Nota van Zienswijzen bestemmingsplan Hoofddorp De Hoek en omgeving

Transcriptie

1 Nota van Zienswijzen bestemmingsplan Hoofddorp De Hoek en omgeving Behorend bij raadsvoorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Hoofddorp De Hoek en omgeving 1

2 Procedure Het ontwerpbesluit tot vaststelling van het bestemmingsplan is op 18 augustus 2011 bekendgemaakt en heeft met daarop betrekking hebbende stukken vanaf 19 augustus gedurende zes weken ter visie gelegen. Tijdens de periode van tervisielegging zijn zienswijzen ingediend door: 1. VROM-inspectie te Haarlem ( thans Inspectie Leefomgeving en Transport) 2. Gasunie 3. Tennet 4. SADC (Schiphol Area Development Company) 5. Segesta Exploitatie B.V. 6. Loyens & Loeff, namens Warburg Henderson 7. DLA Piper, namens Onroerend Goed Beheer Maatschappij Kruisweg Hoofddorp B.V. (hotel NH Schihhol Airport) 8. McDonald s 9. Van Riezen Consult bv namens Bastionhotel De zienswijzen onder 5, 8 en 9 zijn gericht aan ons college. De raad is het bevoegd bestuursorgaan als het gaat om het vaststellen van een bestemmingsplan. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht dient een zienswijze die niet aan het juiste bestuursorgaan is geadresseerd te worden doorgestuurd naar het bevoegde orgaan. Deze zienswijzen kunnen worden aangemerkt als bij de raad naar voren gebrachte zienswijzen. Na de tervisielegging heeft het geruime tijd geduurd voor het bestemmingsplan aan uw raad kon worden voorgelegd. Dit had onder meer te maken met de aanpassing van de oostelijke ontsluitingsweg en het feit, dat de overeenkomst door de ontwikkelaar van De Hoek Noord nog niet was ondertekend. In deze periode zijn door reclamanten onder 1, 5 en 6 aanvullende zienswijzen ingediend. Deze zijn dus buiten de termijn ingediend. De aanvullende zienswijzen hebben deels betrekking op de eerder ingediende zienswijzen en deels op nieuwe aspecten, die niet in de eerdere zienswijze genoemd zijn, maar wel binnen die gestelde termijn naar voren gebracht hadden kunnen worden. Uit de jurisprudentie blijkt dat zienswijzen, die na de ter inzage ligging worden ingediend, kunnen worden aangevuld, mits deze binnen de kaders van de eerder ingediende zienswijzen blijven en gezien kunnen worden als een nadere motivering van de wel tijdig ingediende zienswijzen. Bevatten de aanvullende zienswijzen nieuwe onderwerpen, dan worden deze nieuwe zienswijzen die buiten de termijn zijn ingediend, buiten behandeling gelaten. Ambtshalve worden ze wel besproken. In de beroepsfase kunnen eventueel nog onderwerpen naar voren worden gebracht, die de reclamant niet eerder bekend waren, en waarbij aldus niet kan worden tegengeworpen dat geen zienswijzen ter zake zijn ingediend.. Na vaststelling van het bestemmingsplan door uw raad wordt het vastgestelde plan ter inzage gelegd. De Wet ruimtelijke ordening bepaalt, dat een gewijzigd vastgesteld bestemmingsplan pas na zes weken mag worden gepubliceerd. In deze periode krijgen de provincie en het rijk de gelegenheid om 2

3 een reactieve aanwijzing te geven in het geval de gewijzigde vaststelling een provinciaal of rijksbelang schaadt. Na de terinzageligging is het plan van kracht, tenzij beroep wordt ingesteld. Als tegen het plan wel beroep wordt ingesteld maar niet binnen de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening bij de Raad van State is gedaan, dan treedt het plan direct na de beroepstermijn wel in werking. Zienswijzen Onderstaand hebben wij de zienswijzen samengevat en van een reactie voorzien. 1. Zienswijze VROM-inspectie (Inspectie Leefomgeving en Transport) a. Het ontwerp is niet in overeenstemming met de nationale belangen zoals die zijn verwoord in de Structuurvisie Buisleidingen, als opvolger van het structuurschema Buisleidingen. Hierin geldt als uitgangspunt voor leidingstroken dat deze 70 meter breed dienen te zijn of smaller indien wenselijk en mogelijk. In de Hoek zijn 2 bestaande leidingen en 4 toekomstige leidingen voorzien in de leidingenstrook. Voor deze leidingen is in principe een ruimtebeslag van 52 meter nodig die vrijgehouden moet worden van obstakels. Vanwege de onzekerheid over het aantal in de toekomst te leggen leidingen en gezien de ruimtedruk en de wens tot ontwikkeling van het gebied is de VROM-inspectie bereid in te stemmen met een versmalling van deze strook tot 45 meter. Deze strook moet worden vrijgehouden van bebouwing en andere zaken die aan de aanleg van leidingen in de weg staan. Tevens wordt verzocht bij de lokalisering van deze strook uit te gaan van de geplande ligging van de leiding Beverwijk Wijngaarden, zoals vastgelegd in het voorbereidingsbesluit voor deze leiding. In een aanvullende zienswijze d.d. 21 december 2011 heeft de VROM-Inspectie aangegeven dat, na overleg tussen vertegenwoordigers van o.a. Agentschap.nl, het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (verder: I&M) en de gemeente Haarlemmermeer, ingestemd is met het terugbrengen van de te reserveren strook tot een breedte van tenminste 40 meter. De reactie van het rijk heeft tot doel toekomstige transportleidingen niet onmogelijk te maken. Het is niet de bedoeling deze leidingen in dit bestemmingsplan vast te leggen. Dit zal gebeuren via (rijks)inpassingplannen. Met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft overleg plaatsgevonden over de breedte van de bebouwingsvrije strook voor toekomstige leidingen ingevolge de Structuurvisie Buisleidingen. Gezien de ontwikkelingsplannen van De Hoek Noord heeft het ministerie ermee ingestemd de breedte van deze zone terug te brengen tot 40 meter. Dit is bevestigd in de aanvullende zienswijze van 21 december 2011 (zie hierboven). De bebouwingsvrije zone ter breedte 40 meter ontstaat door aanpassing en vergroting van het aanduidingsvlak specifieke vorm van water 1 aan de noordzijde van de huidige gasleiding. In dit vlak mag geen bebouwing worden gerealiseerd omdat hier voorzieningen ten behoeve van de watercompensatie moeten komen. Onder deze watervoorzieningen mogen wel leidingen worden aangelegd. De aardgastransportleiding Beverwijk Wijngaarden is op de planverbeelding en in de regels vastgelegd. Deze zienswijze geeft ons aanleiding uw raad voor te stellen tot het aanpassen van het bestemmingsplan in die zin dat een bebouwingsvrije zone wordt opgenomen van 40 meter. Verder 3

