Ontwerp wijzigingsplan Juni e wijziging Binnenstad (Mariënhage)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ontwerp wijzigingsplan Juni e wijziging Binnenstad (Mariënhage)"

Transcriptie

1 Ontwerp wijzigingsplan Juni e wijziging Binnenstad (Mariënhage)

2

3 1 e wijziging Binnenstad (Mariënhage)

4 Inhoudsopgav e Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding Aanleiding Het plangebied Voorgaande plannen Leeswijzer 9 Hoofdstuk 2 Beschrijving plangebied Historisch perspectief Stedenbouwkundige structuur De buurten 16 Hoofdstuk 3 Planvoornemen 19 Hoofdstuk 4 Uitgangspunten, randvoorwaarden en beleidskader Inleiding Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid Volkshuisvesting Archeologische en cultuurhistorische waarden Verkeer en parkeren Groen Horeca Prostitutie Kabels, leidingen en straalpaden 50 Hoofdstuk 5 Milieuparagraaf Bedrijven en milieuzonering Geluid Luchtkwaliteit Externe veiligheid Duurzaamheid Bodem Natuur 60 Hoofdstuk 6 Waterparagraaf Inleiding Beleid Beschrijving watersysteem plangebied Toekomstige situatie van het watersysteem 72 Hoofdstuk 7 Juridische vormgeving 2 73

5 7.1 Algemeen Planmethodiek Verbeelding Planregels 73 Hoofdstuk 8 Handhaving Algemeen Handhaving voorliggend plan 76 Hoofdstuk 9 Financiële aspecten 77 Hoofdstuk Procedure en maatschappelijke uitvoerbaarheid 10.1 Bekendmaking ex artikel Bro Overleg ex artikel Bro Samenspraak Zienswijzen 81 Bijlagen bij de toelichting 83 Regels 85 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 87 Artikel 1 Begrippen 87 Artikel 2 Wijze van meten 89 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 91 Artikel 3 Gemengd Artikel 4 Waarde - Archeologie 93 Artikel 5 Waarde - Ecologie 95 Hoofdstuk 3 Algemene regels 97 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 99 Artikel 6 Overgangsrecht 99 Artikel 7 Slotregel 101 Bijlagen bij de regels 103 Bijlage Lijst van horeca-activiteiten 3

6 4

7 Toelichting 5

8 6

9 Hoofdstuk Inleiding Aanleiding Het wijzigingsplan "1e wijziging Binnenstad (Mariënhage)" maakt de realisatie van 'Delamondo' in het historische gebied Mariënhage in de binnenstad van Eindhoven mogelijk. 'Delamondo' wordt gevestigd in de Augustijnen of Paterskerk, het Augustinianum en de Studentenkapel. De ontwikkeling voorziet in een hotel met 68 logieseenheden en hieraan gelieerde ontmoetingsruimten, die bestaan uit een ceremoniehuis, congresfaciliteiten, brasserie, restaurant en een buitenterras. Mariënhage is een rijksmonumentaal ensemble en een van de oudste beleefbare plaatsen van de stad. De ondergrond is aangewezen als gemeentelijk archeologisch monument, uitgezonderd de kloostertuin aan de Dommel die is aangemerkt als verwachtingsgebied met hoge archeologische waarde. De bedoeling is dat Mariënhage met het initiatief verder zal vergroenen en in volle glorie wordt hersteld, waardoor het een aangenaam gebied wordt om te verblijven. Het wijzigingsplan maakt het beoogde gebruik als hotel en hieraan gelieerde ontmoetingsruimten mogelijk. Ten behoeve van de ontwikkeling zullen ook enkele bouwkundige aanpassingen noodzakelijk zijn om de ontmoetingsruimten en het hotel met elkaar in verbinding te kunnen stellen. Deze verbindende ruimten bevinden zich deels buiten de bestaande bouwvlakken. Om deze bebouwing mogelijk te maken zal een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen worden verleend, die mede wordt gebaseerd op een afwijking als bedoeld in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. Teneinde binnen een kort tijdsbestek te kunnen komen tot planrealisatie, wordt voor het wijzigingsplan en de omgevingsvergunning(-en) toepassing gegeven aan de wettelijke coördinatieregeling. De coördinatieregeling maakt het mogelijk procedures te versnellen, door deze te bundelen. 'Delamondo' is een gezamenlijk initiatief van Dela coöperatie, de Orde der Augustijnen, de gemeente Eindhoven en de provincie Noord-Brabant. Het wijzigingsplan is door Pouderoyen Compagnons in opdracht van Dela coöperatie en in onderlinge afstemming met de gemeente Eindhoven opgesteld. 7

10 Afbeelding: luchtfoto Mariënhage in vogelvlucht (bron: eindhoven.nl) Het wijzigingsplan bestaat uit een digitale en analoge verbeelding (plankaart) met de daarbij behorende regels. Bij het wijzigingsplan is onderstaande toelichting gevoegd. In de toelichting wordt aangegeven waarom het wijzigingsplan is opgesteld en welke afwegingen hebben plaatsgevonden in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Naast de digitale versie is er tevens een papieren versie van het wijzigingsplan beschikbaar. De digitale versie is juridisch bindend. 1.2 Het plangebied Het plangebied ligt in de binnenstad van Eindhoven en is als gebied bekend onder de naam Mariënhage (een samenhangend complex bestaande uit een klooster, paterskerk, voormalig Augustinianum en Studentenkapel en omliggende tuinen). Het gebied Mariënhage is een verscholen pareltje. De oudste plek van Eindhoven met een rijke historie, die teruggaat tot de oorsprong van onze stad in de 12e eeuw. Ook is het een groene, rustige oase aan de Dommel, op enkele minuten lopen van de Eindhovense binnenstad en het centraal station. De begrenzing van het plangebied wordt gevormd door de bestemming 'Gemengd - 3' als opgenomen in het bestemmingsplan 'Binnenstad'. Aan de noordzijde grenst het plangebied aan de Augustijnendreef, aan de oostzijde aan het 'Pad Mariënhage' en de Dommel, aan de zuidzijde de Kanaalstraat en aan de westelijke zijde de Tramstraat en het plein voor de Augustijnenkerk. 8

11 Afbeelding: contour plangebied geprojecteerd op luchtfoto 1.3 Voorgaande plannen In het wijzigingsplan "1e wijziging Binnenstad (Mariënhage)" worden de regels en de verbeelding van het geldende bestemmingsplan 'Binnenstad' (zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Eindhoven d.d. 20 augustus 2013) gewijzigd. De wijzigingen op de verbeelding en in de regels hebben betrekking op het toestaan van horeca als bedoeld in de categorieën 1,2, 3 en 5 van de lijst van horecaactiviteiten, met uitzondering van een nachtclub behorende tot categorie 2a. Door middel van aanduidingen op de verbeelding en hieraan gekoppelde regels worden de mogelijkheden van het horecabedrijf ingekaderd. Het wijzigingsplan is gebaseerd op artikel 11.3 lid a van de regels van het bestemmingsplan 'Binnenstad'. 1.4 Leeswijzer Deze toelichting bestaat uit 9 hoofdstukken. Na deze inleiding volgt hoofdstuk 2. Hierin is een beschrijving van het plangebied gegeven. Hoofdstuk 3 bevat de uitgangspunten bij, de randvoorwaarden en de beleidskaders voor het opstellen van het wijzigingsplan. Hoofdstuk 4 geeft inzicht in en een verantwoording van alle relevante milieuaspecten. Hoofdstuk 5 bevat de waterparagraaf. In deze paragraaf is beschreven op welke wijze rekening wordt gehouden met de gevolgen van het wijzigingsplan voor de waterhuishouding. De juridische vormgeving van het wijzigingsplan is verwoord in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 wordt ingegaan op de handhaving van het wijzigingsplan. De financiële uitvoerbaarheid is verantwoord in hoofdstuk 8. Hoofdstuk 9 gaat ten slotte in op de gevolgde procedure, inclusief een paragraaf over de maatschappelijke uitvoerbaarheid (waaronder de resultaten van het gevoerde overleg en de samenspraak/inspraak). 9

