DEPARTEMENT INDUSTRIELE WETENSCHAPPEN EN TECHNOLOGIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DEPARTEMENT INDUSTRIELE WETENSCHAPPEN EN TECHNOLOGIE"

Transcriptie

1 1 DEPARTEMENT INDUSTRIELE WETENSCHAPPEN EN TECHNOLOGIE Campus Oostende Zeedijk Oostende Tel fax Professionele Bachelor Elektromechanica Luchtvaart Lab Elektronica 1 L. Demeersseman

2 2

3 3 Lab1 De Diode Benodigdheden: - E12-Weerstandenreeksen 0,25W - Diode 1N weerstanden van 27Ω, 1Watt Voorbereiding: * Bestudeer de theorie van de diode (Karakteristiek, invloed van de temperatuur, ) * Ga de gegevens na van de gebruikte diodes. ( Si-diode: 1N4148) - de gelijkstroom die door de diode vloeit (I D of I F ) en de bijhorende spanning (U D of U F ) - de maximale gelijkstroom die continu door de diode mag vloeien. I Dmax of I Fmax (zie "ratings"). -de maximum inverse spanning 1.1. De diode De diode heeft een anode en een kathode. Algemene regel om de twee aansluitingen te onderscheiden is dat de kathode de gemerkte zijde is. Dit merkteken kan een ring zijn, een afronding, een andere kleur,. De andere zijde is de anode. Ga na voor de aangekochte component welke de anode, welke de kathode is Opmeten van de spanning-stroom karakteristiek.(voorwaarts*) a. Met een voorschakelweerstand De weerstand van een diode kan niet met een ohmmeter bepaald worden, gezien deze weerstands-waarde niet constant is. De weerstandswaarde is namelijk afhankelijk van de aangelegde spanning. Wanneer we de spanning over de diode en de stroom door de diode uitzetten in een XY-assenstelsel bekomen we de diodekarakteristiek. Uit de diodekarakteristiek kunnen we de weerstand berekenen door de verhouding te maken tussen spanning en stroom. Meetopstelling: Figuur 1.1** De stroom in de diode kan eventueel gemeten worden door de spanning te meten over R en te delen door de juiste weerstandswaarde (opmeten met ohmmeter!) Fig. 1.1

4 4 * Beredeneer en bereken voor figuur 1.1 de waarde en het vermogen voor de weerstand R. Tip1: R moet zo groot mogelijk zijn teneinde de spanning over D fijn te kunnen regelen. Tip 2: R mag niet te groot genomen worden, aangezien deze weerstand ook moet doorlopen worden van de diodestroom. Het vermogen moet m.a.w. beperkt blijven! Maak desnoods een parallelschakeling om het vermogen te verdelen. Duid de polariteit van de toestellen aan. Waarom wordt er hier geen weerstand meer geplaatst? Meet de karakteristiek op als volgt: ΔU D = 100mV tot I D = 1mA ΔI D = 1mA van 1mA tot 5mA ΔI D =5mA van 5mA tot 25mA ΔI D = 25mA van 25mA tot 150mA Teken uit met Excel! *: We meten enkel het voorwaartse gedeelte van de karakteristiek: dwz.: Positieve spanning en stroom ** We maken hier een meetfout want de gemeten stroom is niet de stroom door de diode! Deze fout is echter klein gezien de weerstand van de voltmeter zeer groot is t.ov. de weerstand van de diode. Teken de diodekarakteristiek. Plaats hierop de gegevens (ook de karakteristiek) die je krijgt van de fabrikant. Vergelijk al die gegevens met je metingen en bespreek. Teken het verloop van de weerstand van de diode in functie van de spanning. Bespreek. b. Met een stroombron. Duid de polariteit van de toestellen aan. Geeft de weerstand van de A- of de V-meter hier aanleiding tot meetfouten? Leg uit. Moet je de schakeling aanpassen? Wanneer? Leg uit. Wat zegt de fabrikant en de theorie over de temperatuursinvloed? Schakel de diode rechtstreeks op een stroombron en meet de stroom met een A-meter, de spanning met een V-meter. Teken de opgemeten karakteristiek en vergelijk met de vorige. c. Invloed van de temperatuur. Ga de invloed na van de temperatuur op de karakteristiek. Plaats een warme soldeerbout bij de diode en meet een aantal punten opnieuw op. Besluit wat er gebeurt. Hoeveel bedraagt de temperatuurscoëfficient?

5 5 Hoe kan je voor een gegeven schakeling grafisch de stroom door en de spanning over een diode bepalen? Teken voor fig. 1.2 en 1.3 de belastingslijnen (merk op: dat werd bij elektriciteit de bronkarakterisitiek genoemd) op de grafieken die je in meting 1.2 gemaakt hebt. Indien je die meting nog niet hebt gemaakt, pas je dit toe op een geïdealiseerde diode. Dat betekent dat de stroom door de diode als hij nog niet geleidt nul is (I D = 0) en dat de spanning over de diode zodra deze geleidt 0,7V blijft.. Lees op de grafiek de instelpunten af. Dat is het snijpunt tussen beide krommen. Hoeveel stroom zal er vloeien in de diode en hoeveel spanning zal er staan over de diode? Hoeveel stroom en spanning zal je hebben door en over elke weerstand? Bereken hiermee het vermogen dat zal vrijkomen in elke weerstand R. Hou rekening met dat vermogen om de juiste R(- schakeling) te solderen! 1.3. Controlemetingen Opgave 1: Instelling met een spanningsbron (figuur 1.2 Controleer het instelpunt (U D, I D ) dat je bepaalde in de voorbereiding voor de schakeling in figuur 1.2. E = 6V; R=68 ; Silicium diode 1N4148 Fig. 1.2 Indien nodig maak je de benodigde serie- en of parallelschakeling om het nodige vermogen te verdelen over meerdere weerstanden. Vergelijk de meting met je voorbereiding en bespreek de afwijkingen. Zijn ze toegelaten/aanvaardbaar? Waarom? Opgave 2: Instelling met een stroombron (figuur 1.3) Controleer het instelpunt (U D, I D ) dat je bepaalde in de voorbereiding voor de schakeling in figuur 1.3. Fig. 1.3 I = 150 ma; R = 68 Si-diode 1N4148 Vergelijk de meting met je voorbereiding en bespreek de afwijkingen. Zijn ze toegelaten/aanvaardbaar? Waarom?

6 6 Lab2 Diodeschakelingen Benodigdheden: - E12-Weerstandenreeksen 0,25W - 4 Dioden 1N Condensatoren: 100pF, 47nF, 10µF,100µ F Voorbereiding: Waarom moet de uitgangsweerstand van een generator zo laag mogelijk zijn? Wanneer is in fig.2.1 e gen =u gen Vooraf: Uitmeten van de uitgangsimpedantie van de laagfrequent-generator. (figuur 2.1) Uitgangsweerstand e gen u gen url RL = 50 Fig. 2.1 Regel de spanning van de generator op een amplitude van 5V onbelast. (frequentie vb. 1kHz). Meet die spanning. Belast nu de generator met een weerstand van 47Ω. Meet opnieuw de spanning. Hoeveel is de klemspanning gedaald? Verklaar? Bepaal aan de hand van deze metingen de uitgangsweerstand van de generator Schets het verloop van de uitgangsspanning in geval van een ideale diode. (met drempelspanning van 0,7V) 1. De enkelzijdige gelijkrichter. (figuur 2.2) 50 1N4148 IRL Egen Ugen RL URL Fig. 2.2

7 7 R L = 10k E gen = 3.sin2π1000t (f=1khz) E gen = de onbelaste spanning, zorg dat de offset = 0V. Neem de klemspanning U gen en de belastingsspanning U R terzelfdertijd op. Doe dit steeds in de stand 'DC' van de oscilloscoop. Vergelijk de opgenomen signalen met deze van de ideale gelijkrichter en bespreek de verschillen. Voer dezelfde meting uit met een weerstand R L van 100 Ω. Regel de amplitude van de generator niet bij. Verklaar de verschillen. Hoe wordt theoretisch de waarde van de rimpel bepaald? 2. Enkelzijdige gelijkrichter met afvlakcondensator. (figuur 2.3) 50 1N4148 IRL Egen Ugen C RL URL Fig. 2.3 R L = 10k E gen = 3.sin2π1000t (f=1khz) C = 47nF * Wat gebeurt er met de rimpel als de frequentie = 100 Hz, als de frequentie = 1kHz? * Wat gebeurt er met de rimpel als de weerstand = 1k, als de weerstand = 100k? * Wat gebeurt er met de rimpel als de condensator = 100 pf, als de condensator = 1µF? M.O.: Om de waarde van een kleine rimpel af te lezen plaats je de oscilloscoop in de stand 'AC'. Meet de stroom in de condensator. Plaats hiervoor een weerstand van 1 Ω in serie met de condensator en oscillografeer de spanning over deze weerstand. Doe deze meting bij een f = 1kHz, C = 2,2µF en R = 10k.