4 is de aardgastransportleiding Beverwijk Wijngaarden op de planverbeelding en in de regels vastgelegd. b. In het bestemmingsplan is in de leidingstrook de aanleg van een Wadi voorzien, die als overloop geldt voor teveel water. De VROM-inspectie wijst op het belang dat de leidingen onder de Wadi voldoende dekking hebben. Bij de aanleg van de Wadi dient zodanig rekening te worden gehouden met de bestaande en nog aan te leggen leidingen dat er sprake zal zijn van voldoende dekking, zowel in verticale richting als in het horizontale vlak. Bij de aanleg van de Wadi zal rekening gehouden worden met de aanwezige en toekomstige gasleidingen. Er zal boven de gasleiding voldoende dekking worden aangehouden. Vanwege de dubbelbestemming geldt ter plaatse van de bestaande leidingen voor bepaalde werkzaamheden een aanlegverbod. Deze zienswijze geeft ons geen aanleiding uw raad voor te stellen tot het aanpassen van het bestemmingsplan. 2. Zienswijze Gasunie a. De Gasunie verzoekt om op de verbeelding de Buisleidingenstrook uit de Structuurvisie Buisleidingen te bestemmen als Leiding Leidingstrook en de hartlijn van de leidingen weer te geven met de aanduiding g-g-g. Verder wordt verzocht in de regels specifieke bepalingen op te nemen voor deze leidingstrook. In overleg met het Ministerie is afgesproken dat er geen buisleidingenstrook in het bestemmingsplan wordt opgenomen (zie ook beantwoording onder 1). De buisleidingenstrook uit de Structuurvisie Buisleidingen wordt door middel van een (rijks)inpassingsplan bestemd. De bestaande gasleidingen zijn wel voorzien van een dubbelbestemming. Zoals vermeld onder zienswijze 1. is rekening gehouden met de toekomstige leidingen door opneming van een bebuwingsvrije strook. Deze zienswijze geeft ons geen aanleiding uw raad voor te stellen tot het aanpassen van het bestemmingsplan. b. De Gasunie verzoekt verder artikel aan te vullen met de zinsnede: Alvorens te beslissen op een aanvraag zoals bedoeld in lid 4.1 wint het college van burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding. Het artikel zal in deze zin worden aangepast. 4

5 Deze zienswijze geeft ons aanleiding uw raad voor te stellen tot het aanpassen van het bestemmingsplan in die zin dat artikel wordt aangepast. c. De Gasunie vraagt vóór vaststelling van het bestemmingsplan te worden geïnformeerd over de wijzigingen in het bestemmingsplan Voorafgaande aan de vaststelling van het bestemmingsplan worden de indieners van de zienswijzen uitgenodigd hun zienswijze toe te lichten in een raadssessie. Als bijlage bij de uitnodiging wordt het ontwerpraadsvoorstel met de beantwoording van de zienswijzen gevoegd. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het plan. 3. Zienswijze Tennet a. Tennet heeft eerder in het kader van het voorontwerpbestemmingsplan een reactie ingediend. Tennet geeft aan dat deze reactie als herhaald en ingelast dient te worden beschouwd. In deze reactie is aangegeven dat de (eventuele) 380 kv verbinding planologisch geregeld wordt via een (rijks)inpassingsplan. Het bestemmingsplan moet deze aanleg niet onmogelijk maken. Verder mogen er geen gevoelige bestemmingen mogelijk gemaakt worden binnen 30 m. aan weerszijden van het hart van de verbinding. Op 28 oktober 2011 hebben de ministers van EL&I en I&M een definitieve keuze gemaakt voor de westelijke variant. Daarnaast is op 24 november 2011 het voorbereidingsbesluit verlopen en is door de minister geen verlenging van dit besluit genomen. Hiermee komt de noodzaak voor het opnemen van beperkingen ten aanzien van bouwen te vervallen. De hierboven genoemde zienswijze geeft ons geen aanleiding uw raad voor te stellen tot het aanpassen van het plan. b. Het tracé van de 380 kv-verbinding tussen Beverwijk en Zoetermeer kent twee varianten. De oostvariant doorkruist het bestemmingsplan. In een brief aan de Tweede Kamer hebben de ministers een keuze gemaakt voor de westvariant. Een definitieve keuze volgt pas bij het vast te stellen rijksinpassingsplan. Er dient daarom in het bestemmingsplan rekening te worden gehouden met de komst van de leiding. Verwezen wordt naar de beantwoording onder 3a. De hierboven genoemde zienswijze geeft ons geen aanleiding uw raad voor te stellen tot het aanpassen van het plan. c. Tennet geeft aan dat het bestemmingsplan niet geheel in lijn is met het voorbereidingsbesluit. Het ontwerpbestemmingsplan kent ter plaatse van de oostvariant aan een deel van het 5

6 plangebied de bestemming Bedrijf toe dat bebouwd kan worden. Verzocht wordt om binnen de zakelijk rechtstrook van de oostvariant van de verbinding geen bebouwing mogelijk te maken. Verwezen wordt naar de beantwoording onder 3a. De hierboven genoemde zienswijze geeft ons geen aanleiding uw raad voor te stellen tot het aanpassen van het plan. d. Verzocht wordt tevens geen bestemmingen of regelingen op te nemen die de komst van de oostvariant kunnen frustreren. Er zijn in deze zin geen bestemmingen of regelingen opgenomen. De hierboven genoemde zienswijze geeft ons geen aanleiding uw raad voor te stellen tot het aanpassen van het plan. 4. Zienswijze S.A.D.C. (Schiphol Area Development Company) S.A.D.C. vraagt zich af of het onderscheidend vermogen van het bedrijventerrein De Hoek Noord als security park voldoende is geborgd. Het Bestuursforum Schiphol is akkoord gegaan met de ontwikkeling van De Hoek Noord mits het bedrijventerrein zich specifiek zou onderscheiden op het thema security. Het onderscheidend vermogen van de locatie is van groot belang voor een gezonde ruimtelijke economische ontwikkeling van de regio. Het onderscheidend vermogen van De Hoek Noord als security park kan niet juridisch geregeld worden in het bestemmingspan. Dit thema is wel als uitgangspunt opgenomen in het voor dit gebied opgestelde Masterplan De Hoek Noord. De afspraken hierover zijn opgenomen in de overeenkomst tussen de gemeente en SEGRO. De hierboven genoemde zienswijze geeft ons geen aanleiding uw raad voor te stellen tot het aanpassen van het plan. 5. Zienswijze Segesta Exploitatie B.V. a. In het vigerende bestemmingsplan zijn ter plaatse van het perceel Kruisweg 755 ook opslag en parkeerplaatsen mogelijk. In het ontwerpbestemmingsplan is in de bestemming Bedrijf niet de mogelijkheid tot opslag op de terreinen opgenomen. Dit dient te worden opgenomen, zodat de gebruikers niet worden beperkt in hun bedrijfsvoering. 6

