Onderzoek naar indicatieve waterkwaliteitsnormen voor stoffen in de GenX-technologie. RIVM Briefrapport C.E. Smit
|
|
- Vera Bogaert
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Onderzoek naar indicatieve waterkwaliteitsnormen voor stoffen in de GenX-technologie RIVM Briefrapport C.E. Smit
2
3 Onderzoek naar indicatieve waterkwaliteitsnormen voor stoffen in de GenX-technologie RIVM Briefrapport C.E. Smit
4 Colofon RIVM 2017 Delen uit deze publicatie mogen worden overgenomen op voorwaarde van bronvermelding: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de titel van de publicatie en het jaar van uitgave. DOI /RIVM C.E. Smit (auteur), RIVM Contact: Els Smit RIVM-VSP Dit onderzoek werd verricht in opdracht van de Directie Water en Bodem van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu in het kader van de opdracht Chemische waterkwaliteit, normering en richtlijn prioritaire stoffen. Dit is een uitgave van: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Postbus BA Bilthoven Nederland Pagina 2 van 36
5 Publiekssamenvatting Onderzoek naar indicatieve waterkwaliteitsnormen voor stoffen in de GenX-technologie Het is niet mogelijk om indicatieve waterkwaliteitsnormen te bepalen voor twee perfluorverbindingen die kunnen vrijkomen bij de productie van teflon met de zogeheten GenX-technologie. Er ontbreken gegevens over de mate waarin deze stoffen in vissen ophopen. Deze informatie is onmisbaar om te berekenen welke concentratie in water veilig is als mensen, vogels en zoogdieren hun leven lang vis uit dat water zouden eten. Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM. De veilige concentratie in oppervlaktewater wordt bepaald door uit te rekenen hoeveel er in vis mag zitten als die levenslang wordt gegeten. Deze methodiek is in lijn met de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). De onderzochte stoffen zijn FRD-902 en FRD-903. Fabrikant Chemours introduceerde de GenXtechnologie in 2012 om de omstreden stof PFOA te vervangen. Voor dit onderzoek is een inventarisatie gemaakt van wat er in de wetenschappelijke literatuur bekend is over effecten van deze stoffen op waterorganismen en over de opname door vissen. In recent onderzoek heeft het RIVM bepaald hoeveel een mens van de stof zou mogen binnenkrijgen zonder daar schadelijke gevolgen van te ondervinden. Vervolgens is berekend wat er maximaal in vis zou mogen zitten als mensen die elke dag gedurende hun hele leven zouden eten. Deze waarde beschermt ook vogels en zoogdieren. Om de waarde in vis te kunnen vertalen naar een veilige concentratie in water, zijn gegevens nodig over hoeveel FRD-902 en FRD-903 door die vissen vanuit water wordt opgenomen. Dit soort informatie ontbreekt momenteel. Deze informatie is belangrijk omdat de voedselketen onvoldoende wordt beschermd door de ecologische norm voor waterorganismen. De stoffen zijn relatief weinig giftig voor waterorganismen zelf, maar kunnen een probleem vormen als ze via vis in de voedselketen terecht komen. Het RIVM beveelt aan te onderzoeken hoeveel FRD-902 en FRD-903 door vissen wordt opgenomen. Dit kan door middel van een laboratoriumstudie of door analyse van representatieve vissen en water in de praktijk. Kernwoorden: GenX; waterkwaliteitsnormen; FRD-902; FRD-903; perfluorverbindingen Pagina 3 van 36
6 Pagina 4 van 36
7 Synopsis Research into indicative water quality standards for substances used in the GenX technology It is not possible to derive indicative water quality standards for two perfluoro compounds that may be discharged when producing teflon with the GenX methodology. Data on the bioaccumulation of these compounds in fish are lacking. This information is essential to calculate safe concentrations in water for lifetime fish consumption by humans and wildlife. This is the conclusion of research by RIVM. The safe concentration in surface water is derived by estimating the acceptable concentration in fish assuming lifetime consumption. This methodology is in line with the European Water Framework Directive (WFD). The compounds under consideration are FRD-902 and FRD-903. Producer Chemours introduced the GenX technology to replace the controversial PFOA. This research was based on a literature screening on the effects of these compounds on aquatic organisms and their accumulation in fish. Based on the oral risk limit for humans as derived recently by RIVM, a maximum allowable concentration in fish was calculated assuming a lifetime daily consumption. This biota standard, that is also protective for birds and mammals, can be converted to an equivalent concentration in water using information on the uptake of FRD-902 and FRD-903 by fish from water. However, such information is not available. Data on bioaccumulation are needed because the water quality standard for ecological effects on aquatic organisms is not sufficiently protective for food chain effects. The compounds have a relatively low toxicity for water organisms, but may pose a problem when entering the food chain via fish. RIVM recommends to investigate the uptake of FRD-902 and FRD-903 in fish in a laboratory experiment or by sampling and analysis of representavie fish and water from the field. Keywords: GenX; water quality standards, FRD-902: FRD-903; perfluoro compounds Pagina 5 van 36
8 Pagina 6 van 36
9 Inhoudsopgave Samenvatting 9 1 Inleiding Aanleiding van de opdracht Algemene beschrijving van de GenX-technologie Beknopte uitleg van de methodiek Indicatieve MKN voor directe ecotoxiciteit Indicatieve MKN voor voedselketeneffecten Indicatief of gedegen GenX: beperkingen van de indicatieve methodiek 14 2 Identiteit, stofeigenschappen en gedrag in water Identiteit en status van FRD-902 en FRD Fysisch-chemische eigenschappen Persistentie en gedrag in water 18 3 Toxiciteit voor mensen Humaan-toxicologische risicogrens en biotanorm Richtwaarde voor drinkwater 19 4 Bioaccumulatie in vis Toetsing aan bioaccumulatie-criterium Accumulatie in vis Invloed van stofeigenschappen Invloed van concentratie 22 5 Ecotoxiciteit 25 6 Afleiding van indicatieve normen Afleiding van de i-jg-mkn eco Afleiding van de i-mac MKNeco Afleiding van de i-jg-mkn voedselketen 28 7 Discussie en conclusies 29 Dankbetuiging 31 Literatuur 33 Bijlage 1. Ecotoxiciteitsgegevens voor PFOA 35 Pagina 7 van 36
10 Pagina 8 van 36
11 Samenvatting In dit rapport onderzoekt het RIVM de mogelijkheid om indicatieve waterkwaliteitsnormen af te leiden voor twee componenten van de GenX-technologie, FRD-902 en FRD-903. Dit zijn perfluorverbindingen die kunnen vrijkomen bij de productie van teflon. Bij het afleiden van indicatieve waterkwaliteitsnormen wordt gekeken naar directe effecten op waterorganismen en naar effecten in de voedselketen. Voor voedselketeneffecten wordt een concentratie in water berekend waarbij de ophoping in vis dusdanig laag is, dat levenslange consumptie door mensen, vogels en zoogdieren veilig is. Het RIVM heeft eerder voor beide stoffen een voorlopige risicogrens voor mensen afgeleid. Met deze waarde is berekend wat er maximaal in vis zou mogen zitten als die levenslang door mensen wordt gegeten. Dit levert een indicatieve biotanorm van 1,3 microgram per kilogram vis. Er zijn geen bruikbare gegevens over de opname van FRD 902 en FRD-903 vanuit water door vissen. De indicatieve biotanorm kan daarom niet worden vertaald naar een bijbehorende veilige concentratie in water. FRD-902 is relatief weinig giftig voor waterorganismen en er wordt aangenomen dat dit ook voor FRD-903 geldt. De indicatieve waterkwaliteitsnorm voor directe ecotoxiciteit is echter niet voldoende beschermend voor voedselketeneffecten. Zelfs bij een zeer kleine opname van de perfluorverbindingen door vissen, is de voedelketenroute al kritisch ten opzichte van directe ecotoxiciteit. Zo n kleine opname is hoogst onwaarschijnlijk en de veilige waarde voor ecotoxiciteit zal dus leiden tot gehaltes in vissen die ver boven de indicatieve biotanorm uitkomen. Ook bij de voorlopige richtwaarde voor drinkwater zijn de concentraties in vis naar verwachting hoger dan de indicatieve biotanorm. Om een indicatieve waterkwaliteitsnorm voor voedselketeneffecten af te kunnen leiden, zou een bioconcentratiestudie in vissen moeten worden uitgevoerd bij verschillende concentraties tussen 10 ng/l en 100 µg/l. Het meten van de concentratie FRD 902 in representatieve vissen uit het veld kan ook bruikbare informatie geven, mits het water waaruit de vissen bemonsterd zijn ook wordt geanalyseerd. Pagina 9 van 36
12 Pagina 10 van 36
