uw brief van uw kenmerk ons kenmerk Brielle, 23 september 2015 verzonden

Transcriptie

1 Aan de leden van de commissie Bestuurlijke Zaken en Middelen behandeld door: J.F.J. Knol t: e: bijlage(n): 1 uw brief van uw kenmerk ons kenmerk Brielle, 23 september 2015 verzonden onderwerp: asielzoekers en vluchtelingen Geachte dames en heren, De huidige situatie rond asielzoekers en vluchtelingen maakt het nodig om na te gaan of (ook) door Brielle een extra bijdrage kan worden geleverd aan de oplossing ervan. Wij hebben als college ons daarover gebogen. Onze bevindingen treft u in bijgaande memo aan ten behoeve van bespreking in uw commissievergadering van 29 september Tevens treft u bijgaand een persbericht aan, dat wij heden hebben verzonden aan de media. Voorafgaand hebben wij met de bestuurders van de scholen in de nabijheid van de Dukdalf overleg gehad. Zij stelden de vroegtijdige informatie op prijs en konden zich in de aanpak vinden. Met vriendelijke groet, Burgemeester en wethouders van Brielle, de secretaris, /de burgemeester, r, loco Par. Bezoekadres: Stadskantoor, Slagveld 'Mr, Brielle telefoon: fax: Postadres: Postbus 101, 32'M) AC Brielle www. bnelle.iil e mail: infopbrielle.nl

2 MEMO OPVANG ASIELZOEKERS EN VLUCHTELINGEN IN BRIELLE Inleiding Brielle stelt zich al jaren open voor vluchtelingen. De huidige situatie vraagt om na te gaan of extra inzet kan worden geleverd. Per (mogelijk) instrument wordt de situatie in kaart gebracht en -waar nodig c.q. mogelijk- een aanbeveling gedaan. Vooraf: het is belangrijk om verschil tussen asielzoekers en erkende vluchtelingen te maken. Asielzoekers worden door het COA opgevangen in centra. De IND bekijkt of er al dan niet recht is op een verblijfsvergunning asiel. Wordt deze afgegeven dan is het geen asielzoeker meer, maar dan wordt de asielzoeker een erkende vluchteling (statushouder). Gemeenten hebben de wettelijke plicht om statushouders te huisvesten, de zogenaamde taakstelling.) a. Huisvesting Brielle heeft in de afgelopen twee jaar 56 statushouders gehuisvest. In 2014 en 2015 waren dat er samen 5 meer dan de taakstelling (inclusief de inloop van een achterstand in de taakstelling van 2013 van 6 personen) van 51 (2014: : 29). In de eerste helft van 2016 dient Brielle 16 statushouders op te vangen. De taakstelling voor het 2 e halfjaar 2016 wordt over enige tijd bekend gemaakt. Brielle heeft als beleid dat met name hervestigers (voorheen: "uitgenodigde vluchtelingen") worden opgevangen, veelal in gezinsverband. Dat laatste heeft tevens als voordeel dat er minder woningen beschikbaar hoeven te worden gesteld. De statushouders zijn allen gehuisvest in woningen van Vestia. beleid voortzetten in samenwerking met Vestia. b. Tijdelijke huisvesting statushouders van andere gemeenten Sommige statushouders in een opvangcentrum zijn al aan een gemeente gekoppeld, maar lukt het die gemeente nog niet om die statushouder te huisvesten. Daardoor blijven plaatsen in opvangcentra onnodig bezet. Aan de gemeenten is gevraagd, naast het zo snel mogelijk realiseren van de eigen taakstelling, ook tijdelijk eikaars lasten in dat opzicht te dragen en een statushouder-die z.s.m. naar zijn "eigen" gemeente gaat- op te vangen, zodat het COA wordt ontlast. Brielle heeft al 'zijn' statushouders inmiddels gehuisvest. Bij het overwegen om aan dit verzoek te voldoen is het niet wenselijk dat te doen binnen reguliere huisvesting: die zou gereserveerd moeten blijven voor het realiseren van de eigen Brielse taakstelling (16 in het 1 e halfjaar 2016). Voorgesteld wordt om de mogelijkheid te