7 In het vigerende bestemmingsplan Schipholspoorlijn is een deel van het terrein van Segesta bestemd voor Handel en Nijverheid. Binnen deze bestemming zijn open terreinen toegestaan, waaronder opslag-, los-, laad- en parkeerplaatsen. In het nieuwe bestemmingsplan is naar aanleiding van de zienswijze in de bestemming Bedrijf opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf-2 tevens opslag van goederen op onbebouwde gronden is toegestaan. Deze zienswijze geeft ons aanleiding uw raad voor te stellen tot het aanpassen van het bestemmingsplan in die zin dat op een gedeelte van het perceel Kruisweg 755 opslag van goederen op onbebouwde gronden tevens zijn toegestaan. b. Op het perceel Kruisweg 755 is in het nieuwe bestemmingsplan alleen Bedrijf toegestaan. In verband met de verhuurbaarheid en exploitatiemogelijkheden, verzoekt de indiener hier ook de mogelijkheid tot volumineuze detailhandel op te nemen. In het bestemmingsplan is alleen de bestaande volumineuze detailhandelslocatie bestemd. Het toestaan van nieuwe volumineuze/perifere detailhandel is in strijd met het gemeentelijk Integraal detailhandelsbeleid, zoals ook is opgenomen in paragraaf 3.4 van de toelichting. Dit is ook niet mogelijk binnen het beleid van de provincie zoals is opgenomen in de Provinciale Structuurvisie. Aan het verzoek van de indiener kan om die redenen niet tegemoet gekomen worden. c. Segesta wil ook de mogelijkheid hebben om aan de voorzijde van de Kruisweg 755 kantoren te realiseren. Dit kan een versterking zijn van het gebied en het bedrijventerrein een impuls geven. De bouw van nieuwe kantoren ter plaatse is in het vigerende bestemmingsplan niet toegestaan. Voor een kantoorgebouw zijn geen concrete voorstellen of aanvragen ingediend. Uit de zienswijze blijkt ook niet dat er concrete plannen zijn. Aan een verzoek om bestemmingswijziging kan daarom geen medewerking verleend worden. d. Aanvullende zienswijzen d.d. 18 januari 2013 Namens Segesta Exploitatie B.V. vraagt Pharos Advocaten aandacht voor het huidige gebruik van het perceel 755/755A, zijnde een parkeerservicebedrijf. De gemeente is van mening dat dit gebruik in strijd is met het vigerende bestemmingsplan en heeft in 2011 een handhavingsactie gestart. Volgens reclamant past dit bedrijf zowel in het vigerende bestemmingsplan Schipholspoorlijn (bestemming Handel en Nijverheid ) als in het nieuwe bestemmingsplan Hoofddorp De Hoek en omgeving (bestemming Bedrijf ). Reclamant stelt in de veronderstelling te hebben verkeerd dat het huidige gebruik wel in het nieuwe 7

8 bestemmingsplan paste en dat hij door de lopende handhavingsprocedure erachter is gekomen dat de gemeente van oordeel was dat dat niet het geval was. Reclamant verwijst daarbij naar de bij het nieuwe bestemmingsplan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, waarin op dit perceel bedrijfsactiviteiten worden toegestaan, behorende tot de bedrijfscategorieën 1, 2, 3.1 of Onder meer zijn taxibedrijven, stalling van vrachtwagens en caravanstallingen toegestaan. Reclamant is van mening dat een parkeerservicebedrijf in ruimtelijk opzicht gelijk is aan een taxibedrijf of een bedrijf waar caravans en/of (vracht)wagens mogen worden gestald. Verder wordt aangegeven dat het college op het perceel Kruisweg 755A in het verleden een garage expliciet heeft toegestaan en dat de aldaar aanwezige garage nog altijd wordt gebruikt conform de bestemming en het doel waarmee dit gebouw destijds is opgericht c.q. gebouwd, namelijk een gebouw bestemd voor het stallen c.q. parkeren van auto s. Het huidig toegestane gebruik dient volgens reclamant positief bestemd te worden in het nieuwe bestemmingsplan. Reactie Bij brief van 8 april 2011 heeft het college reeds het voornemen kenbaar gemaakt om handhavend tegen de geconstateerde overtreding op te treden. De last onder dwangsom is opgelegd op 22 juli Hierin is aangegeven dat legalisatie van het strijdige gebruik niet mogelijk was. Het ontwerpbestemmingsplan is op 18 augustus 2011 ter inzage gelegd. Zoals hierin is aangegeven zijn de percelen van o.a. Segesta conserverend bestemd. Segesta kon op grond hiervan weten dat een parkeerservicebedrijf ook in het nieuwe bestemmingsplan niet was toegestaan. In de tijdig ingediende zienswijze is hier niet op ingegaan. De aanvullende zienswijze valt daarom niet binnen de kaders van de eerder ingediende zienswijzen en wordt om die reden buiten behandeling gelaten. Ambtshalve wordt opgemerkt dat een parkeerservicebedrijf een dienstverlenend bedrijf is. Dit gebruik past niet in de geldende bestemming Handel en Nijverheid in het vigerende bestemmingsplan Schipholspoorlijn. Het gebruik is ook niet in overeenstemming met de bestemming Bedrijf in het ontwerp-bestemmingsplan. De bij de planregels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten bevat een limitatieve opsomming van de toegelaten bedrijfsactiviteiten. Een parkeerservicebedrijf is hier niet in opgenomen. Er is ook geen sprake van huidig toegestaan gebruik. Voor het garagebedrijf waar reclamant naar verwijst is in 1989 een tijdelijke vrijstelling verleend. Dit gebruik is in 1994 geëindigd. : Omdat deze zienswijze buiten de termijn is ingediend en niet valt binnen de kaders van de eerder ingediende zienswijzen wordt deze buiten behandeling gelaten. 6. Zienswijze Loyens & Loeff, namens Warburg Henderson (Loyens & Loeff) a. De kantoren zijn momenteel conform de huidige situatie bestemd. Indiener zou graag meer ontwikkelingsmogelijkheden willen. Verzocht wordt op de meest oostelijke hoek van de drie kantoorgebouwen, een vierde kantoorgebouw te mogen realiseren, teneinde het complex ruimtelijk te kunnen afronden. In de aanvullende zienswijze, ingediend d.d. 21 december 2012, vraagt Loyens & Loeff, in het geval uw raad niet bereid is een directe bouwtitel te geven, een wijzigingsbevoegdheid op te nemen voor de realisering van een vierde kantoorgebouw, onder voorwaarde dat hier 8

