Wie moet voortaan wat rapporteren? De nieuwe EU-richtlijn geïmplementeerd. Anno 2015.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wie moet voortaan wat rapporteren? De nieuwe EU-richtlijn geïmplementeerd. Anno 2015."

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR Wie moet voortaan wat rapporteren? De nieuwe EU-richtlijn geïmplementeerd. Anno Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Handelswetenschappen Bjarne Backx onder leiding van Mevr. Els De Wielemaker

2

3 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR Wie moet voortaan wat rapporteren? De nieuwe EU-richtlijn geïmplementeerd. Anno Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Handelswetenschappen Bjarne Backx onder leiding van Mevr. Els De Wielemaker

4 VERTROUWELIJKHEIDSCLAUSULE PERMISSION Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding. Naam student: Bjarne Backx I

5 WOORD VOORAF Deze masterproef wordt door mij voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Handelswetenschappen aan de Universiteit Gent. Bij de start van dit academiejaar besloot ik om het onderwerp dat werd aangereikt door mevrouw Els De Wielemaker te kiezen voor mijn masterproef: Wie moet voortaan wat rapporteren? De nieuwe EU Richtlijn geïmplementeerd. Anno Wat boeiend is aan dit onderwerp is dat de implementatie van deze Richtlijn 2013/34/EU in de Belgische wetgeving zeer recent was op het moment dat ik deze masterproef schreef. Eigenlijk had ik het onderwerp reeds gekozen voordat de Richtlijn was omgezet in de Belgische wetgeving. Gezien mijn afstudeerrichting Finance & Risk Management vond ik het interessant om de impact van de omzetting van deze Richtlijn 2013/34/EU na te gaan wat betreft de beoordeling van de jaarrekening door de stakeholders. Graag zou ik mijn promotor, mevrouw Els De Wielemaker, willen bedanken voor de informatie en de feedback die ik van haar kreeg. Ze hield mij ook steeds op de hoogte van de stand van zaken omtrent het onderwerp. Dit academiejaar was behoorlijk druk en het was niet steeds eenvoudig om het schrijven deze masterproef te combineren met mijn stage, groepswerken en lessen. Daarom zou ik enkele personen in het bijzonder willen bedanken: mijn ouders, mijn grootouders en mijn vrienden. Mede dankzij hen heb ik mijn masterproef tot een goed einde kunnen brengen. De steun die ik van hen kreeg waardeer ik enorm. Bjarne Backx, Wetteren, 17 mei 2016 II

6 INHOUDSOPGAVE VERTROUWELIJKHEIDSCLAUSULE... I WOORD VOORAF... II INHOUDSOPGAVE... III LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN... VI LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... VII TABELLEN... VII FIGUREN... VIII INLEIDING EVOLUTIE VAN DE HARMONISATIE VAN DE FINANCIËLE RAPPORTERING DE STAKEHOLDERS VAN DE JAARREKENING WELKE ONDERNEMINGEN MOETEN WAT RAPPORTEREN? DE KLEINE EN DE GROTE VENNOOTSCHAPPEN DE MICROVENNOOTSCHAP GROEPEN VAN BEPERKTE OMVANG WIJZIGINGEN IN DE JAARREKENING WIJZIGINGEN IN DE STRUCTUUR VAN DE BALANS EN DE RESULTATENREKENING WIJZIGINGEN IN DE STRUCTUUR VAN DE BALANS EN DE RESULTATENREKENING VOLGENS HET VOLLEDIG SCHEMA Plaats van de oprichtingskosten in de balans Indeling van de voorzieningen Niet-recurrente opbrengsten en kosten Leesbaarheid in de resultaatbestemming WIJZIGINGEN IN DE STRUCTUUR VAN DE BALANS EN DE RESULTATENREKENING VOLGENS HET VERKORT SCHEMA De rubriek voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto-actief Subrubrieken onder de rubriek voorzieningen Subrubriek kapitaal- en intrestsubsidies onder de rubriek financiële opbrengsten HET MICROSCHEMA VAN DE BALANS EN DE RESULTATENREKENING WIJZIGINGEN AAN DE INHOUD VAN DE POSTEN EN DE WAARDERINGSREGELS DE VOORZIENINGEN DE HERWAARDERINGSMEERWAARDEN DE IMMATERIËLE VASTE ACTIVA ANDERE WIJZIGINGEN WIJZIGINGEN IN DE TOELICHTING DE SOCIALE BALANS LIJST VAN ONDERNEMINGEN WAARIN DE VENNOOTSCHAP EEN DEELNEMING BEZIT III

7 HET MATERIALITEITSBEGINSEL WIJZIGINGEN IN DE TOELICHTING VAN HET VERKORT- EN VOLLEDIG SCHEMA WIJZIGINGEN ALLEEN IN HET VOLLEDIG SCHEMA WIJZIGINGEN ALLEEN IN DE TOELICHTING VAN HET VERKORT SCHEMA HET MICROSCHEMA EN HAAR TOELICHTING IMPACT VAN DE WIJZIGINGEN OP DE INFORMATIE BESCHIKBAAR VOOR DE STAKEHOLDER IMPACT VAN DE WIJZIGINGEN IN DE SCHEMA S IMPACT TEN GEVOLGE VAN DE VERANDERING VAN CATEGORIE VERSCHILLENDE SCHEMA S DE BALANS DE RESULTATENREKENING IMPACT VAN DE WIJZIGINGEN OP DE BEOORELING VAN DE JAARREKENING FINANCIËLE RATIO S LIQUIDITEITSRATIO S Nettobedrijfskapitaal Rotatie van de geproduceerde voorraden en bestellingen in uitvoering SOLVABILITEITSRATIO S Schuldgraad en graad van financiële onafhankelijkheid Dekking van het totaal vreemd vermogen door de cashflow RENDABILITEITSRATIO S Recurrente bedrijfsresultaten Brutorendabiliteit van het eigen vermogen na belastingen Impact onderzoekskosten op rendabiliteitsratio s TOEGEVOEGDEWAARDERATIO S CONCLUSIE: IMPACT VAN DE WIJZIGINGEN OP DE FINANCIËLE RATIO S VERGELIJKBAARHEID MET ANDERE LANDEN CONTROLE OP DE JAARREKENING ALGEMEEN BESLUIT LITERATUURLIJST... IX BIBLIOGRAFIE... XI RELEVANTE WETGEVING... XII BIJLAGEN... A BIJLAGE 1: VERGELIJKING TUSSEN DE TOELICHTING VAN DE JAARREKENINGEN BIJ DE VERSCHILLENDE SCHEMA S VAN TOEPASSING OP DE BOEKJAREN DIE INGINGEN TOT 31/12/2015 EN DE BOEKJAREN DIE INGAAN NA 31/12/ A BIJLAGE 2: VERGELIJKING TUSSEN DE FINANCIËLE RATIO S VOLGENS DE MODELLEN VAN DE NBB 2012 EN VOLGENS HET ONTWERP VAN MODELLEN VAN DE BOEKJAREN DIE INGAAN NA 31/12/2015 (MODELLEN 2016)... CC BIJLAGE 2.1: LIQUIDITEITSRATIO S OP BASIS VAN DE MODELLEN JAARREKENING 2012 (BRON: OOGHE ET AL, 2012)... DD BIJLAGE 2.2: LIQUIDITEITSRATIO S OP BASIS VAN DE ONTWERPMODELLEN JAARREKENING 2016 (BRON: EIGEN WERK OP BASIS VAN OOGHE ET AL, 2012)... FF BIJLAGE 2.3: SOLVABILITEITSRATIO S OP BASIS VAN DE MODELLEN JAARREKENING 2012 (BRON: OOGHE ET AL, 2012)... II IV

8 BIJLAGE 2.4: SOLVABILITEITSRATIO S OP BASIS VAN DE ONTWERPMODELLEN JAARREKENING 2016 (BRON: EIGEN WERK OP BASIS VAN OOGHE ET AL, 2012)... KK BIJLAGE 2.5: RENDABILITEITSRATIO S OP BASIS VAN DE MODELLEN JAARREKENING 2012 (BRON: OOGHE ET AL, 2012) MM BIJLAGE 2.6: RENDABILITEITSRATIO S OP BASIS VAN DE ONTWERPMODELLEN JAARREKENING 2016 (BRON: EIGEN WERK OP BASIS VAN OOGHE ET AL, 2012)... PP BIJLAGE 2.7: TOEGEVOEGDEWAARDERATIO S OP BASIS VAN DE MODELLEN JAARREKENING 2012 (BRON: OOGHE ET AL, 2012)... SS BIJLAGE 2.8: RENDABILITEITSRATIO S OP BASIS VAN DE ONTWERPMODELLEN JAARREKENING 2016 (BRON: EIGEN WERK OP BASIS VAN OOGHE ET AL, 2012)... UU BIJLAGE 3: OUTPUT ZOEKSTRATEGIEËN IN BEL-FIRST... WW BIJLAGE 3.1: OUTPUT BEL-FIRST, AANTAL ONDERNEMINGEN DIE IN 2014 EEN VOLLEDIG SCHEMA HEBBEN NEERGELEGD... WW BIJLAGE 3.2: OUTPUT BEL-FIRST, AANTAL GROTE VENNOOTSCHAPPEN VOLGENS DE DREMPELS VAN ART. 15 W.VENN. VÓÓR 31 DECEMBER WW BIJLAGE 3.3: OUTPUT BEL-FIRST, AANTAL GROTE VENNOOTSCHAPPEN VOLGENS DE DREMPELS VAN ART. 15 W.VENN. NA 31 DECEMBER XX BIJLAGE 3.4: OUTPUT BEL-FIRST, AANTAL GROTE VENNOOTSCHAPPEN VOLGENS DE DREMPELS VAN ART. 15 W.VENN. VÓÓR 31 DECEMBER 2015 (ZONDER DE BIJKOMENDE VOORWAARDE BETREFFENDE ONDERNEMINGEN MET MEER DAN 100 WERKNEMERS)... XX BIJLAGE 3.5: OUTPUT BEL-FIRST, AANTAL ONDERNEMINGEN DIE IN 2014 EEN VERKORT SCHEMA HEBBEN NEERGELEGD.. YY BIJLAGE 3.6: OUTPUT BEL-FIRST, AANTAL KLEINE VENNOOTSCHAPPEN VOLGENS DE DREMPELS VAN ART. 15 W.VENN. NA 31 DECEMBER YY BIJLAGE 3.7: OUTPUT BEL-FIRST, AANTAL MICROVENNOOTSCHAPPEN VOLGENS DE DREMPELS VAN ART. 15/1 W.VENN. ZZ V

9 LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN art. bbp btw CBN CRB EU gcv IAS IASB IFRS KB KB W.Venn. artikel bruto binnenlands product belasting over de toegevoegde waarde Commissie voor Boekhoudkundige Normen Centrale Raad voor het Bedrijfsleven Europese Unie gewone commanditaire vennootschap International Accounting Standard International Accounting Standards Board International Financial Reporting Standards koninklijk besluit koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen KMO MAR NAR NBB nv VKT vof VOL WER W.Venn. kleine en middelgrote ondernemingen minimumindeling van het algemeen rekeningstelsel Nationale Arbeidsraad Nationale Bank van België naamloze vennootschap verkort schema van de jaarrekening vennootschap onder firma volledig schema van de jaarrekening Wetboek van Economisch Recht Wetboek van Vennootschappen VI

10 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN TABELLEN Tabel 1: Criteria categorieën van ondernemingen volgens art.3 Richtlijn 2013/34/EU Tabel 2: Voorbeelden ter illustratie van het consistentiebeginsel (bron: CBN, 2016) Tabel 3: Criteria kleine vennootschappen volgens art. 15 W.Venn. (bron: historiek art. 15 W.Venn.) Tabel 4: Criteria microvennootschappen volgens art. 15/1 W.Venn Tabel 5: Criteria vrijstelling van consolidatieplicht voor kleine groepen en groepen van beperkte omvang volgens art. 16 W.Venn. (bron: historiek art. 16 W.Venn.) Tabel 6: Indeling van de niet-recurrente kosten en opbrengsten in bedrijfskosten en opbrengsten en financiële kosten en opbrengsten (bron: eigen werk) Tabel 7: Balans volledig schema na de implementatie van Richtlijn 2013/34/EU (art. 88 KB W.Venn.) Tabel 8: Balans verkort schema en microschema na de implementatie van de boekhoudrichtlijn (art. 92 en art. 94/1 KB W.Venn.) Tabel 9: Resultatenrekening van het verkort schema en het microschema voor en na de implementatie van de boekhoudrichtlijn (bron: eigen werk op basis van de historiek van art. 93 KB W.Venn.) Tabel 10: Samenstelling van de geglobaliseerde voorzieningen voor risico s en kosten van de Belgische niet-financiële ondernemingen in 2014 (bron: eigen werk op basis van de statistieken van de Balanscentrale) Tabel 11: Samenstelling van de geglobaliseerde resultaten van de Belgische niet-financiële ondernemingen in 2014 (bron: eigen werk op basis van de statistieken van de Balanscentrale) Tabel 12: Uitzonderlijke resultaten uitgedrukt als percentage van de totale resultaten voor de Belgische niet-financiële ondernemingen in 2014 (bron: eigen werk op basis van de statistieken van de Balanscentrale) Tabel 13: Samenstelling van de geglobaliseerde uitzonderlijke kosten en opbrengsten van de Belgische niet-financiële ondernemingen in 2014, in duizenden EUR (bron: eigen werk op basis van de statistieken van de Balanscentrale) Tabel 14: Schatting van het aantal ondernemingen dat niet langer volgens een volledig schema moet rapporteren na de toepassing van de aangepaste criteria in art. 15 W.Venn. (bron: eigen werk) Tabel 15: Schatting van het aantal microvennootschappen (bron: eigen werk) Tabel 16: Vergelijking tussen verschillende schema s van de balans (bron: eigen werk op basis van art. 88, art. 92 en art. 94/1 KB W.Venn.) Tabel 17: Vergelijking tussen de verschillende schema s van de resultatenrekening (bron: eigen werk op basis van art. 89, 93 en art. 94/2 KB W.Venn.) Tabel 18: Voorlopige planning NBB voor het invoeren van de aangepaste modellen (bron: NBB, 2016).. 70 VII

11 Tabel 19: Definitie en codes nettobedrijfskapitaal op basis van de modellen 2012 (bron: Ooghe et al, 2012) Tabel 20: Definitie en codes nettobedrijfskapitaal op basis van de schema s en ontwerpmodellen 2016 (bron: eigen werk gebaseerd op Ooghe et al, 2012) Tabel 21: Definitie en codes kostprijs van de verkopen op basis van de modellen 2012 (VOL) (bron: Ooghe et al, 2012) Tabel 22: Definitie schuldgraad en graad van financiële onafhankelijkheid (bron: Ooghe et al, 2012) Tabel 23: Definitie dekking van het totaal vreemd vermogen door de cashflow (bron: Ooghe et al, 2012) Tabel 24: Indeling van de niet-recurrente resultaten uit de toelichting in kas- en niet-kasresultaten (bron: eigen werk op basis van art. 91 KB W.Venn.) Tabel 25: Indeling van de niet-recurrente resultaten in de toelichting volgens het ontwerpmodel (VKT) (bron: gesprek met Sadi Podevijn, 23 april 2016) Tabel 26: Definitie en codes dekking van het vreemd vermogen door de cashflow op basis van de modellen 2012 (bron: Ooghe et al, 2012) Tabel 27: Definities en codes dekking van het vreemd vermogen door de cashflow op basis van de schema s en ontwerpmodellen 2016 (bron: eigen werk gebaseerd op Ooghe et al, 2012) Tabel 28: Definities en codes brutobedrijfsresultaat voor niet-kaskosten en nettobedrijfsresultaat na niet-kaskosten op basis van de modellen 2012 (bron: Ooghe et al, 2012) Tabel 29: Definities en codes brutobedrijfsresultaat voor niet-kaskosten en nettobedrijfsresultaat na niet-kaskosten op basis van de schema s en ontwerpmodellen 2016 (bron: eigen werk gebaseerd op Ooghe et al, 2012) Tabel 30: Samenvattend overzicht van de impact van de omzetting van Richtlijn 2013/34/EU op de financiële ratio s (bron: eigen werk) FIGUREN Figuur 1: Vergelijking van de resultatenrekening van het volledig schema voor en na de implementatie van Richtlijn 2013/34/EU (bron: eigen werk op basis van de historiek van art. 89 KB W.Venn.) Figuur 2: Samenstelling van de geglobaliseerde voorzieningen voor risico s en kosten van de Belgische niet-financiële ondernemingen in 2014 (bron: eigen werk op basis van de statistieken van de Balanscentrale) Figuur 3: Samenstelling van de geglobaliseerde uitzonderlijke opbrengsten van de Belgische nietfinanciële ondernemingen in 2014 (bron: eigen werk op basis van de statistieken van de Balanscentrale) Figuur 4: Samenstelling van de geglobaliseerde uitzonderlijke kosten van de Belgische niet-financiële ondernemingen in 2014 (bron: eigen werk op basis van de statistieken van de Balanscentrale) VIII

12 INLEIDING Op 26 juni 2013 werd de Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad, of de zogenaamde boekhoudrichtlijn, aangenomen. De lidstaten kregen tot 20 juli 2015 de tijd om deze richtlijn om te zetten in nationale wetgeving. België liet op zich wachten maar op 18 december 2015 werden uiteindelijk de wet en het koninklijk besluit (KB) tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU van 26 juni 2013 goedgekeurd. Deze wet voorziet in een gedeeltelijke omzetting van de richtlijn in Belgische wetgeving en is van toepassing op de boekjaren die ingaan na 31 december De Europese Unie (EU) (z.d.) omschrijft een richtlijn als een rechtshandeling die een bepaald doel vastlegt dat alle EU-landen moeten bereiken. Zij mogen zelf de wetgeving vaststellen om dat doel te bereiken. Richtlijn 2013/34/EU zet uiteen welke financiële informatie de ondernemingen moeten rapporteren. De voornaamste doelstelling van deze richtlijn is de financiële verslaggeving te vereenvoudigen en de administratieve lasten van de ondernemingen te verminderen. Deze doelstelling past in de Europa 2020-strategie. Vooral kleine en middelgrote ondernemingen worden door de richtlijn beoogd volgens het denk eerst klein -principe (Richtlijn 2013/34/EU). In 2008 stelde de Commissie in een mededeling over een Small Business Act voor Europa dat ondernemingen met minder dan 250 personeelsleden instaan voor de meeste werkgelegenheid. Zij zijn essentieel voor de toekomstige ontwikkeling maar tegelijkertijd worden ze geconfronteerd met een enorme bureaucratische rompslomp. Volgens de Commissie heeft 99% van de Europese ondernemingen ten hoogste 250 werknemers en maximaal 50 miljoen euro omzet (Europese Commissie, 2008). Dit betekent dat de meerderheid van de ondernemingen baat heeft bij deze nieuwe richtlijn. Een van de opmerkelijkste nieuwigheden van de Richtlijn 2013/34/EU is de mogelijkheid voor de lidstaten om naast de kleine, de middelgrote en de grote onderneming een nieuwe categorie van ondernemingen toe te voegen, namelijk de micro-ondernemingen. België heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Voor deze categorie van ondernemingen gelden lagere criteria omtrent balanstotaal, netto-omzet en personeelsbestand. De richtlijn voorziet, naast eenvoudigere 1

