Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,"

Transcriptie

1 Trainingsboek Economie VMBO Basis 2016

2 Hey jij daar! Welkom op de examentraining Economie VMBO Kader! Het woord examentraining zegt het al: trainen voor je examen. Tijdens deze training behandelen we de examenstof in blokken en oefenen we ermee. Daarnaast besteden we ook veel aandacht aan de vaardigheden voor je examen; je leert handigheidjes, krijgt uitleg over de meest voorkomende vragen en leert uit welke onderdelen een goed antwoord bestaat. Verder gaan we in op hoe je de stof het beste kunt aanpakken, hoe je verder komt als je het even niet meer weet en vooral ook hoe je zorgt dat je overzicht houdt. Naast de grote hoeveelheid informatie die je krijgt, ga je zelf ook aan de slag met examenvragen. Tijdens het oefenen hiervan zijn er genoeg trainers beschikbaar om je verder te helpen, zodat je leert werken met de goede strategie om je examen aan te pakken. Hierbij is de manier van werken belangrijk, maar je kunt natuurlijk altijd inhoudelijke vragen stellen; ook over de onderdelen die niet klassikaal behandeld worden. Voor iedere vraag zijn er uiteraard uitwerkingen beschikbaar, maar gebruik deze informatie naar eigen inzicht. Vergeet niet dat je op je examen ook geen uitwerkingen krijgt. Sommige vragen worden klassikaal besproken, andere vragen moet je zelf nakijken. Mocht je nog meer willen oefenen na deze examentraining, neem dan een kijkje op Daar vind je oude examens en ons lesmateriaal van vorig jaar. Na de tips volgen het programma voor vandaag en de bijbehorende opgaven. We verwachten niet dat je alle opgaven binnen de tijd af krijgt, maar probeer steeds zo ver mogelijk te komen. Als je niet verder komt, vraag dan om hulp! We willen je graag leren hoe je er wél uit kunt komen. En onthoud goed, nu hard werken scheelt je straks misschien een heel jaar hard werken We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining, Eefke Meijer Hoofdcoördinator

3 Tips en trics bij het voorbereiden en tijdens je examens Examens voorbereiden Tip 1: Heb vertrouwen in jezelf Laat je niet gek maken door uitspraken als Nu komt het er op aan. Het examen is een afsluiting van je hele schoolperiode. Je hebt er dus jaren naartoe gewerkt en hebt in die tijd veel kennis en kunde opgedaan om examen te kunnen doen. In al die jaren ben je nooit wakker geworden om vervolgens te ontdekken dat al je kennis was verdwenen. De beste garantie voor succes is voorbereiden, en dat is nu net wat je al die jaren op school hebt gedaan. Heb vooral vertrouwen in jezelf! Tip 2: Bereid je goed voor Om jezelf goed voor te bereiden op je eindexamen maak je een planning, leer je de stof en oefen je met vragen. Hoe pak je dit nou het beste aan? Begin allereerst met het maken van een overzicht van alle stof en een planning. Je kunt bijvoorbeeld een schema maken met daarin alle hoofdstukken die je moet leren en welke onderwerpen daarbij horen. Daarbij schrijf je wanneer je welk onderdeel gaat leren. Als je aan de slag gaat met leren, zorg dat je op tijd begint en plan dan niet teveel studieuren achter elkaar. Pauzes zijn noodzakelijk, maar zorg ervoor dat ze kort blijven, anders moet je iedere keer opnieuw opstarten. Wissel verschillende vakken af en wissel het leren af met oefenen. Op die manier kun je je beter concentreren en leer je effectiever. Wat je concentratie (en je planning) ook ten goede komt, is leren op vaste tijdstippen. Tip 3: Leer alsof je examens zit te maken Oefenen voor je examen bestaat natuurlijk ook uit het voorbereiden op de situatie zelf. Dit betekent dat je je leeromgeving zoveel mogelijk moet laten lijken op je examensituatie. Zorg dus voor zo min mogelijk afleiding (lees: leg je telefoon weg) en maak je tafel zo leeg mogelijk. Maak ook een keer een proefexamen met een timer of eierwekker erbij, zodat je weet hoe het is om voor langere tijd een examen te maken en zodat je weet hoe je je tijd het beste in kunt delen. Tip 4: Herhaal de geleerde stof Belangrijk is om alle leerstof te herhalen! Wat heb je de vorige dagen ook alweer geleerd? Door te herhalen blijft de stof langer in je hoofd (lange termijn geheugen) en verklein je de kans dat je het weer vergeet. Zorg dat je de dag vóór het examen geen nieuwe stof meer hoeft te leren en dat je alles nog even doorneemt en herhaalt. Tip 5: Leer op verschillende manieren (lezen, schrijven, luisteren, zien en uitspreken) Alleen maar lezen in je boek verandert al snel in staren in je boek zonder dat je nog wat opneemt. Wissel het lezen van de stof in je boek dus af met het schrijven van een samenvatting. Let op dat je in een samenvatting alleen belangrijke punten overneemt, zodat het ook echt een samenvatting wordt. Kijk ook eens op Youtube, daar zijn talloze filmpjes te zien waarin de stof duidelijk wordt uitgelegd. Maak daar gebruik van, want op die manier komt de stof nog beter binnen omdat je er naar hebt kunnen luisteren. Met mindmaps zorg je er voor dat je de stof voor je kunt zien en kunt overzien. Het werkt tot slot heel goed om de stof aan iemand uit te leggen die de stof minder goed beheerst dan jij. Door uit te spreken

4 waar de stof over gaat merk je vanzelf waar je nog even in moet duiken en welke onderdelen je prima beheerst. Mindmap: Goed voor jezelf zorgen! Tip 1: Zorg voor voldoende beweging Eigenlijk is leren net als topsport: het vergt een goede voorbereiding, planning, rust, oefenen en concentratie. Om een goede prestatie te leveren, is het belangrijk dat je je fit voelt. Sporten en bewegen tussen het leren door en aan het einde van de dag is daarom aan te raden. Het doorbreekt de sleur van het leren, brengt zuurtstof naar de hersenen, zorgt voor ontspanning en dat je je weer opgeladen voelt om verder te gaan met leren. Tip 2: Zorg voor een goede balans tussen spanning en ontspanning Om een goede prestatie te leveren is er een goede balans nodig tussen spanning en ontspanning. Spanning zorgt ervoor dat je alert bent en ontspanning zorgt ervoor dat je je aandacht erbij kan houden. Teveel spanning is niet goed en teveel ontspanning ook niet. Als je merkt dat je té ontspannen bent en dat daardoor je concentratie en motivatie weg zijn, probeer dan voor jezelf doelen te stellen. Slagen met een 8 gemiddeld bijvoorbeeld, dan komt die gezonde spanning vanzelf. Als je té gespannen bent, probeer dan eens of mindfulness iets is voor jou of ga lekker sporten

5 Tip 3: Zorg voor voldoende slaap Een nachtje doorblokken is geen slim idee. Je hebt namelijk slaap nodig om goed te kunnen functioneren en concentreren. Bovendien, tijdens je slaap wordt alle geleerde informatie van die dag vastgelegd in je geheugen. Langdurig onthouden lukt dus beter als je na het leren gaat slapen, in plaats van eindeloos door te blijven leren. Tip 4: Zorg dat je goed eet en drinkt Het onderzoek naar het verband tussen voeding en geheugen staat weliswaar nog in de kinderschoenen, toch weten we al een aantal handige dingen daarover. En waarom zou je daar geen gebruik van maken? Zo is het inmiddels duidelijk dat je hersenen veel energie nodig hebben in periodes van examens, dus ontbijt elke dag goed. Let dan wel op wat je eet, want brood, fruit en pinda s leveren meer langdurige energie dan koekjes en snoep. Koffie en thee bevatten cafeïne, wat kan zorgen voor een betere concentratie. Drink er echter niet teveel van; het kan je onrustig maken. En dan het examen zelf De dag is eindelijk gekomen. Je bent er klaar voor en de examens worden uitgedeeld. Je mag beginnen! Tip 1: Blijf rustig en denk aan de strategieën die je hebt geleerd Wat doe je tijdens het examen? - Lees rustig alle vragen - Blijf niet te lang hangen bij een vraag waar je het antwoord niet op weet - Schrijf zoveel mogelijk op maar. voorkom wel dat je onzinverhalen gaat schrijven. Dat kost uiteindelijk meer tijd dan dat het je aan punten gaat opleveren. - Noem precies het aantal antwoorden, de redenen, de argumenten, de voorbeelden die worden gevraagd. Schrijf je er meer, dan worden die niet meegerekend en dat is natuurlijk zonde van de tijd. - Vul bij meerkeuzevragen maar één antwoord in. Verander je je antwoord, geef dit dan duidelijk aan. - Ga je niet haasten, ook al voel je tijdsdruk. Tussendoor even een mini-pauze nemen is alleen maar goed voor je concentratie. - Let niet op wat klasgenoten doen. Sommige van hen zullen al snel klaar zijn, maar trek je daar niets van aan en ga rustig verder. - Heb je tijd over? Controleer dan of je volledig antwoord hebt gegeven op álle vragen. Hoe saai het ook is, het is belangrijk, je kunt immers gemakkelijk per ongeluk een (onderdeel van een) vraag overslaan. - Tot slot: bedenk van tevoren of je thuis je antwoorden van het zojuist gemaakte examen wilt nakijken. Hoe reageer je als blijkt dat je veel fouten hebt? Heeft dit negatieve of juist positieve invloed op het leerwerk voor de examens die nog komen gaan? Tip 2: Los een eventuele black-out op met afleiding Mocht je toch een black-out krijgen, bedenk dan dat je kennis echt niet verdwenen is. Krampachtig blijven nadenken versterkt de black-out alleen maar verder. Het beste is om even iets anders te gaan doen. Ga even naar de WC of leg gewoon even je pen neer. Als je

