Landschappelijke inpassing uitbreiding Plastisol BV/ Kronenburg BV. H&S adviseurs

Transcriptie

1 Landschappelijke inpassing uitbreiding Plastisol BV/ Kronenburg BV H&S adviseurs

2 SAB Arnhem

3 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Landschappelijke karakteristiek 9 3. Stedenbouwkundige karakteristiek 11 4 Uitgangspunten 13 5 Inrichtingsvoorstel en beeldkwaliteit 15 colofon SAB Bezoekadres: Frombergdwarsstraat DZ Arnhem Correspondentieadres: postbus AL Arnhem T (020) I E info@sab.nl Contactpersoon: Lettie Vaastra Barbara van Dijk Projectnummer: Datum: 11 december

4 4 SAB Arnhem

5 1 Inleiding Aanleiding Het bedrijf Plastisol BV (hierna: Plastisol), dat is gevestigd aan de Molenveld 5 in Wanroij (gemeente Sint Anthonis), is voornemens uit te breiden. De uitbreiding zal worden benut door het te herintroduceren bedrijf Kronenburg BV. Dit bedrijf zal een nauwe band hebben met het bedrijf Plastisol. Het is de bedoeling dat de uitbreiding aan de oostzijde van het bestaande bedrijf Plastisol gerealiseerd wordt. Het betreft momenteel onbebouwde weidegronden. Om de uitbreiding in het omliggende landschap te passen is een landschappelijk inrichtingsvoorstel gemaakt Ligging plangebied Het plangebied dat voorziet in de uitbreiding van Plastisol is gelegen ten oosten van het bedrijventerrein Molenveld, meer specifiek ten oosten van het perceel van Plastisol aan de Molenveld 5. Het perceel is momenteel in agrarisch gebruik (weide). Terrein uitbreiding Plastisol BV/ Kronenburg BV Aan de noordzijde wordt het plangebied begrensd door de percelen gelegen aan de Molenstraat. Hier zijn onder meer een grondverzetbedrijf en een monumentale molen De ster gelegen aan de overzijde van de Molenstraat. Aan de westzijde grenst het plangebied aan het bestaande bedrijf. Aan de zuid- en oostzijde grenst het plangebied aan het buitengebied. Aan de oostzijde is direct aan de Molenstraat een glastuinbouwbedrijf gelegen. Aanpak en leeswijzer In dit schetsboek wordt allereerst een analyse gemaakt van hoe het perceel is gelegen in de huidige landschappelijke en stedenbouwkundige setting. Vervolgens worden de belangrijkste uitgangspunten genoemd die volgen uit de ruimtelijke analyse. Met deze uitgangspunten is een inrichtingsvoorstel gemaakt voor de landschappelijke inrichting van het totale perceel. Het inrichtingsvoorstel wordt gecomplementeerd door een paragraaf die ingaat op de beeldkwaliteit en het beplantingsassortiment. Luchtfoto met locatie aanduiding 5

6 Enkeerdgronden Bodemkaart Grondwatertrap VI H: 40-80cm L: >120cm Kaart met grondwatertrappen Kaart met belangrijkste landschappelijke structuren en karakterstieken 6 SAB Arnhem

7 2 Landschappelijke karakteristiek Het plangebied is gelegen in een grootschalig akkerbouw/veelteeltgebied ten zuidwesten van Wanroy. Het gebied bevindt zich op een dekzandrug waar in de loop der eeuwen heen mensen zich hebben gevestigd. Rondom het dorp Wanroy en de buurtschappen Den Ham en Hulsbeek zijn essen ontstaan. Essen zijn akkerbouwgebieden rondom een woonkern die door de boeren in de loop der eeuwen zijn opgehoogd met heideplaggen vermengd met mest om ze vruchtbaarder te maken. De bodem op de essen worden enkeerdgronden genoemd. In de omgeving van de essen bevinden zich van oudsher natte broeklanden en droge heidegebieden. Deze waren voor de akkerbouw en veeteelt niet geschikt. Afwateringsloot Open velden met harde grens open gebied en bedrijfsbebouwing Door de uitvinding van kunstmest en nieuwe landbouwtechnieken konden in de loop van de 20e eeuw de tot dan oninteressante gronden in cultuur worden gebracht. Hierdoor is het fysieke onderscheid tussen de verschillende landschapstypen minder zichtbaar geworden. Door de ontginning begin 20e eeuw en de ruilverkavelingen halverwege twintigste eeuw is er een grootschalig akker en veeteeltgebied ontstaan. Dit landbouwgebied is zeer open en wordt gekenmerkt door een gebrek aan opgaande beplanting. Verspreid zijn langs de akkers spaarzame bomenrijen te zien. In de nabijheid van de locatie is langs de sloot een lange bomenrij aanwezig. Rondom de erven is er meer opgaande beplanting te zien. Het plangebied bevindt zich aan de rand van dit open gebied en wijkt wat betreft landschapskarakteristiek niet veel af van de andere percelen in de omgeving. Het gebied is open en grootschalig en opgaande beplanting langs de bedrijven is afwezig. Een reden voor de afwezigheid van beplanting specifiek voor dit gebied is de aanwezigheid van een molen. Beplanting vangt namelijk de wind voor de molen weg. De bebouwing langs de Molenstraat zorgt ervoor dat het open karakter van de gehele es minder zichtbaar wordt door dat doorzichten smaller worden. Weinig beplanting langs sloot, af en toe een knotwilg (Salix alba) Afwezigheid opgaande beplanting in nabijheid molen 7

