Bijlage A. Plantekeningen

Transcriptie

1 Bijlage A. Plantekeningen

2 DP 30 Bestaande kanteldijk/(plankenschot) verwijderen over gehele lengte vrijkomende kleidijk aanbrengen tegen nieuwe damwand of in vooroever Fietspad Fietspad 2 DP 3 Noordse Dorpsweg Rijbaan Rijbaan Noordse Dorpsweg As nieuwe damwand 2 Plasdraszone b=1.200m met palen en wiepen. (Detail zie blad 0012) Contour band nieuwe weg - SP2 (inlaat) Fietspad DEEL 1 DEEL 2 Steiger/duiker As nieuwe damwand Damwand doortrekken / steiger vervalt Leiding doorvoeren door damwand Afsluiter aanbrengen Leiding vervangen door weg Aanname diameter staal 125 Bovenkant 15cm onder peil l Pro e kad 1 Damwand op fietspad aansluiten Controle aansluitende hoogte min m Situatie deel 1 0 DP 26 DP 28 Bestaande kanteldijk/(plankenschot) verwijderen over gehele lengte vrijkomende kleidijk aanbrengen tegen nieuwe damwand of in vooroever Fietspad DP 24 Fietspad Rijbaan Rijbaan Noordse Dorpsweg As nieuwe damwand As nieuwe damwand DEEL 2 DEEL 3 Contour band nieuwe weg DEEL 1 DEEL 2 Noordse Dorpsweg Plasdraszone b=1.200m met palen en wiepen. (Detail zie blad 0012) Situatie deel 2 0 Bestaande kanteldijk/(plankenschot) verwijderen over gehele lengte vrijkomende kleidijk aanbrengen tegen nieuwe damwand of in vooroever D P 24 DP 22 Fie Fi etts spp adad Noordse Dorpsweg Rijbaan Rijbaan 3 DP 20 verharding ophogen naar DEEL 2 DEEL 3 4a verharding ophogen naar Noordse Dorpsweg Contour band nieuwe weg 4a As nieuwe damwand verharding ophogen naar DEEL 3 DEEL 4 Deur in gevel Damwand staal +afdekker Huisnummer 2 (Plashuis) SP3 2 Voor verdere situatie zie tekening S Situatie deel 3 Tekeningen 0 - Voor verdere situatie zie tekening S er 50m and L601 ov Stalen damw 11m N.A.P inheiniveau of -1,50m N.A.P lo s k e d n Stale ijderen mwand verw a d n te u o h Bestaande 33a 1 d=50 lg 4m DP 18 4a 4b 5 DP 16 6 Noordse Dorpsweg verharding ophogen naar Inrit met klinkers verharding ophogen naar Contour band nieuwe weg SP6 (inlaat) 8 Damwand +lambrisering Herstellen beschoeiing Herstellen/uitvullen halfverharding (grind) Situatie deel 4 0 SP5 (dam huisnr 12) - Duiker vervangen door brug 3,5/4x4,5 m (bxl) - Nieuwe schampkanten afwerken met metselwerk rollaag conform bestaand (dekhoogte ) As nieuwe damwand Steiger/inlaat - Steiger opnemen en terugplaatsen Damwand achter steiger doorzetten Leiding doorvoeren door damwand Afsluiter aanbrengen Leiding vervangen doorweg Aanname diameter staal 125 Bovenkant 15cm onder peil SP2 Special CONCEPT1 MJvB C CONCEPT S.M. Nr Datum Wijziging Tek Opdrachtgever Tekenaar Schaal Waternet A.A. Bleijswijk 0 Projectomschrijving Formaat C.T. Bosma A0 Blad in bladen Engineering dijkverbetering - 3 trajecten Deeltraject Noordse Dorpsweg (P02-39A) 1 IN 1 Status Brug huisnr 12-I SP7a (drempel brug) C1 Projectleider - Plaat achter landhoofd - Overstek bestaande brug afzagen - Betonsloof aanbrengen - Plaat achter landhoofd - Overstek bestaande brug afzagen - Betonsloof aanbrengen Brug huisnr 12-II SP7b (drempel brug) DEEL 4 DEEL 5 DEEL 3 DEEL 4 Bestaande hekwerk terugplaatsen Hartlijn aan te brengen damwand Raakvlak nummer Datakabel Elektrakabel - middenspanning Elektrakabel - laagspanning Gas hoge druk Gas lage druk Overige (oase) Waterleiding 7b 7a Noordse Dorpsweg Noordse Dorpsweg Band 100x200 LEGENDA 39 33b S S DP C Aanbrengen damwand: - verwijderen bestaande beschoeiing - aanbrengen nieuwe constructie conform tekening damwand scherm DEEL 17 35a Situatie deel 1 t/m 4 Situatie deel 5 t/m 7 Doorsnede en dwarsprofielen Specials Tekeningomschrijving Bestek Situatie deel 1 t/m 4 Tekeningnummer W i j z. n r. CONCEPT C S R:\ \ \Constructief\Vrijgave\ C1\ S tm 0013.dwg

