Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder. Datum 9 september 2015 Referentie

Transcriptie

1 Gatwickstraat GL AMSTERDAM Postbus AJ AMSTERDAM T +31 (0) F +31 (0) E amsterdam.ch@dpa.nl K.v.K IBAN NL71 RABO Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder Datum 9 september 2015 Referentie

2 Referentie Rapporttitel Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder Datum 9 september 2015 Opdrachtgever Contactpersoon Smit's Bouwbedrijf Postbus AL BEVERWIJK De heer W. Schoenmaker Behandeld door De heer ing. F.P. van Dorresteijn DPA Cauberg-Huygen B.V. Gatwickstraat GL AMSTERDAM Postbus AJ AMSTERDAM Telefoon Fax Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder 9 september 2015 Pagina 1

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding onderzoek Leeswijzer 5 2 Toetskader Wet geluidhinder Systematiek grenswaarden en verzoek tot hogere grenswaarden Dove gevels Wegverkeerslawaai Spoorweglawaai Industrielawaai Cumulatie geluidbronnen Gemeentelijk geluidbeleid Cumulatie geluidbronnen Stille zijden Dove gevels Geluidschermen voorlangs gevels 8 3 Uitgangspunten onderzoek Planomschrijving Wegverkeersgegevens Spoorgegevens 10 4 Rekenmethoden geluidbelastingen Wegverkeerslawaai inclusief tramlawaai Spoorweglawaai en metrogeluid Nadere toelichting invoergegevens akoestisch rekenmodel Gecumuleerde geluidbelastingen L(VL,cum) 12 5 Berekeningsresultaten Geluidbelastingen per geluidbron zonder maatregelen Gecumuleerde geluidbelasting L(VL,cum) 13 6 Advies ten aanzien van stille zijden 14 7 Afweging maatregelen en aanvraag hogere waarden Algemeen Benodigde maatregelen ter reducering van de geluidbelasting Maatregelen aan de bron Maatregelen in het overdrachtsgebied Maatregelen aan de ontvangzijde Conclusie en advies aanvraag hogere waarden 17 8 Samenvatting en conclusies 18 Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder 9 september 2015 Pagina 2

4 Bijlagen Bijlage I Bijlage I-1 Bijlage II Bijlage II-1 Bijlage III Bijlage III-1 Bijlage IV Bijlage IV-1 Verkeergegevens Geluidinvoer Berekeningsresultaten per geluidbron Gecumuleerde geluidbelastingen L(VL,cum) Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder 9 september 2015 Pagina 3

5 1 Inleiding In opdracht van Smit s Bouwbedrijf heeft DPA Cauberg-Huygen B.V. een akoestisch onderzoek verricht ten behoeve van het mogelijk maken van huisvesting voor studenten en young professionals/phd in het plangebied Stationslocatie Lelylaan in Amsterdam. IC Netherlands B.V. is de ontwikkelaar/belegger van het plan, Smit s Bouwbedrijf is in opdracht van IC Netherlands B.V. de technisch ontwikkelaar. Figuur 1.1 weergeeft de locatie van Stationslocatie Lelylaan. Figuur 1.1: Stationslocatie Lelylaan (bron: Google maps) 1.1 Aanleiding onderzoek Op de planlocatie wordt huisvesting voor studenten en young professionals/phd gerealiseerd. Er wordt meer m² BVO met bestemming Wonen gerealiseerd dan het bestemmingsplan Stationslocatie Lelylaan toestaat. Het merendeel van de woningen is dusdanig klein dat deze woningen beschikken over één gevel. Het bestemmingsplan eist een stille zijde voor iedere woning. Omdat de locatie alzijdig door spoorweglawaai of wegverkeerslawaai wordt belast, kan in geval van kleine woningen pas na ingrijpende maatregelen worden voldaan aan de eis van een stille zijde. Het doel van het onderzoek is om door middel van een aanvraag van een omgevingsvergunning voor de activiteit afwijken van het bestemmingsplan meer m² BVO met woonbestemming mogelijk te maken en om een vrijstelling op de eis van de stille zijde mogelijk te maken. Daartoe is op aangeven van stadsdeel Nieuw- West een nieuw onderzoek Wet geluidhinder uitgevoerd. De woningen worden door geluid belast afkomstig van het spoortraject Amsterdam Centraal Schiphol (westelijke ringspoorlijn) en van de Willem Frogerstraat, de Cornelis Lelylaan inclusief trambaan, de Pieter Calandlaan/Schipluidenlaan, de rijksweg A10 en de metrolijn 50 (voorheen onderdeel van het spoorweglawaai, in de vigerende geluidwetgeving een eigen geluidbron). Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder 9 september 2015 Pagina 4

6 De geluidbelastingen zijn berekend en getoetst aan de grenswaarden. Onderzocht is of wordt voldaan aan de grenswaarden van de Wet geluidhinder, welke hogere waarden moeten worden aangevraagd en waar zo nodig maatregelen moeten worden toegepast. 1.2 Leeswijzer In deze rapportage zullen eerst de aspecten uit de Wet geluidhinder en het gemeentelijk geluidbeleid, die op dit plan van toepassing zijn, aan bod komen. Vervolgens zullen de berekeningen en de toetsing van geluidbelastingen worden beschreven. Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder 9 september 2015 Pagina 5

7 2 Toetskader 2.1 Wet geluidhinder Systematiek grenswaarden en verzoek tot hogere grenswaarden In de Wet geluidhinder en in het Besluit geluidhinder worden voor wegverkeerslawaai, spoorweglawaai en industrielawaai twee typen grenswaarden benoemd: de zogenaamde voorkeursgrenswaarde en de maximaal te verlenen ontheffingswaarde. Per geluidbron (per weg, per spoorweg, per industrieterrein) wordt aan de grenswaarden getoetst. Bij een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde, maar niet van de maximale ontheffingswaarde, kan een zogenaamde hogere grenswaarde worden aangevraagd bij het College van B&W. Het vaststellen van een hogere waarde door het College van B&W is mogelijk indien maatregelen om de geluidbelasting te reduceren aan bron (verkeer) of tussen bron en ontvanger (gebouw), zoals schermen of verkeersreducerende maatregelen, niet doelmatig zijn of bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerkundige, landschappelijke of financiële aard ondervinden Dove gevels De Wet geluidhinder benoemt grenswaarden voor de geluidbelastingen op de gevels van geluid- gevoelige gebouwen. Dove gevels zijn echter gevels waarvan de geluidbelastingen op deze gevels niet hoeven te worden getoetst aan deze grenswaarden. Dove gevels zijn: gevels zonder aanwezige te openen delen en die voldoen aan een karakteristieke geluidwering van tenminste het verschil van de geluidbelasting en een waarde van 33 db, onderscheidenlijk 35 db(a); gevels met bij uitzondering te openen delen, mits deze delen niet grenzen aan een geluid- gevoelige ruimte (slaap-, woon- of eetkamer). Voorbeelden zijn: - een raam in een gevel van een besloten keuken met een vloeroppervlakte van minder dan 11 m²; - een raam in een hal van een woning; - een nooduitgang Wegverkeerslawaai Onder de vigerende geluidwetgeving is dit onderzoeksrelevante deel van metrolijn 50 niet op de geluidproductieplafondkaart of op de kaart van de Regeling zonekaart spoorwegen Wet geluidhinder aangewezen als spoorweg. Conform de Wet geluidhinder worden de geluidbelastingen vanwege de metrolijn om die reden aangemerkt als wegverkeerslawaai. Er zijn twee metrosporen, de zonebreedte bedraagt dan 200 m. De planlocatie is binnen deze zone gelegen. De voorkeursgrenswaarde vanwege wegverkeerslawaai (hier ook metrogeluid) bedraagt 48 db. De maximaal te verlenen ontheffingswaarde bedraagt: Rijksweg A10 53 db; Stedelijke wegen (Cornelis Lelylaan, Calandlaan/Schipluidenlaan, Willem Frogerstraat) 63 db; Metrolijn db. Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder 9 september 2015 Pagina 6