3 onderzoeken om leegstaande particuliere woonruimte hiervoor te benutten. Of dat realistisch is hangt mede af van de voorwaarden die het COA stelt en de vergoeding die daarbij meekomt, alsmede de vraag of er mankracht is om de betrokken statushouders voor die tijd in Brielle te begeleiden. Overigens wordt er onzerzijds vanuit gegaan, dat het hier om een klein aantal woningen gaat en dat in deze opvang geen gezinnen met kinderen komen, maar hoofdzakelijk alleenstaanden, die behalve een slaapkamer de rest van de woning delen, zoals dat een aantal jaren geleden ook gebeurde. a. Bij landelijke organisaties nagaan of tijdelijke huisvesting in leegstaande particuliere woningen een optie is en zo ia onder welke voorwaarden, financiën en ambtelijke capaciteit; b. de uitkomst van a bespreken in college en dan een besluit nemen of het gewenst is lokaal de mogelijkheden te onderzoeken. c. Noodopvang (72 uur) Door de recente grote stroom asielzoekers heeft het COA te weinig opvangcapaciteit voor de eerste dagen. Daaraan wordt wel hard gewerkt, o.a. door het bouwen van een tijdelijke opvang voor personen bij Heumen/Nijmegen. In afwachting van die capaciteit voor eerste opvang is door het ministerie van Veiligheid en Justitie aan gemeenten, via de veiligheidsregio's, gevraagd om met spoed opvanglocaties voor 3 dagen beschikbaar te stellen. Daarbij wordt gedacht aan opvanglocaties die zijn aangewezen i.h.k.v. de crisisbeheersing (Dukdalf, het Maerlant en de Gaffelaar). Fysiek en facilitair bieden die locaties mogelijkheden, Dukdalf wellicht nog het meest. Van belang voor de afweging is ook het gegeven dat op schooldagen rond de Dukdalf zo'n kinderen van 0-12 jaar zijn en rond het Maerlant zo'n kinderen van jaar. Het eventueel beschikbaar stellen van een gebouw voor tijdelijke opvang heeft impact op de organisatie van het onderwijs en het overige gebruik van gebouw en omgeving. Naast het vinden van een geschikte locatie is het verkrijgen van voldoende materieel en personeel een knelpunt. Regionaal is afgesproken dat het Rode Kruis in de regio Rotterdam-Rijnmond kan worden opgeroepen voor grootschalige opvang. Het Rode Kruis kan op verzoek (beperkt) bedden en vrijwilligers leveren om deze opvang noodzakelijk te maken. Ook Brielle zal een beroep doen op het Rode Kruis bij het opzetten van noodopvang. alvast voorbereidingen plegen op een eventuele vraag terzake, waarbij bestuurlijk wordt ingestoken daar dan positief op te reageren (eenmalig, locatie Dukdalf), bij voorkeur als de gevraagde 72 uur in het weekend valt (gelet op de logistiek en de relatie met het onderwijs), en zowel deze mogelijkheid als de eventuele uitvoering te communiceren naar de bevolking en alle direct betrokkenen.

4 d. Tijdelijke opvang Tussen een noodopvang (zie onder c) en een AZC (zie onder e) bevindt zich tijdelijke opvang. Het gaat hier om tijdelijke groepsmatige opvang, maar voor een langere duur dan bij de echte noodopvang (enkele jaren). COA maakt daarbij o.a. gebruik van bestaande geschikte of geschikt te maken gebouwen. In de volgende paragraaf wordt aangegeven dat dergelijke gebouwen voor zo'n termijn in Brielle niet voorhanden zijn. niet inzetten op tijdelijke opvang. e. Opvanglocatie (AZC) Het COA schrijft daarover o.a.: "Wij richten ons hierbij op plekken (bestaande gebouwen of kavels) waar het COA huisvesting kan realiseren voor zo'n personen. De randvoorwaarden (...) Locatie t.o.v. voorzieningen: Onze voorkeur gaat uit naar een te realiseren opvanglocatie in de nabijheid van voorzieningen (openbaar vervoer, winkels, onderwijsmogelijkheden voor BO en VO, dorps-/stadskem e.d.). (...) Om een idee te krijgen van de ruimtebehoefte voor een opvanglocatie voor personen: het programma past op een grondoppervlakte van circa 4 ha (nieuwbouw). Denk hierbij aan circa m2 BVO aan woonruimte en circa m2 BVO voor ondersteunende diensten." Tot zover het COA. Het realiseren van een groot opvangcentrum -dat daar een aantal jaren zal blijven- heeft uiteraard impact op samenleving en organisatie. De gemeente wordt dan verantwoordelijk voor allerlei randvoorwaardelijke zaken, zoals kinderopvang, onderwijs, voorzieningen e.d. Mocht zo'n vraag van het COA op de gemeente afkomen, dan wordt voorgesteld eerst de regionale invalshoek te bespreken (zie ook onder f) en, waar het dan nodig is, de (on)mogelijkheden te verkennen. als COA met een vraag rond een AZC komt, eerst de regionale invalshoek bespreken en - voorzover dan van toepassing- de (on)mogeliikheden verkennen.

5 f. Voorne-Putten Er is nagegaan wat de andere gemeenten op Voorne-Putten terzake doen.. de raad van Hellevoetsluis heeft vorige week een motie aangenomen, waarin de opvang van vluchtelingen positief wordt benaderd. Het college werkt dit uit en komt met voorstellen.. Westvoorne heeft aangegeven bereid te zijn 50 vluchtelingen voor (in ieder geval) 72 uur op te vangen in een nader te bepalen noodopvang. Opvang van statushouders wordt gecontinueerd.. Nissewaard is met het COA in gesprek over een locatie voor tijdelijke opvang van 250 personen. Met de regiogemeenten 1. het voorgenomen beleid afstemmen, alvorens dat richting COA of anderszins uit te dragen. 2. afstemmen of verdere regionale afstemming en samenwerking wenselijk en mogelijk is. g. communicatie Het is van groot belang de bevolking in het algemeen en de direct betrokken snel te informeren over wat er momenteel speelt en hoe het gemeentebestuur daarin staat. Dat betekent dat er ook geïnformeerd zal worden over zaken die nu (nog) niet spelen (en wellicht nooit zullen spelen). In concreto: 1. deze week een persbericht verspreiden over de wijze waarop het gemeentebestuur met het beleid rond vluchtelingen omgaat en publiceren op de eerstvolgende gemeentepagina; 2. het management van de Dukdalf en de bestuurders van de scholen in Zuurland) zijn deze week als direct betrokkenen mondeling geïnformeerd; de omwonenden en gebruikers van de Dukdalf worden nader schriftelijk geïnformeerd. 3. elke keer als er een beleidsbeslissing wordt genomen rond dit onderwerp, wordt de raad (via het overleg met de fractievoorzitters of anderszins) daarbij betrokken en vervolgens de betrokkenen en de bevolking geïnformeerd (schriftelijk, mondeling danwei beide). 4. de commissie BZM voorstellen deze memo te agenderen voor