6 goed bent voorbereid, zit de kennis in je hoofd en komt het vanzelf weer boven. En mocht het bij die ene vraag toch niet lukken, bedenk dan dat je niet alle vragen goed hoeft te hebben om toch gewoon je examen te halen

7 Hoe pak je open vragen en meerkeuzevragen aan? Een examen bestaat vaak uit een mix van open en meerkeuzevragen. Je hebt verschillende strategieën om tot het juiste antwoord te komen. Bij meerkeuzevragen gaat het erom dat je de juiste uitspraak of bewering kiest, bij meerkeuzevragen is het belangrijk dat je antwoord geeft op de vraag, dat je volledig bent of dat je de juiste berekening toepast. Meerkeuzevragen Veel leerlingen vinden meerkeuzevragen lastig. Er staan namelijk vaak meerdere antwoordmogelijkheden die op elkaar lijken. Hoe pak je zo n vraag nou het handigste aan? Tip 1: Omcirkel en streep de foute antwoorden weg Lees de vraag goed en omcirkel eventueel de belangrijkste kernwoorden uit de vraag. Vervolgens kun je het beste eerst nagaan welk antwoord je zelf zou geven. Daarna vergelijk je dat met alle antwoordmogelijkheden die er staan. Vaak kun je dan al de twee meest foute antwoord wegstrepen. Er blijven dan nog twee antwoorden over. Lees de vraag nogmaals en bekijk welk antwoord van de twee overgebleven antwoorden het meest volledig is. Tip 2: Blijf bij je gevoel Het komt je vast bekend voor: je krijgt een toets terug, waarbij je ziet dat je het goede antwoord toch nog op het laatst hebt veranderd in een antwoord dat fout blijkt te zijn. Daarom: je eerste ingeving blijkt meestal te kloppen. Verander je antwoord alleen als het een extreem wilde gok was, als je nieuwe inzichten hebt gekregen of als je de vraag per ongeluk verkeerd hebt gelezen. Tip 3: Gok als je het antwoord niet weet Het kan natuurlijk gebeuren dat je het antwoord echt niet weet op de vraag. Gok in dat geval het antwoord, wie weet gok je goed. Je hebt immers een kans van 1 op 4 en misschien zelfs groter als je een fout antwoord hebt weg kunnen strepen. Als je moet gokken, kun je dat slim doen : - Streep foute antwoorden eerst weg - Let op woorden als altijd, nooit of in geen enkel geval. Vaak zijn die fout. - Laat je niet leiden door de langste zin of het meest ingewikkelde antwoorden. - Heb je bij je vorige vragen al drie keer A geantwoord, trek je daar niets van aan. Een vierde keer A kan ook gewoon. - Bekijk welke antwoorden sterk op elkaar lijken, vaak is een van die twee antwoorden juist. Open vragen Tip 1: Wees volledig Het komt vaak voor dat vragen niet volledig worden beantwoord en dat je daardoor niet alle punten voor die vraag krijgt. Kijk daarom goed wat er precies gevraagd wordt. Let op woorden als: leg uit, verklaar, waarom etc. Als er gevraagd wordt naar twee redenen, let er dan op dat je ook echt twee redenen geeft. Als je er meer geeft, tellen die niet mee. Nadat

8 je het antwoord hebt opgeschreven, lees de vraag dan nog even door en kijk of je volledig bent geweest. Tip 2: Haal informatie uit de bronnen Vaak krijg je bij een vraag een bron erbij. Dit kan een kaart, afbeelding, grafiek, tabel of afbeelding zijn. Het goed bestuderen van de bron kan je al een eind op weg helpen in het beantwoorden van de vraag. Wat zie ik eigenlijk? Wat is de titel? Wat geeft de bron weer? Is er een legenda? Wat staat er op de x-as en y-as? Welke eenheden zijn er gebruikt? Wie is de maker? Staat er een jaartal bij? Tip 3: Schrijf tussenstappen op Je krijgt niet alleen punten voor het juiste antwoord, ook de tussenberekeningen leveren punten op. Het is jammer om die punten te verliezen, terwijl je wel weet hoe het moet. Tip 4: Schrijf nuttige informatie op Weet je het antwoord op de vraag niet, maar weet je wel iets nuttigs te melden over de vraag? Schrijf maar op! Vaak krijg je hier ook punten voor. Zorg er wel voor dat het relevant blijft en dat je geen onzin op gaat schrijven. Tip 5: Zorg dat je alles nog even controleert Je hebt de laatste vraag gemaakt en het liefst wil je zo snel mogelijk naar huis. Blijf toch nog even zitten en controleer je toets nog even. Heb je niet per ongeluk een vraag overgeslagen? Heb je antwoord gegeven op de vraag? Zijn je antwoorden leesbaar? Ben je nog iets vergeten?

9 Programma Belangrijke formules Blok 1 Blok 2 Blok

10 Welkom op de examentraining economie VMBO Basis Wat gaan we doen? Programma: Belangrijke formules Blok 1 Blok 2 Arbeid en productiviteit Blok 3 Belangrijke formules Procent Formule: getal X aantal Procent= Antwoord 100 Voorbeeld: Brahim heeft op een spaarrekening 500,- staan. Op deze spaarrekening krijgt hij 5% rente. Hoeveel euro aan rente krijgt Brahim? Antwoord: 500: 100 X 100 = 25,

11 Belangrijke formules Aantal procent van iets Formule: deel X 100= antwoord in procenten geheel Voorbeeld: Pieter heeft 30 knikkers in een pot. Hij haalt er 7 knikkers uit om aan zijn neefje te geven. Hoeveel procent heeft pieter van zijn knikkers weggeven. Antwoord: 7 : 30 X 100= 23,3% Belangrijke formules Stijging of daling in procenten Formule: (nieuw oud) x 100 = antwoord in procenten oud Voorbeeld 1: klas 2A heeft in uur les gehad. In 2015 heeft klas 2A 900 uur les gehad. Hoeveel procent heeft klas 2A in 2015 langer les gehad? Antwoord: ( ) X100 = 12,5% gestegen 800 Voorbeeld 2: klas 2A heeft in uur les gehad. In 2015 heeft klas 2A 750 uur les gehad. Hoeveel procent heeft klas 2A in 2015 korte les gehad? Antwoord: ( ) X100 = 6,3% Gedaald 800 Let op: bij daling staat er een min voor het antwoord!!! Behoeften, is alles wat een mens nodig heeft of waarnaar hij verlangt - Basisbehoeften (eerste levensbehoeften) - Overige behoeften (secundaire/luxe behoeften) Consumeren, is het kopen van goederen en diensten om te voorzien in je behoeften Welvaart, is de mate waarin je in je behoeften kunt voorzien

12 Ruilen Door te ruilen kun je over goederen beschikken waarin je zelf niet kunt voorzien. Directe ruil/ruil in natura: goederen en diensten tegen goederen en diensten ruilen Indirecte ruil: goederen en diensten tegen geld ruilen Geld Geldsoorten: Chartaal geld (munten en biljetten) Giraal geld (rekening en pinpas) Als je geld pint uit de automaat dan zet je giraal geld om in chartaal geld Functies van geld -Ruilmiddel. Om goederen en diensten te kopen. -Spaarmiddel. Redenen om te sparen zijn: -Rente -Later -Onvoorziene uitgaven -Rekenmiddel. Om waarden te vergelijken en te rekenen

13 Inkomens Brutoloon: Loon voordat loonbelastingen, sociale verzekeringspremies en andere bedragen er vanaf getrokken zijn. Nettoloon: Het loon dat de werknemer overhoudt als de loonbelasting en de sociale verzekeringspremies eraf zijn getrokken. Inkomenstenbronnen 1 Uit arbeid (bijv. loon, vakantiegeld, loon in natura) Uit bezit: Rente: inkomsten uit spaargeld Dividend: inkomsten uit aandelen Huur: inkomsten door een huis of gebouw te verhuren Pacht: inkomsten door grond te verhuren Winst: inkomsten uit je bedrijf Uit overdrachten: Uitkeringen betaald uit belastinggeld (bijv. Bijstand/kinderbijslag) Uitkeringen betaald uit premies (bijv. AOW/WW) Budgetteren Begroting: overzicht van geschatte inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode Begrotingssaldo: inkomsten uitgaven Reserveren: geld opzij leggen voor toekomstige uitgaven

14 Uitgaven Dagelijkse uitgaven: huishoudelijke uitgaven (bijv. boodschappen) Vaste lasten: regelmatig en verplicht (bijv. huur en gas) Incidentele uitgaven: onverwacht of onregelmatig (bijv. reparaties of vakantie) Vragen maken SUCCES! Productie -Produceren is het maken van goederen of diensten 4 productiefactoren -Natuur huur of pacht -Arbeid loon -Kapitaal rente -Ondernemerschap winst Productie kan kapitaalintensief of arbeidsintensief zijn