13 1 Inleiding 1.1 Aanleiding van de opdracht Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft het RIVM opdracht gegeven om indicatieve waterkwaliteitsnormen af te leiden voor de stoffen die onderdeel zijn van het productieproces dat wordt aangeduid als GenX-technologie. Sinds 2012 gebruikt fabrikant Chemours (Dordrecht) deze GenX-technologie om plastics (fluorpolymeren) te maken. Dit rapport gaat over twee componenten van de GenXtechnologie, met de codenamen FRD-902 en FRD-903. De indicatieve normafleiding vindt plaats in de context van de evaluatie van mogelijke gezondheids- en milieurisico s als gevolg van emissies door het bedrijf Chemours in Dordrecht. Het ministerie van IenM heeft rondom deze casus meerdere onderzoeken bij het RIVM uitgezet. 1.2 Algemene beschrijving van de GenX-technologie De informatie in deze paragraaf is grotendeels afkomstig uit de gezondheidskundige stofevaluatie van het RIVM (Beekman et al., 2016). De GenX-technologie is ontwikkeld om perfluoroctaanzuur (PFOA, ook bekend als C8) te vervangen bij de productie van teflon coatings. Chemours is hier vanaf 2005 mee bezig en in de fabriek in Dordrecht gebruikt men vanaf 2012 geen PFOA meer. De GenX-technologie is ook gebaseerd op geperfluoreerde verbindingen. Figuur 1 geeft het GenXproces schematisch weer. De precursor 2,3,3,3-tetrafluor-2- (heptafluorpropoxy)-propaanzuur (FRD-903) wordt gemengd met een ammoniumhydroxide oplossing. Hierbij ontstaat ammonium 2,3,3,3- tetrafluor-2-(heptafluorpropoxy)propanoaat (FRD-902). FRD-902 controleert het polymerisatieproces waarmee fluorpolymeren worden gemaakt. Bij dit productieproces wordt FRD-902 door verhitting omgezet in het niet wateroplosbare hydride heptafluorpropyl 1,2,2,2- tetrafluorethyl ether (E1). Een deel van de FRD-903 en E1 wordt uitgestoten naar lucht, FRD-902 en FRD-903 verdwijnen voor een deel naar het afvalwater. Na een voorzuivering op de industrielocatie wordt het afvalwater afgevoerd naar de lokale rioolwaterzuiveringsinstallatie. Omdat FRD-902 en FRD-903 in het afvalwater terechtkomen, worden voor deze twee componenten waterkwaliteitsnormen afgeleid. Pagina 11 van 36
14 ammoniumhydroxide FRD-903 FRD-902 afvalwater polymerisatieproces E1 lucht Figuur 1 Schematische weergave van de voornaamste componenten van de GenX-technologie. 1.3 Beknopte uitleg van de methodiek Het afleiden van indicatieve waterkwaliteitsnormen (i-mkn) gebeurt normaal gesproken volgens de methodiek die is beschreven in RIVMrapport (De Poorter et al., 2015). De methodiek is gebaseerd op het Europese guidancedocument voor het afleiden van waterkwaliteitsnormen onder de Kaderrichtlijn water (EC, 2011). Het doel van de indicatieve methodiek is om op een snelle manier normen af te leiden die een eerste indicatie kunnen geven van de milieurisico s van een bepaalde stof. De methodiek bevat twee sporen: er wordt gekeken naar zowel directe effecten op waterorganismen (directe ecotoxiciteit) als naar voedselketeneffecten. De laagste van de twee bepaalt de uiteindelijke indicatieve waterkwaliteitsnorm Indicatieve MKN voor directe ecotoxiciteit Voor directe ecotoxiciteit worden twee indicatieve normen afgeleid, de indicatieve jaargemiddelde milieukwaliteitsnorm voor langdurige blootstelling (i-jg-mkn eco ) en de indicatieve maximaal aanvaardbare concentratie voor kortdurende pieken (i MAC MKN eco ). Beide normen worden afgeleid door middel van een veiligheidsfactor op het laagst beschikbare ecotoxiciteitsgetal. De veiligheidsfactor hangt af van het aantal taxonomische groepen waarvoor gegevens beschikbaar zijn en van het type testen. Als er voor meerdere taxonomische groepen gegevens zijn van langdurige studies, kan een lagere factor worden toegepast dan wanneer alleen acute studies zijn uitgevoerd voor een beperkt aantal soorten Indicatieve MKN voor voedselketeneffecten Er wordt ook een indicatieve jaargemiddelde waterkwaliteitsnorm voor voedselketeneffecten afgeleid (i JG MKN voedselketen ). Hierbij wordt gekeken naar de effecten op mensen die een stof binnen kunnen krijgen via het eten van vis. De aanname is dat de norm voor visconsumptie ook beschermend is voor vogels en zoogdieren die van vis leven. De afleiding van de i-jg-mkn voedselketen gebeurt in twee stappen. Pagina 12 van 36
15 Eerst wordt een indicatieve biotanorm berekend. Deze i JG MKN humaan, voedsel is de concentratie die maximaal in vis mag zitten als die levenslang iedere dag door mensen wordt gegeten. Daarna wordt met de i JG MKN humaan, voedsel uitgerekend wat er maximaal in water mag zitten zodat de indicatieve biotanorm niet wordt overschreden. Beide stappen worden hieronder toegelicht Berekening van de biotanorm i-jg-mkn humaan, voedsel Voor het afleiden van de i-jg-mkn humaan, voedsel is informatie over humane toxiciteit nodig. Bij de afleiding wordt op basis van een humaantoxicologische risicogrens (TDI; Tolerable Daily Intake) berekend welke concentratie maximaal in vis mag zitten, uitgaande van een standaard lichaamsgewicht van 70 kilo en een dagelijkse visconsumptie van 115 gram per dag. Er wordt een factor van 10% gebruikt om rekening te houden met het feit dat andere blootstellingsroutes (tot 90%) kunnen bijdragen aan de totale inname van de stof, zie vergelijking (1): i-jg-mkn humaan, voedsel = TDI x 10% x 70 (1) DFI met: i-jg-mkn humaan, voedsel = biotanorm in ng/kg vis TDI = humaan toxicologische risicogrens in ng/kg lichaamsgewicht per dag DFI = Daily Fish Intake: 0,115 kg vis/persoon per dag De berekeningsmethodiek is afkomstig uit het Europese guidancedocument voor het afleiden van waterkwaliteitsnormen onder de Kaderrichtlijn water (EC, 2011). De DFI van 0,115 kg vis/persoon per dag geldt voor een persoon van 70 kg. Dit zijn de standaardwaarden die ook in REACH worden gebruikt. De visconsumptie van 115 g per dag is hoger dan de gemiddelde visconsumptie in Nederland, maar is gekozen als een Europese waarde die bescherming biedt aan mensen die veel vis eten. Recent is voorgesteld om de factor van 10% te veranderen naar 20% (Smit et al., 2016), maar in de huidige indicatieve en gedegen methodiek wordt gerekend met een bijdrage van vis van 10% Berekening van de waterkwaliteitsnorm i-jg-mkn voedselketen De concentratie in vis wordt vervolgens omgerekend naar een bijbehorende concentratie in water met behulp van de bioconcentratiefactor (BC), die de opname van de stof uit water beschrijft en de biomagnificatiefactor die de doorgifte in de voedselketen weergeeft. Dit gebeurt met vergelijking (2): i-jg-mkn voedselketen = i-jg-mkn humaan, voedsel (2) BCF x BMF met: i-jg-mkn voedselketen = waterkwaliteitsnorm in ng/l i-jg-mkn humaan, voedsel = biotanorm in ng/kg vis BCF = bioconcentratiefactor in L/kg vis BMF = biomagnificatiefactor [-] In plaats van de combinatie van BCF en BMF wordt de voorkeur gegeven aan de bioaccumulatiefactor (BAF, zie hoofdstuk 4) die zowel de opname uit water als uit voedsel beschrijft. De BAF wordt bepaald door vissen in Pagina 13 van 36
16 het veld te bemonsteren en de gemeten concentratie in de vis te delen door de waterconcentratie ter plekke. De vissensoort moet representatief zijn voor wat mensen eten. In plaats van vergelijking (2) wordt dan vergelijking (3) gebruikt voor het berekenen van de indicatieve voedselketennorm: i-jg-mkn voedselketen = i-jg-mkn humaan, voedsel (3) BAF met: i-jg-mkn voedselketen = waterkwaliteitsnorm in ng/l i-jg-mkn humaan, voedsel = biotanorm in ng/kg vis BAF = bioaccumulatiefactor in L/kg vis 1.4 Indicatief of gedegen De indicatieve methodiek wordt meestal ingezet in situaties waar tijd een beperkende factor is, bijvoorbeeld een vergunningprocedure of een calamiteit. De indicatieve methodiek gaat uit van een aantal principes: er wordt naar informatie gezocht in een beperkt aantal, vast omschreven gegevensbronnen, voor directe ecotoxiciteit wordt er gekeken naar een beperkte set van effecten in relatief eenvoudige laboratoriumstudies, de onderliggende studies worden niet inhoudelijk geëvalueerd, de normafleiding wordt volgens vaste stappenschema s uitgevoerd. Voor de humane component wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van risicogrenzen voor de mens die in andere (inter)nationale kaders zijn afgeleid. Als die niet beschikbaar zijn, wordt via een relatief eenvoudige procedure een humaan-toxicologische risicogrens afgeleid. De indicatieve methodiek laat weinig ruimte voor expert judgement. Ondanks deze beperking levert de indicatieve methodiek vaak een goede basis om een oordeel te geven over bijvoorbeeld de toelaatbaarheid van lozingen. Het kan gebeuren dat de indicatieve norm duidt op een mogelijk kritische situatie, bijvoorbeeld net wel of net geen normoverschrijding. Ook zijn er situaties waarin de indicatieve methodiek geen recht doet aan de complexiteit van de stof of situatie, bijvoorbeeld als de stof eigenschappen heeft die extra eisen stellen aan de uitvoering van ecotoxicologische experimenten of als er aanvullende gegevens (nodig) zijn die niet door de indicatieve methodiek worden afgedekt. In dat geval is het beter om een gedegen normafleiding uit te voeren, waarin een volledige evaluatie van de beschikbare literatuur plaatsvindt en specifieke (stof)aspecten kunnen worden meegenomen. Gedegen waterkwaliteitsnormen worden afgeleid volgens de eerder genoemde Europees afgestemde methodiek onder de Kaderrichtlijn water (EC, 2011). 1.5 GenX: beperkingen van de indicatieve methodiek In het licht van het bovenstaande is de normafleiding voor GenX een speciale situatie. De stofeigenschappen van perfluorverbindingen zijn complex en het gedrag in water en organismen is niet voorspelbaar op basis van bekende modellen. De Poorter et al. (2015) maken een Pagina 14 van 36
