Masterplan voor de beveiliging en renovatie van de wegtunnels beheerd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Transcriptie

1 Masterplan voor de beveiliging en renovatie van de wegtunnels beheerd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Fase 2: meerjarenplanning van de investeringen en uitgaven Datum: 20/03/2013 Zaakreferentie: Versie: Opgesteld door: Controle: Goedkeuring: T029P02FS B N. MELHEM J. BLANCHARD J. BLANCHARD Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1/ 20 Fase 2: langetermijnplanning

2 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING OVERZICHT VAN DE DOELSTELLINGEN PLANNINGPRINCIPES VOORNAAMSTE HYPOTHESEN INHOUD VAN DE WERKPROGRAMMA S SCHATTING VAN DE KOSTEN SCHATTING VAN DE DUURTIJD DE VOORGESTELDE SCENARIO S SCENARIO SCENARIO SCENARIO SYNTHESE BIJLAGE 1: TUNNELS UIT DE STUDIE Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2/ 20 Fase 2: langetermijnplanning

3 1. INLEIDING Tussen juli 2009 en december 2010 onderwierp Mobiel Brussel de veiligheidsvoorzieningen van 25 wegtunnels in zijn netwerk aan een diagnose. Uit deze diagnose is gebleken dat de meeste tunnels niet beantwoorden aan de veiligheidseisen die vandaag de dag worden gesteld, met name op het gebied van brandveiligheid. Bovendien zijn veel tunnels sterk verouderd, waardoor het steeds moeilijker wordt om ze in dienst te houden. Het risico op ernstige problemen, waarvoor de tunnel moet worden afgesloten zonder dat er een snelle oplossing voorhanden is, kan niet worden uitgesloten. Naar aanleiding van deze diagnose werd voor elke tunnel een renovatieprogramma opgesteld, met de inhoud en prijs van de werken die nodig zijn om: de veiligheid te verhogen tot een niveau dat vergelijkbaar is met het niveau dat de wetgever in andere Europese landen oplegt (Duitse, Engelse en Franse wetgeving bijvoorbeeld). verouderde materialen te vervangen De volledige uitvoering van de renovatiewerken op korte termijn is de enige oplossing waarmee men de voornoemde risico s snel kan beperken. Op 29 maart 2012 gaf de Brusselse regering groen licht voor de renovatie van de Leopold II-tunnel aangezien die tunnel het grootste risico stelt. Voor de andere tunnels 1, heeft Mobiel Brussel aan Egis Tunnels gevraagd om na te gaan hoe deze werken in de tijd kunnen worden gespreid, om ook de kostprijs ervan te spreiden. Die spreiding laat echter niet toe om het huidige risiconiveau even snel te verlagen. Bepaalde maatregelen (in termen van verkeersbeheer, werken, exploitatieprocedures en organisatie van de hulpdiensten) moeten op erg korte termijn worden geïmplementeerd om het risiconiveau snel te verlagen in afwachting van de uitvoering van de renovatiewerken. De studie is opgesplitst in vier fasen: Fase 1: bepaling van de dringende maatregelen Fase 2: opstelling van een langetermijnplanning Fase 3: keuze van de organisatiestrategieën Fase 4: synthese Alle resultaten van de studies worden samengebracht in één en hetzelfde dossier, georganiseerd in vier opleveringen, één voor elke fase. Dit document bevat het verslag van de hypothesen en resultaten van de scenario s uitgewerkt in het kader van Fase 2 Opstelling van een langetermijnplanning. 1 Het overzicht met de eigenschappen van deze tunnels vindt u in bijlage Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 3/ 20 Fase 2: langetermijnplanning