8 2.1.4 Spoorweglawaai De voorkeursgrenswaarde vanwege spoorweglawaai bedraagt 55 db en de maximaal te verlenen ontheffingswaarde 68 db Industrielawaai De onderzoekslocatie is niet gelegen binnen de geluidzone van een industrieterrein Cumulatie geluidbronnen Indien een plan binnen meer dan één geluidszone is gelegen, dient tevens onderzoek gedaan te worden naar de effecten van de samenloop van de verschillende geluidsbronnen. Er dient te worden aangegeven op welke wijze met de samenloop rekening is gehouden bij het bepalen van de te treffen maatregelen (art. 110a en 110f van de Wgh). 2.2 Gemeentelijk geluidbeleid Met de invoering van de gewijzigde Wet geluidhinder in 2007 zijn de gemeentes bevoegd een eigen geluidbeleid op te stellen. Aan dit geluidbeleid zal moeten worden getoetst bij eventuele hogere waarde verzoeken Cumulatie geluidbronnen Indien een plan binnen meer dan één geluidszone is gelegen, dient tevens onderzoek gedaan te worden naar de effecten van de samenloop van de verschillende geluidsbronnen. Er dient te worden aangegeven op welke wijze met de samenloop rekening is gehouden bij het bepalen van de te treffen maatregelen (art. 110a en 110f van de Wgh). Conform het gemeentelijk geluidbeleid is er sprake van een onaanvaardbare geluidbelasting als de gecumuleerde geluidbelasting meer dan 3 db hoger is dan hoogste van de maximaal toelaatbare ontheffingswaarden. Op plaatsen waar dit wordt geconstateerd moeten dove gevels of gebouwgebonden geluidschermen worden toegepast Stille zijden Conform het gemeentelijk geluidbeleid dienen woningen waarvoor hogere grenswaarden worden vastgesteld in principe te beschikken over een stille zijde. Hiervan kan alleen worden afgeweken op grond van zwaarwegende argumenten. Omdat sprake is van kleine woningen wordt om vrijstelling van de eis van een stille zijde verzocht Dove gevels Het gemeentelijk geluidbeleid omvat regels voor het mogen onderbreken van een dove gevel: Het onderbreken van de dove gevel met een geluidwerend scherm, mits geluidwerende schermen of dove gevels per hele verdieping toegepast worden; Ramen of deuren aan besloten galerijen, serres of loggia s, waarbij de binnengevel als schil van de woning fungeert volgens het Bouwbesluit. Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder 9 september 2015 Pagina 7

9 Balkons, loggia s en serres mogen een dove gevel onderbreken. Aan deze buitenruimten worden eisen gesteld aan: de geluidbelasting in de buitenruimte, zeker als de buitenruimte ook bedoeld is als het realiseren van een stille zijde. Als de geluidsbelasting hoger mag zijn, moet een hogere waarde aangevraagd worden; de permanent aanwezige buitenluchtkwaliteit in de buitenruimte, zie ook bouwbrief 15; de thermische schil van de woning die ter plaatse van de binnenpui van de buitenruimte moet zijn gelegen; de afmetingen van de buitenruimte: minimaal 3 m² groot en minimaal 1,30 m diep; de binnen- en buitenschil van de serre mag zijn voorzien van te openen delen. De buitengevel van een serre kan dus zowel permanent geopende ventilatievoorzieningen (bijvoorbeeld de buitenste strook van de buitengevel) als te openen, te schuiven, op te vouwen enz. ramen hebben. De eisen voor geluid en buitenluchtkwaliteit gelden met de genoemde ramen in gesloten stand Geluidschermen voorlangs gevels Gevels waar voorlangs geluidschermen staan vallen in tegenstelling tot dove gevels wel onder de toetsing van de Wet geluidhinder. De geluidbelasting achter het scherm, op de gevel wordt getoetst aan de betreffende voorkeursgrenswaarde en maximale ontheffingswaarde. Zo nodig wordt een hogere waarde verzocht en vastgesteld. Bij het ontwerpen van geluidschermen dienen de voorwaarden van bouwbrief 15 te worden opgevolgd. Deze bevatten onder meer: de realisatie van buitenluchtcondities tussen het scherm en de gevel; de grootte van de daartoe benodigde, permanent open te houden ventilatieopeningen in het scherm; het aanhouden van een afstand tussen het scherm en de woninggevel van ten minste 0,5 m. Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder 9 september 2015 Pagina 8

10 3 Uitgangspunten onderzoek 3.1 Planomschrijving In figuur 3.1 is een impressie gegeven van het gebouw en het aantal woningen. Totaal worden in het ontwerp van Studioninedots, versie 14 juli 2014, 777 woningen gerealiseerd, waarvan circa 75% met een oppervlakte van circa 22 tot 44 m². Er kunnen mogelijk wijzigingen optreden in dit aantal. Oostzijde (Willem Frogerstraat) Noordzijde (Cornelis Lelylaan) Westzijde (Spoorweg) Figuur 3.1: twee representatieve gebouwverdiepingen 3.2 Wegverkeersgegevens De weekdaggemiddelde verkeersintensiteiten van de stedelijke wegen zijn verstrekt door de dienst V&OR (voorheen divv). In bijlage I zijn de gegevens opgenomen. Voor wegdekverharding van alle stedelijke wegen is het referentie wegdek gehanteerd, de maximum- snelheid bedraagt 50 km/u. Het geluid van metrolijn 50 wordt aangemerkt als wegverkeerslawaai, maar moet worden berekend als zijnde spoorweglawaai. De intensiteiten van de metrolijn zijn verstrekt door de gemeente Amsterdam, d.d. 8 september De metro valt onder spoorwegtuigcategorie 7: schijfgeremd metro- en sneltrammateriaal. Scharnierende geledingen met 3 draaistellen zijn 1 eenheid. De volgende eenheden (per uur) zijn op metrolijn 50 van toepassing is de situatie per 2020 (eindbeeld): Dagperiode : 130,3 eenheden; Avondperiode : 98,0 eenheden; Nachtperiode : 42,5 eenheden. Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder 9 september 2015 Pagina 9