12 10

13 Hoofdstuk Beschrijving plangebied Historisch perspectief Het gebied Mariënhage betreft het oudste deel van Eindhoven. Vermoedelijk tussen 1100 en 1250 werd op het grondgebied van de toenmalige gemeente Woensel een zogenaamd mottekasteel gebouwd. De naam,"die Haghe", was een veel voorkomende naam voor kastelen uit die tijd. Het was vermoedelijk een rechthoekige woontoren (donjon) op een motte, een door mensenhanden opgeworpen heuvel aan de Dommel die was omsloten door een gracht. Het was eigendom van de Heren van Cranendonck en Eindhoven en diende hen tot woning. Afbeelding: maquette van kasteel Die Haghe te Eindhoven, omstreeks 1250 De laatste heer die het kasteel bewoonde was Jan van Schoonvorst. Hij liet, vermoedelijk tussen 1413 en 1420, een ander kasteel optrekken op 200 meter afstand (waar nu Ravensdonck ligt). Het oude kasteel werd geschonken aan de Augustijner kanunniken, die er een klooster stichtten in Het kasteel werd gesloopt en er werden kloostergebouwen opgericht. Van het huidige klooster dateert de vleugel aan de Dommel in oorsprong nog uit deze tijd, rond

14 Afbeelding: Detail stadsplattegrond Jacob van Deventer, In de ondergrond van het terrein zijn nog resten aan te treffen van de fundamenten van het oude kasteel, die vermoedelijk uit de 13e eeuw stammen, en enkele kloosterfundamenten uit De locatie heeft tussen 1420 en 1890 vele bestemmingen gehad, van militaire doeleinden tot huisvesting van de rentmeesters van de prins van Oranje, woonhuis en industriële activiteiten. Op 29 december 1890 werd het complex gekocht door de Nederlandsche Augustijner Missie die op 7 maart 1891 het klooster betrok. Sindsdien en nu nog, is het klooster woon- en werkplek van de Augustijnen. 12

15 Afbeelding: inzichtelijkheid ouderdom bebouwing (bron: Kaders gebiedsontwikk eling 2012) De Augustijnen bouwden een nieuwe kerk: de Paterskerk, die in 1898 in gebruik genomen werd. Vanuit de Paterskerk werden en worden openbare religieuze diensten verzorgd in de roomskatholieke traditie. Ook richtten de paters in 1898 een school op: het Gymnasium Augustinianum, de eerste Rooms-Katholieke middelbare school in Eindhoven. In het begin werden lessen verzorgd vanuit het klooster, later werd een school met internaat gebouwd in 4 vleugels. Het oudste gedeelte is het internaatsgebouw uit 1913, dat direct achter de Paterskerk staat. Daarna werd aan het binnenplein in 1917 de zogenaamde Sigarendoos gebouwd, met klassen en slaapvertrekken. Beide schoolgebouwen en de Paterskerk zijn ontworpen door architect Hegener (de kerk in samenwerking met architect Bekkers). De vleugel aan de Kanaalstraat werd in 1924 gebouwd en bood ruimte aan een aula, gymzaal, klaslokalen en slaapvertrekken. Afbeelding: duiding bij ontwikkeling betrokken gebouwen (bron: inspiratiedocument Mariënhage 2013) De Studentenkapel werd in 1925 voltooid en voorzag in een kapel en recreatieruimte. Deze vleugels zijn een ontwerp van architect-monnik Dom Paul Bellot. Door toenemende leerlingaantallen en de onmogelijkheid om verder uit te breiden, verhuisde het Augustinianum in 1959 naar de van Wassenhovenstraat. Tot 2005 is het voormalig Augustinianum benut door verschillende onderwijsinstellingen: de Hogere Burgerschool, het Lyceum en de afdeling Drama van de Fontys Hogeschool. Sinds 2008 stelt de gemeente drie vleugels beschikbaar aan Stichting Ruimte, die het verhuurt aan creatieve ondernemers. De Studentenkapel wordt tijdelijk verhuurd: de begane grond aan Tipo Tango en de eerste verdieping aan de Eindhovense Studentenkerk. Alle panden in het gebied zijn rijksmonument en de ondergrond is grotendeels aangewezen als archeologisch monument. 13

16 2.2 Stedenbouwkundige structuur Opbouw Het ensemble van gebouwen van Mariënhage, ligt op een plek die vanaf de middeleeuwen, met de bouw van het kasteel en later het klooster, van grote betekenis was voor de stedenbouwkundige ontwikkeling van de stad. Het totaal is belangrijk voor het aanzien van de binnenstad omdat het is gebouwd aan het einde van een zeer dominante zichtlijn die in het tweede kwart van de negentiende eeuw is ontstaan door de aanleg van het Eindhovens Kanaal. De Paterskerk geldt nog steeds als een Eindhovens landmark. Het bebouwingscomplex met zijn buitenruimten kent derhalve een centrale ligging aan de oost-west verbinding in de stedelijke structuur van Eindhoven. De verbinding tussen het centrum richting het oosten, naar het kanaal en verder krijgt in Eindhoven een steeds grotere betekenis. Het complex vormt straks een van de belangrijke functies aan deze route. Voorts is de strategische ligging aan de Dommel in de huidige tijd nog steeds betekenisvol. De Dommelzone is immers een belangrijke landschappelijke structuur met ecologische en recreatieve functies die verschillende parken en tuinen aaneenrijgt. Afbeelding; Mariënhage met in het verlengde het Eindhovens Kanaal en links daarvan het NRE-terrein rond 1920 (bron: eindhoven.nl) Verkeersstructuur Algemeen: In paragraaf 4.7 is uitgebreid ingegaan op de verkeer en parkeren. In de voorliggende paragraaf wordt de verkeersstructuur beknopt beschouwd. 14