3 Asfalt in werk reconstructie 43 DP 14 39a Noordse Dorpsweg DP DEEL 4 DEEL 5 Noordse Dorpsweg DP 16 Stalen damwand +afdekker damwand gestaffeld +stalen afdekker N.A.P +houten lambrisering Damwand met betonnen deksloof door oprit terrein ophogen/uitvullen wegzijde asfalt, garage/schuurzijde grind Beton aanstorti Stalen damwand +stalen afdekker N.A.P Contour band nieuwe weg DEEL 5 DEEL 6 weg Dorps e s d Noor - Damwand door landtong - Hoogteverschil uitvullen met grond Duiker/steiger SP11 (toegang huisnr. 12a) Houtendamwand dik 50mm, lg 4m Gording 100x150mm Koppelankerstang 16 naar damwand andere zijde SP12 (drempe Gasleiding SP9 (inlaat) Garage/Schuur op (als bestaand) ffeld gesta d n a dam w - Damwand door landtong - Hoogte uitvullen met grond - Contour band nieuwe weg Damwand doortrekken / steiger vervalt Leiding doorvoeren door damwand Afsluiter aanbrengen Leiding vervangen doorweg Aanname diameter staal 125 Bovenkant 15cm onder peil 12a Situatie deel 5 0 DP 6 DP 10 DP Noordse Dorpsweg Noordse Dorpsweg Parkeervak 10x2,5m Betonplaten 1/1,5x2m Noordse Dorpsweg 15 Stalen damwand +afdekker Beton aanstorting DEEL 5 DEEL 6 - Damwand achter steiger/ uitstroomconstructie doorzetten - Leiding onderbreken en doortrekken door damwand - 2 treden naar steiger/uitstroomconstructie - Leiding vervangen door weg aanname diameter 300 stalen buis - Stalen plaat achter landhoofd - Overstek bestaande brug afzagen - Betonsloof aanbrengen Bestaande brug Verharding b=1,8m Betonklinkers onder hoek 45 Stalen damwand +afdekker Stalen damwand +afdekker Brug weiland 1 Perceelnr. B2763 SP13 (uitlaat) - Brug vervangen (4x4,4/4,9m lxb) - Damwand onder brug door - Dek nieuwe brug op Klinker verharding +opsluitband 100x200 damwand gestaffeld Herstellen klinkerverharding Brug weiland 2 Contour band nieuwe weg SP16 (brug huisnr. 12c) Bestaande betonnen brug SP15 (drempel brug huisnummer 12b) SP14 (brug perceel B2763) Stalen damwand +afdekker +lambrisering Damwand achter landhoofd doorzetten middels stalen plaat Brug huisnr 12 SP12 (drempel brug perceelnummer B2922) Stalen damwand +afdekker +lambrisering ca. 10m Bestaande hekwerk terugplaatsen Bestaande hekwerk terugplaatsen - Brug vervangen (4,5x4,4/4,9 m lxb) - Damwand onder brug door - Dek nieuwe brug op SP17 (brug perceel B3017) - Brug vervangen (4,0x3,0/3,5m lxb) - Damwand onder brug door - Dek nieuwe brug op DEEL 6 DEEL 7 Uitstroomconstructie gemaal 12b Situatie deel 6 0 A Bestaande put drukriool +schakelkastje verplaatsen richting huis leidingwerk herstellen DP 4 DP 2 Bestaande heg verwijderen, vervalt Noordse Dorpsweg Stalen damwand +stalen afdekker g vervangen (4,5x4,4/4,9 m lxb) k nieuwe brug op DEEL 6 DEEL Stalen damwand +stalen afdekker Contour band nieuwe weg - Damwand door landtong - Hoogteverschil uitvullen met grond Duiker PP Noordse Dorpsweg Houten damwand dik 50 lg 4m Gemaal Houten damwand dik 50 lg 4m Damwand gestaffeld Damwand langs gemaal Bestaande leilindes handhaven Stalen damwand betonnen afdekker b=0,6m bovenkant op Toegang huisnr 14 SP19 (dam huisnr. 14) uk 4 st n e app en k m o B Brug weiland 2 Perceelnr. B3124 Vrijverval huisaansluiting riool Stalen damwand betonnen afdekker b=0,6m bovenkant op s 14 Funderingssloof Damwand door oprit/tuin terrein ophogen/uitvullen met grind Damwand aansluiten tegen bestaande damwand Situatie deel 7 27a ad 0 Rijb n Rijbaa aan Contour ban d nieuwe weg 3 As nieuwe dam wand verharding op naar hogen Noordse Damwand sta +afdekker - al 1.00 Deur in gev el SP3 Dorpsweg 27 DP 20 4a verharding op naar hogen Huisnummer 2 (Plashuis) Tekeningen 4a verharding oph naar ogen - 25 DEEL 3 DEEL 4 Fiet Fi etspspad 2 kerk S S DP C Aanbrengen damwand: - verwijderen bestaande beschoeiing - aanbrengen nieuwe constructie conform tekening damwand scherm LEGENDA Stalen damwand L601 over 50m inheiniveau -11m N.A.P Stalen deksloof -1,50m N.A.P Bestaande houten damwand verwijderen d=50 lg 4m Situatie nummer 2 - Plashuis Situatie nummer :500 Situatie deel 1 t/m 4 Situatie deel 5 t/m 7 Doorsnede en dwarsprofielen Specials 0 DP a Hartlijn aan te brengen damwand Raakvlak nummer Datakabel Elektrakabel - middenspanning Elektrakabel - laagspanning Gas hoge druk Gas lage druk Overige (oase) Waterleiding SP2 Special 2 C CONCEPT1 MJvB C CONCEPT S.M. Nr Datum Wijziging Tek Opdrachtgever Tekenaar Schaal Waternet A.A. Bleijswijk 0 Projectleider Projectomschrijving Formaat C.T. Bosma A0 Blad in bladen Engineering dijkverbetering - 3 trajecten Deeltraject Noordse Dorpsweg (P02-39A) 1 IN 1 Status Tekeningomschrijving Bestek Situatie deel 5 t/m 7 Tekeningnummer W i j z. n r. CONCEPT C S R:\ \ \Constructief\Vrijgave\ C1\ S tm 0013.dwg

4 Gestaffelde damwandconstructie L601 gestaffeld (1:3) 1 dubbele plank dubbele planken Hoeklijn 75*55*7, lang 75 op hoogte stellen en vastlassen op het lijf a=5 Deksloof hierop vastlassen a= streefpeil ca. 250 Variabel Stalen deksloof 100x400x200 dik 8 Bestaand maaiveld Kanteldijk Bestaande hardhouten constructie verwijderen en grond omzetten tegen nieuwe damwand ca ca ca Opsluitband & verhogen weg (zie werk wegreconstructie) Nieuwe wegdek Bestaande wegdek Wiepenbundel 150mm streefpeil Stalen deksloof 100x400x200 dik 8 Nieuwe damwand L601 gestaffeld 1 dubbele plank dubbele planken Draadeinden M12 + dopmoer vastlassen aan damwand h.o.h. 600 Draadeinden M12 = dopmoer vastlassen op L-sloof Plank 180x40 Plank 180x L-sloof 325x100 dik 8, vastlassen op hoogte h.o.h 600 Principe aanzicht Inkeping onderzijde damwand t.b.v. kruisende K&L exacte locaties en maatvoering in het werk te bepalen Principe doorsnede Nieuwe damwand L601 gestaffeld 1 dubbele plank dubbele planken ** Fauna-uittrede h.o.h. 50 m hardhouten plank breed 200 met latten 50x50 h.o.h. 250 geheel in langsrichting aanbrengen Talud 1:2 Detail t.p.v. Plasdraszone Onbehandelde houtenpaal rondl 100mm lang 1,5m h.o.h. 0,5m 1200 streefpeil Detail lambrisering 1:10 Vulring kunststof dik min. 15 Bestaande dwarsprofielen met positie nieuwe damwandconstructie Hoeklijn 75*55*7, lang 75 op hoogte stellen en vastlassen in kassen Deksloof hierop vastlassen Stalen deksloof 100x400x200 dik Dwarsprofiel 2 bij metrering Dwarsprofiel 12 bij metrering Dwarsprofiel 22 bij metrering Hoogte Hoogte Hoogte Principe bovenaanzicht deksloof Afstand Afstand Afstand Afdekker Dwarsprofiel 4 bij metrering Dwarsprofiel 14 bij metrering Dwarsprofiel 24 bij metrering Hoeklijn 50x75x5 Hoogte Hoogte Hoogte Afstand Afstand Afstand Aanzicht fauna uittrede 1:10 ** Fauna-uittrede h.o.h. 50 m hardhouten plank breed 200 met latten 50x50 h.o.h. 250 geheel in langsrichting aanbrengen Dwarsprofiel 6 bij metrering Dwarsprofiel 16 bij metrering Dwarsprofiel 26 bij metrering Hoogte Hoogte Hoogte Afstand Afstand Afstand Bovenaanzichtl fauna uittrede 1:10 Dwarsprofiel 8 bij metrering Dwarsprofiel 18 bij metrering Dwarsprofiel 28 bij metrering Hoogte Afstand Hoogte Afstand Hoogte Afstand Tekeningen - Situatie deel 1 t/m S Situatie deel 5 t/m S Doorsnede en dwarsprofielen DP Specials C Toelichting - Maten in mm. tenzij anders aangegeven - Hoogtematen in m t.o.v. - Maatvoering in het werk controleren C CONCEPT1 MJvB C CONCEPT S.M. Nr Datum Wijziging Tek Dwarsprofiel 10 bij metrering Hoogte Dwarsprofiel 20 bij metrering Hoogte Dwarsprofiel 30 bij metrering Hoogte Dwarsprofiel 32 bij metrering Hoogte O p d r a c h t g e v e r Waternet P r o j e c t o m s c h r i j v i n g Engineering dijkverbetering - 3 trajecten Deeltraject Noordse Dorpsweg (P02-39A) T e k e n a a r A.A. Bleijswijk P r o j e c t l e i d e r C.T. Bosma S c h a a l 1:50 en 20 F o r m a a t A0 B l a d i n b l a d e n 1 IN 1 Afstand Afstand Afstand Afstand T e k e n i n g o m s c h r i j v i n g Bestek Doorsnede en details damwandconstructie en dwarsprofielen S t a t u s CONCEPT W i j z. n r. C1 T e k e n i n g n u m m e r DP R:\ \ \Constructief\Vrijgave\ C1\ S tm 0013.dwg