4 2. OVERZICHT VAN DE DOELSTELLINGEN PLANNINGPRINCIPES De benadering die in deze fase van de planning wordt uitgewerkt, bestaat er voornamelijk in om een evenwicht te vinden tussen: de snelle reductie van de operationele risico's waaraan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is blootgesteld, door een compacte planning uit te werken en prioriteiten te bepalen op basis van de risico s een optimale spreiding van de kosten voor het Gewest in de tijd, via een analyse op basis van uiteenlopende criteria. Zelfs de beknopte planning moet ook rekening houden met bepaalde grote technische beperkingen: zo vormen de Belliard- en Wettunnel één enkel complex dat men in zijn totaliteit moet benaderen. Tot slot herhalen we ook nog eens dat de uiteindelijke planning ook rekening zal moeten houden met andere factoren, zoals: de coördinatie en coherentie met bekende, aanverwante werken, op voorwaarde uiteraard dat deze voldoende op voorhand bekend zijn. het beheer van de overlast die de werven met zich meebrengen, met name in termen van mobiliteit op gewestelijke schaal. 3. VOORNAAMSTE HYPOTHESEN 3.1 INHOUD VAN DE WERKPROGRAMMA S De werkprogramma s waarmee deze fase rekening houdt, zijn overgenomen van de veiligheidsdiagnose die tussen juli 2000 en december 2010 werd uitgevoerd. Ter herinnering: de resultaten van die studies werden per tunnel verzameld in één enkel dossier bestaande uit vier opleveringen: Oplevering 1: algemene voorstelling van de tunnel, gedetailleerde inspectie van de civiele engineering Oplevering 2: gedetailleerde inspectie van de exploitatie- en veiligheidsvoorzieningen Oplevering 3: synthese van de stand van zaken diagnose Oplevering 4: verbeteringsprogramma Een synthese van de studies werd in 2010 uitgewerkt en geeft een synthetisch overzicht in de vorm van een fiche per tunnel met: de eigenschappen van elke diagnose het programma van de werken Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 4/ 20 Fase 2: langetermijnplanning

5 3.2 SCHATTING VAN DE KOSTEN De budgetsimulaties zijn uitgevoerd in gelijkblijvende eurowaarde (waarde 2010) om zich los te maken van de effecten van de inflatie. Er wordt van de volgende kosten uitgegaan: Werken: de kostprijs van de werken voor elke tunnel werd bepaald in de diagnose van de 25 tunnels. Deze kosten zijn prorata temporis verdeeld over de hele looptijd van de werken Studies: het bedrag van de technische studies werd forfaitair geschat (ongeveer 10% van het bedrag van de werken). Ongeveer de helft daarvan wordt toegewezen aan voorbereidende studies (dit zijn de studies die voorafgaan aan de raadplegingen in het kader van klassieke aanbestedingen), de andere helft gaat naar de opvolging van de werken Vernieuwingsoperaties (Groot Onderhoud en Vernieuwing): het jaarlijkse bedrag van de uitgaven werd forfaitair geschat op basis van de uitgaven tussen 2008 en Dit jaarbedrag wordt in eerste instantie geacht constant te zijn, rekening houdend met het aanzienlijke aantal tunnels dat door het Gewest wordt beheerd (de prioritair gerenoveerde tunnels zullen de eerste jaren minder vernieuwingswerken nodig hebben terwijl de andere in afwachting van hun renovatie hoge kosten met zich kunnen meebrengen omwille van hun sterk verouderde karakter Onderhoud: het jaarbedrag van de uitgaven werd forfaitair geschat op basis van de uitgaven tussen 2008 en Het wordt om dezelfde reden beschouwd als gelijkblijvend Met de volgende elementen werd geen rekening gehouden: De kosten van het werkbeheer (verzekerd door het Gewest of uitbesteed) De kosten met betrekking tot eventuele grondaankopen die nodig zijn om de werken uit te voeren (a priori zonder voorwerp) Eventuele financiële kosten (zie opmerking in het hoofdstuk Synthese ) De kosten met betrekking tot de administratieve toelatingen die nodig zijn om de werken uit te voeren (studies en aanvragen van de noodzakelijke vergunningen). 3.3 SCHATTING VAN DE DUURTIJD De duurtijd van de renovatiewerken aan elke tunnel werd ruw geschat (in volledige semesters) op basis van de inhoud en complexiteit van het werkprogramma voor elke tunnel. De duurtijd van de voorafgaande technische studies (die overeenstemmen met de studies voorafgaand aan de raadplegingen in het kader van klassieke aanbestedingen, inclusief consultatietijd) werd op dezelfde manier geschat. Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 5/ 20 Fase 2: langetermijnplanning

