Operatie vanwege vernauwing van een halsslagader

Transcriptie

1 Operatie vanwege vernauwing van een halsslagader Chirurgie Vaatchirurgie Polikliniek Hart en Vaten Inleiding Er is bij u een vernauwing van een halsslagader vastgesteld. Deze vernauwing wordt veroorzaakt door vetafzetting en verkalking in de slagader. Dit heet atherosclerose. Verschillende oorzaken kunnen een rol spelen bij het ontstaan van atherosclerose. Dit zijn onder andere roken, hoge bloeddruk, suikerziekte, overgewicht en een te hoog cholesterolgehalte in het bloed. Risico s bij een vernauwing van een halsslagader Door de vernauwing heeft u mogelijk een of meerdere TIA s (Transient Ischaemic Attack) gehad. Dit betekent dat bepaalde lichaamsfuncties als praten, het bewegen van een arm, lopen of zien gedurende korte tijd uitvallen. Dit is een teken van een tijdelijk bloedtekort in een deel van de hersenen. Als de vernauwing ernstig is, kan dit leiden tot een beroerte, waarbij grotere delen van de hersenen worden beschadigd. Een beroerte kan ingrijpende gevolgen hebben voor uzelf en uw omgeving. Om dit te voorkomen wordt u geopereerd. Planning van de operatie Voor de operatie wordt u drie tot vier dagen opgenomen. De chirurg die u zal opereren wordt een week voor de operatie ingedeeld. Hij zal zich voor de operatie aan u voorstellen. Dit is dus niet altijd de chirurg die u op de polikliniek hebt gesproken. Soms moet een geplande operatie worden uitgesteld, omdat een meer spoedeisende situatie voor gaat. Voorafgaand aan uw opname Het preoperatief onderzoek Ter voorbereiding op de ingreep heeft u een gesprek met een anesthesioloog of een nurse practitioner (verpleegkundig specialist) van de afdeling Anesthesiologie. Dit gesprek vindt plaats op de preoperatieve polikliniek van de afdeling Anesthesiologie, ook wel POPA genoemd. Voorafgaand aan dit gesprek vult u uw medische gegevens in op een gezondheidsvragenlijst of op de computer. Tijdens het preoperatieve gesprek komen de volgende zaken aan de orde: Uw medische gegevens. De anesthesioloog geeft uitleg en beantwoordt uw vragen. Stelt u gerust alle vragen die voor u belangrijk zijn en vraag uitleg als iets onduidelijk is. Het is handig als u uw vragen opschrijft zodat u ze bij het gesprek niet vergeet. De anesthesioloog maakt afspraken met u over de noodzakelijke voorbereiding op de operatie (bijvoorbeeld over medicijngebruik). 1

2 De opname De anesthesioloog, die u spreekt tijdens het preoperatief onderzoek, is meestal niet diegene die u op de operatiedag begeleidt; wel zorgt hij ervoor dat alle gegevens en afspraken aan de betrokken collega worden doorgegeven. Als de anesthesioloog het nodig vindt, wordt er bij het preoperatieve onderzoek aanvullend onderzoek gedaan. Dit kan bijvoorbeeld bloedonderzoek, een röntgenfoto of een ECG ( hartfilm ) zijn. Soms heeft de anesthesioloog advies nodig van een andere specialist, zoals een cardioloog of longarts. U ontvangt hiervoor dan een afspraak met deze specialist. Alcohol en roken Als u veel alcohol drinkt, heeft dit een nadelige invloed op de narcose of verdoving. De laatste 12 uren voor de operatie mag u geen alcohol drinken. Roken heeft een aantal nadelige effecten op het functioneren van uw lichaam. Bekend is dat rokers meer complicaties kunnen hebben na operaties en narcose of verdoving. Ook hebben zij vaak meer pijn na de operatie. Wanneer u een aantal weken vóór de operatie niet rookt, is uw longslijmvlies minder geprikkeld. Wanneer u minstens 12 uur voor de operatie niet rookt, is uw bloed beter in staat om zuurstof naar de weefsels te brengen. Daardoor is er minder kans op problemen met uw bloedsomloop. Als u niet rookt en geen alcohol drinkt, heeft dit meestal een gunstige invloed op de wondgenezing. Voorbereiding Op de dag van de opname kunt u thuis gewoon eten en drinken. Op de opnamedag moet u zich uiterlijk uur melden op de afdeling Klinische Neurofysiologie (KNF) op de verpleegafdeling J1VA. Er worden twee patiëntvriendelijke onderzoeken gedaan: een EEG ( hersenfilm ) en een Duplexonderzoek. Het EEG geeft een uitgangswaarde voor de controle van de hersenfunctie tijdens de operatie. Ook wordt een Duplexonderzoek van de halsslagader gedaan om te kijken of er veranderingen hebben plaats gevonden ten opzichte van het laatste onderzoek. Bij het Duplexonderzoek wordt met een stift en pleister de te opereren kant en de exacte splitsing van de halsslagader aangetekend. Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten. U krijgt een van deze onderzoeken in de ochtend. Voor het andere onderzoek moet u om uur weer op de KNF terugkomen. In de middag wordt u ook nog naar het Vaatlaboratorium Chirurgie gebracht voor een Duplexonderzoek waarbij vooral naar de aard van de vernauwing wordt gekeken. Hier kan ook met een stift op de enkel aangetekend worden waar een geschikt stukje ader zit om te gebruiken voor verwijding van het bloedvat. Op de afdeling heeft u een opnamegesprek met een verpleegkundige. Deze vertelt u de dagelijkse gang van zaken op de afdeling. De zaalarts en coassistent stellen u ook nog een aantal vragen en doen een lichamelijk onderzoek. Als u het prettig vindt kunt u om een slaapmiddel voor de nacht vragen. De vaatchirurg komt langs om u nogmaals te informeren over de operatie. U kunt dan ook nog vragen te stellen. U krijgt dagelijks een injectie ter voorkoming van trombose (een bloedstolsel in een bloedvat dat kan ontstaan door te weinig lichaamsbeweging). Uw hoofdbehandelaar is tot de opname de chirurg waarmee besloten is dat u geopereerd zult worden. Mocht u na het opnamegesprek nog vragen hebben dan kunt u die aan deze chirurg stellen. Tijdens de opname, is uw hoofdbehandelaar de chirurg die u opereert. Dit is niet altijd de chirurg waarmee u op de polikliek hebt gesproken. 2

