Focus op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
|
|
- Jonathan van Loon
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Preventie en wetgeving Focus op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen 2011/4 actualisatie oktober 2013
2
3 Inhoud 1 Wettelijk kader Referentie Historiek Krachtlijnen Definitie Verplichtingen van de werkgever Rol van de preventieadviseur Bijkomende informatie Focus op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen 3
4
5 1 Wettelijk kader 1.1 Referentie De belangrijkste bepalingen inzake het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen zijn terug te vinden in het KB van 13 juni 2005 betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (BS 14 juli 2005) (KB Gebruik pbm s). Deze bepalingen vormen hoofdstuk 2 Persoonlijke beschermingsmiddelen van Titel VII Collectieve en individuele bescherming van de Codex Welzijn op het werk. 1.2 Historiek De bepalingen over persoonlijke beschermingsmiddelen vonden vroeger een plaats in het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB). Onder invloed van de Europese reglementering zijn ze gemoderniseerd en hebben ze een plaats gekregen in de Codex welzijn op het werk ARAB Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) bracht de verschillende bepalingen over veiligheid en gezondheid op het werk samen tussen 1947 en De meeste voorschriften i.v.m. persoonlijke beschermingsmiddelen werden sedert het KB van 18 februari 1960 opgenomen in titel II, hoofdstuk III, afdeling II van het ARAB (artikels 149 tot 170 ). Deze artikels bepaalden in welke omstandigheden persoonlijke beschermingsmiddelen (toen nog individuele beschermingsmiddelen genoemd) door de werkgever ter beschikking van de werknemers moesten gesteld worden. Het behoorde ook tot de taak van de werkgever om er op toe te zien dat ze gedragen werden en te zorgen voor het onderhoud, de herstelling en de vervanging van de beschermingsmiddelen. Deze ARAB-artikelen stelden eveneens een aantal constructieve eisen aan pbm s. Voor ademhalingstoestellen werden in het MB van 11 september 1961 aannemingsvoorwaarden opgelegd waarbij de tussenkomst van een erkende instantie was voorzien bij de fabricatie. Deze toestellen werden voorzien van een keurmerk en een aanvaardingscertificaat opgesteld door de administratie. Door het KB van 20 juni 1975 (het voorkomingsbeleid, ARAB, art. 54quater) werd voor pbm s (net zoals voor andere uitrusting trouwens) een speciale aankoopprocedure uitgewerkt. Deze procedure is het best gekend onder naam van de procedure van de drie groene lichten waarbij een centrale rol is voorbehouden aan de preventieadviseur (toen nog het diensthoofd VGV ) die eveneens de arbeidsgeneesheer raadpleegt en desgevallend een beroep doet op deskundigen Richtlijn Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen De kaderrichtlijn 89/391/EEG van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB van 29 juni 1989) legt de basisprincipes vast inzake veiligheid en gezondheid op het werk. Om uitvoering te geven aan deze kaderrichtlijn zijn een aantal bijzondere richtlijnen verschenen die de verschillende aspecten van veiligheid en gezondheid op het werk behandelen zoals arbeidsmiddelen, arbeidsplaatsen, beeldschermwerk, chemische en biologische risico s,... Richtlijn 89/656/EEG van 30 november 1989 betreffende Minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor het gebruik op het werk van persoonlijke beschermingsmiddelen door werknemers (PB 30 december 1989), voor de werknemers is de derde bijzondere richtlijn gebaseerd op de kaderrichtlijn 89/391/EEG. Focus op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen 5
6 Deze richtlijn vertoont een zelfde opbouw als de andere sociale richtlijnen met een aantal verplichtingen voor de werkgever inzake: risicoanalyse, medezeggenschap van de werknemers, opleiding en informatie van de werknemers. Verder voorziet deze richtlijn de mogelijkheid dat de Lidstaten voor bepaalde werkzaamheden of activiteiten het gebruik van pbm s verplichtend kunnen maken KB Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen KB van 1995 De richtlijn 89/656/EEG is in Belgisch recht omgezet door het KB van 7 augustus 1995 (BS van 15 september 1995). Het KB verscheen voor de wet welzijn op het werk (wet van 4 augustus 1996, BS 18 september 1996) en werd daarom genomen in uitvoering van de wet van 10 juni Het kreeg echter wel een plaats toegewezen in de Codex welzijn op het werk. Bij de verschijning van dit KB werden de ARAB -bepalingen over persoonlijke beschermingsmiddelen grotendeels opgeheven. KB van 2005 Het KB van 1995 werd in 2005 vervangen door een volledig nieuwe tekst: KB van 13 juni 2005 betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (BS 14 juli 2005) (KB Gebruik pbm s). De inhoud van het KB van 2005 is grotendeels dezelfde als die van het besluit van 7 augustus Toch werden heel wat wijzigingen doorgevoerd. Deze hebben vooral te maken met een aanpassing van de gebruikte terminologie, het beter structureren van de tekst en het verduidelijken van een aantal verantwoordelijkheden. Bovendien werden de bepalingen over pbm s tegen vallen ondergebracht in een aparte afdeling (afdeling 2). De gebruiksvoorwaarden, die zich in bijlage II van het oude besluit bevonden, werden bijna helemaal herzien (art. 26). Zo mag enkel nog een harnasgordel gebruikt worden in een valbeveiligingssysteem en mogen veiligheidsgordels en zitgordels uitsluitend gebruikt worden als werkplek positioneermiddel. Het KB Gebruik van pbm s volgt de krachtlijnen van de tekst van de Europese richtlijn. Het KB maakt deel uit van de Codex welzijn op het werk en vormt hoofdstuk 2 Persoonlijke beschermingsmiddelen van Titel VII Collectieve en individuele bescherming van de Codex Welzijn op het werk. Tabel 1 Structuur en inhoud van het KB Moederschapsbescherming (Codex, Titel VIII, hfst 1) Artikelen Inhoud Afdeling 1 Algemene bepalingen 1-3 Toepassingsgebied en definities 4-7 Algemene beginselen 8-12 Risicobeoordeling en keuze van pbm Aankoop van pbm's Gebruik van pbm's Informatie en opleiding van de werknemers Afdeling 2 Bijzondere bepalingen betreffende pbm's tegen het vallen Bijlage 1 Bijlage 2 Indicatief schema voor de inventaris van de gevaren met het oog op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen Lijst van activiteiten en arbeidsomstandigheden waarvoor het ter beschikking stellen van persoonlijke beschermingsmiddelen noodzakelijk is 6 Focus op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
7 1.2.4 Verwante wetgeving KB Op de markt brengen van persoonlijke beschermingsmiddelen Naast de regelgeving over het gebruik van pbm s die deel uitmaakt van de wetgeving over welzijn op het werk is er ook nog een KB over de fabricatie van pbm s (KB van 31 december 1992, BS 3 februari 1993). Dit KB is een omzetting van richtlijn 89/686/EEG, een economische richtlijn. Het KB over de fabricatie van pbm s is gericht naar fabrikanten en regelt het op de markt brengen. Zo moeten pbm s die na 1 juli 1995 in de handel werden gebracht, voorzien zijn van de CE-markering. Om de CE-markering te mogen aanbrengen moet de fabrikant een aantal voorschriften respecteren en een procedure opvolgen. Deze procedure verschilt naargelang het gaat om eenvoudige pbm s (categorie I), complexe pbm s (categorie III) of de overige pbm s (categorie II). Dit KB is zowel van toepassing op pbm s voor gebruik op het werk, als op pbm s voor privégebruik (bv. tijdens hobby-uitoefening). Aangezien dit KB gericht is naar de fabrikanten en het op de markt brengen van pbm s regelt, vormt het niet het onderwerp van deze uitgave aangezien hierin enkel de verplichtingen van werkgevers aan bod komen. Er kan echter wel naar verwezen worden omdat er duidelijke raakvlakken zijn tussen beide reglementeringen. KB Collectieve beschermingsmiddelen Het KB van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene bepalingen betreffende