17 voorbehoud bij het toepassen van indicatieve methodiek voor stoffen met afwijkende (combinaties van) eigenschappen. Bovendien is deze normafleiding onderdeel van een bredere evaluatie die uit meerdere onderzoeken bestaat (zie 1.1). De al gepubliceerde deelonderzoeken naar de componenten van de GenX-technologie bevatten de afleiding van een humaan-toxicologische risicogrens (Tolerable Daily Intake; TDI), toetsing aan de criteria voor persistentie, bioaccumulatie en toxiciteit (PBT) en de afleiding van een richtwaarde voor drinkwater (Beekman et al., 2016; Janssen, 2016). Er is voor gekozen om de relevante informatie uit deze onderzoeken zoveel mogelijk te benutten. Daarmee wordt gebruik gemaakt van informatie die buiten de vast omschreven gegevensbronnen van de indicatieve methodiek valt. Dit betekent dat er is afgeweken van de methodiek zoals beschreven in De Poorter et al. (2015). Vanwege de complexe stofeigenschappen van GenX zou een gedegen normafleiding nodig zijn. Binnen het tijdsbestek van deze opdracht kon echter geen volledige evaluatie van de ecotoxiciteits- en zoogdierstudies worden uitgevoerd. Bovendien wordt in de rapporten van Beekman et al. (2016) en Janssen (2016) al op meerdere plaatsen aangegeven dat er vanwege het ontbreken van gegevens onzekerheid bestaat over de uitkomsten. Bij gebrek aan gegevens voor FRD-902 en FRD-903 moest in die rapporten worden teruggevallen op informatie over PFOA. Ook in het huidige rapport wordt kennis over PFOA gebruikt. Pagina 15 van 36
18 Pagina 16 van 36
19 2 Identiteit, stofeigenschappen en gedrag in water 2.1 Identiteit en status van FRD-902 en FRD-903 In de Tabel 1 en 2 staat de informatie voor de stoffen samengevat. Tabel 1 Identiteit en status van FRD-902 Naam ammonium 2,3,3,3-tetrafluor-2-(heptafluorpropoxy)- propanoaat CAS-nummer EC-nummer Synoniemen FRD-902, C3-dimeer zout IUPAC naam ammonium 2,3,3,3-tetrafluoro-2- (heptafluoropropoxy)-propanoate Molecuulformule C 6 H 4 NF 11 O 3 Structuurformule Smiles code REACH CLP C(=O)(C(C(F)(F)F)(OC(C(C(F)(F)F)(F)F)(F)F)F) [O-].[NH4+] geregistreerd door Chemours Nederland BV ton/jaar, volledige registratie geen geharmoniseerde classificatie; 28 notificaties (19 september 2016), waaronder: Acute Tox. 4; H302, Eye Dam. 1; H318, STOT RE 2; H373 Tabel 2 Identiteit en status van FRD-903 Naam 2,3,3,3-tetrafluor-2-(heptafluorpropoxy)propaanzuur CAS-nummer EC-nummer Synoniemen FRD-903, C3-dimeer IUPAC naam 2,3,3,3-tetrafluoro-2-(heptafluoropropoxy)propanoic acid; perfluoro-2-methyl-3-oxahexanoic acid Molecuulformule C 6 HF 11 O 3 Structuurformule Smiles code REACH CLP C(=O)(C(C(F)(F)F)(OC(C(C(F)(F)F)(F)F)(F)F)F)O pre-registratie geen geharmoniseerde classificatie; 99 notificaties (19 september 2016), waaronder: Acute Tox. 4; H302, Skin Corr. 1B of 1C; H314, Eye Dam. 1; H318, STOT SE 3; H335 (Respiratory) Pagina 17 van 36
20 2.2 Fysisch-chemische eigenschappen De fysisch-chemische eigenschappen van FRD-902 zoals opgenomen in het REACH-registratiedossier zijn hieronder samengevat, gebaseerd op Beekman et al. (2016). De fysisch-chemische eigenschappen van FRD 903 zijn afkomstig uit veiligheidsinformatiebladen op internet 1 en een recente publicatie (Hoke et al., 2016). Tabel 3 Fysisch-chemische eigenschappen van FRD-902 en FRD-903. De percentages zijn de zuiverheid van geteste stof. Parameter FRD-902 FRD-903 Molecuulgewicht 347,084 g/mol 330,06 g/mol Smeltpunt/vriespunt -21 C (86%; vloeistof) < -40 C 208 C (99,4%; vast) Kookpunt 108 C 60 C (10 mm Hg) Dampdruk 0,012 Pa (99,4%) Pa (waterige oplossing) b Wateroplosbaarheid 207 mg/l (10 C) > 200 g/l b Vorm van de stof kleurloze vloeistof (86%) kleurloze vloeistof vaste stof (99,4%) Dichtheid 1118 g/l (99,4%) 1185 g/l a Dissociatieconstante pka pkb a: zie voetnoot 1 3,82 (86%; 20 C) 8,10 (86%; 20 C) b: voor de 85% waterige oplossing (Hoke et al., 2016) 2.3 Persistentie en gedrag in water 1690 g/l b Het RIVM-rapport van Beekman et al. (2016) bevat een beoordeling van de persistentie van FRD 902. FRD-902 is hydrolytisch stabiel, oppervlakte-actief en niet readily biodegradable. Er is geen informatie uit afbraakstudies in water/sediment-systemen of bodem. Omdat FRD-902 een geperfluoreerde etherverbinding is, kan met grote zekerheid worden aangenomen dat de stof persistent of zeer persistent is. Dit wordt bevestigd door QSAR-voorspellingen (QSAR = Quantitative Structure Activity Relationship). Voor FRD-902 zijn log Koc-waarden van 1,1 en 1,08 beschikbaar, de Henry-coëfficiënt is laag (4,06 x 10-6 Pa.m 3 /mol) en de wateroplosbaarheid is hoog (207 mg/l). Op basis hiervan zou een lage binding van FRD-902 aan zwevend stof en bodem verwacht kunnen worden. Aan de andere kant kunnen de oppervlakte-actieve eigenschappen binding bevorderen. In water zal FRD-902 bij omgevingstemperatuur en neutrale ph in gedissocieerde vorm aanwezig zijn. Voor FRD-903 is geen aanvullende informatie gevonden en de bovenstaande informatie over FRD-902 wordt van toepassing geacht op FRD , Pagina 18 van 36
21 3 Toxiciteit voor mensen 3.1 Humaan-toxicologische risicogrens en biotanorm In het RIVM-rapport van Beekman et al. (2016) zijn de beschikbare humaan-toxicologische gegevens voor FRD-902 samengevat en is een humaan-toxicologische risicogrens voor inhalatie afgeleid van 73 ng/m 3. Deze geldt voor zowel FRD-902 als FRD-903. Janssen (2016) heeft op basis van dezelfde dataset een voorlopige TDI voor orale inname afgeleid van 21 ng/kg lg /d. Er zijn geen gegevens over de eliminatiesnelheid in mensen en daarom zijn gegevens voor PFOA gebruikt om een veiligheidsfactor af te leiden. Er zijn weliswaar aanwijzingen dat FRD 902 in ratten, muizen en apen sneller wordt geëlimineerd dan PFOA, maar de eliminatiesnelheid van PFOA in mensen is veel lager dan in proefdieren. De TDI van 21 ng/kg lg /d wordt aangeduid als een voorlopige waarde op basis van een pragmatische worst-case benadering. Voor een definitieve waarde is aanvullende informatie nodig over de accumulatie in mensen (Janssen, 2016). De voorlopige TDI voor FRD 902 is bijna twee keer zo hoog als de TDI voor PFOA van 12,5 ng/kg lg /d (Zeilmaker et al., 2016). Met de voorlopige TDI van 21 ng/kg lg /d wordt met behulp van vergelijking (1) een indicatieve biotanorm (i-jg-mkn humaan, voedsel ) berekend van 1,3 µg/kg vis. 3.2 Richtwaarde voor drinkwater Met de voorlopige TDI van 21 ng/kg lg /d is een richtwaarde voor drinkwater afgeleid van 0,15 µg/l (Janssen, 2016). Deze waarde is berekend met vergelijking (4): TDI (21 ng/kg lg /d ) x 20% x lichaamsgewicht (70 kg) (4) Dagelijkse drinkwaterinname (2 L/d) In zowel de indicatieve als gedegen methodiek voor waterkwaliteitsnormen, wordt de richtwaarde gebruikt als waterkwaliteitsnorm voor oppervlaktewater op innamepunten voor drinkwater, onder de aanname dat er geen verdere zuivering plaatsvindt. Net als bij de berekening van de i JG MKN voedselketen wordt rekening gehouden met het feit dat andere blootstellingsroutes kunnen bijdragen aan de totale inname van de stof. In de huidige indicatieve en gedegen methodiek is de bijdrage van drinkwater op 10% gesteld, maar bij de richtwaarde is gerekend met de standaardwaarde van 20% uit de meest recente WHO-methodiek (WHO, 2011). Pagina 19 van 36
22 Pagina 20 van 36
23 4 Bioaccumulatie in vis 4.1 Toetsing aan bioaccumulatie-criterium De evaluatie van Beekman et al. (2016) is gericht op het toetsen van FRD-902 en FRD-903 (en E1) aan de PBT-criteria en beantwoordt de vraag of het aannemelijk is dat de stoffen als bioaccumulerend moeten worden beschouwd. Bij de beoordeling van het B-criterium in de context van REACH speelt niet alleen stapeling in vis een rol, maar wordt ook meegewogen of de stoffen in hogere organismen stapelen. De verwante stof PFOA wordt als bioaccumulerend beschouwd. Dit is niet zozeer omdat de stof sterk accumuleert in vissen, maar omdat de stof in hogere dieren en mensen wordt aangetroffen. Mensen blijken PFOA moeilijk te kunnen uitscheiden. Het is niet precies bekend waardoor dat komt, maar de sterke binding aan (bloed)eiwitten speelt waarschijnlijk een rol. In de RIVM-evaluatie van Beekman et al. (2016) is onderzocht of het aannemelijk is dat FRD 902 en FDR-903 zich ophopen in mensen. Door het ontbreken van specifieke informatie over de uitscheiding van deze stoffen, kan dit niet worden uitgesloten. 4.2 Accumulatie in vis Het huidige rapport gaat over het afleiden van waterkwaliteitsnormen, waarvoor niet de accumulatie in mensen, maar de bioaccumulatie in vis een bepalende factor is. Zoals hierboven is aangegeven (zie 1.3), is voor het berekenen van de waterkwaliteitsnorm voor de route mens-via-vis een numerieke waarde voor bioaccumulatie in vis nodig (BAF). Voor FRD 902 en FRD-903 zijn dit soort gegevens nauwelijks beschikbaar. Beekman et al. (2016) citeren de eerder genoemde publicatie van Hoke et al. (2016), die een laboratoriumstudie hebben uitgevoerd naar de bioconcentratie van het zuur FRD-903 in karpers. In deze studie werden vissen gedurende 28 dagen blootgesteld aan 20 of 200 µg FRD-903/L. Aan het eind van de studie waren de residuen in de vissen lager dan de detectielimiet van 0,55 mg/kg. De analysemethode voor de vissen is relatief ongevoelig en uit de studie kan alleen worden geconcludeerd dat de bioconcentratiefactor (BCF) van FRD-903 voor de karper lager is dan <30 L/kg bij 20 µg/l en <3 L/kg bij 200 µg/l. De perfluorverbindingen PFOS en PFOA binden vooral aan eiwitten en opname in vetweefsel is niet relevant voor het beoordelen van de bioaccumulatie. FRD-902 en FRD-903 zijn ook perfluorverbindingen en hoewel er nauwelijks experimentele informatie beschikbaar is, wordt op basis van analogie met PFOA aangenomen dat ook voor deze stoffen met name eiwitbinding plaatsvindt. De resultaten van Hoke et al. (2016) zijn in lijn met de BCF-waarden die in het laboratorium voor PFOA zijn gevonden: 1,8 tot 43 L/kg voor zalmforel, karper en zebravis. Voor de Japanse oester ligt de BCF tussen 0,8 tot 3,1 L/kg, afhankelijk van het zoutgehalte van het water. Zie voor een overzicht Verbruggen et al. (2017). Pagina 21 van 36