8 Historische kaart 1910 met projectlocatie Topografische kaart met projectlocatie Kaart met belangrijkste ruimte stedenbouwkundige structuren en karakterstieken 8 SAB Arnhem

9 3 Stedenbouwkundig karakteristiek De Molenstraat maakt onderdeel uit van een belangrijke wegverbinding tussen Mill, Wanroy en Sint Anthonis. Langs de weg liggen verspreide boerderijen. Aan de rand van het projectgebied is er ook één gesitueerd. De laatste jaren hebben een aantal boerenbedrijven plaatsgemaakt voor luxe landhuizen. De woonbebouwing bevindt zich dicht op de wegen. De bebouwing bevindt zich op ruime kavels en oriënteert zich op de Molenstraat en bestaat veelal uit bebouwing met slechts 1 laag en een kap, vaak dwars op de Molenstraat Nieuwe bedrijfsbebouwing is op enige afstand van de Molenweg gesitueerd en bevindt zich aan een parallelweg. Langs de parallelweg vindt ook de ontsluiting van de bedrijven plaats. Tussen de hoofdweg en rijbaan is een stuk openbaar groen gesitueerd. De bedrijven zijn moderne bedrijfsgebouwen van één tot twee verdiepingen en bestaan veelal uit glas en plaatwerk Langs molenweg nog oude bebouwing aanwezig die vaak dicht op de weg is gesitueerd Nieuwe bedrijven op enige afstand van de molenweg In het inrichtingsplan wordt uitgegaan van de realisatie van één bedrijfsgebouw waarin de verschillende beoogde functies uitgebracht worden. Het gebouw krijgt een gelede vorm bestaande uit drie aaneengesloten bouwvolumes. Het voorste bouwvolume, vanuit de Molenstraat gezien, is met een bouwhoogte van circa 6 m het laagste. Dit krijgt plat dak. De overige twee bouwvolumes worden voorzien van een zeer flauw hellend dak. De bouwhoogte van deze volumes is maximaal 9 m hoog. De bebouwing wordt gerealiseerd dicht tegen de bestaande bebouwing aan van het bestaande bedrijf Plastisol. Het bedrijf krijgt een representatieve zijde aan de kant van de Molenstraat. Hier zijn het kantoor en de kantine gelegen en wordt een aantrekkelijke entree gerealiseerd met gevels met veel glas. Mede als gevolg van de nabijheid van de molen, is het bedrijfsgebouw op geruime afstand van Molenstraat gelegen. Rondom de bedrijfsbebouwing wordt een erf gerealiseerd. Aan de zuidzijde blijft een deel van het terrein onverhard. Aan de voorzijde van het gebouw wordt een parkeerterrein voor auto s (personeel en bezoekers) aangelegd en is er ruimte voor een tuin. Molenbiotoop en de invloed op de hoogte voor de nieuwe bebouwing en nieuwe beplanting 9