de keuze, de aankoop en het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen (BS 7 oktober 2013) hevelde de bepalingen uit het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming over naar de Codex welzijn op het werk. Deze bepalingen vormen hoofdstuk 3 van titel VII Collectieve en individuele bescherming. Het KB vulde de ARAB-bepalingen ook aan. Belangrijke nieuwigheid is de definitie van een collectief beschermingsmiddel. KB Pbm s in hulpverleningszones Het KB van 30 augustus 2013 tot vaststelling van de minimale normen betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen en de bijkomende uitrusting die de hulpverleningszones en de prezones ter beschikking stellen van hun operationeel personeel is op 19 september 2013 gepubliceerd in het Staatsblad. Het KB verplicht om persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking te stellen van elke brandweerman of -vrouw, in functie van de interventie en van het risico dat deze interventie inhoudt. Het KB vormt een aanvulling op de algemene verplichtingen uit het KB Gebruik van pbm s. Het voorziet immers dat de hulpverleningszones een grondige analyse uitvoeren van de mogelijke interventies en in functie daarvan nodige persoonlijke beschermingsmiddelen vastleggen. Het KB gaat uit van enerzijds een basis-interventieuitrusting en anderzijds bijkomende uitrusting. De bijlage geeft een opsomming van de uitrusting die verplicht ter beschikking moet gesteld worden. Focus op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen 7
8 2 Krachtlijnen Het KB Gebruik van pbm s legt de bepalingen vast voor het aankopen, implementeren en onderhouden van pbm s. Ook de rol van de verschillende betrokkenen wordt gedefinieerd. 2.1 Definitie Wat zijn persoonlijke beschermingsmiddelen? Als persoonlijk beschermingsmiddel wordt beschouwd iedere uitrusting die bestemd is om door de werknemer gedragen of vastgehouden te worden teneinde hem te beschermen tegen één of meerdere risico s die zijn veiligheid of gezondheid op het werk kunnen bedreigen, alsmede alle aanvullingen of accessoires die daartoe kunnen bijdragen (art. 3, 4 ). Deze definitie is licht verschillend van de definitie die gehanteerd wordt in het KB Fabricatie van pbm s. Zo beperkt het KB Fabricatie van pbm s zich niet tot werknemers wat gezien de opzet van het KB - het regelen van het op de markt brengen van pbm s - logisch is. Verder verwijst de definitie in het KB Fabricatie van pbm s naar de samenstellende en onderling verwisselbare componenten die eveneens beschouwd worden als pbm s en bijgevolg onderworpen zijn aan de certificeringsprocedure (CE-markering). De definitie in het KB Gebruik van pbm s is algemener en spreekt van aanvullingen en accessoires. Dat heeft tot gevolg dat voor sommige onderdelen van pbm s misschien geen CE-markering voorhanden is maar dat deze toch onderworpen zijn aan de regels over het gebruik van pbm s. Een speciaal geval zijn de pbm s van eerste hulp- en reddingsdiensten. Deze maken wel degelijk deel uit van het toepassingsgebied van de bepalingen over het gebruik van pbm s. Deze groep van pbm s behoren echter niet tot het toepassingsgebied van de Europese richtlijn over het gebruik van pbm s. De Belgische wetgever heeft er voor geopteerd om deze groep toch op te nemen om te vermijden dat de uitrusting van bedrijfsbrandweerdiensten en eerste hulpdiensten zou uitgesloten worden en omdat deze pbm s vroeger ook het voorwerp uitmaakten van de voorschriften van het ARAB Wat zijn geen persoonlijke beschermingsmiddelen? Een aantal beschermingsmiddelen vallen niet onder het KB Gebruik van pbm s en zijn uitgesloten van de definitie, m.n. a) gewone en uniforme werkkleding die niet specifiek bedoeld is om de veiligheid en de gezondheid van de werknemer te beschermen; b) pbm s van militairen, politieagenten en personeel van de ordediensten; c) pbm s van wegvervoermiddelen; d) sportuitrusting; e) zelfverdedigings- of afschrikkingsmateriaal; f) draagbare apparaten voor het opsporen en het signaleren van risico s en belastingsfactoren. KB Gebruik van pbm s, art. 3, 4 Een eerste groep die uitgesloten is van het toepassingsgebied is de gewone en uniforme werkkleding. Deze kleding biedt als zodanig geen bescherming aan de werknemer. De bepalingen over gewone werkkleding zijn terug te vinden in het KB van 6 juli 2004 (BS 3 augustus 2004, Codex, titel VII, hoofdstuk 1). 8 Focus op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
9 Ook uitgesloten zijn pbm s van wegvervoermiddelen. Hiermee worden uitrustingen zoals veiligheidsgordels en airbags bedoeld. Deze maken geen deel uit van het toepassingsgebied enerzijds omdat de werkgever weinig impact heeft op de keuze van deze beschermingsmiddelen en anderzijds omdat deze middelen vallen onder transportrichtlijnen. Sportuitrusting maakt geen deel uit van het toepassingsgebied aangezien de werkgever onmogelijk volledig zijn verplichtingen kan nakomen m.b.t. de keuze of de aanpassing van de pbm s aan de arbeidsomstandigheden. Vaak is hij immers gebonden aan andere reglementeringen zoals verplichtingen opgelegd door sportbonden. 2.2 Verplichtingen van de werkgever Het KB Gebruik van pbm s omschrijft de verplichtingen van de werkgever. De verplichtingen vertonen een logische samenhang met de levensduur van een pbm, van aankoop tot vervanging. In elk van de fase zijn er specifieke verplichtingen, nl. een geschikt pbm kiezen (2.2.1); - de aankoopprocedure volgen (2.2.2); - instructies, informatie en opleiding geven (2.2.3); - toezicht houden op het gebruik (2.2.4); - de pbm s controleren, onderhouden en tijdig vervangen (2.2.5) Een geschikt pbm kiezen Pbm s staan onderaan in de preventiehiërarchie. Dat betekent dat andere types maatregelen die zich hoger in de preventiehiërarchie bevinden steeds de voorkeur moeten krijgen. Indien er op het werk risico s zijn voor de veiligheid en gezondheid dan genieten maatregelen die het risico aan de bron of op een collectieve manier aanpakken, de voorkeur. Dat kan gaan over het vervangen van een gevaarlijk werkprocédé door een ander minder gevaarlijk, over het aanbrengen van afschermingen, over het aanpassen van de werkorganisatie, enz. Enkel indien het risico op die manier niet voldoende beperkt kan worden, moet de werkgever overgaan tot het ter beschikking stellen van pbm s aan de werknemer om hem toe te laten de hem toevertrouwde taken zo uit te voeren dat zijn veiligheid en gezondheid niet in het gedrang komen. Het pbm dat ter beschikking gesteld wordt van de werknemer, moet wel geschikt zijn. Bij het kiezen van de pbm moet de werkgever - nagaan of het voldoet aan de algemene voorwaarden ( ); - beoordelen of het geschikt is (vergelijken van de kenmerken van het pbm met de vereiste kenmerken) ( ); - de gebruiksomstandigheden bepalen ( ); - advies vragen ( ). Kader 1 Persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking stellen van uitzendkrachten Een uitzendkracht die door een uitzendbureau bij een gebruiker tewerkgesteld wordt, heeft recht op dezelfde bescherming als de andere werknemers van het gebruiker-bedrijf. Het is aan de gebruiker om alle persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking te stellen aan de uitzendkracht die hij/zij nodig heeft om de job op een veilige en gezonde manier uit te oefenen. De gebruiker mag hiervoor geen kosten aanrekenen. KB van 15 december 2010 tot vaststelling van maatregelen betreffende het welzijn op het werk van uitzendkrachten (BS 28 december 2010, Codex welzijn op het werk titel VIII hfst. 4, art. 11) Focus op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen 9