6 4. DE VOORGESTELDE SCENARIO S De spreiding van de werken in de tijd is een compromis tussen verschillende tegenstrijdige factoren, zoals: de beperking van het risico, die pleit voor een zo snel mogelijke uitvoering van de beveiligingswerken de spreiding van de financiële lasten, waarvoor dan weer wordt getracht om de werken in de tijd te spreiden de beperking van de overlast die gepaard gaat met de werken, waarvoor een spreiding in de tijd eveneens (maar niet noodzakelijk) een oplossing kan zijn Er zijn dus verschillende benaderingen mogelijk in functie van de prioriteit of de beperkingen die één of andere factor met zich meebrengt. In overleg met Mobiel Brussel werden in het kader van deze studie drie scenario s uitgewerkt: Scenario 1: beveiliging van alle tunnels langer dan 300 meter op ongeveer 12 jaar (exclusief Leopold II, die wordt behandeld in DBFM) Scenario 2: beveiliging van alle tunnels langer dan 300 meter op ongeveer 21 jaar (exclusief Leopold II, die wordt behandeld in DBFM) Scenario 3: beveiliging van alle tunnels langer dan 300 meter op ongeveer 12 jaar (exclusief Leopold II en Gulden Vlies, die worden behandeld in DBFM) + bouw van Meisertunnels. Belangrijke opmerking: de grens van 300 meter is uiteraard een willekeurig te kiezen drempel. Het gaat echter wel om een waarde die in verscheidene internationale referentieteksten wordt gehanteerd. Deze lengte stemt overeen met de maximale afstand die gebruikers volgens deze teksten mogen afleggen. voor tunnels korter dan 300 meter gaan we ervan uit dat de noodzakelijke renovatiewerken worden uitgevoerd in het kader (en met het budget) van Groot Onderhoud en Vernieuwing. De betreffende werken zijn immers eerder te beschouwen als een vernieuwing of vervanging dan als een toevoeging van veiligheidsfuncties waarvoor de volledige tunneluitrusting moet worden herzien. 4.1 SCENARIO 1 Het eerste scenario dat hieronder wordt uitgewerkt, vertrekt van de volgende hypothesen: renovatie van alle tunnels langer dan 300 meter op ongeveer 12 jaar prioriteit toegewezen aan tunnels die de hoogste risico s inhouden (zoals beschreven in de 25 diagnoses en meerbepaald de synthese van die studies) de Leopold II-tunnel, die in DBFM wordt behandeld. Rekening houdend met die diverse parameters, stellen we voor de prioriteiten als volgt te beheren: Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 6/ 20 Fase 2: langetermijnplanning

7 1) Hallepoort: aangezien het lastenboek voor de werken klaar is, is dit de enige tunnel waarvoor de werken snel van start kunnen gaan. Het risiconiveau ligt hoog in deze tunnel maar nog niet het hoogst van alle tunnels 2) Belliard/Wet: de Belliardtunnel is de langste tunnel na de Leopold II-tunnel. Het Wet- /Belliardcomplex is verbonden met de parkings van de Europese instellingen. Om die redenen biedt het hele complex belangrijke veiligheidsuitdagingen en moet het in onze ogen als één prioritair geheel worden behandeld 3) Louiza/Stefania: de twee tunnels zijn onderling verbonden met hun op- en afritten en moeten dus ook als één ondergronds complex worden behandeld. De renovatiewerken in deze tunnels moeten uiteraard worden bekeken in het grotere kader van het project van de overdekking van de kleine Ring 4) Rogier + Jubelpark: beide tunnels moeten samen behandeld worden omwille van de doelstelling om alle tunnels langer dan 300 meter op ongeveer 12 jaar tijd te renoveren 5) Montgomery + Reyers Centrum: idem 6) Troon + Baljuw: idem Scenario 1 wordt gerealiseerd rekening houdend met de planning en de financiële termijnen voor Leopold II. Het renovatiescenario voor de Leopold II-tunnel zoals vandaag de dag bekend, voorziet: de start van de werken: vanaf 2016 een looptijd van ongeveer 4,5 jaar, met een totale vooropgestelde sluitingstijd (24u/24, 7d/7) van slechts 2 maanden per jaar een annuïteit in de orde van 15 miljoen euro per jaar (waarde 2010) wordt betaald vanaf de voltooiing van de werken (2012), en dat gedurende 25 jaar 2. 2 Het bedrag van de aflossing zal in werkelijkheid constant zijn (gelijkblijvende euro s). We beschouwen de euro in deze studie als een munt met een constante waarde, wat betekent dat we uitgaan van een nulinflatie gedurende de hele looptijd van het DBFM-contract voor de renovatie en het onderhoud van de Leopold II-tunnel. Een positieve inflatie zal het aflossingsbedrag volgens de huidige simulaties in constante euro s (waarde 2010) verlichten. Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 7/ 20 Fase 2: langetermijnplanning