15 Arbeidsproductiviteit Arbeidsproductiviteit Gemiddelde productie per werknemer in een bepaalde periode. Arbeidsproductiviteit= Totale productie (per tijdseenheid)/ aantal werknemers per tijd eenheid. In het 2 e kwartaal van 2015: Worden er flesje geproduceerd met 5 werknemers. Hoeveel is de arbeidsproductiviteit in het 2 e kwartaal van 2015 Verhogen productiviteit -Arbeidsverdeling: specialisatie sneller en beter werken -Scholing: meer productie per werknemer -Meer kapitaalgoederen: meer machines en gereedschap zorgt voor snellere productie -Betere kapitaalgoederen: betere en snellere machines -Arbeidsomstandigheden: gezond en veilig stimuleert productie Gevolgen arbeidsproductiviteit -Loonkosten dalen per product: uurloon verdeeld over meer producten -Betere concurrentiepositie: lagere loonkosten per product lagere prijs -Hogere lonen: lagere loonkosten per product meer winst loonsverhogingen -Meer winst = meer werk

16 Productiesectoren -Primaire sector: landbouw, bosbouw, mijnbouw, visvangst. -Secundaire sector: industrie. Verwerkt producten uit primaire sector. -Tertiaire sector: commerciële dienstverlening. -Kwartaire sector: niet-commerciële dienstverlening (bijv. school/politie). Opbrengsten en kosten Opbrengsten - Afzet: aantal verkochte producten - Omzet: aantal verkochte producten x verkoopprijs (= excl. BTW) - Consumentenprijs: verkoopprijs incl. BTW Kosten - Vaste kosten (bedrijfskosten) - Variabele kosten (inkoopwaarde) Berekenen winst Opbrengsten Inkoop (waarde) Bruto winst Bedrijfskosten Netto winst

17 Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid: werkgevers en overheid. Aanbod van arbeid: werkenden en geregistreerde werklozen (= mensen die werk zoeken voor minimaal 12 uur per week) -Ruime arbeidsmarkt: meer aanbod dan vraag werkloosheid -Krappe arbeidsmarkt: meer vraag dan aanbod werkgelegenheid Bevolking Bevolking KAN Beroepsgeschikte KAN NIET Niet bevolking beroepsgeschikte bevolking (15 67 jaar) (<15 of >67) WIL WIL NIET Niet Beroepsbevolking beroepsbevolking Werkenden Werkzoekend Scholieren Huisvrouwen Werkloosheid Meten in personen of arbeidsjaren. Arbeidsjaar = een fulltime baan. Verhouding personen/arbeidsjaren geeft mate van deeltijd werk aan

18 Soorten werkloosheid Conjunctureel: vraag naar producten daalt. Oplossing: Belastingen verlagen en overheidsuitgaven verhogen. Structureel: arbeidsplaatsen verdwijnen of vraag/aanbod sluiten niet aan. Oplossing: bijv. loonmatiging, scholing, reiskosten vergoeden, innovatie stimuleren. Frictie: tijdelijk. Oplossing: voorlichten/bemiddelen. Seizoen: in bepaalde tijden van het jaar. Oplossing: verschillende producten aanbieden. Vragen maken SUCCES! Nederland = open economie: veel handel met buitenland. Importeren: kopen van goederen en diensten in het buitenland. Exporteren: verkopen van goederen en diensten aan het buitenland

19 Redenen om te handelen -Goederen goedkoper in buitenland -Niet alle goederen aanwezig in land -Kwaliteit goederen beter in buitenland Handel Voorbeeld handelsblok: Europese Unie. Hierbinnen sprake van vrijhandel: goederen en diensten mogen vrij over de grens. Geen bemoeienis of beperkende regels. Protectionisme Beschermen van de eigen economie tegen buitenlandse concurrentie, omdat: -Bang voor verlies werkgelegenheid in eigen land -Kans geven aan nieuwe bedrijven in eigen land -Niet afhankelijk zijn van buitenland -Politieke redenen producten boycotten

20 Import belemmeringen -Invoerrechten heffen: kostprijsverhogende belasting om importgoederen duurder te maken. -Importquota: beperkt aantal van een product invoeren. -Importverboden: door stellen van kwaliteitseisen. Export bevorderingen -Export subsidie: eigen producten goedkoper op wereldmarkt. -Belastingvoordelen aan exporterend bedrijf: eigen producten goedkoper op wereldmarkt. Protectie leidt tot tegenmaatregelen sneeuwbaleffect belemmeren wereldhandel Wisselkoers = Wisselkoers prijs buitenlandse munt Vb: 1 dollar kost 2 euro Om te kunnen handelen heb je de munt nodig van het buitenland en andersom. Hoge koers euro euro veel waard - Weinig export. Amerikaanse bedrijven veel dollars betalen voor 1 euro. - Veel import: veel dollars voor 1 euro dus Amerikaanse producten relatief goedkoop. Lage koers euro: - veel export. Amerikaanse bedrijven weinig dollars betalen voor 1 euro. - Weinig import: weinig dollars voor 1 euro dus Amerikaanse producten relatief duur

21 Opdrachten maken SUCCES! Evaluatie Laat ons weten wat je van de training vond: Enthousiast na deze training? Kijk op voor al je andere vakken Succes met het examen!

22 Blok 1 Opgave 1 Sparen voor een camera - berekenen - werken met tabellen - beargumenteren Opgave 2 Jongerenvakanties - berekenen - werken met tabellen - beargumenteren Opgave 3 De pizzatest - berekenen - werken met tabellen - beargumenteren Opgave 4 Hoe komen wij rond? - berekenen - werken met tabellen - beargumenteren

23 Opgave 1 Sparen voor een camera Vraag 1 Rianne en Peter gaan over een paar maanden op vakantie en denken erover om een nieuwe fotocamera te kopen. Als je een camera wilt voor je vakantiefoto's, spreken we van een luxe behoefte. Vraag 2 Rianne en Peter hebben nog niet genoeg geld om nu de camera te kopen. Als ze besluiten om iedere maand te gaan sparen (dit is sparen voor een doel), kunnen ze de camera net voor hun vakantie kopen Vraag 3 Rianne en Peter hadden er ook voor ku van lenen ten opzichte van sparen? Vraag 4 De camera die Rianne en Peter willen kopen kost 450. Ze hebben al 165 gespaard. Hoeveel maanden moeten zij nog sparen voordat ze de camera kunnen kopen? A 2 maanden B 3 maanden C 4 maanden

24 Vraag 5 Rianne en Peter denken erover om toch een bedrag te gaan lenen. Wanneer ze geld lenen, moeten ze wel een rentepercentage betalen. De hoogte van dit rentepercentage is afhankelijk van een aantal factoren. wel of niet van invloed is op de hoogte van het rentepercentage. Vraag 6 Na een maand sparen is de camera plotseling in de aanbieding. Dit vindt Rianne erg jammer, ze hebben immers nog niet genoeg gespaard. Peter komt echter met een oplossing: geld lenen bij de bank om de camera te kopen voordat de aanbiedingstermijn voorbij is. Rianne wil dit liever niet, omdat ze eigenlijk geen schulden wil maken. ->Geef, behalve het niet willen maken van schulden, nog een reden om dan maar te wachten met de aanschaf van de camera. Vraag 7 Ze denken erover om gebruik te maken van een speciale actie: de camera is nu op afbetaling te koop. Zou je hun dit adviseren? Waarom wel of waarom niet? Doe het zo: Ik zou Peter en Rianne... (kies wel / niet) adviseren op afbetaling te kopen, want Opgave 2 Jongerenvakantie Timo, 17 jaar oud, leerling mbo Detailhandel heeft samen met zijn even oude vrienden Jimmy, Mike en Jordy geld gespaard voor een actieve buitenlandse zomervakantie. Timo ziet op een internetsite de volgende advertentie: Vraag 1 Timo haalt zijn informatie van het internet. Zijn vriend Jimmy heeft op een andere manier informatie gevonden over actieve jongerenvakanties. waarop Jimmy informatie over jongerenvakanties kan vinden

25 Vraag 2 Timo moet zijn vrienden nog zien te overtuigen van zijn voorkeur, maar Timo vindt wel dat deze actieve jongerenvakantie in hun behoeften voorziet. welk soort behoefte deze hoort. De advertentie op de internetsite vervolgt: Vraag 3 De jongens hebben de bijkomende kosten bekeken van het overnachten in een tent. Timo voelt het meest voor het huren van een vierpersoons tent voor hen samen, maar Jimmy heeft een voorkeur voor de huur van tweemaal een tweepersoons tent, ondanks het prijsverschil. -Bereken in hele euro s het totale prijsverschil tussen de huur van twee 2-persoons tenten en van een 4-persoons tent. Noteer je berekening. Vraag 4 Volgens Mike en Jordy moet er eerst maar eens een prioriteitenlijstje worden opgesteld, want voor de reis moeten er ook nog andere kosten worden betaald. Gegeven zijn de volgende stellingen: 1 Een prioriteitenlijst voor de jongens is een overzicht van alle te verwachten inkomsten, uitgaven, kosten en af te sluiten verzekeringen van de groep tijdens de vakantie. 2 Een prioriteitenlijst voor de jongens is een overzicht in volgorde van belangrijkheid van alle zaken die de groep wil kopen voor de vakantie. Welke bewering is juist? A Alleen 1 is juist. B Alleen 2 is juist. C Beide zijn juist. D Geen van beide is juist