10 Algemene voorwaarden Bij het ter beschikking stellen van pbm s aan werknemers moet met verschillende aspecten rekening gehouden worden (kader 2). Met heel wat aspecten heeft de fabrikant reeds bij het ontwerp rekening gehouden. Het is immers aan de fabrikant om ervoor te zorgen dat hij een product op de markt brengt dat voldoet aan de fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen uit de Europese richtlijn (KB Fabricatie van pbm s). De fabrikanten geven de conformiteit van hun product aan door het aanbrengen van een CE-markering. Het is dan ook logisch dat de werkgever verplicht is om enkel pbm s ter beschikking te stellen die een CE-markering dragen (conform zijn aan de richtlijn fabricatie pbm s). Een uitzondering hierop zijn aanvullingen of accessoires die niet onder de fabricatierichtlijn vallen. In dat geval moet de werkgever ervoor zorgen dat deze vervaardigd zijn volgens de meest geschikte regels van goed vakmanschap. Een voorbeeld van een dergelijk accessoire is een verankeringspunt bij valbescherming. Veiligheidsharnassen, veiligheidslijnen, e.d. zijn onderworpen aan het KB Fabricatie van pbm s en vergen een CE-markering. Dit is niet het geval voor verankeringspunten. Toch gaat het om essentiële onderdelen en daarom moet de werkgever er over waken dat enkel deze gebruikt worden die vervaardigd zijn volgens de regels van goed vakmanschap. Dit kan bijvoorbeeld door te opteren voor verankeringspunten die beantwoorden aan de geharmoniseerde norm EN 795 Bescherming tegen vallen van hoogte Verankeringspunten. Kader 2 Ter beschikking stellen van pbm s: algemene voorwaarden - inzake ontwerp en constructie voldoen aan de fabricagerichtlijnen (CE-markering) - geschikt zijn voor de te voorkomen risico s, zonder zelf een vergroot risico in te houden - aangepast zijn aan de omstandigheden op de arbeidsplaats - beantwoorden aan de eisen m.b.t. de ergonomie, het comfort en de gezondheid van de werknemer - geschikt zijn voor de drager - indien meerdere pbm s tegelijkertijd vereist zijn moeten deze afgestemd zijn op elkaar - gratis ter beschikking zijn van de werknemers KB Gebruik van pbm s, art Beoordeling Het kiezen van een geschikt pbm vraagt de nodige voorbereiding. Bij de beoordeling moet de werkgever niet alleen nagaan of het pbm voldoet aan de algemene voorwaarden maar ook rekening houden met de eventuele handicap van de drager. De beoordeling van een geschikt pbm omvat volgende fasen: 1. een analyse en een evaluatie van de restrisico s (risico s die niet met andere maatregelen beheerst kunnen worden); Deze fase resulteert in een lijst van risico s waarvoor de pbm s een bescherming moeten bieden. 2. een beschrijving van de kenmerken waaraan het pbm moet voldoen om bescherming te bieden tegen de risico s uit 1; De lijst met risico s vormt de basis voor een beschrijving van de kenmerken waaraan de pbm s moeten beantwoorden. Voor deze beschrijving kan ook gebruik gemaakt worden van informatie die beschikbaar is in de geharmoniseerde normen in het kader van het KB Gebruik van pbm s o.m. over de prestatieniveaus van de pbm s. 3. een evaluatie van de pbm s die voorhanden zijn (op de markt) in vergelijking met de beschreven kenmerken in 2. Voor het beoordelen van de pbm s is de gebruiker aangewezen op informatie die hoofdzakelijk afkomstig is van de fabrikan- 10 Focus op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
11 ten zelf. Vooral de gebruiksaanwijzing die volgens het KB Fabricatie van pbm s bij elk pbm moet gevoegd worden, is belangrijk. Hierin zijn o.m. voorschriften voor het gebruik, het onderhoud en de opslag opgenomen. Voor de beoordeling van pbm s kan ook een test voorzien worden in reële gebruiksomstandigheden. Dat geeft ook de gelegenheid aan de gebruikers om hun mening te geven. Vooral voor aspecten die te maken hebben met het comfort en het gebruiksgemak kan dat van belang zijn. De documenten waarop de beoordeling gebaseerd is, moeten door de werkgever bijgehouden worden. KB Gebruik van pbm s, art Gebruiksomstandigheden De werkgever bepaalt ook de omstandigheden wanneer een pbm moet gedragen worden. Daarbij houdt hij rekening met: - de ernst van het risico; - de frequentie van de blootstelling aan het risico; - kenmerken van de werkpost van elke werknemer afzonderlijk; - de doeltreffendheid van het pbm. Voor de omstandigheden die vermeld worden in bijlage 2 van het KB stelt de werkgever in elk geval pbm s ter beschikking van de werknemers. Deze bijlage geeft een overzicht van activiteiten waarbij het dragen van pbm s nodig is (kader 3). Zo is het dragen van kleding met signaalfunctie vereist voor werknemers die belast zijn met het ophalen van vuilnis langs de openbare weg. Kader 3 Lijst van activiteiten en arbeidsomstandigheden waarvoor het ter beschikking stellen van pbm s noodzakelijk is (Codex, Titel VIII, hoofdstuk 2, bijlage 2) 1. Beschermkledij 2. Beschermingshoofddeksel 3. Beschermingsschort 4. Beschermingsschoeisel 5. Beschermingshandschoenen of wanten 6. Beschermingsbril of aangezichtsscherm van geschikt type 7. Ademhalingstoestellen 8. Beenbeschermingsmiddelen 9. Bescherming van de voorarm 10. Bescherming tegen het vallen 11. Beschermingsmiddelen voor het gehoor 12. Bescherming tegen trillingen 13. Bescherming tegen radioactieve straling 14. Bescherming tegen uitwendige straling 15. Kleding met signaalfunctie 16. Dermatologische producten Advies vragen Zowel bij de beoordeling van een geschikt pbm als bij het bepalen van de omstandigheden is het noodzakelijk dat de werkgever een beroep doet op de preventiedeskundigen nl. de preventieadviseur arbeidsveiligheid en de arbeidsgeneesheer en hen om advies vraagt. KB, Gebruik van pbm s, art Voor de keuze van de pbm s en de beoordeling van de risico s, is ook het voorafgaandelijk advies van het comité PBW vereist. KB Gebruik van pbm s, art. 12 Focus op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen 11
12 2.2.2 Aankoopprocedure Voor de aankoop van pbm s geldt een procedure in 3 stappen: bestelbon, levering en indienststelling. Tabel 2 geeft een overzicht. Deze procedure eist de tussenkomst en opvolging van de preventieadviseurs. Voor pbm s met een CE-markering geldt een eenvoudige procedure waarbij de bestelbon verwijst naar de risico s waartegen het pbm moet bescherming bieden en de eis voor de CE-markering. Voor de aspecten die niet onder de CE-markering vallen m.n. bepaalde accessoires en bijkomende vereisten die geformuleerd worden, geldt een uitgebreidere procedure. Voor dergelijke accessoires is het vereist om op de bestelbon aan te geven dat deze moeten beantwoorden aan de regels van goed vakmanschap en bovendien te verwijzen naar de manier waarop dit kan aangetoond worden, bv. verwijzing naar een norm. Indien omwille van specifieke arbeidsomstandigheden bijkomende vereisten opgelegd worden aan het pbm, dan is het nodig om deze eisen te vermelden en te beschrijven op de bestelbon. Zowel voor de accessoires die niet onder de CE-markering vallen als voor de bijkomende vereisten is de fabrikant verplicht om een attest af te leveren dat aangeeft dat het product voldoet aan de geformuleerde eisen. Ook een indienststellingsverslag is in dat geval vereist. Bij een hernieuwing van de bestelling kan voor de bijkomende eisen toch de vereenvoudigde procedure toegepast worden. Voor de accessoires die niet onder de CE-markering vallen, is dit niet het geval. Daar blijft de uitgebreide procedure van toepassing. Tabel 2 Aankoopprocedure van pbm s Pbm s met CE-markering Aanvullingen of accessoires waarvoor geen fabricagerichtlijnen van toepassing zijn Bijkomende vereisten Documenten* Bestelbon Levering Indienststellingsverslag Risico s beschrijven, CEmarkering eisen en eventueel de EG-verklaring van overeenstemming Moeten voldoen aan de regels van goed vakmanschap, referentie aangeven Beschrijving van de bijkomende eisen - Mee voorbereid door de preventieadviseur arbeidsveiligheid en de arbeidsgeneesheer - Het hoofd van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk tekent de bestelbon voor gezien EG-verklaring van overeenstemming Gebruiksaanwijzingen Attest van conformiteit: verklaring dat aan de gevraagde eisen voldaan is Attest van conformiteit: verklaring dat aan de gevraagde eisen voldaan is (niet noodzakelijk bij de hernieuwing van de bestelling van het pbm) Aangeleverd door de leverancier Niet vereist Verslag dat de naleving van de eisen vaststelt Verslag dat de naleving van de eisen vaststelt (niet noodzakelijk bij de hernieuwing van de bestelling van het pbm) - Opgesteld door de preventieadviseur arbeidsveiligheid - Advies van de arbeidsgeneesheer * Alle documenten moeten ook meegedeeld worden aan het comité pbw en ter beschikking zijn van de inspectie. 12 Focus op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