9 marktruimte voor bestaat. Voor de extra benodigde parkeervoorzieningen zou een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid kunnen worden opgenomen. De bouw van nieuwe kantoren ter plaatse is in het vigerende bestemmingsplan niet toegestaan. Voor een vierde kantoorgebouw zijn geen concrete voorstellen of aanvragen ingediend. Uit de zienswijze blijkt ook niet dat er concrete plannen zijn. Een vierde kantoorgebouw is bovendien niet meegenomen in de milieuonderzoeken. De bestaande kantoren liggen in een gevoelig gebied met veel verkeer (geluid) en risico s externe veiligheid. Daarbij geeft het LIB geeft ter plaatse slechts ruimte voor een gebouw met een hoogte van 2,5 meter. Gelet op het bovenstaande kan aan het verzoek van reclamant geen medewerking verleend worden. b. De provinciale ruimtelijke verordening 2009 is niet meer van toepassing. Deze is in 2010 vervangen door een nieuwe verordening. Het bestemmingsplan is hierbij gebaseerd op oude en ingetrokken provinciale regelgeving. Het bestemmingsplan dient getoetst te worden aan de geldende regelgeving. Deze constatering is juist. De provincie heeft haar beleid vastgelegd in de Structuurvisie Noord-Holland. De beleidsregels die de provincie van belang acht, heeft zij vastgelegd in de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (vastgesteld op 3 november 2010). Deze heeft de genoemde provinciale ruimtelijke verordening 2009 vervangen. De ontwikkeling is getoetst aan de nieuwe verordening. Dit is in de toelichting opgenomen. Zoals hieruit blijkt leidt dit niet tot een andere conclusie. De ontwikkeling is passend binnen het provinciaal beleid. De beleidslijn is ten opzichte van 2009 niet veranderd. Naar aanleiding van deze zienswijze is de toelichting bij het bestemmingsplan aangepast. c. Bodem: in het bodemonderzoek voor de percelen van Business Garden wordt geconcludeerd dat hier depots aanwezig zijn die bestaan uit vervuilde grond en dat deze gefaseerd moeten worden afgevoerd. In het onderzoek wordt daarnaast opgemerkt dat de opdrachtgever de afvoer buiten de ruimtelijke ordeningsprocedures wenst te houden. Verder wordt in de toelichting geen melding gemaakt van het verschil tussen de planologische en daadwerkelijke situatie. Nu de gemeente er geen blijk van geeft dat er een afweging van belangen heeft plaatsgevonden, is het besluit op een onzorgvuldige wijze voorbereid. De gemeente is zich ervan bewust, dat deze depots in het plangebied aanwezig zijn. De betreffende depots zijn echter in strijd met de planologische situatie gerealiseerd en daarmee niet legaal. De reden dat de depots niet worden meegenomen in deze ruimtelijke procedure, is dat de gemeente de niet legale situatie wil beëindigen en de beoogde nieuwe bestemming in het gebied wil realiseren. Om er zeker van te zijn dat de niet legale situatie opgeheven wordt, zal de 9

10 gemeente zo nodig overgaan tot handhaving. De omvang van de depots is door de eigenaar van de gronden de afgelopen periode reeds teruggebracht, de overgebleven depots zullen op termijn verder gefaseerd worden afgevoerd conform de milieuwetgeving. In de exploitatie van de nieuwe kantoren heeft de initiatiefnemer reeds rekening gehouden met de kosten voor afvoer van de depots. Het bestemmingsplan is hiermee uitvoerbaar. d. Archeologisch onderzoek: indiener wijst op het feit dat géén resultaten van archeologisch onderzoek ter inzage hebben gelegen. In de toelichting wordt vermeld dat in het archeologisch onderzoek van 2007 wordt gesteld dat er een kleine kans aanwezig is op archeologische waarden. In de toelichting wordt, zonder verdere belangenafweging, geconcludeerd dat nader onderzoek niet nodig is. De indiener is van mening dat het bestemmingsplan niet kan volstaan met een dergelijke beknopte mededeling. Naast het archeologisch bureauonderzoek uit 2007 is voor het gebied archeologisch vervolgonderzoek uitgevoerd door RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. Dit onderzoek is vastgelegd in een rapport van 20 februari De conclusie is dat in het plangebied een lage verwachting geldt voor het aantreffen van waardevolle archeologische resten. Alleen bevinden zich op een diepte van meer dan 5,5 m mogelijk resten van tijdelijke kampementen van jagerverzamelaars uit de Oude en Midden Steentijd. Wanneer ingrepen tot dieper dan 5,5 m onvermijdelijk zijn, dient nader veldonderzoek plaats te vinden. In de regels is in verband hiermee een dubbelbestemming Waarde Archeologie opgenomen. Deze zienswijze geeft ons aanleiding uw raad voor te stellen tot het aanpassen van het bestemmingsplan in die zin dat in de regels een dubbelbestemming Waarde Archeologie is opgenomen. e. Watercompensatie: in de toelichting wordt gesteld dat er een compensatie-eis van m 2 open water geldt. In de toelichting ontbreekt de wijze waarop tot deze conclusie is gekomen. Onder andere ontbreekt een opgave van de hoeveelheid grond, die op basis van het bestemmingsplan kan worden verhard. In de toelichting is in de waterparagraaf onder de toekomstige situatie uiteengezet welk oppervlak aan water dient te worden gecompenseerd. Deze paragraaf is in overleg opgesteld met en goedgekeurd door het Hoogheemraadschap Rijnland. In het gedeelte over de ontwikkeling bij Business Garden is in de ontwerp toelichting niet opgenomen welk oppervlak aan verharding wordt toegevoegd. Dit is hersteld. Naar aanleiding van deze zienswijze is de toelichting bij het bestemmingsplan aangepast. f. Parkeernorm: in de toelichting ontbreekt een onderbouwing waarom voor de parkeernormen is gekozen die zijn genoemd in paragraaf 5.5. Daarnaast ontbreekt de hoeveelheid bruto 10