8 Het effect van de uitbesteding van de kosten met betrekking tot de Leopold II-tunnel vanaf 2016 wordt opgenomen in het budget voor Groot Onderhoud en Vernieuwing voor tunnels langer dan 300 meter, zoals aangegeven in de volgende tabel: Jaarbudgetten (schatting in miljoen euro excl. btw) Tunnels < 300 m Jaar 2013 Jaar 2014 Jaar 2015 Jaar 2016 Jaar 2017 en volgende 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 Onderhoud + GOV Tunnels > 300 m 11,5 11,5 10,0 8,5 8,5 Onderhoud + GOV De volgende pagina s geven een overzicht van de planning en de overeenkomstige financiële deadlines. Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 8/ 20 Fase 2: langetermijnplanning

9 Planning voor scenario 1 (renovatie in 12 jaar) Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 9/ 20 Fase 2: langetermijnplanning

10 Planning van de uitgaven voor scenario 1 (renovatie in 12 jaar) Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 10/ 20 Fase 2: langetermijnplanning

11 4.2 SCENARIO 2 Het tweede scenario dat hieronder wordt uitgewerkt, vertrekt van de volgende hypothesen: De renovatie van alle tunnels langer dan 300 meter in 21 jaar 3. De overeenkomstige planning bouwt voort op de planning voorzien voor scenario 1, zij het met loskoppeling van de werken die in het eerste scenario parallel worden uitgevoerd (Rogier/Jubelpark, Montgomery/Reyers Centrum, Troon/Baljuw). De werken voor de Leopold II-tunnel worden geïntegreerd in de planning zoals hierboven beschreven (zie vorig scenario). De volgende pagina s geven een overzicht van de planning en de overeenkomstige financiële deadlines. 3 De simulaties werden in eerste instantie uitgevoerd over een looptijd van 24 jaar maar de verkregen onkostencurve toonde holle jaren door de technische beperkingen. De looptijd van 21 jaar vertaalt zich wel in een regelmatige kostencurve. Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 11/ 20 Fase 2: meerjarenplanning van de investeringen

12 Planning voor scenario 2 (renovatie in 21 jaar) Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 12/ 20 Fase 2: meerjarenplanning van de investeringen

13 Planning van de uitgaven voor scenario 2 (renovatie in 21 jaar) Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 13/ 20 Fase 2: meerjarenplanning van de investeringen

14 4.3 SCENARIO 3 Het derde scenario dat hieronder wordt uitgewerkt, vertrekt van de volgende hypothesen: renovatie van alle tunnels langer dan 300 meter op 12 jaar de werken voor de Leopold II-tunnel worden geïntegreerd in de planning zoals hierboven beschreven (zie vorige scenario s) realisatie van de overdekking aan Gulden Vlies via PPP bouw en onderhoud van de Meisertunnels De overdekking van het Gulden Vlies zal een impact hebben op het complex Louiza/ Stefania en de Troontunnel. De renovatie van de Hallepoorttunnel zal in dit project worden geïntegreerd via PPP: voor de overeenkomstige kosten zal een specifieke uitgavenlijn worden gecreëerd. net als voor de Leopold II-tunnel (zie 4.1) werden de onderhouds- en vernieuwingskosten uit het budget voor Groot Onderhoud en Vernieuwing van tunnels langer dan 300 meter gehaald vanaf de datum waarop het contact naar verwachting zal ingaan (2021). In dit scenario gaan we ervan uit dat de werken in 2021 van start gaan (op het moment dat de werken in de Leopold II-tunnel bij de vorige hypothesen afgerond zijn) en vier jaar zullen duren. Een annuïteit van ongeveer 24 miljoen euro 4 zal vanaf het einde van de werken (in 2025) worden gestort voor een looptijd van 25 jaar. Wat de constructie van de tunnels onder het Meiserplein betreft, schat men dat de werken in 2019 van start zullen gaan en drie jaar zullen duren. De bouwkosten worden geschat op 235 miljoen euro voor het Gewest. De kosten voor Groot Onderhoud en Vernieuwing werden voor deze werken heel oppervlakkig geschat in verhouding tot het investeringsbedrag. De volgende pagina s geven een overzicht van de planning en de overeenkomstige financiële deadlines. De werken in de Hallepoort- en Troontunnel en het Louiza-/Stefaniacomplex worden opgenomen in de werken voor de overdekking van het Gulden Vlies. 4 Net als voor de Leopold II-tunnel werken we in het kader van deze studie met een gelijkblijvend bedrag in euro. Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 14/ 20 Fase 2: meerjarenplanning van de investeringen