24 4.3 Invloed van stofeigenschappen Het is bij perfluorverbindingen niet duidelijk welke stofeigenschappen de BAF in waterorganismen bepalen. Het zou kunnen liggen aan het aantal koolstofatomen met een perfluorbinding. Over het algemeen hebben de verbindingen met korte ketens een hogere wateroplosbaarheid. Dat betekent enerzijds dat ze beter beschikbaar zijn om uit de waterfase te worden opgenomen, maar ook dat ze beter kunnen worden uitgescheiden. De interne verdeling in het organisme is ook stofafhankelijk. De accumulatie in vissen is dus de resultante van het vóórkomen in de waterfase, de opname via de kieuwen, de verdeling in het lichaam van de vis en de mate waarin de stof weer via de kieuwen kan worden uitgescheiden. PFOS heeft 8 geperfluoreerde C-atomen en accumuleert sterker in vissen dan PFOA dat er 7 heeft (Moermond et al., 2010; Verbruggen et al., 2017). Het aantal geperfluoreerde C-atomen is bij FRD-902 kleiner dan bij PFOA (4,5; een van de C-atomen heeft een carboxylgroep en is niet volledig geperfluoreerd). Dit betekent echter niet automatisch dat FRD-902 en FRD-903 minder accumuleren dan PFOA. Het is bijvoorbeeld niet duidelijk welke rol de etherbinding speelt in de mate van eiwitbinding en accumulatie. Het gedrag van perfluorverbindingen in water en organismen is complex en niet voorspelbaar op basis van bekende modellen. Omdat de stof aan eiwit bindt en niet aan vet, is de log K ow geen goede maat voor het schatten van de bioaccumulatie. Bij het afleiden van waterkwaliteitsnormen voor PFOA zijn bioaccumulatiestudies gevonden waarin reeksen van perfluorverbindingen zijn gemeten in water en biota. Theoretisch zou je uit dit soort studies patronen kunnen afleiden tussen structuur en accumulatieniveau. De evaluatie van PFOA-studies laat echter zien dat de biologische en analytische variatie aanzienlijk is, ook binnen één studie (Verbruggen et al., 2017). Hierdoor is het zelfs voor een individuele perfluorverbinding lastig om te komen tot de schatting van de BAF, laat staan dat het mogelijk is om de gegevens van de ene verbinding te vertalen in een andere. 4.4 Invloed van concentratie Uit de evaluatie van PFOA blijkt dat de accumulatie in de aquatische voedselketen (vissen, kreeftachtigen en weekdieren) vooral wordt bepaald door de opname uit de waterfase. De in het veld gemeten bioaccumulatiefactoren (BAF) zijn in lijn met de in het laboratorium bepaalde bioconcentratiefactoren (BCF) en biomagnificatie lijkt geen rol te spelen. Wel blijkt dat de bioconcentratie en bioaccumulatie van PFOA afhankelijk is van de concentratie in het water. Bij lagere, veldrelevante, concentraties wordt verhoudingsgewijs meer opgenomen dan bij hogere concentraties. De precieze achtergrond van dit fenomeen is niet duidelijk, maar het zou te maken kunnen hebben met de specifieke binding van PFOA aan eiwitten en de ophoping in bepaalde organen. Vanuit de relatie tussen de BAF en externe concentratie kan de waterconcentratie worden berekend waarbij de BAF leidt tot het bereiken van de biotanorm. Waarschijnlijk zou voor FRD 902 een soortgelijke benadering moeten worden gevolgd als voor PFOA, maar de gegevens om dit te kunnen doen ontbreken. De eerder genoemde bioconcentratiestudie van Hoke et Pagina 22 van 36
25 al. (2016) geeft geen uitsluitsel of een dergelijk fenomeen ook voor FRD-902 geldt. De concentraties die in die studie zijn gebruikt (20 en 200 µg/l) zijn veel hoger dan gemeten concentraties in het veld. Heydebreck et al. (2015) hebben in 2013 in de Nieuwe Waterweg een concentratie van 91,4 ng/l gemeten. Een bioconcentratiestudie zou moeten worden uitgevoerd bij verschillende concentraties die enkele ordegroottes verschillen en ook de milieurelevante concentraties bevatten, bijvoorbeeld 5 concentraties tussen 10 ng/l 100 µg/l. Pagina 23 van 36
26 Pagina 24 van 36
27 5 Ecotoxiciteit In het REACH-registratiedossier zit informatie over directe ecotoxiciteit van FRD 902 voor waterorganismen. De gegevens uit het REACHregistratiedossier zijn in 2016 ook gepubliceerd in de openbare literatuur (Hoke et al., 2016). Voor de algen is er een klein verschil tussen de waarde in Hoke et al. (2016) en het REACH-registratiedossier (> 107 en >106 mg/l), maar uit de beschrijving is duidelijk dat het dezelfde studie betreft. Voor vissen geeft het REACH-dossier een 90-dagen NOEC van 1,08 mg/l. Bij de drie hoogste concentraties was de laatste dag van het uitkomen van de eieren 23 dagen in plaats van 24 dagen. Omdat er voor geen van de andere eindpunten een verschil optrad, concluderen Hoke et al. (2016) dat dit verschil van een dag niet relevant is en zij geven een NOEC 8,89 mg/l. De beschikbare ecotoxiciteitsgegevens zijn samengevat in Tabel 4, alle waarden voor FRD-902 zijn gebaseerd op gemeten concentraties. Er zijn geen gegevens voor FRD-903, maar er wordt aangenomen dat de ecotoxiciteit van beide stoffen vergelijkbaar is. De PNEC in het REACH-dossier is 0,108 mg/l, op basis van de NOEC voor vissen van 1,08 mg/l met een veiligheidsfactor van 10. Ter vergelijking zijn de ecotoxiciteitsgegevens voor PFOA bijgevoegd in Bijlage 1. Deze gegevens zijn afkomstig uit Verbruggen et al. (2017). Tabel 4 Overzicht van de acute en chronische ecotoxiciteit van FRD-902 voor waterorganismen. Taxon Organisme Tijdsduur Criterium Waarde FRD 902 [mg/l] acuut algen Pseudokirchneriella subcapitata 72 h ErC50 > 106 kreeftachtigen Daphnia magna 48 h EC50 > 102 vissen Oncorhynchus mykiss 96 h LC50 > 96,9 Gobiocypris raris 96 h LC50 > 145 chronisch algen Pseudokirchneriella subcapitata 72 h NOE r C 106 kreeftachtigen Daphnia magna 21 d NOEC 4,17 vissen Oncorhynchus mykiss 90 d NOEC 1,08 8,89 De chronische NOEC van 4,17 mg FRD-902/L voor Daphnia magna is vergelijkbaar met de waarden die voor PFOA zijn gevonden in laboratoriumtoetsen met zoetwater kreeftachtigen (zie Bijlage 1; NOECwaarden van 3,13 en 7,02 mg PFOA/L voor Moina macrocopa en D. magna). De chronische NOEC van FRD-902 voor zoetwatervissen van 8,89 mg/l is ook vergelijkbaar met die van PFOA (zij Bijlage 1; LC10 11,78 mg/l; NOEC 30, 33 en 40 en mg/l). Pagina 25 van 36
28 Pagina 26 van 36
29 6 Afleiding van indicatieve normen 6.1 Afleiding van de i-jg-mkn eco De laagste NOEC voor FRD-902 is 4,17 mg/l voor Daphnia magna. Er zijn acute en chronische gegevens beschikbaar voor de basisset van alg, Daphnia en vis. Volgens het stappenschema van de indicatieve methodiek (De Poorter et al., 2015) mag dan een veiligheidsfactor van 10 worden toegepast, tenzij er aanwijzingen zijn dat bepaalde gevoelige groepen niet voldoende zijn vertegenwoordigd in de dataset. In dat geval wordt een factor van 100 gebruikt. De gedegen methodiek kent een soortgelijke benadering en past een hogere veiligheidsfactor dan 10 toe bij twijfel over de representativiteit van de geteste soorten (EC, 2011) In de dataset voor PFOA (zie Bijlage 1) zitten echter ook zoutwatersoorten met acute effectwaarden die een ordegrootte lager zijn dan voor zoetwatersoorten, zoals de kreeftachtige Sirella armata (LC50 15,5 mg/l) en de vis Psetta maxima (LC50 11,9 mg/l). Bovendien is er een semi veldstudie met PFOA waarin vissen (Pimephales promelas) buiten in kooitjes zijn getest. In deze studie werd bij een concentratie van 1 mg/l een effect gevonden op de afzetting van eitjes, de NOEC was 0,3 mg/l. Dit is dus ongeveer een factor 10 lager dan de laagste laboratoriumwaarden voor vissen. Op basis hiervan is voor PFOA een JG-MKN eco afgeleid van 0,03 mg/l (30 µg/l) voor zoetwater en van 0,003 mg/l (3,0 µg/l) voor zoutwater (Verbruggen et al., 2017). Het is niet bekend of FRD-902 en FRD-903 op dezelfde manier werken als PFOA. In het licht van de gegevens over PFOA is ervoor gekozen om een veiligheidsfactor van 100 toe te passen om rekening te houden met de beperktere dataset en eventuele effecten na langdurige blootstelling. Voor beide stoffen wordt daarom een i JG MKN eco, zoet voorgesteld van 0,0417 mg/l = 42 µg/l. Deze waarde geldt voor de totale concentratie van beide stoffen. Voor het mariene ecosysteem wordt een veiligheidsfactor van 10 op de zoetwaternorm gezet, dit leidt tot een i JG MKN eco, zout = 4,2 µg/l. 6.2 Afleiding van de i-mac MKNeco In geen van de acute studies is bij de hoogste testconcentratie >50% effect gevonden, alle LC50 en EC50-waarden zijn >-waarden. Het afleiden van een i-mac-mkn eco is daarom niet mogelijk. Voor PFOA zijn MAC eco -waarden voorgesteld van 2,8 mg/l voor zoetwater en 0,56 mg/l voor zoutwater. Omdat er relatief veel gegevens zijn, kon statistische extrapolatie worden toegepast (Verbruggen et al., 2017). Deze waarden zijn meer dan 12 maal hoger dan de corresponderende JG waarden. Bij maandelijkse monitoring leidt overschrijding van de MAC dus direct tot een overschrijding van de JG MKN. Een waterkwaliteitsnorm voor piekblootstelling is voor persistente perfluorverbindingen weinig zinvol. Pagina 27 van 36