17 Het plangebied is gelegen binnen het centrumgebied, ruim binnen de buitenring en net buiten de binnenring van de stad Eindhoven. De Kanaalstraat aan de zuidelijke zijde van het plangebied vormt nu en in de toekomst een belangrijke ontsluiting voor de binnenstad van Eindhoven. De Kanaalstraat komt uit op de Vestdijk, welke onderdeel is van de huidige binnenring van de stad. De Tramstraat aan westelijke zijde betreft een buurtontsluitingsweg en de Augustijnendreef aan de noordelijke zijde van het plangebied betreft een erftoegangsweg. Ontsluiting Mariënhage: De ontsluiting van Mariënhage voor expediteurs vindt plaats via de Kanaalstraat en vervolgens over een bestaande eigen weg rondom de Studentenkapel naar het achterterrein. Aan de Kanaalstraat zal ter hoogte van de Paterskerk en het Internaatsgebouw een 'Kiss en Ride' punt worden gecreëerd waar bezoekers met bagage van Mariënhage kunnen worden afgezet of worden opgehaald. Vanuit dit punt kan één van de entree's van Mariënhage, de entree aan de Kanaalstraat, worden betreden. Aan de zijde van de Paterskerk wordt tevens voorzien in een entree voor personen. Personenauto's zullen aan deze zijde van het complex kort kunnen parkeren om bezoekers af te leveren of op te halen en bagage op te pikken. Aan de noordzijde van het complex aan de Augustijnerdreef wordt een bestaande entree ten behoeve van ontsluiting van parkeerplaatsen op eigen terrein gehandhaafd. Deze parkeerplaatsen zijn geschikt voor de stalling van personenautos. Op termijn is het de bedoeling om het terrein tevens met een langzaamverkeersbrug over de Dommel te verbinden met het NRE terrein. Thans is dit vanwege hierop betrekking hebbende haalbaarheidsstudies nog geen onderdeel van de planvorming. De gemeente Eindhoven heeft voor betreffende langzaamverkeersverbinding wel reeds budget vrijgemaakt. Daarnaast geldt dat het wijzigingsplan ziet op het toestaan van horeca als zelfstandige functie binnen de bestemming 'Gemengd - 3' uit het bestemmingsplan 'Binnenstad'. Groen en water Het complex Mariënhage is op dit moment, met uitzondering van de groene binnentuin van het Augustijnenklooster en de groene kloostertuin aan de Dommel, volledig verhard. Binnen het complex is géén sprake van watergangen, wel is er een duidelijk relatie met de Dommel die aan oostelijke zijde grenst aan het plangebied. Afbeelding: zicht op Augustijnenklooster vanuit Dommelzijde (uit inspiratiedocument Mariënhage 2013) 15

18 \ Afbeelding: kloostertuin aan Dommelzijde (bron: eindhoven-in-beeld.nl (Frans Gommers)) Afbeelding: zicht op Dommel vanuit het Pad Mariënhage aan Dommelzijde met nog een duidelijkzichtbare scheiding ten opzichte van de kloostertuin (uit inspiratiedocument Mariënhage 2013) Met het initiatief zal het complex verder vergroenen. Onder andere door het creëren van groenelementen op het binnenterrein van het Augustinianum, waarmee dit een aangename deels omsloten buitenruimte wordt om langer te verblijven. Aanpassingen zullen hierbij worden doorgevoerd op basis van het kader dat de geldende bestemmingen mogelijk maken. 2.3 De buurten Mariënhage vormt een bijzondere plek in de binnenstad van Eindhoven. In onderstaande worden enkele nabije woonbuurten nader belicht. NRE terrein Het NRE-terrein aan de oostelijke zijde van het plangebied ofwel aan de overzijde van de Dommel kent een lange geschiedenis als voormalig gasfabriekterrein aan het Eindhovens 16

19 Kanaal. Met het bestemmingsplan 'Tongelre binnen de Ring (NRE-terrein)' transformeert dit gebied momenteel naar een kleinschalig, levendig en creatief gebied met een mix van wonen, werken en levendigheid. Het bijzondere industriele karakter van het NRE-terrein blijft hierbij zo veel mogelijk behouden. De karakteristiek wordt gevormd door de historisch industriële sfeer, het erf met daarop panden van diverse maat, schaal en architectuur en de specifieke historische betekenis. De industriële gebouwen nemen een belangrijke rol in als een waardevol ensemble van ruim honderd jaar geschiedenis. Uitgangspunt is om de panden te behouden en om ze een nieuw functie te geven. Villapark Het nabijgelegen Villapark (oostelijk gelegen en grenzend aan het NRE terrein) is een parkachtige buurt in de nabijheid met een mix van huur- en koopwoningen met bewoning door vooral gezinnen en tweepersoonshuishoudens. De meeste woningen zijn gebouwd voor Kenmerkend voor de buurt zijn de grote hoeveelheid monumentale panden en de privétuinen die naast het openbare groen de buurt een groene uitstraling geven. Naast de grote hoeveelheid rijks- en gemeentelijke monumenten is een deel van de buurt aangewezen als beschermd stadsgezicht. De buurt ligt gunstig ten opzichte van het centrum en profiteert daardoor van centrumvoorzieningen. Mariënhage en het NRE terrein Op termijn is het de bedoeling het NRE terrein en het complex van Mariënhage met een brug voor langzaamverkeer te verbinden. Thans is dit vanwege hierop betrekking hebbende haalbaarheidsstudies nog geen onderdeel van de planvorming. De gemeente Eindhoven heeft voor betreffende langzaamsverkeersverbinding reeds budget vrijgemaakt. Daarnaast geldt dat het wijzigingsplan alleen betrekking kan hebben op de bestemming 'Gemengd - 3' uit het bestemmingsplan 'Binnenstad'. Een langzaamverkeersbrug over de Dommel zal altijd op grond van een andere belendende bestemming worden gerealiseerd en kan hierdoor geen onderdeel vormen van onderhavig wijzigingsplan. 17

20 18

21 Hoofdstuk 3 Planvoornemen Inleiding Kloostercomplex Mariënhage bevindt zich op de oudste plek van Eindhoven. Historische kaarten tonen op deze plek een motte met een donjon, op een eiland naast de Dommel. Het monument Mariënhage is een belangrijk voor Eindhoven. Een monument dat een essentieel verhaal vertelt over de stad en dat het verdient om een plaats te houden in de moderne samenleving. Het monumentale kloostercomplex bestaat op dit moment uit een ensemble van gebouwen met verschillende leeftijden en verschillende architecten. Mariënhage transformeert volgens de plannen in een hotel met een hieraan gelieerd centrum voor congressen en ceremonies, voor ontmoeting en verbinding. Het gebied wordt ontwikkeld vanuit en met behoud van het thema 'met hart en ziel'. Het nieuwe Mariënhage zal hierbij vergroenen en een nieuwe schakel vormen in het stedelijk weefsel van Eindhoven. In onderstaande is een integrale beschrijving van het planvoornemen uiteengezet, waarbij moet worden opgemerkt dat het wijzigingsplan enkel betrekking heeft op het bestemmen van horeca. Bouwkundige aanpassingen en aanpassingen in de terrein inrichting zijn mogelijk op basis van de geldende bestemming al dan niet in combinatie met een vergunning. Voor het bouwen buiten het bouwvlak wordt gebruik gemaakt van een afwijking op basis van bijlage II van het besluit omgevingsrecht. De nieuwe bestemming Het complex Mariënhage zal gerestaureerd worden en een nieuwe bestemming krijgen die een hotel met hieraan gelieerde ruimten voor congressen en ceremonies mogelijk maakt. Het Augustinianum verandert hierbij van een school en internaat naar hotelfunctie met conferentieruimten en restauratieve voorzieningen op de begane grond. De Paterskerk wordt voorts als ceremoniehuis ingezet. De Studentenkapel zal een klein ceremoniehuis op de verdieping kennen en op de begane grond een brasserie. 19