13 rapporteringsverplichtingen die ook gelden voor de kleine onderneming, tevens in verschillende optionele bijkomende vrijstellingen. Op deze manier wil ze de administratieve lasten van deze micro-ondernemingen verlagen. Ook de criteria voor het vormen van een kleine vennootschap zijn gewijzigd, waardoor er meer kleine vennootschappen zijn. De waarderingsregels en de inhoud van de jaarrekening ontsnappen evenmin aan veranderingen. Enkele voorbeelden zijn de plaats van de oprichtingskosten in de balans, de kosten van onderzoek die niet meer mogen worden geactiveerd, het materialiteitsbeginsel, de sociale balans die een afzonderlijk document zal vormen, de nietrecurrente opbrengsten en kosten die de uitzonderlijke opbrengsten en kosten vervangen, een kortere toelichting bij het verkort schema. Daarnaast verplicht de richtlijn grote ondernemingen die actief zijn in de winningsindustrie (mineralen, olie en aardgas) of houtkap van oerbossen om te rapporteren over betalingen aan overheden van landen waar ze actief zijn. Ook moeten organisaties van openbaar belang altijd worden aangemerkt als grote ondernemingen. Onder een organisatie van openbaar belang verstaat de richtlijn beursgenoteerde ondernemingen, kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappijen of ondernemingen die door de lidstaat zelf worden aangemerkt als zijnde van openbaar belang. In België zijn beursgenoteerde ondernemingen reeds onderworpen aan dezelfde verplichtingen als die in de richtlijn en dus steeds verplicht om, ongeacht hun grootte, hun jaarverslag openbaar te maken. Kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen zijn daarentegen onderworpen aan eigen regelgeving 1. Om deze redenen, en het feit dat België geen andere ondernemingen als organisaties van openbaar belang aanmerkt, wordt de definitie organisaties van openbaar belang niet opgenomen in de Belgische wet (Wetsontwerp, memorie van toelichting, 2015). Het verslag van betalingen aan overheden en de organisaties van openbaar belang zoals bedoeld in de richtlijn maken verder geen onderdeel uit van deze masterproef. 1 koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van de verzekeringsondernemingen, koninklijk besluit van 13 februari 1996 betreffende de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen en herverzekeringsondernemingen 2

14 De omzetting van de Richtlijn 2013/34/EU in de Belgische wetgeving zal belangrijke gevolgen hebben op boekhoudkundig, vennootschapsrechtelijk en fiscaal vlak. Gezien de implementatie nog zeer recent is, is nog weinig of geen onderzoek gebeurd naar deze gevolgen. In deze masterproef wordt gefocust op de gevolgen van de omzetting op de financiële verslaggeving. De jaarrekening is immers een belangrijke bron van economische en financiële informatie voor de vele stakeholders die hun beslissingen daarop baseren. Dit blijkt ook uit het advies dat de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) gaf aan de regering met betrekking tot de omzetting van deze nieuwe boekhoudrichtlijn. In dit advies (CRB, 2015) wijst de CRB op het belang van de financiële verslaggeving als betrouwbaar bestuurs- en communicatiemiddel voor ondernemingen en hun aandeelhouders en vraagt de Raad dat de omzetting geen afbreuk zou doen aan de informatieverplichtingen naar werknemers, hun vertegenwoordigers en naar de bevoegde overlegorganen toe. De CBR stelt verder dat de financiële verslaggeving eveneens belangrijk is voor stakeholders als de banken, de leveranciers, de schuldeisers en de fiscus, alsook voor statistische diensten, om te kunnen blijven voldoen aan de vereisten op Belgisch, Europees en internationaal niveau. De Raad meent daarom dat de financiële verslaggeving deze belanghebbenden moet toelaten om de informatie te verkrijgen die beantwoordt aan hun behoeften, zonder dat zij deze informatie via andere wegen zouden moeten opvragen bij de ondernemingen. Dit zou immers opnieuw een verhoging van de administratieve lasten en kosten voor ondernemingen inhouden. Deze masterproef zal een antwoord geven op de volgende onderzoeksvraag: Wat is de impact van de omzetting van de Richtlijn 2013/34/EU in de Belgische wetgeving op de jaarrekening als informatiebron voor de stakeholders?. Hiertoe worden verschillende deelvragen geformuleerd waarop een antwoord gegeven wordt. Het is noodzakelijk om eerst na te gaan welke informatie de verschillende ondernemingen als gevolg van de omzetting moeten rapporteren in hun jaarrekening. Hiertoe worden de categorieën ondernemingen eerst gedefinieerd en wordt vervolgens beschreven volgens welke schema s zij moeten rapporteren. Daarna wordt onderzocht wat er verandert in de jaarrekening naar vorm, 3

15 inhoud en waarderingsregels. De masterproef beperkt zicht tot het volledig-, het verkort- en het microschema van de enkelvoudige jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening komt niet aan bod. Nadat duidelijk is geworden wat er juist verandert aan de enkelvoudige jaarrekening kan worden onderzocht wat de impact is op haar functie als informatiebron voor de stakeholders. Om deze vraag te beantwoorden zal de masterproef onderzoeken wat de gevolgen zijn voor de beoordeling van de jaarrekening en wat de gevolgen zijn voor de vergelijkbaarheid van de jaarrekening. Concreet zal deze masterproef een antwoord formuleren op de volgende deelvragen: 1. Welke evolutie kende de harmonisatie van de financiële rapportering? 2. Wie zijn de stakeholders? 3. Welke ondernemingen moeten wat rapporteren? a. Welke categorieën ondernemingen bestaan er? b. Volgens welk schema moeten deze ondernemingen rapporteren? 4. Welke wijzigingen zijn er in de enkelvoudige jaarrekening na omzetting van de richtlijn naar vorm, inhoud en waarderingsregels? 5. Wat zijn de gevolgen van de omzetting voor de informatie die beschikbaar is voor de stakeholders? 6. Wat zijn de gevolgen van de omzetting voor de beoordeling van de jaarrekening? Deze onderzoeksvragen worden beantwoord door een literatuurstudie, een grondige analyse van de Richtlijn 2013/34/EU en de Wet en het KB van 18 december 2015 tot omzetting van deze richtlijn in de Belgische regelgeving en een analyse van de invloed op de voornaamste financiële kengetallen en ratio s. Er wordt ook gebruik gemaakt van data beschikbaar bij de Balanscentrale van de Nationale Bank (NBB) en in de databank Bel-first (Bureau van Dijck) om de invloed van bepaalde wijzigingen op de beschikbare informatie in te schatten. 4

16 1. EVOLUTIE VAN DE HARMONISATIE VAN DE FINANCIËLE RAPPORTERING De Belgische wetgeving met betrekking tot de boekhouding en jaarrekening van ondernemingen is vervat in het Wetboek van Economisch Recht (WER), het Wetboek van Vennootschappen (W.Venn.) en in het KB tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen (KB W.Venn.). Deze regelgeving is een uitvoering van Europese richtlijnen. Het doel van deze richtlijnen is het harmoniseren van de rapporteringssystemen in de verschillende lidstaten om de vergelijkbaarheid van de financiële rapporten te verhogen. De harmonisatie wordt immers gezien als een van de essentiële stappen in de richting van vrij verkeer van goederen, personen en kapitaal binnen Europa. Europa heeft gekozen voor een proces van harmonisatie in plaats van standaardisatie (Weets, 2000). Bij harmonisatie worden verschillen geleidelijk aan weggewerkt en gelimiteerd, maar behouden de lidstaten nog verschillende keuzemogelijkheden. Bij een volledige standaardisatie zouden er geen keuzemogelijkheden meer zijn maar zou elke lidstaat volledig dezelfde boekhoudregels hanteren. De Europese Unie is al sinds de jaren zeventig gestart met de harmonisatie van de financiële verslaggeving. Daartoe vaardigde zij verschillende EU-richtlijnen uit die de lidstaten vervolgens dienden te implementeren in hun eigen nationale wetgeving. De Vierde Richtlijn 78/660/EEG van de Raad van 25 juli 1978 had betrekking op de inhoud van de statutaire jaarrekening, de voorstelling van de informatie en de waarderingsmethodes. De Zevende Richtlijn 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 had betrekking op de geconsolideerde jaarrekening. Op grond van deze richtlijn moet een moederonderneming, naast haar individuele jaarrekening, een geconsolideerde jaarrekening en een geconsolideerd jaarverslag opstellen waarin de financiële situatie van de groep wordt beschreven alsof het één entiteit betreft. 5

17 Op 26 juni 2013 werd Richtlijn 2013/34/EU1 voor niet-beursgenoteerde bedrijven uitgevaardigd, die de vierde en zevende richtlijnen voor de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening vervangt. Deze Europese boekhoudrichtlijn maakt deel uit van de "Europa 2020-strategie en heeft onder meer tot doel het ondernemingsklimaat voor KMO's te verbeteren en hun internationalisering te bevorderen. De richtlijn stelt het het "Think Small First"-principe voorop. Dit moet leiden tot een verlichting van administratieve lasten en een vereenvoudiging van financiële rapporteringsverplichtingen, in het bijzonder voor micro-ondernemingen en KMO's. De administratieve lasten voor ondernemingen moeten in verhouding staan tot hun omvang. Deze richtlijn moest door de lidstaten uiterlijk 20 juli 2015 in de eigen wetgeving zijn opgenomen zodat ten vroegste het boekjaar beginnend op of na 1 januari 2016 onder de nieuwe richtlijn zou vallen. De wet en het KB van 18 december 2015 tot omzetting van deze richtlijn in de Belgische regelgeving werden echter pas op 30 december 2015 gepubliceerd. Door de omzetting van de Richtlijn 2013/34/EU worden het Wetboek van Vennootschappen en het KB van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen aangepast. 6

18 2. DE STAKEHOLDERS VAN DE JAARREKENING Om de impact van de omzetting van de Richtlijn 2013/34/EU in de Belgische wetgeving op de jaarrekening als informatiebron voor de stakeholders na te gaan, is het belangrijk om eerst te weten wie de stakeholders zijn en in welke informatie van de onderneming ze geïnteresseerd zijn. Zowel in de wetgeving als in de wetenschappelijke literatuur vinden we verwijzingen naar deze stakeholders en de informatie waarvan zij gebruik wensen te maken. Volgens het KB tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen moet de jaarrekening een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële positie en het resultaat van de vennootschap. De International Accounting Standards Board (IASB) (2010) omschrijft in het algemeen raamwerk de algemene doelstelling van financiële verslaggeving als het verschaffen van financiële informatie over de organisatie die nuttig is voor potentiele investeerders, kredietverschaffers en andere schuldeisers bij het nemen van beslissingen omtrent het verschaffen van middelen aan de organisatie. Op 28 mei 2015 publiceerde het IASB een voorstel tot aanpassing van dit conceptueel raamwerk, en plant dit project begin 2017 te finaliseren. Daarin wordt de nadruk gelegd op het belang van het verstrekken van informatie die nodig is om het gebruik van de middelen van de entiteit door het management te kunnen evalueren (International Financial Reporting Standards Foundation & International Accounting Standards Board, z.d.). Over het belang van financiële verslaggeving bestaat veel discussie. Vergoossen (1993) concludeert in zijn onderzoek dat het jaarverslag van essentieel belang is voor investeringsanalyse. Hij kwam tot deze conclusie nadat hij 226 Nederlandse investeringsanalisten had ondervraagd. Ook KPMG (2007) komt op een vergelijkbare manier tot dezelfde conclusie. 66% van de ondervraagden had geantwoord dat het financiële overzicht voor hen een zeer waardevolle informatiebron is. Anderen zoals Barker (1998) stellen dan weer vast dat investeringsanalisten meer belang hechten aan andere informatiebronnen zoals persoonlijk contact met de organisatie. Cole, Branson en Breesch (2009) concluderen verassend dat bijna de helft van de gebruikers minder dan een kwartier besteedt aan het analyseren van financiële verslaggeving. Cole et al. (2009) vinden het ook merkwaardig dat opstellers van standaarden voor jaarrekeningen zoals het 7

19 IASB niet weten wie de echte gebruikers zijn van de jaarrekening. Ze zouden enkel veronderstellingen maken. Daarom ondervroegen Cole et al. (2009) 455 gebruikers van financiële verslagen van vooral Belgische ondernemingen. Aandeelhouders, investeerders, analisten, leveranciers, klanten en consultants zouden frequente gebruikers zijn. Er is voorlopig weinig literatuur te vinden over de impact van de omzetting van de Richtlijn 2013/34/EU op de jaarrekening als informatiebron voor de stakeholders. De literatuur die bestaat is de richtlijn zelf, de wet en het KB tot omzetting van de richtlijn en de adviezen van de CRB en de Nationale Arbeidsraad (NAR). De richtlijn wil de financiële verslaggeving vereenvoudigen en de administratieve lasten van ondernemingen verminderen. Daarom zou het gevaar kunnen bestaan dat dit ten koste zal gaan van de hoeveelheid informatie die moet worden gerapporteerd in de jaarrekening. Considerans 4 uit de richtlijn verduidelijkt het volgende: Jaarlijkse financiële overzichten dienen verscheidene doeleinden en bieden niet alleen informatie aan beleggers op de kapitaalmarkt, maar dienen ook ter verantwoording van verleden transacties en versterken de corporate governance. De boekhoudwetgeving van de Unie moet een juist evenwicht vinden tussen de belangen van de adressaten van een financieel overzicht en het belang van ondernemingen om niet overmatig te worden belast met verslagleggingsregels. Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie zeggen dus dat de belangen van de externe stakeholders moeten worden gerespecteerd bij de omzetting van de richtlijn. Dit wil niet zeggen dat er geen impact is op de jaarrekening als informatiebron. Indien de belangen van de externe stakeholders niet opwegen tegen de lasten van de ondernemingen is het namelijk mogelijk dat de informatie die de stakeholders zullen ontvangen zal zijn ingeperkt. Daarnaast is het niet zeker dat de impact van de richtlijn zal zijn wat ze voor ogen had. De Belgische regering heeft de CRB en de NAR om advies gevraagd tijdens het ontwerpen van de nieuwe wetten. In het advies van de CRB (2015) werd vooral een keuze gemaakt tussen de verschillende opties tot wijziging van wetten die door de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN) werden uitgewerkt. De CRB was zich net zoals het Europees parlement en de Raad 8

20 van de Europese Unie bewust van het evenwicht dat bestaat tussen de belangen van de ondernemingen en de belangen van gebruikers van de jaarrekening. Ze adviseerden de regering om dit evenwicht te respecteren. De stakeholders zijn de gebruikers van de jaarrekening. Volgens Ooghe & Van Wymeersch (2012) zijn dit in eerste instantie de huidige aandeelhouders, de eigenaars van de onderneming. Zij brengen financiële middelen, terreinen en gebouwen, machines of hun kennis in en ontvangen in ruil hiervoor aandelen. De aandeelhouders gebruiken de financiële informatie die zij krijgen uit de jaarrekening om rationele beslissingen te nemen om aandelen in een onderneming te kopen, te behouden, of te verkopen. Aan de hand van de financiële informatie uit de jaarrekening kunnen zij ook een oordeel vormen over het gevoerde beleid door het management van de onderneming. Ook de toekomstige aandeelhouders gebruiken de jaarrekening om de winstgevendheid van de onderneming te beoordelen. De winstgevendheid is immers één van de belangrijkste voorwaarden waarom beleggers een deel van hun vermogen willen investeren in een onderneming in de vorm van aandelen. Het resultaat is de basis voor het uitgekeerde dividend en voor de winstreservering die de toekomstige waarde van het aandeel kan vergroten. De kredietverstrekkers stellen tijdelijk geld ter beschikking van een onderneming en bedingen hiervoor een vergoeding onder de vorm van intresten. Zij willen weten of de onderneming het geleende geld kan aflossen op het afgesproken moment en tevens de intresten kan betalen. Om dit te beoordelen hebben ze dus niet alleen informatie nodig over de betalingsmogelijkheden van de onderneming op korte termijn, maar ook over de betalingscapaciteit op lange termijn. De kredietverstrekkers hebben daarom interesse in de rendabiliteit of winstgevendheid van een onderneming. De derde groep externe stakeholders zijn de leveranciers. De leveranciers leveren goederen of diensten aan een onderneming en willen hiervoor betaald worden binnen de vastgestelde betalingstermijn. Om hun betalingsvoorwaarden vast te stellen, doen ze beroep op de informatie 9

21 uit de jaarrekening. Zij zijn dus vooral geïnteresseerd in de liquiditeit van de onderneming. Liquiditeit hangt evenwel af van de rendabiliteit en de schuldstructuur, waardoor deze factoren ook van belang zijn voor de leveranciers. Ook de werknemers zijn geïnteresseerd in de jaarrekening van hun werkgever. De financiële gezondheid van de onderneming bepaalt het voortbestaan ervan en bijgevolg de persoonlijke situatie van de werknemers. De financiële informatie ter beschikking van werknemers en vakbonden is ook belangrijk bij het bepalen van hun strategie in de ondernemingsraden, bij onderhandelingen over de loonvoorwaarden of bij bedrijfsherstructureringen. Klanten zijn eveneens stakeholders van een onderneming. Wanneer zij nieuwe contracten willen afsluiten met een onderneming zullen ze ook de financiële situatie van de onderneming analyseren. Zij wensen zekerheid over de toelevering ook in de volgende jaren, anders zullen zij geen langetermijncontracten afsluiten. Ook de overheid mag niet vergeten worden. Voor de overheid is financiële informatie over ondernemingen essentieel omwille van de creatie van toegevoegde waarde en de werkgelegenheid. Op basis van statistieken uit de jaarrekeningen kan zij een fiscaal beleid uitstippelen, investeringsstimuli vastleggen en ondernemingen in moeilijkheden beter opvolgen. Goede en betrouwbare jaarrekeninginformatie heeft ook maatschappelijk een groot belang. Consumentenorganisaties verwijzen dikwijls naar de winstgevendheid van ondernemingen bij het aanklagen van niet-geoorloofde praktijken zoals kinderarbeid, en milieuorganisaties gebruiken deze gegevens als zij willen aantonen dat bepaalde milieuvriendelijke investeringen wel degelijk mogelijk zijn. Tot slot mogen we ook de ondernemingen zelf niet vergeten. Zij gebruiken financiële informatie over hun concurrenten om hun prijs- en verkoopstrategie te bepalen, dit in combinatie met andere meer technische informatie over bijvoorbeeld grondstoffen en productieprocessen en marktinformatie. 10