11 De verkeers- en weggegevens van de rijksweg A10 zijn conform het geluidregister van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (versie 19 maart 2015). De verkeersintensiteiten in het geluidregister voor dit rijkswegtracé gelden voor het peiljaar 2008, om die reden geldt een plafondcorrectiewaarde (toeslagcorrectie op de geluidbelastingen) van 1,5 db. De gegevens zijn te omvangrijk om helder in dit rapport volledig te presenteren. Ter indicatie weergeeft tabel 3.1 de uurintensiteiten van de A10 west ter hoogte van de onderzoekslocatie. Tabel 3.1: uurintensiteiten A10 west, ter hoogte van planlocatie A 10 west hoofdrijbanen A 10 west Op- en afritten totaal Motorvoertuigcategorie Dag Avond Nacht Dag Avond Nacht Lichte motorvoertuigen Middelzware motorvoertuigen Zware motorvoertuigen Spoorgegevens De spoorweggegevens van de westelijke ringspoorlijn zijn conform het geluidregister spoor van ProRail (versie 19 maar 2015). De verkeersintensiteiten in het geluidregister voor dit spoortracé zijn gemiddeld over die voor de peiljaren 2006, 2007 en 2008, om die reden geldt een plafondcorrectiewaarde (toeslagcorrectie op de geluidbelastingen) van 1,5 db. De gegevens zijn te omvangrijk om helder in dit rapport volledig te presenteren. Ter indicatie weergeeft tabel 3.2 de uurintensiteiten van het spoortracé ter hoogte van de onderzoekslocatie. Tabel 3.2: uurintensiteiten Q per treinvoertuigcategorie per periode dag (D), avond (A) en nacht (N) Voertuigcategori e Treintype Q(D) Q(A) Q(N) 1 MAT 64-T, MAT 64-V 3,48 3,82 2,12 2 DDM-1, IC-R, ICM-3 14,52 12,36 5,36 3 E-LOC, MDDM, SGM-3 8,92 8,92 3,09 8 DDM-2/3, ICM-4,IRM-4, VIRM-6 87,78 68,55 24,21 9 Thalys 4,66 4,18 0,95 Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder 9 september 2015 Pagina 10

12 4 Rekenmethoden geluidbelastingen 4.1 Wegverkeerslawaai inclusief tramlawaai De berekeningen van de geluidbelastingen L den zijn uitgevoerd conform het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012, (hierna te noemen: RMG2012). Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van Standaard Rekenmethode II uit bijlage III van het RMG2012. Het trammaterieel van het GVB Amsterdam bestaat op de lijnen 1 en 17 uit het type Combino. De gemeente Amsterdam heeft geluidemissiemetingen laten uitvoeren en beschikt over geluidgegevens van het Combinotrammaterieel. Uit deze gegevens blijkt dat de emissiegetallen van het Combino-materieel aanzienlijk lager zijn dan de emissiegetallen voor tramlawaai uit het RMG2012. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van de emissiegetallen, die op basis van de geluidemissiemetingen zijn vastgesteld. Bij de berekeningen wordt de equivalente geluidniveaus van dag-, avond- en nachtperioden bepaald. Voor een vergelijking met de wettelijke grenswaarden wordt uit deze dag-, avond- en nachtwaarden de geluidbelasting L den vastgesteld. Deze geluidbelasting L den wordt berekend met behulp van de volgende formule: 12*10 = 10*log Ldag Lavond + 5 Lnacht *10 L den in db + 4*10 24 Op de berekende geluidbelastingen mag, conform artikel 110g van de Wet geluidhinder, een correctie worden toegepast. Zoals omschreven in artikel 3.4 van het RMG2012 is de te hanteren aftrek 5 db voor wegen waar de representatief te achten snelheid lager is dan 70 km/uur. Voor wegen waar een representatief te achten snelheid gelijk aan of hoger is dan 70 km/uur, zoals hier de rijksweg A10, gelden per 20 mei de volgende waarden voor de aftrek in het RMG2012: Voor een geluidbelasting van 56 db, zonder de aftrek, geldt een aftrekwaarde van 3 db. De geluidbelasting na aftrek bedraagt dus 53 db (was 54 db); Voor een geluidbelasting van 57 db, zonder de aftrek, geldt een aftrekwaarde van 4 db. De geluidbelasting na aftrek bedraagt dus 53 db (was 55 db); Voor alle overige geluidbelastingwaarden blijft een aftrek van 2 db gelden. Voor de Cornelis Lelylaan zijn de geluidbelastingen de som van de geluidbelastingen van: o Gemotoriseerd verkeer (licht, middelzwaar en zwaar), met toepassing van een aftrek van 5 db; o Tramverkeer lijn 1 en 17, zonder toepassing van een aftrek (gebruikmaking van Combinogegevens). Voor overige stedelijke wegen is een aftrek van 5 db toegepast. De berekeningen van het wegverkeerslawaai zijn uitgevoerd met behulp van het computerprogramma Geomilieu v.2.51 van DGMR. Bijlage II weergeeft de belangrijkste gegevens van het geluidinvoermodel. Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder 9 september 2015 Pagina 11

13 4.2 Spoorweglawaai en metrogeluid Voor de berekeningen van het spoorweglawaai en ook van het metrogeluid is gebruik gemaakt van Standaard Rekenmethode II uit bijlage IV van het RMG2012. De berekeningen van het wegverkeerslawaai zijn eveneens uitgevoerd met behulp van het computerprogramma Geomilieu v.2.51 van DGMR. 4.3 Nadere toelichting invoergegevens akoestisch rekenmodel In de rekenmodellen is uitgegaan van de volgende rekenparameters en uitgangspunten: Bodemfactor algemeen: 1,0 (zachte bodem); Bodemfactor gedefinieerde bodemgebieden: 0,0 (harde bodem, zoals wateroppervlakken, wegen en verharde sportvelden of parkeerterreinen); Bodemfactor gedefinieerde bodemgebieden rijksweg A10: 0,5 (conform RMG2012 bij (D)ZOAB); Sectoren met een zichthoek van 2 graden; Meteorologische correcties: SRMII RMG2012; Luchtdemping: standaard SRMII RMG Gecumuleerde geluidbelastingen L(VL,cum) Gecumuleerde geluidbelastingen L VL,cum zoals bedoeld in artikel 110a en 110f van de Wgh worden berekend conform hoofdstuk 2 van bijlage I van het Reken- en meetvoorschrift geluid Alleen relevante geluidbronnen worden meegenomen in de berekening van de gecumuleerde geluidbelasting. Relevante geluidbronnen zijn die bronnen waarvan de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden. Conform het Amsterdams geluidbeleid wordt op de geluidbijdragen van het wegverkeerslawaai de aftrek conform artikel 110g van de Wet geluidhinder toegepast. Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder 9 september 2015 Pagina 12