22 Afbeelding: functionele invulling (bron: Verbinden, Delamondo in wording) Het belangrijke culturele erfgoed zal hiermee duurzaam behouden blijven en het hele gebied krijgt een multifunctioneel, toegankelijk en groen karakter in open verbinding met de stad. Mariënhage zal met de transformatie voorzien in de behoefte aan nieuwe, eigengereide en herkenbare initiatieven in de hotelsector, de vrijetijdseconomie, de 'cross-over' tussen bedrijven en maatschappelijke sectoren. Het hotel zal vanuit haar bijzondere concept, een combinatie tussen een destinatiehotel en een origine / themahotel, voorzien in een specifieke vraag. Gasten zullen speciaal naar het hotel komen vanwege de ervaring die de locatie biedt alsmede het origine c.q. thematische karakter van het monumentale ensemble. Door de aanwezige faciliteiten (zoals de inzet van de Paterskerk als ceremoniehuis) en het unieke karakter van de gebouwen zal het hotel als destinatiehotel dienen. Immers, gasten komen expliciet voor een ceremonie in het kloostercomplex om belangrijke gebeurtenissen in het leven in een geschikte sfeer en ruimte te vieren of wensen een specifiek kloosterhotel om te overnachten. Het kloostercomplex geeft bijzonder cachet aan de ontwikkeling van het hotel. Het maakt het hotel uniek in de regio. De combinatie met unieke hotelondersteunende voorzieningen zoals het ceremoniehuis maakt het geheel des te bijzonderder. De stedenbouwkundige inpassing De herontwikkeling van Mariënhage brengt een gebiedsontwikkeling tot stand die een opwaardering betekent voor deze plek en die zal leiden tot een verbetering van de opbouw en aantrekkingskracht van de stad. 20

23 Mariënhage heeft in landschappelijk en stedenbouwkundig opzicht een bijzondere ligging op de kruising van twee belangrijke structuren: De strategische ligging aan de Dommel is in de huidige tijd nog steeds betekenisvol. De Dommelzone is immers een belangrijke landschappelijke structuur met ecologische en recreatieve functies die verschillende parken en tuinen aaneenrijgt. Daarnaast kent het bebouwingscomplex met zijn buitenruimten een centrale ligging aan de oost-west verbinding in de stedelijke structuur van Eindhoven. De verbinding tussen het centrum richting het oosten, naar het kanaal en verder krijgt in Eindhoven een steeds grotere betekenis. Het complex vormt straks een van de belangrijke functies aan deze route. Deze ligging, op het snijpunt van twee routes, in het centrum van de stad, maakt van het nieuwe Mariënhage een ruimtelijk en functioneel schakelpunt in de structuur en het weefsel van de stad. De bebouwing De bestaande monumentale bebouwing is van enorme waarde voor de ontwikkeling van de nieuwe bestemming. De uitstraling van het complex is heel goed te combineren met en in te passen in de gebruikseisen en gewenste exclusieve uitstraling, die horen bij de nieuwe bestemming. De aanwezige en nieuwe ruimtelijke kwaliteiten van de gebouwen zullen een waardevolle bron van inspiratie vormen, nu voor de bezoekers. Essentieel in het plan is de keuze om de verschillende gebouwen in het complex vanuit functioneel oogpunt als één geheel te beschouwen, maar de verschillende gebouwen wel herkenbaar te houden. Dit impliceert ook een heldere ruimtelijk opgave. De basisuitgangspunten die daarna gaandeweg het structuurontwerp zijn gaan bepalen zijn: Optimaal inspelen op de bestaande kwaliteiten, de opbouw en betekenis van de gebouwen de wens om een open, uitnodigende en laagdrempelige voorziening in de stad te realiseren de multifunctionaliteit en de flexibele inzet van de hoofdruimten, van de tussenruimten en de entreepunten Het programma van Mariënhage wordt ingezet om van het bestaande complex, dat nu nog bestaat uit vier onafhankelijke en gescheiden bouwdelen, een eenheid te maken die aansluit op verbindingen en routes in de omgeving. Het complex krijgt een logische interne organisatie en haakt stevig aan op de omringende openbare routes van de stad. Het complex kent straks vele entrees vanuit het openbaar gebied, waardoor het complex op vele wijzen te gebruiken is en veel meer dan in de huidige situatie een uitstraling naar alle kanten zal krijgen. De bestaande en te restaureren gebouwen worden straks met elkaar verbonden door een nieuw volume, de Knoop. Dit grotendeels glazen bouwvolume voegt zich tussen de bestaande gebouwen en markeert de entrees. In een doorlopende vloeiende ruimte verbindt en ontsluit de Knoop alle functies en gebouwdelen van het complex. Tegelijkertijd functioneert de Knoop als lobby, foyer, salon en serre en is de nieuwbouw deels inzetbaar als extra ruimte voor bijeenkomsten of vieringen. De nieuwe delen van het gebouw krijgen een moderne maar terughoudende signatuur, maar zullen nergens de historische kwaliteiten domineren of ontkennen. De historie van de gebouwen blijft overal zichtbaar en aanraakbaar. Een belangrijk onderdeel van de Knoop betreft de realisatie van de noordvleugel naast de kerk. Een serreachtige ruimte aan de noordzijde van de kerk die doorloopt in de ruimte tussen de kerk en het oude Augustinianum, en deze gebouwen zo aaneen schakelt. De ruimte is open en licht en biedt uitzicht op de westelijke binnentuin van het klooster en de tussentuin. 21