15 Planning voor scenario 3 (renovatie in 12 jaar) Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 15/ 20 Fase 2: meerjarenplanning van de investeringen

16 Planning van de uitgaven voor scenario 3 (renovatie in 12 jaar) Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 16/ 20 Fase 2: meerjarenplanning van de investeringen

17 5. SYNTHESE Dit document gaf een overzicht van de hypothesen en resultaten voor de scenario s van Fase 2 Opstelling van een langetermijnplanning van het Masterplan. De uitgewerkte scenario s zien er als volgt uit: Scenario 1: renovatie van alle tunnels langer dan 300 meter op ongeveer 12 jaar (exclusief Leopold II, die wordt behandeld in DBFM) Scenario 2: renovatie van alle tunnels langer dan 300 meter op ongeveer 21 jaar (exclusief Leopold II, die wordt behandeld in DBFM) Scenario 3: renovatie van alle tunnels langer dan 300 meter op 12 jaar (exclusief Leopold II en Gulden Vlies, die worden behandeld in DBFM) + bouw van Meisertunnels. Ten eerste, ongeacht het uitgewerkte scenario: De beveiliging van de tunnels houdt in dat de werking van de verschillende veiligheidsvoorzieningen in de tunnel wordt verbeterd. Aangezien deze systemen onderling verbonden zijn, is een volledige en gecoördineerde aanpak noodzakelijk. In tegenstelling tot onderhouds- en vernieuwingswerken die systeem per systeem kunnen worden uitgevoerd, vergt de beveiliging een totaalconcept en een bijna gelijktijdige uitvoering van de werken aan de verschillende systemen. Daardoor is het moeilijk (en economisch gezien weinig interessant) om de renovatiewerken in een bepaalde tunnel op te splitsen in verschillende fasen om de kosten te spreiden. De renovatiewerken bieden dan ook weinig mogelijkheden om de uitvoering en de bijhorende kosten te spreiden. Wanneer de uitgaven te hoog liggen in verhouding tot de budgettaire mogelijkheden, zal men dus een financiering moeten afsluiten om de kosten te spreiden. Het financieringscontract in kwestie kan natuurlijk door het Gewest zelf worden afgesloten maar kan ook worden uitbesteed in het kader van een PPP. Ten tweede: Om het ritme van de renovaties te bepalen, moet men een evenwicht vinden tussen: o enerzijds het streven naar een zo snel en substantieel mogelijke daling van de operationele risico s die door de huidige toestand van de tunnels wegen op het Gewest: Veiligheidsrisico s voor de gebruikers, met name bij brand, als gevolg van het ondermaatse niveau van de huidige veiligheidsvoorzieningen in verhouding tot de hedendaagse normen Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 17/ 20 Fase 2: meerjarenplanning van de investeringen