14 5 Berekeningsresultaten 5.1 Geluidbelastingen per geluidbron zonder maatregelen De berekeningsresultaten zijn per geluidbron (per weg) beschouwd, omdat toetsing aan de Wet geluidhinder per geluidbron dient plaats te vinden. Alle gepresenteerde geluidbelastingen vanwege wegverkeerslawaai zijn inclusief de aftrek conform artikel 110g van de Wet geluidhinder. Bijlage III toont een overzicht van alle geluidbelastingen. De geluidbelasting ten gevolge van weg- en tramverkeer op de Cornelis Lelylaan bedraagt maximaal 62 db L den. Er wordt niet voldaan aan de voorkeursgrenswaarde, de maximale ontheffingswaarde wordt niet overschreden. De geluidbelasting ten gevolge van wegverkeer op de rijksweg A10 bedraagt maximaal 53 db L den. Er wordt niet voldaan aan de voorkeursgrenswaarde, de maximale ontheffingswaarde wordt niet overschreden. De geluidbelasting ten gevolge van wegverkeer op de Pieter Calandlaan/Schipluidenstraat bedraagt maximaal 54 db L den. Er wordt niet voldaan aan de voorkeursgrenswaarde, de maximale ontheffingswaarde wordt niet overschreden. De geluidbelasting ten gevolge van wegverkeer op de Willem Frogerstraat bedraagt maximaal 61 db L den. Er wordt niet voldaan aan de voorkeursgrenswaarde, de maximale ontheffingswaarde wordt niet overschreden. De geluidbelasting ten gevolge van metrolijn 50 bedraagt maximaal 57 db. Er wordt niet voldaan aan de voorkeursgrenswaarde, de maximale ontheffingswaarde wordt niet overschreden. De geluidbelasting ten gevolge van spoorverkeer (hoofdspoorwegennet) bedraagt maximaal 63 db. Er wordt niet voldaan aan de voorkeursgrenswaarde, de maximale ontheffingswaarde wordt niet overschreden. Er zijn nergens dove gevels noodzakelijk, wel dienen vanwege alle geluidbronnen hogere waarden te worden aangevraagd. 5.2 Gecumuleerde geluidbelasting L(VL,cum) Indien voor locaties hogere waarden vanwege meer dan een geluidbron worden aangevraagd, dient tevens onderzoek gedaan te worden naar de effecten van de samenloop van de verschillende geluidbronnen. Er dient te worden aangegeven op welke wijze met de samenloop rekening is gehouden bij het bepalen van de te treffen maatregelen (art. 110a en 110f van de Wgh). De gecumuleerde geluidbelasting LVL,cum bedraagt maximaal 63 db. Er wordt voldaan aan de in het Amsterdams geluidbeleid gestelde grenswaarde (hier: 63+3 = 66 db). Er zijn ten aanzien van de gecumuleerde geluidbelasting geen aanvullende maatregelen in de vorm van dove gevels of vliesgevels benodigd. Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder 9 september 2015 Pagina 13

15 6 Advies ten aanzien van stille zijden Behoudens circa 35 woningen die zijn gelegen aan de binnenzijde van het U-vormige gebouw op de lagere verdiepingen, hebben de woningen geen stille zijde. Een stille zijde zou normaliter voor een gangbare woning (oppervlakte vanaf 80 m²) door middel een (verglaasd) balkon of loggia kunnen worden gerealiseerd. Het gemeentelijk geluidbeleid stelt aan deze (verglaasde) buitenruimten een oppervlakte-eis van ten minste 3 m² en een diepte-eis van ten minste 1,30 m. Dit is echter niet in te passen in een woningplattegrond met een BVO van circa 22 tot 44 m². De volgende opties zijn te overwegen: A. Dove gevels: De woningen krijgen een dove gevel. Dove gevels leiden er echter toe dat niet wordt voldaan aan de eis voor spuiventilatie. B. Het toepassen van een verglaasde serre van 0,5 m voorlangs de woninggevel. Dit houdt in dat voor de gevel van de woningen op 0,5 m afstand een geluidschermgevel wordt geplaatst, zie figuur 6.1 op de volgende pagina. De openingen in of rondom het geluidscherm moeten een zodanig oppervlakte hebben dat, conform Amsterdams beleid, op een natuurlijke wijze de tussenliggende buitenluchtkwaliteit heeft. Op de achterliggende gevel (feitelijke woninggevel) wordt dan voldaan aan de waarde van 48 db. Hierdoor is een hogere waarde niet benodigd. Voor de afwijkende breedtemaat van 0,5 m (in plaats van 1,3 m) en de kleinere oppervlaktemaat dient de verantwoordelijke wethouder (via het TAVGA) te worden verzocht om hiermee in te stemmen. Gezien de hoogte van de overschrijdingen van de geluideisen voor stille zijden dient voor meer dan de helft van de woningen in de openingen van het geluidscherm geluidabsorptie te worden toegepast. Dit is een uitvoeringskritische maatregel die mogelijk tot prefab-uitvoering van de geluidschermen leidt. Deze maatregel leidt tot onevenredig hoge kosten: geschat wordt een verdubbeling van de gangbare gevelkosten. Figuur 6.1: principeoplossing verglaasde serre van 0,5 m. Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder 9 september 2015 Pagina 14

16 C. Verzoek voor ontheffing op de eis van stille zijde. Maatregelen ter verkrijging van een stille zijde zijn niet inpasbaar in een woningplattegrond met een BVO van circa 22 tot 44 m², dan wel leiden tot onevenredig hoge gevelkosten. Om die redenen wordt geadviseerd om af te wijken van de eis van een stille zijde. Voor de afwijking van de eis van een stille zijde dient de verantwoordelijke wethouder (via het TAVGA) te worden verzocht om hiermee in te stemmen. Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder 9 september 2015 Pagina 15