30 6.3 Afleiding van de i-jg-mkn voedselketen De indicatieve biotanorm, uitgedrukt als een concentratie in vis, is 1,3 µg/kg vis (zie 3.1). Deze waarde kan worden omgerekend naar een bijbehorende concentratie in water met behulp van een bioaccumulatiefactor. Uit hoofdstuk 4 blijkt echter dat concrete informatie over de bioconcentratie en bioaccumulatie van FRD-902 en FRD-903 in vissen ontbreekt. Het is niet mogelijk om op basis van een vergelijking met PFOA een BAF af te leiden. Dit betekent dat het niet mogelijk is om de indicatieve waterkwaliteitsnorm voor de voedselketenroute op een goede manier uit te rekenen. Om een indicatieve waterkwaliteitsnorm af te kunnen leiden, zou een bioconcentratiestudie in vissen moeten worden uitgevoerd bij verschillende concentraties volgens OECD richtlijn 305 (OECD, 2012). Het concentratiebereik zou enkele ordegroottes moeten beslaan en tenminste de milieurelevante concentraties bevatten (zie hoofdstuk 4), bijvoorbeeld 0,01 0, µg/l (10 ng/l tot 100 µg/l). Het meten van de concentratie FRD 902 in relevante vissoorten uit het veld kan ook bruikbare informatie geven, mits het water waaruit de vissen bemonsterd zijn ook wordt bemonsterd en geanalyseerd. Pagina 28 van 36
31 7 Discussie en conclusies In de inleiding is aangegeven dat een normafleiding voor de componenten van GenX een speciale situatie met zich meebrengt. De indicatieve methodiek is niet toegesneden op de bijzondere stofeigenschappen van perfluorverbindingen en er is een gebrek aan specifieke gegevens voor de twee relevante stoffen FRD-902 en FRD 903. Op basis van de beschikbare ecotoxiciteitsgegevens is FRD-902 relatief weinig giftig voor waterorganismen en er wordt aangenomen dat dit ook voor FRD-903 geldt. Gelet op wat bekend is over PFOA, is er onvoldoende inzicht in effecten op de lange termijn. Daarom is ervoor gekozen om een extra veiligheidsfactor toe te passen. De indicatieve norm voor directe ecotoxiciteit van beide stoffen wordt hiermee berekend als 42 µg/l. Er zijn geen bruikbare gegevens beschikbaar over de accumulatie van FRD-902 en FRD-903 in vissen. Daarom kan er geen indicatieve waterkwaliteitsnorm voor voedselketeneffecten worden berekend. Het is echter duidelijk dat een norm op basis van directe ecotoxiciteit niet voldoende beschermend is voor deze route. Dit komt door de relatief lage humaan-toxicologische risicogrens voor FRD-902. Met de voorlopige TDI wordt een indicatieve biotanorm in vis berekend van 1,3 µg/kg vis. Zelfs bij een onwaarschijnlijk lage bioaccumulatiefactor van 0,03 L/kg is de voedselketenroute al kritisch ten opzichte van directe ecotoxiciteit. Met andere woorden: als de indicatieve norm op het niveau van directe ecotoxiciteit zou worden gezet, leidt dit tot concentraties in vissen die ver boven de indicatieve biotanorm uitkomen. Het afleiden van een risicogrens op basis van alleen directe ecotoxicologie is daarom weinig betekenisvol. De richtwaarde voor drinkwater is waarschijnlijk ook niet beschermend voor de voedselketen. Uit de combinatie van de berekeningen voor de voedselketen (vergelijking 1 en 3) en de richtwaarde voor drinkwater (vergelijking 4) volgt dat de eerste kritisch wordt bij een BAF van 8,7 L/kg en hoger. Voor FRD-902 en FRD-903 is het aannemelijk dat de BAF hoger is dan deze waarde. De conclusie van het voorgaande is dat er geen indicatieve waterkwaliteitsnorm kan worden afgeleid. Perfluorverbindingen zijn relatief giftig voor mensen en zoogdieren. Voor dit soort stoffen moet de waterkwaliteitsbeoordeling dus ook gericht zijn op het voorkómen van effecten in de voedselketen. Informatie over de opname van deze stoffen door vissen is hiervoor essentieel. Om een veilige concentratie voor voedselketeneffecten te berekenen, zou een bioconcentratiestudie in vissen moeten worden uitgevoerd volgens OECD richtlijn 305 bij verschillende concentraties, bijvoorbeeld vijf concentraties tussen 10 ng/l tot 100 µg/l. Het meten van de concentratie FRD 902 in representatieve vissensoorten uit het veld kan ook bruikbare informatie geven, mits het water waaruit de vissen bemonsterd zijn ook wordt bemonsterd en geanalyseerd. Pagina 29 van 36
32 Pagina 30 van 36
33 Dankbetuiging De auteur bedankt Patrick Zweers en Pim Wassenaar (RIVM) en de leden van de Wetenschappelijke Klankbordgroep normstelling water en lucht voor discussie en commentaar naar aanleiding van eerdere versies van dit rapport. Het advies van de WK normstelling is in de eindrapportage verwerkt. Pagina 31 van 36
34 Pagina 32 van 36
35 Literatuur Beekman M, Zweers P, Muller A, De Vries W, Janssen P, Zeilmaker M Evaluation of substances used in the GenX technology by Chemours, Dordrecht. Bilthoven, Nederland: RIVM. Rapport nr De Poorter LRM, Van Herwijnen R, Janssen PJCM, Smit CE Handleiding voor de afleiding van indicatieve milieurisicogrenzen. Bilthoven, Nederland: RIVM. Rapport nr EC Common Implementation Strategy for the Water Framework Directive (2000/60/EC). Guidance Document No. 27. Technical Guidance For Deriving Environmental Quality Standards. Brussels, Belgium: European Commission. Rapport nr. Technical Report Heydebreck F, Tang J, Xie Z, Ebinghaus R Alternative and Legacy Perfluoroalkyl Substances: Differences between European and Chinese River/Estuary Systems. Environ Sci Technol 49: (with erratum EST 49, ). Hoke RA, Ferrell BD, Sloman TL, Buck RC, Buxton LW Aquatic hazard, bioaccumulation and screening risk assessment for ammonium 2,3,3,3-tetrafluoro-2-(heptafluoropropoxy)- propanoate. Chemosphere 149 ( ). Janssen P Derivation of a lifetime drinking-water guideline for 2,3,3,3-tetrafluoro-2-(heptafluoropropoxy)propanoic acid (FRD- 902). Advies van 17 november 2016 aan Jelka Appelman, Ministerie van IenM. Project nummer M/300007/16/PF. Bilthoven, Nederland, RIVM. Moermond CTA, Verbruggen EMJ, Smit CE Environmental risk limits for PFOS. A proposal for water quality standards in accordance with the Water Framework Directive. Bilthoven, the Netherlands: National Institute for Public Health and the Environment. Rapport nr OECD OECD Guidelines for the testing of chemicals. Bioaccumulation in Fish: Aqueous and Dietary Exposure. OECD Guideline 305. Adopted: 2 October Smit CE, Van Herwijnen R, Verbruggen EMJ Water quality standards based on human fish consumption. Background document for revision of the WFD-methodology. Bilthoven, the Netherlands: National Institute for Public Health and the Environment. Rapport nr Verbruggen EMJ, Wassenaar PNH, Smit CE Water quality standards for PFOA. Bilthoven: RIVM. Rapport nr (in voorbereiding). WHO Guidelines for Drinking-Water Quality, 4th edition. Chapter 8 Chemical aspects. Geneva, Switzerland: World Health Organization. Zeilmaker MJ, Janssen P, Versteegh A, Van Pul A, De Vries W, Bokkers B, Wuijts S, Oomen A, Herremans J Risicoschatting emissie PFOA voor omwonenden. Locatie: DuPont/Chemours, Dordrecht, Nederland. Bilthoven, the Netherlands: National Institute for Public Health and the Environment. Rapport nr Pagina 33 van 36
36 Pagina 34 van 36
37 Bijlage 1. Ecotoxiciteitsgegevens voor PFOA Tabel 1.1 Overzicht van acute ecotoxiciteitsgegevens voor PFOA afkomstig uit Verbruggen et al. (2017). Taxon Organisme Tijdsduur Criterium Waarde PFOA [mg/l] zoetwater Cyanobacteria Anabaena 24 h EC50 39,53 Geitlerinema 72 h EC50 247,8 amphibium Algae Chlamydomonas 96 h EC50 51,9 reinhardtii Chlorella vulgaris 72 h EC50 974,82 Pseudokirchneriella subcapitata 72 h EC50 > 100 Scenedesmus obliquus 96 h EC50 44 Scenedesmus 96 h EC50 269,63 quadricauda Crustacea Chydorus sphaericus 48 h EC50 103,0 Daphnia magna 48 h EC50 305,7 Macrobrachium 96 h LC50 201,85 nipponense Moina macrocopa 48 h EC50 366,66 Neocaridina denticulata 96 h LC Rotifera Brachionus calyciflorus 24 h LC Insecta Chironomus plumosus 96 h LC50 402,24 Gastropoda Cipangopaludina 96 h LC50 740,07 cathayensis Physa acuta 96 h LC Mollusca Lampsilis siliquoidea 96 h LC50 >500 Ligumia recta 96 h LC50 >500 Platylhelminthes Dugesia japonica 96 h LC50 392,9 Annelida Limnodrilus 96 h LC50 568,2 hoffmeisteri Amphibia Bufo gargarizans 96 h LC50 114,74 Pisces Carassius auratus 96 h LC50 606,61 Cyprinus carpio 96 h LC50 > 55,6 Oncorhynchus mykiss 96 h LC50 752,1 Pseudorasbora parva 96 h LC50 365,02 zoutwater Algae Isochrysis galbana 72 h EC50 163,6 Skeletonema marinoi 72 h EC50 367,52 Crustacea Sirella armata 96 h LC50 15,5 Echinodermata Paracentrotus lividus 48 h EC Pisces Psetta maxima 144 h LC50 11,9 Pagina 35 van 36