5 Prefab betonelement zijkant dik 150 bovenzijde dik Afschot herstellen bestaande verharding Afschot weg bestaande weg b.k. damwand bestaande weg ( bestaand) voorstel; bestrating en afwatering door gemeente aanname Stalen stootplaat dik 10 lg v.v. verstijvingsstrippen 50x10 h.o.h. 150 kopstrip 100x10 haken achter strip 40x aanname Sparing t.b.v doorvoer diameter en B.O.B. n.t.b. Nieuwe damwand L601 gestaffeld (1:1) inheiniveau inheiniveau v.v. stalen afdekplaat dik 12 Klinkerverharding op zandbed dik woning huisnr. 2 Tijdelijke halfverharding min. 1,0 meter Prefab brugdek dik 300, lang 4500 breed 3500/4033 Puingranulaat dik 250 rest uitvullen met zand Asfalt Stalen deksloof Stalen plaat 400x16 op damwand lassen Dook 40*90, 4 per zijde op stalen plaat lassen K&L gestaffeld (1:1) inheiniveau / Kokerprofiel inheiniveau SP-5 Doorsnede t.p.v. kokerpaal 4063 Lengte stalen plaat LET OP: woning is op staal gefundeerd. Fundering inmeten! L601 gestaffeld (1:1) 1 dubbele plank dubbele plank inheiniveau Dubbele plank 4033 Breedte brugdek Stalen plaat 400x16 op damwand lassen inheiniveau Dubbele plank Waterzijde SP-3 (keerwand t.p.v. huisnr. 2) Deksloof damwand Deksloof damwand SP-2,-6,-9 en -13 ( staffeling t.p.v. inlaat) Stalen plaat 280*310 dik 10 als grondafdichting Pijp doorvoeren door damwand en waterdicht aflassen (overmaat gat 10 mm) Pijp aan grondzijde voorzien van flens t.b.v. koppeling aan de Pe-leiding in de weg Achterzijde dek Kokerpaal LP601 inheiniveau Stalen plaat 280*310 dik 10 als grondafdichting inheiniveau Damwand afbranden op Damwand afbranden op Bovenaanzicht landhoofd wegzijde Landzijde zonder afbranden, plaat grondafdichting, dubbele plank en deksloof Stalen plaat 280*310 dik 10 als grondafdichting Bestaande schuif op stalen plaat tegen damwand monteren Plaat voorzien van aangelaste pijp 100 inheiniveau inheiniveau Dubbele plank 320 Damwand afbranden op RVS strip 65*8 met aangelaste lippen 50*50*6, h.o.h. 350 met bouten M12 in de beton Detail gemetselde rollaag Stalen plaat 400x16 op damwand lassen Deksloof damwand Detail aansluiting dek/landhoofd Aanzicht damwand/landhoofd, doorsnede dek Ongebonden funderingsmateriaal (SP-18) Prefab betonsloof 600x600/500 in zandbed gelegd Overstek dek afzagen en wapening conserveren dilatatie afdichten (SP-11) 2200 (SP-18/19) Ca Prefab betonsloof 600x460/360 in zandbed gelegd Uitvullen grind naar garage ca. 5,5m weg weg Prefab betonsloof 600x300 afschot 25 Garage (SP-11) inrit conform bestaand grind Asfalt verharding (SP-11) Ongebonden funderingsmateriaal (SP-18) Grind uitvullen (SP-19) weg afschot Overstek dek afzagen en wapening conserveren dilatatie afdichten Stalen stootplaat dik 10 lg v.v. verstijvingsstrippen 50x10 h.o.h. 150 in U-profiel 50/50/50x10 K&L Stalen plaat dik 12 zijkanten aansluiten op damwanden d.m.v. haaks stuk met opgelaste sloten Stalen plaat dik 12 zijkanten aansluiten op damwanden d.m.v. haaks stuk met opgelaste sloten Stalen stootplaat dik 10 lg v.v. verstijvingsstrippen 50x10 h.o.h. 150 in U-profiel 50/50/50x10 K&L weg 20 Mantelbuizen aanbrengen om kabels en leidingen t.p.v. drempels (indicatief) Ongebonden menggranulaat Bestaande brug t.b.v. erftoegang woning huisnr. 12 Stalen stootplaat dik 10 lg v.v. verstijvingsstrippen 50x10 h.o.h. 150 in U-profiel 50/50/50x10 Stalen plaat 400x12 op damwand lassen ankers M24 op stalen plaat lassen h.o.h. 600 Uitvullen met ongebonden menggranulaat Zand K&L Stalen plaat dik 12 zijkanten aansluiten op damwanden d.m.v. haaks stuk met opgelaste sloten Duiker PP 500 (SP-18) Nieuwe damwand L601 inheiniveau Mantelbuizen aanbrengen om kabels en leidingen t.p.v. drempels (indicatief) Asfalt verharding Klinkers herstraten weg Gronddicht doek Bestaande brug t.b.v. erftoegang woning huisnr Ongebonden menggranulaat Prefab betonsloof 600x600/500 in zandbed gelegd Bestaande brug t.b.v. erftoegang woning huisnr Bestaande brug t.b.v. erftoegang woning huisnr. 12b Overstek dek afzagen en wapening conserveren dilatatie afdichten Asfaltverharding Overstek dek afzagen en wapening conserveren dilatatie afdichten K&L Stalen stootplaat dik 10 lg v.v. verstijvingsstrippen 50x10 h.o.h. 150 in U-profiel 50/50/50x10 Stalen plaat dik 12 zijkanten aansluiten op damwanden d.m.v. haaks stuk met opgelaste sloten Stalen stootplaat dik 10 lg v.v. verstijvingsstrippen 50x10 h.o.h. 150 in U-profiel 50/50/50x10 Mantelbuizen aanbrengen om kabels en leidingen t.p.v. drempels (indicatief) Mantelbuizen aanbrengen om kabels en leidingen t.p.v. drempels (indicatief) SP-7a (drempel t.p.v. landhoofd brug) SP-7b (drempel t.p.v. landhoofd brug) SP-11, SP-18 en SP-19 (drempel t.p.v. inrit) SP-12 (drempel t.p.v. landhoofd brug) Prefab brugdek dik 300, lang 4000 breed 3000/3533 Klinkerverharding op zandbed dik 150 Afschot Stalen stootplaat dik 10 lg v.v. verstijvingsstrippen 50x10 h.o.h. 150 kopstrip 100x10 haken achter strip 40x herstellen bestaande verharding ( bestaand) Stalen stootplaat dik 10 lg v.v. verstijvingsstrippen 50x10 h.o.h. 150 kopstrip 100x10 haken achter strip 40x10 Stalen plaat 400x16 op damwand lassen Dook 40*90, 4 per zijde op stalen plaat lassen K&L Tijdelijke halfverharding Klinkerverharding op zandbed dik 150 weg Prefab brugdek dik 300, lang 4500 breed 4400/4933 weg 50 gestaffeld (1:1) inheiniveau / Kokerprofiel inheiniveau Afschot Afschot Afschot 4200 Tijdelijke halfverharding ( bestaand) herstellen bestaande verharding SP-15 (drempel t.p.v. landhoofd brug) Stalen plaat 400x16 op damwand lassen Dook 40*90, 6 per zijde op stalen plaat lassen K&L gestaffeld (1:1) inheiniveau / Kokerprofiel inheiniveau SP-17 Doorsnede t.p.v. kokerpaal SP-14 en SP-16 Doorsnede t.p.v. kokerpaal 3533 inheiniveau Dubbele plank Stalen plaat 400x16 op damwand lassen 4963 Lengte stalen plaat inheiniveau Dubbele plank inheiniveau Dubbele plank 4933 Breedte brugdek Stalen plaat 400x16 op damwand lassen inheiniveau Dubbele plank Waterzijde Tekeningen - Waterzijde Deksloof damwand Deksloof damwand Stalen plaat 280* *310 dik 10 als grondafdichting Stalen plaat 265*310 dik 10 als grondafdichting Deksloof damwand Achterzijde dek Kokerpaal LP601 inheiniveau inheiniveau Damwand afbranden op Damwand afbranden op Stalen plaat 265*310 dik 10 als grondafdichting Deksloof damwand Stalen plaat 265*310 dik 10 als grondafdichting inheiniveau Damwand afbranden op Maten in mm. tenzij anders aangegeven Hoogtematen in m t.o.v. Maatvoering in het werk controleren Exacte maatvoering t.p.v. aansluitingen nader in het werk te bepalen Arcering Bovenaanzicht landhoofd wegzijde Geprefabriceerd beton Landzijde zonder afbranden, plaat grondafdichting, dubbele plank en deksloof Landzijde zonder afbranden, plaat grondafdichting, dubbele plank en deksloof inheiniveau Dubbele plank inheiniveau Kokerpaal LP601 inheiniveau Stalen plaat 280* *310 dik 10 als grondafdichting S S DP C Toelichting Stalen plaat 280* *310 dik 10 als grondafdichting Damwand afbranden op Bovenaanzicht landhoofd wegzijde inheiniveau Dubbele plank Achterzijde dek Situatie deel 1 t/m 4 Situatie deel 5 t/m 7 Doorsnede en dwarsprofielen Specials SP-2 inheiniveau (SP-14 + SP-16) 4033 (SP-5) 4933 (SP-17) 3000 (SP-14 + SP-16) 3500 (SP-5) 4400 (SP-17) 267 Damwand afbranden op Damwand afbranden op Special 2 (voor locatie zie situatie tek ) C CONCEPT1 MJvB C CONCEPT S.M. Nr Datum Tekenaar Waternet V. v. Westerhoven Stalen plaat 400x16 op damwand lassen Principe dwarsdoorsnede brugdek Deksloof damwand Detail aansluiting dek/landhoofd, zijde weg Aanzicht damwand/landhoofd, doorsnede dek Schaal 1:50 / 1:100 Projectleider Stalen plaat 400x16 op damwand lassen Detail aansluiting dek/landhoofd Tek Opdrachtgever Projectomschrijving Deksloof damwand Wijziging 267 Aanzicht damwand/landhoofd, doorsnede dek Formaat C.T. Bosma A0 Blad in bladen Engineering dijkverbetering - 3 trajecten Deeltraject Noordse Dorpsweg (P02-39A) 1 IN 1 Status Tekeningomschrijving Bestek Specials Tekeningnummer W i j z. n r. CONCEPT C C R:\ \ \Constructief\Vrijgave\ C1\ S tm 0013.dwg