11 vloeroppervlak die mogelijk wordt gemaakt middels het bestemmingsplan en de hoeveelheid parkeerplaatsen die met toepassing van de normen dienen te worden aangelegd. Het aantal uiteindelijk te realiseren parkeerplaatsen is afhankelijk van het bruto vloeroppervlak dat wordt gerealiseerd. Parkeerplaatsen dienen op eigen terrein te worden gerealiseerd. Bij de bouwaanvraag zal worden getoetst of wordt voldaan aan de parkeernormen. Hierbij zal gekeken worden welke functies worden gerealiseerd en welke parkeernormen daarvoor in de CROW 1 - normen gelden. In het bestemmingsplan is opgenomen welk bruto vloeroppervlak maximaal mogelijk wordt gemaakt. In de toelichting is niet opgenomen hoeveel parkeerplaatsen worden gerealiseerd, dit is namelijk afhankelijk van zowel de exacte functie als het bruto vloeroppervlak per gebouw dat gerealiseerd wordt. Het opnemen van de hoeveelheid parkeerplaatsen die gerealiseerd moet worden is dan ook geen realistische schatting, omdat deze afhankelijk is van de functie. De toetsing vindt plaats bij de aanvraag voor de omgevingsvergunning, op basis van de gemeentelijke parkeernota. g. Flora en fauna: In bijlage 5 van het bestemmingsplan is een bureauonderzoek opgenomen met betrekking tot de mogelijk aanwezige beschermde dier- en plantensoorten. Uit het onderzoek volgt dat ten westen van de Rijnlanderweg nader onderzoek moet worden gedaan naar aanwezige vaste nestplaatsen van vogels en vleermuizen. Dit onderzoek is nog niet uitgevoerd. Het bureauonderzoek dat is opgenomen in bijlage 5 gaat nog uit van een volledige realisatie van Business Garden waarvoor de bebouwing van AAR dient te worden gesloopt. In het bestemmingsplan is hier geen sprake meer van. Het nader onderzoek is om die reden voor de ontwikkelingen in het bestemmingsplan niet meer aan de orde. Het onderzoek in bijlage 5 is aangepast aan de voorgenomen ontwikkelingen. Naar aanleiding van deze zienswijze is de toelichting bij het bestemmingsplan aangepast. h. Externe veiligheid: het advies van de brandweer is opgenomen dat in het kader van de verbetering van de zelfredzaamheid een tweezijdige ontvluchting van de bouwwerken mogelijk dient te worden gemaakt. Het ontwerpbestemmingsplan bevat deze eis niet, hierdoor wordt onvoldoende rekening gehouden met het advies van de brandweer. Bij de afgifte van omgevingsvergunningen voor de te realiseren gebouwen zal worden getoetst of de aanvraag voldoet aan de veiligheidseisen die gesteld worden vanuit de brandweer. Onder meer zal hierbij worden gekeken naar de vluchtwegen van bouwwerken. Hierbij zullen de vereisten aan de orde komen zoals opgenomen in de Bouwverordening. 1 CROW: Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek. 11

12 i. Impact nieuwe ontsluiting: de nieuwe oostelijke ontsluiting zal deels over het terrein van Henserson Warburg lopen. Hier liggen nu parkeerplaatsen. Met de nieuwe ontsluiting verliest reclamante niet alleen een deel van haar eigendom, maar wordt zij ook geconfronteerd met een intensief gebruikte ontsluitingsweg op korte afstand van haar kantoren. In de toelichting is geen rekening gehouden met de impact van de ontsluitingsweg, waar (zwaar) vrachtverkeer overheen komt, op werk- en leefklimaat binnen en rondom de kantoren. Ingevolge de Wet geluidhinder (Wgh) zijn kantoren geen geluidsgevoelige functies. Er hoeft dan ook geen akoestisch onderzoek plaats te vinden naar de effecten op de geluidsbelasting van het verkeer op de nieuwe weg. Daarnaast is de locatie al een geluidsbelaste locatie vanwege de rijksweg A4 en Schiphol. De geluidsbelasting als gevolg van de A4 en A5 is hoger dan de geluidsbelasting van de nieuwe ontsluitingsweg. De maatgevende geluidsbelasting is afkomstig van Schiphol. Voor de ontsluiting van het Undercoverpark zal een ringstructuur worden aangelegd. Deze zal aan de oostzijde aangesloten worden op het bestaande bedrijventerrein. Hierbij is het gezien het huidige ruimtebeslag en de grondposities niet mogelijk de aansluiting volledig te realiseren op gronden van de initiatiefnemer of van de gemeente; er zijn gronden van derden nodig, in dit geval van Warburg Henderson. Er zijn geen alternatieven voor een veilige en duurzame ontsluiting die niet over gronden van derden gaan. Getracht wordt deze gronden via minnelijke weg te verwerven. Mocht het zo zijn dat er geen minnelijke oplossing gevonden kan worden, is in het bestemmingsplan ter plaatse de aanduiding Wro-zone verwerkelijking in naaste toekomst opgenomen, die de gemeente op grond van artikel 3.4 Wro en artikel 3.36a Wro de mogelijkheid biedt van een versnelde onteigeningsprocedure. j. Wijzigingsbevoegdheid: In de planregels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee het aantal zelfstandige kantoren kan worden verhoogd tot m 2. In het verkeersonderzoek is echter uitgegaan van een maximaal programma van m 2. Rekening dient te worden gehouden met hetgeen het bestemmingsplan mogelijk maakt. In het verkeersonderzoek is uitgegaan van m 2 kantoren en m 2 bedrijven. Het bestemmingsplan gaat uit van een verdeling van m 2 om m 2. Er wordt dus in zijn totaliteit geen extra oppervlak gerealiseerd, alleen de verhouding kantoren/bedrijven is anders. In het bestemmingsplan is een extra paragraaf toegevoegd waarin is aangetoond dat dit geen problemen oplevert ten aanzien van de ontsluiting. In kencijfers van de CROW geldt voor kantoren op deze locatie een verkeersgeneratie van 9 mvt/etmaal per 100 m 2. De extra kantoren die mogelijk worden gemaakt ten opzichte van het onderzoek leveren een verkeersgeneratie op van 450 motorvoertuigen per etmaal. In het onderzoek worden infrastructurele maatregelen en aanpassingen van kruispunten beschreven om tot een acceptabele verkeersafwikkeling te komen. De kruispunten zullen dan licht of normaal belast zijn. Deze verkeerstoename leidt zodoende niet tot problemen in de verkeersafwikkeling. 12