24 De nieuwe vleugel naast de kerk biedt veel gebruikswaarde als foyer en als ontvangstruimte voor het ceremoniehuis. De doorbraak door de noordwand van de kerk is van grote betekenis voor de omschakeling naar de nieuwe functie en sfeer van de kerk. Door een doorgang te realiseren aan de noordzijde van de kerk kan een open relatie worden bereikt tussen het interieur van de kerk en de nieuwe foyer. De huidige hoofdentree van de kerk blijft bestaan voor bezoekers en voor bevoorrading, maar de nieuwe entree van het complex, ten noorden naast het front van de kerk betekent een nieuwe benadering van en toetreding tot de kerkruimte en daarmee de gewenste omschakeling naar een nieuwe beleving van in principe dezelfde ruimte. De Paterskerk transformeert naar Ceremoniehuis. Bovendien zal de serre een open verbinding krijgen met de begane grond verdieping van het oude Augustinianum waardoor een levendig samenspel van ruimten en sferen kan ontstaan. Aan de kant van de Kanaalstraat biedt de Knoop een nieuwe entree en gaat ze over in een buitenterrein met openbaar karakter. Door de entree aan de Kanaalstraat en de doorgang naar de binnentuin in een open zichtrelatie te brengen biedt het complex straks een aangename en directe verbinding tussen de stad en de Dommel. Deze verbinding accentueert het uitnodigende toegankelijke karakter van de nieuwe functie van het complex en haalt het gebied eromheen uit het huidige isolement. Vides Bijzondere verhelderende ingrepen zijn de beide grote vides in de oksels van het gebouw. Samen met het imposante trappenhuis van de studentenkapel en de aanwezige trappenhuizen in het Augustinianum zorgen de nieuwe vides voor een heldere geleding van het complex, een goede ruimtelijke wisselwerking tussen de begane grond en de hotelverdiepingen daarboven en een heldere positie van de sanitaire ruimten en de centrale lift. Kapel Het bestaande trappenhuis dat de schitterende ruimte van de studentenkapel verbindt met de voordeur en het restaurant op de begane grond vormt ook de schakel naar de toilettengroep. Het ontwerp voor het complex voorziet in twee volwaardige restaurants met keuken. Op de begane grond onder de kapel en in de serre naast het Augustinianum. Daarmee zijn de beide restaurants verbonden met het binnenplein, aan de westkant en aan de oostkant. De huidige studentenkapel is als ruimte zeer geschikt als ceremoniële ruimte. De ruimte zal worden gerestaureerd en worden voorzien van eigentijdse installaties, maar zal in principe niet veel wijzigen. De buitenruimten De oude en de nieuwe gebouwen presenteren zich aan drie zijdes aan de openbare ruimte: de Dommel, de Kanaalstraat en de stad. De buitenruimten rondom de bebouwing vormen het intermediair tussen de gebouw en het publieke domein. Hier komen functies samen, hier verenigen zich landschappelijke en stedelijke sferen. Zo verankert de nieuwe stedelijke voorziening in de structuur van de stad. De buitenruimten bestaan uit verschillende plekken die een samenhangend ruimtelijk geheel vormen. Niet alle buitenruimten maken overigens onderdeel uit van de bestemming 'Gemengd 22

25 - 3' waarop onderhavig wijzigingsplan ziet en vallen derhalve deels buiten het bestek van dit wijzigingsplan. Daarnaast is sprake van een gefaseerde herontwikkeling van het buitenterrein. Het geheel aan buitenruimten wordt gevormd door: de Dommeltuin, het binnenplein, het Dommelpad met de kapel, de Kanaalstraat en de tussentuin. Hun toegankelijkheid maakt het getransformeerde Mariënhage tot een nieuwe schakel in Eindhoven. De tuin aan de Dommel is op dit moment gescheiden van de Dommel en het doorgaande pad langs de Dommel. Op afzienbare termijn wordt voorzien in een visuele en functionele uitwisseling. De tuin wordt via nieuwe entrees toegankelijk voor publiek. Een entree zal worden gevormd door een nieuwe langzaamverkeersbrug over de Dommel, waarvoor op dit moment een haalbaarheidsstudie loopt en waarvoor de gemeente Eindhoven budget heeft vrijgemaakt. De parkeerplaatsen in de tuin verstoren de rust in stilte in de tuin niet, omdat ze aan de randen zijn gepositioneerd en worden gecamoufleerd door bomen en struiken. Het binnenplein van het Augustinianum is bereikbaar vanuit de Dommeltuin en het Dommelpad. Het plein krijgt een sobere inrichting en functioneert straks als onderdeel van de nieuwe bestemmingen in het complex. Het plein biedt ruimte aan terrassen van zowel het restaurant onder de kapel als de horecavoorziening in de serre. Het plein is ruim genoeg voor bijeenkomsten in de buitenlucht. Het plein is net als de Dommeltuin overdag toegankelijk. Via de knoop in het complex kunnen bezoekers maar ook passanten het gebied doorsteken richting de stad. Aan de stadskant ligt naast het plein voor de kerk 'de tussentuin'. Vanaf het plein voor de kerk loopt een hellingbaan naar de glazen foyer in de Knoop. De hellingbaan strekt zich uit langs de tussentuin. De semi-openbare en toegankelijke tussentuin wordt een aantrekkelijke ruimtelijke schakel tussen het gebruik van de foyer, het openbare domein van het stadscentrum en de iets hoger gelegen begraafplaats en de stenen muur die blijven zoals ze zijn. 23

26 24

27 Hoofdstuk 4 beleidskader 4.1 Uitgangspunten, randvoorwaarden en Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ruimtelijke beleidskaders op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau. Verantwoord wordt dat de voorgenomen ontwikkeling past in het (toekomstig) ruimtelijk beleid. Er wordt geen complete samenvatting gegeven van alle beleidsaspecten. Uitsluitend de relevante beleidskaders voor het plangebied zijn in dit hoofdstuk weergegeven en verantwoord. 4.2 Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte In de definitieve Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) schetst het Rijk ambities van het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid voor Nederland in Het Rijk zet twee zaken helder neer: een kader voor prioritering van investeringen om Nederland in beweging te krijgen en een selectief ruimtelijk beleid dat meer loslaat en overlaat aan provincies en gemeenten. Het is de uitdaging om Nederland in de wereldeconomie van de toekomst concurrerend te houden. Dat betekent dat onze stedelijke regio's en netwerken versterkt moeten worden door de kwaliteit voor de leefomgeving te verbeteren, hoogwaardige en klimaatbestendige woon- en werkmilieus te realiseren, de bereikbaarheid te verbeteren en de mobiliteit te verduurzamen, maatregelen te treffen ten behoeve van waterveiligheid, zoetwatervoorziening en ruimte te maken voor de noodzakelijke transitie naar duurzame energie. Het Rijk onderscheidt 13 nationale belangen in de SVIR. Daarnaast kiest ze nadrukkelijk voor een vereenvoudiging van de regelgeving en brengt de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij degenen die het aangaat: burgers en bedrijven. Zo beëindigt het Rijk zijn rol bij nationale landschappen, rijksbufferzones, binnenstedelijk bouwen, landsbrede verstedelijkingsafspraken, sport- en recreatievoorzieningen. Het Rijk vindt de stedelijke regio's rond de Mainports (Rotterdam en Amsterdam), de Brainport, greenports en de valleys van nationaal belang (nationaal belang 1). De gebiedsontwikkeling Brainport Avenue is van nationaal belang. In de SVIR wordt Brainport Zuid-Oost Nederland beschouwd als de belangrijkste toptechnologieregio van ons land. Het centrum van deze Brainport is gelegen in Eindhoven met o.a. High-tech systemen, medische technologie en automotive als belangrijkste thema's. Daarnaast zijn Chemelot in Sittard-Geleen als belangrijk chemie-cluster, het medische cluster in Maastricht en de greenport Venlo als cluster van agro-food, tuinbouw en logistiek belangrijk. In de regio Eindhoven moeten vanwege de groei van het aantal huishoudens in de periode tot 2040 nog circa woningen worden bijgebouwd en ook een kleine woningen worden vervangen die niet meer voldoen aan de woonwensen. Het vestigingsklimaat voor (buitenlandse) bedrijven en kenniswerkers behoeft versterking met hoogwaardige woonmilieu's, stedelijke voorzieningen, voldoende aanbod van cultuur en sport en grensoverschrijdende verbindingen. Ook de diversiteit aan toegankelijke groengebieden rond de steden en een robuust netwerk voor natuur vormen voor deze regio een belangrijke vestigingsfactor. Realisatie Uitgangspunt bij het realiseren van de doelstellingen is een integrale, regionaal-specifieke 25