6 Bijlage B. Richtlijnen medegebruik

7 Bijlage B Richtlijnen Medegebruik project de Noordse Dorpsweg Het uitvoeren van werkzaamheden op gronden in eigendom van derden bij de verbetering van waterkeringen Inhoudsopgave 1 Inleiding Doelstelling Relevante wet- en regelgeving De Waterwet Regelgeving en beleid AGV voor het watersysteem Praktijkrichtlijnen Bruggen, dammen, inlaten en stuwen Hekwerken, afrasteringen, steigers en overige zaken Opritten en verhardingen Bomen Beplanting Verminderde bereikbaarheid/omrijdschade/overlast

8 1 Inleiding Bij de uitvoering van dijkverbeteringsplannen krijgt AGV te maken met grondeigenaren en grondgebruikers. Dijken liggen niet altijd op grond in eigendom van AGV. En als AGV grond in eigendom heeft, zijn de gronden vaak in gebruik gegeven aan huurders, pachters of erfpachters. In deze notitie wordt beschreven hoe AGV omgaat met de belangen van grondeigenaren en gebruikers tijdens de uitvoering van dijkverbeteringsprojecten. Daarvoor wordt eerst de relevante wet- en regelgeving toegelicht. Daarna worden een aantal richtlijnen gegeven voor veel voorkomende situaties, de zogenaamde praktijkrichtlijnen. 1.1 Doelstelling Doelstelling van deze notitie is om medewerkers van Waternet de nodige kennis en informatie te verschaffen om afspraken te kunnen maken die in overeenstemming zijn met de relevante wet- en regelgeving. En om een eenduidig beleid uit te dragen binnen verschillende projecten en zo te voldoen aan het gelijkheidsbeginsel. 2

9 2 Relevante wet- en regelgeving 2.1 De Waterwet Het beperken van nadelige gevolgen (art 5.4 Waterwet) Op grond van artikel 5.4 van de Waterwet is voor het aanleggen of wijzigen van een waterstaatswerk vereist dat AGV als beheerder een projectplan vaststelt. Er is sprake van wijziging van een waterstaatswerk indien het waterstaatswerk wijzigt qua vorm, afmeting of constructie. Dit wordt beoordeeld aan de hand van de legger. Als het waterstaatswerk niet in de legger is opgenomen, gelden de bepalingen van artikel 1.2 van de keur. Voor gevallen waar blijkt dat de leggergegevens evidente fouten bevatten (de oorspronkelijke dijk heeft nooit gelegen op de locatie die de legger aangeeft) wordt aanbevolen overleg te plegen met de afdeling Juridische Zaken. Een dijkverbeteringsplan is een projectplan in de zin van artikel 5.4 van de Waterwet. Volgens de Waterwet bevat een projectplan een omschrijving van het werk zelf, de wijze van uitvoering en een beschrijving van de te treffen voorzieningen gericht op het ongedaan maken of beperken van nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk. Het gaat om het inpassen van het plan in de omgeving. Alles waar het plan negatieve invloed op kan hebben moet worden benoemd. Daaronder vallen ook de nadelige gevolgen voor grondeigenaren en grondgebruikers. Vervolgens moet worden beschreven op welke manier die nadelige gevolgen kunnen worden beperkt. Het gaat daarbij zowel om tijdelijk gevolgen die de uitvoering met zich meebrengt, zoals hinder en bereikbaarheid, als om permanente gevolgen, zoals het verlies aan bruikbare grond. Tijdelijke overlast kan bijvoorbeeld worden beperkt door omleidroutes en informatieverschaffing over de uitvoering van de werkzaamheden. Permanente nadelige gevolgen moeten zoveel mogelijk in het ontwerp zelf worden voorkomen. Als permanente nadelige gevolgen niet voorkomen kunnen worden, kan eventueel een financiële compensatie worden aangeboden. Het voorkomen en beperken van nadelige gevolgen in de zin van artikel 5.4 lid 2 Waterwet ligt ten grondslag aan de richtlijnen medegebruik. Uitgangspunt is dat het perceel na de werkzaamheden wordt ingericht met het bestaande materiaal. Bijvoorbeeld worden de hekwerken teruggeplaatst of een tuinpad opnieuw bestraat. Wanneer werkzaamheden tot permanente nadelige gevolgen leiden, zal een financiële vergoeding worden aangeboden. Bijvoorbeeld als een teensloot wordt verplaatst of de watergang wordt verbreed waardoor de eigenaar (bruikbare) grond verliest Schadevergoeding (art Waterwet) Onevenredig nadeel ten gevolge van een dijkverbetering komt in bepaalde gevallen voor vergoeding in aanmerking. Artikel 7.14 lid 1 van de Waterwet bepaalt dat: Aan degene die als gevolg van de rechtmatige uitoefening van een taak of bevoegdheid in het kader van het waterbeheer schade lijdt of zal lijden, wordt op zijn verzoek door het betrokken bestuursorgaan een vergoeding toegekend, voor zover de schade redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voor zover de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd. 3