13 k. Verkeersmaatregelen: reeds in de huidige situatie zijn diverse kruispunten overbelast. Met de nieuwe ontwikkelingen in De Hoek Noord wordt dit alleen maar ernstiger. In het verkeersonderzoek worden maatregelen genoemd om het niveau van belasting terug te brengen tot normaal. Uit het ontwerpbestemmingsplan volgt niet dat de verkeersmaatregelen die genoemd zijn ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. Hierdoor houdt het bestemmingsplan onvoldoende rekening met de verkeersaantrekkende werking van de ontwikkelingen. In de ruimtelijke ordening wordt uitgegaan van toelatingsplanologie. In het bestemmingsplan wordt aangegeven wat mogelijk is. Verkeersmaatregelen worden niet in het bestemmingsplan geregeld maar via verkeersbesluiten. Door de aanduiding verwerkelijking naaste toekomst wordt aangegeven dat de gemeente de betreffende bestemming op korte termijn (binnen 5 jaar) wil realiseren. Daarnaast is er een overeenkomst tussen de gemeente en initiatiefnemers en zijn middelen beschikbaar voor de maatregelen. De haalbaarheid van de maatregelen en daarmee ook het bestemmingsplan is hiermee aangetoond. l. Aanvullende zienswijze d.d. 21 december 2012 In deze aanvullende zienswijze worden, naast het verzoek een vierde kantoorgebouw te mogen realiseren, de volgende punten naar voren gebracht: a. het ontwerpbestemmingsplan maakt een grote hoeveelheid nieuwe kantoren mogelijk. De gemeenteraad heeft onvoldoende onderbouwd dat hiervoor marktruimte bestaat. b. Gewezen wordt op een aantal stedenbouwkundige onvolkomenheden. Onder meer wordt niet toegelicht op welke wijze de grote hoeveelheid zelfstandige kantoormeters in de opzet van het beveiligde Undercoverpark kan worden ingepast en is geen rekening gehouden met de direct naast de nieuwe ontwikkeling gelegen bestaande kantoorgebouwen. Gevreesd wordt dat er geen marktruimte (meer) bestaat voor de in het plangebied voorziene ontwikkelingen, zodat Henderson geconfronteerd wordt met verrommeling in het gebied naast haar eigendom. Alternatieve mogelijkheden dienen onderzocht te worden. c. In de bestemming Bedrijventerrein is onvoldoende aandacht besteed aan de bouwmogelijkheden op de percelen met de bestemming Bedrijventerrein. De bouwhoogte wordt hier uitsluitend beperkt door de hoogtebeperkingen uit het LIB. Hiervan kan worden afgeweken na afgifte van een verklaring van geen bezwaar door het Ministerie. d. De panden van Henderson verliezen door de nieuwbouwmogelijkheden nagenoeg alle uitzicht waardoor deze sterk in waarde zullen dalen. Dit had deels kunnen worden tegengegaan via een ander perceelindeling. De raad had dergelijke mogelijkheden moeten onderzoeken. Met uitzondering van het verzoek via een wijzigingsbevoegdheid een vierde kantoorgebouw te mogen realiseren, waarop is ingegaan onder 6a, zijn genoemde punten niet in de zienswijze van 29 september 2012 naar voren gebracht en blijven deze buiten behandeling. 13

14 Ambtshalve wordt opgemerkt dat wel degelijk uitvoerig onderzoek heeft plaatsgevonden naar de ontwikkelingsmogelijkheden in De Hoek Noord, zoals blijkt uit de toelichting van het bestemmingsplan. Hiervoor wordt verwezen naar 3.3 van de toelichting onder Uitvoeringsstratiegie Platform Bedrijven en kantoren (Plabeka, 2006) en Plabeka II (2011) en van de toelichting, onder Markttoets en Plabeka II. : De aanvullende zienswijzen onder a. tot en met d. zijn de buiten de termijn iingediend en vallen niet binnen de kaders van de eerder ingediende zienswijzen. Deze zienswijzen worden om deze reden buiten behandeling gelaten. 7. Zienswijze McDonald s Uit het bestemmingsplan en de onderliggende onderzoeken blijkt dat afsluiting van de Vuursteen als enige oplossing wordt gezien van toekomstige verkeersproblemen. Dit wordt betwist. Het onderzoek gaat op geen enkele wijze in op suggesties die gedurende verschillende overleggen in het verleden zijn gedaan. Aangegeven wordt dat een rondweg niet de enige en uitsluitende optie is om het achterliggende gebied te ontsluiten. Een centrale corridor, waar het vrachtverkeer in- en uit kan rijden en waarbij een betere scheiding tussen vracht- en personenverkeer kan worden aangebracht is volgens reclamant een betere en veiligere optie, waarbij de huidige onderliggende structuur in stand kan blijven. Handhaving van de ontsluiting van Vuursteen op de huidige N201 is voor McDonald s van cruciaal belang. Voor bezoekers van de McDonald s is het een grote barrière als zij de vestiging slechts kunnen bereiken via een nieuwe rondweg, de Hoeksteen en de Vuursteen. Gewezen wordt op de eventuele gevolgen voor de McDonald s zoals een aanmerkelijke afname van omzet en de gevolgen voor de werkgelegenheid. Erkend wordt dat de situatie voor het horecacluster aan de oostkant van bedrijventerrein De Hoek drastisch wijzigt door de aanleg van een nieuwe aansluiting op de N201 (Kruisweg) aan de oostzijde van hotel NH Schiphol Airport. Dit belang is afgewogen tegen het belang van de aanleg van de oostelijke ontsluiting. Uit het verkeersonderzoek blijkt dat handhaving van de ontsluiting via Vuursteen mogelijk is, mits op het kruispunt Hoeksteen Vuursteen een verkeersregelinstallatie wordt aangebracht. Er ontstaat, ook na realisatie van de nieuwe ontwikkeling in De Hoek Noord, geen verkeersstagnatie. Mede om deze reden stellen wij de raad voor in te stemmen met de zienswijze van McDonald s en de ontsluiting van Vuursteen op de Kruisweg te handhaven. Dit betekent wel een wijziging van het Masterplan De Hoek Noord. Hierover is een beslispunt opgenomen. De bovengenoemde zienswijze geeft ons aanleiding uw raad voor te stellen tot het aanpassen van het plan in die zin dat de huidige ontsluiting via de Vuursteen wordt gehandhaafd. 8. Zienswijze DLA Piper, namens Onroerend Goed Beheer Maatschappij Kruisweg Hoofddorp B.V. (hotel NH Schiphol Airport) a. Reclamant heeft op het bedrijventerrein De Hoek de grond in eigendom, waar hotel NH Schiphol Airport gevestigd is. De realisatie van de oostelijke ontsluiting op de aangegeven 14