3 Hoe lang mag u voor de operatie niet eten of drinken? Vast voedsel of melkproducten en vruchtvlees bevattende vruchtensappen: tot zes uur voor de operatie. Heldere dranken, zoals appelsap, limonade, thee eventueel met suiker en sportdranken zijn toegestaan, maar ook koffie zonder melk tot twee uur voor de operatie. Een heldere koolhydraatrijke drinkoplossing vermindert insulineresistentie, leidt tot minder dorst, honger, zwakte en concentratiestoornissen voor de operatie. Hiervoor kan Nutricia PreOp gebruikt (pakjes van 200 ml) worden. Tanden poetsen mag ook. Volwassen mogen tot één uur voor de operatie nog maximaal één slokje water voor medicijnen nemen. Eigen medicijnen Tijdens het preoperatieve onderzoek spreekt de anesthesioloog met u af met welke medicijnen u moet stoppen voor de operatie en welke medicijnen u kunt blijven gebruiken. Eigen medicijnen, die u mag blijven gebruiken, kunt u s ochtends gewoon innemen met een slokje water. De dag van de operatie Operatie Complicaties Ongeveer een uur voor de operatie geeft een verpleegkundige u een pijnstiller. Ook kunt u eventueel een rustgevend middel krijgen. Vervolgens krijgt u een operatiehemd of -jasje aan. Uw sieraden en alle piercings, moet u voor de operatie afdoen. Bij narcose laat u ook uw bril en gebitsprothesen achter op de verpleegafdeling. Wanneer u dat op prijs stelt, kunt u uw bril en gebitsprotheses ook uit- en afdoen vlak voor u de narcose krijgt. Op de dag van de operatie gaat u naar de Afdeling Neurofysiologie waar bewakingselectroden voor een EEG (hersenfilmpje) op uw hoofd worden geplakt. Vervolgens brengt de verpleegkundige u naar de voorbereidingsruimte van de operatieafdeling. Time out gesprek Op de operatiekamer worden door de teamleden die aan de operatie meewerken volgens een veiligheidsprocedure een Time Out gesprek gevoerd. Hierbij worden een aantal essentiële gegevens betreffende de operatie, in uw bijzijn, kort gecontroleerd. Daarna wordt u gevraagd om op de operatietafel te gaan liggen. Een verpleegkundige sluit met plakkers bewakingsapparatuur aan. Vervolgens krijgt u een infuus in uw arm. Via dit infuus worden de narcosemiddelen ingespoten. U krijgt antibiotica om infectie te voorkomen. Haren die rond de operatiewond komen te liggen worden weggeschoren. De operatie vindt plaats onder narcose. Via een snede in de hals, juist onder de kaak, wordt de slagader vrijgelegd. Nadat de slagader is afgeklemd wordt deze geopend en worden de verkalkingen verwijderd. Meestal wordt een stukje ader uit het been ter hoogte van de enkel gehaald om de halsslagader bij het sluiten iets wijder te maken. Zoals na alle operaties bestaat ook bij deze operatie de kans op algemene complicaties als wondinfectie, nabloeding, trombose of longontsteking. Er zijn complicaties die zich speciaal bij deze operatie kunnen voordoen. Er kan (tijdelijk) hersenbeschadiging optreden waardoor bijvoorbeeld verlammings- en/of spraakstoornissen kunnen ontstaan. Ook kunnen hartklachten rondom de operatie toenemen De kans op deze complicaties is gelukkig heel klein. 3