38 Tabel 1.2 Overzicht van chronische ecotoxiciteitsgegevens voor PFOA afkomstig uit Verbruggen et al. (2017). Taxon Organisme Tijdsduur Criterium Waarde PFOA [mg/l] zoetwater Cyanobacteria Anabaena 24 h EC10 49,05 Algae Pseudokirchneriella 96 h NOEC 12,5 subcapitata Crustacea Daphnia magna 21 d EC10 7,02 Moina macrocopa 7 d NOEC 3,125 Rotifera Brachionus 4 d NOEC 4 calyciflorus Amphibia Bufo gargarizans 30 d LC10 5,89 Pisces Danio rerio 120 h NOEC 33 Gobiocypris rarus 28 d NOEC 30 Oncorhynchus 85 d NOEC 40 mykiss Pseudorasbora 30 d LC10 11,78 parva zoutwater Algae Isochrysis galbana 72 h EC10 41,6 Pagina 36 van 36
39
40 RIVM De zorg voor morgen begint vandaag
Advies 14583A00 - indicatieve normen 2,5- furaandicarbonzuur
Advies 14583A00 - indicatieve normen 2,5- furaandicarbonzuur Aanvrager Maurice Gerits, Waterschap Limburg Projectnummer RIVM M/270103/18/AH Datum aanvraag 23 april 2018 Datum rapportage 30 november 2018
Waterkwaliteitsnormen voor twee PAK s
A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl T 030 274 91 11 F 030 274 29 71 info@rivm.nl Waterkwaliteitsnormen voor twee PAK s Auteur(s) C.E. Smit Toetser(s) R. van
beleidsmatig vaststellen van waternormen voor fluoreen en acenaftyleen
Stuurgroep Normstelling water en lucht Akkoord WK normstelling water en lucht december 2017 (schriftelijk) Akkoord WG normstelling water en lucht 22-05-2018 Akkoord SG normstelling water en lucht 2 juli
Inhoud. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T
A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 F 030 274 29 71 info@rivm.nl Datum 3 maart 2019 Behandeld door Els Smit (RIVM-VSP)
Rapportage indicatieve normen mandipropamid
Rapportage indicatieve normen mandipropamid Datum: 18-1-2016 STATUS NORMVOORSTEL Concept 23-10-2015 Definitief 26-10-2015 Akkoord WK normstelling 15-12-2015 Akkoord WG normstelling 15-12-2015 Akkoord SG
Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T
A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 F 030 274 29 71 info@rivm.nl Samenvatting Dit document geeft een toelichting op de
Rapportage indicatieve normen fluopicolide
Rapportage indicatieve normen fluopicolide Datum: 18-1-2016 STATUS NORMVOORSTEL Concept 23-10-2015 Definitief 26-10-2015 Akkoord WK normstelling 15-12-2015 Akkoord WG normstelling 15-12-2015 Akkoord SG
14576A00 Rapportage indicatieve normen polyoxyethyleen 20 sorbitan
14576A00 Rapportage indicatieve normen polyoxyethyleen 20 sorbitan Aanvrager Maurice Gerits, Waterschap Limburg Projectnummer RIVM M/270103/18/AH Datum aanvraag 17 april 2018 Datum rapportage 30 november
Advies 14582A00 - indicatieve normen ethyllactaat
Advies 14582A00 - indicatieve normen ethyllactaat Aanvrager Maurice Gerits, Waterschap Limburg Projectnummer RIVM M/270103/18/AH Datum aanvraag 23 april 2018 Datum rapportage 30 november 2018 Auteur(s)
Risicoschatting FRD 903 in drinkwater in het voorzieningsgebied van drie oevergrondwaterproductielocaties. Datum:
BIJLAGE 1 bij brief 097/2017/M&V/EvS/AV aan IenM Risicoschatting FRD 903 in drinkwater in het voorzieningsgebied van drie oevergrondwaterproductielocaties. Datum: 27 07 2017 Samenvatting Deze risicoschatting
PROCEDURE VOOR HET VASTSTELLEN VAN MILIEUKWALITEITSNORMEN WATER EN LUCHT, EN DRINKWATERNORMEN IN NEDERLAND
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat PROCEDURE VOOR HET VASTSTELLEN VAN MILIEUKWALITEITSNORMEN WATER EN LUCHT, EN DRINKWATERNORMEN IN NEDERLAND 1. Inleiding Milieukwaliteitsnormen geven de risicogrenzen
Risicoschatting FRD-903 in drinkwater in het voorzieningsgebied van drie oevergrondwaterproductielocaties
Risicoschatting FRD-903 in drinkwater in het voorzieningsgebied van drie oevergrondwaterproductielocaties BIJLAGE 1 bij brief 097/2017/M&V/EvS/AV aan IenM Samenvatting Deze risicoschatting vergelijkt de
Advies indicatieve normen carboxymethyl cellulose
Advies indicatieve normen carboxymethyl cellulose Aanvrager Maurice Gerits, Waterschap Limburg Projectnummer RIVM M/270103/18/AH Datum aanvraag 17 april 2018 Datum rapportage 30 november 2018 Auteur(s)
Advies 14617A00 - indicatieve normen 2-diethylaminoethanol en erythorbinezuur
Advies 14617A00 - indicatieve normen 2-diethylaminoethanol en erythorbinezuur Aanvrager Nils Taal (RWS-WNZ) Projectnummer RIVM M/270103/18/AH Datum aanvraag 08-08-2018 Datum rapportage 06-09-2018 Auteur(s)
Toelichting op het RIVM-rapport Mixture exposure to PFAS: A Relative Potency Factor approach. Opstellen van een handelingskader voor PFAS
NOTITIE Onderwerp Toelichting op het RIVM-rapport Mixture exposure to PFAS: A Relative Potency Factor approach Project Opstellen van een handelingskader voor PFAS Projectcode DDT219-1 Referentie DDT219-1/18-008.924
Werkgroep normstelling water en lucht. waternormen voor koper. Toelichting
> Retouradres Postbus 1 3720 BA Bilthoven Werkgroep normstelling water en lucht A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 F
De (eco)toxiciteit van PFOS
De (eco)toxiciteit van PFOS Wat hebben we geleerd van de Schipholcasus en wat weten we nog niet? Inhoud 1. Waarom doelstellingen voor herstel Schiphol 2. Bouwstenen 3. Doelstellingen voor herstel 4. Conclusies
De (eco)toxiciteit van PFOS. Wat hebben we geleerd van de Schipholcasus en wat weten we nog niet?
De (eco)toxiciteit van PFOS Wat hebben we geleerd van de Schipholcasus en wat weten we nog niet? Inhoud 1. Waarom doelstellingen voor herstel Schiphol 2. Bouwstenen 3. Doelstellingen voor herstel 4. Conclusies
ffi ffix'eïffin '?,irîhorrand EI f,ei Lid Gedeputeerde Staten oppervlaktewater
Lid Gedeputeerde Staten ffix'eïffin R.A. Janssen 070 441 70 86 ra.janssen@pzh.nl '?,irîhorrand Provinciale Staten F. Vermeulen T 070-441 70 49 f.vermeulen@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509
Lid Gedeputeerde Staten
Lid Gedeputeerde Staten R.A. Janssen 070 441 70 86 ra.janssen@pzh.nl F. Vermeulen T 070-441 70 49 f.vermeulen@pzh.nl Provinciale Staten Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441
Risicobeoordeling van lange-termijn inname van fipronil via de consumptie van ei en ei-producten
Risicobeoordeling van lange-termijn inname van fipronil via de consumptie van ei en ei-producten Datum: 26-09-2018 Versie: definitief Onderwerp De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft fipronil
Blootstelling van omwonenden aan PFOA door emissie naar lucht en water
Blootstelling van omwonenden aan PFOA door emissie naar lucht en water Bas Bokkers 14 sept. 2017 Contactgroep Gezondheid en Chemie (CGC) & Nederlandse Vereniging voor Medische Milieukunde (NvMM) Aanleiding
Risicoschatting emissie PFOA voor omwonenden
Risicoschatting emissie PFOA voor omwonenden Inhoud 1. Aanleiding 2. Risicoschatting 3. Resultaten 4. Conclusie Gezondheidsrisico 5. Aanbevelingen PFOA emissies Dordrecht 5 april 2016 1. Aanleiding voor
RISICOSCHATTING PFOA IN DRINKWATER IN HET VOORZIENINGSGEBIED VAN TWEE LOCATIES
RISICOSCHATTING PFOA IN DRINKWATER IN HET VOORZIENINGSGEBIED VAN TWEE LOCATIES Auteurs: B.G.H. Bokkers, J.F.M. Versteegh, P.J.C.M. Janssen en M.J. Zeilmaker (allen RIVM) Samenvatting Uit de risicoschatting
Indicatieve waterkwaliteitsnormen voor gewasbeschermingsmiddelen Normvoorstellen voor florasulam en indoxacarb
Indicatieve waterkwaliteitsnormen voor gewasbeschermingsmiddelen Normvoorstellen voor florasulam en indoxacarb RIVM Briefrapport 2017-0076 R. van Herwijnen R. Keijzers Indicatieve waterkwaliteitsnormen
Afleiden indicatieve drinkwaterrichtwaarde voor de stof: Di-ethyleentriaminepenta-azijnzuur (DTPA-H5; CAS ).
A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 F 030 274 29 71 info@rivm.nl Opdrachtgegevens Opdracht Afleiden indicatieve drinkwaterrichtwaarde
Werkt kwaliteitsbaggeren ook voor de chemische toestand van de KRW? Wat is de chemische toestand?
Werkt kwaliteitsbaggeren ook voor de chemische toestand van de KRW? Dr. Jaap Postma Wat is de chemische toestand? Er zijn meerdere beschermingsdoelen voor oppervlaktewater i) Normen voor microverontreinigingen
Procedure voor het afleiden van huidgrenswaarden voor stoffen met H-notatie, maar zonder een dermale Derived No Effect Level (DNEL)
Procedure voor het afleiden van huidgrenswaarden voor stoffen met H-notatie, maar zonder een dermale Derived No Effect Level (DNEL) NVvA-symposium 2019, Woudschoten (Zeist), wo. 10 april Cornelis van Loon
Bijlage II Vereiste informatie voor kennisgeving krachtens artikel 4 of artikel 8, lid 1
bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB L 228 van 08/09/2000 VERORDENING (EG) Nr. 1896/2000 VAN DE COMMISSIE van 7 september 2000 inzake de eerste fase van het in artikel 16, lid 2, van
Normen voor het waterkwaliteitsbeheer: wat kun, mag en moet je er mee?