26 Oók van de internetsite komt de volgende informatie: Vraag 5 Mike ontdekt nog een voordelig alternatief. De 4 jongens willen een eigen tent meenemen. De kosten voor overnachting met een eigen tent bedragen dan 369. Daarnaast moeten zij 199 per persoon betalen voor deelname aan de activiteitenweek. Bovendien komen de jongens dan in aanmerking voor een extra korting van 15% voor scholieren tot en met 17 jaar op de totale groepsprijs! -Bereken in twee decimalen hoeveel de kosten per persoon bedragen. Noteer je berekening. Tot slot komt de vraag: hoe komen we op de bestemming? Ze worden het eens over de volgende alternatieven met de bijbehorende geschatte reisduur en kosten per person. Tot slot komt de vraag: hoe komen we op de bestemming? Ze worden het eens over de volgende alternatieven met de bijbehorende geschatte reisduur en kosten per persoon: Vraag 6 Mike zegt: Ik wil het zo goedkoop mogelijk, dus moeten we met de trein. Timo reageert: De hogere kosten van het vliegen kan ik terugverdienen door de kortere reistijd. Hoe kun je door een kortere reistijd de extra kosten terugverdienen? A Doordat je sneller op je bestemming bent, heb je langer vakantie. B Doordat je sneller op je bestemming bent, kun je daar meer uitgeven. C Door de kortere reistijd, kun je meer werken. D Door de kortere reistijd kun je meer uitgeven

27 Opgave 3 De pizzatest Vraag 1 Wat is het spaarmotief van Hennie? A Hennie spaart voor een doel. B Hennie spaart voor rente. C Hennie spaart uit voorzorg. Vraag 2 Vul in onderstaande zin het juiste woord in bij 1 en 2. Kies daarbij uit: 1 afhankelijke / onafhankelijke 2 consumenten / producenten De Consumentenbond is een organisatie die voor artikelen uit dezelfde productgroep met elkaar vergelijkt

28 Hieronder staat de pizzatest van de pizza s met kaas in Berghem. Bekijk de test goed en beantwoord de volgende vragen. Vraag 3 Hennie en haar vriendinnen vinden het belangrijk dat er veel kaas op de pizza zit. Laat met een berekening zien dat er bij La Taverna 7,2 gram meer kaas op de pizza zit dan bij New York Pizza Berghem. Vraag 4 Hennie en haar vriendinnen bekijken de test. Hieronder staat een aantal uitspraken van Hennie en haar vriendinnen. Geef bij elke uitspraak aan of deze juist of onjuist is. Vraag 5 Hennie en haar vriendinnen besluiten om naar de pizzeria te gaan waar de smaak zeer goed is en de prijs per gram het laagst. We eten dan in elk geval lekker, zeggen de jongelui. Voor welke pizzeria kiezen Hennie en haar vriendinnen? A voor New York Pizza Berghem B voor La Taverna C voor Pizzeria La Luna D voor Ristorante Buon Giorno

29 Vraag 6 Ee n van Hennies vriendinnen vindt de test maar stom. Mijn ouders eten ook altijd de pizza quattro formaggi, maar dan bij New York Pizza Berghem. Die pizza is volgens hen de beste van Berghem, maar volgens de test is het niet de beste. Waarom is volgens de test de pizza van Ristorante Buon Giorno beter dan die van New York Pizza Berghem? A De pizza van New York Pizza Berghem is goedkoper dan die van Ristorante Buon Giorno. B De pizza van New York Pizza Berghem is lekkerder dan die van Ristorante Buon Giorno. C Voor het testoordeel is het verschil in percentage kaas belangrijker dan het verschil in prijs. D Voor het testoordeel is het verschil in percentage kaas minder belangrijk dan het verschil in prijs. Opgave 4 Hoe komen wij rond? Vraag 1 In juni 2009 bedroegen de consumentenbestedingen aan goederen en diensten 36 miljard. Hoeveel bedroegen deze bestedingen dan in juni 2010? A 36,468 miljard B 36,864 miljard C 40,680 miljard D 44,640 miljard Vraag 2 De bestedingen worden gedaan door alle huishoudens samen. Er zijn in Nederland 6 miljoen huishoudens. Hoeveel bedroegen in juni 2009 de gemiddelde consumentenbestedingen per huishouden? A 600 B C D

30 Vraag 3 Ee n van die Nederlandse gezinnen is het gezin van Piet Jansen. Piet heeft over de maand april een budgetplan opgesteld dat er als volgt uitziet: Hoeveel kan de familie Jansen in de maand april sparen? A 425 B 525 C 575 Vraag 4 Over twee jaar gaan de kinderen van Piet naar het MBO. Dat is best duur. Piet vraagt zich af wat hij het beste kan doen om dat te betalen: sparen, lenen of bezuinigen. Piet denkt dat bezuinigen de beste keuze is. Er kan volgens hem makkelijk op een aantal uitgaven bezuinigd worden. Wat is volgens jou de beste uitgavenpost om op te bezuinigen? Kies twee uitgaven uit de lijst en geef van beide een voorbeeld hoe daar op kan worden bezuinigd. Vraag 5 Anne, de dochter van Piet, zou het liefste gaan sparen. Zet bij elke stelling een kruisje in de juiste kolom

31 Vraag 6 Herbert, de buurman van Piet en Anne, vindt dat je voor de studie van de kinderen het beste kunt lenen. Nou buurman, ik ben het niet met je eens, zegt Anne. Met wie ben jij het eens, met Herbert of met Anne? Geef een argument voor je keuze. Succes met het maken van de opageven

32 Blok 2 Opgave 1 Kauwgom - berekenen - werken met tabellen - beargumenteren Opgave 2 T-Shop - berekenen - werken met tabellen - beargumenteren Opgave 3 Adriaan & de Blu-rays - berekenen - werken met tabellen - beargumenteren Opgave 4 Iedereen aan de smart Phone - berekenen - werken met tabellen - beargumenteren

33 Opgave 1 kauwgom Vraag 1 Bart Ubbels wil zijn kauwgomproductie verhogen en overweegt daarom de aanschaf van nieuwe machines, ter vervanging van de verouderde machines. Hoeveel stukjes kauwgom worden er nu bij SPORTSGUM per uur geproduceerd door e e n machine? Laat je antwoord met de berekening zien. Vraag 2 Een nieuwe machine zal naar verwachting stukjes kauwgom per minuut produceren. Hoeveel procent produceert een nieuwe machine meer dan een oude machine? Laat je antwoord met de berekening zien en rond af op e e n decimaal. Vraag 3 Ee n blisterverpakking met 12 stukjes kauwgom kost Ubbels 0,98. De actie bleek een doorslaand succes, want er meldden zich in totaal ruim deelnemers in korte tijd. Wat heeft deze actie producent Bart Ubbels in euro s aan gratis

34 kauwgompakketten gekost? Laat je antwoord met een berekening zien. Vraag 4 Producent B. Ubbels besluit na de succesactie en een klant- tevredenheidsonderzoek, meer smaakstoffen aan de kauwgom toe te voegen en de kauwgom te voorzien van een nog krokanter buitenlaagje. Ook zal er voor de verpakking steviger karton worden gebruikt in eigentijdse kleurstellingen. - De kosten aan smaakstoffen worden hierdoor vermeerderd met 9 %. - De verpakkingskosten worden vermeerderd met 0,10 per blister. Wat zal de nieuwe kostprijs worden van SPORTSGUM kauwgom? Maak voor producent Ubbels in de onderstaande tabel een complete berekening voor de nieuwe kostprijs per SPORTSGUM blister. Bedragen afronden op hele centen. Vraag 5 Producent Bart Ubbels heeft vanwege de vernieuwde kauwgomverpakking (steviger karton), een machine vervangen door een machine die sneller werkt en via de computer bediend kan worden. Hoe wordt het vervangen van de verouderde machine door een sneller werkende computergestuurde machine genoemd? A Er is sprake van een technologische ontwikkeling die we automatisering noemen. B Er is sprake van automatisering die we mechanisatie noemen

35 C Er is sprake van mechanisering die we technologische ontwikkeling noemen. Vraag 6 Producent Bart Ubbels ziet zijn marktaandeel uiteindelijk wel stijgen, maar Ubbels beseft ook dat hij, door de aanschaf van nieuwe machines, minder personeel nodig zal hebben. Hij zal ook hoger opgeleid personeel moeten aanstellen. Noem een mogelijkheid voor de productiemedewerkers van SPORTSGUM om ervoor te zorgen, dat ze niet worden ontslagen. Opgave 2 T Shop Elliz en Nils hebben een web-shop. De web-shop heeft de naam: T-Shop. Zij verkopen T- shirts met de mogelijkheid om deze te laten bedrukken. Onderstaande gegevens zijn van het vorig jaar. Vraag 1 Er werden vorig jaar T-shirts ingekocht. Bereken in twee decimalen de gemiddelde inkoopprijs van e e n T-shirt. Schrijf je berekening op. Vraag 2 Elliz zegt: Vorig jaar hebben we verlies gedraaid. Laat aan de hand van een berekening van het nettoresultaat zien dat Elliz gelijk heeft. Vul daarvoor de bedragen in onderstaande tabel in

36 Vraag 3 Bereken de consumentenprijs van e e n sjaaltje. Vul daarvoor onderstaande tabel in. Vraag 4 Nils: De uitbreiding van het assortiment leidt tot extra kosten. Je moet die sjaaltjes inkopen, maar daarnaast zullen de bedrijfskosten ook gaan stijgen. Geef twee voorbeelden van bedrijfskosten die kunnen stijgen door de uitbreiding van het assortiment Vraag