8 8 Teken het verloop van de stroom gedurende positieve en negatieve alternantie. Welke diodes zijn er dan in geleiding en in sper. Waarom? Schets het verloop van de uitgangsspanning in geval van een ideale diode (dus zonder drempelspanning). Wat zal het gevolg zijn als er over de diode, in geleiding, een constante spanning staat van 0,7V (= geïdealiseerde diode)? Simuleer de schakelingen met LTSpice Ga de noodzaak na van het gebruik van een scheidingstrafo. 3. Dubbelzijdige gelijkrichting. (figuur 2.4) Egen Fig. 2.4 Ugen D1 D3 Om het massaprobleem te omzeilen, zullen we de spanning toevoeren via een scheidings-transformator (1:1). (Trafo ter beschikking in het lab). Voer dezelfde metingen uit als bij de enkelzijdige gelijkrichting. Plaats vervolgens een condensator in parallel met de weerstand en onderzoek de gelijkrichting die je daardoor bekomt. Voer dezelfde metingen uit als bij de enkelzijdige gelijkrichting met afvlakcondensator. D2 D4 RL URL Hoe wordt theoretisch de waarde van de rimpel bepaald? Bereken de rimpel voor elk van de op te meten schakelingen. Simuleer elke schakeling met LTSpice

9 De spanningsvermenigvuldiger. Test de schakeling trapsgewijze uit! Bronspanning: 16Vptp, 1kHz C1 100µF/25V D1 Simuleer de schakelingen, zowel onbelast als belast met R. Merk op dat je in de simulatie geen transformator moet plaatsen omdat deze er enkel staat om alle spanningen te kunnen meten. Leg dat uit. Bekijk alle spanningen die voorkomen in de schakeling en leg aan de hand hiervan de werking uit van de schakelingen. Bepaal het vermogen dat in de weerstand R zal vrijkomen. Meet alle spanningen op. Duid in je verslag de zin van de opgemeten spanningen aan. Verklaar de werking van de schakeling. Welke verschillen tref je aan ten opzichte van de voorbereiding? Verklaar dat. Belast nu de diode met een volgende trap (zie hieronder). Heeft dat gevolgen voor op de spanningen die je hiervoor hebt opgemeten? Toon aan met metingen en verklaar? C1 100µF/25V D1 D2 Soldeer vooraf de schakeling zo dat je trap per trap kunt inschakelen. Let op de polariteit van condensatoren en dioden C2 100µF/25V Meet ook de spanningen over C2 en D2. Duid de spanningszin aan op de tekening. Verklaar de opgemeten spanningen. Zijn er verschillen met de theorie en met de simulatie? Welke? Verklaring? Plaats nu 2 extra trappen aan de schakeling. Meet de spanningen die hierin voorkomen en leg de werking uit. Vergelijk met de theorie en de simulatie. Herken je in deze schakeling een soort herhaling? Hoe komt dat? Waarom noemt men deze schakeling een spanningsvermenigvuldiger? Leg dat uit.

10 Belast vervolgens de schakeling met de weerstand R van 10k. C1 C3 100µF/25V 100µF/25V D1 D2 D3 D4 C2 C4 100µF/25V 10k 100µF/25V R Simuleer de schakeling en teken het in- en uitgangssignaal. Verklaar de werking van de schakeling. Wat gebeurt er als je de spanningen wijzigt? Wat zou er gebeuren zonder D1 en D2 (dus als je de dioden vervangt door een draad)? Fig. 2.5 Wat gebeurt er met de klemspanning van de generator? Verklaar dat. Vergelijk met de simulatie. Idem voor de spanningen over de condensatoren, de spanningen over de diodes en de spanning over de weerstand. 5. "Clipper" schakeling e D1 D2 E R Stel de waarheidstabel op van een AND-poort en een OR-poort. Bepaal voor elke schakeling en voor elke ingangstoestand welke diode geleidt en welke uitgangsspanning je mag verwachten. Leg uit. Fig. 2.6 Meet het signaal dat je bekomt over de belasting R=10k voor e = 5.sin(2π1000t) V en E = 3V Bespreek en verklaar. Wat is de functie van D1, D2? 6. Logische funkties met dioden Vervolledig de waarheidstabel en bepaal zo welke functie uitgevoerd wordt m.b.v. dioden. Neem als H-niveau = 5V, een L-niveau = 0V Schakeling 1:

11 11 D1 E1 D2 E2 R 1k uout Fig. 2.7 E1 E2 u out [V] L L L H H L H H Uitgang (H of L) Vergelijk met je voorbereiding. Schakeling 2: VCC=5V D2 R 1k DIODE D3 E1 E2 uout Fig. 2.8 E1 E2 u out [V] L L L H H L H H Uitgang (H of L) Vergelijk met je voorbereiding.

12 12 Lab3 De Zenerdiode Benodigdheden: - E12-Weerstandenreeksen 0,25W - Condensatoren: 100pF, 47nF, 1µF, 2,2µF - 1 Zenerdiode BZX85/C5V6 Voorbereiding: Wat is het gedrag van een zenerdiode in doorlaat en in sper? Bereken voor de gegeven zener de maximum zenerstroom zowel in doorlaat(i Fmax ) als in sper (I Zmax). Houd hier rekening met het maximum vermogen en de(nominale) zenerspanninng. Vergelijk met de gegevens van de fabrikant. Hoe bepaal je R S en R D? Bij welke waarde van R zal de schakeling in fig.3.1 nog stabiliserend werken? Wat is de minimum weerstandswaarde R min en de maximumum weerstandswaarde R max. Welke zijn de twee stabilisatiefaktoren bij deze uiterste R-waarden? 1. De zenerkarakteristiek. Als zenerdiode gebruiken we BZX85/C5V6: P max = 1,3W, U z = 5,6V. Meet de karakteristiek op, werk hierbij met een stroombron. Doe de meting tot 90% van I zmax. Onderzoek in een aantal punten de invloed van de temperatuur op de zenerkarakterisitiek. Teken de zenerkarakteristiek. Bepaal bij 10% en 90% van I zmax de statische weerstand R s en de dynamische weerstand R D van de diode. 2. Instelling van de zenerdiode. Opgave 1: Fig. 3.1 Bepaal het instelpunt voor een R-waarde van 220Ω. (door tekenen van de bronkarakteristiek of belastingslijn). Controleer door meting. Vergeet niet de vermogensdissipatie in de weerstand na te gaan!! Hoe zit het met de stabilisatie van de zenerdiode. Controleer door meting. (Leg een sinusvormig signaal met een amplitude van 1V en een offsetspanning van 10V aan en meet de rimpel over de zenerdiode). R Iz 20V Uz BZW85/C5V6 Fig. 3.1

13 13 Opgave 2: It R 20V Iz Uz RL 470 Bij welke waarden R min en R max van R zal de schakeling in figuur 3.2 nog stabiliserend werken. Bereken deze waarden. Bepaal het instelpunt voor een R-waarde van 220Ω. Bereken dit punt en bepaal dit ook grafisch door het tekenen van de belastingslijn of bronkarakteristiek. Bepaal het vermogen gedissipeerd in beide weerstanden Fig. 3.2 Ga de instellingen na door opmeten van spanningen en stromen. Opgave 3: (theoretisch) Bereken voor de schakeling in figuur 3.3 de minimum en maximum waarde van R opdat de schakeling nog stabiliserend zou werken, zowel voor open als voor gesloten schakelaar. Deze schakeling moet niet uitgemeten worden. It S 1 2 R 15V Iz Uz RL 470 R1 68 Fig. 3.3 Noot: Opmeten Zenerkarakteristiek met oscilloscoop. Kies de gepaste secondaire spanningen. De weerstand van 1k bepaalt de stroom in de zener (vb. 16/1k = 16mA) 1) Display : format XY 2) CH2/menu/ Invert ON Temperatuursgedrag nagaan:

14 14 220V/50Hz V 8V 1k - ID (-Ch2) 0 UD (Ch1) M.O:Scoopinstellingen voor de digitale scopen uit B204) 3) Display/Persist/infinite Raak met de soldeerbout de kathode aan om op te warmen. De junctietemperatuur kan als volgt berekend worden: 200mV Vb. ΔU D = 200mV: T j = 25 C+ 2mV C = 125 C

15 15 Lab4 De transistor Benodigdheden: - E12-Weerstandenreeksen 0,25W - Condensatoren: 2x100µF - 1 Transistor BC547B -Zoek de gelijkstroomversterkingsfaktor h FE of β op in de gegevens van de fabrikant. -Bereken de waarden R B en R C zodat I C = 10mA 1. Instelling met basisweerstand 1.1. De DC-instelling U CC en U CE = = 10V. 2 Rond af naar E12-waarden. Wat wordt het nieuwe instelpunt tengevolge van de weerstandsafronding? RB RC VCC=20V IC BC547B IB UCE -Waarom wordt U CE = U CC 2 genomen? Fig Transistor BC547B -Bouw het schema en meet de DCinstelling: U BE, U CE, U RC, U RB. Bereken de stromen (I C en I B ) uit de gemeten spanningen. -Welke invloed ondervindt de schakeling door temperatuurstijging. Verwarm de component met een soldeerpunt op 1 cm afstand. Wat gebeurt met U BE, U CE? 1.2. AC-gedrag van de schakeling Om een AC-signaal toe te voeren of af te takken maakt men gebruik van koppelcondensatoren.

16 16 VCC=20V Zoek de parameters op voor het vereenvoudigde h-model. Bereken de versterking m.b.v. het vereenvoudigde h-model M.O: De parameters zijn vermeld voor een I c = 2mA. Maak gebruik van de grafiek relatieve parameters om te herrekenen naar I c = 10mA. De invloed van U CE is verwaarloosbaar. - Bereken de theoretische wisselspanningsversterking (A v ) van de schakeling. Hoe groot moet de amplitude van het ingangssignaal zijn, opdat de amplitude van het uitgangssignaal 2V zou bedragen? ui CB + Fig. 4.2 RB IB,ib BC547B R L = 100k, C B = C C = 100uF RC IC,ic 0 CC + UCE,uce RL -Controleer of de DC-instelling echt niet beïnvloed wordt door het bijplaatsen van de condensatoren. Meet de DC-spanning over R L. Verklaar. -Bereken de theoretische wisselspanversterking (A u ) van de schakeling. Hoe groot moet de amplitude zijn van het ingangssignaal (U im ), opdat de amplitude van het uitgangssignaal (U om ) 2V zou bedragen? -Voer dit signaal (u i ) toe met een frequentie van 1kHz. Regel de amplitude van het ingangssignaal (U im ) zodat de amplitude van het uitgangssignaal (U om ) = 2V. Vergelijk beide signalen op de scoop. Wat stel je vast. Bereken de spanningsversterking. -Verander de DC-offset van het ingangssignaal, wat gebeurt er met het uitgangssignaal en met u be. Bekijk dit met de scoop. Wat is de funktie van C B en C C. Invloed van de tegenkoppeling: Om je een beeld te kunnen vormen van het effect van de tegenkoppeling moet je R c vervangen door een weerstand die 2 "E-12" waarden groter is dan de berekende waarde. Meet opnieuw de DC-instelling op. Dit resultaat moet je dan vergelijken met de resultaten van de 2 volgende metingen! -Bereken de waarden R B1,R B2 en R C zodat I C = 10mA en U CE = V cc /2 = 10V. Rond af naar E12-waarden. Wat wordt het nieuwe instelpunt tengevolge van de weerstandsafronding? 2. Instelling met spanningstegenkoppeling. Gebruik voor de berekeningen dezelfde parameters als deze die je bij de vorige berekeningen opzocht. Maak geen gebruik van opgemeten waarden!