22 3. WELKE ONDERNEMINGEN MOETEN WAT RAPPORTEREN? In dit deel wordt nagegaan volgens welk schema ondernemingen moeten rapporteren na de omzetting van de Richtlijn 2013/34/EU. De richtlijn voorziet 5 categorieën van ondernemingen: de micro-ondernemingen, de kleine ondernemingen, de middelgrote ondernemingen, de grote ondernemingen en de organisaties van openbaar belang. België heeft de middelgrote ondernemingen en de organisaties van openbaar belang niet opgenomen in haar regelgeving. De lidstaten die middelgrote en grote ondernemingen aan dezelfde voorschriften onderwerpen, moeten in hun nationale wetgeving geen afzonderlijke categorieën voor middelgrote en grote ondernemingen afbakenen. In de memorie van toelichting bij het wetsontwerp tot implementatie van Richtlijn 2013/34/EU, motiveert de regering waarom ze kiest om de middelgrote en grote vennootschappen aan dezelfde voorschriften te blijven onderwerpen en dus de middelgrote ondernemingen niet als aparte categorie te erkennen. Het erkennen van deze vennootschappen en het opleggen van specifieke verplichtingen ervoor zou het boekhoudkundig landschap in België nodeloos ingewikkelder maken omdat een bijkomend, afzonderlijk model van de jaarrekening specifiek voor deze middelgrote ondernemingen moet worden voorzien. Bovendien kan op basis van informatie van de Balanscentrale het aantal middelgrote ondernemingen in België worden geraamd op maximaal 1,8 procent van alle Belgische ondernemingen. Tabel 1 toont de categorieën voor de indeling in categorieën volgens Richtlijn 2013/34/EU. Voor de criteria van de kleine ondernemingen kunnen de lidstaten ervoor kiezen om de drempelwaarde aangaande de netto-omzet te verhogen tot maximum 12 miljoen euro en/of de drempelwaarde aangaande het balanstotaal te verhogen tot maximum 6 miljoen euro. Ondernemingen mogen maximaal één van de criteria (netto-omzet, balanstotaal, gemiddeld personeelsbestand gedurende het boekjaar) overschrijden om tot de betreffende categorie te behoren (artikel 3 Richtlijn 2013/34/EU). 11

23 Tabel 1: Criteria categorieën van ondernemingen volgens art.3 Richtlijn 2013/34/EU Netto-omzet Balanstotaal Gemiddeld personeelsbestand Micro-onderneming 0,7 miljoen 0,35 miljoen 10 Kleine onderneming 8 miljoen 4 miljoen 50 Middelgrote onderneming 40 miljoen 20 miljoen 250 Grote onderneming > 40 miljoen > 20 miljoen > 250 Vennootschappen in België worden ook na de omzetting van de richtlijn ingedeeld in categorieën aan de hand van de groottecriteria uit het Wetboek van Vennootschappen. Om aan de richtlijn te voldoen, en met de vereenvoudiging van de financiële verslaggeving in het achterhoofd, werden de criteria aangepast. Artikel (art.) 92 W.Venn. legt aan de ondernemingen de verplichting op om jaarlijks een enkelvoudige jaarrekening op te maken. De jaarrekening bestaat uit drie delen: de balans, de resultatenrekening en de toelichting. Tenzij een wet anders bepaalt zal deze jaarrekening opgesteld worden volgens het volledig schema (voor de grote vennootschappen), het verkort schema (voor de kleine vennootschappen) (art. 93. W.Venn.) of volgens het microschema (voor de microvennootschappen) (art. 93/1 W.Venn.). Beursgenoteerde vennootschappen mogen geen gebruik maken van het verkorte schema of van het microschema (art. 82 KB W.Venn.). Een kleine beursgenoteerde vennootschap moet dus het volledig schema gebruiken. Daarnaast zijn groepen verplicht een geconsolideerde jaarrekening op te maken (art W.Venn.). Art. 92 W.Venn. bepaalt welke ondernemingen geen jaarrekening moeten opstellen volgens het volledig-, het verkort- of het mircroschema. Dit zijn o.a. de verzekeringsmaatschappijen, de kredietinstellingen, de portefeuillemaatschappijen, de beleggingsondernemingen, de vereffeningsinstellingen en de landbouwvennootschappen. Dit is ook het geval voor de bijkantoren van buitenlandse vennootschappen die geen eigen opbrengsten hebben door verkoop van goederen 12

24 of diensten aan derden of door geleverde goederen of geleverde diensten aan de buitenlandse vennootschap waarvan zij afhangen en waarvan de werkingskosten volledig door de laatstgenoemde worden gedragen. Het Wetboek van Economisch Recht stelt nog een aantal andere ondernemingen vrij van de verplichting een boekhouding te voeren volgens deze schema s: de natuurlijke personen die koopman zijn, de vennootschappen onder firma (vof) en de gewone commanditaire vennootschappen (gcv) waarvan de omzet, exclusief de btw, over het laatste boekjaar lager was dan euro (art. III 85 WER). Deze laatsten mogen een vereenvoudigde boekhouding voeren. De verschillende categorieën van vennootschappen en groepen worden nu besproken DE KLEINE EN DE GROTE VENNOOTSCHAPPEN Grote vennootschappen moeten een jaarrekening volgens het volledig schema (VOL) opstellen en kleine vennootschappen mogen een jaarrekening volgens het verkort schema (VKT) opstellen (art en 2 KB W.Venn.). De criteria in de Richtlijn 2013/34/EU die het onderscheid uitmaken tussen grote en kleine vennootschappen zijn hoger dan de oude Belgische criteria. Daarom werden de Belgische criteria geïndexeerd. Tabel 3 toont een vergelijking tussen de oude en de nieuwe criteria voor en na de implementatie van de richtlijn in België. Artikel 15 1 W.Venn. definieert kleine vennootschappen als deze vennootschappen met rechtspersoonlijkheid die op balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar, niet meer dan één der volgende criteria overschrijden: - jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50; - jaaromzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde: euro; - balanstotaal: euro. 13

25 Het gemiddelde personeelsbestand moet voortaan worden berekend als het gemiddeld aantal werknemers in voltijdse equivalenten dat is geregistreerd in de DIMONA-databank per einde van elke maand van het boekjaar en niet langer op basis van het personeelsregister. Artikel bepaalt dat wanneer meer dan één van deze criteria worden overschreden of niet meer worden overschreden, dit slechts gevolgen heeft wanneer dit zich gedurende twee achtereenvolgende boekjaren voordoet. De gevolgen gaan in dat geval in vanaf het boekjaar dat volgt op het boekjaar gedurende hetwelk meer dan één van de criteria voor de tweede keer werden overschreden of niet meer werden overschreden. Door een éénmalige overschrijding zal een vennootschap haar statuut van kleine vennootschap niet verliezen en evenmin zal een vennootschap door het éénmalig niet overschrijden van meer dan één criterium een kleine vennootschap worden (CBN, 2016). Zodra twee van de drie criteria in de twee vorige boekjaren werden overschreden kan de vennootschap dus vanaf heden worden aangemerkt als een grote vennootschap voor dat boekjaar, hoewel het begrip grote vennootschap niet voorkomt in het Wetboek van Vennootschappen. In de andere gevallen is het een kleine vennootschap. Deze regel is gunstiger als voorheen. Vroeger was een overschrijding in één boekjaar voldoende om te worden aangemerkt als een grote vennootschap. De richtlijn laat dit echter niet meer toe (art. 3 punt 10 Richtlijn 2013/34/EU). Indien een startende vennootschap vermoedt dat ze de criteria in het eerste boekjaar reeds zal overschrijden wordt ze ook aangemerkt als een grote vennootschap (art W.Venn.). Volgens de CBN werd dit consistentiebeginsel ingevoerd om te vermijden dat kleine ondernemingen die bijvoorbeeld een uitzonderlijk jaar achter de rug hebben, daardoor plotseling als groot gekwalificeerd worden. Het vroegere vermoeden dat een onderneming groot is, wordt dus omgedraaid naar een vermoeden dat een onderneming klein is. 14

26 Tabel 2: Voorbeelden ter illustratie van het consistentiebeginsel (bron: CBN, 2016) Jaar N N+1 N+2 N+3 N+4 N+5 N+6 N+7 N+8 Criteria < > < > < > < > < Schema VKT VKT VKT VKT VKT VKT VKT VKT VKT Jaar N N+1 N+2 N+3 N+4 N+5 N+6 N+7 N+8 Criteria < > > < < > < > < Schema VKT VKT VKT VOL VOL VKT VKT VKT VKT < Meer dan één van de criteria wordt op de balansdatum overschreden < Maximaal één van de criteria wordt op de balansdatum overschreden VKT Verkort schema van de jaarrekening VOL Volledig schema van de jaarrekening Voor het eerste boekjaar dat start na 31 december 2015 is er een overgangsregeling. In dat boekjaar moet enkel worden nagegaan of meer dan één van de nieuwe criteria is overschreden in het vorige boekjaar. Een bijkomende vereenvoudiging is dat vennootschappen met een gemiddeld personeelsbestand van meer dan 100 niet meer automatisch worden aangemerkt als een grote vennootschap. Deze regel werd geschrapt omdat de richtlijn dit bijkomend criterium voor kleine vennootschappen niet toelaat. Hierdoor kunnen nu ook vennootschappen met een ondernemingsraad kleine vennootschappen zijn. Het volledige schema is volgens de regering nochtans noodzakelijk als informatie- en dialooginstrument voor de ondernemingsraad. Daarom werd de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven aangepast. Kleine vennootschappen met een ondernemingsraad die een jaarrekening volgens het verkort schema hebben openbaar gemaakt moeten volgens die wet toch een jaarrekening volgens het volledig schema alsook de 15

27 sociale balans volgens het meest uitgebreide schema meedelen aan de ondernemingsraad. Diezelfde informatie wordt ook meegedeeld aan de algemene vergadering. Aandeelhouders kunnen via de ondernemingsraad over de informatie beschikken maar de ondernemingsraad hoeft zich niet uit te spreken over de jaarrekening volgens het volledig schema. Enkel moedervennootschappen zijn vanaf nu verplicht om de criteria op geconsolideerde wijze te berekenen. Vennootschappen die een consortium vormen worden voor de toepassing van deze wet gelijkgesteld met een moedervennootschap. Een dochtervennootschap van een grote vennootschap kan nu dus worden aangemerkt als een kleine vennootschap, tenzij ze is opgericht is met als enig doel de verslaggeving van bepaalde informatie te ontwijken. In dat laatste geval zullen de criteria wel op geconsolideerde wijze berekend moeten worden (art en 7 W.Venn.). Indien een moedervennootschap een grote vennootschap is zal logischerwijze ook elke andere moedervennootschap die deel uitmaakt van dezelfde groep een grote vennootschap zijn. Dit is zo omdat dezelfde geconsolideerde criteria moeten worden gebruikt voor het aftoetsen van de criteria. Voor de moedervennootschappen bestaat ook de mogelijkheid om de criteria voor jaaromzet en balanstotaal te verhogen met twintig procent en aldus de geconsolideerde criteria niet te berekenen (art.15 6 W.Venn.). In dat geval worden de omzet en het balanstotaal van elke verbonden vennootschap gewoon opgeteld. Een geconsolideerde berekening zou immers de financiële verslaggeving alleen maar ingewikkelder maken voor groepen van beperkte omvang. Deze categorie van groepen moeten namelijk geen geconsolideerde jaarrekening opmaken (cf. infra). In tabel 3 zijn de verhoogde criteria in de laatste kolom opgenomen. De vereenvoudigde berekening is enkel mogelijk als de in het KB genomen ter uitvoering van artikel 117, 1 W.Venn., bedoelde verrekeningen en elke daaruit voortvloeiende weglating niet werden verricht. Moet voor elke moedervennootschap van eenzelfde groep worden nagegaan of ze de verhoogde criteria afzonderlijk overschrijden? De CBN stelt in haar advies van 13 april 2016 (CBN-advies 2016/3 Beoordeling groottecriteria artikelen 15 en 15/1 W.Venn.) dat de beoordeling op geconsolideerde basis uitsluitend geldt voor de moedervennootschap zelf en niet voor de andere verbonden vennootschappen indien deze zelf geen moedervennootschappen zijn. Een beoordeling van de groottecriteria op geconsolideerde basis impliceert niet dat de moedervennootschap effectief een geconsolideerde jaarrekening moet publiceren. 16

28 Tabel 3: Criteria kleine vennootschappen volgens art. 15 W.Venn. (bron: historiek art. 15 W.Venn.) Criteria art. 15 W.Venn. Max 1 van de volgende criteria overschrijden: vóór 31 december 2015 vanaf 1 januari 2016 vanaf 1 januari 2016 moederondernemingen (+20 %) Jaargemiddelde van het personeelsbestand Jaaromzet (exclusief de btw) euro euro euro Balanstotaal euro euro euro Bijkomend criterium: gemiddeld jaarlijks personeelsbestand van meer dan 100 ja geschrapt geschrapt 3.2. DE MICROVENNOOTSCHAP De regering heeft besloten om de nieuwe categorie, de microvennootschap, ook op te nemen in de Belgische wetgeving. Zoals de naam microvennootschap al doet vermoeden, is deze de kleinste categorie van vennootschappen. De groottecriteria voor de microvennootschap worden weergegeven in tabel 4. Micro-ondernemingen mogen hun jaarrekening opstellen volgens het micro-schema. Dit schema komt later aan bod als de wijzigingen in de jaarrekening zullen worden besproken. De microvennootschap zal een subcategorie vormen van de kleine vennootschap. Op deze manier worden geen problemen veroorzaakt met verwijzingen naar de kleine vennootschap in andere wetteksten. Doordat de microvennootschap een subcategorie is van de kleine vennootschappen moet immers niet in elke wettekst nog eens verwezen worden naar de microvennootschap. 17

29 Tabel 4: Criteria microvennootschappen volgens art. 15/1 W.Venn. Criteria art. 15/1 W.Venn. max 1 van de volgende criteria overschrijden: Jaargemiddelde van het personeelsbestand 10 Jaaromzet (exclusief de btw) euro Balanstotaal euro Micro-ondernemingen mogen hun jaarrekening opstellen volgens het micro-schema. Een vennootschap is een microvennootschap zolang op balansdatum niet meer dan één van de drie criteria in de twee vorige boekjaren werden overschreden. Ook hier is er voor het eerste boekjaar dat aanvangt na 31 december 2015 een overgangsregeling. In dat boekjaar moet worden nagegaan of er niet meer dan één criterium is overschreden in het vorige boekjaar. Een microvennootschap kan nooit een moedervennootschap, noch een dochtervennootschap zijn. Indien een vennootschap ervoor zorgt dat ze op de balansdatum geen dochter- of moedervennootschap is maar tijdens het boekjaar wel om zo te kunnen genieten van de voordelen van de microvennootschap, moet ze de criteria toch op geconsolideerde basis berekenen (art. 15, 7, lid 1, W.Venn.) GROEPEN VAN BEPERKTE OMVANG Artikel 110 W.Venn. bepaalt dat elke moedervennootschap een geconsolideerde jaarrekening en een geconsolideerd jaarverslag moet opmaken indien zij alleen of gezamenlijk één of meer dochterondernemingen controleert. Verder bepaalt artikel 111 W.Venn. dat in geval van een consortium een geconsolideerde jaarrekening moet worden opgesteld waarin alle vennootschappen worden opgenomen die het consortium vormen, alsook hun dochterondernemingen. In art. 112 W.Venn. wordt voorzien dat een vennootschap wordt vrijgesteld van de verplichting om een geconsolideerde jaarrekening en een geconsolideerd jaarverslag op te maken wanneer ze deel uitmaakt van een groep van beperkte omvang. De criteria waaronder een vennootschap en haar dochtervennootschappen of vennootschappen die een consortium vormen een groep van 18

30 beperkte omvang zijn, worden gedefinieerd in art. 16 W.Venn. Indien een vennootschap samen met haar dochtervennootschappen of vennootschappen die samen een consortium uitmaken op geconsolideerde basis maximaal één van de criteria overschrijden, vormen zij een groep van beperkte omvang. Tabel 5: Criteria vrijstelling van consolidatieplicht voor kleine groepen en groepen van beperkte omvang volgens art. 16 W.Venn. (bron: historiek art. 16 W.Venn.) Criteria art. 16 W.Venn. (op geconsolideerde basis max 1 van de volgende criteria overschrijden:) vóór 31 december 2015 (kleine groepen) na 31 december 2015 (groepen van beperkte omvang) Jaargemiddelde van het personeelsbestand Jaaromzet (exclusief de btw) euro euro Balanstotaal euro euro Voor de omzetting van Richtlijn 2013/34/EU bepaalde art. 112 W.Venn. dat vennootschappen konden vrijgesteld worden van consolidatieplicht indien ze deel uitmaakten van een kleine groep. Het oude artikel 16 W.Venn. legde hiervoor de criteria vast (zie tabel 5). In Richtlijn 2013/34/EU worden kleine groepen omschreven als groepen bestaande uit in een consolidatie op te nemen moeder- en dochterondernemingen die, op geconsolideerde basis, op de balansdatum van de moederonderneming de grensbedragen voor ten minste twee van de volgende drie criteria niet overschrijden: netto-omzet: minimum ,00 euro (max ,00 euro); balanstotaal: minimum ,00 euro (max ,00 euro); gemiddeld personeelsbestand gedurende het boekjaar:

31 De criteria netto-omzet en balanstotaal voor kleine groepen liggen in de richtlijn veel lager dan de huidige criteria in artikel 16 W.Venn. Bovendien ligt het gemiddeld personeelsbestand gedurende het boekjaar op 50 werknemers, terwijl dit in artikel 16 W.Venn. op 250 werknemers ligt. Door de ingrijpende wijzigingen die de invoering van de nieuwe criteria voor kleine groepen voor vele ondernemingen meebrengt, was de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven geen voorstander van het invoeren van kleine groepen volgens de criteria in de richtlijn. Aldus kon de benaming kleine groep in artikel 16 W.Venn. volgens de CRB niet behouden blijven. Ze ging daarom akkoord met het voorstel van de CBN om voortaan te spreken over een groep van beperkte omvang. De criteria om een groep van beperkte omvang te vormen werden in de richtlijn ruim gedefinieerd: minimum 4 en maximum 20 miljoen euro voor het balanstotaal, minimum 8 en maximum 40 miljoen euro voor de jaaromzet en minimum 50 en maximum 250 werknemers voor het gemiddelde personeelsbestand. Na omzetting van de richtlijn heeft België in het aangepaste art. 16 W. Venn. de criteria vastgelegd op: jaaromzet, exclusief belastingen over de toegevoegde waarde: ,00 euro; balanstotaal: ,00 euro; jaargemiddelde van het personeelsbestand: 250. Indien vennootschappen samen op geconsolideerde basis niet meer dan één van bovenstaande criteria overschrijden, worden ze beschouwd als een groep van beperkte omvang en kunnen ze dus vrijgesteld worden van consolidatieplicht. 20