37 Elliz en Nils zijn het er in ieder geval over eens dat T-Shop meer onder de aandacht moet worden gebracht bij de consument. Ze gaan dit doen door een nieuwsbrief te versturen met onder andere de actie: T-shirts met 25% korting. Welke marketinginstrumenten worden gebruikt door het versturen van een nieuwsbrief en het geven van korting? A plaats- en promotiebeleid B promotie- en productbeleid C product- en prijsbeleid D promotie- en prijsbeleid Vraag 6 Elliz: Door het geven van 25% korting zal de winst in eerste instantie niet hoger worden of het verlies niet kleiner. Nils: Dit is meer een actie voor de toekomst van T-shop. Hoe kan het geven van een korting een voordeel in de toekomst opleveren voor T-shop? Gebruik in je antwoord het begrip concurrenten. Opgave 3 Adriaan & de Blu-rays Vraag 1 De productie vindt plaats met behulp van 3 machines. In de fabriek zijn 4 mensen die de machines bedienen. Er werken 2 mensen op de administratie. Verder werken er 2 verkopers. Adriaan werkt zelf uiteraard ook mee in het bedrijf. Hij heeft de algehele leiding, doet een deel van de financie le administratie en heeft ook een belangrijke rol bij de verkoop. Hoe hoog is de arbeidsproductiviteit per werknemer per week in stuks? Noteer je berekening in hele stuks. Een van de doelen die Adriaan heeft gesteld is dat hij meer winst wil maken. Hij denkt dat hij kan bezuinigen op de bedrijfskosten. Hieronder staan drie kostenposten waarbij de kosten vo o r en de kosten na de bezuiniging vermeld staan

38 Vraag 2 Op welke kostenpost bezuinigt Adriaan in procenten het meeste? A elektriciteit B personeel C reclamekosten Vraag 3 Een van de doelen die Adriaan had gesteld, is dat hij meer winst wilde maken. Daarom ging hij bezuinigen op de bedrijfskosten. Omdat er door de bezuiniging een prijsverlaging mogelijk werd, is de afzet gestegen. Er wordt nu 30% meer Blu-rays verkocht. Hoeveel worden er nu per maand verkocht? A stuks B stuks C stuks D stuks Nu Adriaan heeft uitgerekend hoe groot de afzet zal worden, wil hij ook alle andere belangrijke bedrijfsgegevens op een rijtje zetten. Vraag 4 Hoeveel bedragen de bruto- en de nettowinst? De bruto winst bedraagt... De netto winst bedraagt

39 Vraag 5 Geef bij elk van de volgende kosten aan of deze wel of niet zullen toenemen door het extra magazijn. Vraag 6 Adriaan twijfelt of uitbreiding wel zo n goed plan is. Dan zal de winst waarschijnlijk toenemen, maar hij is bang dat hij het werk dan niet meer zo leuk zal vinden. Een deel van zijn taken zal hij door anderen moeten laten doen. Welke taak kan hij het beste door anderen laten doen? Verklaar je antwoord. Opgave 4 Iedereen aan de smart Phone

40 Vraag 1 Hoeveel procent van de smartphones werd in het tweede kwartaal van 2011 verkocht door het merk Samsung? A 63,8% B 68,1% C 93,6% Vraag 2 Hieronder staan enkele beweringen over smartphones. Geef bij elke bewering aan of deze juist of onjuist is

41 Vraag 3 Op welke producten zijn deze invoerrechten van toepassing? A op producten uit Finland B op producten uit Finland en Zuid-Korea C op producten uit Zuid-Korea Vraag 4 Hieronder staan twee beweringen. Geef bij elke bewering aan of deze juist of onjuist is. Vraag 5 De import van mobiele telefoons heeft invloed op de Nederlandse arbeidsmarkt. De export van deze telefoons heeft op zijn beurt ook invloed op de productie en de consumptie van de landen die deze telefoons uitvoeren. Hieronder staan twee beweringen. Geef bij elke bewering aan of deze juist of onjuist is

42 Vraag 6 Nederland importeert niet alleen mobiele telefoons voor Nederland zelf, maar ook voor veel andere landen. Door de havens en vliegvelden van Rotterdam en Amsterdam is Nederland belangrijk voor de doorvoerhandel. Leg uit wat met doorvoerhandel wordt bedoeld. Vraag 7 Smartphones worden niet in Nederland geproduceerd. Toch levert de import ervan werkgelegenheid in Nederland op. Leg uit hoe de import van smartphones leidt tot werkgelegenheid in Nederland. Blok

43 Opgave 1 AMREF Flying Doctors - beargumenteren - werken met tabellen - beargumenteren Opgave 2 Kroatië: EU lidstaat nummer 28 - berekenen - werken met tabellen - beargumenteren Opgave 3 Zimbabwe - berekenen - werken met tabellen - beargumenteren

44 Opgave 1 AMREF Flying Doctors Vraag 1 AMREF Flying Doctors doet belangrijk werk in Afrika. Hoe noemen we de vorm van ontwikkelingshulp die AMREF Flying Doctors verzorgt? A gebonden hulp B noodhulp C structurele hulp Vraag 2 Vrijwel alle medicijnen komen uit de westerse landen. AMREF Flying Doctors wil graag dat medicijnen voor Ethiopie makkelijk betaalbaar zijn. Welke maatregel bevordert dat? A contingenteringen op medicijnen B exportsubsidies op medicijnen C invoerrechten op medicijnen Vraag 3 Geef van de volgende factoren aan of ze van toepassing zijn op inwoners van Nederland of op inwoners van Ethiopie

45 Vraag 4 Harrie de Korte leidt in een klein dorpje een aantal Ethiopie rs op tot verpleegkundige. Hij zegt: Een goede gezondheid is een mensenrecht. En met een goede gezondheid heb je meer kans om uit de vicieuze cirkel van armoede te ontsnappen. Vanuit die overtuiging werkt AMREF Flying Doctors. Harrie de Korte heeft gelijk. Hieronder staan zes verschijnselen: 1 armoede 2 meer ziekte 3 minder werk 4 minder gezondheidszorg 5 minder inkomen 6 armoede Zet deze verschijnselen in een zodanige volgorde dat een logische gedachtegang ontstaat. De nummers 1, 3 en 6 zijn al ingevuld Vraag 5 AMREF Flying Doctors is een moderne organisatie. Zij leidt lokale artsen op met behulp van internet. Het internet is dus erg nuttig voor hen. Harrie de Korte is niet altijd gelukkig met deze manier van opleiden. Hij vindt dat je de artsen vooral moet opleiden door bij hen te zijn. Geef een reden waarom AMREF Flying Doctors er toch regelmatig voor zal kiezen om artsen op te leiden via internet. Vraag 6 Twee keer per jaar komt Harrie de Korte terug naar Nederland. Hij geeft dan lezingen over het werk van AMREF Flying Doctors en probeert mensen over te halen om geld te geven. Dit valt echter niet mee. Heel vaak zeggen mensen het volgende: We kunnen er heel veel geld heen brengen, maar het helpt toch niet. "Er moet iets anders gebeuren". Welke van de onderstaande beweringen ondersteunt deze uitspraak het best? A De landen in Afrika moeten meer invoerrechten heffen. B De landen in Afrika moeten het tropisch regenwoud beschermen. C De landen in Afrika moeten hun technologische vooruitgang stimuleren

46 Opgave 1 Cola in Korea Vraag 1 Normaal produceert Noord-Korea voldoende rijst voor de eigen bevolking. Wat kan er de oorzaak van zijn dat Noord-Korea op een bepaald moment te weinig rijst produceert? Ondanks de gei soleerde positie van Noord-Korea is er toch sprake van export. Vraag 2 Met hoeveel procent is de export in 2011 ten opzichte van 2003 toegenomen? A 137,2% B 144,2% C 237,2% D 244,2%

47 Vraag 3 Als het staatsinvoerbedrijf toestemming krijgt Amerikaanse producten in te voeren, worden er hoge invoerheffingen gerekend. Wat zal het meest waarschijnlijke gevolg zijn voor de importprijs van die Amerikaanse producten in Noord-Korea? A De importprijs van Amerikaanse producten in Noord-Korea wordt hoger. B De importprijs van Amerikaanse producten in Noord-Korea blijft gelijk. C De importprijs van Amerikaanse producten in Noord-Korea wordt lager. Vraag 4 Leg uit waarom de verkoopprijs van Lentebloesem Cola door de overheid lager is vastgesteld dan die van Pepsi of Coca Cola. Vraag 5 Mijnheer Loo Kuh Yong werkt als verkoper bij Lentebloesem Cola. Zijn taak is te proberen de export naar China te verhogen. De fabriek kan namelijk meer produceren dan ze nu doet. Hij heeft voor elkaar gekregen dat een Chinees bedrijf Lentebloesem Cola in China gaat verkopen, maar wel onder een andere naam: Zomerbries Cola. In een tijdschrift heeft hij gelezen over de gevolgen van handel tussen Noord-Korea en China. Hierin kwamen de volgende begrippen voor: exporteren importeren produceren Vul bovenstaande begrippen in op de openstaande plaatsen in de volgende zin. Je houdt e e n begrip over. Als Noord-Korea meer gaat... naar China, zal Noord-Korea meer moeten... om aan de vraag te voldoen