17 DC-instelling. VCC Rc RB1 Cc CB 100uF 100uF U RB2 RL Fig. 4.3 U cc = 20V,R L = 100kΩ,C B = C C = 100µF - Bouw het schema en meet de DC-instelling: U BE, U CE, U RC, U RL, U RB1 en U RB2. Bereken de stromen I C en I B uit de gemeten spanningen. - Bereken de gelijkstroomversterking (h FE ). - Vergelijk berekende en gemeten waarden. - Hermeet het instelpunt (U CE, I C ) met een soldeerpunt op ongeveer 1cm afstand van de transistor. Vergelijk met het resultaat zonder tegenkoppeling. Bereken de versterking m.b.v. het vereenvoudigde h-model. Hoe groot moet de amplitudede van het ingangssignaal zijn opdat de amplitude van het uitgangssignaal 2V zou bedragen? 2.2. AC-gedrag. - Voer het signaal u i toe met een frequentie van 1 khz. Regel de amplitude U im zodat de amplitude U RL =2V. Vergelijk u i en u o samen op de scoop. Wat stel je vast? Bereken de spanningsversterking.meet nu het in- en uitgangssignaal op met het digitaal toestel (stand AC).Waarom verschillen de opgemeten waarden? Bepaal opnieuw de spanningsversterking.vergelijk met de berekende versterking.

18 Bereken R B1, R B2 en R C zodat I C = 10 ma en U C = U CC /2 = 10V.Stel I B1 = 11.I B Rond af naar E12-waarden. Merk op dat U C = U CE + U RE. Waarom wordt er nu een kleinere waarde gekozen voor U CE. - Wat wordt het nieuwe instelpunt tengevolge de weerstandsafronding? Om dit te vinden stel je best het Thevenin equivalent op van de instelschakeling. Enkel U BE blijft 0,65V. De stroom door R B1 zal niet meer 11 keer de stroom I B zijn. 3. Instelling met stroomtegenkoppeling. Fig. 4.4 ui CB IB1 IB2 RB1 RB2 IB,ib VC VCC RC RE CC IC,ic U CC = 20V,R L = 100kΩ,C B = C C = 100µF,R E = R C /10 UCE RL url 3.1. DC-instelling. - Bouw het schema en meet de DC-instelling: U BE, U CE, U RC, U RL, U RB1 en U RB2. Bereken de stromen I C en I B uit de gemeten spanningen. - Bereken de gelijkstroomversterking (h FE ). - Hermeet het instelpunt (U CE, I C ) met een soldeerpunt op ongeveer 1cm afstand van de transistor. Vergelijk met het resultaat zonder tegenkoppeling.

19 Het AC-gedrag. -Bereken de theoretische versterking (A v ) van de schakeling. Hoe groot moet de amplitude van het ingangssignaal zijn, opdat de amplitude van het uitgangssignaal 2V zou bedragen? - Voer het signaal u i toe met een frequentie van 1 khz. Regel de amplitude U im zodat de amplitude U RL =2V. Vergelijk u i en u o samen op de scoop. Wat stel je vast? Bereken de spanningsversterking. Meet nu het in- en uitgangssignaal op met het digitaal toestel (stand AC). Waarom verschillen de opgemeten waarden? Bepaal opnieuw de spanningsversterking. Vergelijk met de berekende versterking Invloed van de ontkoppelcondensator over R E. VCC RB1 RC IB1 CB IB,ib VC CC IC,ic UCE RL url IB2 ui RB2 RE + CE Fig. 4.5 CB, CC, C E = 100µF - Welke invloed heeft dit op de DC- instelling?. - Welke invloed heeft dit op de AC- versterking?

20 7 4 V+ V- 20 Lab 5 De opamp Benodigdheden: - E12-Weerstandenreeksen 0,25W - Opamp Condensatoren: 100pF, 47nF, 1µF, 2,2µF - 2 Dioden 1N4148 Voorbereiding: Hoe maakt men een nietinverterende versterker? Teken de schakeling. Hoe bepaalt men de gesloten lusversterking (A CL ) van zo'n schakeling? Waarom spreekt men van "niet-inverterende" versterker? Bepaal de twee weerstanden die nodig zijn om een versterking van 11 te bekomen? Kies ze uit de E- 12 reeks, met een waarde van enkele kω. Hoeveel moet de ingangsspanning zijn opdat de uitgang 10V zou bedragen? Soldeer de schakeling. 1. Niet inverterende versterker. Metingen. De symmetrische voeding voor de opamp maken we als volgt: V -Vcc Fig V V massa +Vcc R2 R1 2 ua OUT 6 uin uout +15V Fig. 5.2 Leg aan de ingang van de schakeling(=uin) schakeling 0 V aan (klem 3 verbinden met massa). Meet de uitgangsspanning. Leid hieruit de offsetspanning van de opamp af. Is het nodig om een

21 7 4 V+ V- 21 Wat is de "Slewing Rate" van een opamp? Zoek op in de gegevens van de fabrikant. offset-schakeling te voorzien? Leg aan de ingang een sinus aan met een amplitude zodat de amplitude van de uitgangsspanning 10V zou bedragen. Meet beide spanningen met oscilloscoop en het digitale meettoestel en bepaal de spanningsversterking. Vergelijk met de theoretische berekening. Ga na welke de invloed is van de frequentie op de spanningsversterking. Verhoog de frequentie met een decade (1, 10, 100,1k,10k,100k..)en bepaal telkens de spanningsversterking. Vanaf welke frequentie treedt er vervorming op? Leg aan de ingang een blokgolf aan. Bepaal de slewing rate van de opamp en vergelijk deze met de gegevens van de fabrikant. Hoe maakt men een inverterende versterker? Teken de schakeling. Hoe bepaalt men de gesloten lusversterking (A CL ) van zo'n schakeling? Waarom spreekt men van "inverterende" versterker? Bepaal de twee weerstanden die nodig zijn om een versterking van - 10 te bekomen? Kies ze uit de E-12 reeks, met een waarde van enkele kω. Hoeveel moet de ingangsspanning zijn opdat de uitgang 10V zou bedragen? 2. De inverterende versterker. Metingen: uin R1 Fig. 5.3 ua V +15V OUT R2 6 Leg aan de ingang van de schakeling 0 V aan (verbinden met massa). Meet de uitgangsspanning. uout Leid hieruit de offset-spanning van de opamp af. Is het nodig om een offset-schakeling te voorzien? Leg aan de ingang een gelijkspanning aan opdat de uitgangsspanning 10V zou bedragen. Meet beide spanning op met oscilloscoop en het digitale meettoestel en bepaal de spanningsversterking. Vergelijk met de theoretische berekening.

22 7 4 V+ V- 7 4 V+ V- 22 Bepaal voor de schakeling het verband tussen ingangsspanningen U 1 en U 2 en de uitgangsspanning. Bewijs door superpositie toe te passen. 3. Toepassingen De sommator. R1 R2 u1 u2-15v R3 ua OUT 3 + uo +15V Fig. 5.4 R 1 = 3k9 R 2 = 2k2 R 3 = 5k6 Leg aan de ingangen van de schakeling volgende spanningen aan: u 1 = 1V u 2 = 2 sin(2π1000t)v. Bereken de waarde van de uitgangsspanning. Maak de schakeling, meet de uitgangsspanning u o en vergelijk dat met je berekening Trapsspanningsgenerator. C2-15V Ga de werking na van volgende schakeling. Bereken de condensator C1 in funktie van de stapgrootte van de generator. uin C1 D1 D2 ua OUT V 6 uout Fig. 5.5 Neem als ingangssignaal een blokvormige spanning van 3V ptp en een voldoende lage frequentie (vb. 100Hz). Meet het uitgangssignaal en vergelijk met de berekeningen. Wat gebeurt er als C2 volledig opgeladen is? Hoe kan de cyclus opnieuw starten? Neem voor C1 en C2 twee condensatoren waarvan de verhouding van de capaciteit = 10.

23 7 4 V+ V- 23 Hoe bepaalt men de in- en uitschakelspanning van de Schmitttrigger? Bepaal de weerstanden om in te schakelen bij "+3V". Wat gebeurt er met de uitgangsspanning? Teken de uitgangsspanning in funktie van de ingangsspanning? Hoe slaagt men erin de in- en uitgangsspanning asymmetrisch te plaatsen t.o.v. 0 Volt. Bepaal de uitbreiding die nodig is om in te schakelen bij "+8V" en uit te schakelen bij "+2V" De Schmitt-Trigger. -15V ua OUT 3 + uin +15V R1 Fig. 5.6 Bereken de weerstanden voor in- en uitschakelen bij +3V en -3V. Soldeer de schakeling. Plaats een potentiometer van 10kΩ om de uitgangsspanning af te takken en terug te koppelen naar de nietinverterende klem. Meet van de schakeling de uitgangsspanning in funktie van de ingangsspanning. (=hysteresis). Plaats hiervoor de scoop in "XY-mode". Bepaal telkens de in- en uitschakelpunten, evenals de hysteresis. Welke invloed heeft de frequentie op het uitgangssignaal? 3.4. De niet-inverterende Schmitt- Trigger (zoek schema van een niet-inverterende ST en verklaar de werking a.d. hand van een tijdsdiagramma)

24 24 Lab6 Logische poorten 1. Theoretische voorstudie In deze oefening gaan we de werking na van enkele basisschakelingen uit de digitale technieken. We zullen daarbij gebruik maken van funkties en eigenschappen uit de Boole-algebra. Een voorbeeld van een Booleaanse funktie is de AND-funktie: A en B zijn de ingangsveranderlijken: Q is de uitgangsveranderlijke. Deze veranderlijken kunnen slechts twee waarden aannemen, nl.: 0 en 1. De waarde van Q die met een bepaalde combinatie van A en B overeenstemt, kan uit de waarheidstabel afgeleid worden. Voor een AND-funktie geldt de volgende tabel: Q = A.B A B Q Een AND-funktie is dus alleen logisch 1 wanneer beide ingangsveranderlijken logisch 1 zijn. De OR-funktie: Q = A + B A B Q De OR-funktie is logisch 1 wanneer minstens één ingangsveranderlijke logisch 1 is. De NOT-funktie: Q = A A Q De uitgangsveranderlijke is het tegenovergestelde van de ingangsveranderlijke.