32 4. WIJZIGINGEN IN DE JAARREKENING In deel 3 kwamen de schema s aan bod die ondernemingen moeten gebruiken om te rapporteren na de omzetting van de richtlijn. In dit deel worden de wijzigingen in de jaarrekening naar vorm, inhoud en waarderingsregels besproken. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de wijzigingen in de structuur van de balans en de resultatenrekening, de aanpassingen aan de inhoud van de posten en de waarderingsregels, en tenslotte op de wijzigingen in de toelichting WIJZIGINGEN IN DE STRUCTUUR VAN DE BALANS EN DE RESULTATENREKENING Wijzigingen in de structuur van de balans en de resultatenrekening volgens het volledig schema Hierna worden de wijzigingen in de balans en de resultatenrekening volgens het volledig schema besproken. Dit zijn: de plaats van de oprichtingskosten in de balans, de indeling van de voorzieningen, de niet-recurrente opbrengsten en kosten en de aanpassingen om de leesbaarheid in de resultatenrekening te verhogen Plaats van de oprichtingskosten in de balans België koos ervoor om gebruik te maken van de optie zoals voorzien in artikel 12.11, vierde lid van de richtlijn, en staat dus toe dat oprichtingskosten op het actief worden opgenomen. De boekhoudrichtlijn voorzag in dit geval de mogelijkheid om de kosten van oprichting en uitbreiding onder de immateriële vaste activa op te nemen (art. 10 Richtlijn 2013/34/EU) of ze als afzonderlijke rubriek boven de vaste activa op te nemen (art. 12 Richtlijn 2013/34/EU). België koos voor de laatste mogelijkheid: de oprichtingskosten maken geen deel meer uit van de vaste activa op de balans. In plaats daarvan vormen ze een aparte rubriek. De rubriek komt vóór de vaste activa waardoor de oprichtingskosten als eerste activa vermeld staan in de balans. 21

33 Waarschijnlijk wil de boekhoudrichtlijn erop wijzen dat oprichtingskosten eigenlijk fictieve activa zijn. De oprichtingskosten activeren kan een vertekend beeld geven van de activa als deze geen duurzame en positieve invloed hebben op de rentabiliteit. In dat geval kunnen ze beter opgenomen worden in de resultatenrekening. De International Financial Reporting Standards (IFRS), boekhoudnormen die verplicht zijn voor de geconsolideerde jaarrekening van Europese beursgenoteerde bedrijven (art. 114 KB W.Venn.), laten de activering van oprichtingskosten niet toe (IAS 38.69). Oprichtingskosten omvatten ook de herstructureringskosten. Art. 58 KB W.Venn. bepaalt dat herstructureringskosten alleen mogen worden geactiveerd als ze verband houden met een ingrijpende wijziging in de structuur of de organisatie van de vennootschap en als ze een duurzame en positieve invloed hebben op de rentabiliteit. Dit wijst op het speciale karakter van oprichtingskosten Indeling van de voorzieningen In het volledig schema van de jaarrekening wordt in de rubriek VII.A. Voorzieningen voor risico s en kosten een subrubriek 4. Milieuverplichtingen ingevoegd tussen de subrubrieken 3. Grote herstellings- en onderhoudswerken en 4. Overige risico s en kosten. 22

34 Niet-recurrente opbrengsten en kosten De rubrieken uitzonderlijke opbrengsten en uitzonderlijke kosten verdwijnen uit de resultatenrekening. Deze rubrieken zijn namelijk niet meer voorzien in de richtlijn. In de plaats komt onder de posten bedrijfsopbrengsten, bedrijfskosten, financiële opbrengsten en financiële kosten telkens een extra subrubriek. Deze extra subrubrieken zijn respectievelijk de niet-recurrente bedrijfsopbrengsten, de niet-recurrente bedrijfskosten, de niet-recurrente financiële opbrengsten en de niet-recurrente financiële kosten. Afhankelijk van hun aard dienen de vroegere uitzonderlijke bedrijfsresultaten nu dus te worden aangemerkt als bedrijfsresultaten of als financiële resultaten. Niet-recurrente resultaten moeten in meer detail opgedeeld worden in de toelichting als het om belangrijke bedragen gaat. Op datum van indienen van deze masterproef zijn de nieuwe modellen voor het neerleggen van de jaarrekening bij de Nationale Bank van België nog niet gepubliceerd. Het KB tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU voert ook aanpassingen aan de minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel (MAR) door 2. Op basis daarvan kunnen we een overzicht maken van de nietrecurrente kosten en de niet-recurrente opbrengsten in respectievelijk niet-recurrente bedrijfskosten, respectievelijk opbrengsten en niet-recurrente financiële kosten, respectievelijk opbrengsten (zie tabel 6). We verwachten dat deze indeling zal overeenstemmen met de indeling die in het nieuw model van toelichting bij het volledig schema van de jaarrekening zal opgenomen zijn. 2 Aanpassingen aan het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningenstelsel en het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot uitvoering van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen 23

35 Tabel 6: Indeling van de niet-recurrente kosten en opbrengsten in bedrijfskosten en opbrengsten en financiële kosten en opbrengsten (bron: eigen werk) Niet-recurrente bedrijfskosten 660 Niet-recurrente afschrijvingen en waardeverminderingen (toevoeging) 662 Voorzieningen voor niet-recurrente risico's en kosten 6630 Minderwaarden op de realisatie van immateriële en materiële vaste activa Andere niet-recurrente bedrijfskosten 6690 Als herstructureringskosten geactiveerde niet-recurrente bedrijfskosten (-) Niet-recurrente financiële kosten 661 Waardeverminderingen op financiële vaste activa (toevoeging) 6631 Minderwaarden op de realisatie van financiële vaste activa 668 Andere niet-recurrente financiële kosten 6691 Als herstructureringskosten geactiveerde niet-recurrente financiële kosten (-) Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten 760 Terugneming van afschrijvingen en waardeverminderingen 762 Terugneming van voorzieningen voor niet-recurrente risico's en kosten 7630 Meerwaarden op de realisatie van immateriële en materiële vaste activa Andere niet-recurrente bedrijfsopbrengsten Niet-recurrente financiële opbrengsten 761 Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa 7631 Meerwaarden op de realisatie van financiële vaste activa 769 Andere niet-recurrente financiële opbrengsten Leesbaarheid in de resultaatbestemming In de resultatenrekening zijn er nog 2 wijzigingen die de leesbaarheid moeten verhogen. Ten eerste worden de over te dragen winst en het over te dragen verlies afzonderlijk vermeld. Ten tweede wordt ook de winst die is uitgekeerd aan de werknemers afzonderlijk vermeld. 24

36 Tabel 7 toont de balans van het volledig schema na de implementatie van de boekhoudrichtlijn (art. 88 KB W.Venn.). De wijzigingen werden in het blauw aangeduid. Figuur 1 toont de resultatenrekening van het volledig schema voor en na de implementatie van de boekhoudrichtlijn (art. 89 KB W.Venn.). Tabel 7: Balans volledig schema na de implementatie van Richtlijn 2013/34/EU (art. 88 KB W.Venn.) ACTIVA 25 PASSIVA I. Oprichtingskosten Eigen vermogen Vaste activa I. Kapitaal II. Immateriële vaste activa A. Geplaatst kapitaal III. Materiële vaste activa B. Niet opgevraagd kapitaal A. Terreinen en gebouwen II. Uitgiftepremies B. Installaties, machines en uitrusting III. Herwaarderingsmeerwaarden C. Meubilair en rollend materieel IV. Reserves D. Leasing en soortgelijke rechten A. Wettelijke reserve E. Overige materiële vaste activa B. Onbeschikbare reserves F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen 1. Voor eigen aandelen IV. Financiële vaste activa 2. Andere A. Verbonden ondernemingen C. Belastingvrije reserves 1. Deelnemingen D. Beschikbare reserves 2. Vorderingen V. Overgedragen winst of overgedragen verlies B. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat VI. Kapitaalsubsidies 1. Deelnemingen VIbis Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto-actief 2. Vorderingen Voorzieningen en uitgestelde belastingen C. Andere financiële vaste activa VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten 1. Aandelen 1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 2. Vorderingen en borgtochten in contanten 2. Belastingen Vlottende activa 3. Grote herstellings- en onderhoudswerken 4. Milieuverplichtingen V. Vorderingen op meer dan een jaar 5. Overige risico's en kosten A. Handelsvorderingen B. Uitgestelde belastingen B. Overige vorderingen Schulden VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering VIII. Schulden op meer dan een jaar A. Voorraden A. Financiële schulden 1. Grond- en hulpstoffen 1. Achtergestelde leningen

37 2. Goederen in bewerking 2. Niet achtergestelde obligatieleningen 3. Gereed product 3. Leasingschulden en soortgelijke schulden 4. Handelsgoederen 4. Kredietinstellingen 5. Onroerende goederen bestemd voor 5. Overige leningen verkoop 6. Vooruitbetalingen B. Handelsschulden B. Bestellingen in uitvoering 1. Leveranciers VII. Vorderingen op ten hoogste een jaar 2. Te betalen wissels A. Handelsvorderingen C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen B. Overige vorderingen D. Overige schulden VIII. Geldbeleggingen IX. Schulden op ten hoogste een jaar A. Schulden op meer dan een jaar die binnen het A. Eigen aandelen jaar vervallen B. Overige beleggingen B. Financiële schulden IX. Liquide middelen 1. Kredietinstellingen X. Overlopende rekeningen 2. Overige leningen C. Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels D. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen E. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 1. Belastingen 2. Bezoldigingen en sociale lasten F. Overige schulden X. Overlopende rekeningen Totaal der activa Totaal der passiva 26

38 Resultatenrekening oud schema Resultatenrekening nieuw schema I. Bedrijfsopbrengsten I. Bedrijfsopbrengsten A. Omzet A. Omzet B. Voorraad goederen in bewerking en gereed product en bestellingen in uitvoering: toename (afname) B. Voorraad goederen in bewerking en gereed product en bestellingen in uitvoering: toename (afname) C. Geproduceerde vaste activa C. Geproduceerde vaste activa D. Andere bedrijfsopbrengsten D. Andere bedrijfsopbrengsten E. Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten II. Bedrijfskosten II. Bedrijfskosten A. Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen A. Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen 1. Aankopen 1. Aankopen 2. Voorraad: afname (toename) 2. Voorraad: afname (toename) B. Diensten en diverse goederen B. Diensten en diverse goederen C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa E. Waardeverminderingen op voorraden, op bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen toevoegingen (terugnemingen) E. Waardeverminderingen op voorraden, op bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen toevoegingen (terugnemingen) F. Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen (bestedingen en terugnemingen) F. Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen (bestedingen en terugnemingen) G. Andere bedrijfskosten G. Andere bedrijfskosten H. Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten (-) H. Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten (-) I. Niet-recurrente bedrijfskosten III. Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies) (+)/(-) III. Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies) IV. Financiële opbrengsten IV. Financiële opbrengsten A. Opbrengsten uit financiële vaste activa A. Opbrengsten uit financiële vaste activa B. Opbrengsten uit vlottende activa B. Opbrengsten uit vlottende activa C. Andere financiële opbrengsten C. Andere financiële opbrengsten D. Niet-recurrente financiële opbrengsten V. Financiële kosten V. Financiële kosten A. Kosten van schulden A. Kosten van schulden B. Waardeverminderingen op vlottende activa andere dan bedoeld B. Waardeverminderingen op vlottende activa andere dan bedoeld onder II, E: toevoegingen (terugnemingen) onder II. E: toevoegingen (terugnemingen) C. Andere financiële kosten C. Andere financiële kosten D. Niet-recurrente financiële kosten VI. Winst (Verlies) uit de gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting (+)/(-) VII. Uitzonderlijke opbrengsten A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa E. Andere uitzonderlijke opbrengsten VIII. Uitzonderlijke kosten A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten: toevoegingen (bestedingen) (+)/(-) D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa E. Andere uitzonderlijke kosten F. Als herstructureringskosten geactiveerde uitzonderlijke kosten (- ) IX. Winst (Verlies) van het boekjaar vóór belasting (+)/(-) VI. Winst (Verlies) van het boekjaar voor belasting X.A.Onttrekking aan de uitgestelde belastingen VII.A. Onttrekking aan de uitgestelde belastingen B. Overboeking naar de uitgestelde belastingen B. Overboeking naar de uitgestelde belastingen XI.Belastingen op het resultaat (+)/(-) VIII. Belastingen op het resultaat A.Belastingen A. Belastingen B.Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen B. Regulariseringen van belastingen en terugnemingen van voor belastingen voorzieningen voor belastingen XII. Winst (Verlies) van het boekjaar (+)/(-) IX. Winst (Verlies) van het boekjaar XIII.A. Onttrekking aan de belastingvrije reserves X.A. Onttrekking aan de belastingvrije reserves 27 B. Overboeking naar de belastingvrije reserves B. Overboeking naar de belastingvrije reserves XIIII. Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar (+)/(-) XI. Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar

39 Resultaatverwerking oud schema Resultaatverwerking A. Te bestemmen winst (verlies) (+)/(-) A. Te bestemmen winst (verlies) 1. Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar (+)/(-) 1. Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar 2. Overgedragen winst (verlies) van het vorige boekjaar (+)/(-) 2. Overgedragen winst (verlies) van het vorige boekjaar B. Onttrekking aan het eigen vermogen B. Onttrekking aan de eigen vermogen 1. Aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies 1. Aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies 2. Aan de reserves 2. Aan de reserves C. Toevoeging aan het eigen vermogen C. Toevoeging aan het eigen vermogen 1. Aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies 1. Aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies 2. Aan de wettelijke reserve 2. Aan de wettelijke reserve 3. Aan de overige reserves 3. Aan de overige reserves D. Over te dragen winst (verlies) (+)/(-) D. Over te dragen resultaat 1. Over te dragen winst 2. Over te dragen verlies E. Tussenkomst van de vennoten in het verlies E. Tussenkomst van de vennoten in het verlies F. Uit te keren winst F. Uit te keren winst 1. Vergoeding van het kapitaal 1. Vergoeding van het kapitaal(a) 2. Bestuurders of zaakvoerders 2. Bestuurders of zaakvoerders(a) 3. Werknemers 3. Andere rechthebbenden 4. Andere rechthebbenden(a) (a) Alleen voor de vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid naar Belgisch recht Figuur 1: Vergelijking van de resultatenrekening van het volledig schema voor en na de implementatie van Richtlijn 2013/34/EU (bron: eigen werk op basis van de historiek van art. 89 KB W.Venn.) Wijzigingen in de structuur van de balans en de resultatenrekening volgens het verkort schema Ook in het verkort schema van de jaarrekening worden de oprichtingskosten in de balans als een afzonderlijke rubriek boven de vaste activa vermeld, worden de uitzonderlijke kosten en de uitzonderlijke opbrengsten in de resultatenrekening niet langer als rubriek opgenomen, en zijn aanpassingen gedaan om de leesbaarheid van de resultatenrekening te vergroten. Daarnaast zijn er ook enkele wijzigingen die specifiek zijn voor het verkort schema. Deze hebben betrekking op de rubriek voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto-actief, subrubrieken onder de rubriek voorzieningen en de subrubriek kapitaal- en intrestsubsidies onder de rubriek financiële opbrengsten. 28

40 De rubriek voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto-actief In het verkort schema van de jaarrekening wordt de rubriek VIbis. Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto-actief wordt aangevuld met (-) Subrubrieken onder de rubriek voorzieningen Er worden vijf nieuwe subrubrieken toegevoegd onder de rubriek voorzieningen van de balans, met name voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen, voor belastingen, voor grote herstellings- en onderhoudswerken, voor milieuverplichtingen (ook nieuw voor het volledig schema, cf. supra) en voor overige risico s en kosten. Derhalve bevat deze rubriek van het verkort schema nu dezelfde subrubrieken als die van het volledig schema. België maakte deze keuze omdat het in de boekhoudrichtlijn niet langer toegelaten is om deze informatie op te nemen in de toelichting bij het verkort schema van de jaarrekening Subrubriek kapitaal- en intrestsubsidies onder de rubriek financiële opbrengsten Een andere wijziging is een gevolg van de verplichte verwijdering uit de toelichting van de informatie betreffende de kapitaal- en interestsubsidies die zijn toegekend door de overheid. Omdat de regering van mening was dat deze informatie belangrijk is voor de gebruiker van de jaarrekening heeft ze besloten om deze informatie toe te voegen aan de resultatenrekening van het verkort schema. Deze informatie is nu te vinden onder de subrubriek kapitaal- en interestsubsidies van de rubriek financiële opbrengsten. Een nadeel hiervan is dat deze subrubriek het totaal van de kapitaal- en interestsubsidies bevat. Het is dus niet mogelijk om te weten hoeveel daarvan kapitaalsubsidies zijn of hoeveel daarvan interestsubsidies zijn. 29

41 Het microschema van de balans en de resultatenrekening Het nieuwe microschema van de balans en de resultatenrekening is identiek aan dat van het verkort schema. De toelichting is evenwel verschillend van dat van het verkort schema. Tabel 8 toont de balans van het verkort schema en het microschema na de implementatie van de boekhoudrichtlijn (art. 92 en art. 94/1 KB W.Venn.). De wijzigingen werden in het blauw aangeduid. Tabel 9 toont de resultatenrekening van het verkort schema en het microschema voor en na de implementatie van de boekhoudrichtlijn (art. 93 KB W.Venn.). Tabel 8: Balans verkort schema en microschema na de implementatie van de boekhoudrichtlijn (art. 92 en art. 94/1 KB W.Venn.) ACTIVA PASSIVA I. Oprichtingskosten Eigen vermogen Vaste activa I. Kapitaal II. Immateriële vaste activa A. Geplaatst kapitaal III. Materiële vaste activa B. Niet-opgevraagd kapitaal A. Terreinen en gebouwen II. Uitgiftepremies B. Installaties, machines en uitrusting III. Herwaarderingsmeerwaarden C. Meubilair en rollend materieel IV. Reserves D. Leasing en soortgelijke rechten A. Wettelijke reserve E. Overige materiële vaste activa B. Onbeschikbare reserves F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen 1. Voor eigen aandelen IV. Financiële vaste activa 2. Andere Vlottende activa C. Belastingvrije reserves V. Vorderingen op meer dan een jaar D. Beschikbare reserves A. Handelsvorderingen V. Overgedragen winst (verlies) B. Overige vorderingen VI. Kapitaalsubsidies VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering VIbis. Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto-actief (-) A. Voorraden Voorzieningen en uitgestelde belastingen 30

42 B. Bestellingen in uitvoering VII.A. Voorzieningen voor risico's en kosten VII. Vorderingen op ten hoogste een jaar 1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen A. Handelsvorderingen 2. Belastingen B. Overige vorderingen 3. Grote herstellings- en onderhoudswerken VIII. Geldbeleggingen 4. Milieuverplichtingen IX. Liquide middelen 5. Overige risico's en kosten X. Overlopende rekeningen B. Uitgestelde belastingen Schulden VIII. Schulden op meer dan een jaar A. Financiële schulden 1. Kredietinstellingen, leasingschulden en soortgelijke schulden 2. Overige leningen B. Handelsschulden C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen D. Overige schulden IX. Schulden op ten hoogste een jaar A. Schulden op meer dan een jaar die binnen het jaar vervallen B. Financiële schulden 1. Kredietinstellingen 2. Overige leningen C. Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels D. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen E. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 1. Belastingen 2. Bezoldigingen en sociale lasten F. Overige schulden X. Overlopende rekeningen Totaal der passiva Totaal der activa 31