28 aanpak, waarmee investeringen en ander rijksinstrumentarium zo effectief en efficiënt mogelijk ingezet kunnen worden. Dat vraagt om een gedegen afweging van alle relevante belangen en goede afstemming en samenwerking tussen regio en Rijk. Over de rijksopgaven zullen op basis van de MIRT-gebiedsagenda's afspraken worden gemaakt. De SVIR kent een realisatieparagraaf, waarin per nationaal belang de aanpak is uitgewerkt op basis van lopende en voorziene projecten. Het Rijk heeft voor de realisatie van de nationale belangen de beschikking over de volgende vier instrumenten: Kaders (gebiedsgerichte of thematische uitwerkingen van de SVIR, relevante wetgeving); Bestuurlijke prestatieafspraken (bijvoorbeeld afspraken met provincies en gemeenten, internationale afspraken met overheden in buurlanden); Financieel (bijvoorbeeld Infrastructuurfonds, Deltafonds); Kennis (bijvoorbeeld inzetten van het College van Rijksadviseurs bij ruimtelijke ontwikkelingen, verspreiden van best practices ). Voor het juridisch borgen van de nationale belangen uit de SVIR heeft het Rijk, op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), twee besluiten waarmee dat mogelijk is. Deze twee besluiten zijn verschillend van aard (beleidsmatig versus procesmatig). Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Dit geeft de juridische kaders die nodig zijn om het geldende ruimtelijk rijksbeleid te borgen. Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het Bro stelt vanuit de rijksverantwoordelijkheid voor een goed systeem van ruimtelijke ordening juridische kaders aan de processen van ruimtelijke belangenafweging en besluitvorming bij de verschillende overheden. De ladder voor duurzame verstedelijking en de proceseisen voor goed ontwerp en aandacht voor de waterhuishouding (watertoets), het milieu en het cultureel erfgoed zijn allen geborgd in het Bro Ladder voor duurzame verstedelijking Nationaal belang 13 vraagt om een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten. Dit moet met behulp van de ladder voor duurzame verstedelijking worden onderbouwd. Bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen (bijvoorbeeld kantoorlocaties, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen) moet in het bestemmingsplan worden gemotiveerd hoe een zorgvuldige afweging is gemaakt van het ruimtegebruik. De ladder voor duurzame verstedelijking werkt volgens drie stappen: 1. beoordeling door betrokken overheden of beoogde ontwikkeling voorziet in een regionale en gemeentelijke behoefte voor bedrijventerreinen, kantoren, woningbouwlocaties, detailhandel en andere stedelijke voorzieningen; 2. indien er een vraag is aangetoond, beoordeling door betrokken overheden of deze binnen bestaand stedelijk gebied kan worden gerealiseerd door locaties voor herstructurering of transformatie te benutten; 3. indien herstructurering of transformatie binnen bestaand stedelijk gebied onvoldoende mogelijkheden biedt, beoordelen betrokken overheden of de ontwikkeling zo kan worden gerealiseerd dat deze passend multimodaal ontsloten is of als zodanig wordt ontwikkeld. Ten behoeve van de onderbouwing van de 'Ladder voor duurzame verstedelijking' is door Bureau Stedelijke Planning in lijn met het bepaalde in artikel lid 2 van het Besluit Ruimtelijke ordening (Bro) de onderzoeksrapportage 'Behoefteraming Kloosterhotel Mariënhage Eindhoven' uitgebracht. Betreffende rapportage is als Bijlage 1 bijgevoegd bij deze toelichting. Voor een volledige inhoud wordt hiernaar verwezen. Uit de conclusies van het rapport blijkt het navolgende. "In de deze is vooral de eerste trede van de ladder van belang: is er een actuele regionale behoefte aan de voorgenomen nieuwe stedelijke ontwikkeling? De centrale onderzoeksvraag van deze rapportage luidt dan ook: Wat is de actuele regionale behoefte aan een hotel met 68 kamers met hotelondersteunende 26

29 faciliteiten in het kloostercomplex Mariënhage in Eindhoven? Tevens is het initiatief getoetst aan de bestendige beleidslijn van de gemeente Eindhoven om hotels te concentreren op een drietal (vervoers)knooppunten en alleen nog bijzondere concepten toe te laten. Uitk omsten in een notendop Het initiatief past binnen de gestelde beleidskaders van zowel de provincie Noord-Brabant als de gemeente Eindhoven. De provincie streeft naar het hergebruik van historische monumentale panden in Noord-Brabant. De herontwikkeling van Mariënhage draagt hier toe bij. De gemeente staat alleen hotels toe op een van drie (vervoers)knooppunten, mits ze aantoonbaar onderscheidend zijn en een aanvullende vraag kunnen genereren. Kloosterhotel Mariënhage voldoet hier aan. Er is tot 2027 een behoefte aan 590 tot 755 nieuwe hotelkamers in de regio tot 20 autominuten. De harde plancapaciteit in het onderzoeksgebied bedraagt 593 kamers. Daarmee is de onderkant van de bandbreedte van de extra vraag tot 2027 bereikt. De ontwikkeling van kloosterhotel Mariënhage met maximaal 68 kamers past nog binnen de becijferde bandbreedte. Echter als ook de zachte doorgang vinden, dan wordt het maximum aan extra vraag (755 nieuwe hotelkamers tot 2027) met 125 overschreden. Dit noodzaak de gemeente én regio Eindhoven tot een terughoudend hotelbeleid. De gemeente Eindhoven heeft hier al op geanticipeerd in haar beleidslijn door het 'nee, tenzij'-principe te hanteren. Het kloosterhotel in Eindhoven komt tegemoet aan de behoefte van de hedendaagse (en toekomstige) hotelgast, vanwege de bijzondere locatie (cultuurhistorisch erfgoed, centrumstedelijk), het verrassende concept (behoud karakter kloostercomplex, toegankelijker, duurzaam) en de aanwezige faciliteiten zoals het ceremoniehuis. Het kloosterhotel spreekt zowel de zakelijke als toeristische gast aan. Kloosterhotel Mariënhage voorziet in een actuele regionale behoefte, zowel kwantitatief als kwalitatief, en kan daarmee de toets aan de Ladder voor duurzame verstedelijking doorstaan. Het kloostercomplex krijgt een nieuw leven met behoud van het cultuurhistorisch erfgoed. De initiatiefnemer heeft een totaalconcept voor ogen waar een ceremoniehuis, een brasserie/bar en congres- en vergaderzalen onderdeel van uitmaken. Deze functies zijn afzonderlijk, maar bovenal in combinatie van grote toegevoegde waarde voor de hotelgasten (zakelijk en toeristisch), als ook voor de stad. Het hotel in combinatie met deze faciliteiten genereert een geheel eigen vraag. Van concurrentie met de bestaande aanbieders in de Eindhovense binnenstad is dan ook maar beperkt sprake. Met de herontwikkeling verkrijgt het Mariënhage complex een permanente invulling. Eventuele leegstand wordt voorkomen. Van aantasting van het woon- en leefklimaat en ondernemersklimaat in de Eindhovense binnenstad is geen sprake, deze wordt daarentegen juist aanzienlijk verbetert. De nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking: De Ladder voor Duurzame Verstedelijking (de Ladder) is een actueel en relevant thema in de ruimtelijke ordening. Sinds de opname van de Ladder in het Besluit ruimtelijke ordening op 1 oktober 2012 wordt dit instrument nu op grote schaal toegepast. De toepassing van de Ladder heeft tot veel onduidelijkheid geleid bij overheden, juristen en planologen. Voor de Minister van Infrastructuur en Milieu was dit aanleiding om een wijziging van de betreffende wetsartikelen op te stellen. Het ontwerp van deze wijziging is op 23 juni 2016 naar de Tweede Kamer gestuurd. Per 1 juli 2017 zal de gewijzigde ladder in werking treden. In essentie verandert er aan de geest van de ladder niet veel. De tredes vervallen in deze nieuwe ladder, maar de toelichting van een bestemmingsplan die voorziet in een nieuwe stedelijke ontwikkeling, bevat ook in de nieuwe situatie een beschrijving van de behoefte aan de voorgenomen stedelijke ontwikkeling. 27