17 7 Afweging maatregelen en aanvraag hogere waarden 7.1 Algemeen Voor die onderdelen van het plan waarbij de geluidbelasting ten gevolge van wegverkeerslawaai boven de voorkeurgrenswaarde maar niet boven de maximale ontheffingswaarde ligt, kunnen hogere waarden worden aangevraagd. De hogere waarden kunnen door het College van B&W worden verleend wanneer is vastgesteld dat maatregelen onvoldoende doelmatig zijn. Daartoe eist de Wet geluidhinder de volgende onderzoeken: 1. Allereerst dient te worden nagegaan welke maatregelen noodzakelijk zijn om de geluidbelasting te reduceren tot maximaal de voorkeursgrenswaarde. Tevens dient beoordeeld te worden of deze maatregelen al dan niet doelmatig zijn. 2. Indien deze maatregelen niet doelmatig zijn, dient te worden nagegaan welke maatregelen wel doelmatig zijn om de geluidbelasting zo ver mogelijk te reduceren. Voor de geluidbelastingen boven de voorkeursgrenswaarden kunnen dan hogere waarden worden aangevraagd. 3. Indien er geen maatregelen denkbaar zijn die als doelmatig kunnen worden aangemerkt kunnen hogere waarden worden aangevraagd voor de geluidbelastingen zonder maatregelen. Als gevolg van alle onderzoeksplichtige geluidbronnen worden de voorkeursgrenswaarden overschreden. De maximale ontheffingswaarden worden nergens overschreden. 7.2 Benodigde maatregelen ter reducering van de geluidbelasting Bij het bepalen van benodigde maatregelen is onderscheid gemaakt tussen: maatregelen aan de bron; maatregelen in het overdrachtsgebied; maatregelen aan de ontvangzijde Maatregelen aan de bron Geluidreducerend asfalt Overschrijdingen van de grenswaarden tot circa 4 db vanwege verkeerslawaai kunnen worden weggenomen door het toepassen van een geluidreducerend asfalt, bijvoorbeeld dubbellaags ZOAB. De gemeente legt vanwege de te hoge onderhoudskosten geen dubbellaags ZOAB aan op het hoofdwegennet. Met minder geluidreducerende asfalttypen, bijvoorbeeld steenmastiekasfalt, wordt de voorkeursgrenswaarde nog overschreden. Op de hoofdrijbanen van de A10 is dubbellaags ZOAB aangelegd. Snelheidsbeperking Het beperken van de snelheid is een mogelijkheid om het verkeerslawaai te beperken. Een dergelijke snelheidsverlaging is niet aan de orde. Terugdringen verkeersintensiteiten Het terugdringen van het verkeer leidt eveneens tot onvoldoende geluidreductie. Voor een geluidreductie van 5 db bijvoorbeeld zou het verkeer tot ongeveer een derde van de oorspronkelijke verkeersintensiteiten moeten worden verminderd. Verkeersplannen van de gemeente voorzien hier niet in. Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder 9 september 2015 Pagina 16

18 7.2.2 Maatregelen in het overdrachtsgebied Het plan kan niet op voldoende afstand worden verplaatst dat aan de voorkeursgrenswaarden wordt voldaan. Door het toepassen van geluidschermen op grote schaal kunnen hogere geluidreducties worden behaald dan door toepassing van geluidarm asfalt. Om stedenbouwkundige redenen zijn geluidschermen niet wenselijk Maatregelen aan de ontvangzijde Indien niet de maximale ontheffingswaarde maar wel de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden is het ook mogelijk om maatregelen te treffen in de vorm van dove gevels of in de vorm van gebouwgebonden geluidschermen waarmee aan de voorkeursgrenswaarde wordt voldaan. Met een dove gevel zouden de gevels uitgesloten worden van toetsing aan de Wet geluidhinder. Een gevel zonder te openen delen staat echter op gespannen voet met de spuiventilatie-eisen conform het Bouwbesluit. Het toepassen van gebouwgebonden schermen is zeer kostbaar in realisatie en onderhoud. Het is daarom reëler om de overschrijding van de voorkeursgrenswaarde door middel van een hogere waarde vaststelling toe te staan. 7.3 Conclusie en advies aanvraag hogere waarden Omdat in voorgaande paragrafen is omschreven dat verschillende geluidreducerende maatregelen aan de bron, in het geluidoverdrachtsgebied en aan het gebouw bezwaren met zich meebrengen, is het realistisch om voor de woningen hogere waarden L den aan te vragen: Cornelis Lelylaan 62 db; Rijksweg A10 53 db; Pieter Calandlaan/Schipluidenstraat 54 db; Willem Frogerstraat 61 db; Metrolijn db; Spoorverkeer (hoofdspoorwegennet) 63 db. Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder 9 september 2015 Pagina 17

19 8 Samenvatting en conclusies In opdracht van Smit s Bouwbedrijf heeft DPA Cauberg-Huygen een akoestisch onderzoek verricht ten behoeve van het mogelijk maken van huisvesting voor studenten en young professionals/phd in het plangebied Stationslocatie Lelylaan in Amsterdam. Totaal worden in het ontwerp van Studioninedots, versie 14 juli 2014, 777 woningen gerealiseerd, waarvan circa 75% met een oppervlakte van circa 22 tot 44 m². Er wordt meer m² BVO met woonfunctie gerealiseerd dan dat het bestemmingsplan toestaat. Het merendeel van de woningen is dusdanig klein dat deze woningen beschikken over één gevel. Het bestemmingsplan Stationslocatie Lelylaan eist een stille zijde voor iedere woning. Omdat de locatie alzijdig door spoorweglawaai of wegverkeerslawaai wordt belast, kan in geval van kleine woningen pas na ingrijpende maatregelen worden voldaan aan de eis van een stille zijde. Het doel van het onderzoek is om door middel van een aanvraag van een omgevingsvergunning voor de activiteit afwijken van het bestemmingsplan meer m² BVO met woonbestemming mogelijk te maken en om een vrijstelling op de eis van de stille zijde mogelijk te maken. Daartoe is op aangeven van stadsdeel Nieuw- West een nieuw onderzoek Wet geluidhinder uitgevoerd. De woningen worden door geluid belast afkomstig van het spoortraject Amsterdam Centraal Schiphol (westelijke ringspoorlijn) en van de Willem Frogerstraat, de Cornelis Lelylaan inclusief trambaan, de Pieter Calandlaan/Schipluidenlaan, de rijksweg A10 en de metrolijn 50 (voorheen onderdeel van het spoorweglawaai, in de vigerende geluidwetgeving een eigen geluidbron). Ten behoeve van de WABO procedure zijn nieuwe berekeningen uitgevoerd conform het vigerende Rekenen meetvoorschrift geluid De berekende geluidbelastingen zijn getoetst aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder: Stedelijke wegen: voorkeursgrenswaarde 48 db maximale ontheffingswaarde 63 db; Metrolijn 50: voorkeursgrenswaarde 48 db maximale ontheffingswaarde 63 db; Rijksweg: voorkeursgrenswaarde 48 db maximale ontheffingswaarde 53 db; Spoorlijn: voorkeursgrenswaarde 55 db maximale ontheffingswaarde 68 db. Uit de berekeningen blijkt het volgende: De geluidbelasting ten gevolge van alle geluidbronnen voldoen niet aan de voorkeursgrenswaarden, maar overschrijden niet de maximale ontheffingswaarden; De gecumuleerde geluidbelastingen L VL,cum voldoen aan de in het Amsterdams geluidbeleid gestelde grenswaarde. Maatregelen ter verkrijging van een stille zijde zijn niet inpasbaar in een woningplattegrond met een BVO van circa 22 tot 44 m², dan wel leiden tot onevenredig hoge gevelkosten. Om die redenen wordt geadviseerd om af te wijken van de eis van een stille zijde. Voor de afwijking van de eis van een stille zijde dient de verantwoordelijke wethouder (via het TAVGA) te worden verzocht om hiermee in te stemmen. Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder 9 september 2015 Pagina 18