43 Tabel 9: Resultatenrekening van het verkort schema en het microschema voor en na de implementatie van de boekhoudrichtlijn (bron: eigen werk op basis van de historiek van art. 93 KB W.Venn.) Resultatenrekening oud schema Resultatenrekening nieuw schema I.A. B. Brutomarge I.A.B. Brutomarge C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa vaste activa E. Waardeverminderingen op voorraden, op E. Waardeverminderingen op voorraden, op bestellingen in uitvoering en op bestellingen in uitvoering en op handelsvorderingen: toevoegingen (terugnemingen) handelsvorderingen: toevoegingen (terugnemingen) F. Voorzieningen voor risico's en kosten: F. Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen (bestedingen en terugnemingen) toevoegingen (bestedingen en terugnemingen) G. Andere bedrijfskosten G. Andere bedrijfskosten H. Als herstructureringskosten geactiveerde H. Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten (-) bedrijfskosten (-) I. Niet-recurrente bedrijfskosten Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies) II. Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies) II. Financiële opbrengsten III. Financiële opbrengsten A. Kapitaal- en interestsubsidies B. Andere financiële opbrengsten Financiële kosten IV. Financiële kosten Winst (Verlies) uit de gewone bedrijfsuitoefening, voor belasting III. Uitzonderlijke opbrengsten Uitzonderlijke kosten Winst (Verlies) van het boekjaar voor belasting V. Winst (Verlies) van het boekjaar voor belasting IIIbis. Onttrekking aan de uitgestelde belastingen VI.A. Onttrekking aan de uitgestelde belastingen Overboeking naar de uitgestelde belastingen B. Overboeking naar de uitgestelde belastingen IV. Belastingen op het resultaat VII. Belastingen op het resultaat 32

44 Winst (Verlies) van het boekjaar VIII. Winst (Verlies) van het boekjaar V. Onttrekking aan de belastingvrije reserves IX.A. Onttrekking aan de belastingvrije reserves Overboeking naar de belastingvrije reserves B. Overboeking naar de belastingvrije reserves Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar X. Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar Resultaatverwerking Resultaatverwerking A. Te bestemmen winst (verlies) A. Te bestemmen winst (verlies) 1. Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar 1. Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar 2. Overgedragen winst (verlies) van het vorige boekjaar 2. Overgedragen winst (verlies) van het vorige boekjaar B. Onttrekking aan het eigen vermogen B. Onttrekking aan het eigen vermogen C. Toevoeging aan het eigen vermogen C. Toevoeging aan het eigen vermogen 1. Aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies 1. Aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies 2. Aan de wettelijke reserve 2. Aan de wettelijke reserve 3. Aan de overige reserves 3. Aan de overige reserves D. Over te dragen verlies (winst) D. Over te dragen resultaat 1. Over te dragen winst 2. Over te dragen verlies E. Tussenkomst van de vennoten in het verlies E. Tussenkomst van de vennoten in het verlies F. Uit te keren winst F. Uit te keren winst 1. Vergoeding van het kapitaal 1. Vergoeding van het kapitaal (a) 2. Beheerders of zaakvoerders 2. Beheerders of zaakvoerders (a) 3. Werknemers 4. Andere rechthebbenden 4. Andere rechthebbenden (a) (a) Alleen voor de vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid naar Belgisch recht 33

45 4.2 WIJZIGINGEN AAN DE INHOUD VAN DE POSTEN EN DE WAARDERINGSREGELS Hierna worden de wijzigingen aan de inhoud van de posten en de wijzigingen aan de waarderingsregels besproken. Er zijn onder o.a. wijzigingen aangaande de voorzieningen, de herwaarderingsmeerwaarden en de immateriële vaste activa De voorzieningen Art. 50 KB W.Venn. bepaalt dat de voorzieningen voor risico's en kosten beogen naar hun aard duidelijk omschreven verliezen of kosten te dekken die op de balansdatum waarschijnlijk of zeker zijn, doch waarvan het bedrag niet vaststaat. Door het KB van 18 december 2015 werd een nieuw lid ingevoegd in art. 50 KB. W. Venn. dat de schatting verduidelijkt van het bedrag waarvoor een voorziening moet worden aangelegd: Onverminderd artikel 33, 1, vertegenwoordigt een voorziening op balansdatum de beste schatting van de kosten die als waarschijnlijk worden beschouwd of, in geval van een verplichting, de beste schatting van het bedrag dat vereist is om die verplichting op de balansdatum na te komen. Volgens Richtlijn 2013/34/EU (considerans 22) dienen schattingen (in het bijzonder schattingen van voorzieningen) te berusten op een op het voorzichtigheidsbeginsel gebaseerde oordeelsvorming door het bestuur van de onderneming en te worden berekend op een objectieve basis, aangevuld met bij soortgelijke transacties opgedane ervaringen en in sommige gevallen met verslagen van onafhankelijke experts. Ook dienen ze alle bijkomende aanwijzingen te omvatten die gebeurtenissen na de balansdatum hebben opgeleverd. Verder werd er van de gelegenheid gebruik gemaakt om een vierde punt toe te voegen waarvoor voorzieningen moeten worden aangelegd: de kosten van een milieuverplichting. 34

46 De herwaarderingsmeerwaarden Art KB W.Venn. bepaalt dat vennootschappen de materiële vaste activa, de deelnemingen en aandelen die onder de financiële vaste activa voorkomen of bepaalde soorten vaste activa mogen herwaarderen, wanneer de waarde van deze activa, bepaald in functie van hun nut voor de vennootschap, op vaststaande en duurzame wijze uitstijgt boven hun boekwaarde. Wanneer de betrokken activa noodzakelijk zijn voor de voortzetting van het bedrijf van de vennootschap of van een onderdeel daarvan mogen zij slechts worden geherwaardeerd in de mate waarin de aldus uitgedrukte meerwaarde wordt verantwoord door de rentabiliteit van de vennootschap of van het betrokken bedrijfsonderdeel. In 3 wordt bepaald dat de geboekte meerwaarden rechtstreeks worden toegerekend aan rubriek III van het passief Herwaarderingsmeerwaarden en daar behouden zolang de goederen waarop zij betrekking hebben, niet werden gerealiseerd. Deze meerwaarden mogen nochtans: 1 worden overgebracht naar een reserve tot het beloop van de op de meerwaarde geboekte afschrijvingen; 2 in kapitaal worden omgezet; een in kapitaal opgenomen herwaarderingsmeerwaarde mag evenwel nooit rechtstreeks of onrechtstreeks aangewend worden om overgedragen verliezen geheel of gedeeltelijk aan te zuiveren voor het nog niet afgeschreven gedeelte van de herwaarderingsmeerwaarde. Meerwaarden toegerekend aan rubriek III van het passief Herwaarderingsmeerwaarden mogen slechts in kapitaal worden omgezet voor het gedeelte van de geherwaardeerde waarde verminderd met de geraamde belastingen hierop. 3 bij latere minderwaarde worden afgeboekt tot het beloop van het nog niet afgeschreven gedeelte van de meerwaarde. De geboekte meerwaarden mogen noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks worden uitgekeerd, zolang deze niet overeenstemmen met een gerealiseerde meerwaarde of met een afschrijving op de meerwaarde die al dan niet werd overgebracht naar een reserve overeenkomstig het vorige lid, 1. Art. 57, 3, 2 KB W.Venn. is een aanvulling door het KB van 18 december 2015 die verduidelijkt dat de herwaarderingsmeerwaarden niet kunnen worden aangewend om rechtstreeks of 35

47 onrechtstreeks overgedragen verliezen geheel of gedeeltelijk aan te zuiveren voor het nog niet afgeschreven deel. Dit was voorheen ook niet mogelijk volgens advies 2011/14 - Herwaarderingsmeerwaarden van de CBN, maar de regering wenste dit expliciet zo te verduidelijken. Deze nieuwe paragraaf beperkt ook de omzetting van de herwaarderingsmeerwaarde in het kapitaal tot het deel van de herwaarderingsmeerwaarde verminderd met de geschatte belasting op de meerwaarde in geval van realisatie. In paragraaf drie wordt het verboden om geboekte meerwaarden rechtstreeks of onrechtstreeks uit te keren zolang deze niet overeenstemmen met een gerealiseerde meerwaarde of met een afschrijving op de meerwaarde die al dan niet werd overgebracht naar een reserve De immateriële vaste activa Kosten van onderzoek mogen niet meer geactiveerd worden als gevolg van de omzetting van Richtlijn 2013/34/EU in de Belgische wetgeving. Ze mogen dus niet meer geboekt worden op de balans onder de immateriële vaste activa. Voor een beursgenoteerde vennootschap was het reeds in de geconsolideerde jaarrekening niet toegestaan om de kosten te activeren omdat ze onderworpen zijn aan rapportering volgens de IFRS. Volgens IAS38 Immateriële vaste activa moeten uitgaven voor onderzoek ten laste genomen worden op het moment waarop ze worden gedaan (IAS38.54). De reden hiervoor is dat er weinig zekerheid bestaat dat deze kosten ook een rendement zullen opleveren, waardoor een onderneming overgewaardeerd kan zijn. Kosten van onderzoek die voor de ingang van het KB nog niet volledig afgeschreven waren mogen op de balans blijven staan op basis van een overgangsbepaling. Er is evenwel een uitzondering op het verbod op activering van kosten van onderzoek: indien ze meteen in het boekjaar van activering volledig worden afgeschreven mogen ze wel nog geactiveerd worden. Deze bedragen zullen dus niet te vinden zijn op de balans van de jaarrekening. Hierdoor kunnen ondernemingen nog steeds gebruik maken van de investeringsaftrek (een fiscale aftrek). Kosten van ontwikkeling mogen wel nog steeds geactiveerd worden. In het Verslag aan de Koning bij het KB tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU wordt bepaald dat onder onderzoek moet worden verstaan, de originele, systematisch uitgevoerde werkzaamheden, in de hoop inzicht te 36

48 verkrijgen en nieuwe wetenschappelijke of technische kennis te verwerven. Ontwikkeling wordt gedefinieerd als de concrete uitvoering van ontwerpen of studies voor de productie van nieuwe of aanzienlijk verbeterde materialen, werktuigen, producten, procedés, systemen of diensten door gebruik te maken van ontdekkingen of verworven kennis alvorens een productie te starten die kan worden gecommercialiseerd. Dit stemt overeen met het reeds voorheen gepubliceerde advies van de CBN 2012/13 (2012, p. 7). Enkel de kosten van ontwikkeling zijn voortaan activeerbaar onder de voorwaarden van de overeenstemmende bepaling. Een andere wijziging op vlak van de immateriële vaste activa is een maximale afschrijvingsduur van 10 jaar voor kosten van ontwikkeling en goodwill in het geval dat hun gebruiksduur niet zeker is. De periode waarover goodwill wordt afgeschreven, wordt verantwoord in de toelichting. Voorheen dienden de kosten van onderzoek en ontwikkeling in principe afgeschreven te worden over een periode van maximaal 5 jaar. Indien de afschrijving van kosten voor onderzoek en ontwikkeling of van goodwill over meer dan vijf jaar gespreid werd, diende dit verantwoord te worden in de toelichting. Deze bepalingen zijn geschrapt in art. 61 KB W.Venn. Daarnaast mogen afschrijvingen en waardeverminderingen op goodwill niet langer worden teruggenomen (art. 61 KB W. Venn.). De impact van het niet meer activeren van onderzoekskosten op de balans zal sterk afhangen van sector tot sector. Op basis van de statistieken gepubliceerd door de Balanscentrale voor 2014 (website nbb) blijkt dat vooral in de farmaceutische industrie het aandeel van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling in het balanstotaal zeer groot is: 10,64 % voor de ondernemingen die een jaarrekening volgens het volledig schema publiceren. Wat het aandeel is van de onderzoekskosten, is niet te berekenen, maar het is duidelijk dat vooral in deze sector de impact groot kan zijn als de onderzoekskosten niet meer geactiveerd worden. Voor het totaal van de niet-financiële ondernemingen is het aandeel van de kosten van onderzoek en ontwikkeling in het balanstotaal slechts 0,55%. Voor de ondernemingen met een verkort schema is geen informatie beschikbaar in de toelichting om deze ratio te berekenen. 37

49 Andere wijzigingen Artikel 67 KB W.Venn. werd aangepast aan de ontwikkelingen in de praktijk met betrekking tot het verstrekken van leningen. Volgens het verslag aan de koning bij het KB van 18 december 2015 is de vereenvoudigde methode om vorderingen en schulden die in termijnen worden betaald of afbetaald en waarvan de rente of het lastenpercentage gedurende de gehele contractduur wordt toegepast op het oorspronkelijke bedrag van de financiering of van de lening te boeken op de balans inclusief interest achterhaald. Bij het toekennen van een lening, wordt doorgaans een aflossingstabel bezorgd aan de schuldenaar zodat er steeds op eenvoudige wijze een onderscheid kan worden gemaakt in het bedrag van de annuïteit tussen het gedeelte van het teruggestorte kapitaal en het gedeelte van de verschuldigde interesten. Het derde lid van het oude artikel 67 KB W.Venn. werd daarom opgeheven. Op deze wijze zullen deze vorderingen en schulden voortaan ook geboekt worden tegen hun nominale waarde. De richtlijn staat toe om actief- en passiefposten in bepaalde gevallen met elkaar te verrekenen. Tenminste, op voorwaarde dat de brutobedragen in de toelichting worden vermeld. Vroeger was het de ondernemingen die lid waren van de Bouwunie en de Confederatie Bouw, of ondernemingen uit andere sectoren met een positief advies van de CBN, toegestaan om bestellingen in uitvoering en ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen met elkaar te verrekenen per overeenkomst. Nietcompensatie van deze bedragen zou immers een negatieve impact kunnen hebben op de financiële ratio s van de onderneming. Nu mogen alle ondernemingen deze posten met elkaar verrekenen als ze bij het begin van elk boekjaar deze saldering tegenboeken. Art 71 KB W.Venn.: De bestellingen in uitvoering mogen rechtstreeks worden gecompenseerd met de ontvangen vooruitbetalingen per overeenkomst, waarbij ofwel het debetsaldo wordt gepresenteerd als bestelling in uitvoering ofwel het creditsaldo wordt gepresenteerd als ontvangen vooruitbetaling. Bij het begin van elk boekjaar wordt de saldering tegengeboekt. In geval gebruik wordt gemaakt van deze mogelijkheid tot compensatie worden de bedragen vóór saldering in de toelichting vermeld. 38

50 4.3. WIJZIGINGEN IN DE TOELICHTING In dit hoofdstuk worden de wijzigingen in de toelichting als gevolg van de implementatie van Richtlijn 2013/34/EU besproken. Er zijn wijzigingen aangaande de sociale balans en de lijst van ondernemingen waarin de vennootschap een deelneming bezit. Deze zullen geen deel meer uitmaken van de toelichting. Daarnaast werd het materialiteitsbeginsel ingevoerd. Als laatste zijn er nog wijzigingen aan de toelichting van het verkort- en het volledig schema, wijzigingen die alleen van toepassing zijn op het volledig schema, wijzigingen die alleen van toepassing zijn op de toelichting van het verkort schema en er is een toelichting bij het nieuwe microschema De sociale balans In België was de sociale balans deel van de toelichting bij de jaarrekening van zowel het volledig als het verkort schema. De Boekhoudrichtlijn maakt het voor kleine en voor micro-ondernemingen echter niet langer mogelijk om bijkomende toelichtingen op te nemen die niet voorzien zijn in de toelichting voorzien door de richtlijn. De sociale balans mag dus volgens de richtlijn niet meer behoren tot de toelichting in het schema van de kleine- en de microvennootschappen. Daarom heeft de regering beslist om de sociale balans op te vragen via een apart document dat dient neergelegd te worden bij de Nationale Bank van België (NBB). Hiervoor is art. 100 W.Venn. aangepast. Via art. 100 kan tegelijk met de jaarrekening bepaalde informatie worden opgevraagd die formeel geen deel uitmaakt van de jaarrekening. De Belgische regelgever heeft deze nieuwe regeling evenwel ook van toepassing gemaakt op grote vennootschappen. Het is echter nog steeds toegestaan om de sociale balans vrijwillig op te nemen in de toelichting. In dat geval hoeft de sociale balans niet via een apart document neergelegd te worden. De uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de sociale balans worden opgenomen in een nieuw Boek III/1 KB W.Venn. Een nadeel is dat de sociale balans pas binnen de dertig dagen na de goedkeuring van de jaarrekening dient ingediend te worden en ten laatste zeven maanden na het einde van het boekjaar. 39

51 Lijst van ondernemingen waarin de vennootschap een deelneming bezit Een ander document dat apart dient neergelegd te worden bij de NBB is een lijst van ondernemingen waarin de vennootschap een deelneming bezit. Per onderneming wordt vermeld: a) de naam, de zetel en het ondernemingsnummer; b) het aantal en het percentage maatschappelijke rechten gehouden in de onderneming; c) het percentage maatschappelijke rechten gehouden door dochterondernemingen in de onderneming; d) het eigen vermogen en het nettoresultaat uit de laatste jaarrekening van de onderneming, tenzij dat de onderneming geen dochtervennootschap is en ze deze gegevens niet openbaar moet maken. Daarnaast bevat dit document een overzicht van ondernemingen waarvoor de vennootschap onbeperkt aansprakelijk is in haar hoedanigheid van onbeperkt aansprakelijke vennoot of lid. Voor elke vennootschap wordt de naam, de zetel, de rechtsvorm en het ondernemingsnummer vermeld. De jaarrekening van elk van deze ondernemingen dient ook opgenomen te worden in het document, tenminste als deze documenten niet openbaar zijn gemaakt. Maatschappen of tijdelijke- en stille handelsvennootschappen moeten deze jaarrekeningen niet opnemen. Door de omzetting van de richtlijn is de staat die voorheen deze gegevens bevatte verdwenen uit de toelichting van het verkort schema (cf. infra). Omdat deze informatie belangrijk is, o.a. om te controleren of de groottecriteria correct zijn toegepast, vond de regering het nodig dat deze informatie via een apart document toch openbaar wordt gemaakt. In de toelichting van het volledig schema is deze informatie nog steeds opgenomen. Het is niet nodig om de informatie die reeds in de jaarrekening is vermeld nog eens apart neer te leggen bij de NBB. 40