13 2.2.3 Instructies en informatie geven Voor het gebruik van pbm s in de onderneming is het vereist om de werknemers correct te informeren. Hiervoor is het enerzijds nodig om een algemene informatienota op te stellen en anderzijds instructienota s voor elk type pbm. Voor beide types van documenten is het belangrijk om erover te waken dat ze begrijpbaar en toegankelijk zijn. Het gaat over schriftelijke documenten. Indien nodig worden de documenten aangevuld door de preventieadviseur arbeidsveiligheid en de arbeidsgeneesheer. De algemene informatienota bevat gegevens over: - de verschillende pbm s aanwezig in het bedrijf en hun gebruik; - de risico s waartegen deze pbm s moeten beschermen; - de omstandigheden waarin de pbm s moeten gebruikt worden; - de voorzienbare abnormale situaties die zich in de onderneming kunnen voordoen (bv. ammoniaklekken in de koelinstallaties); - de conclusies genomen op basis van ervaring bij het gebruik. Deze documenten zijn vooral interessant voor de personen die betrokken worden bij de keuze van pbm s. De instructienota s voor elk type pbm omvat informatie over: - de werking; - het gebruik; - het nazicht; - het onderhoud en de opslag; - de vervaldatum. Deze instructienota s zijn bestemd voor de werknemers die de pbm s moeten gebruiken of die belast zijn met de inspectie, het onderhoud of de eventuele herstelling ervan. Het is evident dat deze instructies door de werknemers moeten kunnen toegepast worden en dat ze dus in een voor hun begrijpelijke taal zijn opgesteld. Hiermee wordt niet zozeer de keuze van de taal zelf maar wel het taalgebruik beoogd. Om deze reden zal in de meeste, om niet te zeggen in alle gevallen, de gebruiksaanwijzing van de fabrikant niet zonder meer als instructienota kunnen gehanteerd worden. Deze gebruiksaanwijzing van de fabrikant bevat immers meerdere aanwijzingen die voor de werknemers over het algemeen niet direct bruikbaar of gemakkelijk toegankelijk zijn, o.m. door verwijzingen naar normen en door het gehanteerde woordgebruik. Deze documenten moeten door de werkgever en zijn medewerkers omgezet worden in een voor de werknemers gebruiksvriendelijk document waarin zij gemakkelijk de voor hun bestemde info terugvinden. Voor eenvoudige en courante pbm s, die beschermen tegen goed gekende risico s (handschoenen, kledij, schoeisel, enz.) kunnen de instructies voor gebruik heel eenvoudig en beknopt zijn. Voor andere pbm s zoals ademhalingbeschermingsmiddelen en veiligheidsharnassen worden deze instructies voor gebruik best aangevuld met een aangepaste training die regelmatig wordt herhaald Toezicht houden op het gebruik Verschillende wettelijke bepalingen regelen het correct gebruik van het pbm. Deze bepalingen schrijven voor dat: - pbm s enkel mogen gebruikt worden voor het doel waarvoor ze bestemd zijn en volgens de gebruiksaanwijzing van de fabrikant; - de werkgever moet toezien op een daadwerkelijk en juist gebruik; - pbm s niet mee naar huis mogen genomen worden (tenzij reizende ploegen of tewerkgesteld ver van het bedrijf); - pbm s slechts door 1 persoon gebruikt mogen worden, tenzij bij elke verandering van gebruiker een grondige reiniging/desinfectie gebeurt. KB Gebruik van pbm s, art Focus op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen 13
14 De bepalingen over het gebruik van pbm s vestigen ook de aandacht op het verplicht gebruik van de pbm s door de werknemers (KB Gebruik van pbm s, art. 23). De werkgever moet er wel over waken dat de werknemers dit op een rationele manier doen. Deze verplichting opgelegd aan de werknemers bevestigt de voorschriften uit de wet welzijn (Wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (4 augustus 1996, BS 18 september 1996, art. 6 2) waar de verplichtingen van de werknemers m.b.t. het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen worden toegelicht. Voor deze toezichthoudende taak kan de werkgever een beroep doen op zijn hiërarchische lijn De pbm s controleren, onderhouden en tijdig vervangen Regelmatig nakijken Alle pbm s moeten gecontroleerd worden. Het is aan de werkgever om een lid van de hiërarchische lijn of een werknemer aan te stellen die de specifieke opdracht heeft om, bij elk gebruik, na te gaan of het pbm nog voldoet. Deze persoon moet over de nodige opleiding beschikken. Het nakijken van pbm s op hun goede werking, hun doeltreffendheid en hun geschiktheid is essentieel. Ook hiervoor kunnen in de gebruiksaanwijzing van de fabrikant de nodige aanknopingspunten gevonden worden om duidelijke en doeltreffende richtlijnen en instructies op te stellen. Controle van valbescherming Voor de controle van valbescherming is de tussenkomst van een externe dienst voor technische controle vereist. Naast het feit dat ze voor elk gebruik gecontroleerd moeten worden zoals elk pbm, moeten pbm s tegen het vallen van hoogte onderzocht worden door een externe dienst voor technische controles op de werkplaats telkens het pbm de val van een persoon heeft gestuit. Pbm s tegen het vallen van hoogte die niet blijvend bevestigd zijn (sluithaken, absorptietoestellen voor energie, ) moeten bovendien om de twaalf maanden onderzocht worden. De externe dienst voor technische controle maakt hiervan een verslag op dat de werkgever moet bijhouden. Onderhoud en reiniging De kosten voor aanschaf, onderhoud, herstelling, reiniging, decontaminatie, desinfectering en vervanging van pbm s vallen ten laste van de werkgever. Indien deze activiteiten in eigen beheer gebeuren, stellen er zich weinig problemen om gepaste procedures uit te werken rekening houdend met de beschikbare gegevens in de gebruiksaanwijzing van de fabrikant. Het leasen van pbm s is niet verboden maar mag voor de werkgever nooit aanleiding geven tot het afwentelen van zijn verantwoordelijkheden en verplichtingen op de firma waarmee hij een leasingcontract heeft afgesloten. De werkgever moet er in ieder geval voor zorgen dat er in de overeenkomst voldoende controlepunten en overlegprocedures worden ingebouwd om hem en de verantwoordelijken binnen zijn onderneming toe te laten de rol te spelen die van hen verwacht wordt in toepassing van het KB Gebruik van pbm s. Kader 4 geeft een aantal aandachtspunten voor het reinigen van beschermkledij via een industriële wasserij. Het onderhoud, de reiniging en ontsmetting wordt regelmatig georganiseerd volgens de instructies van de fabrikant zodat een goede werking verzekerd is. Na hun levensduur of vervaldatum moeten pbm s verwijderd worden. 14 Focus op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