10 Uitgangspunten 10 SAB Arnhem

11 4 Uitgangspunten De randvoorwaarden vanuit het beleid en de ruimtelijke analyse zijn vertaald in uitgangspunten voor de nieuwe ontwikkeling. Landschappelijke uitgangspunten: Contrast tussen nieuwe bebouwing en open landschap verminderen door een natuurlijke overgang van lage en middelhoge beplanting. Cultuurlijke en meer formelere inpassing aan de voorzijde Landschappelijke en meer natuurlijke inpassing aan de achterzijde Aanleggen van lagere beplanting langs de slootzijde. Hoge opgaande beplanting is niet mogelijk door de ligging binnen de molenbiotoop Gebruik van inheemse soorten zodat de landschappelijke inpassing ecologisch interessanter en waardevoller wordt Vergroten natuurwaarden langs perceelsgrenzen door het aanleggen van poel aan de achterzijde dat tevens als waterberging kan gaan dienen Begeleiding watergang door beplanting aan te sluiten op de reeds bestaande bomen singel langs het water. Stedenbouwkundige uitgangspunten: Bebouwing en opgaande elementen compact op het erf situeren Bebouwing op enige afstand van de weg situeren Representatieve kant op de weg gesitueerd Parkeren auto s zoveel mogelijk aan zicht onttrekken Parkeren vrachtwagens zoveel mogelijk aan achterzijde en afschermen van de omgeving. Ontsluiting vanaf de Molenweg 11

12 boomgroep met heesters als onderbeplanting 16,7 wadi: opp. 1500m², 450m³ waterberging bij 0.3m stijging 30 heuvel 26,7 boomgaard ecologische poel 11,3 nieuwbouw bedrijfshal Plastisol/ Kronenburg Bv wadi parkeerplaats vijver opp 1000m² 500m³ waterberging bij 0.5m stijging wildgroeiend struweel heestersvakken wadii: opp. 500m², 150m³ waterberging bij 0.3m stijging 12 SAB Arnhem

13 5 Inrichtingsvoorstel en beeldkwaliteit Het inrichtingsvoorstel is op te delen in twee onderdelen. De voorzijde is meer cultuurlijk ingericht terwijl de achterzijde meer natuurlijk van karakter is. De kern van de inrichting aan de voorzijde is de vijver. De vijver heeft aan de westzijde een flauwe oever waar oevervegetatie zich kan ontwikkelen. De vijver dient als opvanglocatie voor overvloedige regenval. Tijdens piekafvoeren kan ook het water worden afgevoerd naar een wadi die zich lang de inrit bevindt. Een vlonder aan de rand van de vijver biedt de bezoeker of werknemer een plek om van de tuin en de molen de Ster te genieten. Aan de beide zijden van de vijver is zijn bloemrijke plantvakken met enkele solitaire heesters gesitueerd. Aan de kant van de parkeerplaatsen zijn als overgang van parkeerplaats naar tuin een aantal krentenboompjes gepland. Langs de perceelsgrens van de boerderij zijn lage struwelen gesitueerd. Deze schermen de privétuin van de boerderij af. Aan de noord- en zuidzijde van de tuin wordt een strakke beukenhaag geplant krentenboompje beukenhaag eik berk hazelaar Het natuurlijke deel aan de achterzijde bestaat uit een poel en een aantal boomgroepen. De poel is de nabijheid van de sloot gesitueerd, waardoor de amfibieën makkelijk van de sloot naar de poel migreren.aan de noordzijde van de poel zijn een aantal boomgroepen (eik, berk, hazelaar) gesitueerd met heesters als onderbeplanting. De boomgroepen zorgen ervoor dat de heuvel en het bedrijf vanuit de zuidzijde (vanuit het open landschap) minder zichtbaar zijn. De heuvel is een wens vanuit het bedrijf.. De heuvel is in de nabijheid van de bebouwing gesitueerd zodat deze onderdeel uit gaat maken van de volumes van de bedrijfshallen. De heuvel heeft verschillende hellingspercentages waardoor het mogelijk is om over de heuvel heen te rijden. De heuvel is bedekt met gras. Langs de gehele oostzijde van het perceel wordt een struweel van minimaal 4 meter hoog voorgesteld en bestaat uit inheemse soorten (meidoorn, kornoelje, vlier.). De hoogte van 4 meter is minimaal nodig als lichtafscherming. Lichtafscherming is belangrijk voor vleermuismigratie. Aan de zuidzijde mogen een aantal struweelsoorten uitgroeien tot volwassen bomen. In de noordzijde is dit niet mogelijk in verband met de molenbiotoop (zie pagina 9). kardinaalsmuts zuurbes struikkamperfoelie vlier kornoelje poel heuvel voor testen voertuigen Plastisol plantvakken met lage en hoge heesters nabij de vijver aan voorzijde 13