52 Het materialiteitsbeginsel Er werd een nieuwe paragraaf 3/1 ingevoegd in art. 82 KB W.Venn. Het tweede lid van deze paragraaf bevat een definitie van het begrip materieel belang. Het materieel belang is de hoedanigheid van informatie waarvan kan worden verwacht dat de weglating of foute vermelding ervan de beslissingen die worden genomen aan de hand van de jaarrekening kan beïnvloeden. Later in de paragraaf wordt erop gewezen dat de materialiteit van afzonderlijke posten dient te worden beoordeeld in de context van andere gelijkaardige posten. De IASB, het orgaan dat de IFRS opstelt, hanteerde reeds een gelijkaardige definitie in haar International Accounting Standard 1 (IAS1). Uit die definitie blijkt dat de omvang en de aard van de weglating of de foute weergave, samen met de omstandigheden, belangrijk zijn voor de beoordeling van de materialiteit. Het materialiteitsbeginsel diende verplicht ingevoerd te worden naar aanleiding van de richtlijn voor de presentatie en de vermelding van informatie. De vermelding van informatie in de toelichting is daardoor enkel nog verplicht als het van materieel belang is. Op vlak van de presentatie van de balans en de resultatenrekening is het toegelaten om posten die zijn aangeduid met een Arabisch cijfer samen te voegen wanneer hun bedrag niet van materieel belang is voor het getrouw beeld van het vermogen, de financiële positie en het resultaat. Als de samengevoegde posten afzonderlijk in de toelichting worden vermeld en het de duidelijkheid ten goede komt is het ook toegelaten om de posten samen te voegen Wijzigingen in de toelichting van het verkort- en volledig schema Bijlage 1 geeft een volledige vergelijking tussen de toelichtingen van het volledig schema, het verkort schema en het microschema. Hierna worden alleen de wijzigingen in de verschillende schema s toegelicht. Aan de toelichting van het verkort schema en het volledig schema zijn er een aanzienlijk aantal wijzigingen aangebracht. Ten eerste is het materialiteitsbeginsel vanaf nu van toepassing op de 41

53 toelichtingen van die schema s. Hierdoor moet de informatie uit de toelichting enkel worden vermeld als ze van materieel belang (cf. supra) is. Er zijn enkele bijkomende vermeldingen voor beide schema s, waarvan sommige het gevolg zijn van andere wijzigingen in het KB W.Venn. en waarvan sommige ut supra reeds vermeld zijn: a) de brutobedragen van de verrekende bedragen, wanneer het is toegelaten om bepaalde posten van de balans of de resultatenrekening met elkaar te verrekenen; b) een afzonderlijke vermelding van de posten, aangeduid met een Arabisch cijfer op de balans of de resultatenrekening, die zijn samengevoegd (cf. supra); c) het verband met de andere posten van de balans en de resultatenrekening (onder de waarderingsregels), indien bestanddelen, opbrengsten of kosten tot meerdere posten van de balans of de resultatenrekening kunnen behoren; d) een verantwoording voor de periode waarover goodwill wordt afgeschreven (cf. supra); e) een meer gedetailleerde opdeling van niet-recurrente resultaten als het om belangrijke bedragen gaat (cf. supra). Daarnaast moeten bepaalde toelichtingen die reeds bestonden verplicht onder de waarderingsregels vermeld worden. Dit is het geval voor de toelichtingen betreffende: a) de vervulling van de voorwaarden voor het activeren van oprichtingskosten; b) de verantwoording voor de afwijking van waarderingsregels en de invloed ervan; c) de onrechtstreekse productiekosten die niet in de vervaardigingsprijs werden opgenomen; d) de bedragen van het voorgaande jaar die werden aangepast met het oog op hun vergelijkbaarheid; e) de wijziging van de voorstelling van de jaarrekening samen met de verantwoording ervan. 42

54 Wijzigingen alleen in het volledig schema Sommige wijzigingen aangaande de toelichting werden exclusief aangebracht aan het volledig schema: a) Edele metalen en kunstwerken worden apart vermeld onder de overige beleggingen als ze op de balans onder de geldbeleggingen werden geboekt. b) Het is niet langer toegestaan dat vennootschappen die de criteria voor het vormen van een grote groep niet overschrijden worden vrijgesteld van de opname van de staat van de oprichtingskosten of van de uitsplitsing van de netto-omzet naar bedrijfsactiviteit en geografische markt. c) De staat met betrekking tot het kapitaal, staat VIII., heeft vanaf nu ook betrekking tot de aandeelhoudersstructuur: de aandeelhoudersstructuur op de datum van jaarafsluiting, zoals die blijkt uit de kennisgevingen die zijn ontvangen overeenkomstig de bepalingen van de Transparantiewet en de kruisparticipaties uit het W.Venn. (art. 631, 2 en art. 632, 2), dient hier vermeld te worden. d) De staat met betrekking tot de rechten en verplichtingen buiten balans, staat XVII., wordt aangevuld met de aard en de financiële gevolgen van materiële gebeurtenissen die zich na balansdatum hebben voorgedaan en niet in de balans of resultatenrekening worden vermeld. e) Dezelfde staat XVII. wordt ook aangevuld met verplichtingen betreffende de aan- of verkoopverbintenissen die de vennootschap als optieschrijver van call- en putopties heeft. f) Vanaf nu dienen alle vennootschappen volgens het volledig schema, naast de aard en het zakelijke doel, ook de financiële gevolgen van haar buitenbalansregelingen te vermelden onder staat XVIIbis. g) In de staat over de betrekkingen met verbonden ondernemingen, staat XVIII., wordt nu ook informatie over betrekkingen met geassocieerde ondernemingen en ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat vermeld. h) Elke vennootschap dient nu de transacties met verbonden partijen die buiten normale marktvoorwaarden zijn gebeurd (inclusief het bedrag, de aard van de betrekking met de andere partij en andere informatie die nodig is voor het verkrijgen van een beeld van de financiële positie) te vermelden onder staat XVIIIbis. Voorheen was dit enkel verplicht voor genoteerde 43

55 vennootschappen, vennootschappen die ten minste één van de criteria voor het vormen van een grote groep hadden overschreden en voor naamloze vennootschappen (nv). De verplichte te vermelden informatie voor naamloze vennootschappen was evenwel beperkter. Indien het gaat om transacties tussen leden van een groep waarvan de andere partijen dochterondernemingen zijn die volledig in het bezit zijn van de moedervennootschap of indien de transacties van weinig betekenis zijn dan is de vermelding niet verplicht. i) In staat XIX. over de financiële betrekkingen met bestuurders, zaakvoerders en commissarissen wordt nu expliciet verplicht om de duur en de rente van de openstaande vorderingen ten aanzien van bestuurders en zaakvoerders te vermelden. Ook de eventuele afgeloste bedragen of bedragen waarvan werd afgezien moeten vermeld worden. j) De informatie onder punt c) van dezelfde staat dient nu ook te worden vermeld door moedervennootschappen die geen geconsolideerde jaarrekening opstellen omdat haar dochtervennootschappen individueel en tezamen van te verwaarlozen betekenis zijn. Deze informatie heeft te maken met de verschillende bezoldigingen aan commissarissen en de met hen verbonden personen. Voorheen was dit enkel verplicht voor de moedervennootschappen die geen geconsolideerde jaarrekening hoeven op te stellen omdat ze deel uitmaken van een groep van beperkte omvang of, als aan bepaalde voorwaarden is voldaan, omdat ze zelf een dochtervennootschap zijn. k) Indien afgeleide financiële instrumenten (bv. opties, futures, forwards, ) niet tegen hun reële waarde worden geboekt zal de toelichting hiervan per categorie nu naast de omvang en de aard van de instrumenten ook het ingedekte risico en een vergelijking tussen de boekwaarde en de reële waarde bevatten. Deze informatie wordt ook vermeld voor het vorige boekjaar. l) De boekwaarde van financiële vaste activa die hoger is dan de reële waarde wordt vanaf nu verantwoord. Voor de afzonderlijke activa of voor passende groepen van deze activa worden telkens de reële waarde en de boekwaarde vermeld. Ook de aanwijzingen die aan de basis liggen van de veronderstelling dat de boekwaarde kan worden gerealiseerd moeten worden vermeld. 44

56 Wijzigingen alleen in de toelichting van het verkort schema Andere wijzigingen als gevolg van de implementatie van de Richtlijn 2013/34/EU werden dan weer exclusief aan het verkort schema aangebracht: a) Een verplichte en beknopte beschrijving van de ten behoeve van personeels- of directieleden voorziene aanvullende rust- of overlevingspensioenen. Ook de maatregelen die genomen zijn om de kosten die eruit voortvloeien te dekken dienen vermeld te worden. b) Wat bestuurders en zaakvoerders betreft is de rapportering van de op hen uitstaande vorderingen, de in hun voordeel toegestane waarborgen en andere betekenisvolle verplichtingen in hun voordeel uitgebreid. Naast het bedrag, de rente en de duur moeten nu ook de belangrijkste voorwaarden en de afgeloste bedragen of bedragen waarvan werd afgezien worden vermeld. c) De informatieverplichting inzake transacties buiten normale marktvoorwaarden is uitgebreid en is vanaf nu van toepassing op elke vennootschap in plaats van enkel op de nv. De transacties die direct of indirect zijn aangegaan, de aard van de transacties en de aard van de betrekking met de verbonden partij dienen vermeld te worden. Deze verbonden partijen kunnen aandeelhouders en leden van de leidinggevende, toezichthoudende of bestuursorganen van de vennootschap zijn of, vanaf nu, ook ondernemingen waarin de vennootschap zelf een deelneming bezit. Als gescheiden informatie niet noodzakelijk is voor het verkrijgen van inzicht in de gevolgen van de transacties voor de financiële positie kunnen de individuele transacties overeenkomstig hun aard worden samengevoegd. Er lijkt geen sprake meer te zijn van een vrijstelling voor transacties met verbonden ondernemingen die volledig in het bezit zijn van de vennootschap. De voornaamste doelstelling van de richtlijn was om de financiële verslaggeving te vereenvoudigen en de administratieve lasten van de ondernemingen te verminderen. De volgende wijzigingen in de toelichting van het verkort schema resulteren in een eenvoudigere financiële verslaggeving: d) Staat II. werd opgeheven. Deze staat bevatte een lijst van ondernemingen waarin de vennootschap een deelneming bezat of andere ondernemingen waarin de vennootschap 45

57 maatschappelijke rechten bezat ten belope van minstens tien procent van het geplaatste kapitaal. Zoals eerder vermeld moeten vennootschappen nu een lijst van ondernemingen waarin ze een deelneming bezitten als een apart document neerleggen bij de NBB. e) In de staat met betrekking tot het kapitaal dienen enkel nog het aantal en het bedrag van de eigen aandelen vermeld te worden, zowel voor de eigen aandelen in het bezit van de vennootschap zelf als voor deze in het bezit van moederondernemingen van de vennootschap. De andere informatie met betrekking tot het kapitaal zoals bijvoorbeeld het geplaatste kapitaal en de schulden moet dus niet meer vermeld worden. f) De voorzieningen en risico s dienen niet meer uitgesplitst te worden in de toelichting. Dit lijkt een vereenvoudiging te zijn maar vergeet niet dat deze post nu op de balans zelf verder is uitgesplitst (cf. supra). g) Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten moeten niet meer vermeld worden. h) Met betrekking tot personeel en personeelskosten dient enkel nog het gemiddelde personeelsbestand in voltijdse equivalenten vermeld te worden. Het totale aantal werknemers op het einde van het boekjaar en het totale aantal gepresteerde uren moeten dus niet meer vermeld worden. Eveneens moeten de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen niet meer uitgesplitst worden. i) De staat betreffende de financiële resultaten bestaat niet meer. In de plaats is er een staat betreffende de resultaten van het boekjaar en van het voorafgaand boekjaar. Hier worden de niet-recurrente bedrijfs- en financiële resultaten (cf. supra) samen vermeld als opbrengsten en kosten van uitzonderlijke omvang of uitzonderlijke mate van voorkomen. Ook de aard ervan wordt vermeld. Daarnaast wordt ook het bedrag van de geactiveerde interesten vermeld. Wat dus niet meer vermeld wordt betreffende de financiële resultaten zijn de verkregen kapitaal- en interestsubsidies, het bedrag van het disconto ten laste van de onderneming bij de verhandeling van vorderingen en het het saldobedrag van de gevormde, aangewende en teruggenomen voorzieningen met financieel karakter. De kapitaal- en interestsubsidies worden vanaf nu vermeld onder de gelijknamige post op de resultatenrekening. j) Betreffende verbonden of geassocieerde ondernemingen moet het bedrag van de op hen uitstaande vorderingen niet meer vermeld worden. Wel moeten de in hun voordeel toegestane waarborgen en andere betekenisvolle verplichtingen die in hun voordeel zijn aangegaan nog 46

58 steeds worden vermeld. Als de jaarrekening van de vennootschap op meerdere niveaus wordt geconsolideerd moet enkel de informatie voor het kleinste geheel (en dus niet ook voor het grootste geheel) van ondernemingen waarvan zij deel uitmaakt en waarvan de geconsolideerde jaarrekening wordt openbaar gemaakt vermeld worden. De informatie bevat de naam, de zetel en het ondernemingsnummer of de plaats waar de geconsolideerde jaarrekening beschikbaar is voor ondernemingen naar buitenlands recht Het microschema en haar toelichting Als laatste werd een nieuw schema van de jaarrekening ingevoerd, het microschema. Dit schema moet worden opgesteld door de microvennootschap. Zowel de balans als de resultatenrekening van dit schema zijn identiek aan die van het verkort schema. De toelichting is wel verschillend. Er is volgens de richtlijn namelijk een optie om de microvennootschap vrij te stellen van de verplichting om een volledige toelichting op te stellen. Enkele zaken dienen wel nog steeds verplicht vermeld te worden. De regering heeft voor deze optie gekozen, maar voegt er nog 2 toelichtingen aan toe. Het materialiteitsbeginsel is niet van toepassing op de toelichting van het microschema. De toelichting van het microschema bevat de volgende toelichtingen: a) De samenvatting van de waarderingsregels. b) Een staat van de vaste activa zoals in het verkort schema. c) Gegevens met betrekking tot de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen. Deze toelichting is vergelijkbaar met die uit het verkort schema, met als enig verschil dat het bedrag en de aard van de verplichtingen jegens verbonden of geassocieerde ondernemingen afzonderlijk dient te worden vermeld. d) Een overzicht van de verleende voorschotten en kredieten aan de leden van de leidinggevende, de toezichthoudende of de bestuursorganen, alsmede een overzicht van de ten behoeve van die personen aangegane garantieverplichtingen. e) Een overzicht van de eigen aandelen die de vennootschap en haar dochterondernemingen bezitten. 47

59 5. IMPACT VAN DE WIJZIGINGEN OP DE INFORMATIE BESCHIKBAAR VOOR DE STAKEHOLDER Nu de categorieën van ondernemingen, de criteria van de categorieën en de schema s van de jaarrekeningen na de implementatie van Richtlijn 2013/34/EU besproken zijn is het mogelijk om na te gaan wat de impact van deze wijzigingen is op de informatie die beschikbaar is voor de stakeholders van de onderneming. Ten eerste hebben de wijzigingen in de verschillende schema s een impact op de informatie die beschikbaar is voor de stakeholders. Daarnaast zullen sommige ondernemingen worden ingedeeld in een andere categorie van ondernemingen waardoor ze een ander schema van de jaarrekening moeten opstellen IMPACT VAN DE WIJZIGINGEN IN DE SCHEMA S Wat de voorzieningen betreft kan er meer informatie gehaald worden uit de jaarrekening. Niet alleen wordt een nieuwe post voor de voorzieningen voor milieuverplichtingen opgenomen in het volledig schema van de jaarrekening, voortaan worden ook in het verkort schema en in het microschema van de jaarrekening de voorzieningen verder uitgesplitst. Hoe belangrijk zijn de verschillende posten opgenomen onder deze rubriek voorzieningen? Op basis van de statistieken van de jaarrekeningen 2014 die beschikbaar zijn via de Balanscentrale van de NBB kan voor het totaal van de niet-financiële ondernemingen nagegaan worden welke de voornaamste aangelegde voorzieningen waren. De resultaten hiervan worden weergegeven in tabel 10 en in figuur 2. Hieruit blijkt dat de overige risico s en kosten een groot aandeel (71,94%) hebben in de voorzieningen en dat het dus zinvol kan zijn meer informatie hierover te hebben. Welk aandeel de voorzieningen voor milieuverplichtingen hierin hebben, zal pas vanaf de volgende boekjaren duidelijk worden. 48

60 Tabel 10: Samenstelling van de geglobaliseerde voorzieningen voor risico s en kosten van de Belgische niet-financiële ondernemingen in 2014 (bron: eigen werk op basis van de statistieken van de Balanscentrale) Totaal van de niet-financiële ondernemingen volledig schema (in duizenden EUR) codes bedrag in procent A.Voorzieningen voor risico's en kosten 160/ % Pensioenen en soortgelijke verplichtingen ,59% Belastingen ,64% Grote herstellings- en onderhoudswerken ,83% Overige risico's en kosten 163/ ,94% Voorzieningen voor risico's en kosten Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 19,59% Belastingen 0,64% Grote herstellingsen onderhoudswerken 7,83% Overige risico's en kosten 71,94% Figuur 2: Samenstelling van de geglobaliseerde voorzieningen voor risico s en kosten van de Belgische niet-financiële ondernemingen in 2014 (bron: eigen werk op basis van de statistieken van de Balanscentrale) 49

61 In alle schema s worden de uitzonderlijke resultaten niet langer als een afzonderlijke rubriek opgenomen, maar als subrubrieken onder de bedrijfsresultaten of de financiële resultaten. Alleen indien deze niet-recurrente resultaten omvangrijk zijn, moet hierover in de toelichting meer informatie gegeven worden. Op basis van de statistieken van de jaarrekeningen 2014 die beschikbaar zijn via de Balanscentrale kon voor het totaal van de niet-financiële ondernemingen nagegaan worden hoe omvangrijk de uitzonderlijke resultaten waren. De resultaten hiervan worden weergegeven in tabel 11. Tabel 11: Samenstelling van de geglobaliseerde resultaten van de Belgische niet-financiële ondernemingen in 2014 (bron: eigen werk op basis van de statistieken van de Balanscentrale) Totaal van de niet-financiële ondernemingen 2014 (in duizenden EUR) codes bedragen Bedrijfsopbrengsten 70/ Bedrijfskosten 60/ Bedrijfswinst (+) Bedrijfsverlies (-) Financiële opbrengsten Financiële kosten Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening Verlies uit de gewone bedrijfsuitoefening Uitzonderlijke opbrengsten Uitzonderlijke kosten Winst van het boekjaar voor belasting (+) Verlies van het boekjaar voor belasting (-)