15 Kader 4 Aandachtspunten voor het reinigen van beschermkledij via een industriële wasserij Voor reiniging en/of herstelling van pbm s wordt ook vaak een beroep gedaan op een industriële wasserij. In dit geval dient de werkgever te zorgen voor: 1) een nauwkeurige registratie van het aantal reinigingsbeurten (van belang voor het vaststellen van de vervangingsfrequentie van het pbm); 2) het doorgeven van de nodige informatie aan de industriële wasserij. Dit is nodig, ook al zijn de pbm s voorzien van uitstekende labels, om er voor te zorgen dat de instructies m.b.t. het onderhoud, de reiniging en de herstelling worden toegepast. Best is om dit op papier vast te leggen. Het verdient daarenboven aanbeveling, in de mate van het mogelijke, een beroep te doen op de diensten van wasserijen die beschikken over een ISO-certificaat. Zo is de kans groter dat het onderhoud en de reiniging gebeuren in de beste voorwaarden en met respect van de door de klant geformuleerde eisen; 3) het op de hoogte brengen van de wasserij van de eventuele onverenigbaarheid van bepaalde reinigingsvoorschriften. Zo moet de aandacht erop gevestigd worden dat bepaalde pbm s niet in dezelfde wasbeurt mogen behandeld worden. De redenen hiervoor zijn uiteenlopend (wasmiddel, temperatuur, aard van de pbm s, enz.); 4) een degelijke sortering in het bedrijf voor de pbm s die worden meegegeven aan een industriële wasserij, zodat eventuele misverstanden of vergissingen (cfr. punt 3) zich niet kunnen manifesteren. 2.3 Rol van de preventieadviseur De preventieadviseurs spelen een belangrijke rol bij het beheer van pbm s. Tabel 3 geeft een overzicht van hun rol en tussenkomsten. Tabel 3 Rol van de preventieadviseurs Rol van Preventieadviseur Arbeidsveiligheid Preventieadviseur Arbeidsgeneesheer belast met het gezondheidstoezicht Beoordeling Schriftelijk advies Schriftelijk advies Preventieadviseur belast met de leiding van de interne dienst Gebruiksomstandigheden bepalen Schriftelijk advies Schriftelijk advies Bestelbon opstellen Deelname aan de voorbereiding van de bestelbon Deelname aan de voorbereiding van de bestelbon Goedkeuren Indienststelling Opstellen van het indienststellingsverslag Advies bij het indienststellingsverslag Algemene informatienota / Instructienota s uitwerken Nalezen en eventueel aanvullen Nalezen en eventueel aanvullen Goedkeuren Focus op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen 15
16 3 Bijkomende informatie Wie meer wil weten over dit onderwerp, kan terecht op Alle informatie over persoonlijke beschermingsmiddelen is samengebracht op deze pagina. Focus op gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen is een gezamenlijke uitgave van Gachardstraat 88 bus 4, 1050 Brussel Tel.: Fax: en Uitgeverij : Stijn Streuvelslaan 73, 8501 Heule Tel. : Fax: abonn@uga.be Copyright Prevent - UGA
Persoonlijke Beschermingsmiddelen
Persoonlijke Beschermingsmiddelen Wettelijk kader België: ARAB: bundeling Uitv. Besluiten 1947 1993 Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming Europese kaderrichtlijn 89/391/EEG 12 juni 1989 Welzijnswet
Nadere informatieFocus op collectieve beschermingsmiddelen 2013/5
Preventie en wetgeving Focus op collectieve beschermingsmiddelen 2013/5 Inhoud 1 Wettelijk kader... 5 1.1 Referentie... 5 1.2 Historiek... 5 2 Krachtlijnen... 8 2.1 Definitie... 8 2.2 Verplichtingen van
Nadere informatieStudienamiddag. Persoonlijke beschermingsmiddelen. Motivatie. Definitie. Wetgeving. Gebruik van PBM s in de praktijk. Vragen
Studienamiddag Persoonlijke beschermingsmiddelen Persoonlijke beschermingsmiddelen Vragen ZEKER NIET DOEN Wat is een persoonlijk beschermingsmiddel? Een persoonlijk beschermingsmiddel is iedere uitrusting
Nadere informatieCollectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota
VL/NB Brussel, 10 oktober 2013 Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota Er is een nieuwe wettekst verschenen. Het gaat over: Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene
Nadere informatiePersoonlijke beschermingsmiddelen
Persoonlijke beschermingsmiddelen CODEX Boek IX titel 2 w w w. c r e s e p t. b e Definitie PBM Iedere uitrusting die bestemd is om door de werknemer gedragen of vastgehouden te worden teneinde hem/haar
Nadere informatieFOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Algemene Directie Humanisering van de Arbeid Afdeling Normen over het welzijn op het werk
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Algemene Directie Humanisering van de Arbeid Afdeling Normen over het welzijn op het werk Thematische toelichting over het koninklijk besluit van 13 juni
Nadere informatieWerk- of beschermkledij? Definities
Definities Werkkledij : hetzij een overall, hetzij een pak bestaand uit een broek en een jas of windpak, hetzij een kiel of stofjas, bestemd om te vermijden dat de werknemer zich vuil maakt door de aard
Nadere informatieIlonka Sommen Groep IDEWE
Het KB COLLECTIEVE BESCHERMINGSMIDDELEN Ilonka Sommen Groep IDEWE Informatie? Mevr. Sommen Ilonka Disciplineverantwoordelijke Arbeidsveiligheid www.idewe.be Tel: +32 (0)14 400 220 Ilonka.sommen@idewe.be
Nadere informatieCodex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen
Codex over het welzijn op het werk Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Hoofdstuk I.- Algemene bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen
Nadere informatieHoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities
Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene bepalingen betreffende de keuze, de aankoop en het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen (B.S. 7.10.2013) Hoofdstuk I. - Bepalingen
Nadere informatieHet kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996
Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Welzijnsdag 12 november 2012 1 Inhoudsopgave Korte schets wetgeving De risicoanalyse Preventiemaatregelen Rolverdeling in
Nadere informatie8.2 Bestelprocedure installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen
8.2 Bestelprocedure installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen (voor het gemak, een machine = een installatie, machine of gemechaniseerd werktuigen, zoals bedoeld in het artikel 8.1 van het KB
Nadere informatieAankoopprocedure compacte goederenlift
1 JAFOR bvba Groeningenweg 13 3590 Diepenbeek info@jafor.be www.jafor.be Aankoopprocedure compacte goederenlift 1 Wat zegt de wetgeving? Volgens de machinerichtlijn 2006/42/EG kunnen wij een goederenlift
Nadere informatieMINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 58 van 25 oktober 2002 over een ontwerp van koninklijk besluit betreffende het gebruik
Nadere informatieWelzijn van uitzendkrachten: nieuwe bepalingen
Welzijn van uitzendkrachten: nieuwe bepalingen In het Belgisch Staatsblad van 28 december 2010 verscheen het nieuw koninklijk besluit (KB) van 15 december 2010 tot vaststelling van maatregelen betreffende
Nadere informatiePERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING
NOTIFIED BODY n 1134 003-TEST ISO/IEC 17025 003-INSP ISO/IEC 17020 003-PROD ISO/IEC 17065 PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING 2017/12/05 vzw ANPI asbl INLEIDING Inleiding Het spreekt
Nadere informatieFEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 133 van 3 maart 2009 over het ontwerp van koninklijk besluit
Nadere informatieCollectieve valbeschermingsmiddelen
Collectieve valbeschermingsmiddelen Regelgeving m.b.t. valbescherming - Vanaf welke hoogte? - Hiërarchie - Collectieve beschermingsmiddelen - Persoonlijke beschermingsmiddelen 2 Regelgeving CBM Toepassingsgebied
Nadere informatieCodex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid
Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad
Nadere informatieIPV - Opleidingsadviseur van de voedingssector
Wettelijke verplichtingen inzake het onthaal van uitzendkrachten De organisatie van het onthaal van uitzendkrachten wordt wettelijk geregeld door de CAO nr. 22 betreffende het onthaal en de aanpassing
Nadere informatieFEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 143 van 19 juni 2009 over het ontwerp van koninklijk besluit
Nadere informatie8.1.1 Arbeidsmiddelen (K.B. 12/08/93, B.S. 28/09/93) - synthese
8.1.1 Arbeidsmiddelen (K.B. 12/08/93, B.S. 28/09/93) - synthese Toepassingsgebied (art. 1) Op de werkgevers en werknemers en op de daarmee gelijkgestelde personen. Definitie van arbeidsmiddelen (art. 2.1)
Nadere informatieUitgebreide toelichting over controle en onderhoud van beschermingsmiddelen tegen brand
Uitgebreide toelichting over controle en onderhoud van beschermingsmiddelen tegen brand Voor afdeling 7 Periodieke controle en onderhoud van boek III, titel 3, hoofdstuk III van de codex over het welzijn
Nadere informatieMINISTERIËLE OMZENDBRIEF VAN 14 AUGUSTUS 2015 BETREFFENDE DE INTERVENTIEKLEDIJ.