30 Indien blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied kan worden voorzien, bevat de toelichting een motivering daarvan en een beschrijving van de mogelijkheid om in die behoefte te voorzien op de gekozen locatie buiten het bestaand stedelijk gebied. De nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking leidt derhalve niet tot andere conclusies dan op basis van onderhavig ladderonderzoek voor deze ontwikkeling zijn getrokken Besluit algemene regels ruimtelijke ordening Naast de SVIR is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), ook wel AMvB Ruimte genoemd, van toepassing. Het besluit bevat regels ter borging van een aantal nationale belangen. Het gaat onder meer over rijksbelangen zoals rijksvaarwegen, zones buisleidingen, zones van hoogspanningsleidingen en militaire objecten. Voor Eindhoven is de 380 Kv hoogspanningsleiding van belang. Deze is gelegen in Eindhoven Noord en (deels) Oost. Verder is in het Barro opgenomen dat de provinciale begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) direct doorwerkt naar het bestemmingsplan. De gebieden die de EHS vormen worden bij provinciale verordening aangewezen (zie ook paragraaf 4.3.2). Daarmee is de EHS een provinciaal belang geworden. Tot slot worden de belangen van luchthaven Eindhoven via het Barro geborgd. Behoudens de EHS kennen bovenaangehaalde belangen geen doorwerking naar dit wijzigingsplan, waarbij moet worden opgemerkt dat het wijzigingsplan geen wijziging kan aanbrengen in het beschermend kader. 4.3 Provinciaal beleid Structuurvisie Op 19 maart 2014 is de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening 2014 in werking getreden. Deze structuurvisie is een actualisatie van de visie die in 2010 werd vastgesteld. De structuurvisie bestaat uit twee delen (A en B) en een uitwerking. Deel A Deel A bevat de hoofdlijnen van het beleid. Hierin heeft de provincie haar belangen gedefinieerd en ruimtelijke keuzes gemaakt. De ruimtelijke visie van de provincie bestaat op hoofdlijnen uit een robuust en veerkrachtig natuur- en watersysteem, met aandacht voor bescherming tegen hoogwater, droogte en biodiversiteit. Een multifunctioneel landelijk gebied, waar de functies landbouw, recreatie en natuur in relatie tot elkaar ruimte krijgen en een gevarieerd en aantrekkelijk stedelijk gebied met sterke steden, groene geledingszones en uitloopgebieden (intensieve recreatie, stadslandbouw). Aandacht wordt gevraagd voor sterke regionale economische clusters, (inter)nationale bereikbaarheid en knooppuntontwikkeling (zowel in de centra als aan de randen van de steden). De provincie realiseert haar doelen door regionaal samen te werken, te ontwikkelen, te beschermen en te stimuleren. 28

31 Deel B De ruimtelijke belangen en keuzes zijn in vier ruimtelijke structuren geordend. Deze vier ruimtelijke structuren worden in deel B beschreven en zijn: 1. de groenblauwe structuur De groenblauwe structuur bestaat uit bestaande natuur, watersystemen en nieuwe natuur in hiervoor kansrijke gebieden. Het behoud en de ontwikkeling van natuurwaarden is hier belangrijk. Daarnaast biedt de groenblauwe structuur ruimte aan een natuurlijk en robuust watersysteem. Dit is nodig voor een goed waterbeheer en biedt mogelijkheden om in te spelen op de effecten van klimaatverandering. 2. het landelijk gebied Het landelijk gebied ligt buiten de groenblauwe structuur en de stedelijke structuur. Het landelijk gebied biedt een multifunctionele gebruiksruimte voor land- en tuinbouw, natuur, water, recreatie, toerisme en kleinschalige stedelijke functies. Land- en tuinbouw zijn de grootste ruimtegebruikers. De provincie streeft hier naar een multifunctionele gebruiksruimte, met behoud van agrarische productieruimte in die delen van het landelijk gebied waar de landbouw leidend is voor nieuwe ontwikkelingen. 3. de stedelijke structuur De stedelijke structuur bestaat uit de steden en dorpen in Noord-Brabant. De provincie kiest hier voor twee perspectieven. Ten eerste stedelijke concentratiegebieden waar de groei van de verstedelijking wordt opgevangen. De provincie wil de verstedelijking op goed ontsloten plekken concentreren en de groene ruimte tussen steden openhouden. Ten tweede dienen kernen in het landelijk gebied zoveel mogelijk te worden ontzien van verdere verstedelijking. Alleen de eigen verstedelijkingsbehoefte wordt daar opgevangen. 4. de infrastructuur Het infrastructuurnetwerk bestaat uit een fijnmazig en samenhangend netwerk van wegen, spoorlijnen, vaarwegen, luchthavens en buisleidingen. De Brabantse infrastructuur maakt deel 29