10 Niet ieder nadeel dat door de uitvoering van een dijkverbeteringsplan ontstaat, hoeft te worden gecompenseerd. Het moet gaan om onevenredige schade die uitstijgt boven het normaal maatschappelijk risico. Vooral schade als gevolg van een overheidshandelen dat voorzienbaar is geweest, valt onder het normaal maatschappelijk risico. De ophoging van een waterkering, bijvoorbeeld, is voorzienbaar dus valt deze schade onder het normaal maatschappelijk risico. Schade die daarmee samenhangt zoals omrijdschade of overlast komen daarom niet direct voor vergoeding in aanmerking. Maar onevenredige schade door bijvoorbeeld een slootverlegging komt wel voor vergoeding in aanmerking. In de Verordening Schadevergoeding AGV is nader uitgewerkt in welke gevallen door AGV een schadevergoeding op grond van artikel 7.14 van de Waterwet wordt toegekend en welke procedure daarbij wordt gevolgd. Om schade vergoed te krijgen moet de betrokkene zelf een verzoek indienen. De bestaande praktijk van AGV is dat bij een dijkverbetering aan grondeigenaren op voorhand compensatie in geld of natura wordt aangeboden en op deze manier wordt geprobeerd om minnelijk overeenstemming te bereiken. Dit gebeurt in het kader van artikel 5.4 Waterwet (beperken nadelige gevolgen project). Het gaat dan om schade waarvan op voorhand duidelijk is dat die zal ontstaan en waarvan duidelijk is dat deze voor vergoeding in aanmerking komt. Bijvoorbeeld bij het verleggen van de teensloot of bij het verbreden van een watergang op grond van een derde is op voorhand al duidelijk dat de eigenaar bruikbare grond verliest en daarvoor gecompenseerd moet worden. In deze richtlijnen wordt een overzicht gegeven van de meest voorkomende schadegevallen en de manier waarop deze schade wordt gecompenseerd. Voor overige schade moet de betrokkene zelf een beroep doen op de Verordening Schadevergoeding AGV. Normaal gesproken zal Waternet alle nadelige gevolgen van een project in kaart hebben en compenseren binnen het project. Het komt daardoor weinig voor dat na afloop van het project een verzoek om schadevergoeding wordt gedaan. De Verordening Schadevergoeding AGV vormt in feite een vangnet achteraf voor onvoorziene schade of voor mensen die vinden dat ze binnen het project te weinig zijn gecompenseerd Gedoogplichten De Waterwet biedt de mogelijkheid om het werk uit te voeren ook als de grondeigenaar of gebruiker niet bereid is om medewerking te verlenen. Voor de uitvoering van dijkverbeteringsplannen zijn de volgende gedoogplichten van belang: - Gedoogplicht voor onderzoek en daarmee verband houdende werkzaamheden (art 5.21 Waterwet). Voordat een dijkverbetering uitgevoerd kan worden, moeten er vaak onderzoeken worden verricht, zoals grondonderzoeken. Deze gedoogplicht is bedoeld voor meer ingrijpende onderzoeken waarbij bijvoorbeeld gegraven moet worden of meetmiddelen moeten worden aangebracht. 4

11 - Gedoogplicht voor aanleg of wijziging van waterstaatwerken (art Waterwet). Met deze gedoogplicht kan worden afgedwongen dat de werkzaamheden in het kader van een dijkverbeteringsplan op grond van derden kunnen worden uitgevoerd Beschikking Beide gedoogplichten worden opgelegd bij beschikking (een besluit t.a.v. één belanghebbende), minimaal twee weken voor aanvang van het onderzoek, met uitzondering van spoedeisende gevallen. Op de beschikking zijn de regels van hoofdstuk 4 van de Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing. De werkwijze is als volgt: - Er wordt een concept beschikking voorgelegd aan het dagelijks bestuur. Deze wordt vervolgens verstuurd aan de rechthebbende. - De rechthebbende krijgt de kans om mondeling of schriftelijk een zienswijze in te dienen over de concept beschikking. - Daarna wordt de definitieve beschikking aan het bestuur voorgelegd die vervolgens naar de rechthebbende wordt verzonden. - Vervolgens staan voor de rechthebbende de rechtsmiddelen open van de algemene wet bestuursrecht. Dat betekent dat de betrokkene de mogelijkheid heeft om in bezwaar en vervolgens in beroep te gaan. Het indienen van bezwaar of beroep schorst het besluit niet. Dat betekent dat de werkzaamheden direct uitgevoerd kunnen worden. Als de betrokkene dit wil tegenhouden kan deze om een voorlopige voorziening vragen bij de rechter Het evenredigheidsbeginsel Bij het opleggen van één van beide gedoogplichten is het evenredigheidsbeginsel van toepassing. Dat wil zeggen dat het moet gaan om onderzoek of werkzaamheden die redelijkerwijs nodig zijn voor de taakuitoefening van de beheerder. Wat betreft de gedoogplicht voor de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk (artikel 5.24 Waterwet) geldt dat de gedoogplicht alleen kan worden opgelegd als de belangen van de rechthebbende onteigening niet vorderen. Volgens de jurisprudentie is dat het geval bij verlies van meer dan 10% van de grond. Dit zal bij een dijkverbetering niet snel aan de orde zijn omdat hooguit een sloot wordt verplaatst. Het evenredigheidsbeginsel brengt verder met zich mee dat deze verplichting alleen kan worden opgelegd als de rechthebbende geen toestemming verleent voor het onderzoek of het uitvoeren van de werkzaamheden. Een gedoogplicht kan dus pas worden opgelegd als na overleg met de rechthebbende geen overeenstemming is bereikt over de uitvoering van de werkzaamheden. Uit wetgeving en jurisprudentie blijkt niet hoe ver die onderhandelingsplicht moet gaan. Omdat het opleggen van de gedoogplicht een minder ingrijpend middel is dan onteigening hoeft de onderhandelingsplicht in ieder geval niet verder te gaan dan bij onteigening. Bij onteigening is vereist dat er minimaal een aanbod is gedaan. Het minimale vereiste waar de 5