62 Tabel 12: Uitzonderlijke resultaten uitgedrukt als percentage van de totale resultaten voor de Belgische niet-financiële ondernemingen in 2014 (bron: eigen werk op basis van de statistieken van de Balanscentrale) Bedragen Opbrengsten waarvan uitzonderlijke opbrengsten ,73% Kosten waarvan uitzonderlijke kosten ,96% De uitzonderlijke resultaten uitgedrukt als een percentage van de totale resultaten worden weergegeven in tabel 12. Hieruit blijkt dat de totale opbrengsten en kosten slechts in beperkte mate beïnvloed worden door de uitzonderlijke opbrengsten en kosten. We kunnen op basis van deze statistieken ook nagaan welke de voornaamste niet-recurrente kosten en opbrengsten zijn waarover in de toelichting zal gerapporteerd worden. Tabel 13 geeft de samenstelling weer van de geglobaliseerde uitzonderlijke opbrengsten en kosten in 2014 voor de niet-financiële ondernemingen. De laatste kolom van tabel 13 geeft aan onder welke rubriek deze niet-recurrente resultaten in het nieuwe schema van de resultatenrekening dienen geboekt te worden (BK = onder de bedrijfskosten, FK = onder de financiële kosten, BO= onder de bedrijfsopbrengsten, FO = onder de financiële opbrengsten). 51

63 Tabel 13: Samenstelling van de geglobaliseerde uitzonderlijke kosten en opbrengsten van de Belgische niet-financiële ondernemingen in 2014, in duizenden EUR (bron: eigen werk op basis van de statistieken van de Balanscentrale) Aantal ondernemingen Opname in nieuw schema RR Codes Bedragen Percentage G.UITZONDERLIJKE OPBRENGSTEN % Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa ,23% 447 BO Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa ,82% 277 FO Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten ,27% 256 BO Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa ,38% BO of FO Andere uitzonderlijke opbrengsten 764/ ,31% BO of FO H.UITZONDERLIJKE KOSTEN % Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa ,07% 996 BK Waardeverminderingen op financiële vaste activa ,96% 726 FK Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten: toevoegingen (+) min bestedingen ,28% 354 Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa ,77% BK of FK Andere uitzonderlijke kosten 664/ ,11% BK of FK Als herstructureringskosten geactiveerde (-) uitzonderlijke kosten ,20% 16 BK of FK 52

64 Figuur 3: Samenstelling van de geglobaliseerde uitzonderlijke opbrengsten van de Belgische nietfinanciële ondernemingen in 2014 (bron: eigen werk op basis van de statistieken van de Balanscentrale) Uit figuur 3 blijkt dat 49% van alle gerapporteerde uitzonderlijke resultaten bestaan uit de meerwaarden bij de realisatie van vaste activa. Meerwaarden op de realisatie van vaste activa zullen in het nieuw schema van de resultatenrekening ofwel onder de bedrijfsopbrengsten ofwel onder de financiële opbrengsten geboekt worden naargelang het gaat om meerwaarde op de realisatie van materiële en immateriële vaste activa of respectievelijk van financiële vaste activa. Uit figuur 4 blijkt dat 38,96% van de uitzonderlijke kosten waardeverminderingen op financiële vaste activa zijn. Deze zullen in het nieuw schema van de resultatenrekening onder de financiële kosten geboekt worden. 53

65 Figuur 4: Samenstelling van de geglobaliseerde uitzonderlijke kosten van de Belgische nietfinanciële ondernemingen in 2014 (bron: eigen werk op basis van de statistieken van de Balanscentrale) 5.2. IMPACT TEN GEVOLGE VAN DE VERANDERING VAN CATEGORIE Hoeveel ondernemingen zullen vanaf de boekjaren die ingaan na 31 december 2015 rapporteren volgens een volledig schema, een verkort schema of een microschema? Het antwoord is van belang voor de stakeholders die de jaarrekening gebruiken als informatiebron. De NBB (2016) schrijft in een verklarende nota over de statistieken van de jaarrekeningen van ondernemingen dat in jaarrekeningen volgens het volledig schema en jaarrekeningen volgens het verkort schema werden neergelegd. Ondernemingen die een volledig schema hebben neergelegd zijn niet noodzakelijk grote vennootschappen. Ondernemingen kunnen namelijk op vrijwillige basis een volledig schema neerleggen. 54

Nieuwe boekhoudwetgeving op komst

Nieuwe boekhoudwetgeving op komst Nieuwe boekhoudwetgeving op komst Prof. dr. Stijn Goeminne, Universiteit Gent, Vakgroep Publieke Governance, Management en Financiën In het werkveld zijn de bepalingen van W.Venn. en haar uitvoeringsbesluit

Nadere informatie

CBN over kleine vennootschappen Balans

CBN over kleine vennootschappen Balans CBN over kleine vennootschappen Auteur(s): Stefaan Van Crombrugge Editie: 755 p. 5 Publicatiedatum: 31 januari 2016 CBN over kleine vennootschappen De Accountancywet van 18 december 2015 heeft voor de

Nadere informatie

Wijziging definitie kleine en microvennootschappen: invloed op de vrijstelling van doorstorting voor startende ondernemingen en IPA-korting

Wijziging definitie kleine en microvennootschappen: invloed op de vrijstelling van doorstorting voor startende ondernemingen en IPA-korting Wijziging definitie kleine en microvennootschappen: invloed op de vrijstelling van doorstorting voor startende ondernemingen en IPA-korting Mr. Bart Robyns Legal Consultant bart.robyns@groups.be Bepaalde

Nadere informatie

KMO-DEFINITIE. Richtlijn 2013/34/EU

KMO-DEFINITIE. Richtlijn 2013/34/EU Richtlijn 2013/34/EU Chronologie tot op heden : 26/06/2013 : EUR Richtlijn 19/06/2015 : De ministerraad keurde een voorontwerp van wet en KB goed 10/11/2015 : wetsontwerp : Bron : parlementaire stukken

Nadere informatie

Accounting & Gevalstudies. Patrick Huybrechts

Accounting & Gevalstudies. Patrick Huybrechts Accounting & Gevalstudies Patrick Huybrechts 1 Accounting & Gevalstudies Patrick Huybrechts Accountant Belastingconsulent FideAcc Accountants www.fideacc.be 2 3 Het is onmogelijk op een correcte manier

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN advies 2017/15 Transacties onder gemeenschappelijke leiding (Common control transactions)

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN advies 2017/15 Transacties onder gemeenschappelijke leiding (Common control transactions) COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN advies 2017/15 Transacties onder gemeenschappelijke leiding (Common control transactions) Advies van 13 september 2017 1 I. Inleiding 1. Een bedrijfscombinatie

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2019/XX Neerlegging van de enkelvoudige jaarrekening bij de Nationale Bank van België: nieuwe modellen van de jaarrekening Ontwerpadvies van 5 juni 2019

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies 2017/02 Gezamenlijke controle - groottecriteria. Advies van 1 februari

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies 2017/02 Gezamenlijke controle - groottecriteria. Advies van 1 februari COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Advies 2017/02 Gezamenlijke controle - groottecriteria Advies van 1 februari 2017 1 I. Algemeen 1. Onderhavig advies verduidelijkt de berekening van de groottecriteria

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2016/3 Beoordeling groottecriteria artikelen 15 en 15/1 W.Venn. Advies van 13 april

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2016/3 Beoordeling groottecriteria artikelen 15 en 15/1 W.Venn. Advies van 13 april COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2016/3 Beoordeling groottecriteria artikelen 15 en 15/1 W.Venn. Advies van 13 april 2016 1 I. Algemeen 1. De wet van 18 december 2015 tot omzetting van

Nadere informatie

WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU RICHTLIJN 2013/34/EU GEÏMPLEMENTEERD IN BELGISCHE WETGEVING.

WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU RICHTLIJN 2013/34/EU GEÏMPLEMENTEERD IN BELGISCHE WETGEVING. UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2015 2016 WIE MOET VOORTAAN WAT RAPPORTEREN? DE NIEUWE EU RICHTLIJN 2013/34/EU GEÏMPLEMENTEERD IN BELGISCHE WETGEVING. Masterproef voorgedragen

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2016/XXX Beoordeling groottecriteria artikelen 15 en 15/1 W.Venn. Ontwerpadvies van 13 januari 2016

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2016/XXX Beoordeling groottecriteria artikelen 15 en 15/1 W.Venn. Ontwerpadvies van 13 januari 2016 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2016/XXX Beoordeling groottecriteria artikelen 15 en 15/1 W.Venn. Ontwerpadvies van 13 januari 2016 I. Algemeen 1. De wet van 18 december 2015 tot omzetting

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN advies 2018/XX Groottecriteria Alternatieve berekening van de omzet op geconsolideerde of geaggregeerde basis Ontwerpadvies van 9 mei 2018 I. Algemeen 1. De Commissie

Nadere informatie

Opmaken en neerleggen van de geconsolideerde jaarrekening en het geconsolideerde jaarverslag

Opmaken en neerleggen van de geconsolideerde jaarrekening en het geconsolideerde jaarverslag Departement Micro-economische informatie Dienst Balanscentrale de Berlaimontlaan 14 - BE-1000 Brussel tel. 02 221 30 01 - fax 02 221 32 66 e-mail: balanscentrale@nbb.be - website: www.nbb.be BTW BE 0203.201.340

Nadere informatie

Wat betekent de omzetting van de Europese Boekhoudrichtlijn op fiscaal vlak?

Wat betekent de omzetting van de Europese Boekhoudrichtlijn op fiscaal vlak? Wat betekent de omzetting van de Europese Boekhoudrichtlijn op fiscaal vlak? Bij wet van 18 december 2015 werd de Europese Boekhoudrichtlijn omgezet in Belgisch recht. Hierdoor wijzigde de bestaande definitie

Nadere informatie

Opmaken en neerleggen van de geconsolideerde jaarrekening en het geconsolideerde jaarverslag

Opmaken en neerleggen van de geconsolideerde jaarrekening en het geconsolideerde jaarverslag Departement Micro-economische informatie Dienst Balanscentrale de Berlaimontlaan 14 - BE-1000 Brussel tel. 02 221 30 01 - fax 02 221 32 66 e-mail: balanscentrale@nbb.be - website: www.nbb.be BTW BE 0203.201.340

Nadere informatie

Boekhoudrecht en W.Venn.

Boekhoudrecht en W.Venn. Boekhoudrecht en W.Venn. Koen GEENS Jan VERHOEYE Federatie voor Vrije Intellectuele Beroepen Donderdag 15 maart 2001 Basisidee Opnemen van bepalingen boekhoudrecht rond jaarrekeningen in W.Venn. K.B. W.Venn.

Nadere informatie

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming?

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming? Vragen hoofdstuk 8: Externe verslaggeving Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming? Externe verslaggeving is, zoals de naam al aangeeft, gericht op het verschaffen van informatie aan partijen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 september 2011 (OR. en) 10765/1/11 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2009/0035 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 september 2011 (OR. en) 10765/1/11 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2009/0035 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 september 2011 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2009/0035 (COD) 10765/1/11 REV 1 DRS 87 COMPET 217 ECOFIN 294 CODEC 917 PARLNAT 203 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/XX Onbeperkt aansprakelijk vennoot: vermeldingen in de jaarrekening

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/XX Onbeperkt aansprakelijk vennoot: vermeldingen in de jaarrekening COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/XX Onbeperkt aansprakelijk vennoot: vermeldingen in de jaarrekening Ontwerpadvies van 31 mei 2017 I. Inleiding 1. Wanneer een vennootschap onbeperkt

Nadere informatie

Technische fiche startende ondernemingen Art , WIB 92

Technische fiche startende ondernemingen Art , WIB 92 Wettelijke basis I WIB 92 Technische fiche startende ondernemingen Art. 275 10, WIB 92 Art. 275 10, WIB 92 - programmawet van 10.08.2015 (art. 58 en 59) (BS 18.08.2015 Ed. 2) - programmawet (I) van 26.12.2015

Nadere informatie

Het nieuwe boekhoudrecht Omzetting van de Richtlijn UE 2013/34 in België. Bart Van Coile

Het nieuwe boekhoudrecht Omzetting van de Richtlijn UE 2013/34 in België. Bart Van Coile Het nieuwe boekhoudrecht Omzetting van de Richtlijn UE 2013/34 in België Bart Van Coile Accountant Belastingconsulent Ondervoorzitter IAB KB W.Venn. 30 januari 2001 Gewijzigd door het KB W.Venn. van 18

Nadere informatie

Inhoud. Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE ANALYSE: INLEIDING... 1

Inhoud. Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE ANALYSE: INLEIDING... 1 Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... xv xix xxi HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE ANALYSE: INLEIDING... 1 1.1. Onderneming, toegevoegde waarde en belanghebbenden... 2 1.2. Rol van de financiële

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2010/5 - Berekening criteria artikel 15 W.Venn.

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2010/5 - Berekening criteria artikel 15 W.Venn. COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2010/5 - Berekening criteria artikel 15 W.Venn. Advies van 19 mei 2010 Artikel 15 maakt op basis van de jaaromzet, het balanstotaal en het personeelsbestand

Nadere informatie

FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST

FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST TOEGEPAST FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST MIEKE KIMPE CARINE COPPENS Vijfde editie Antwerpen Cambridge Financiële analyse van de jaarrekening

Nadere informatie

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014. Advies van 7 september 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

Mocht u fouten of onvolledigheden in deze tekst ontdekken, zouden we het op prijs stellen indien u ze ons zou melden

Mocht u fouten of onvolledigheden in deze tekst ontdekken, zouden we het op prijs stellen indien u ze ons zou melden Hoe voer ik de boekhouding van mijn onderneming? Boekhoudkundige verplichtingen sinds 01.01.2017 Opmerking Er kan niet worden gewaarborgd dat dit document een exacte weergave van de officieel goedgekeurde

Nadere informatie

INHOUD AUTEURSLIJST 3 WOORD VOORAF 15. AFDELING 1 De jaarrekening opstellen 17

INHOUD AUTEURSLIJST 3 WOORD VOORAF 15. AFDELING 1 De jaarrekening opstellen 17 INHOUD AUTEURSLIJST 3 WOORD VOORAF 15 AFDELING 1 De jaarrekening opstellen 17 1. Algemene principes 17 1.1. Evolutie 17 1.2. Het principe van de secties 17 1.3. De omschrijving van bepaalde rubrieken 18

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST

FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST TOEGEPAST FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST MIEKE KIMPE CARINE COPPENS Vierde editie Antwerpen Cambridge Financiële analyse van de jaarrekening

Nadere informatie

Externe financiële verslaggeving

Externe financiële verslaggeving Externe financiële verslaggeving Diete Haesendonckx Hfst 1: Inleidende beschouwingen 1. Analyse van de jaarrekening (JR) Tijdens het jaar è boekhouding(registreren van handelsgebeurtenissen) Einde van

Nadere informatie

Tax shelter voor startende ondernemingen

Tax shelter voor startende ondernemingen Newsflash Tax shelter voor startende ondernemingen Via de tax shelter wil de Federale overheid natuurlijke personen fiscaal aanmoedigen om risicokapitaal te verschaffen aan startende ondernemingen binnen

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie juridische zaken 2009 2008/0084(COD) 8.10.2008 AMENDEMENTEN 7-24 Ontwerpverslag Ieke van den Burg (PE412.044v01-00) over het voorstel voor een richtlijn van het Europees

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2019/XX Groottecriteria verenigingen en stichtingen - schema van de jaarrekening - begroting

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2019/XX Groottecriteria verenigingen en stichtingen - schema van de jaarrekening - begroting COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2019/XX Groottecriteria verenigingen en stichtingen - schema van de jaarrekening - begroting Ontwerpadvies van 5 juni 2019 I. Algemeen 1. De wijze waarop

Nadere informatie

Inhoud WOORD VOORAF... 1 1. INLEIDING... 3

Inhoud WOORD VOORAF... 1 1. INLEIDING... 3 WOORD VOORAF.......................................................... 1 1. INLEIDING............................................................. 3 2. PUBLICATIEVERPLICHTINGEN...........................................

Nadere informatie

advies CRB Omzetting van de nieuwe boekhoudrichtlijn

advies CRB Omzetting van de nieuwe boekhoudrichtlijn advies CRB 2015-0600 Omzetting van de nieuwe boekhoudrichtlijn CRB 2015-0600 DEF Omzetting van de nieuwe boekhoudrichtlijn Brussel 18.03.2015 2 CRB 2015-0600 DEF Inbehandelingneming Bij brief van 19 december

Nadere informatie

Inhoud WOORD VOORAF... 1 1. INLEIDING... 3

Inhoud WOORD VOORAF... 1 1. INLEIDING... 3 Inhoud WOORD VOORAF.......................................................... 1 1. INLEIDING............................................................. 3 2. PUBLICATIEVERPLICHTINGEN..........................................