15 locatie is funest voor het hotel. Hier zijn momenteel parkeerplaatsen voor gasten en personeel gevestigd. Verder bevinden zich aan deze zijde van het hotel de logistieke voorzieningen (bevoorrading e.d.) met de daarbij benodigde manoeuvreerruimte voor vrachtwagens van de leveranciers. Gevolg van de aanleg van de oostelijke ontsluiting is dat de leveranciersingang niet meer gebruikt kan worden. Verder gaan veel parkeerplaatsen verloren die niet gecompenseerd worden en doet de aanwezigheid van een ontsluitingsweg zo dicht bij het hotel afbreuk aan de aantrekkelijkheid van het hotel. Tenslotte wordt de vraag gesteld of de nieuwe weg daadwerkelijk op de aangegeven wijze moet worden aangelegd. NH Schiphol Airport geeft in een bijlage bij de zienswijze een mogelijk alternatief opgenomen. Verwezen wordt naar de beantwoording van de zienswijze onder 7. Zoals hier is aangegeven wordt de ontsluiting aan de oostzijde van hotel NH Schiphol Airport naar aanleiding van ingediende zienswijzen niet aangelegd. De huidige ontsluiting via Vuursteen blijft gehandhaafd. De situatie voor het hotel blijft daardoor ongewijzigd. De gemeente streeft wel verbetering van de verkeerssituatie na. Om de entree vanaf de Kruisweg te verbeteren is in het bestemmingsplan voor de aansluiting van de Vuursteen op de Kruisweg en het naastgelegen bedrijfsperceel een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, teneinde de Vuursteen recht te trekken. Verder gaat de gemeente op korte termijn onderzoeken of een rechtstreekse aantakking van de Rijkerstreek op de N201 mogelijk is, zodat het verkeer van en naar Schiphol niet meer via de Hoek zal rijden. Uit het verkeersonderzoek blijkt namelijk dat ongeveer 80 % van het verkeer over Vuursteen bestemmingsverkeer voor Schiphol is. De Vuursteen zal hierdoor aanzienlijk minder worden belast. De rechtstreekse aantakking van de Rijkerstreek op de N201 zal opgenomen worden in het Infrastructuurplan De Hoek, dat als uitwerking van het Plan van Aanpak Herstructurering de Hoek zal worden opgesteld. Dit infrastructuurplan, inclusief uitvoeringsparagraaf, zal naar verwachting eind 2012 aan de Raad ter besluitvorming kunnen worden voorgelegd. De bovengenoemde zienswijze geeft ons aanleiding uw raad voor te stellen tot het aanpassen van het plan in die zin dat de huidige ontsluiting via de Vuursteen wordt gehandhaafd en dat een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen voor de aansluiting van de Vuursteen op de Kruisweg en het naastgelegen bedrijfsperceel teneinde de Vuursteen recht te kunnen trekken. b. De nieuwe ontsluitingsweg zal tot negatieve geluidsgevolgen leiden voor de kamers en het restaurant aan deze zijde van het hotel. Daarnaast heeft het negatieve gevolgen voor de uitstraling van het hotel. Reactie/conclusie: Verwezen wordt naar de reactie en de conclusie onder 8.1. c. De strook die is aangeduid met de aanduiding verwezenlijking in de naaste toekomst is niet geheel nodig voor de aanleg van de ontsluitingsweg. Uit tekeningen blijkt dat tenminste een strook van 9 meter tussen het hotel en de nieuwe ontsluitingsweg over blijft. Voorts blijkt uit de planning van Segro dat de realisatie van de ontsluitingsweg pas in 2017 is voorzien. Uit jurisprudentie blijkt dat bij de term naaste toekomst gedacht moet worden aan een periode 15

16 van 3 tot 5 jaar. Niet onderbouwd is dat sprake zou zijn van een ontwikkeling die in de nabije toekomst wordt gerealiseerd. Een aanwijzing van de gronden onder art 3.4 Wro is dan ook onterecht. Reactie/conclusie: Verwezen wordt naar de reactie en de conclusie onder 8.1. d. Hotel NH Schiphol Airport vraagt om de mogelijkheid om op de voorzijde van het perceel een parkeergarage te mogen realiseren om zo het verlies aan parkeerplaatsen op te vangen. Zoals vermeld onder 8.1 is in het plan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de aansluiting van de Vuursteen op de Kruisweg en het naastgelegen bedrijfsperceel. Ons college heeft daarmee de bevoegdheid de bestemmingen Bedrijf en Verkeer uit te wisselen met als doel de Vuursteen recht te trekken. Het bedrijfsperceel is thans eigendom van hotel NH Schiphol Airport. Via het wijzigingsbevoegdheid ontstaat de mogelijkheid de parkeervoorziening van het hotel anders in te richten. Een gebouwde parkeervoorziening behoort daarbij ook tot de mogelijkheden. Verwezen wordt naar de conclusie onder 8.1 e. Uit het bestemmingsplan blijkt dat in het Undercoverpark de bouw van een hotel is opgenomen van 200 kamers met bijbehorende voorzieningen. Er zijn reeds voldoende hotels in de omgeving. De marktomstandigheden zijn ongunstig, waadoor er een lagere bezetting is bij de bestaande hotels. Een nieuw hotel is dan ook ongewenst. In het onderzoek Hosta 2011, uitgevoerd door Horwath HTL, blijkt dat er nog steeds vraag is naar hotelkamers in het gebied. Voor 2012 wordt gerekend op een lichte groei, welke zich ook door zal zetten in de toekomstige jaren. De gemeente richt zich voornamelijk op de bevordering van vrije marktwerking en niet op marktsturing. Het vastleggen van het aantal hotels en het maximum aantal kamers is noodzakelijk om kader te bieden aan de diverse sectorale milieuonderzoeken en niet vanuit markttechnisch oogpunt. 9. Zienswijzen Van Riezen Consult bv, namens Bastionhotel a. Bestaande situatie: de verbeelding geeft op enkele plekken ten onrechte niet de bestaande en vergunde situatie weer. Het Bastionhotel steekt op een aantal plaatsen door het bouwvlak heen, zoals te zien is op de applicatie van Ruimtelijke plannen. De oostelijk vleugel is te krap ingetekend, daarnaast steekt de westelijke vleugel aan de zuidzijde door het bouwvlak. Verder is de bestaande mast niet mogelijk gemaakt in de regels. 16

17 De bestaande en vergunde situatie is inderdaad niet geheel juist op de verbeelding weergegeven. Dit is aangepast. De bestaande mast is verder met een aanduiding mogelijk gemaakt op de verbeelding en in de regels. De bovengenoemde zienswijze geeft ons aanleiding uw raad voor te stellen tot het aanpassen van het plan in die zin dat het bebouwingsvlak op de verbeelding wordt aangepast en de bestaande mast in de regels en op de verbeelding mogelijk wordt gemaakt. b. Aansluiting Vuursteen Kruisweg: door de nieuwe ontwikkeling moet de aansluiting van de Vuursteen op de Kruisweg worden opgeheven. Dit wordt in de toelichting niet helder en duidelijk gemotiveerd en de afweging van de nut en noodzaak ontbreekt. Volgens reclamant is hier geen sprake van een uit oogpunt van goede ruimtelijk ordening gewenste ontwikkeling. De aanpassing van de verkeersstructuur heeft onacceptabele negatieve gevolgen voor de bereikbaarheid van het hotel. In dit verband wordt verwezen naar een bij de zienswijze gevoegde brief van het college van 23 juni 2005, waarin bevestigd wordt dat de aansluiting van de Vuursteen op de Kruisweg op grond van de nota Tracering N201 blijft zoals die nu is. Reactie en conclusie: Verwezen naar de reactie en conclusie onder 7. De huidige aansluiting van Vuursteen op de Kruisweg blijft gehandhaafd. c. Mer-beoordeling: in het bestemmingsplan is geen locatieafweging gemaakt. Daarnaast is ten onrechte gesteld dat geen Mer-beoordeling behoefde plaats te vinden. Uit de gemeentelijke en provinciale stukken blijkt dat er een samenhang bestaat tussen De Hoek en mogelijk andere locaties voor nieuwe bedrijfsontwikkelingen aan de oostzijde van de kern Hoofddorp. Ook de toelichting van het bestemmingsplan verwijst naar deze samenhang. De plandrempel wordt hierdoor overschreden en daarom is een MER-beoordeling aan de orde. Ook uit de Plabeka-discussie blijkt een overmaat aan nieuwe ontwikkelingen. Het is vaste jurisprudentie dat een gebied niet in eenheden verdeeld mag worden zodat onder drempel van 75 ha gebleven kan worden. Er is geen samenhang tussen de verschillende nieuwe bedrijventerreinen. Zowel in gemeentelijke, als provinciale stukken is niet gesteld dat er een samenhang bestaat tussen de ontwikkeling van De Hoek Noord en andere uitbreidingen aan de oostzijde van Hoofddorp. Ook in de toelichting van het bestemmingsplan wordt hier niet naar verwezen. Daarnaast blijkt uit de resultaten uit de verschillende milieuonderzoeken dat de ontwikkeling geen relevante negatieve milieueffecten heeft die het doorlopen van een mer-procedure noodzakelijk maken. d. Uit de vooroverlegreactie van de provincie blijkt dat nog niet is voorzien in de aanpassing van de N201. Hiermee is, los van de noodzaak of aanvaardbaarheid, de uitvoerbaarheid van het voorstel niet binnen de planperiode verzekerd. 17