25 25 De NAND-funktie: Q = A. B A B Q Een NAND-funktie wordt verkregen door een AND-funktie te inverteren. (nand is de samenvoeging van not en and). NOR-funktie: A B Q Een NOR-funktie wordt verkregen door een OR-funktie te inverteren (NOR is de samenvoeging van NOT en OR). EXOR-funktie: Q = A 0 B A B Q Een EXOR-funktie is alleen logisch 1 wanneer slechts één enkele ingang logisch 1 is (EXOR = exclusieve OR). EXNOR-funktie: Q = A 0 B De EXNOR-funktie wordt verkregen door een EXOR-funktie te inverteren. De elektronische schakelingen die de bovenstaande Boolese funkties realiseren, worden logische poorten genoemd. Ze worden symbolisch als volgt voorgesteld.

26 26 Fig.6.1 Praktisch kunnen al deze poorten in verschillende technologieën uitgevoerd worden (TTL,CMOS,ECL,...). In deze oefening zullen we enkel gebruik maken van TTL-logica. De logische waarden 0 en 1 stemmen dan (theoretisch) overeen met resp. 0 en 5V. 1. Opgaven 2.1. De Nand-poort (TTL- IC7400) Bepaal uit de technische gegevens van dit IC, de parameters V ILmax, V IHmin, V OLmax, V OHmax V ILMAX = de maximale ingangsspanning die nog als een logische 0 kan beschouwd worden. V IHMIN = de minimale ingangsspanning die nog als een logische 1 kan beschouwd worden. V OLMAX bij I OLMAX maximale uitgansspanning bij een logische uitgang 0. Hierbij moet de waarde van de stroom gespecifieerd worden die door de uitgang van de poort opgenomen wordt. Wanneer de uitgang van een poort logisch 0 is, dan leveren de poorten die eraan verbonden zijn, elk een stroom van 1,6mA. Aangezien een TTL-poort maximaal 10 poorten kan sturen ("fan-out" = 10) zal de maximaal opgenomen stroom bij een logische 0, 16 ma bedragen. V OHMIN bij I OHMAX = de minimale uitgangsspanning bij een logische uitgang 1. (Hierbij moet de waarde van de stroom gespecifieerd worden die door de uitgang van de poort geleverd wordt). Wanneer de uitgang van een poort logisch 1 is, dan levert die poort een bepaalde stroom aan de poorten die eraan bevestigd zijn ( -40µA/poort). Aangezien de fan-out van een

27 27 poort gelijk is aan 10, zal de maximaal afgeleverde stroom bij een logische 1, -400µA bedragen. Het min-teken duidt enkel aan dat de stroom door de poort geleverd wordt. I ILMAX = maximale stroom die bij een logische 0 door de ingang van een poort aan een vorige poort geleverd wordt. I IHMAX = maximale stroom die bij een logische 1 door de ingang van een poort opgenomen wordt. - Controleer door meting de waarheidstabel van een NAND-poort. Noteer de gemeten spanningen. - Met behulp van een NAND-poort kan een TTL-signaal al dan niet doorgelaten worden (fig.6.2) Test deze schakeling uit. Gebruik hierbij een TTL-signaal met een duty cycle van 50% en een frequentie van 100Hz, 1kHz en 100kHz. Neem de oscilloscoopbeelden over in A,B en Q. Fig Welke funkties worden gerealiseerd? Stel de waarheidstabel op en controleer door meting. Fig.6.3 Stel de logische vergelijkingen op om een opteller te maken 2.3. Half adder Bouw een schakeling die het mogelijk maakt om twee binaire getallen met elkaar op te tellen (Fig.6.4). Gebruik uitsluitend Nand-poorten.

28 28 Fig Elektronische schakelaar. Bouw een schakeling die het mogelijk maakt een signaal A of een signaal B door te geven naar een punt C. Het omschakelen moet bepaald worden door een stuursignaal D. (Fig.6.5). Gebruik uitsluitend Nand-poorten. Fig.6.5 algebraïsch kunnen we deze schakelaar als volgt omschrijven: C = (A.D) + (B. D ) Werk deze funktie verder uit zodat ze kan uitgevoerd worden met NAND-poorten. Maak hierbij gebruik van de volgende stellingen uit de Boole-algebra. X =X en X Y = X.Y

29 Monostabiele multivibrator. In fig.6.6 wordt een voorbeeld gegeven van een monostabiele multivibrator die opgebouwd is met Nand-poorten. Dergelijke schakeling levert op commando van een stuurimpuls, één uitgangsimpuls af met een welbepaalde duur. Fig.6.6 Test deze schakeling uit. Neem als stuursignaal een TTL-signaal met een frequentie van 200Hz en een tijd T A die kleiner is dan T D (T D ~RC) Neem de oscilloscoopbeelden over in A,B,C en D en geef er een verklaring voor. Houd daarbij rekening met de volgende elementen. - De spanning over een condensator kan niet ogenblikkelijk veranderen. Wanneer de spanning dus in het punt B plots van waarde verandert, dan zal die zelfde spanningssprong ook in het punt C terug te vinden zijn. - De tweede Nand-poort wordt als een aktieve versterker gebruikt. Zijn ingangsspanning ligt immers ook tussen 0,8 en 2 Volt. Men mag echter aannemen dat de uitgangsspanning omslaat bij een ingangsspanning van 1,3V. (zie fig. 6.7) Fig.6.7

30 30 Lab7 Flip-Flops 1. Theoretische voorstudie. Flip-flops of bistabiele multivibratoren zijn evenals logische poorten belangrijke componenten in de digitaaltechniek. De klanken van het woord "flip-flop" drukken min of meer de werking uit van dergelijke multivibratoren: met behulp van een impuls worden ze van de éne stabiele toestand (flip) in de andere stabiele toestand (flop) geschakeld. In deze oefening zullen we werken met één van de meest gebruikte flip-flops in de TTLfamilie, nl. de JK master-slave flip flop (type 7476) Werking: Bij de stijgende flank van de klok (C1) worden de toestanden van J en K gelezen. Bij de dalende flank van de klok wordt de volgende waarheidstabel uitgevoerd. J K Q 0 0 Rust Verandert * J = 0, K = 0 De flip-flop reageert niet op klokimpulsen. De laatste toestand op Q blijft behouden. * J = 1, K = 0 De uitgang Q wordt zeker 1 * J = 0, K = 1 De uitgang Q wordt zeker 0 * J = 1, K = 1 De uitgang zal veranderen. Als Q gelijk was aan 0, wordt Q = 1. Als Q gelijk was aan 1, wordt Q = 0

31 31 De uitgang Q is steeds de inverse van Q. De JKmaster- slave FF beschikt ook nog over twee andere ingangen, nl. de set en de reset. Deze ingangen werken asynchroon. dwz. onafhankelijk van de klok. Het cirkeltje voor de ingangen beduidt dat deze ingangen actief zijn bij een 0. * S = 0 R = 1 De set is actief. De uitgang wordt 1. * S = 1 R = 0 De reset is actief. De uitgang wordt 0. * S = 1 R = 1 Er wordt noch geset, noch gereset. * S = 0 R = 0 Een van beide is "dominant". Test uit. 2. Opgaven Asynchrone tellers. Binaire tellers kunnen gemakkelijk opgebouwd worden m.b.v. flip flops. In fig. 7.1 wordt een voorbeeld gegeven van een asynchrone 16-teller. 16-teller: Met 4 flip-flops kan een teller opgebouwd worden met een capaciteit van 4 bits. In totaal zijn er dan 2 4 (=16) combinaties mogelijk. In fig. 7.1 corresponderen Q A, Q B, Q C en Q D respectievelijk met 2 0, 2 1, 2 2 en 2 3. asynchroon: De vier flip-flops worden in serie geschakeld. De stuurimpuls wordt van de éne trap naar de andere doorgegeven. Bij synchrone tellers wordt de stuurimpuls gelijktijdig aan alle flip-flops toegevoerd. Fig.7.1 Test deze schakeling uit. Plaats op elke Q -uitgang een LED die gaat oplichten bij een toestand 0. Bereken de bijhorende weerstand R. Neem van de klok, Q A, Q B,Q C en Q D de beelden over zodat de deling van de klokfrequentie duidelijk tot uiting komt. Maak een samenvattende tabel van de verschillende toestanden.

32 32 klokimpuls Q D Q C Q B Q A Bouw de vorige schakeling om tot een asynchrone 10-teller. Bij de aanvang van de tiende impuls moet een eenvoudige poortschakeling de flip-flop resetten, zodat de teller opnieuw in de nul-toestand komt. Aldus worden de zes overtollige tellertoestanden (hexadecimaal): A, B, C,D,E en F uitgeschakeld. Test de schakeling uit op een frequentie van 10 khz. Neem de beelden over van de klok,q A, Q B,Q C en Q D Schuifregisters In de digitaaltechniek maakt men voor het overbrengen van bitcombinaties dikwijls gebruik van schuifregisters. Ook deze digitale schakelingen kunnen m.b.v. flip-flops uitgevoerd worden. Eén van de meest eenvoudige uitvoeringen wordt weergegeven in fig. 7.2 Werking: Elke flip-flop neemt bij de stijgende flank van een klokpuls, de informatie in zich op van de voorgaande flip-flop. Bij de dalende flank komt deze informatie aan zijn uitgang. Dergelijke werking is slechts mogelijk wanneer de J-ingang nooit dezelfde logische toestand heeft als de K-ingang. In het geval immers dat J en K beide 1 zijn, slaat de flipflop bij elke impuls om; wanneer J en K beide 0 zijn, dan vindt er in het geheel geen omslaan plaats. Het is om die reden dat er tussen de J- en K-ingang van de eerste flipflop een inverter geplaatst wordt. Bemerk ook dat de klokimpulsen synchroon toegevoerd worden. Fig.7.2 Bestudeer de werking van deze schakeling. Test deze schakeling uit door het binair getal in te lezen. Zorg ervoor dat de registerinhoud bij de aanvang van de test gelijk is aan Genereer de klokimpulsen m.b.v. de RS flip-flop uit fig.7.3.