48 Vraag 6 Noem twee nadelen van een gesloten economie ten opzichte van een open economie zoals die van Nederland Opgave 2 Kroatië: EU lidstaat nummer 28 Vraag 1 Mirko zucht: Wij moeten volgend jaar examen doen en ik weet niet eens meer precies welke de andere 27 lidstaten zijn... Tatjana heeft daar minder moeite mee en noemt enkele EUlidstaten. In welk van de antwoorden zijn alle genoemde landen lid van de EU? A Albanie, Bulgarije, Malta en Finland. B Belgie, Denemarken, Duitsland en Griekenland. C Cyprus, Ierland, Turkije, Zwitserland. Vraag 2 Kroatie heeft er ongeveer tien jaar over gedaan, om een EU-lidstaat te worden. Je zou denken dat het EU-lidmaatschap wel veel voordelen moet bieden, veronderstelt Tatjana. Gegeven zijn twee stellingen over de EU. Geef bij elke stelling aan of deze juist is of onjuist

49 Vraag 3 Als een land lid is van de EU dan moet het toch ook betalen voor het lidmaatschap? Ik lees hier in een artikel dat elk EU-land 0,73% van het nationaal inkomen moet bijdragen aan het EU-budget. Kan Kroatie dat wel betalen?, vraagt Tatjana zich hardop af. Mirko gaat even rekenen. Het nationaal inkomen van Kroatie bedroeg 62 miljard in Laat met een berekening zien hoeveel Kroatie zal moeten bijdragen aan het EU-budget. Noteer je berekening in hele euro s. Vraag 4 Kroatie wil in 2015 de euro invoeren. Welke invloed heeft het voeren van de euro als gemeenschappelijke munt binnen de Europese Monetaire Unie (EMU) op de toeristen? Kies in de zinnen de juiste woorden. Doe het zo: schrijf achter de nummers 1, 2 en 3 het woord dat je kiest. De toeristen kunnen de prijzen (1)... goed/niet goed... met elkaar vergelijken. De concurrentie in de eurolanden wordt daardoor gestimuleerd. Dat is uiteindelijk financieel (2)...voordelig/nadelig... voor de toeristen. De toeristen uit deze landen hebben (3)... veel/geen... last van wisselkoersverliezen. (1)... (2)... (3)... Vraag 5 Mirko en Tatjana en hun vader nemen plaats op een zonnig terrasje. Reken er maar vast op dat jij voor een Nederlands biertje en een krant uit Nederland hier in Kroatie wel wat meer zult moeten betalen dan in Nederland, zegt Tatjana tegen haar vader. Waardoor worden importgoederen duurder? A De exporteur ontvangt van de overheid subsidie en verrekent dit met de prijs. B De exporteur heeft een voordeel met de wisselkoers en berekent dit door in de prijs. C De importeur berekent de extra gemaakte kosten door in de eindprijs. D De importeur ontvangt van de overheid subsidie en verrekent dit met de prijs. Vraag

50 De vader van Mirko bekijkt het prijsverschil tussen een biertje in Nederland en een biertje in Kroatie. Gegeven zijn de volgende prijzen en btw-percentages. Bereken in twee decimalen hoeveel de btw bedraagt op een biertje in Kroatie. Noteer je berekening. Vraag 7 Vader zegt: Nu Kroatie EU-lid is geworden, worden er geen invoerrechten meer op producten uit de EU geheven. Dit zal ook gevolgen hebben voor de Nederlandse export. Wat is waarschijnlijk het gevolg voor de export uit Nederland wanneer de invoerrechten tussen Nederland en Kroatie worden afgeschaft? A De Nederlandse export naar Kroatie zal waarschijnlijk afnemen. B De Nederlandse export naar Kroatie zal waarschijnlijk gelijk blijven. C De Nederlandse export naar Kroatie zal waarschijnlijk toenemen. Opgave 3 Zimbabwe Vraag 1 Zimbabwe heeft een nationaal inkomen van $ Nederland heeft een nationaal inkomen van $ Hoeveel bedraagt het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking in Zimbabwe? A $ 303,09 B $ 426,

51 C $ ,00 D $ ,37 Vraag 2 Wat kan er gedaan worden om het nationaal inkomen te vergroten? In de klas ontstaat een discussie tussen twee leerlingen, Rebecca en Marjolein, die allebei vinden dat we ontwikkelingslanden moeten helpen. Dat kan op verschillende manieren. Rebecca zegt dat het een goed idee is de invoerrechten op producten uit Zimbabwe af te schaffen. Leg uit hoe door het afschaffen van invoerrechten het nationaal inkomen van Zimbabwe kan toenemen. Vraag 3 Behalve een laag inkomen per hoofd van de bevolking en beperkte scholing kenmerken ontwikkelingslanden zich ook door een gebrekkige infrastructuur en een snelle bevolkingsgroei. Leg uit hoe een betere infrastructuur de economie kan verbeteren. Vraag 4 Marjolein zegt dat, behalve door het afschaffen van invoerrechten, ontwikkelingslanden ook op andere manieren hun inkomen kunnen verhogen. Ze doet de volgende beweringen. Geef bij elke bewering aan of deze juist of onjuist is. Vraag 5 Nederland doet veel aan ontwikkelingssamenwerking. Zimbabwe is e e n van de Afrikaanse landen die hulp krijgen aangeboden van de Nederlandse regering. Sinds een aantal jaren geven de Nederlanders geld om scholen te bouwen in Zimbabwe. Vul in de zinnen hieronder een vorm van hulp in. Kies hierbij uit: Gebonden hulp, Noodhulp, Ongebonden hulp, Structurele hulp Je mag een vorm van hulp maar e e n keer gebruiken. Nederland helpt Zimbabwe door scholen te bouwen. We noemen deze vorm van hulp... Nederland verplicht Zimbabwe wel om de grondstoffen voor de bouw van de scholen bij een Nederlandse groothandel te bestellen. We noemen deze vorm van hulp

52 ... Vraag 6 Met hoeveel procent is de gemiddelde levensverwachting de afgelopen jaren veranderd? A 2,9% B 2,8% C +2,8% D +2,9% Vraag 7 Leg uit hoe een stijging van de gemiddelde leeftijd een bijdrage kan leveren aan een verbetering van de economie van Zimbabwe. Vraag 8 Marjolein denkt dat het goed is ontwikkelingslanden geld te geven. Rebecca zegt: Je kan de inwoners van Zimbabwe beter leren hoe ze een brood moeten bakken dan ze een brood geven. Uiteindelijk is dat veel beter voor zo n ontwikkelingsland. Geef een argument voor de mening van Rebecca

53 Antwoorden opgaven Blok 1 Opgave 1 Sparen voor een camera Vraag 1 maximumscore 1 voorbeelden van een juist antwoord: Luxe behoeften zijn behoeften die je niet per se hoeft te bevredigen. Luxe behoeften zijn behoeften die je hebt nadat je basisbehoeften zijn bevredigd. Vraag 2 maximumscore 1 voorbeelden van juiste spaarmotieven: sparen uit voorzorg sparen voor de rente Opmerking Uitsluitend wanneer beide motieven genoemd zijn het scorepunt toekennen. Vraag 3 maximumscore 1 voorbeeld van een juist voordeel: Ze hebben het geld dan direct tot hun beschikking en kunnen direct de gewenste aankoop doen / de camera aanschaffen. Vraag 4 B Vraag 5 maximumscore 1 1: Wel 2: wel bij 1 fout geen punten toekennen. Vraag 6 maximumscore 1 voorbeelden van een juiste reden: -Je spaart de rente van de lening uit. -Waarschijnlijk daalt de prijs van de camera nog in de toekomst

54 Vraag 7 maximumscore 1 voorbeeld van een goed antwoord: Wel, want nu is de camera in de aanbieding. Niet, want je betaalt relatief veel kredietkosten en daardoor ben je duur(der) uit

Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,

Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining, Trainingsboek Wiskunde VMBO Basis 2016 Hey jij daar! Welkom op de examentraining Wiskunde VMBO-Basis! Het woord examentraining zegt het al: trainen voor je examen. Tijdens deze training behandelen we de

Nadere informatie

economie CSE BB Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

economie CSE BB Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Examen VMBO-BB 2015 tijdvak 1 dinsdag 19 mei 09.00-10.30 uur economie CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling

Nadere informatie

Examen VMBO-BB. economie CSE BB. tijdvak 1 dinsdag 22 mei 9.00-10.30 uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen VMBO-BB. economie CSE BB. tijdvak 1 dinsdag 22 mei 9.00-10.30 uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Examen VMBO-BB 2012 tijdvak 1 dinsdag 22 mei 9.00-10.30 uur economie CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 40 vragen. Voor dit examen

Nadere informatie

Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,

Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining, Trainingsboek Wiskunde VMBO 2016 Hey jij daar! Welkom op de examentraining Wiskunde VMBO! Het woord examentraining zegt het al: trainen voor je examen. Tijdens deze training behandelen we de examenstof

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

Examen VMBO-BB. economie CSE BB. tijdvak 1 dinsdag 20 mei 9.00-10.30 uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen VMBO-BB. economie CSE BB. tijdvak 1 dinsdag 20 mei 9.00-10.30 uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Examen VMBO-BB 2014 tijdvak 1 dinsdag 20 mei 9.00-10.30 uur economie CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting door Sanne 1542 woorden 11 april 2017 7,5 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 5 - Werkt dat zo? Paragraaf 5.1 - Aan de slag! Als je

Nadere informatie

Examen VMBO-BB. economie CSE BB. tijdvak 1 woensdag 22 mei 9.00-10.30 uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen VMBO-BB. economie CSE BB. tijdvak 1 woensdag 22 mei 9.00-10.30 uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Examen VMBO-BB 2013 tijdvak 1 woensdag 22 mei 9.00-10.30 uur economie CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 36 vragen. Voor dit examen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie

Nadere informatie

Examen VMBO-BB 2005 ECONOMIE CSE BB. tijdvak 1 donderdag 2 juni 9.00 10.30 uur. 12-10-2004 Versie vaststelling. Naam kandidaat Kandidaatnummer

Examen VMBO-BB 2005 ECONOMIE CSE BB. tijdvak 1 donderdag 2 juni 9.00 10.30 uur. 12-10-2004 Versie vaststelling. Naam kandidaat Kandidaatnummer Examen VMBO-BB 2005 12-10-2004 Versie vaststelling tijdvak 1 donderdag 2 juni 9.00 10.30 uur ECONOMIE CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat

Nadere informatie

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: 25-2-2013. Waar komt het vandaan?