12 onderhandelingsplicht aan moet voldoen voordat een gedoogplicht kan worden opgelegd is als volgt: - Er moet minimaal één gesprek zijn gevoerd met de rechthebbende (of er moeten genoeg mogelijkheden voor een gesprek zijn aangeboden). - Er moet een schriftelijk aanbod zijn gedaan. Hierbij nog enkele aandachtspunten: - Alleen schade die niet anderszins is vergoed komt voor vergoeding in aanmerking. Als er een financiële compensatie is aangeboden wordt niet eveneens een compensatie in natura aangeboden. - Het is niet verplicht om een volledige schadeloosstelling uit te keren bij het opleggen van een gedoogplicht (bij onteigening is dat wel het geval) - Er mag bij het uitkeren van schadevergoeding geen sprake zijn van verrijking of staatsteun. De vergoeding van de schade mag daarom niet hoger zijn dan de werkelijk geleden schade. Dit geldt ook voor de vergoeding in natura. Oude zaken mogen bijvoorbeeld niet worden vervangen voor nieuwe. 2.2 Regelgeving en beleid AGV voor het watersysteem De Keur De belangrijkste verordening voor het watersysteem is De Keur AGV 2011 met het bijbehorende Keurbesluit Vrijstellingen en beleidsregels. De Keur bevat regels ter bescherming van waterkeringen. Bepaalde handelingen zijn slechts toegestaan indien door AGV een watervergunning is verleend zoals het graven in de dijk, planten van bomen, struiken of afrasteringen, het aanleggen van tuinen, etc. In het Keurbesluit Vrijstellingen staat beschreven onder welke voorwaarden bepaalde activiteiten zijn toegestaan zonder dat een keurvergunning nodig is. Bij de uitvoering van dijkverbeteringen kan de beheerder zaken tegenkomen die zonder vergunning op de dijk staan. Alle zaken die in strijd met de bepalingen van de keur op de dijk staan en niet zijn vergund, worden niet door AGV teruggeplaatst Beleidsuitgangspunten Onroerende Zaken AGV In de Beleidsuitgangspunten Onroerende Zaken AGV staat op hoofdlijnen hoe AGV omgaat met aankoop, verkoop en beheer van onroerende zaken. In de Praktijkrichtlijnen Onroerende zaken wordt een praktische uitwerking gegeven van de beleidsuitgangspunten. Volgens de beleidsuitgangspunten worden primaire en secundaire waterkeringen niet actief aangekocht. Volgens de praktijkrichtlijnen wordt hierop wordt alleen een uitzondering gemaakt in de situatie dat door het uitvoeren van de dijkverbetering een onduidelijke eigendomsgrens zou ontstaan. Dit kan het geval zijn als AGV eigenaar is van de waterkering terwijl de verbetering op aanliggend particulier terrein plaatsvindt. In dit geval ligt het voor de hand dat de grond van de aangrenzende eigenaar wordt aangekocht zodat AGV ook na de verbetering eigenaar is van de gehele dijk. 6

13 3 Praktijkrichtlijnen Voor alle zaken op of langs de dijk geldt dat deze alleen worden teruggeplaatst indien dit in overeenstemming is met de keur of als er een Watervergunning is verleend. 3.1 Bruggen, dammen, inlaten en stuwen Bestaande waterhuishoudkundige voorzieningen zoals een stuw of inlaat kunnen worden verhoogd, verlengd of anderszins aangepast. Indien de voorziening wordt aangelegd op grond in eigendom van derden en in het belang is van particulieren, is de eigenaar zelf verantwoordelijk voor het onderhoud en eventueel toekomstige vervanging. Als de voorziening tevens of geheel in het belang is van AGV kunnen er nadere afspraken worden gemaakt over wie verantwoordelijk is voor het toekomstige onderhoud. 3.2 Hekwerken, afrasteringen, steigers en overige zaken Hekwerken, afrasteringen, steigers en overige zaken binnen het werkgebied worden indien nodig tijdelijk verwijderd, op het perceel van de eigenaar opgeslagen en na de werkzaamheden teruggeplaatst met inachtneming van de volgende aandachtspunten: Zaken die in strijd met de bepalingen van de keur op de dijk staan en niet zijn vergund, worden niet door AGV teruggeplaatst. Als een bepaalde zaak zonder de uitvoering van het dijkverbeteringsplan nog geruime tijd zijn functie had kunnen vervullen, neemt AGV de materiaalkosten voor zijn rekening. Het gaat om noodzakelijke aanpassingen om de zaak weer aan zijn functie te laten voldoen. Als het terugplaatsen van zaken niet mogelijk is omdat het materiaal aan vervanging toe is, wordt voorafgaand aan de uitvoering samen met de eigenaar een verdeelsleutel vastgelegd voor de vervangingskosten. Kostbare constructies op of langs de dijk (bijv. onderheide hekwerken) die niet gemakkelijk te verwijderen en terug te plaatsen zijn door de technische uitvoering en omvang zullen niet zonder meer op kosten van waternet worden verwijderd en teruggeplaatst. Per geval wordt voorafgaand aan de uitvoering samen met de eigenaar een verdeelsleutel voor de kosten vastgesteld. AGV kan binnen een project besluiten afrasteringen (palen met schapengaas) geheel te vernieuwen indien dat kostenefficiënter is. 3.3 Opritten en verhardingen De afmetingen en het verhardingsmateriaal van opritten en bestratingen en toegangspaden worden zoveel mogelijk hersteld met het bestaande materiaal, met inachtneming van de volgende uitgangspunten: De helling van de oprit wordt aangepast over een lengte als redelijkerwijs noodzakelijk is, mede gelet op de gebruiksfunctie van de oprit. De bestaande helling van de oprit is daarbij het uitgangspunt. Opritten die voor de dijkverbetering geasfalteerd waren, worden opnieuw geasfalteerd. AGV zorgt ervoor dat het nieuwe asfalt goed wordt aangeheeld op het bestaande asfalt. 7