33 33 Maak een samenvattende tabel van de verschillende toestanden (8 klokpulsen). klokimpuls Q D Q C Q B Q A Gebruik als "single shot" generator onderstaande latch. Fig.7.3 Q 0 = de toestand van Q vooraleer S en R logisch 1 werden. + = deze toestand is pseudo-stabiel. d.w.z. dat hij kan veranderen wanneer S en R naar hun inactieve toestand(="1"terugkeren) 2.3. Ringteller Wanneer we in de schakeling uit fig.7.4 een terugkoppeling voorzien van de uitgangen van flip-flop D naar de ingangen van flip-flop A (Q D = J A en Q D = K A ), dan wordt de informatie gedwongen om steeds in hetzelfde register rond te lopen. Dergelijk register wordt dan ook een ringteller genoemd. Fig.7.4.

34 34 Test deze schakeling uit. Maak gebruik van de set en reset ingang van de flip-flops om de registerinhoud bij de aanvang van de test gelijk te maken aan Genereer de klokimpulsen opnieuw m.b.v. de schakeling uit fig.7.3. Maak een samenvattende tabel van de verschillende toestanden (8 klokimpulsen). Bij de aanvang van de vorige test werden alle flip-flops tegelijk van de juiste informatie voorzien. Wil men dergelijke parallelinlezing vanuit een ander register laten gebeuren, dan moet de schakeling uit fig.7.4 uitgebreid worden (fig.7.5). Fig.7.5 Onderzoek de werking van deze schakeling. Laat daarna de bitcombinatie 1001 in het register rondlopen. Gebruik daarbij een klokfrequentie van 10kHz. Neem de oscilloscoopbeelden over van de klok, Q A, Q B,Q C en Q D.

Repetitie Elektronica (versie A)

Repetitie Elektronica (versie A) Naam: Klas: Repetitie Elektronica (versie A) Opgave 1 In de schakeling hiernaast stelt de stippellijn een spanningsbron voor. De spanningsbron wordt belast met weerstand R L. In het diagram naast de schakeling

Nadere informatie

Fig. 5.1: Blokschema van de 555

Fig. 5.1: Blokschema van de 555 5 Timer IC 555 In de vorige drie hoofdstukken hebben we respectievelijk de Schmitt-trigger, de monostabiele en de astabiele multivibrator bestudeerd. Voor ieder van deze schakelingen bestaan in de verschillende

Nadere informatie

LABO 8 / 9: Toepassingen X-Y werking / externe triggering

LABO 8 / 9: Toepassingen X-Y werking / externe triggering Toepassingen X-Y werking/externe triggering 1 / 18 LABO 8 / 9: Toepassingen X-Y werking / externe triggering 1. Doelstellingen Na het uitvoeren van de proeven : begrijp je de toepassingen van de scoop

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Laagfrequent vermogenversterkers

Hoofdstuk 5: Laagfrequent vermogenversterkers Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 1 Hoofdstuk 5: Laagfrequent vermogenversterkers 1: De gemeenschappelijke emitterschakeling Beschouw de gemeenschappelijke emitterschakeling weergegeven

Nadere informatie

Elektronica monteur, Technicus Elektronica

Elektronica monteur, Technicus Elektronica Elektronica monteur, Technicus Elektronica Patrick De Locht Business Developer SYNTRA Limburg vzw Versie Mei 2016 Patrick.delocht@syntra-limburg.be 1 Beschrijving traject Heb je al langer zin om je te

Nadere informatie

Universiteit Twente EWI. Practicum ElBas. Klasse AB Versterker

Universiteit Twente EWI. Practicum ElBas. Klasse AB Versterker Universiteit Twente EWI Practicum ElBas Klasse AB Versterker Jeroen Venema (s1173375 Danie l Sonck (s1176366 j.venema-1@student.utwente.nl) d.e.sonck@student.utwente.nl) 23 april 2012 Samenvatting Voor

Nadere informatie

Vak: Labo elektro Pagina 1 / /

Vak: Labo elektro Pagina 1 / / Vak: Labo elektro Pagina 1 / / Verslag Transistoren. Spanningsversterking. De transistor is slechts een stroomversterker. Die tot spanningsversterker kan worden uitgebreid. Hiervoor plaatsen we een weerstand

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: De gelijkrichting

Hoofdstuk 4: De gelijkrichting Hoofdstuk 4: De gelijkrichting 4.1. Inleiding: De gelijkrichting is een toepassing op het gebruik van de diode. Elektronische en elektrische apparatuur maken gebruik van de netspanning. Niettegenstaande

Nadere informatie

Labo. Elektriciteit OPGAVE: Metingen op driefasige gelijkrichters. Sub Totaal :.../70 Totaal :.../20

Labo. Elektriciteit OPGAVE: Metingen op driefasige gelijkrichters. Sub Totaal :.../70 Totaal :.../20 Labo Elektriciteit OPGAVE: Datum van opgave: / /... Datum van afgifte: Metingen op driefasige gelijkrichters / /... Verslag nr. : 03 Leerling: Assistenten: Evaluatie:.../10 Theorie :.../... Benodigdheden:.../9.../10

Nadere informatie

Praktische opdracht Natuurkunde Gelijkrichting

Praktische opdracht Natuurkunde Gelijkrichting Praktische opdracht Natuurkunde Gelijkrichting Praktische-opdracht door een scholier 1084 woorden 30 augustus 2011 7,3 5 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Enkelzijdige en Stein Hendriks (TNP3.2) 1. Doel

Nadere informatie

Labobundel elektronica analoge 1 PBA EM-EICT

Labobundel elektronica analoge 1 PBA EM-EICT Labobundel elektronica analoge 1 PBA EM-EICT Roggemans M. Scheirs M. 10-07-2014 V2.0 1 Inhoud Opdracht 0... 5 Verwelkoming... 5 Spelregels:... 5 Inleidende les:... 5 Opdracht 1 (wet van Ohm, serie, parallel,

Nadere informatie

7. Hoe groot is de massa van een proton, van een neutron en van een elektron?

7. Hoe groot is de massa van een proton, van een neutron en van een elektron? Vraagstukken Halfgeleiders Middelbaar Elektronicus (Rens & Rens) 1. Wat verstaat men onder een molecule? 2. Waaruit bestaat in het algemeen een molecule? 3. Waaruit bestaat in het algemeen een atoom? 4.

Nadere informatie

Klasse B versterkers

Klasse B versterkers Klasse B versterkers Jan Genoe KHLim Universitaire Campus, Gebouw B 359 Diepenbeek Belgium http://www.khlim.be/~jgenoe In dit hoofdstuk bespreken we de Klasse B en de klasse G versterker. Deze versterker

Nadere informatie

Inhoudsopgave LED dobbelsteen

Inhoudsopgave LED dobbelsteen Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 Dobbelstenen...3 Project: Dobbelsteen met LED s...3 Inleiding...3 Werking...3 Berekeningen...4 Frequentie...4 Bits...4 LED voorschakelweerstanden...4 Schema...4 Printplaat...5

Nadere informatie

TENTAMEN Versterkerschakelingen en Instrumentatie (EE1C31)

TENTAMEN Versterkerschakelingen en Instrumentatie (EE1C31) TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica TENTAMEN Versterkerschakelingen en Instrumentatie (EE1C31) 23 juli 2015, 9.00-12.00 uur Dit tentamen bestaat uit twee opgaven

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Praktische opampschakelingen 2

Hoofdstuk 3: Praktische opampschakelingen 2 Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 1 Hoofdstuk 3: Praktische opampschakelingen 2 1: De nietinverterende versterker i Rf R f i R1 u i u R1 u id 0 i 0 i 0 u Rf u O Figuur 3.1: De nietinverterende

Nadere informatie

Analoge en Digitale Elektronica

Analoge en Digitale Elektronica Analoge en Digitale Elektronica 14 september 2007 1 2 de zit 2006-2007 Bespreek het potentiaalverloop en de stroomcomponenten doorheen een PN junctie in ongepolariseerde toestand, bij voorwaartse polarisatie,

Nadere informatie

GESTABILISEERDE VOEDING

GESTABILISEERDE VOEDING 1 GESTABILISEEDE VOEDING In de module over de diode werd in de laatste paragraaf de netadaptor behandeld: om aan de uitgang een dc-spanning te bekomen, werd in serie met de belastingsweerstand een zenerdiode

Nadere informatie

Opgave 2 Een spanningsbron wordt belast als er een apparaat op is aangesloten dat (in meer of mindere mate) stroom doorlaat.

Opgave 2 Een spanningsbron wordt belast als er een apparaat op is aangesloten dat (in meer of mindere mate) stroom doorlaat. Uitwerkingen 1 A Een spanningsbron wordt belast als er een apparaat op is aangesloten dat (in meer of mindere mate) stroom doorlaat. Een ideale spanningsbron levert bij elke stroomsterkte dezelfde spanning.

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Gestabiliseerde voedingen

Hoofdstuk 4: Gestabiliseerde voedingen Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 1 Hoofdstuk 4: Gestabiliseerde voedingen 1: Inleiding Een spanningsstabilisator (= gestabiliseerde voeding) is een elektronische schakeling welke een

Nadere informatie

DEEL 6 Serieschakeling van componenten. 6.1 Doel van de oefening. 6.2 Benodigdheden

DEEL 6 Serieschakeling van componenten. 6.1 Doel van de oefening. 6.2 Benodigdheden Naam: Nr.: Groep: Klas: Datum: DEEL 6 In de vorige oefeningen heb je reeds een A-meter, die een kleine inwendige weerstand bezit, in serie leren schakelen met een gebruiker. Door de schakelstand te veranderen

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: JFET-versterkerschakelingen

Hoofdstuk 3: JFET-versterkerschakelingen Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 1 Hoofdstuk 3: JFET-versterkerschakelingen 1: Inleiding In het eerste semester zagen we dat een AC-verterker opgebouwd kan worden met behulp van een

Nadere informatie

spanning. * Deel het verschil daarvan en deel dat getal door de gewenste stroom om de weerstandswaarde te krijgen.

spanning. * Deel het verschil daarvan en deel dat getal door de gewenste stroom om de weerstandswaarde te krijgen. Weerstand stroombeperking voor LED s Om de stroom door een LED te beperken wordt een weerstand toegepast. Maar hoe hoog moet de waarde van zo n weerstand eigenlijk zijn? In de dagelijkse praktijk wordt

Nadere informatie

Onderzoek werking T-verter.