Normen voor het waterkwaliteitsbeheer: wat kun, mag en moet je er mee? José Vos, Els Smit (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), Dennis Kalf (Rijkswaterstaat), Ronald Gylstra (Waterschap Rivierenland)
- 2 JAN, 2013 Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ingekomen - 2 JAN, 2013 Provincie Noord -Brabant Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport > Retouradres Postbus 1 3720 BA Bilthoven Provincie Noord-Brabant
Behoud effectief middelenpakket: verantwoord gebruik en risico van einde toelating. Arjan de Bever Berkel Enschot 27 maart 2013
Behoud effectief middelenpakket: verantwoord gebruik en risico van einde toelating Arjan de Bever Berkel Enschot 27 maart 2013 Inhoud presentatie Emissie oppervlaktewater Normen & waarden Kaderrichtlijn
Wij (de gemeenten Dordrecht, Sliedrecht en Papendrecht) hebben MOB gevraagd of in de ontwerp-beschikking voldoende aan onze vragen en opmerkingen uit
Wij (de gemeenten Dordrecht, Sliedrecht en Papendrecht) hebben MOB gevraagd of in de ontwerp-beschikking voldoende aan onze vragen en opmerkingen uit onze brief van 25 juni 2018 (ter informatie nog eens
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Aan de gemeenteraad. Gemeentebestuur Spuiboulevard GR DORDRECHT. T F (078)
Retouradres: Postbus 8 3300 AA DORDRECHT Aan de gemeenteraad Gemeentebestuur Spuiboulevard 300 3311 GR DORDRECHT T 14078 F (078) 770 8080 www.dordrecht.nl Begrotingsprogramma Milieu en duurzaamheid Bijlage(n)
Normstelling, toxicologie, risicogrenswaarden
Normstelling, toxicologie, risicogrenswaarden PFAS Handelingskader, 13 december 2018 Johannes Lijzen (RIVM) Tessa Pancras (Arcadis) Inhoud Belangrijkste verbindingen Risicogrenswaarden Relatieve toxiciteit-
TOETSINGSWAARDEN VOOR GRONDWATER VOOR TBA EN 1,4-DIOXAAN
TOETSINGSWAARDEN VOOR GRONDWATER VOOR TBA EN 1,4-DIOXAAN TOETSINGSWAARDEN VOOR GRONDWATER VOOR TBA EN 1,4- DIOXAAN Aanvulling bij Basisinformatie voor risico-evaluaties 1/09/2016 www.ovam.be DOCUMENTBESCHRIJVING
Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33238 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Lan Song Title: Towards understanding the toxicity of copper nanoparticles in aquatic
Kiezen van milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen Reinhilde Weltens
Kiezen van milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen Reinhilde Weltens Met dank aan collega Lieve Geerts. MILIEUVRIENDELIJKHEID = 1 MILIEUGEVAAR Wat bepaalt het milieugevaar? De hoeveelheid die in het milieu
beleidsmatig vaststellen VR s voor water
Stuurgroep Normstelling water en lucht Akkoord WG normstelling water en lucht 15-12-2015 Akkoord SG normstelling water en lucht 11-01-2016 A. van Leeuwenhoeklaan 9 Bilthoven 3721 MA Bilthoven www.rivm.nl
Normstelling, toxicologie, risicogrenswaarden
Normstelling, toxicologie, risicogrenswaarden PFAS Handelingskader, 24 januari 2018 Johannes Lijzen (RIVM) Tessa Pancras (Arcadis) Inhoud 1. Belangrijkste verbindingen 2. Risicogrenswaarden Relatieve toxiciteit-
Smart Monitoring Innovatie van waterkwaliteitsbeoordeling. Milo de Baat
Smart Monitoring Innovatie van waterkwaliteitsbeoordeling Milo de Baat ILOW Symposium 15 februari 2017 KRW waterkwaliteitsbeoordeling Chemische status? Ecologische status Chemische analyse 45 prioritaire
Stoffen en normen in waterbeleid: de meest gebruikte termen uitgelegd.
Stoffen en normen in waterbeleid: de meest gebruikte termen uitgelegd. Waarom staan stoffen op verschillende stoffenlijsten? Het Nederlandse waterbeleid heeft als doel: een ecologisch gezond oppervlaktewater
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20951 2500 EZ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Aftellen tot Brzo 2015
Aftellen tot Brzo 2015 Wat te doen? Yvette van Duijn (DCMR) Mirjam van der Plas (Royal HaskoningDHV) Inhoud Nu: Brzo 1999 Wms-classificatie / Stoffen- en Preparatenrichtlijn Per 1 juni 2015: Brzo 2015
Vraag 1 Bent u bekend met het artikel Hoe DuPont met teflon een ongekende milieuramp veroorzaakte. Ook in Nederland? 1?
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID
FRONT OFFICE VOEDSEL- EN PRODUCTVEILIGHEID Maltesian Mineral Solution voor gebruik als drinkwaterzuivering Aanvulling op de beoordeling MMS (Miracle Mineral Supplement/Master Mineral Solution) van 7 maart
Handleiding voor de afleiding van indicatieve milieurisicogrenzen. RIVM Rapport L.R.M. de Poorter et al.
Handleiding voor de afleiding van indicatieve milieurisicogrenzen RIVM Rapport 2015-0057 L.R.M. de Poorter et al. Handleiding voor de afleiding van indicatieve milieurisicogrenzen RIVM Rapport 2015-0057
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD
in overeenstemming met Verordening nr. 453/2010 Pagina: 1 Samenstellingsdatum: 31.03.2008 Herziening: 08.07.2013 Revisie nr. 2 Rubriek 1: Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming
Het gebruik van alternatieven voor dierproeven ten behoeve van REACH
Ref.: ECHA-11-FS-06-NL ISBN-13: 978-92-9217-609-9 Het gebruik van alternatieven voor dierproeven ten behoeve van REACH Een van de hoofdredenen voor het uitwerken en aannemen van de REACH-verordening was
Risico s van imidacloprid in oppervlaktewater voor de mens. Briefrapport 601712008/2011 C.E. Smit et al.
Risico s van imidacloprid in oppervlaktewater voor de mens Briefrapport 601712008/2011 C.E. Smit et al. Risico's van imidacloprid in oppervlaktewater voor de mens Briefrapport 601712008/2011 C.E. Smit
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20951 2500 EZ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Waterkwaliteit KRW, 2015
Indicator 12 januari 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen
Stand van zaken LD50/LC50 testen Verfijning, vermindering en vervanging van dierproeven en mogelijkheden tot interventies
Stand van zaken LD50/LC50 testen Verfijning, vermindering en vervanging van dierproeven en mogelijkheden tot interventies RIVM Briefrapport 2014-0036 L. van der Ven J. Ezendam Stand van zaken LD 50 /LC
Informatie over GenX van waterbedrijven Evides en Dunea
Informatie over GenX van waterbedrijven Evides en Dunea Van de site van Evides: In de media: PFOA en GenX Diverse media berichtten over de kwaliteit van het drinkwater in relatie tot de stoffen GenX en
VRAAGBAAK MIGRATIE VAN BISPHENOL A VAN VERPAKKING NAAR VOEDSEL. Door. De Bont, R., Van Larebeke, N.
VRAAGBAAK MIGRATIE VAN BISPHENOL A VAN VERPAKKING NAAR VOEDSEL Door De Bont, R., Van Larebeke, N. 2004 Luik 1: Beleidsondersteuning MIGRATIE VAN BISPHENOL A UIT VERPAKKINGSMATERIAAL NAAR VOEDSEL EN DRANK
SAMENVATTING Technische mengsels van vetoplosbare polychloorbifenylen (PCBs) zijn gebruikt als vloeistof in transformatoren, condensatoren en als
109 SAMENVATTING Technische mengsels van vetoplosbare polychloorbifenylen (PCBs) zijn gebruikt als vloeistof in transformatoren, condensatoren en als brandvertragers, vanwege hun thermostabiliteit, chemische
Toxicologie enkele begrippen
009 1 Toxicologie enkele begrippen Regelmatig worden wij geconfronteerd met begrippen als zeer giftige stof, of de zeer gevaarlijke chemische stof-x. Vaak zijn deze begrippen niet nader omschreven en is
Fluor in blusschuim & voortschrijdende wetenschap
Perfluorverbindingen Fluor in blusschuim & voortschrijdende wetenschap Waar worden ze in gebruikt? Hoe PFASs moleculen er uit zien Lost op in vet F F F F F F F F O F C C C C C C C C S OH F F F F F F F
Rapportage indicatieve normen 2,4-dinitrofenol
A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl T 030 274 91 11 F 030 274 29 71 info@rivm.nl Rapportage indicatieve normen 2,4-dinitrofenol STATUS NORMVOORSTEL Datum
Meting van PFOA in serum van omwonenden Chemours. Duiding van de uitkomsten. Joke Herremans RIVM
Meting van PFOA in serum van omwonenden Chemours Duiding van de uitkomsten Joke Herremans RIVM 14-9-2017 Teflon in de pan PFOA in de ban REACH restrictie Geen productie, gebruik en in de handel brengen
Handreiking toepassing van PFOA houdende grond Drechtsteden e.o. 1
Handreiking toepassing van PFOA houdende grond Drechtsteden e.o. 1 Van Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid Dossier PFOA in bodem Zaaknummer Z-17-326051 Kenmerk Datum 3 november 2017 Inleiding Op 26 september
Blusschuimen milieu-effecten en wetgeving Rob Schoon
Blusschuimen milieu-effecten en wetgeving Rob Schoon KWA Bedrijfsadviseurs B.V. 60 adviseurs (technisch, juridisch en bedrijfskundig) Werkend vanuit Amersfoort Focus op bedrijfsleven (industrie) Omzet
Tri- en tetrachlooretheen
067 1 Tri- en tetrachlooretheen Inleiding Trichlooretheen (trichloorethyleen of tri) en tetrachlooretheen (tetrachloorethyleen of perchloorethyleen of per) zijn kleurloze, vluchtige, niet brandbare vloeistoffen
Indicatieve waterkwaliteitsnormen voor bestrijdingsmiddelen
Indicatieve waterkwaliteitsnormen voor bestrijdingsmiddelen Normvoorstellen voor 19 stoffen RIVM Briefrapport 2015-0124 E. Smit R. Keijzers Indicatieve waterkwaliteitsnormen voor bestrijdingsmiddelen
Milieuklassificatie in CLP
Productbeleid Opleiding CLP voor experten Milieuklassificatie in CLP Dagobert Heijerick, ARCHE INHOUD - Achtergrond CLP wetgeving - Definitie aquatisch milieugevaar - Afleiding ERV waarden - Beslissingsboom
Indelen van stoffen en mengsels volgens CLP
Indelen van stoffen en mengsels volgens CLP Marjorie Kartowidjojo We create unique scent & taste experiences people love Inhoud Introductie Indeling van stoffen Classificatie van mengsels Samenvatting
VERPLICHTE INFORMATIE WEGLATEN
VERPLICHTE INFORMATIE WEGLATEN Webinar over informatie-eisen 10 december 2009 Overzicht 1. Voldoen aan de informatie-eisen 2. Hoe kunt u verplichte informatie weglaten? 1. Specifieke regels voor aanpassing
Aangenomen dat alleen de waarde voor natrium niet gemeten is, is de concentratie natrium in mg/l van het bovenstaande water.