14 Voor de bestrating is terugplaatsen van het bestaande materiaal het uitgangspunt. Eventuele aanpassingen komen voor rekening van het waterschap. Als terugplaatsen niet mogelijk is omdat het materiaal aan vervanging toe is, komen de materiaalkosten voor rekening van de eigenaar. Eventuele gewenste uitbreidingen en/of verbeteringen, aan de oprit of verhardingen, komen voor rekening van de eigenaar. Verhardingen waaronder terrassen en parkeerplaatsen worden aangepast op het nieuwe talud van de dijk waardoor deze onder een helling worden teruggebracht. Het egaliseren en of ophogen van de verhardingen op de nieuwe hoogte van de dijk, komt voor rekening van de eigenaar. 3.4 Bomen Uitgangspunt is zoveel mogelijk bomen te behouden in het gebied ten behoeve van de LNCwaarden en eventueel als verplichting uit de boswet of kapvergunning van de gemeente. Er worden daarom zoveel mogelijk bomen terug geplant op veilige afstand van de waterkering. Voor te kappen bomen wordt aan de grondeigenaar vervangende jonge aanplant aangeboden. Wat betreft de soort is de te kappen boom het uitgangspunt. In overleg met de grondeigenaar is een andere boomsoort mogelijk. Als er geen plaats is voor een nieuwe boom wordt er geen financiële compensatie aangeboden aan de grondeigenaar. 3.5 Beplanting Indien voor uitvoeren van een dijkverbeteringsplan tuinbeplanting moet worden verwijderd, wordt aan de grondeigenaar een financiële tegemoetkoming aangeboden. Het gaat dus niet om een volledige schadevergoeding. De tegemoetkoming is gebaseerd op de kosten van de vervangende jonge aanplant binnen het werkgebied. De vergoeding kan worden bepaald door een hovenier die de beplanting binnen het werkgebied inventariseert en taxeert. Eventuele kosten voor het opnieuw aanplanten, door de eigenaar zelf of een hovenier, worden niet vergoed. Door AGV worden geen planten verplant of terug geplant als onderdeel van het project. Het staat de eigenaar daarnaast vrij zelf tuinbeplantingen te verplaatsen uit het werkgebied, voor de hoogte van de vergoeding maakt dit niet uit Verminderde bereikbaarheid/omrijdschade/overlast Wat betreft deze vormen van nadeel geldt dat AGV probeert door middel van het treffen van maatregelen het nadeel te beperken. Bijvoorbeeld door middel van tijdelijke bebording, fasering van de werkzaamheden, afspraken met bedrijven over de bereikbaarheid voor toeleveranciers en klanten en afspraken met hulpdiensten. Indien een grondeigenaar van mening is dat desondanks sprake is van onevenredig nadeel, kan een beroep worden gedaan op de Verordening Schadevergoeding AGV. Deze vormen van nadeel worden niet op voorhand financieel gecompenseerd. 1 Let op: voor het hebben van een tuin nabij de dijk kan een Watervergunning vereist zijn. 8

15 Bijlage C. Begrippenlijst

16 Begrippenlijst Algemene begrippenlijst dijkverbeteringen Aanleghoogte B.W.O. B.W.O. - Kering Beheer Beheergebied Berm Beschoeiing Binnendijks Binnenkruin Binnentalud Boezem Boezemland Boezempeil Boezemwaterkering Buitendijks Buitengewoon onderhoud Kruinhoogte van de dijk onmiddellijk na het gereedkomen ervan. Bescherming Waterstaatswerken in Oorlogstijd. Kunstwerk ten behoeve van compartimentering van de watergangen bij calamiteiten. Het geheel van activiteiten dat noodzakelijk is om te waarborgen dat de functies van de waterkering blijven voldoen aan de daarvoor vastgestelde eisen en normen. In de legger gespecificeerd areaal, dat als waterkering wordt aangemerkt en door de waterkeringbeheerder wordt beheerd. Naast of tegen de dijk aangebrachte grond om de dijk te ondersteunen. Constructie van hout, beton, kunststof of staal die een oever van bijvoorbeeld een sloot of waterkant beschermt tegen afkalven. De bewoonde zijde of polderzijde van de dijk De rand waar de kruin overgaat in het binnentalud Het schuin aflopende deel aan de landzijde van de dijk. Zie afbeelding Het geheel van (van nature stilstaande) met elkaar verbonden watergangen die van het buitenwater zijn afgesloten, waarop water uit laag gelegen polders wordt uitgeslagen en/of waaruit water op laag gelegen polders wordt afgelaten en van waaruit het water kan worden uitgeslagen of geloosd naar het buitenwater. Direct op de boezem afwaterend gebied. Waterstand in boezem. Een langs een boezem gelegen grondlichaam, dat enerzijds de lager gelegen poldergebieden beschermt tegen hoger liggend boezemwater en anderzijds de boezem in stand houdt De kerende of de waterzijde van de dijk Ook vaak groot' onderhoud genoemd: onderhoudswerkzaamheden van constructieve aard, zoals vervanging en reconstructie en voor waterkeringen ook ophoging en herstel van door verzakking ontstane scheuren en gaten.

17 Begrippenlijst Buitentalud Compenserende maatregel Damwand Dijk Erosie Fauna Flora Flora- en Faunawet Gemaal Gevolgschade Gewoon onderhoud Grondwaterstand / grondwaterpeil Inspraak Kade Keur Kruin Kruinhoogte Kunstwerk Kwel Kwelscherm Legger Leggerprofiel LNCA-Waarden Hellend vlak van het dijklichaam aan de kerende zijde. Maatregel die gericht is op het vervangen van waarden die verloren gaan. Grondkerende constructie, die bestaat uit een verticaal in de grond geplaatste wand. Waterkerend grondlichaam. Afslijting door de invloed van het water op het dijklichaam. Dieren Planten Nederlandse wet met als doel de bescherming en het behoud van de gunstige staat van instandhouding van in het wild levende planten- en diersoorten. Een inrichting om water van een lager naar een hoger niveau te brengen. Effecten die een overstroming teweegbrengt, zoals slachtoffers, materiële schade, sociale ontwrichting, effecten op gezondheid en welbevinden, of effecten op natuur, landschap, cultuurhistorie en architectuur. Ingrepen zoals maaien, schonen, baggeren, snoeien, materiaal en vuil verwijderen en reparaties van schade veroorzaakt door bijvoorbeeld dieren en mensen. De hoogte van het grondwater ten opzichte van een referentieniveau, bijvoorbeeld NAP. Het betrekken van burgers bij het voorbereiden, vormen of uitvoeren van beleid van de overheid. Dijk die minder dan 2 meter boven het omringende maaiveld uitkomt. Verordening van het waterschap, waarin gebods- en verbodsbepalingen zijn opgenomen en waarvan de naleving door sancties kan worden afgedwongen. Het bovenste gedeelte van een dijk. Zie afbeelding Niveau of hoogte van de waterkering. Door de mens gemaakt bouwkundig object, zoals een sluis. Uittreden van grondwater onder invloed van een waterstandsverschil. Een kwelscherm is een kunstmatige maatregel om kwelwater tegen te houden. Een kwelscherm wordt meestal in of bij een dijk aangelegd. Een register of administratiesysteem waar het waterschap de afmetingen en begrenzingen van al haar waterkeringen en watergangen in bijhoudt. Het voor de kering van water benodigde (theoretische) profiel van een waterkering, waarbinnen zich geen waterkeringvreemde elementen mogen bevinden. De waarden van landschap, natuur, cultuur, archeologie zoals die worden meegewogen bij dijkverbetering.