Onderzoek werking T-verter. Onderzoek werking T-verter. De Beer Gino Page 1 02/10/2007 Inhoudstabel: 1. Doelstellingen. 2. Benodigd materiaal. 3. Bespreking van de frequentieregelaar. 4. Instellingen en gebruik van de frequentieregelaar.

Nadere informatie

Operationele versterkers

Operationele versterkers Operationele versterkers. Inleiding. Een operationele versterker of ook dikwijls kortweg een "opamp" genoemd, is een veel voorkomende component in de elektronica. De opamp komt voor in allerlei verschillende

Nadere informatie

Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen

Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen Inhoud De schakeling Een blokspanning van 15 V opwekken De wisselspanning omhoog transformeren Analyse van de maximale stroom door de primaire

Nadere informatie

LABORATORIUM ELEKTRICITEIT

LABORATORIUM ELEKTRICITEIT LABORATORIUM ELEKTRICITEIT 1 Proef RL in serie... 1.1 Uitvoering:... 1.2 Opdrachten... 2 Proef RC in serie... 7 2.1 Meetschema... 7 2.2 Uitvoering:... 7 2.3 Opdrachten... 7 3 Proef RC in parallel... 11

Nadere informatie

Hoofdstuk 7: Algemene versterkingstechniek

Hoofdstuk 7: Algemene versterkingstechniek Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 1 Hoofdstuk 7: Algemene versterkingstechniek 1: Spanningsbronnen en stroombronnen We beginnen dit hoofdstuk met een aantal eigenschappen in verband

Nadere informatie

Practica bij het vak. Inleiding tot de Elektrotechniek: Practicum 2 Analoge versus digitale signalen en hun overdracht

Practica bij het vak. Inleiding tot de Elektrotechniek: Practicum 2 Analoge versus digitale signalen en hun overdracht Elektronica en Informatiesystemen Practica bij het vak Inleiding tot de Elektrotechniek: Practicum 2 Analoge versus digitale signalen en hun overdracht door Prof. dr. ir. J. Van Campenhout ir. Sean Rul

Nadere informatie

PROEF 1. FILTERS EN IMPEDANTIES. Naam: Stud. Nr.: Doos:

PROEF 1. FILTERS EN IMPEDANTIES. Naam: Stud. Nr.: Doos: PROEF 1. FILTERS EN IMPEDANTIES. Naam: Stud. Nr.: Doos: 1. RC Circuit. fig.1.1. RC-Circuit als integrator. Beschrijf aan de hand van een differentiaalvergelijking hoe het bovenstaande RCcircuit (fig.1.1)

Nadere informatie

Digitaal is een magisch woord

Digitaal is een magisch woord Digitaal is een magisch woord Hieronder leest u over digitale logica. De theorie en de praktijk. Dit werk moet nog uitgebreid worden met meer informatie over TTL, CMOS en varianten. Daarnaast kunnen de

Nadere informatie

Vak: Labo elektro Pagina 1 / /

Vak: Labo elektro Pagina 1 / / Vak: Labo elektro Pagina 1 / / Verslag Comperatoren of Niet-lineaire schakelingen. 1. Opgave. Poog de schema s door beredenering en metingen te analyseren. 2. Het schema (1). 2-7 +U v U- U+ 3 + 6 3. De

Nadere informatie

TENTAMEN MEETTECHNIEK (EE1320) Woensdag 3 juli 2013, 9:00u 12:00u

TENTAMEN MEETTECHNIEK (EE1320) Woensdag 3 juli 2013, 9:00u 12:00u TENTAMEN MEETTECHNIEK (EE1320) Woensdag 3 juli 2013, 9:00u 12:00u Dit tentamen bestaat uit 3 vraagstukken met elk een aantal deelvragen. Alle deelvragen tellen in principe even zwaar. Bij dit tentamen

Nadere informatie

Module 1: werken met OPAMPS. Project 1 : Elementaire lineaire OPAMP schakelingen.

Module 1: werken met OPAMPS. Project 1 : Elementaire lineaire OPAMP schakelingen. Vak: Labo elektro Pagina 1 / / Module 1: werken met OPAMPS. Project 1 : Elementaire lineaire OPAMP schakelingen. 1. Opgaven. - Zoek de bijzonderste principe schema s en datagegevens. Meet de opstellingen

Nadere informatie

Deel 1 De Operationele versterker

Deel 1 De Operationele versterker Deel 1 1)Symbool Henry Torfs 6TIICT 1/11 2)Inwendige + werking 2.1)Inwendige structuur van de Op-Amp Verschilversterker Versterker Eindtrap Henry Torfs 6TIICT 2/11 3)Werking De operationele versterker

Nadere informatie

DEEL 9 :Triode voorversterker. MAES FRANK

DEEL 9 :Triode voorversterker. MAES FRANK DEEL 9 :Triode voorversterker MAES FRANK 0476501034 Frank.maes6@telenet.be MAES Frank Triode VV Mei 2015 1 Inleiding We hebben tot nu toe aangenomen dat we bij onze buizenversterker met een 12AX7 altijd

Nadere informatie

Combinatorisch tegenover sequentieel

Combinatorisch tegenover sequentieel PBa ELO/ICT Combinatorisch tegenover sequentieel soorten digitale schakelingen : combinatorisch of sequentieel combinatorische schakelingen combinatie van (al dan niet verschillende) (basis)poorten toestand

Nadere informatie

Elektrische Netwerken 27

Elektrische Netwerken 27 Elektrische Netwerken 27 Opgaven bij hoofdstuk 12 12.1 Van een tweepoort zijn de Z-parameters gegeven: Z 11 = 500 S, Z 12 = Z 21 = 5 S, Z 22 = 10 S. Bepaal van deze tweepoort de Y- en H-parameters. 12.2

Nadere informatie

Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1

Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1 Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1 Datum: 16 september 2009 Tijd: 10:45 12:45 (120 minuten) Het gebruik van een rekenmachine is niet toegestaan. Deze toets telt 8 opgaven en een bonusopgave Werk systematisch

Nadere informatie

Sequentiële schakelingen

Sequentiële schakelingen Gebaseerd op geheugen elementen Worden opgedeeld in synchrone systemen» scheiding tussen wat er wordt opgeslagen (data) wanneer het wordt opgeslagen (klok) asynchrone systemen» Puls om geheugen op te zetten

Nadere informatie

Basisschakelingen en poorten in de CMOS technologie

Basisschakelingen en poorten in de CMOS technologie asisschakelingen en poorten in de CMOS technologie Jan Genoe KHLim Universitaire Campus, Gebouw -359 Diepenbeek www.khlim.be/~jgenoe In dit hoofdstuk bespreken we de basisschakelingen en poorten in de

Nadere informatie

Elektronische basisschakelingen: Oefenzitting 1

Elektronische basisschakelingen: Oefenzitting 1 Elektronische basisschakelingen: Oefenzitting 1 Aki Sarafianos (aki.sarafianos@esat.kuleuven.be) ESAT 91.22 October 21, 2013 Formuleoverzicht In zitting 1 en 2 worden volgende constanten en modellen gebruikt:

Nadere informatie

Leereenheid 1. Diagnostische toets: Soorten spanningen. Let op!

Leereenheid 1. Diagnostische toets: Soorten spanningen. Let op! Leereenheid 1 Diagnostische toets: Soorten spanningen Let op! Bij meerkeuzevragen: Duid met een kringetje rond de letter het juiste antwoord of de juiste antwoorden aan Vragen gemerkt met: J O Sommige

Nadere informatie

Materialen in de elektronica Verslag Practicum 1

Materialen in de elektronica Verslag Practicum 1 Materialen in de elektronica Verslag Practicum 1 Academiejaar 2014-2015 Groep 2 Sander Cornelis Stijn Cuyvers In dit practicum zullen we de diëlektrische eigenschappen van een vloeibaar kristal bepalen.

Nadere informatie

Alles op de kop. Dobbelsteen D02i werkt precies andersom! Johan Smilde

Alles op de kop. Dobbelsteen D02i werkt precies andersom! Johan Smilde Alles op de kop Johan Smilde Dobbelsteen D02i werkt precies andersom! Deze dobbelsteen heeft omgekeerde uitgangen ten opzichte van de vorige. Dat wil zeggen dat de uitgangen hier niet actief hoog zijn

Nadere informatie

Toestandentabel van een SR-FF. S R Qn Qn+1 0 0 0 onbep. 0 0 1 onbep. 0 1 0 1 SET 0 1 1 1 SET 1 0 0 0 RESET 1 0 1 0 RESET 1 1 0 0 1 1 1 1

Toestandentabel van een SR-FF. S R Qn Qn+1 0 0 0 onbep. 0 0 1 onbep. 0 1 0 1 SET 0 1 1 1 SET 1 0 0 0 RESET 1 0 1 0 RESET 1 1 0 0 1 1 1 1 (een algemeen overzicht ) Inleiding Bij combinatorische schakelingen zijn de uitgangen enkel afhankelijk van de ingangen. Bij sequentiële schakelingen zijn de uitgangen voorzien van een geheugensysteem

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Praktische toepassingen van diodes

Hoofdstuk 2: Praktische toepassingen van diodes Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 1 Hoofdstuk 2: Praktische toepassingen van diodes 1: Gelijkrichting 1.1: De diodekarakteristiek Vooraleer de meest voorkomende gelijkrichterschakelingen

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Signaalverwerking

Hoofdstuk 5: Signaalverwerking Hoofdstuk 5: Signaalverwerking Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 5: Signaalverwerking Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige

Nadere informatie

Hfdst. 2: COMBINATORISCH PROGRAMMEREN

Hfdst. 2: COMBINATORISCH PROGRAMMEREN 2.1. Basisinstructies: 2.1.1. Ja-functie: Indien je een normaal open schakelaar bedient, moet de lamp oplichten. Waarheidstabel: Booleaanse schrijfwijze: Q0.0 = I0.0 2.1.2. Niet-functie: Waarheidstabel:

Nadere informatie

TENTAMEN Versterkerschakelingen en Instrumentatie (EE1C31)

TENTAMEN Versterkerschakelingen en Instrumentatie (EE1C31) TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica TENTAMEN Versterkerschakelingen en Instrumentatie (EE1C31) 15 april 2015, 9.00-12.00 uur Dit tentamen bestaat uit twee opgaven

Nadere informatie

EXAMENONDERDEEL ELEKTRONISCHE INSTRUMENTATIE (5GG80) gehouden op woensdag 27 juni 2007, van tot uur.