MINISTERIËLE OMZENDBRIEF VAN 14 AUGUSTUS 2015 BETREFFENDE DE INTERVENTIEKLEDIJ. Mevrouw de Voorzitster, Mijnheer de Voorzitter, Deze omzendbrief heeft als doel om de hulpverleningszones en de Brusselse
Nadere informatieBelangrijke wijzigingen in de welzijnsreglementering
Belangrijke wijzigingen in de welzijnsreglementering Ir. Werner Keppens Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Werner.keppens@werk.belgie.be 03/2327905 30/01/2014 Open Forum
Nadere informatienavb dossier Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector Bundel N 131 DRIEMAANDELIJKSE UITGAVE - 2011/3
navb dossier DRIEMAANDELIJKSE UITGAVE - 2011/3 Bundel N 131 Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector Bundel N 131 navb dossier Inhoud Persoonlijke beschermingsmiddelen in de bouwsector Navb dossier
Nadere informatieMINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 16 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit betreffende
Nadere informatieKB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen
KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen Situering Het koninklijk besluit (KB) van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen vervangt en verruimt artikel 52 van
Nadere informatieCirculaire BRANDPREVENTIE
OP DE ARBEIDSPLAATSEN PRINCIPE De wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen ( Codex Boek III, Titel 3) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen inzake brandpreventie.
Nadere informatieVademecum Welzijn op het werk
Vademecum Welzijn op het werk Vademecum Welzijn op het werk 3 4 MANNEN - VROUWEN Verwijzingen naar personen of functies (zoals werknemer, adviseur, ) hebben betrekking op vrouwen en mannen. INHOUDSTAFEL
Nadere informatieTitel van de presentatie
Titel van de presentatie Conforme machines: droom of werkelijkheid De rol van de preventieadviseur Dries Wyffels Koen Van Marcke Wiels & Partners milieu-consulting Milieubureau voor Ondernemers Pres. Kennedylaan
Nadere informatieInterimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht
Interimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht Yves De Groeve Arbeidsinspecteur FOD WASO, RD TWW Oost-Vlaanderen yves.degroeve@werk.belgie.be Studienamiddag PCBA O-Vl 21/04/2017
Nadere informatieCirculaire 2015 02 BRANDPREVENTIE
Brandpreventie op de arbeidsplaatsen PRINCIPE De nieuwe wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (KB van 28 maart 2014) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen
Nadere informatieWat staat er in de Codex over het Welzijn op het Werk over asbest? Luc Neyens Toezicht op het welzijn op het werk
Wat staat er in de Codex over het Welzijn op het Werk over asbest? Luc Neyens Toezicht op het welzijn op het werk luc.neyens@werk.belgie.be Totstandkoming wetgeving asbest ARAB / CODEX 1978 : 1 e KB 1991:
Nadere informatieFocus op werken op hoogte 2008/3
Preventie en wetgeving Focus op werken op hoogte 2008/3 Inhoud 1 Wettelijk kader... 5 1.1 Referenties... 5 1.2 Historiek... 5 2 Krachtlijnen... 9 2.1 Toepassingsgebied... 9 2.2 Verplichtingen van de werkgever...
Nadere informatieBescherming van stagiairs
21 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit betreffende de bescherming van stagiairs (1) Belgisch Staatsblad 4 oktober 2004 Gewijzigd door : KB van 30/09/05 BS van 13/10/05 KB van 02/06/06 BS van 17/07/06
Nadere informatiePreventie en wetgeving. Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk
Preventie en wetgeving Focus op de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk 2013/3 actualisatie mei 2015 Inhoud 1 Wettelijk kader... 5 1.1 Referentie... 5 1.2 Historiek... 5 1.2.1 ARAB
Nadere informatieFocus op het dynamisch risicobeheersingssysteem
Preventie en wetgeving Focus op het dynamisch risicobeheersingssysteem 2008/4 actualisatie juni 2015 Inhoud 1 Wettelijk kader... 5 1.1 Referentie... 5 1.2 Historiek... 5 1.2.1 ARAB... 5 1.2.2 Europese
Nadere informatieWelzijn en opleidingen
Welzijn en opleidingen De wetgeving over het welzijn op het werk verplicht werkgevers de nodige maatregelen te nemen om het welzijn van de werknemers te bevorderen tijdens de uitvoering van hun werk. Een
Nadere informatieAANPASSING VAN DE VERPLICHTINGEN BETREFFENDE HET WELZIJN VAN
1/5 AANPASSING VAN DE VERPLICHTINGEN BETREFFENDE HET WELZIJN VAN UITZENDKRACHTEN Het Koninklijk Besluit van 15 december 2010 betreffende het welzijn van de uitzendkrachten op het werk verscheen in het
Nadere informatieCirculaire EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK
DOEL VAN DE OPRICHTING Artikel 40 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk voorziet in de oprichting van externe diensten voor preventie en
Nadere informatieArbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument
Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen Infodocument Arbeidsplaatsen - Elektrische installaties - Algemeen Voor bepaalde oude elektrische installaties op de arbeidsplaatsen werden in 2008 minimum
Nadere informatie7 e Welzijnsdag - 17 november L. Vertommen & W. Busschots
7 e Welzijnsdag - 17 november 2014 L. Vertommen & W. Busschots In een notedop Aansprakelijkheden Wettelijk kader Risico-analyse Verslag voor indienststelling Aansprakelijkheid Morele aansprakelijkheid
Nadere informatieCodex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 1. Inleidende bepalingen
Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 1. Inleidende bepalingen Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende
Nadere informatieFocus op onthaal van nieuwe werknemers
Preventie en wetgeving Focus op onthaal van nieuwe werknemers 2007/2 actualisatie september 2014 Inhoud 1 Wettelijk kader...5 1.1 Arbeidsreglementering...5 1.1.1 Wet arbeidsovereenkomsten...5 1.1.2 Collectieve
Nadere informatieMINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 17 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit en een
Nadere informatieAankoop en indienststelling van arbeidsmiddelen en/ of machines
Aankoop en indienststelling van arbeidsmiddelen en/ of machines 1. Doel Bij de aankoop van arbeidsmiddelen is het wettelijk verplicht een preventief beleid te voeren met als doel nieuwe risico's op het
Nadere informatieCodex over het welzijn op het werk. Boek X.- Werkorganisatie en bijzondere werknemerscategorieën. Titel 2. Uitzendarbeid
Codex over het welzijn op het werk Boek X.- Werkorganisatie en bijzondere werknemerscategorieën Titel 2. Uitzendarbeid Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 91/383/EEG van de Raad van de
Nadere informatieKoninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S
Koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S. 18.7.2002) Omzetting in Belgisch recht van de kaderrichtlijn 89/391/EEG
Nadere informatieARAB + Welzijnswet Elektrisch materieel in 82/130/EEG( ) PBL-L 59( )