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/16 Onbeperkt aansprakelijke vennoot: vermeldingen in de jaarrekening

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/16 Onbeperkt aansprakelijke vennoot: vermeldingen in de jaarrekening COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBNadvies 2017/16 Onbeperkt aansprakelijke vennoot: vermeldingen in de jaarrekening Advies van 13 september 2017 1 I. Inleiding II. Onbeperkte aansprakelijkheid: overzicht

Nadere informatie

TITEL I DOOR DE COMMISSIE VASTGESTELDE DEFINITIE VAN MIDDELGROTE, KLEINE EN MICRO-ONDERNEMINGEN

TITEL I DOOR DE COMMISSIE VASTGESTELDE DEFINITIE VAN MIDDELGROTE, KLEINE EN MICRO-ONDERNEMINGEN BIJLAGE 1 MKB-definitie AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 1422) (2003/361/EG)

Nadere informatie

1. Standpunt van het IBR

1. Standpunt van het IBR Advies van 5 oktober van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren met betrekking tot de Mededeling van de Europese Commissie over een vereenvoudiging van het ondernemingsklimaat op het gebied van vennootschapsrecht,

Nadere informatie

WIJZIGINGEN IN HET BELGISCHE LANDSCHAP VAN FINANCIELE RAPPORTERING ALS GEVOLG VAN DE BOEKHOUDRICHTLIJN 2013/34/EU

WIJZIGINGEN IN HET BELGISCHE LANDSCHAP VAN FINANCIELE RAPPORTERING ALS GEVOLG VAN DE BOEKHOUDRICHTLIJN 2013/34/EU UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2015 2016 WIJZIGINGEN IN HET BELGISCHE LANDSCHAP VAN FINANCIELE RAPPORTERING ALS GEVOLG VAN DE BOEKHOUDRICHTLIJN 2013/34/EU Masterproef

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/06 Consolidatie bij de horizontale groep (consortium) Advies van 15 maart

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/06 Consolidatie bij de horizontale groep (consortium) Advies van 15 maart COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/06 Consolidatie bij de horizontale groep (consortium) Advies van 15 maart 2017 1 I. Definitie A. Horizontale groep 1. In de meeste vennootschapsgroepen

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening I. Inleiding Advies van 4 maart 2013 1. Zowel het volledig

Nadere informatie

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I P7_TA(200)0052 Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 0 maart 200 over het voorstel voor een richtlijn van het

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Technische nota 2017/XX - Definiëring van EBIT / EBITDA na omzetting van de accounting richtlijn

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Technische nota 2017/XX - Definiëring van EBIT / EBITDA na omzetting van de accounting richtlijn COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Technische nota 2017/XX - Definiëring van EBIT / EBITDA na omzetting van de accounting richtlijn Ontwerp technische nota van 15 maart 2017 1. In hetgeen volgt wenst

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/10 Groottecriteria artikel 15 W.Venn. Verbonden vennootschappen Verschillende afsluitingsdata - Wijziging van consolidatiekring dvies van 19 april

Nadere informatie

Tax shelter voor startende ondernemingen (binnen 4 jaar na oprichting)

Tax shelter voor startende ondernemingen (binnen 4 jaar na oprichting) Tax shelter voor startende ondernemingen (binnen 4 jaar na oprichting) Wat houdt deze maatregel in? Via de tax shelter wil de Federale overheid natuurlijke personen fiscaal aanmoedigen om risicokapitaal

Nadere informatie

Huidige toestand: Entiteiten met standaard schema Aantal VTE. Entiteiten op de DVD

Huidige toestand: Entiteiten met standaard schema Aantal VTE. Entiteiten op de DVD Les seuils, le contrôle des comptes annuels et des documents complémentaires De drempels, de controle van de jaarrekeningen en de bijkomende documenten Impactanalyse 1 Impact van de nieuwe drempels - Algemeen

Nadere informatie

FAQ VRIJSTELLING VAN DOORSTORTING VAN DE BEDRIJFSVOORHEFFING - STARTENDE ONDENREMINGEN

FAQ VRIJSTELLING VAN DOORSTORTING VAN DE BEDRIJFSVOORHEFFING - STARTENDE ONDENREMINGEN Page 1 of 10 Home > FAQ - Vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing - Startende ondernemingen FAQ VRIJSTELLING VAN DOORSTORTING VAN DE BEDRIJFSVOORHEFFING - STARTENDE ONDENREMINGEN Opgelet:

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR OEKHOUDKUNDIGE NORMEN CN-advies 2017/10 Groottecriteria artikel 15 W.Venn. Verbonden vennootschappen Verschillende afsluitingsdata - Wijziging van consolidatiekring dvies van 19 april 2017

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/06 Consolidatie bij de horizontale groep (consortium) Advies van 15 maart

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/06 Consolidatie bij de horizontale groep (consortium) Advies van 15 maart COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/06 Consolidatie bij de horizontale groep (consortium) Advies van 15 maart 2017 1 I. Definitie A. Horizontale groep B. Wettelijke vermoedens van centrale

Nadere informatie

Boekhouding verenigingen 28 februari Sylvia Thienpont

Boekhouding verenigingen 28 februari Sylvia Thienpont Boekhouding verenigingen 28 februari 2015 Sylvia Thienpont Boekhouding verenigingen 1. Wettelijk kader boekhoudkundige Kleine verenigingen Grote en zeer grote verenigingen 2. Dubbel boekhouden versus vereenvoudigd

Nadere informatie

Grote vennootschappen wat zijn de gevolgen

Grote vennootschappen wat zijn de gevolgen Grote vennootschappen wat zijn de gevolgen Inhoudsopgave Sociaal... Fiscaal... Het onderscheid tussen kleine en grote vennootschappen wordt gemaakt op basis... De fiscale voordelen van een kleine vennootschappen

Nadere informatie

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier vennootschapsbelasting inclusief de fiscale bijlagen voor het aanslagjaar 2016.

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier vennootschapsbelasting inclusief de fiscale bijlagen voor het aanslagjaar 2016. Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier vennootschapsbelasting inclusief de fiscale bijlagen voor het aanslagjaar 2016. Het model van het aangifteformulier voor het aj. 2016

Nadere informatie

FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST

FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST TOEGEPAST FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST CARINE COPPENS MIEKE KIMPE Derde editie Antwerpen Cambridge Financiële analyse van de jaarrekening

Nadere informatie

Klynveld Peat Marwick Goerdeler

Klynveld Peat Marwick Goerdeler Klynveld Peat Marwick Goerdeler Bedrijfsrevisoren Helga Platteau Bedrijfsrevisor Verslag van het College van sen over de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2004 en

Nadere informatie

Indien u voor de drie vraagstellingen (vzw, insolventie, steun) telkens onderaan OK uitkomt, kunt u de verklaring tekenen.

Indien u voor de drie vraagstellingen (vzw, insolventie, steun) telkens onderaan OK uitkomt, kunt u de verklaring tekenen. Leidraad voor check conformiteit Lees van boven naar onder. Mijn organisatie is een vzw Mijn organisatie is als volgt gekenmerkt Er loopt een collectieve insolventieprocedure tegen mijn organisatie, OF

Nadere informatie

Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening. De wijzigingen per 1 januari 2016

Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening. De wijzigingen per 1 januari 2016 De wijzigingen per 1 januari 2016 Introductie Door inwerkingtreding van de is een aantal wijzigingen ingevoerd ten aanzien van de publicatie- en deponeringsvoorschriften voor jaarrekeningen van ondernemingen.

Nadere informatie

Bedrijfsrevisor. Verklaring over de jaarrekening zonder voorbehoud

Bedrijfsrevisor. Verklaring over de jaarrekening zonder voorbehoud Burg. CVBA Helga Platteau Verslag van het College van Commissarissen aan de Algemene Vergadering der Aandeelhouders van Euronav NV over de jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2008

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies 2015/9 Boekhoudkundige verwerking van geactiveerde intercalaire interesten. Advies van 9 december 2015 1

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies 2015/9 Boekhoudkundige verwerking van geactiveerde intercalaire interesten. Advies van 9 december 2015 1 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Advies 2015/9 Boekhoudkundige verwerking van geactiveerde intercalaire interesten Advies van 9 december 2015 1 I. Inleiding 1. In onderhavig advies wordt beoogd de

Nadere informatie

Wetsvoorstel Titel 9 handhaaft. bepalingen die strijdig zijn. met EG-richtlijn G.-P. den Hollander RA

Wetsvoorstel Titel 9 handhaaft. bepalingen die strijdig zijn. met EG-richtlijn G.-P. den Hollander RA Wetsvoorstel Titel 9 handhaaft bepalingen die strijdig zijn met EG-richtlijn 2013-34 G.-P. den Hollander RA Inleiding Het wetsvoorstel heeft bestaande verschillen tussen Titel 9 en de 4 e en 7 e EG-richtlijn

Nadere informatie

RESILUX Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2012 INHOUDSTAFEL

RESILUX Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2012 INHOUDSTAFEL RESILUX Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2012 INHOUDSTAFEL 1. Geconsolideerde kerncijfers 2. Verkorte geconsolideerde winst- en verliesrekening 3. Verkorte geconsolideerde balans 4. Verkort

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2018/12 - Interpretatie van code in de toelichting 5.14 van de geconsolideerde jaarrekening

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2018/12 - Interpretatie van code in de toelichting 5.14 van de geconsolideerde jaarrekening COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/12 - Interpretatie van code 99084 in de toelichting 5.14 van de geconsolideerde jaarrekening Advies van 30 mei 2018 1 I. Inleiding II. Analyse van

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/XX Toelichting omtrent het niet-gebruik van de waarderingsgregels op basis van de waarde in het economisch verkeer voor de financiële instrumenten

Nadere informatie

RJ-Uiting 2009-1: Gevolgen van aanpassingen in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek als gevolg van Richtlijn 2006/46/EG van 14 juni 2006

RJ-Uiting 2009-1: Gevolgen van aanpassingen in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek als gevolg van Richtlijn 2006/46/EG van 14 juni 2006 RJ-Uiting 2009-1: Gevolgen van aanpassingen in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek als gevolg van Richtlijn 2006/46/EG van 14 juni 2006 Inleiding Op 22 december 2008 is een aantal artikelen in titel 9 van

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening Advies van 4 maart 2013 I. Inleiding II. Kennisgevingsplicht

Nadere informatie

VADEMECUM VOOR DE JAARREKENING 2018

VADEMECUM VOOR DE JAARREKENING 2018 VADEMECUM VOOR DE JAARREKENING 2018 VADEMECUM VOOR DE JAARREKENING 2018 ERIK DE LEMBRE MARLEEN MANNEKENS PHILIPPE SALENS ROGER TIEST ( ) Antwerpen Cambridge Vademecum voor de jaarrekening 2018 Erik De

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Deel I SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Deel I SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX SEC(2011) 1290 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Deel I SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

10765/11 ADD 1 oms/rts/dp 1 DG C I

10765/11 ADD 1 oms/rts/dp 1 DG C I RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 29 augustus 2011 (02.09) (OR.en) Interinstitutioneel dossier: 2009/0035 (COD) 10765/11 ADD 1 DRS 87 COMPET 217 ECOFI 294 CODEC 917 O TWERP-MOTIVERI G VA DE RAAD Betreft:

Nadere informatie

JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2013 FLUXYS BELGIUM

JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2013 FLUXYS BELGIUM JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2013 FLUXYS BELGIUM STATUTAIRE JAARREKENING VAN FLUXYS BELGIUM NV VOLGENS DE BELGISCHE NORMEN 04 I. Balans... 255 II. Resultatenrekening... 256 III. Resultaatverwerking...

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

Handboek financiële analyse van de onderneming

Handboek financiële analyse van de onderneming Handboek financiële analyse van de onderneming Theorie en toepassing op de jaarrekening Boekdeel 1 Prof. dr. Hubert OoGHE Emeritus buitengewoon hoogleraar aan de Vlerick Leuven Gent Management School en

Nadere informatie

Inhoud DEEL 1 ALGEMENE INLEIDING BOEKHOUDING EN RAPPORTERING... 1 HOOFDSTUK 1 HISTORISCHE EVOLUTIE... 3 1 EVOLUTIE VAN DE BEGRIPPEN...

Inhoud DEEL 1 ALGEMENE INLEIDING BOEKHOUDING EN RAPPORTERING... 1 HOOFDSTUK 1 HISTORISCHE EVOLUTIE... 3 1 EVOLUTIE VAN DE BEGRIPPEN... DEEL 1 ALGEMENE INLEIDING BOEKHOUDING EN RAPPORTERING... 1 HOOFDSTUK 1 HISTORISCHE EVOLUTIE... 3 1 EVOLUTIE VAN DE BEGRIPPEN... 4 2 ENKELE GESCHIEDKUNDIGE STAPPEN... 5 2.1 Belgische ondernemingen... 5

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/14 De boekhoudkundige verwerking van de uitgestelde belastingen bij gerealiseerde meerwaarden waarvoor de uitgestelde belastingregeling geldt en bij

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2016/XX Borgtochten betaald in effecten. Ontwerpadvies van 7 september 2016

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2016/XX Borgtochten betaald in effecten. Ontwerpadvies van 7 september 2016 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2016/XX Borgtochten betaald in effecten Ontwerpadvies van 7 september 2016 I. Inleiding 1. Aan de Commissie werd de vraag gesteld op welke rekening van

Nadere informatie

Wettelijke regelingen in verband met de jaarrekening

Wettelijke regelingen in verband met de jaarrekening 16 hoofdstuk Wettelijke regelingen in verband met de jaarrekening 16.1 Onder de werking van boek 2 titel 9 van het burgerlijk wetboek vallen ondernemingen die gedreven worden in de vorm van een NV, BV,

Nadere informatie

VADEMECUM VOOR DE JAARREKENING 2016

VADEMECUM VOOR DE JAARREKENING 2016 VADEMECUM VOOR DE JAARREKENING 2016 ROGER TIEST Antwerpen Cambridge Vademecum voor de jaarrekening 2016 Roger Tiest 2016 Antwerpen Cambridge www.intersentia.be ISBN 978-94-000-0731-4 D/2016/7849/52 NUR

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/6 - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve bedoeld in artikel 541 WIB 92 (Programmawet van 10 augustus 2015) en de bijzondere aanslag

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/14 De boekhoudkundige verwerking van de uitgestelde belastingen bij gerealiseerde meerwaarden waarvoor de uitgestelde belastingregeling geldt en bij

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/6 - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve bedoeld in artikel 541 WIB 92 (Programmawet van 10 augustus 2015) en de bijzondere aanslag

Nadere informatie

COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/13 - Het gebruik van de verbindingsrekening tussen een buitenlandse vennootschap en haar Belgisch bijkantoor Advies van 4 september 2013 1 I. Inleiding

Nadere informatie

eliminatie van wederzijdse vorderingen en schulden

eliminatie van wederzijdse vorderingen en schulden KDT Consolidatie 2 1 Procedure optellen van alle rubrieken (activa, passiva en resultatenrekeningen) van de enkelvoudige jaarrekeningen van de ondernemingen uit de consolidatiekring, alsof de groep van

Nadere informatie

COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Het gebruik van de verbindingsrekening tussen een buitenlandse vennootschap en haar Belgisch bijkantoor

COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Het gebruik van de verbindingsrekening tussen een buitenlandse vennootschap en haar Belgisch bijkantoor COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Het gebruik van de verbindingsrekening tussen een buitenlandse vennootschap en haar Belgisch bijkantoor Ontwerpadvies I. Inleiding 1. Wat betreft de boekhoudkundige

Nadere informatie

De Tax Shelter voor het investeren in startersvennootschappen. Bewijsregeling thans gepubliceerd.

De Tax Shelter voor het investeren in startersvennootschappen. Bewijsregeling thans gepubliceerd. De Tax Shelter voor het investeren in startersvennootschappen. Bewijsregeling thans gepubliceerd. In het Belgische staatsblad van 12 april 2016 werd het Koninklijk Besluit ( 1 ) gepubliceerd dat de formaliteiten

Nadere informatie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T DE RAAD Brussel, 18 juni 2009 (OR. en) 2008/0084 (COD) LEX 1035 PE-CO S 3748/2/08 REV 2 DRS 84 COMPET 600 CODEC 1918 RICHTLIJ VA HET EUROPEES PARLEME T E DE RAAD TOT

Nadere informatie

Technische fiche looncorrectie (IPA) Art , WIB 92

Technische fiche looncorrectie (IPA) Art , WIB 92 Technische fiche looncorrectie (IPA) Art. 275 7, WIB 92 Wettelijke basis I WIB 92 Art. 275 7, WIB 92 - Wet van 17.05.2007 (art. 28 en 29) (BS 19.06.2007) - Wet van 27.03.2009 (art. 18 en 19) (BS 07.04.2009)

Nadere informatie

RESILUX Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2010 INHOUDSTAFEL

RESILUX Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2010 INHOUDSTAFEL RESILUX Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2010 INHOUDSTAFEL 1. Geconsolideerde kerncijfers 2. Verkorte geconsolideerde winst- en verliesrekening 3. Verkorte geconsolideerde balans 4. Verkort

Nadere informatie

RAAD advies van 7 januari De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen

RAAD advies van 7 januari De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen RAAD advies van 7 januari 2000 De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen Het koninklijk besluit van 3 juli 1996 betreffende de

Nadere informatie

Deze 3 verslagen dienen in onderlinge samenhang te worden gelezen en kunnen niet afzonderlijk van elkaar worden gezien of gebruikt.

Deze 3 verslagen dienen in onderlinge samenhang te worden gelezen en kunnen niet afzonderlijk van elkaar worden gezien of gebruikt. Hoofding van het kantoor XYZ Verslagen van de bedrijfsrevisor (1) aan de raad van bestuur (2) van de Vlaamse rechtspersoon in uitvoering van artikel 9 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september

Nadere informatie

Inhoud. Deel 1. Voorwoord 13

Inhoud. Deel 1. Voorwoord 13 Inhoud Voorwoord 13 Deel 1 1. Oprichting van een vennootschap 25 1.1 Mogelijke ondernemingsvormen 25 1.1.1 De éénmansonderneming 25 1.1.2 Doel van de vennootschapsvorming 26 1.1.3 Vennootschap 27 1.1.4

Nadere informatie

INHOUD. Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... xxi

INHOUD. Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... xxi INHOUD Voor een eerste kennismaking of een inleidende cursus kunnen de delen met * weggelaten worden. Lijst van tabellen.............................................. Lijst van figuren..............................................

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Vrijstelling van tussenconsolidatie: een paar praktische issues

Vrijstelling van tussenconsolidatie: een paar praktische issues Spotlight Vrijstelling van tussenconsolidatie: een paar praktische issues Hugo van den Ende - Vaktechnisch bureau (National Office), Assurance Jaap Husson - Capital Markets & Accounting Advisory Services,

Nadere informatie

CRB DEF CCR 10

CRB DEF CCR 10 CRB 2010-0555 DEF Advies betreffende de Consultation Paper van de Europese Commissie over de toepassing van de internationale financiële rapporteringsstandaarden (IAS/IFRS) voor de kleine en middelgrote

Nadere informatie

» Kosten van onderzoek en ontwikkeling: wijzigingen door het koninklijk besluit van 18 december 2015 (advies 2016/16) 1

» Kosten van onderzoek en ontwikkeling: wijzigingen door het koninklijk besluit van 18 december 2015 (advies 2016/16) 1 2016/16 287» Kosten van onderzoek en ontwikkeling: wijzigingen door het koninklijk besluit van 18 december 2015 (advies 2016/16) 1 nieuw I. Inleiding 1. De Commissie beoogt in dit advies de wijzigingen

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2016/16 Kosten van onderzoek en ontwikkeling: wijzigingen door het koninklijk besluit van 18 december 2015 I. Inleiding Advies van 7 september 2016 1 1.

Nadere informatie

Inhoud DEEL 1. DE REGISTRATIE IN DE KLEINE ONDERNEMING... 1 HOOFDSTUK 1 DE KLEINE ONDERNEMING... 3

Inhoud DEEL 1. DE REGISTRATIE IN DE KLEINE ONDERNEMING... 1 HOOFDSTUK 1 DE KLEINE ONDERNEMING... 3 DEEL 1. DE REGISTRATIE IN DE KLEINE ONDERNEMING... 1 HOOFDSTUK 1 DE KLEINE ONDERNEMING... 3 1 KLEINE ONDERNEMING VOLGENS DE BOEKHOUDWETGEVING... 4 1.1 De juridische vorm van de onderneming... 4 1.2 De

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord... DEEL I INLEIDING

Inhoud. Voorwoord... DEEL I INLEIDING Inhoud Voorwoord............................................ i DEEL I INLEIDING Hoofdstuk 1. Definitie en grondbeginselen............... 3 A. Definitie.......................................... 3 B. Verantwoording

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN advies 2018/08 Gebeurtenissen na afsluitingsdatum van het boekjaar Advies van 9 mei

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN advies 2018/08 Gebeurtenissen na afsluitingsdatum van het boekjaar Advies van 9 mei COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN advies 2018/08 Gebeurtenissen na afsluitingsdatum van het boekjaar Advies van 9 mei 2018 1 I. Inleiding 1. Met onderhavig advies beoogt de Commissie voor Boekhoudkundige

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 1-6 Europese economische samenwerkingsverbanden en economische samenwerkingsverbanden

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 1-6 Europese economische samenwerkingsverbanden en economische samenwerkingsverbanden COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 1-6 Europese economische samenwerkingsverbanden en economische samenwerkingsverbanden De Europese Ministerraad hechtte op 25 juli 1985 zijn goedkeuring

Nadere informatie