EXAMENONDERDEEL ELEKTRONISCHE INSTRUMENTATIE (5GG80) gehouden op woensdag 27 juni 2007, van tot uur. Technische Universiteit Eindhoven Faculteit Elektrotechniek EXAMENONDERDEEL ELEKTRONISCHE INSTRUMENTATIE (5GG80) gehouden op woensdag 27 juni 2007, van 14.00 tot 17.00 uur. Opgave 1 Het gebruik van het

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.

Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden. Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.. Doel. Het is de bedoeling een grote schakeling met weerstanden te vervangen door één equivalente weerstand. Een equivalente schakeling betekent dat een buitenstaander

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Praktische opampschakelingen 1

Hoofdstuk 2: Praktische opampschakelingen 1 Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 1 Hoofdstuk 2: Praktische opampschakelingen 1 1: Inleiding Opamps worden zeer vaak toegepast in diverse elektronische schakelingen. De toepassingsmogelijkheden

Nadere informatie

Labo. Elektriciteit OPGAVE: De driefasetransformator. Sub Totaal :.../90 Totaal :.../20

Labo. Elektriciteit OPGAVE: De driefasetransformator. Sub Totaal :.../90 Totaal :.../20 Labo Elektriciteit OPGAVE: De driefasetransformator Datum van opgave:.../ / Datum van afgifte:.../ / Verslag nr. : 01 Leerling: Assistenten: Klas: 3.2 EIT KTA Ieper Attitude & evaluatie:.../10 Theorie:.../10

Nadere informatie

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte:

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte: LABO Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen Datum van opgave:.../.../ Datum van afgifte: Verslag nr. : 7 Leerling: Assistenten: Klas: 3.1 EIT.../.../ Evaluatie :.../10

Nadere informatie

BEVEILIGING VAN HET STUURSTROOMCIRCUIT

BEVEILIGING VAN HET STUURSTROOMCIRCUIT BEVEILIGING VAN HET STUURSTROOMCIRCUIT Beveiliging van de stuurstroomtransformator: EN60204-1 stelt: Transformatoren moeten beveiligd zijn tegen overbelasting in overeenstemming met de het datasheet van

Nadere informatie

Oefeningen Elektriciteit II Deel II

Oefeningen Elektriciteit II Deel II Oefeningen Elektriciteit II Deel II Dit document bevat opgaven die aansluiten bij de cursustekst Elektriciteit II deel II uit het jaarprogramma van het e bachelorjaar industriële wetenschappen KaHo Sint-ieven.

Nadere informatie

Logische functies. Negatie

Logische functies. Negatie Pa ELO/ICT Logische functies inaire elementen slechts twee mogelijkheden voorbeeld : het regent slechts twee toestanden : waar of niet waar Voorstellen met LETTERSYMOOL = het regent overeenkomst :» als

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Elektronische Systemen en Instrumentatie

Hoofdstuk 2 Elektronische Systemen en Instrumentatie Hoofdstuk 2 Elektronische Systemen en Instrumentatie Hanne Thienpondt Gebaseerd op de PowerPoint van Prof. Dr. ir. Jan Doutreloigne H2: Analyse en synthese van elektronische schakelingen Analyse van analoge

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: De OPAMP

Hoofdstuk 1: De OPAMP Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 1 Hoofdstuk 1: De OPAMP 1: Definitie 1.1: Uitvoeringsvormen 2: Hoofdeigenschappen van een (ideale) opamp 2.1: De spanningsversterking 2.2: De ingangsstromen

Nadere informatie

Kleurencode van weerstanden.

Kleurencode van weerstanden. Kleurencode van weerstanden. x1 x2 x3 n t TC R = x1 x2 (x3) 10 n +/- t% +/- TC 1 Kleurencode van weerstanden. R = x1 x2 (x3) 10 n +/- t [%] +/- TC [ppm] x n t TC x n t TC zilver - -2 10 goud - -1 5 Zwart

Nadere informatie

Practicum complexe stromen

Practicum complexe stromen Practicum complexe stromen Experiment 1a: Een blokspanning over een condensator en een spoel De opstelling is al voor je klaargezet. Controleer of de frequentie ongeveer op 500 Hz staat. De vorm van het

Nadere informatie

AS2 lecture 3. Diode. Cees Keyer. November 21. Amsterdam School of technology, dept. Electronic Engineering. Cees Keyer.

AS2 lecture 3. Diode. Cees Keyer. November 21. Amsterdam School of technology, dept. Electronic Engineering. Cees Keyer. AS2 lecture 3 Diode Cees Keyer. Amsterdam School of technology, dept. Electronic Engineering November 21 De Diode. De halfgeleiders Diode: Wat is een diode? Soort elektronisch ventiel, stroom kan in principe

Nadere informatie

vanwege het hoge rendement weinig warmte-ontwikkeling vanwege de steile schakelpulsen genereert de schakeling sterke hf-stoorsignalen

vanwege het hoge rendement weinig warmte-ontwikkeling vanwege de steile schakelpulsen genereert de schakeling sterke hf-stoorsignalen SCHAKELENDE VOEDING INLEIDING Bij de examenstof over voedingen is sinds 2007 behalve de stof in hoofdstuk 3.3. van het cursusboek ook kennis van de werking van schakelende voedingen opgenomen. De voordelen

Nadere informatie

Labo digitale technieken

Labo digitale technieken .. Het gebied "elektronica" is reeds geruime tijd onderverdeeld in twee specialiteiten, namelijk de analoge en de digitale technieken. Binnen analoge schakelingen gebeurt de signaalverwerking met lineaire

Nadere informatie

Theory DutchBE (Belgium) Niet-lineaire dynamica in elektrische schakelingen (10 punten)

Theory DutchBE (Belgium) Niet-lineaire dynamica in elektrische schakelingen (10 punten) Q2-1 Niet-lineaire dynamica in elektrische schakelingen (10 punten) Neem voor het begin van deze opgave de algemene instructies uit de aparte enveloppe door! Inleiding Bistabiele niet-lineaire halfgeleider

Nadere informatie

Gestabiliseerde netvoeding

Gestabiliseerde netvoeding Gestabiliseerde netvoeding Een gestabiliseerde voeding zet de netspanning van 23 volt wisselspanning om in een stabiele gelijkspanning. Dit gebeurt door middel van een handvol relatief eenvoudige elementen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: De OPAMP

Hoofdstuk 1: De OPAMP Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 1 Hoofdstuk 1: De OPAMP 1: Definitie Een opamp (= operational amplifier = operationele versterker) is een versterker met twee ingangen en (meestal)

Nadere informatie

-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer.

-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer. Extra opgaven hoofdstuk 7 -Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer. Gebruik eventueel gegevens uit tabellenboek. Opgave 7.1 Door

Nadere informatie

Resultaten voor hoofdstuk 4: Zener Regulator

Resultaten voor hoofdstuk 4: Zener Regulator esultaten voor hoofdstuk 4: Zener egulator 1. Meten van de weerstanden Weerstand Normale Gemeten waarde waarde 1 220 Ω 220,8 Ω 2 1 kω 0,996 kω L 2,2 kω 2,211 kω 2. De Zener karakteristieke curve. Door

Nadere informatie

Bijlage frequentieregeling Frequentieregeling

Bijlage frequentieregeling Frequentieregeling Bijlage frequentieregeling Frequentieregeling Opbouw van een frequentieregelaar Alle typen frequentieregelaars werken volgens hetzelfde hoofdprincipe, zie fig. 1. Hierbij wordt de driefasenspanning van

Nadere informatie

Inleiding Vermogenversterkers en de Klasse A versterker

Inleiding Vermogenversterkers en de Klasse A versterker Inleiding Vermogenversterkers en de Klasse A versterker Jan Genoe KHLim Universitaire Campus, Gebouw B 3590 Diepenbeek Belgium http://www.khlim.be/~jgenoe In dit hoofdstuk situeren we eerste in het algemeen

Nadere informatie

Engineering Embedded Systems Engineering

Engineering Embedded Systems Engineering Engineering Embedded Systems Engineering Interfacetechnieken Inhoud 1 Timing digitale schakelingen... 3 2 Berekenen delay-tijd... 5 3 Theorie van Thevenin... 11 4 Theorie van Norton... 15 5 Oefenopgaven

Nadere informatie

Klasse B output buffer voor een Flat Panel Display Kolom aansturing

Klasse B output buffer voor een Flat Panel Display Kolom aansturing Gevalstudie 1 Klasse B output buffer voor een Flat Panel Display Kolom aansturing IEEE Journal of Solid-state circuits, Vol 34, No 1, Januari 1999, pp 116-119 Jan Genoe KHLim Flat Panel display kolom driver

Nadere informatie

LABO 2 : Opgave oscilloscoopmetingen DC

LABO 2 : Opgave oscilloscoopmetingen DC Opgave oscilloscoopmetingen 1 / 13 LABO 2 : Opgave oscilloscoopmetingen DC 1. Doelstellingen Na het uitvoeren van de proeven : ken je de massaproblemen bij de scoop. kan je de grootte van een spanning

Nadere informatie

Logische Schakelingen

Logische Schakelingen Logische Schakelingen Reader Elektro 2.2 Erik Dahmen Techniek en Gebouwde Omgeving Logische Schakelingen Inhoudsopgave: Definitie Logische Schakelingen EN / NEN functie OF / NOF functie NIET-functie De

Nadere informatie

Elektronische Basisschakelingen Oefenzitting 1

Elektronische Basisschakelingen Oefenzitting 1 Elektronische Basisschakelingen Oefenzitting 1 Aki Sarafianos http://homes.esat.kuleuven.be/~h01m3/ Materialen Slides, opgaves, extra info,... http://homes.esat.kuleuven.be/~h01m3/

Nadere informatie

Elektronicapracticum. een toepassing van complexe getallen. Lesbrief

Elektronicapracticum. een toepassing van complexe getallen. Lesbrief Elektronicapracticum een toepassing van complexe getallen Lesbrief 2 Inleiding Bij wiskunde D heb je kennisgemaakt met complexe getallen. Je was al vertrouwd met de reële getallen, de getallen die je op

Nadere informatie

Bijlage 2: Eerste orde systemen

Bijlage 2: Eerste orde systemen Bijlage 2: Eerste orde systemen 1: Een RC-kring 1.1: Het frequentiegedrag Een eerste orde systeem kan bijvoorbeeld opgebouwd zijn uit de serieschakeling van een weerstand R en een condensator C. Veronderstel

Nadere informatie

EXAMENONDERDEEL ELEKTRONISCHE INSTRUMENTATIE (5GG80) gehouden op maandag 2 mei 2005, van 9.00 tot uur.