20 Omdat verschillende geluidreducerende maatregelen aan de bron, in het geluidoverdrachtsgebied en aan het gebouw bezwaren met zich meebrengen, is het realistisch om voor de woningen hogere waarden L den aan te vragen: Cornelis Lelylaan 62 db; Rijksweg A10 53 db; Pieter Calandlaan/Schipluidenstraat 54 db; Willem Frogerstraat 61 db; Metrolijn db; Spoorverkeer (hoofdspoorwegennet) 63 db. DPA Cauberg-Huygen B.V. De heer ing. F.P. van Dorresteijn Senior Projectleider Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder 9 september 2015 Pagina 19

21 Bijlage I Bijlage I-1 Verkeergegevens Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder F. van Dorresteijn

22 jaar (+ variant) w erkdaggemiddelde werkdaggemiddelde w erkdaggemiddelde gemiddeld daguur t.b.v. gemiddeld avonduur t.b.v. gemiddeld nachtuur t.b.v met noordelijk oor geluidberekeningen: geluidberekeningen: geluidberekeningen: nr Omschrijving MO LV MV ZV bus tram MO LV MV ZV bus tram MO LV MV ZV bus tram 1 Delflandlaan (Schipluidenlaan Koningin Wilhelminaplein) Delflandlaan (Schipluidenlaan Johan Jongkindstraat) Koningin Wilhelminaplein (Delflandlaan Pieter Calandlaan) Schipluidenlaan (Koningin Wilhelminaplein Delflandlaan) Willem Frogerstraat (Lelylaan Schipluidenlaan) Lelylaan (Willem Frogerstraat Delflandlaan) Lelylaan (Delflandlaan Ring A10) Noordelijke aansluiting Johan Jongkindstraat jaar (+ variant) weekgemiddelde weekgemiddelde weekgemiddelde gemiddelde weekdag inclusief bus gemiddeld daguur t.b.v. gemiddeld avonduur t.b.v. gemiddeld nachtuur t.b.v met noordelijk oor etmaalgemiddelden t.b.v. berekening luchtkwaliteit: geluidberekeningen: geluidberekeningen: geluidberekeningen: nr Omschrijving MO LV MV ZV bus tram MO LV MV ZV bus tram MO LV MV ZV bus tram MVT incl. bus VRV incl. bus %VRV MV %MV ZV %ZV bus %bus 1 Delflandlaan (Schipluidenlaan Koningin Wilhelminaplein) ,6% 320 2,9% 80 0,7% 0 0,0% 2 Delflandlaan (Schipluidenlaan Johan Jongkindstraat) ,6% 345 2,9% 85 0,7% 0 0,0% 3 Koningin Wilhelminaplein (Delflandlaan Pieter Calandlaan) ,6% 280 2,9% 70 0,7% 0 0,0% 4 Schipluidenlaan (Koningin Wilhelminaplein Delflandlaan) ,6% 95 2,9% 25 0,7% 0 0,0% 5 Willem Frogerstraat (Lelylaan Schipluidenlaan) ,6% 325 2,9% 80 0,7% 0 0,0% 6 Lelylaan (Willem Frogerstraat Delflandlaan) ,6% ,9% 325 0,7% 0 0,0% 7 Lelylaan (Delflandlaan Ring A10) ,6% ,9% 355 0,7% 0 0,0% 8 Noordelijke aansluiting Johan Jongkindstraat ,6% 395 2,9% 100 0,7% 0 0,0%

23 Eindbeeld Etmaal Dienstregeling Exploitatieve ritten Niet exploitatieve ritten Totaal Materieel inzet Draaistellen Rekeneenheden Index tijdvak duur duur ritten interval aantal ritten interval subtotaal niet subtotaal ritten in metro samen metro draai draai draai passages passages reken reken reken reken index index tijdvak tijdvak per lijn per uur lijnen per uur per uur exploitatieve exploitatieve niet periode materieel stelling bakken stellen stellen stel beide beide eenheden eenheden eenheden eenheden reken per uur per per per ritten ritten exploitatieve per metro per per per passages richtingen richtingen per per beide eenheid tov per richting richting richting per per uur ritten richting trein metro metro metro per (= metro (= metro trein richting richtingen 2 ri. voorrichting richting per per richting (# stel x trein bak trein richting intensiteit) gemiddeld gemiddeld tov gaande (in uur) (in min.) (in min.) # (in min.) # richting # # type # bak) # # # # # # per uur # # # # per uur 2012 situatie overdag , ,0 40,0-40,0 M5 1 x ,0 160,0 320,0 160, , ,0 36,0 1,5 4,5 40,5 M5 1 x ,0 162,0 324,0 108, , ,0 36,0 1,5 4,5 40,5 M5 1 x ,0 162,0 324,0 108, , ,0 60,0-60,0 M5 1 x ,0 240,0 480,0 160, , , ,8 8,0-8,0 M5 1 x ,0 32,0 64,0 128, , , ,0 6,0 1,0 0,5 6,5 M5 1 x ,0 26,0 52,0 104,0 subtotaal ,0 9,5 195, , ,0 344% 105% subtotaal/ gem. uur ,3 344% 105% avond , ,0 12,0 1,5 1,5 13,5 M5 1 x ,0 54,0 108,0 108, , ,0 24,0 1,0 2,0 26,0 M5 1 x ,0 104,0 208,0 104, , ,5 8,0 1,5 1,5 9,5 M5 1 x ,0 38,0 76,0 76,0 subtotaal 4 44,0 5,0 49, ,0 392,0 283% 100% subtotaal/ gem. uur ,0 283% 100% nacht , , ,5 12,0 1,5 2,3 14,3 M5 1 x ,0 57,0 114,0 76, , , ,0 10,5 1,0 5,3 15,8 M5 1 x ,0 63,0 126,0 24, , , ,0 3,0 1,0 0,8 3,8 M5 1 x ,0 15,0 30,0 40, , , ,8 8,0 1,5 0,8 8,8 M5 1 x ,0 35,0 70,0 140,0 subtotaal 8,00 33,5 9,0 42, ,0 340,0 271% 112% subtotaal/ gem. uur ,5 271% 112% dagtotaal ,5 23,5 287, , ,0 319% 105% Totaal/daguur 9% ,7 319% 105%

24 Bijlage II Bijlage II-1 Geluidinvoer Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder F. van Dorresteijn

25 ,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 24,00 12, ,00 8,00 12,00 9,00 39,00 9,00 12,00 30,00 30,00 9,00 30,00 30,0030,00 9,00 12,00 9, Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [oostelijke plot Stationslocatie Lelylaan - wegverkeerslawaai tm verdieping 9], Geomilieu V2.51 3,00 9,00 21,00 3,00 9,00 21,00 3,00 24,00 21,00 11,00 13,00 13,00 25,00 25,00 9,00 24,00 12,00 45,00 45,00 9,00 45,00 7,00 45,00 33,00 33,00 33,00 33,00 50,00 50,00 20,00 9,00 50,00 30,00 30,00 30,00 32,50 24,50 33,00 27,50 27,50 25,12 19,20 42,50 23,00 22,16 Trambaan Weg Bodemgebied Gebouw Kruising Minirotonde Scherm Hoogtelijn 0 m 200 m schaal = 1 : ,0041,00 30,00 24,00 overzicht geluidinvoermodel - gebouwhoogten en wegen DPA Cauberg-Huygen B.V.- vestiging Maastricht

