikkeling gebeurt dit. De docenten van deze vakken zijn tevens mentor van de klas en zijn nauw verbonden met de sportklassen. Daardoor ontstaat verwevenheid en krijgen de docenten goed zicht op het functioneren van de leerlingen in verschillende situaties. Relatie differentieel deel kerndeel Niet alleen bij lichamelijke opvoeding, maar ook bij andere vakken komt het speciale karakter van de sportklas tot uiting. Onderwerpen als gezondheid, blessurepreventie, en EHBO komen bij lichamelijke opvoeding, maar ook bij biologie en verzorging aan de orde.

5 Leerlingen houden in een sportfolio bij wat ze leren en doen tijdens de lessen sportoriëntatie. Het sportfolio bestaat onder andere uit de volgende onderdelen: Plezier in bewegen o welke sporten doe je of heb je gedaan? Werk en vrijwilligerswerk in sport en bewegen o soort werk, waar, aantal uren, beroeps of vrijwillig, leuk of niet leuk? Kijk eens naar je zelfstandigheid o materiaal opbouwen en klaarzetten, verzorgen warming-up Kijk eens naar je samenwerking o luisteren naar anderen, anderen helpen, rekening houden met anderen, coachen en stimuleren van anderen Taken en rollen o tellen, fluiten, coachen, observeren, organiseren, helpen, presenteren, aanwijzingen geven, warming-up geven Aanwijzingen geven o gericht kijken, aanwijzingen op opdracht bedenken Presenteer je sport o presenteren en verslag maken Bij elk van de onderdelen wordt leerlingen gevraagd te reflecteren op hun eigen functioneren: wat heb je gedaan, hoe verliep de samenwerking, wat ging goed en wat ging minder goed, wat moet volgende keer beter? Maatschappelijk bezig Een zeer succesvol project dat voortvloeide uit de sportklassen was het afgelopen jaar The Big Climb. Leerlingen en hun begeleiders beklommen met de mountainbike de 21 haarspeldbochten van de Alpe d Huez en haalde met deze prestatie ruim euro op voor de stichting KiKa (Kinderen Kankervrij).