18 Begrippenlijst Maaiveld Maatgevend boezempeil Maatgevende waterstand (of waterpeil) m.e.r. m.e.r.-beoordeling Mitigerende maatregel NAP Onderhoud Overhoogte Parallelle dijk Planperiode Polder Profiel van vrije Ruimte Regionale waterkeringen Secundaire Waterkering Sluis Stortsteen Stroomrug Talud Hoogte van het grondoppervlak, meestal aangegeven ten opzichte van NAP. Maatgevend boezempeil Afgesproken maximale waterstand van de boezem. Hoogwaterstand die gemiddeld slechts één keer in een lange periode mag worden overschreden, bijvoorbeeld eens in de honderd jaar. Milieueffectrapportage Een m.e.r.-beoordeling is een toets van het bevoegd gezag om te bepalen of er bij een voorgenomen activiteit, zoals bij deze dijkverbetering, mogelijke belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen optreden. Verzachtende, effectbeperkende maatregel. Normaal Amsterdams Peil, het nulpunt van hoogtemetingen in Nederland. Het in stand houden van waterkeringen in overeenstemming met de oorspronkelijke of in de legger bepaalde richting, vorm, afmeting en constructie en het vrijhouden daarvan van vuil en overmatige plantengroei. Zie ook buitengewoon en gewoon onderhoud. Extra hoogte van een waterkering boven de maatgevende hoogwaterstand, in verband met bodemdaling of zeespiegelstijging in de toekomst. Gedeeltelijke verhoging / versterking op een bestaand dijklichaam. periode dat het ontwerp van de dijkverbetering voldoet aan de gestelde veiligheidseisen. Op de boezem uitslaand of lozend gebied met geregelde waterstand. De ruimte die naar het oordeel van het waterschap nodig is om zowel gewoon als buitengewoon onderhoud uit te kunnen voeren en om in de toekomst vereiste versterkingen van de waterkering uit te kunnen voeren. Niet-primaire waterkering. Door Gedeputeerde Staten wordt vastgesteld welke niet-primaire waterkeringen worden aangemerkt als regionale kering en aan welke criteria de regionale keringen dienen te voldoen. Waterkering van regionaal belang die beschermt tegen binnenwater. Een kunstwerk gelegen in een waterkering en in de eerste plaats bedoeld om water te keren. In de tweede plaats dient een sluis om water of schepen door te laten. Breuksteen op het buitentalud aangebracht ter bescherming van de oever. Een stroomrug is een oeverwal langs een verdwenen rivierloop, die zich kenmerkt door zijn van nature gevormde verhoogde ligging. Hellend vlak van een dijklichaam.

19 Begrippenlijst Een talud met helling 1:2 wil zeggen dat een (verticaal) hoogteverschil van 1 meter gelijkmatig over 2 meter (horizontaal) afloopt. Een taludhelling van 1:2 staat gelijk aan een helling van 26 graden ten opzichte van een horizontale vlak. Een taludheling van 1:3, 1:6 en 1:10 staat respectievelijk gelijk aan 18 graden, 10 graden en 6 graden ten opzichte van een horizontaal vlak. helling 1:2 helling 1:3 helling 1:6 helling 1:10 Teen Teensloot / Kwelsloot Variantennota Veendijk Waakhoogte Waterhuishouding Waterkerende constructie Waterkering Verkeersbesluit Waterschap Waterbeheerplan Wegbeheerder Zetting Zienswijze De lijn die overeenkomt met de snijlijn van het waterkeringtalud met het horizontaal gelegen maaiveld dan wel met de bodem van het aangrenzende water. Sloot aan de landzijde van de dijk die tot doel heeft kwelwater op te vangen en af te voeren. Zie afbeelding. Nota die de effecten van dijkverbeteringsvarianten beschrijft en beoordeelt en een voorkeursalternatief aangeeft. Dit voorkeursalternatief is uitgewerkt in dit ontwerpdijkverbeteringsplan. Op veen gefundeerde en uit veen opgebouwde dijk. De minimale hoogte waaraan de dijk volgens de normen moet voldoen (ten opzichte van NAP) Natuurlijke of kunstmatige wijze waarop het aan- en afvoer van water in een gebied verloopt. Constructie die onderdeel uitmaakt van een waterkering of de waterkering vervangt. Kunstmatige hoogten en die (gedeelten van) natuurlijke hoogten of hooggelegen gronden, met inbegrip van daarin of daaraan aangebrachte werken, die een waterkerende of mede een waterkerende functie hebben. Besluit van een wegbeheerder om een bepaald verkeersteken te plaatsen, te wijzigen of in te trekken of een bepaalde fysieke maatregel te treffen. Overheidsinstantie die de waterhuishouding regelt in een bepaalde regio in Nederland, bijvoorbeeld een stroomgebied of afwateringsgebied. Wettelijk verplicht plan dat waterschappen eens in de zes jaar opstellen en waarin ze beschrijven hoe ze zorgen voor schoon water op het juiste peil en droge voeten in hun beheergebied. Overheidsinstelling die openbare wegen beheert. Verticale vervorming van grondlagen, hoofdzakelijk als gevolg van bovenbelasting, de eigen massa en/of het uittreden van water. Formele reactie van een belanghebbende op een ontwerpdijkverbeteringsplan.

20 Bijlage D. Leggertekeningen

21 Binnendijks P Buitendijks P P c Copyright: 2017 Waternet, Amsterdam 2017 Stichting GBKN, Apeldoorn m Legenda Keringen Overig Referentielijn Kernzone Binnenbeschermingszone Buitenbeschermingszone Afwijkende onderhoudsverplichting Water Overige topografie Kunstwerken Gemalen Bruggen Stuwen Duikers Inlaten Sifons Sluizen MIJDRECHT LEGGER VAN DE SECUNDAIRE WATERKERINGEN IN ZEVENHOVEN MET DE DAARTOE BEHORENDE KUNSTWERKEN Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht bij besluit DB BBV d.d Dr. Ir. G.M. van den Top dijkgraaf Drs. H.J. Kelderman secretaris-directeur Waterschap Amstel, Gooi en Vecht Bezoekadres: Korte Ouderkerkerdijk AC Amsterdam Tel Kaartblad 27 Datum: Formaat: A3 Schaal: 1:2.000 Kaartnummer: IB _27

22 Buitendijks b 27a P a 33b 35 35a 11 Binnendijks P a Buitendijks II 12a 28 P Binnendijks P b 12c a 113 Copyright: 2017 Waternet, Amsterdam 2017 Stichting GBKN, Apeldoorn m Legenda Keringen Referentielijn Kernzone Binnenbeschermingszone Buitenbeschermingszone Overig Afwijkende onderhoudsverplichting Water Overige topografie Kunstwerken Gemalen Bruggen Stuwen Duikers Inlaten Sifons Sluizen MIJDRECHT LEGGER VAN DE SECUNDAIRE WATERKERINGEN IN ZEVENHOVEN MET DE DAARTOE BEHORENDE KUNSTWERKEN Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht bij besluit DB BBV d.d Dr. Ir. G.M. van den Top dijkgraaf Drs. H.J. Kelderman secretaris-directeur Waterschap Amstel, Gooi en Vecht Bezoekadres: Korte Ouderkerkerdijk AC Amsterdam Tel Kaartblad 28 Datum: Formaat: A3 Schaal: 1:2.000 Kaartnummer: IB _28

23 P Binnendijks P Buitendijks Buitendijks Binnendijks P Binnendijks P Buitendijks Binnendijks P Buitendijks Copyright: 2017 Waternet, Amsterdam 2017 Stichting GBKN, Apeldoorn m Legenda Keringen Overig Referentielijn Kernzone Binnenbeschermingszone Buitenbeschermingszone Afwijkende onderhoudsverplichting Water Overige topografie Kunstwerken Gemalen Bruggen Stuwen Duikers Inlaten Sifons Sluizen MIJDRECHT LEGGER VAN DE SECUNDAIRE WATERKERINGEN IN ZEVENHOVEN MET DE DAARTOE BEHORENDE KUNSTWERKEN Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht bij besluit DB BBV d.d Dr. Ir. G.M. van den Top dijkgraaf Drs. H.J. Kelderman secretaris-directeur Waterschap Amstel, Gooi en Vecht Bezoekadres: Korte Ouderkerkerdijk AC Amsterdam Tel Kaartblad 29 Datum: Formaat: A3 Schaal: 1:2.000 Kaartnummer: IB _29