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: 25-2-2013. Waar komt het vandaan? Internationale handel H7 1 Waar komt het vandaan? Economie voor het vmbo (tot 8,35 m.) Internationale handel Importeren = invoeren (betalen) Exporteren = uitvoeren (verdienen) Waarom importeren: Meer keuze

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 0,15 0,12 100% = 25%

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I 4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 twee van de volgende voorbeelden

Nadere informatie

Examen VMBO-KB. economie CSE KB. tijdvak 1 vrijdag 20 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VMBO-KB. economie CSE KB. tijdvak 1 vrijdag 20 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VMBO-KB 2016 tijdvak 1 vrijdag 20 mei 13.30-15.30 uur economie CSE KB Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 35 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 45 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Examen VMBO-BB. economie CSE BB. tijdvak 1 dinsdag 15 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen VMBO-BB. economie CSE BB. tijdvak 1 dinsdag 15 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Examen VMBO-BB 2018 tijdvak 1 dinsdag 15 mei 13.30-15.00 uur economie CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 36 vragen. Voor dit examen

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie 2014-I

Eindexamen vwo economie 2014-I Opgave 1 1 maximumscore 2 De kredietcrisis in de VS leidt ertoe dat Nederlandse banken verlies lijden op hun beleggingen in de VS en daardoor minder makkelijk krediet verstrekken aan bedrijven. Hierdoor

Nadere informatie

Opnamekosten Boeterente, indien je je geld eerder opneemt dan de afgesproken looptijd dan moet je een boete rente betalen.

Opnamekosten Boeterente, indien je je geld eerder opneemt dan de afgesproken looptijd dan moet je een boete rente betalen. Samenvatting Economie Hfd.9 Nu kopen later betalen 5 Sparen, hoe werkt dat? Wat is sparen? Sparen is het opzij leggen van inkomen. 3 redenen (motieven) waarom mensen sparen: 1. Om later iets te kopen;

Nadere informatie

UIT de arbeidsmarkt

UIT de arbeidsmarkt Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Snoepen op het Christiaan Hagen College 1 A 2 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste eigenschappen (twee van de

Nadere informatie

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100 Samenvatting door een scholier 1391 woorden 3 juni 2005 7 34 keer beoordeeld Vak Economie Economie de arbeidsmarkt hoofdstuk 4 en 5 Hoofdstuk 4 4.1 Werkgelegenheid in Nederland Alleen een opdracht 4.2

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: kosten van politie-inzet

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie 3.1 Wat zijn de kosten? Toegevoegde = extra waarde die ontstaat door de bewerking van een product waarde Toegevoegde waarde = verkoopwaarde inkoopwaarde Productiefactoren = productiemiddelen die een producent

Nadere informatie

Antwoorden Economie Handel

Antwoorden Economie Handel Antwoorden Economie Handel Antwoorden door een scholier 973 woorden 14 april 2004 4,8 61 keer beoordeeld Vak Economie Begrippen: Open Economie: Bijvoorbeeld: Nederland exporteert veel goederen en diensten

Nadere informatie

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct. Samenvatting door G. 1151 woorden 21 januari 2015 7,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie voor jou Paragraaf 3: 3.1: Produceren: is het maken van goederen of het leveren van diensten. Een product

Nadere informatie

Examen VMBO-BB. economie CSE BB. woensdag 26 mei 9.00-10.30 uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen VMBO-BB. economie CSE BB. woensdag 26 mei 9.00-10.30 uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Examen VMBO-BB 2010 tijdvak tijdv 1 woensdag 26 mei 9.00-10.30 uur economie CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 36 vragen. Voor dit

Nadere informatie

Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining,

Hey jij daar! We wensen je heel veel succes vandaag en op je examen straks! Namens het team van de Nationale Examentraining, Trainingsboek Economie VMBO Kader 2016 Hey jij daar! Welkom op de examentraining Economie VMBO Kader! Het woord examentraining zegt het al: trainen voor je examen. Tijdens deze training behandelen we de

Nadere informatie

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens? Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens? 8.1 Waarom handel met het buitenland? Importeren = het kopen van goederen en diensten uit het buitenland. Waarom? -Goedkoper of van betere kwaliteit -Bepaalde

Nadere informatie

Eindexamen economie vmbo gl/tl 2006 - II

Eindexamen economie vmbo gl/tl 2006 - II BEOORDELINGSMODEL Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. HET GROTE ONDERNEMERSSPEL 1 B 2 A 3 maximumscore 2 Voorbeeld van een juiste berekening: Loonkosten in twee jaar:

Nadere informatie

Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6

Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 1 Nog niet zo lang geleden had je als boer te maken met een melkquotum. Een melkquotum betekent dat je een maximale hoeveelheid

Nadere informatie

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN EINDTOETS HOOFDSTUK 5 RONDKOMEN ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5 TOETS 1 RONDKOMEN 1 Prioriteiten stellen. 2 B 3 2,55 + 2,80 = 5,35 4 52 27 : 12 + 95 : 2 + 40,50 : 3 + 25 = 203. 5 A 3; B 4; C 2; D 1.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2008-I

Eindexamen economie 1 vwo 2008-I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vergemakkelijken van het ontslaan

Nadere informatie

Samenvatting Economie hoofdstuk 1

Samenvatting Economie hoofdstuk 1 Samenvatting Economie hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 967 woorden 6 november 2016 7,3 6 keer beoordeeld Vak Economie Paragraaf 1: Wat voor inkomen heb je? Inkomsten die je ontvangt kunnen verschillen

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Examenopgaven VMBO-BB 2004 Examenopgaven VMBO-BB 2004 tijdvak 2 dinsdag 22 juni 11.30 13.00 uur ECONOMIE CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 30 vragen. Voor dit

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1291 woorden 7 maart 2004 8,4 13 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 'de Arbeidsmarkt' Hoofdstuk 1 Concrete markt: een vaste

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Bankzaken 1 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste verklaring: De inflatie van 1,6% is een gemiddelde waarin de

Nadere informatie

Examen VMBO-BB 2006 ECONOMIE CSE BB. tijdvak 1 donderdag 1 juni uur. Naam kandidaat Kandidaatnummer

Examen VMBO-BB 2006 ECONOMIE CSE BB. tijdvak 1 donderdag 1 juni uur. Naam kandidaat Kandidaatnummer Examen VMBO-BB 2006 tijdvak 1 donderdag 1 juni 9.00 10.30 uur ECONOMIE CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 36 vragen. Voor dit examen

Nadere informatie

Examen HAVO - Compex. economie 1 Compex

Examen HAVO - Compex. economie 1 Compex economie 1 Compex Examen HAVO - Compex Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 31 mei Totale examentijd 3 uur 20 06 Vragen 1 tot en met 21 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 1611 woorden 9 september 2001 6,5 169 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel Hoofdstuk 1 Nederland is erg

Nadere informatie

Examen aantekeningen 2014

Examen aantekeningen 2014 Examen aantekeningen 2014 Basisbehoeften zijn behoeften die je nodig hebt om in leven te blijven. Bijvoorbeeld eten en drinken, kleding en een huis. Luxe behoeften heb je niet echt nodig bijvoorbeeld televisie

Nadere informatie

H1: Economie gaat over..

H1: Economie gaat over.. H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen

Nadere informatie

Budgettering vmbo12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Budgettering vmbo12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 21 July 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/77298 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 altijd toekennen Bij een lagere prijs

Nadere informatie

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari 2002 7,5 813 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief: Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op Concrete markt: een plek waar vragers en aanbieders

Nadere informatie

Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op.

Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. De economische kringloop Voor de beantwoording van de vragen 1 tot en met 6 moet je soms gebruikmaken van informatiebron 1 in de

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-II Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat

Nadere informatie

Maak je eigen jaarbegroting

Maak je eigen jaarbegroting Maak je eigen jaarbegroting Inleiding Een begroting maken. Het woord begroting wordt normaal gesproken alleen gebruikt bij bedrijven en de overheid. Maar het is tijd om ook jouw budget dezelfde aandacht

Nadere informatie

Wat doe je met je geld? vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Wat doe je met je geld? vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 20 October 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62277 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari keer beoordeeld

Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari 2009 8 3 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 11 Arbeidsmarkt = geheel vraag naar en aanbod van arbeid. Ondoorzichtige markt = werknemers+werkgevers

Nadere informatie

Maak je eigen jaarbegroting

Maak je eigen jaarbegroting Maak je eigen jaarbegroting Inleiding Een begroting maken. Het woord begroting wordt normaal gesproken alleen gebruikt bij bedrijven en de overheid. Maar het is tijd om ook jouw budget dezelfde aandacht

Nadere informatie

economie 1 Compex Je geeft de antwoorden op deze vragen op papier, tenzij anders is aangegeven.

economie 1 Compex Je geeft de antwoorden op deze vragen op papier, tenzij anders is aangegeven. Examen HAVO 2007 tijdvak 1 maandag 21 mei totale 13.30 examentijd - 16.003 uur economie 1 Compex Vragen 1 tot en met 20 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Nadere informatie

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte

Nadere informatie

Examen VMBO-BB. economie CSE BB. tijdvak 1 donderdag 18 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen VMBO-BB. economie CSE BB. tijdvak 1 donderdag 18 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Examen VMBO-BB 2017 tijdvak 1 donderdag 18 mei 13.30-15.00 uur economie CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 38 vragen. Voor dit examen

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-I 4 Antwoordmodel Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 voorbeelden van juiste antwoorden: Een antwoord

Nadere informatie

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte

Nadere informatie

Kees begint voor zichzelf (of niet)!

Kees begint voor zichzelf (of niet)! Kees begint voor zichzelf (of niet)! Bij de beantwoording van de vragen 10 tot en met 14 moet je soms gebruikmaken van informatiebron 6 in de bijlage. Deze staat helemaal onderaan Kees Baving is ontslagen.

Nadere informatie

Eindexamen vmbo gl/tl economie 2011 - II

Eindexamen vmbo gl/tl economie 2011 - II Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend. MINpunten 1 maximumscore 1 2 / 6 x 100 % = 33,3% 2 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste reden: Klantenbinding:

Nadere informatie

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw. Samenvatting door Sem 1018 woorden 25 januari 2018 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie hoofdstuk 3 + 4 + 5 Paragraaf 3.1 Kamer van Koophandel (KvK): hier

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2001-II

Eindexamen economie 1 havo 2001-II Eindexamen economie havo 2-II 4 Antwoordmodel Opgave Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Maximumscore dalen 2

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

Examen VMBO-BB. economie CSE BB. tijdvak 1 dinsdag 2 juni 13.30-15.00. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Examen VMBO-BB. economie CSE BB. tijdvak 1 dinsdag 2 juni 13.30-15.00. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Examen VMBO-BB 2009 tijdvak 1 dinsdag 2 juni 13.30-15.00 economie CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 38 vragen. Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Examen HAVO. economie. tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. economie. tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2012 tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.00 uur oud programma economie Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 28 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 60 punten te behalen.

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie 4.1 Werk je voor loon of voor winst? Werknemer Werkgever zzp = je werkt in loondienst in opdracht van een werkgever en je ontvangt loon = je werkt als zelfstandige met werknemers in dienst en de nettowinst

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een

Nadere informatie

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat consumenten (bepaalde) aankopen naar voren halen, wanneer ze een hoge / hogere inflatie in de komende periode verwachten. 2 maximumscore 2 Een

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. De economische kringloop 1 B 2 maximumscore 1 Voorbeelden van een juiste verklaring (één van de volgende): De consumenten

Nadere informatie

Examen VMBO-KB. economie CSE KB. tijdvak 1 maandag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VMBO-KB. economie CSE KB. tijdvak 1 maandag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VMBO-KB 2019 tijdvak 1 maandag 13 mei 13.30-15.30 uur economie CSE KB Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 51 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Eindexamen havo economie oud programma 2012 - I

Eindexamen havo economie oud programma 2012 - I Opgave 1 Beleggingen leiden tot inkomensverschillen Aangetrokken door voorspoedige ontwikkelingen op de effectenbeurs, zijn in een land de mensen steeds meer gaan beleggen in aandelen en obligaties. Mede

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL - COMPEX

Examen VMBO-GL en TL - COMPEX Examen VMBO-GL en TL - COMPEX 2009 tijdvak 1 woensdag 27 mei totale examentijd 2 uur economie CSE GL en TL COMPEX Vragen 1 tot en met 24 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2008-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2008-II Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 De werkgelegenheid verandert met

Nadere informatie

Thema 1 Pizzeria. Deel 1 Consumptie

Thema 1 Pizzeria. Deel 1 Consumptie 1 Thema 1 Pizzeria Deel 1 Consumptie 1. Ieder mens probeert zo veel mogelijk wensen te vervullen. Iedereen begint daarbij met de belangrijkste behoeften: eten, drinken, kleding en een dak boven je hoofd.

Nadere informatie

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: economie 1 Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 20 06 Tijdvak 1 Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel

Nadere informatie

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren

Nadere informatie

Eindexamen economie vmbo gl/tl I

Eindexamen economie vmbo gl/tl I BEOORDELINGSMODEL Vraag Antwoord Scores Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. VRAGEN STAAT VRIJ 1 maximumscore 1 8,46 : 1,88 = 4,5 uur 2 A 3 maximumscore 1 Er is sprake

Nadere informatie

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1 Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari 2016 5,7 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode H4 4.1 Mensen hebben verschillende motieven om te werken. Behalve om geld te verdienen, werken

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2004-II

Eindexamen economie 1 havo 2004-II 4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 2,6% 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn:

Nadere informatie

Ruilen over de tijd (havo)

Ruilen over de tijd (havo) 1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2001-II

Eindexamen economie 1 vwo 2001-II 4 Antwoordmodel Opgave Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. ja Uit de toelichting moet blijken dat de stijging

Nadere informatie

VAK: ECONOMIE METHODE: Pincode 3 VMBO kader 5 e editie KLAS: 3 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x 50 minuten per week

VAK: ECONOMIE METHODE: Pincode 3 VMBO kader 5 e editie KLAS: 3 CONTACTUREN PER WEEK: 3 x 50 minuten per week PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING TSG VMBO CURSUSJAAR 01-01 NIVEAU KADER VAK: ECONOMIE METHODE: Pincode VMBO kader 5 e editie KLAS: CONTACTUREN PER WEEK: x minuten per week P periode C code van de toets

Nadere informatie

Correctievoorschrift HAVO. Economie 1 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift HAVO. Economie 1 (nieuwe stijl) Economie 1 (nieuwe stijl) Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 20 02 Tijdvak 1 Inzenden scores Uiterlijk op 29 mei de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school

Nadere informatie

De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord

De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord Categorie Vraag & Antwoord De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN Er zijn te weinig middelen om in alle behoeften te kunnen voorzien. Hoe heet dit verschijnsel?

Nadere informatie

Doel Leerlingen kunnen in eigen woorden formuleren waarvoor en wanneer de berekeningen nodig zijn en deze op een correcte manier uitrekenen.

Doel Leerlingen kunnen in eigen woorden formuleren waarvoor en wanneer de berekeningen nodig zijn en deze op een correcte manier uitrekenen. Algemene informatie: De aankomende 2 lessen ga je in groepjes van drie personen je bezig houden met het berekenen van procenten. Er zijn drie vormen en iedereen behandeld alle vormen. Jullie wisselen om

Nadere informatie

Examen VMBO-KB. economie CSE KB. tijdvak 1 woensdag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VMBO-KB. economie CSE KB. tijdvak 1 woensdag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VMBO-KB 2018 tijdvak 1 woensdag 23 mei 13.30-15.30 uur economie CSE KB Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 38 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Correctievoorschrift VMBO-BB 2014

Correctievoorschrift VMBO-BB 2014 Correctievoorschrift VMBO-BB 2014 tijdvak 1 economie CSE BB Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II Opgave 1 Uit een krant: Uitzendbranche blijft groeien Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de uitzendbranche in het eerste kwartaal van 1998 flink is gegroeid. In vergelijking

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Euro

Praktische opdracht Economie Euro Praktische opdracht Economie Euro Praktische-opdracht door een scholier 1619 woorden 17 februari 2003 6,7 12 keer beoordeeld Vak Economie 1 Onderzoeksvraag. Mijn onderzoeksvraag is: Wat zijn de voor- en

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-I 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord

Nadere informatie

Examen VMBO-BB. economie CSE BB. tijdvak 1 dinsdag 24 mei 9.00-10.30 uur

Examen VMBO-BB. economie CSE BB. tijdvak 1 dinsdag 24 mei 9.00-10.30 uur Examen VMBO-BB 2011 tijdvak 1 dinsdag 24 mei 9.00-10.30 uur economie CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Dit examen bestaat uit 38 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 42 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen Samenvatting door een scholier 1239 woorden 30 oktober 2003 6,6 81 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 Beroepsbevolking= werkgelegenheid

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie 2013-I

Eindexamen vwo economie 2013-I Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-II 4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening is:

Nadere informatie

Grootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland. Economie. Trainingsmateriaal. De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.

Grootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland. Economie. Trainingsmateriaal. De slimste bijbaan van Nederland! lyceo. Grootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland Economie Trainingsmateriaal De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.nl Traininingsmateriaal Economie Lyceo-trainingsdag 2015 Jij staat op het

Nadere informatie

Examen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl

Examen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl Economie 1,2 oude en nieuwe stijl Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 2 VHBO Tijdvak 3 Woensdag 21 juni 13.30 16.30 uur 20 00 Dit

Nadere informatie

Markt en overheid bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V/1: 7 en 8

Markt en overheid bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V/1: 7 en 8 Markt en overheid bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V/1: 7 en 8 De markt, marktsector en particuliere sector het zijn alle drie benamingen die

Nadere informatie