A. Veiligheid en gezondheid op het werk Kaderrichtlijn «organisatie 89/391/EG(12.06.89) PB-L 183 (29.06.89) KB 14.09.92 (BS 30.09.92) VGV» ARAB + Welzijnswet Elektrisch materieel in 82/130/EEG(15.02.82)
Nadere informatiePrebes Kring Zuid 12/04/2012 EHBO
Prebes Kring Zuid 12/04/2012 EHBO 1 Inhoudstafel Evolutie van de wetgeving m.b.t. EHBO KB 15/12/2010 : voornaamste wijzigingen - Procedures - Uitrusting - Vorming - Risicoanalyse Vragen 2 Evolutie van
Nadere informatieKoninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S
Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 31.3.1998) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende
Nadere informatie27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK
27 MAART 1998. KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen,
Nadere informatieMEDEDELING MAATREGELEN BETREFFENDE HET WELZIJN OP HET WERK VAN UITZENDKRACHTEN
MEDEDELING 2011-02 18/01/2011 MAATREGELEN BETREFFENDE HET WELZIJN OP HET WERK VAN UITZENDKRACHTEN Koninklijk besluit van 15 december 2010 tot vaststelling van maatregelen betreffende het welzijn op het
Nadere informatieFEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 118 van 13 maart 2007 over het ontwerp van koninklijk besluit
Nadere informatie1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5
Infofiche Nr. 3015 12/2017 Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1 Beschrijving Er moeten sociale voorzieningen (kleedkamers, refters, wastafels, toiletten, rustlokalen,...)
Nadere informatieVoorbeeld (niet limitatief) van de omzetting van het K.B. 04.12.2012 -elektrische installaties in een GLOBAAL PREVENTIEPLAN
Voorbeeld (niet limitatief) van de omzetting van het K.B. 04.12.2012 -elektrische installaties in een GLOBAAL PREVENTIEPLAN Versie goedgekeurd op Comité PBW dd. 1 GLOBAAL PREVENTIEPLAN - 2017 JAARLIJKS
Nadere informatieCE-markering. Wat? Waarom? Hoe? Maureen Logghe Dienst Consumentenveiligheid. Infosessie VOKA 27.03.2014. http://economie.fgov.be
CE-markering Wat? Waarom? Hoe? Maureen Logghe Dienst Consumentenveiligheid Infosessie VOKA 27.03.2014 inhoud / overzicht CE-markering: Wat? Op welke producten? Waarom? Algemene veiligheidsverplichting
Nadere informatie1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5
Infofiche Nr. 3015 09/2017 Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1 Beschrijving Er moeten sociale voorzieningen (kleedkamers, refters, wastafels, toiletten, rustlokalen,...)
Nadere informatieInhoudsopgave TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN. HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers
WelzijnWerk.book Page i Tuesday, August 12, 2008 4:36 PM TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers Wet 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering
Nadere informatieDienst belast met medisch Niet noodzakelijk C., T.IV, H.VII, art. 27
Onderwerp Persoonsgebonden documenten Blootstelling- en ontsmettingstabel per individuele blootgesteld aan ioniserende straling Verantwoordelijk voor bewaring Bewaartermijn W* Reglementering (C: Codex
Nadere informatieBericht 5 H-VM 2011 ARAD 06 WELZIJN OP HET WERK. Naamswijziging nieuwe structuur geactualiseerde teksten
NMBS-Holding Brussel, 30. Directie Strategie & Coördination VEILIGHEID EN MILIEU Bureau: H-VM.02 Sectie: 26/2 Tel.: 911/52062 Distributie: Typelijst: T17.010 Reserve: 20 Bericht 5 H-VM 2011 ARAD 06 WELZIJN
Nadere informatieMINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 20 van 28 januari 1999 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging
Nadere informatieMINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 57 van 25 oktober 2002 over een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de beveiliging
Nadere informatieKONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR CIRCULAIRE. Uitgave : 2
KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR Bestuur van de Luchtvaart CIRCULAIRE CIR/EQUIP-02 Datum 06/84 Uitgave : 2 Betreft : Goedkeuring van de recipiënten vervaardigd in het buitenland
Nadere informatie24 APRIL Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk (1)
NL FR einde eerste woord laatste woord Publicatie : 2014-05-23 FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG 24 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen
Nadere informatieRichtlijn druktoestellen 97/23/EG
Richtlijn druktoestellen 97/23/EG PED in de praktijk Stoomdag Energik 18-05-06 nmouling@vincotte.be 1 INHOUD Presentatie van de PED: - Doel - Toepassingsgebied - Essenciële veiligheidseisen - Klassificatie
Nadere informatieKoninklijk besluit van 4 juni 2012 thermische omgevingsfactoren (Belgisch Staatsblad van 21 juni 2012)
Koninklijk besluit van 4 juni 2012 thermische omgevingsfactoren (Belgisch Staatsblad van 21 juni 2012) Lieve Ponnet Adviseur-generaal Algemene directie humanisering van de arbeid Afdeling normen welzijn
Nadere informatieConcordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk
Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Koninklijk besluit van 10 oktober 2012 tot vaststelling van de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten beantwoorden
Nadere informatieConcordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk
Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Koninklijk besluit van 10 oktober 2012 tot vaststelling van de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten beantwoorden
Nadere informatieFEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 66 van 27 juni 2003 met betrekking tot een ontwerp van
Nadere informatieConcordantietabel boek II Organisatorische structuren en sociaal overleg van de codex welzijn op het werk
Concordantietabel boek II Organisatorische structuren en sociaal overleg van de codex welzijn op het werk Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming
Nadere informatieVEILIGHEIDSINSTRUCTIEKAART Algemene instructies voor het gebruik van veiligheidsschoenen. Onderwerp Persoonlijk beschermingsmiddel 301
Pagina 1 van 5 Onderwerp Persoonlijk beschermingsmiddel 301 Veiligheidsschoenen 1. Algemeen Deze instructies sluiten aan bij de veiligheidsinstructies voor de installaties die noodzakelijk zijn voor het
Nadere informatieInhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN
Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers Wet 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S., 18 september 1996)...................................
Nadere informatieVademecum Welzijn op het werk 3
Vademecum Welzijn op het werk 3 MANNEN - VROUWEN Verwijzingen naar personen of functies (zoals werknemer, adviseur, ) hebben betrekking op vrouwen en mannen. INHOUDSTAFEL VOORWOORD.......................................................................................................................................................................................
