Ogen, oren en neuzen. Groep 4 en 5 van het basisonderwijs

Transcriptie

1 Ogen, oren en neuzen Groep 4 en 5 van het basisonderwijs

2 Hallo, welkom in Ouwehands Dierenpark! Jij hebt ogen en je hebt ook oren! Wat doe je met je ogen en oren? Je hebt ook een neus. Wat doe je daarmee? Ruiken, horen en zien noemen we zintuigen. Kun je nog een ander zintuig noemen? Wat doe je bijvoorbeeld met je mond? En je huid? Dieren hebben ook ogen, oren en neuzen. Maar ze zien er niet allemaal hetzelfde uit. Sommige dieren hebben hele grote oren en andere hebben hele kleine oren. Dat geldt ook voor de ogen en de neus. In deze Doe Mee staan allemaal vragen over zintuigen van dieren. Kijk goed naar de dieren en probeer dan de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden. Veel plezier!

3 Tijgers en giraffen Ojee, de tijger hieronder is zijn strepen kwijt geraakt! Kun jij ze er weer op tekenen? Vraag 1 A. Waarom is het belangrijk voor een tijger dat hij strepen heeft? Dan zien andere dieren hem niet zo goed als hij tussen de struiken staat. Dan kan hij andere tijgers herkennen. Dan weten andere dieren dat het een tijger is. B. Zie je de snorharen van de tijger? Waarvoor zijn die? Daarmee kan hij beter ruiken. Die heeft hij om andere dieren af te schrikken. Daarmee kan hij zijn omgeving voelen.

4 Tegenover de tijgers zie je de giraffen. Die herken je goed aan de lange nek! Een giraffe heeft ook een hele lange tong en bewegelijke lippen. Zo kan hij goed voelen en blaadjes plukken. Vraag 2 De ogen van de giraffe zijn goed beschermd tegen stekels van lekkere blaadjes. Hoe dan? Hij heeft hele lange oogwimpers die zijn ogen beschermen. Zijn ogen zijn van glas, zo heeft hij geen last van stekels. Hij kan zijn ogen binnenstebuiten draaien. Nevelpanters Loop nu door naar de nevelpanters. Kun jij ze zien? Zitten ze binnen of buiten? Net zoals veel andere katachtigen, geven nevelpanters hun eigen geur af op bijvoorbeeld bomen. Vraag 3 Waarom doen ze dit? Zo kunnen ze een boom weer terugvinden. Zo laten ze andere dieren weten dat zij daar wonen. Zo lokken ze dieren naar de boom toe die ze willen opeten.

5 Het Berenbos In Het Berenbos wonen bruine beren en wolven. Tussen deze twee dieren zitten veel verschillen. Vraag 4 A. Hieronder zie je twee paar oren. Welke oren horen bij de bruine beer en welke oren horen bij de wolf? Schrijf er maar onder! Deze oren zijn van een Deze oren zijn van een B. Beren hebben best een grote neus, kijk maar op het plaatje. Wat kunnen ze daardoor goed? Voelen. Spelen. Ruiken.

6 Het Wad en de kamelen Als je Het Wad oploopt, zie je zeehonden. Als je goed kijkt, zie je dat zeehonden best wel grote ogen hebben! Daarmee kan een zeehond goed zien. Vraag 5 Op het plaatje hierboven zie je dat een zeehond iets heeft, wat de tijger bij vraag 1 ook had. Zie jij wat dat is? Snorharen. Strepen. Scherpe nagels. Vraag 6 De zeehonden hebben een lekkere dikke speklaag. Waarom hebben ze dit? Dan willen andere dieren ze niet opeten. Dan blijven ze beter drijven bij het zwemmen. Dan krijgen ze het niet zo snel koud.

7 Als je Het Wad weer uitloopt, dan zie je de kamelen. Vraag 7 Hoeveel bulten heeft een kameel? Teken ze erbij op het plaatje!. Als jij met je blote voeten over heet zand loopt, dan doet dat best pijn. Een kameel heeft daar niet zoveel last van. Vraag 8 Hoe komt dat? Hij trekt speciale woestijnschoenen aan. Hij heeft hele dikke eeltkussens onder zijn poten. Hij heeft niet zoveel gevoel in zijn poten. Orang Oetans en schildpadden Als je het bruggetje overloopt bij de kamelen, dan kun je naast het gorillaverblijf de Tijgertunnel inlopen. Als je die helemaal uitloopt, kom je bij de orang oetans uit.

8 Kijk eens goed naar de orang oetans Vraag 9 - Hebben orang oetans grote oren? - Hebben orang oetans lange armen? - Hebben orang oetans lange haren?. Vraag 10 A. Orang oetans leven graag hoog in de bomen. Daar zoeken ze naar hun lievelingseten: vruchten. Denk je dat orang oetans goed kunnen zien? Ja / Nee B. Waarom denk je dat?. Als je nu doorloopt, kom je bij de schildpadden uit.

9 Vraag 11 A. Wat kan een schildpad heel goed? Zien. Ruiken. Horen. B. Wist je dat slangen ook kunnen ruiken? Dat doen ze niet met hun neus, maar met hun Oren. Ogen. Tong.

10 Dit is het einde van de Doe Mee! Je hebt nu veel geleerd over de zintuigen van dieren. Je weet dat dieren kunnen horen, zien, voelen, ruiken en proeven. Net als jij! Sommige dieren kunnen dit allemaal nog beter dan dat jij dat kan Als je tijd over hebt, kun je nog lekker een rondje gaan lopen door Ouwehands Dierenpark. Kijk nog maar eens goed om je heen!