18 Continuïteitsrisico s bij ernstige defecten die gezien de verouderde staat van de tunnels niet onmiddellijk kunnen worden hersteld o anderzijds een zo vlak mogelijke uitgavencurve De eerste fase van de studies van het Masterplan heeft het mogelijk gemaakt om een reeks dringende maatregelen te nemen: Werken uit te voeren voor een bedrag van ongeveer 45 miljoen euro Uitbreiding van de interventiemiddelen van de exploitant voor een kostprijs van ongeveer 0,5 miljoen euro excl. btw per jaar Deze dringende maatregelen kunnen de renovatie van tunnels in geen geval vervangen. Ze zijn voorzien omwille van de tijd die nodig is om deze grote werken uit te voeren. Ter vergelijking: de Europese richtlijn 2004/54/CE van 29/04/2004 betreffende de veiligheid in de wegtunnels van het trans-europese netwerk (RTE-T) bepaalde een renovatietermijn van tien jaar voor alle bestaande tunnels. Bovendien zijn de meeste tunnels van het RTE-T-netwerk interstedelijke tunnels die heel wat minder verkeer moeten verwerken en dus ook minder risico s en continuïteitseisen met zich meebrengen dan die van het Gewest. De doelstelling om alle tunnels langer dan 300 meter in ongeveer 12 jaar te renoveren, zoals beschreven in scenario s 1 en 3 van dit verslag lijkt dus een redelijke termijn om de risico s terug te dringen. Ten derde moet de coördinatie van de verschillende renovaties uiteraard in de eerste plaats rekening houden met de omvang van de risico s die elke tunnel in zijn huidige toestand stelt. Toch is er een zekere soepelheid mogelijk, met name om de overlast voor bewoners en weggebruikers te beperken. Behalve de Leopold II-tunnel (waarvoor de regering de renovatie heeft goedgekeurd), moet het complex van de Belliard- en Wettunnel als sterk prioritair worden beschouwd gezien de risico s die ze inhouden, in het bijzonder door hun verbinding met de parkings van de Europese Instellingen. Door de technische beperkingen moeten beide tunnels gelijktijdig worden gerenoveerd, werken die bovendien samen met de aanverwante werken aan de tunnel onder de Kortenberglaan moeten worden uitgevoerd. Dat genereert een uitgavenpiek die zonder financiering onmogelijk kan worden gespreid (het totaalbedrag van de studies en werken wordt geschat op ongeveer 95 miljoen euro excl. btw). Tot slot is er nog de kwestie van de aanbestedings- en organisatie-instrumenten die men dient te implementeren voor een investeringsprogramma en werken van deze omvang. Dit aspect wordt behandeld in een afzonderlijk verslag (verslag van Fase 3, zie 1). De benadering van deze kwestie steunt op het streven naar een coherente oplossing voor de volgende parameters: De mogelijkheid om binnen de administratie op grote schaal beroep te doen op hoogstaande vaardigheden inzake coördinatie van de werken (planning, opvolging van deadlines en budgetten, goedkeuring van aanbestedingen of juridisch erg complexe contracten, opvolging van de procedures voor vergunningsaanvragen, coördinatie tussen de diverse intellectuele dienstverleners, beheer van het overleg en de communicatie, enz.) Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 18/ 20 Fase 2: meerjarenplanning van de investeringen

19 Beperkingen met betrekking tot de financiering van de werken (verzekerd/gecontracteerd door het Gewest of uitbesteed) Planning van de werken Langetermijnbeleid op het gebied van de exploitatie van de werken (met name het beheer van het onderhoud) Technische aspecten betreffende de aanpassing van de toezichtsinstrumenten van MOBIRIS op het moment van de renovatie van de tunnels Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 19/ 20 Fase 2: meerjarenplanning van de investeringen

20 BIJLAGE 1: TUNNELS UIT DE STUDIE Tunnels > 300 m Namen Belliard Reyers centrum Hallepoort Jubelpark Rogier Montgomery Stefania Wet Baljuw Louiza Troon Lengte 1 x m 1 x 730 m 2 x 650 m 2 x 630 m 2 x 610 m 2 x 530 m 2 x 470 m 1 x 430 m 2 x 360 m 2 x 310 m 2 x 300 m Namen Kruidtuin Tervuren Reyers E Reyers F Woluwe Reyers A Reyers B Delta Naamsepoort Vleurgat Boileau Van Praet Madou Kunst-Wet Georges Henri Tunnels 300 m Lengte 2 x 255 m 2 x 200 m 1 x 135 m 1 x 135 m 2 x 130 m 1 x 105 m 1 x 105 m 1 x 71 m 2 x 67 m 2 x 54 m 2 x 51 m 2 x 50 m 2 x 39 m 2 x 38 m 2 x 30 m Masterplan voor de tunnels van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 20/ 20 Fase 2: meerjarenplanning van de investeringen