Nadere informatieWetgeving valbeveiligingsmiddelen
Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Met betrekking tot de vraag over valkeuringsmiddelen in de Vraagbaak is onderstaande wetgeving relevant: Artikel 7.4a. Keuringen 1.Een arbeidsmiddel waarvan de veiligheid
Nadere informatieLeidraad bij de aanschaf van persoonlijke beschermingsmiddelen Keuze, gebruik, reiniging en onderhoud
Leidraad bij de aanschaf van persoonlijke beschermingsmiddelen Keuze, gebruik, reiniging en onderhoud Het aanschaffen van systemen en producten die een bepaalde veiligheid moeten waarborgen kan niet vergeleken
Nadere informatieVragen van producenten, distributeurs en verhuurders. 1. Aan welke reglementering moeten gocarts voldoen?
GOCARTS: VRAGEN EN ANTWOORDEN Vragen van producenten, distributeurs en verhuurders 1. Aan welke reglementering moeten gocarts voldoen? Gocarts moeten voldoen aan de wet van 9 februari 1994 betreffende
Nadere informatiePRO_15_Buitenschoolse praktijkopleiding
PRO_15_Buitenschoolse praktijkopleiding 27-10-2015 Gemeenschappelijke preventiedienst Huis van het GO! Willebroekkaai 36 1000 Brussel Inhoudsopgave 1. Definitie 3 2. Doel 3 3. Wetgeving 3 4. Verantwoordelijkheden
Nadere informatieInhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN. HOOFDSTUK IV: Maatregelen in verband met ernstige arbeidsongevallen
Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers Wet 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S., 18 september 1996)...................................
Nadere informatieCirculaire 2016/03. Tarifering Externe Diensten PBW
Een nieuwe tarifering voor Externe Diensten Preventie en Bescherming op het Werk (EDPBW) PRINCIPE KB 27 november 2015, dat het KB Externe Diensten van 27 maart 1998 wijzigt WELZIJNSWET 1996 Welzijnswet
Nadere informatieWelke taken zijn voor het uitzendkantoor?
jobstudenten Inhoud 1. Kanttekeningen bij presentatie PI : samenvatting wie doet wat? Fg is dubbel zo hoog dan het nationaal gemiddelde 2. Jongeren op het werk 3. Risico-analyse 4. Verboden werkzaamheden
Nadere informatieAREI : DE KB 2012 AANPASSINGEN
AREI : DE AANPASSINGEN Jan Vandeweyer Kluwer KB 2012 opgeheven maar 1 12/06/2019 Het inhoud van de tekst blijft identiek. De referenties van artikels werd gewijzigd. De deadlines blijven ongewijzigd (verplichtingen
Nadere informatieCirculaire TARIFERING EXTERNE DIENSTEN PBW
EEN NIEUWE TARIFERING VOOR EXTERNE DIENSTEN PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK (ED) PRINCIPE Codex II.3 Het financieringssysteem van de Externe Diensten werd aangepast aan de huidige behoeften op vlak
Nadere informatieKoninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (B.S ; erratum: B.S )
Koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (B.S. 4.10.2004; erratum: B.S. 3.1.2005) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 30 september 2005 (B.S. 13.10.2005,
Nadere informatieSENSIBILISERING M.B.T. VERANTWOORDELIJKHEDEN EN AANSPRAKELIJKHEDEN WAT ZOU ER ALLEMAAL KUNNEN VERKEERD (AF)LOPEN?
SENSIBILISERING M.B.T. VERANTWOORDELIJKHEDEN EN AANSPRAKELIJKHEDEN WAT ZOU ER ALLEMAAL KUNNEN VERKEERD (AF)LOPEN? Franky De Witte, Senior consultant veiligheid. Officiële versie 30 september 2010 INLEIDING
Nadere informatieFocus op werken met derden 2008/2
Preventie en wetgeving Focus op werken met derden 2008/2 Inhoud 1 Wettelijk kader... 5 1.1 Referenties... 5 1.2 Historiek... 5 1.3 Aanpassing in 2007... 6 2 Krachtlijnen... 7 2.1 Op eenzelfde arbeidsplaats...
Nadere informatieAfdeling I. - Toepassingsgebied en definities
Koninklijk besluit van 4 december 2012 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen (B.S. 21.12.2012) Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities
Nadere informatieGuy Lourtie, Diensthoofd Invoer en Vervoer HERZIENING FYSISCHE CONTROLE
Guy Lourtie, Diensthoofd Invoer en Vervoer HERZIENING FYSISCHE CONTROLE Fysische controle FANC wet (Wet van 15 april 1994) Fysische controle: het geheel van maatregelen, uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid
Nadere informatieFEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 125 van 18 april 2008 over het ontwerp van koninklijk besluit
Nadere informatieWELZIJNSWETGEVING CAMPAGNES 2013 & 2014
WELZIJNSWETGEVING CAMPAGNES 2013 & 2014 Paul Van Haecke FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Toezicht op het Welzijn op het Werk, Oost-Vlaanderen 31 januari 2014 1 2013 NIEUWE WETGEVING 31 januari
Nadere informatieCirculaire WERKPOSTFICHE
PRINCIPE Voorafgaand de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht bezorgt de gebruiker het uitzendbureau alle nuttige inlichtingen met betrekking tot de vereiste beroepskwalificaties en de specifieke
Nadere informatiePersoonlijke Beschermingsmiddelen EEN VERPLICHT NUMMER
Persoonlijke Beschermingsmiddelen EEN VERPLICHT NUMMER Wat zijn persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)? Onder persoonlijke beschermingsmiddelen wordt verstaan: uitrusting die bestemd is om door de werknemer
Nadere informatieOpleiding niveau Brandweerman. Hoofdstuk 3 Arbeidsveiligheid. Kapt. Jean-Paul Heyens
Opleiding niveau Brandweerman Hoofdstuk 3 Arbeidsveiligheid Kapt. Jean-Paul Heyens Inleiding en duiding Beschrijving van het Vakgebied Welzijn - Welzijn en welzijnswetgeving sinds 4 augustus 1996 - Kaderwet
Nadere informatieElektrische installaties - Vragen
PROVIKMO Externe Dienst Preventie en Bescherming op het Werk Afdeling Risicobeheersing Team Veiligheid Dirk Martensstraat 26/1 8200 Brugge Tel. 050/47.47.47 Fax. 050/47.47.98 Presentatie: Peter Coninckx
Nadere informatieFocus op biologische agentia op het werk 2014/4
Preventie en wetgeving Focus op biologische agentia op het werk 2014/4 Inhoud 1 Wettelijk kader... 5 1.1 Referentie... 5 1.2 Historiek... 5 1.2.1 Europese richtlijn chemische, fysische en biologische
Nadere informatie1 Definitie. 2 Doel. 3 Wetgeving. 4 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden. 5 Toepassingsgebied
GEMEENSCHAPPELIJKE PREVENTIEDIENST PROCEDURE BUITENGEBRUIKSTELLING VAN ARBEIDSMIDDELEN Procedure Doc nr: PRO 09 Buitengebruikstelling van arbeidsmiddelen Uitgave 1 Datum: 21/06/10 Pagina 1 van 8 1 Definitie
Nadere informatieFEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 117 van 13 maart 2007 betreffende het ontwerp van koninklijk
Nadere informatieFocus op de melding en de registratie van arbeidsongevallen
Preventie en wetgeving Focus op de melding en de registratie van arbeidsongevallen 2012/2 actualisatie november 2014 Inhoud 1 Wettelijk kader... 5 1.1 Referentie... 5 1.2 Historiek... 5 1.2.1 Algemeen
Nadere informatieMINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID 29 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's bij
Nadere informatie