4 Delier Kwetsbare oudere patiënten hebben tijdens een ziekenhuisopname een verhoogde kans op een delier. Een delier is een periode van verwardheid die vaak gepaard gaat met waandenkbeelden. Het vergroot ook de kans op andere complicaties. De afdeling probeert met een preventieprogramma de kans op een delier te verkleinen. Als de complicatie toch optreedt wordt in samenspraak met de familie geprobeerd de kans op andere complicaties zo klein mogelijk te houden. Na de operatie Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Als u pijn heeft of misselijk bent, kunt u om medicijnen vragen. Omdat na de operatie de mogelijkheid bestaat dat er schommelingen in de bloeddruk zijn, blijft u tot de volgende dag op de uitslaapkamer. Daarna gaat u terug naar de verpleegafdeling. Ontslag Herstel Nazorg Na de operatie heeft u een aantal slangetjes in uw lichaam. Dit zijn: een infuus voor vochttoediening; een neusslangetje voor zuurstof; een blaaskatheter voor afloop van de urine. Als u weer normaal kunt drinken en eten wordt het infuus verwijderd. Dit geldt ook voor de urinekatheter. Tijdens een ziekenhuisopname kunnen voor strikt medische doeleinden, foto s of film opnamen gemaakt worden. Deze beelden kunnen van belang zijn voor het bepalen van medisch beleid, beoordelen van het genezingsproces, onderwijs of opleiding. De beelden vormen een onderdeel van uw medisch dossier. Hierdoor wordt gewaarborgd dat uiterst zorgvuldig wordt omgegaan met vertrouwelijke informatie. Wanneer u weer helemaal van de operatie zal zijn hersteld, is moeilijk aan te geven. Meestal kunt u binnen één tot twee dagen na de operatie weer naar huis. De dag voor ontslag wordt in een ontslaggesprek met de zaalarts doorgenomen hoe het verdere herstel zal verlopen en welke medicijnen u thuis moet doorgebruiken. Van de verpleegkundige krijgt u een folder mee met adviezen en leefregels na de operatie. Wij leren graag van uw ervaringen. Als er dingen anders zijn gelopen dan u had verwacht dan horen wij dit graag van u. Thuis herstelt u verder van de ingreep. Het is verstandig om goed naar uw lichaam te luisteren en niet te forceren. Uw conditie is verminderd en u zult eerder moe zijn. In de loop van de tijd zal uw conditie verbeteren. Houdt u er rekening mee dat u ongeveer drie weken nodig hebt om te herstellen. Als u naar huis gaat, krijgt u een afspraak mee voor een controle op het vaatlaboratorium en de polikliniek ongeveer zes weken na de operatie. Hierna komt u regelmatig terug op de polikliniek voor controle. 4

5 Vragen Telefoongesprek na uw ziekenhuisopname Ongeveer drie dagen nadat u uit het ziekenhuis bent ontslagen, belt de verpleegkundige van de polikliniek Hart en Vaten u om te vragen hoe het gaat. We horen dan ook graag hoe u de ziekenhuisopname hebt ervaren. Als er dingen zijn die u wilt bespreken kan het handig zijn deze even van te voren op te schrijven zodat u niets vergeet. Als u na het lezen van deze brochure of na het onderzoek/operatie nog vragen heeft, dan kunt u contact opnemen met de verpleegkundige van de polikliniek Hart en Vaten. Het telefoonnummer is (050) , en u vraagt naar toestel De verpleegkundige is bereikbaar van maandag tot en met donderdag van 8.30 tot en op vrijdag van 8.30 tot uur Buiten deze tijden kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp van het UMCG, telefoonnummer (050) De dienstdoende arts adviseert u dan wat u het beste kunt doen. Als u een vraag heeft over de planning van uw opname kunt u die stellen bij het opnamebureau Chirurgie. Telefoonnummer (050) , op werkdagen van 9.00 tot uur. opnamebureau@chir.umcg.nl (vermeldt u bij een altijd uw naam en patiëntnummer, het patiëntnummer vindt u in de linkerbovenhoek van de UMCG-sticker.) Informatieve websites Aantekeningen BB