18 Reactie en conclusie: Verwezen naar de reactie en conclusie onder 7. De huidige aansluiting van Vuursteen op de Kruisweg blijft gehandhaafd. e. Noodzaak verlegging ontsluiting: het Bastionhotel heeft een belangrijke relatie met Schiphol en de A4. De huidige ontsluiting voldoet en is onmisbaar voor het functioneren van het hotel. Uit het onderzoek van Advin volgt geen noodzaak tot het verleggen van de aansluiting. Daarnaast kloppen de verkeersanalyses en berekeningen in het rapport niet. Verder zijn geen varianten onderzocht waarbij de bestaande aansluiting van de Vuursteen kan blijven bestaan. Er heeft dan ook geen zorgvuldige afweging plaatsgevonden. Reactie en conclusie: Verwezen naar de reactie en conclusie onder 7. De huidige aansluiting van Vuursteen op de Kruisweg blijft gehandhaafd. f. Tegenover de Hoek ligt een kavel die na verlegging van de op/afrit A4 ontsloten wordt via het huidige kruispunt van de Kruisweg en de Vuursteen. Binnen de planperiode is er bij de eventuele verlegging van het kruispunt geen alternatief voor de ontsluiting van deze kavel. Het is juist dat, na de openstelling van de nieuwe op- en afrit van de A4 op de Kruisweg, een ontsluiting blijft bestaan voor de (landbouw)kavel aan de overzijde van de Kruisweg. Deze ontsluiting is alleen bestemd voor het landbouwverkeer naar en van deze kavel. Voor ander verkeer is dit geen ontsluiting meer. g. Gezien de grote hoeveelheid vrachtverkeer is een scheiding van verkeerssoorten een oplossing. Voor het vrachtverkeer zijn er twee hoofdrichtingen: Schiphol en de A4. Hiervoor kan het verkeer naar Schiphol via de Hoeksteen en de bestaande binnendoorverbinding ontsloten worden. Naar de A4 kan dan worden ontsloten via de Rijnlanderweg en de Kruisweg. Het kruispunt van de Vuursteen kan blijven bestaan voor het horecacluster. Reactie en conclusie: Verwezen naar de reactie en conclusie onder 7. De huidige aansluiting van Vuursteen op de Kruisweg blijft gehandhaafd. h. Er wordt gesteld dat het kostenverhaal verzekerd is door het sluiten van een anterieure overeenkomst met een tweetal particulieren initiatiefnemers. Er wordt echter niet aangetoond dat het bestemmingsplan financieel uitvoerbaar is. Ook wordt niet duidelijk gemaakt of de ondernemingen in staat zijn om aan hun verplichtingen te voldoen. In paragraaf 4.3 van de toelichting is voor beide ontwikkelingen in een markttoets aangetoond dat er binnen het gebied vraag is naar de gewenste ontwikkelingen. De gemeente heeft de verwachte kosten en opbrengsten voor De Hoek in beeld gebracht. Daaruit blijkt dat de ontwikkeling voor de gemeente financieel uitvoerbaar is. Met de initiatiefnemers zijn waar nodig afspraken gemaakt over garantstelling voor hun verplichtingen om het kostenverhaal voor de gemeente verder te borgen. Deze zijn vastgelegd in anterieure overeenkomsten. 18

19 i. Bij de vergroting van het bedrijventerrein dient het een randvoorwaarde te zijn dat de reconstructie van de Rijnlanderweg op de Kruisweg als voorinvestering beschikbaar is. Het bestemmingsplan geeft geen inzicht in de noodzakelijke investering, planning en dekking. Voor de ontwikkelingen zijn anterieure overeenkomsten opgesteld. Hierin zijn afspraken opgenomen ten aanzien van de investeringen, planning en de dekking. Het college besluit over deze overeenkomsten voordat het bestemmingsplan wordt vastgesteld. j. Er wordt sinds geruime tijd overleg gevoerd over de revitalisering van het bedrijventerrein. Een belangrijk punt van onderwerp daarbij is de afwaardering van de intensiteit van de Kruisweg en de capaciteit van het kruispunt met de Vuursteen. Uit overleg blijkt dat er geen noodzaak is tot het opheffen van deze aansluiting en dat er goede alternatieven zijn voor de ontsluiting van het nieuwe bedrijventerrein. Deze kennis is niet meegenomen in de planvorming. Hieruit blijkt dat er geen zorgvuldige afweging heeft plaatsgevonden en dat het vooroverleg niet serieus wordt genomen. Reactie en conclusie: Verwezen naar de reactie en conclusie onder 7. De huidige aansluiting van Vuursteen op de Kruisweg blijft gehandhaafd. k. De toelichting en het concept-raadsbesluit gaan uit van een nog te nemen verkeersbesluit over de afsluiting van de Vuursteen. Het gaat hier om de hoofdontsluiting van een bestaand terrein. Een dergelijk ingrijpend voorstel hangt samen met de ordening van een gebied. De motivatie in het bestemmingsplan houdt geen stand en een beperking tot een procedure van een verkeersbesluit is dan ook niet op zijn plaats. Reactie en conclusie: Verwezen naar de reactie en conclusie onder 7. De huidige aansluiting van Vuursteen op de Kruisweg blijft gehandhaafd. 19