EXAMENONDERDEEL ELEKTRONISCHE INSTRUMENTATIE (5GG80) gehouden op maandag 2 mei 2005, van 9.00 tot uur. Technische Universiteit Eindhoven Faculteit Elektrotechniek EXAMENONDEDEEL ELEKTONISHE INSTUMENTATIE (5GG80) gehouden op maandag 2 mei 2005, van 9.00 tot 2.00 uur. Het gebruik van het collegedictaat Elektronische

Nadere informatie

NETWERKEN EN DE WETTEN VAN KIRCHHOFF

NETWERKEN EN DE WETTEN VAN KIRCHHOFF NETWERKEN EN DE WETTEN VN KIRCHHOFF 1. Doelstelling van de proef Het doel van deze proef is het bepalen van de klemspanning van een spanningsbron, de waarden van de beveiligingsweerstanden en de inwendige

Nadere informatie

Voor de zend / luister amateur. Het berekenen van weerstand verzwakkers.

Voor de zend / luister amateur. Het berekenen van weerstand verzwakkers. PA0FWN. Voor de zend / luister amateur. Het berekenen van weerstand verzwakkers. Regelmatig krijgen we in b.v. Electron en andere publicaties te maken met zaken als Hf (vermogens) verzwakkers. Tussen een

Nadere informatie

Hoofdstuk 9: Transistorschakelingen

Hoofdstuk 9: Transistorschakelingen Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 1 Hoofdstuk 9: Transistorschakelingen 1: Inleiding Na in het voorgaande hoofdstuk het gedrag van de transistor zelf beschreven te hebben, zullen we

Nadere informatie

Condensator = passieve component bestaande uit 2 geleiders (platen) met een isolator/diëlectricum(lucht, papier, kunststoffen) tussen.

Condensator = passieve component bestaande uit 2 geleiders (platen) met een isolator/diëlectricum(lucht, papier, kunststoffen) tussen. H2: Condensatoren: Opbouw: Condensator = passieve component bestaande uit 2 geleiders (platen) met een isolator/diëlectricum(lucht, papier, kunststoffen) tussen. Opgelet: 2 draden/printbanen kort naast

Nadere informatie

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005 Onderstaande opgaven lijken op de de verwachten tentamenvragen. Getallen bij beweringen kunnen zijn afgerond, om te voldoen aan de juiste significantie. BEGIN TOETS 1 Een magnetisch veld kan worden voorgesteld

Nadere informatie

Benodigdheden Gloeilampje, spoel, condensator, signaalgenerator die een sinusvormige wisselspanning levert, aansluitdraden, LCR-meter

Benodigdheden Gloeilampje, spoel, condensator, signaalgenerator die een sinusvormige wisselspanning levert, aansluitdraden, LCR-meter Naam: Klas: Practicum: Kantelfrequentie en resonantiefrequentie Benodigdheden Gloeilampje, spoel, condensator, signaalgenerator die een sinusvormige wisselspanning levert, aansluitdraden, LCR-meter Eventueel

Nadere informatie

Tentamen Elektronische Signaalbewerking (ET2405-D2) 25 augustus 2008, 14:00 17:00 uur. [Nienke, gefeliciteerd met je verjaardag!]

Tentamen Elektronische Signaalbewerking (ET2405-D2) 25 augustus 2008, 14:00 17:00 uur. [Nienke, gefeliciteerd met je verjaardag!] Tentamen Elektronische Signaalbewerking (ET2405-D2), 25 augustus 2008, 14:00 17:00 uur, pagina 1 van 10 Naam: Studienummer: Technische Universiteit Delft Faculteit Elektrotechniek, W&I Sectie Elektronica

Nadere informatie

Combinatorische schakelingen

Combinatorische schakelingen Practicum 1: Combinatorische schakelingen Groep A.6: Lennert Acke Pieter Schuddinck Kristof Vandoorne Steven Werbrouck Inhoudstabel 1. Doelstellingen... 2 2. Voorbereiding... 3 3. Hardware-practicum...

Nadere informatie

JAN Denk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 34 punten.

JAN Denk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 34 punten. NATUURKUNDE KLAS 4 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK 2 JAN.. 2009 Denk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 34 punten. Opgave 1 (3 + 4 pt) De batterij in de hiernaast

Nadere informatie

9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN

9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN 9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN Een parallelschakeling komt in de praktijk vaker voor dan een serieschakeling van verbruikers. Denken we maar aan alle elektrische apparaten die aangesloten zijn op

Nadere informatie

GEÏNTEGREERDE PROEF. VTI Sint-Laurentius. Pakketweegschaal. Industriële informatie & communicatietechnologie SCHOOLJAAR 2010-2011.

GEÏNTEGREERDE PROEF. VTI Sint-Laurentius. Pakketweegschaal. Industriële informatie & communicatietechnologie SCHOOLJAAR 2010-2011. VTI Sint-Laurentius De school voor Wetenschap, Techniek en Technologie Pr. Thuysbaertlaan 1 9160 Lokeren www.vti-lokeren.be info@vti-lokeren.be GEÏNTEGREERDE PROEF Pakketweegschaal Industriële informatie

Nadere informatie

Dossier Pneumatische Schakellogica

Dossier Pneumatische Schakellogica Dossier Pneumatische Schakellogica Elke pneumatische sturing is volgens een bepaalde logica opgebouwd. Deze logica bepaalt de werking van de schakeling. In dit dossier bespreken we de verschillende pneumatische

Nadere informatie

Elektronische Schakelingen. Opgave 1. (4 punten) Naam: Studienummer: Kwartaaltentamen 4 e kwartaal, 12 juni 2001, 14:00 16:00.

Elektronische Schakelingen. Opgave 1. (4 punten) Naam: Studienummer: Kwartaaltentamen 4 e kwartaal, 12 juni 2001, 14:00 16:00. Naam: Elektronische Schakelingen Studienummer: Kwartaaltentamen 4 e kwartaal, 12 juni 2001, 14:00 16:00. Gebruik deze opgavenbladen ook voor de antwoorden, in de aangegeven ruimtes en sjablonen, maar houd

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6 : AFREGELPROCEDURES

HOOFDSTUK 6 : AFREGELPROCEDURES HOOFDSTUK 6 : AFREGELPROCEDURES 6.1. Inleiding. Nu we de racks ontworpen en gemonteerd hebben, moeten we de schakelingen nog afregelen. Dit is noodzakelijk omdat ze voorzien zijn van trimmers die een fijnregeling

Nadere informatie

Formularium Elektronische Systemen en Instrumentatie. Hanne Thienpondt

Formularium Elektronische Systemen en Instrumentatie. Hanne Thienpondt Formularium Elektronische Systemen en Instrumentatie Hanne Thienpondt Formularium Termen en definities Analoog signaal Digitaal signaal Binair signaal V en I continue functies van de tijd V en I discontinue

Nadere informatie

LABO. Elektriciteit OPGAVE: Reactief vermogen in een driegeleidernet. Sub Totaal :.../80 Totaal :.../20

LABO. Elektriciteit OPGAVE: Reactief vermogen in een driegeleidernet. Sub Totaal :.../80 Totaal :.../20 LABO Elektriciteit OPGAVE: Reactief vermogen in een driegeleidernet Datum van opgave: / / Datum van afgifte: / / Verslag nr. : 9 Leerling: Assistenten: Klas: 3.1 EIT School: KTA Ieper Evaluatie :.../10

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 : SCHEMA'S

Hoofdstuk 5 : SCHEMA'S Hoofdstuk 5 : SCHEMA'S 5.1. Inleiding. In dit hoofdstuk worden de eigenlijke ontwerpen besproken. We vertrekken van de volledige schakeling, om dan telkens iets dieper in detail te gaan. Zo komen we uiteindelijk

Nadere informatie

7,6. Samenvatting door A woorden 12 april keer beoordeeld. Natuurkunde. Natuurkunde Systemen. Systemen

7,6. Samenvatting door A woorden 12 april keer beoordeeld. Natuurkunde. Natuurkunde Systemen. Systemen Samenvatting door A. 1243 woorden 12 april 2013 7,6 12 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde Systemen Systemen We onderscheiden 3 soorten gegevensverwerkende systemen: meetsysteem: meet een grootheid

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: De diode

Hoofdstuk 1: De diode Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 1 Hoofdstuk 1: De diode 1: Algemeenheden en terminologie 1.1: Halfgeleidermateriaal 1.2: De diode 1.3: De hoofdeigenschap van een diode 2: Verband

Nadere informatie

Deel 23: db s bij spanningen. Maes Frank

Deel 23: db s bij spanningen. Maes Frank Deel 23: db s bij spanningen Maes Frank 0476501034 frank.maes6@telenet.be MAES Frank db's bij Spanning 1 1. db s bij Spanningen Hier gaan we enkele basis waarden bespreken welke tijdens berekeningen met

Nadere informatie