26 geluidinvoeri tm verdieping 9 ontvangerpunten tm verd 9 DPA Cauberg-Huygen B.V.- vestiging Maastricht Trambaan Weg Toetspunt Bodemgebied Gebouw Kruising Minirotonde Scherm Hoogtelijn 0 m 30 m schaal = 1 : a 30, , a 30,00 30, a Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [oostelijke plot Stationslocatie Lelylaan - wegverkeerslawaai tm verdieping 9], Geomilieu V2.51

27 Model: wegverkeerslawaai tm verdieping 9 Groep: (hoofdgroep) Lijst van Rekenpunten, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012 Naam Omschr. Maaiveld Hdef. Hoogte A Hoogte B Hoogte C Hoogte D Hoogte E Hoogte F Gevel 01 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 02 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 03 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 04 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 05 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 06 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 07 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 08 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 09 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 10 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 11 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 12 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 13 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 14 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 15 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 16 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 17 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 18 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 19 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 20 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 21 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 05a 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 19a 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja 15a 0,00 Relatief 1,50 4,50 10,50 16,50 22,50 28,50 Ja Geomilieu V :50:00

28 geluidinvoer verdieping gebouwhoogten en ontvangerpunten verdieping DPA Cauberg-Huygen B.V.- vestiging Maastricht Trambaan Weg Toetspunt Bodemgebied Gebouw Kruising Minirotonde Scherm Hoogtelijn 0 m 30 m schaal = 1 : a 30,00 72,00 06a ,00 17a ,00 30, a 30, Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [oostelijke plot Stationslocatie Lelylaan - wegverkeerslawaai verdieping 10-23], Geomilieu V2.51

29 Model: wegverkeerslawaai verdieping Groep: (hoofdgroep) Lijst van Rekenpunten, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012 Naam Omschr. Maaiveld Hdef. Hoogte A Hoogte B Hoogte C Hoogte D Hoogte E Hoogte F Gevel 02 0,00 Relatief 34,50 43,50 52,50 58,50 64,50 70,50 Ja 03 0,00 Relatief 34,50 43,50 52,50 58,50 64,50 70,50 Ja 04 0,00 Relatief 34,50 43,50 52,50 58,50 64,50 70,50 Ja 05 0,00 Relatief 34,50 43,50 52,50 58,50 64,50 70,50 Ja 06 0,00 Relatief 34,50 43,50 52,50 58,50 64,50 70,50 Ja 14 0,00 Relatief 34,50 40,50 46,50 52,50 58,50 -- Ja 15 0,00 Relatief 34,50 40,50 46,50 52,50 58,50 -- Ja 16 0,00 Relatief 34,50 40,50 46,50 52,50 58,50 -- Ja 17 0,00 Relatief 34,50 40,50 46,50 52,50 58,50 -- Ja 06a 0,00 Relatief 34,50 43,50 52,50 58,50 64,50 70,50 Ja 17a 0,00 Relatief 34,50 40,50 46,50 52,50 58,50 -- Ja 04a 0,00 Relatief 34,50 43,50 52,50 58,50 64,50 70,50 Ja 15a 0,00 Relatief 34,50 40,50 46,50 52,50 58,50 -- Ja Geomilieu V :51:53

30 geluidinvoermodel spoorweglawaai DPA Cauberg-Huygen B.V.- vestiging Maastricht,00 30,00 9,00 Baan Toetspunt Bodemgebied Gebouw Scherm Hoogtelijn Hulppunt 13,00 25,00 9,00 0 m 100 m 8,00 3,00 schaal = 1 : , ,00 21,00 21,00 8,00 12,00 9,00 3,00 9,00 9,00 3,00 3,00 24,00 24,00 24,00 12, , a 05 30, , a 30, ,00 15a 15 45,00 45,00 45,00 7,00 45,00 33,00 33,00 0 9,00 39,00 33,00 33,00 24,00 42,00 9,00 9,00 12,00 53,00 12,00 42,00 24,00 27,00 30,00 24,00 12,00 42,00 24,00 27,00 9,00 40, Railverkeerslawaai - RMR-2012, [oostelijke plot Stationslocatie Lelylaan - spoorweglawaai tm verdieping 9], Geomilieu V2.51

31 geluidinvoermodel metrogeluid DPA Cauberg-Huygen B.V.- vestiging Maastricht 9,00 Baan Toetspunt Bodemgebied Gebouw Hoogtelijn 3,00 0 m 100 m schaal = 1 : ,00 21,00 12,00 9,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 24,00 24, ,00 12,00 23, a 05 30, , a 30, ,00 15a 15 9,00 39,00 24,00 9,00 9,00 12,00 42,00 12,00 42,00 24,00 27,00 30,00 24,00 12,00 42,00 24,00 27, ,00 24,00 27,00 27,00 27, Railverkeerslawaai - RMR-2012, [oostelijke plot Stationslocatie Lelylaan - metrogeluid tm verdieping 9], Geomilieu V ,00

32

33 Bijlage III Bijlage III-1 Berekeningsresultaten per geluidbron Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder F. van Dorresteijn

34 wegverkeerslawaai Cornelis Lelylaan tm verdieping 9 DPA Cauberg-Huygen B.V.- vestiging Maastricht Trambaan Weg Toetspunt Bodemgebied Gebouw Kruising Minirotonde Scherm Hoogtelijn periode: groep: Lden Cornelis Lelylaan Inclusief groepsreducties m 20 m schaal = 1 : /62/62/62/62/61 60/61/62/62/61/61 60/61/62/62/61/61 60/62/62/62/62/61 58/59/59/59/59/59 56/58/59/59/58/ /41/41/41/41/42 38/39/40/41/41/42 51/52/53/53/53/52 56/57/58/58/58/58 49/51/53/53/53/53 55/56/57/57/57/57 49/51/53/54/54/54 54/55/56/56/56/ /52/54/55/55/55 49/52/54/55/55/56 50/52/54/55/55/56 54/54/55/55/56/55 48/50/53/54/54/54 41/41/41/42/42/36 42/42/42/43/43/35 40/40/41/41/42/42 53/53/54/54/54/54 43/43/42/43/44/ Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [oostelijke plot Stationslocatie Lelylaan tbv wegverkeerslawaai tm verdieping 9], Geomilieu V2.51