Page 1 of 9 CT011 INLEIDING WATERMANAGEMENT (20082009 Q1) (9805080901) > TEST MANAGER > TEST CANVAS Test Canvas Add, modify, and remove questions. Select a question type from the Add dropdown list and
Aanvulling milieurisicogrenzen voor negen sporenelementen
Briefrapport 601714011/2009 P.L.A. van Vlaardingen E.M.J. Verbruggen Aanvulling milieurisicogrenzen voor negen sporenelementen Afleiding volgens Kaderrichtlijn Water-methodiek RIVM Briefrapport 601714011/2009
Waarvoor wordt GenX toegepast? Er is een aantal toepassingen bekend waarbij GenX kan vrijkomen in het milieu. Denk bijvoorbeeld aan:
LAATSTE UPDATE: DINSDAG 17 JULI 2018 Over GenX en PFOA Wat is GenX? GenX is een fluorhoudende stof die gebruikt wordt bij de productie van teflonlagen die onder meer in anti aanbakpannen zitten. GenX is
Naam van het chemische produkt : Ammoniumnitraat-ureumoplossing. Naam van leverancier : Breustedt Chemie B.V.
Publikatiedatum: 01/07/1997 Blz. 1 van 7 1. IDENTIFICATIE Naam van het chemische produkt : Ammoniumnitraat-ureumoplossing Triviale chemische naam : Synoniemen : Urean Chemische formule : NH 4 NO 3 en NH
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen De laatste jaren worden in toenemende mate geneesmiddelen voor mens en dier a aangetroffen in het milieu. Van enkele van die middelen is bekend dat ze bij vissen,
Belgisch Staatsblad dd
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2015/31888] 17 DECEMBER 2015. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2011
Microdata Services. Documentatie Volgtijdelijk vergelijkbare Persoon_id's van personen (VTVPERSOONTAB)
Documentatie Volgtijdelijk vergelijkbare Persoon_id's van personen (VTVPERSOONTAB) Datum: 11 april 2019 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten geschiedt door de onderzoeksinstelling of de opdrachtgever
1.2. Relevant geïdentificeerd gebruik van de stof of het mengsel en ontraden gebruik Gebruik van de stof of het preparaat desinfecteermiddelen
RUBRIEK 1: Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming 1.1. Productidentificatie 1.2. Relevant geïdentificeerd gebruik van de stof of het mengsel en ontraden gebruik Gebruik
Briefrapport /2009 L.C. van Leeuwen. Stofgegevensblad Chloridazon
Briefrapport 601714010/2009 L.C. van Leeuwen Stofgegevensblad Chloridazon Stofgegevensblad Chloridazon RIVM Briefrapport 601714010/2009 L.C. van Leeuwen Contact: L.C. van Leeuwen Stoffen Expertise Centrum
Microverontreinigingen: hoe kun je ecologische risico s in water bepalen?
Microverontreinigingen: hoe kun je ecologische risico s in water bepalen? Ron van der Oost, (Waternet), Leo Posthuma (RIVM), Dick de Zwart(RIVM), Jaap Postma (Ecofide), Leonard Osté (Deltares) Met de huidige
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1907/2006 rekening houdend met de bijlage bij Verordening (EU) nr.
GASPRUF-Flüssig Page 1(5) RUBRIEK 1: Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap / onderneming 1.1. Productidentificatie Verkoopnaam: Gaspruf-Flüssig Materiaal Nr.: 1-3000 1.2. Relevant
MaximumPermisibleConcentrationsfor. polychlorinated biphenyls. Bezoekadres: Rijnstraat8 DenHaag. Postadres: Postbus GX DenHaag
Bezoekadres: Rijnstraat8 DenHaag Postadres: Postbus30947 2500 GX DenHaag Telefoon:070-3393034 Fax:070-3391342 polychlorinated biphenyls MaximumPermisibleConcentrationsfor 1 PCBs zijn verbindingen die bestaan
RIVM-VSP advies 14557A00. Opdrachtgegevens
A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 F 030 274 29 71 info@rivm.nl Opdrachtgegevens Opdracht Afleiden indicatieve humane
REACH. Meetgegevens zijn nuttig onder REACH
Meetgegevens zijn nuttig onder REACH Maar... Blootstellingschatting g onder REACH Schatten of meten? Voorkeur kwaliteit Efficientie/gemaki Goede Betrouwbaar Hoog Metingen Representatief Stof zelf Voldoende
Hoe schadelijk zijn ze?
Perfluorverbindingen Hoe schadelijk zijn ze? Waar worden ze in gebruikt? How do the compounds look like Lost op in vet F F F F F F F F O F C C C C C C C C S OH F F F F F F F F O PFOS Lost op in water How
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD
Pagina: 1 Samenstellingsdatum: 22-07-2015 Revisie nr. 1 Rubriek 1: Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming 1.1. Productidentificatie Produktnaam: Codenummer: RM6092160
Risicogrenzen GenX (HFPO-DA) voor grond en grondwater. RIVM Briefrapport M. Rutgers et al.
Risicogrenzen GenX (HFPO-DA) voor grond en grondwater M. Rutgers et al. Risicogrenzen GenX (HFPO-DA) voor grond en grondwater M. Rutgers et al. Colofon RIVM 2019 Delen uit deze publicatie mogen worden
PerFluor-Alkyl Stoffen (PFAS) vanuit een toxicologisch perspectief
Symposium Expertisecentrum PFOS/PFAS 16 Februari 2016 PerFluor-Alkyl Stoffen (PFAS) vanuit een toxicologisch perspectief Dr. Majorie B.M. van Duursen, toxicoloog Universiteit Utrecht - Institute for Risk
Wat betekent dit voor. van omwonenden?
Emissies van chemische stoffen door ThermPhos Wat betekent dit voor de gezondheid van omwonenden? dr Joost van Rooij - toxicoloog joost.vanrooij@caesar-consult.nl Informatiebijeenkomst omwonenden 1 December
Risicoduiding en vóórkomen van FRD-903 in drinkwater en drinkwaterbronnen bij een selectie van drinkwaterwinningen in Nederland.
Risicoduiding en vóórkomen van FRD-903 in drinkwater en drinkwaterbronnen bij een selectie van drinkwaterwinningen in Nederland. RIVM Briefrapport 2017-0175 J.F.M. Versteegh P. de Voogt Risicoduiding
Inschatting gezondheidsrisico s grafietregen Wijk aan Zee RIVM 2019
Inschatting gezondheidsrisico s grafietregen Wijk aan Zee RIVM 2019 RIVM project grafietregens en gezondheid Uitstoot grafietregens bij slakverwerking Harsco / Tata Steel Bewoners rondom bedrijf maken
Op naar een specifiek meetnet voor bestrijdingsmiddelen
Op naar een specifiek meetnet voor bestrijdingsmiddelen Dennis Kalf Ministerie Infrastructuur en Milieu; RWS Waterdienst 22 mei 2012 Inhoud Aanleiding/overwegingen NAP/nieuwe nota duurzame gewasbescherming(bm)
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
Road-map Normstelling Normafleiding voor genotoxisch carcinogene stoffen. Humaan-toxicologische risicogrenzen en het MTR
Rapport 601782027/2009 C.E. Smit M.P.M. Janssen P.J.C.M. Janssen J. Lijzen Road-map Normstelling Normafleiding voor genotoxisch carcinogene stoffen Humaan-toxicologische risicogrenzen en het MTR RIVM-rapport
Risicobeoordeling en beheer met betrekking tot de aanwezigheid van fipronil in eieren, eiproducten, pluimveevlees en verwerkte producten
Risicobeoordeling en beheer met betrekking tot de aanwezigheid van fipronil in eieren, eiproducten, pluimveevlees en verwerkte producten Wat is fipronil Gebruik? Fipronil is een insecticide waarvan het
Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen,
Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen, 1998-2008 Indicator 17 december 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Afleiden indicatieve drinkwaterrichtwaarde voor de stof: Nitrilotriacetaat (NTA; CAS ).
A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 F 030 274 29 71 info@rivm.nl Opdrachtgegevens Opdracht Afleiden indicatieve drinkwaterrichtwaarde
PFOS; Stofgedrag in de bodem. Transportmechanismen, routes en effect
PFOS; Stofgedrag in de bodem Transportmechanismen, routes en effect Alette Langenhoff Tim Grotenhuis Joop Harmsen WU, vakgroep Milieutechnologie WU, vakgroep Milieutechnologie WUR, Alterra Inhoud Introductie
Webinar voor hoofdregistranten Gezamenlijk gebruik en verspreiding van gegevens. Verspreiding. 30 april 2010
Webinar voor hoofdregistranten Gezamenlijk gebruik en verspreiding van gegevens Verspreiding 30 april 2010 Catherine Cornu, ECHA Overzicht Verspreiding = publicatie van informatie uit de registratiedossiers
Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap?
Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap? De vragen en antwoorden zijn onderverdeeld in vijf groepen: 1 Algemene vragen over de folder...1