35 wegverkeerslawaai A10 tm verdieping 9 DPA Cauberg-Huygen B.V.- vestiging Maastricht Trambaan Weg Toetspunt Bodemgebied Gebouw Kruising Minirotonde Scherm Hoogtelijn periode: groep: Lden A10 Inclusief groepsreducties m 20 m schaal = 1 : /44/45/45/46/46 44/45/45/46/46/47 45/45/45/46/46/47 45/45/45/46/47/47 49/49/50/51/51/52 36/38/39/41/38/ /39/38/42/40/41 37/38/38/42/41/42 36/37/39/43/41/39 49/50/50/51/52/52 36/37/39/44/42/35 49/50/50/51/51/52 36/40/41/45/42/35 49/50/50/51/51/ /38/38/42/42/38 35/36/36/36/38/43 35/35/35/35/36/42 49/50/50/51/51/52 38/41/41/44/40/31 46/47/47/49/48/47 47/47/47/49/48/48 40/40/38/40/41/43 50/50/50/51/51/52 47/47/47/49/48/ Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [oostelijke plot Stationslocatie Lelylaan tbv wegverkeerslawaai tm verdieping 9], Geomilieu V2.51

36 wegverkeerslawaai Pieter Calandlaan/Schipluidenlaan tm verdieping 9 DPA Cauberg-Huygen B.V.- vestiging Maastricht Trambaan Weg Toetspunt Bodemgebied Gebouw Kruising Minirotonde Scherm Hoogtelijn periode: groep: Lden Pieter Callandlaan Inclusief groepsreducties m 20 m schaal = 1 : /28/28/28/25/23 28/28/27/27/24/20 28/29/27/28/25/24 29/29/27/28/24/23 45/44/45/46/46/46 40/41/44/44/45/ /42/44/45/45/46 40/41/43/44/45/45 38/39/41/42/43/43 45/45/47/47/47/47 40/41/43/44/45/45 46/46/48/48/48/48 42/43/44/45/45/45 47/47/49/49/49/ /44/45/45/45/45 32/31/32/33/33/33 35/34/35/36/36/36 48/49/50/50/50/50 46/48/49/49/49/49 51/53/54/54/54/53 52/53/54/54/54/54 48/49/50/50/50/50 50/51/52/52/51/51 52/54/54/54/54/ Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [oostelijke plot Stationslocatie Lelylaan tbv wegverkeerslawaai tm verdieping 9], Geomilieu V2.51

37 wegverkeerslawaai Willem Frogerstraat tm verdieping 9 DPA Cauberg-Huygen B.V.- vestiging Maastricht Trambaan Weg Toetspunt Bodemgebied Gebouw Kruising Minirotonde Scherm Hoogtelijn periode: groep: Lden Willem Frogerstraat Inclusief groepsreducties m 20 m schaal = 1 : /44/45/45/45/45 45/47/47/47/47/47 47/49/49/49/49/48 50/52/51/51/50/50 60/61/60/59/59/58 16/19/25/26/17/ /27/30/30/30/31 27/29/31/31/32/32 33/34/32/32/30/31 60/61/60/60/59/58 32/32/33/31/30/31 60/61/61/60/59/58 30/31/34/32/31/32 60/61/61/60/59/ /30/30/26/27/29 35/36/37/37/37/37 28/30/30/30/30/30 60/61/61/60/59/58 21/25/31/32/32/34 48/49/50/50/50/49 50/52/52/52/51/51 45/46/47/46/46/46 60/61/61/60/59/58 54/55/55/55/54/ Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [oostelijke plot Stationslocatie Lelylaan tbv wegverkeerslawaai tm verdieping 9], Geomilieu V2.51

38

39

40 wegverkeerslawaai Cornelis Lelylaan verdieping 10 tm 23 DPA Cauberg-Huygen B.V.- vestiging Maastricht Trambaan Weg Toetspunt Bodemgebied Gebouw Kruising Minirotonde Scherm Hoogtelijn periode: groep: Lden Cornelis Lelylaan Inclusief groepsreducties m 20 m schaal = 1 : /60/60/60/59/59 61/60/60/60/59/59 61/61/60/60/59/59 56/57/57/56/56/56 54/58/57/57/57/ /47/48/48/48/48 41/47/48/48/48/48 56/57/57/57/57 54/53/53/53/53 56/56/55/55/ /53/53/53/53 55/55/54/54/54 37/37/32/32/ Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [oostelijke plot Stationslocatie Lelylaan tbv wegverkeerslawaai verdieping 10 tm 23], Geomilieu V2.51

41 wegverkeerslawaai A10 verdieping 10 tm 23 geluidbelastingen 54 en 55 db te lezen als 53 db DPA Cauberg-Huygen B.V.- vestiging Maastricht Trambaan Weg Toetspunt Bodemgebied Gebouw Kruising Minirotonde Scherm Hoogtelijn periode: groep: Lden A10 Inclusief groepsreducties m 20 m schaal = 1 : /48/49/50/50/50 48/49/50/50/51/51 48/49/50/50/51/51 24/26/--/--/--/-- 53/53/54/54/54/ /50/50/50/51/51 51/51/52/52/53/53 49/50/50/51/51 26/27/28/--/-- 53/53/54/54/ /26/27/--/-- 53/53/54/54/54 49/50/50/50/ Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [oostelijke plot Stationslocatie Lelylaan tbv wegverkeerslawaai verdieping 10 tm 23], Geomilieu V2.51

42 wegverkeerslawaai Pieter Calandlaan/Schipluidenlaan verdieping 10 tm 23 DPA Cauberg-Huygen B.V.- vestiging Maastricht Trambaan Weg Toetspunt Bodemgebied Gebouw Kruising Minirotonde Scherm Hoogtelijn periode: groep: Lden Pieter Callandlaan Inclusief groepsreducties m 20 m schaal = 1 : /19/19/--/--/-- 18/17/18/--/--/-- 17/18/18/--/--/-- 44/44/45/44/45/45 43/45/45/45/45/ /47/47/47/48/48 45/47/47/47/47/48 38/38/38/38/38 45/46/47/47/47 49/49/49/49/ /49/49/49/48 51/50/50/50/50 52/53/53/52/ Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [oostelijke plot Stationslocatie Lelylaan tbv wegverkeerslawaai verdieping 10 tm 23], Geomilieu V2.51

43 wegverkeerslawaai Willem Frogerstraat verdieping 10 tm 23 DPA Cauberg-Huygen B.V.- vestiging Maastricht Trambaan Weg Toetspunt Bodemgebied Gebouw Kruising Minirotonde Scherm Hoogtelijn periode: groep: Lden Willem Frogerstraat Inclusief groepsreducties m 20 m schaal = 1 : /44/44/44/44/43 47/46/46/45/45/44 48/48/47/46/46/45-9/-9/-8/--/--/-- 36/42/52/54/53/ /29/29/30/32/34 30/31/34/38/45/49 35/45/53/52/51 2/-2/-2/-1/-1 58/57/56/56/ /-2/-2/-1/0 58/57/56/56/55 42/50/52/51/ Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [oostelijke plot Stationslocatie Lelylaan tbv wegverkeerslawaai verdieping 10 tm 23], Geomilieu V2.51

44

45

46 Bijlage IV Bijlage IV-1 Gecumuleerde geluidbelastingen L(VL,cum) Stationslocatie Lelylaan Amsterdam; onderzoek Wet geluidhinder F. van Dorresteijn