32 uit van het internationale netwerk van infrastructuur in noordwest Europa. De provincie kiest hier voor een goede bereikbaarheid van BrabantStad en de economische clusters van Noord-Brabant. Voor het personenvervoer zijn het hoofdwegennet en het OV-netwerk BrabantStad de dragers. Het goederenvervoer wordt zoveel mogelijk via de te ontwikkelen Goederenruit (spoor en waterwegen) geleid. Zo wordt ruimte gemaakt voor het versterken van de (inter)nationale ontsluiting (weg, water, spoor en lucht) van de Brabantse steden. Uitwerking structuurvisie De provincie heeft geen aparte ruimtelijke visie op het landschap ontwikkeld, maar geeft haar visie op het landschap vorm in de zogenaamde 'gebiedspaspoorten'. Daarin beschrijft de provincie welke landschapskenmerken zij op regionaal niveau van belang vindt en hoe deze kunnen worden versterkt. Er zijn ook deelstructuurvisies opgesteld voor specifieke onderwerpen. Zo is voor het gebied ten oosten van Eindhoven de deelstructuurvisie Brainport Oost opgesteld. Deze bevat keuzes voor wonen, werken en bereikbaarheid ten oosten van Eindhoven. Eindhoven vormt samen met de provincie en met de steden Breda, Helmond, 's-hertogenbosch en Tilburg het stedelijk netwerk BrabantStad. Dit samenwerkingsverband vervult een voortrekkersrol bij de ruimtelijke en economische ontwikkeling van Noord-Brabant. Sterke steden zijn een voorwaarde voor de toekomst van Noord-Brabant. Vooral in deze steden is de dynamiek van Noord-Brabant goed zichtbaar. De provincie ziet deze steden als het brandpunt van de verstedelijking. Hier wordt geïnvesteerd in de binnensteden (stationsgebieden, kanaal- en snelwegzones) en worden hoogstedelijke functies, zoals bovenregionale voorzieningen, geconcentreerd. Daardoor wordt de centrale positie van de steden versterkt en het draagvlak voor hoogwaardig openbaar vervoer en stedelijke- en culturele voorzieningen op peil gehouden. Dat draagt bij een hoogwaardig leef- en vestigingsklimaat in Noord-Brabant Verordening Ruimte Provinciale Staten van Noord-Brabant heeft op 7 februari 2014 de 'Verordening Ruimte 2014' vastgesteld. Op 10 juli 2015 en 18 november 2016 is deze opnieuw en gewijzigd vastgesteld. In de Verordening Ruimte staan regels waarmee een gemeente rekening moet houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen. Door deze regels weten gemeenten al in een vroeg stadium waar ze aan toe zijn. De provincie stelt algemene regels die voor heel Brabant gelden, maar verdeelt het grondgebied ook in vier structuren waarvoor apart beleid geldt. Algemene regels In de verordening zijn algemene regels opgenomen die altijd en voor heel Brabant gelden. Deze regels hebben betrekking op zorgvuldig ruimtegebruik en op het bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit van Brabant. In het algemeen houdt dit in dat gebruikers van een gebied rekening houden met het karakter, de grootte en de functie ervan. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen belevingswaarde, toekomstwaarde en gebruikswaarde. Het doel van zorgvuldig ruimtegebruik is om bestaand bebouwd gebied zo goed mogelijk te benutten. Pas als dat niet kan, wordt gezocht naar de beste plek in het buitengebied om nieuwe ruimte te gebruiken. Daarnaast wil de provincie verouderde locaties in stedelijk gebied opnieuw invullen en ongewenste functies in het buitengebied saneren. Structuren (hoofdkaart) Verder onderscheidt de verordening de volgende vier structuren: stedelijke structuur ecologische hoofdstructuur groenblauwe mantel 30

33 gemengd landelijk gebied Deze structuren zijn gekoppeld aan de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en zijn Brabant dekkend. Elk ruimtelijk oppervlak van Brabant valt onder één van deze structuren. Per structuur is uitgewerkt welke functies ontwikkeld kunnen worden en onder welke voorwaarden. De vier structuren staan op de hoofdkaart van de verordening. Themakaarten Naast de hoofdkaart zijn er vijf themakaarten opgenomen in de Verordening Ruimte. Voor onderhavig plangebied is met name de themakaart stedelijke ontwikkeling van belang. Daarnaast zijn de themakaarten natuur en landschap, water van belang voor de nabijgelegen rivier de Dommel. Deze laatste themakaarten worden in onderstaande niet nader beschreven. Themakaart stedelijke ontwikkeling Op deze themakaart staan het bestaand stedelijk gebied, zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling, integratie stad-land en de regionale bedrijventerreinen. Het plangebied is aangeduid als 'Bestaand stedelijk gebied'. Het provinciale beleid is er al decennia lang op gericht om stedelijke ontwikkeling in stedelijke concentratiegebieden te bundelen. Het doel daarvan is om voldoende draagvlak voor de steden als economische en culturele motor te creëren en om het dichtslibben van het landelijk gebied tegen te gaan. Op provinciale schaal betekent dit dat het merendeel van de woningbouw, de bedrijventerreinen, voorzieningen en bijbehorende infrastructuur moet plaatsvinden in of aansluitend op de stedelijke concentratiegebieden. Binnen het bestaand stedelijke gebied is de gemeente in het algemeen vrij om te voorzien in stedelijke ontwikkeling. Hieronder valt ook de herontwikkeling van Mariënhage. 31

34 4.4 Gemeentelijk beleid Interimstructuurvisie 2009 In december 2009 is de Interimstructuurvisie 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. Met de Interimstructuurvisie 2009 geeft de gemeenteraad invulling aan de ambitie om Eindhoven door te ontwikkelen in zijn kwalitatief hoogwaardige combinatie van wonen, werken en groen. De nadruk ligt daarbij ook op leefbaarheid en bereikbaarheid. Als kerngemeente van Brainport Zuidoost Brabant stuurt Eindhoven aan op het bieden van ruimte aan een krachtige ontwikkeling van deze economische kernzone, een hoge kwaliteit van de leefomgeving en aandacht voor sociale betrokkenheid en ondernemend burgerschap tot op buurtniveau. Op deze wijze geeft de raad invulling aan het begrip duurzame ruimtelijke kwaliteit. Het plangebied is gelegen buiten een transformatiegebied als bedoeld in de Interimstructuurvisie. Figuur: Ruimtelijke hoofdstructuur Interimstructuurvisie Eindhoven Gebruik van de ruimte De Interimstructuurvisie is het resultaat van de integratie van de ruimtelijk relevante raadsprogramma's die tot medio 2009 zijn vastgesteld. Dit is onder andere verbeeld in een kaart die inzicht biedt in de verdeling van het actuele en gewenste grondgebruik. 32

35 Figuur: Gebruik van de ruimte Interimstructuurvisie Eindhoven Onderhavig plangebied is op de kaart 'Gebruik van de ruimte' uit de Interimstructuurvisie aangeduid als centrumvoorzieningen. Hieronder vallen goed bereikbare concentraties van centrumstedelijke voorzieningen op het gebied van detailhandel, horeca, dienstverlening, cultuur, welzijn en zorg. De herontwikkeling van Mariënhage past binnen voornoemd beoogd gebruik van de ruimte. 4.5 Volkshuisvesting In het onderhavige plangebied zijn geen concrete nieuwe ontwikkelingen voorzien op het gebied van woningbouw. De beleidsbeschouwing inzake het regionaal en gemeentelijk beleid terzake is in dit verband in dit wijzigingsplan achterwege gelaten. 4.6 Archeologische en cultuurhistorische waarden Archeologie De gemeente Eindhoven heeft eigen archeologiebeleid, als uitwerking van het nationale en provinciale beleid. Dit beleid staat in het 'Beleidsplan archeologie Eindhoven en Helmond ', dat de raad in september 2008 heeft vastgesteld. De gemeente neemt de verantwoordelijkheid voor het bodemarchief zelf ter hand door te investeren in kerntaken en opbouw van expertise. De gemeente kent archeologische waarden daterend uit de prehistorie en de Romeinse tijd. Het gemeentelijk bodemarchief herbergt tevens fundamentele gegevens over de geschiedenis van stad en platteland gedurende en na de middeleeuwen. Deze gegevens zijn van groot belang voor de reconstructie van het verleden, temeer omdat archivalische bronnen in Eindhoven nagenoeg ontbreken. De archeologische gebieden binnen de gemeente Eindhoven staan aangegeven op de gemeentelijke archeologische waardenkaart, onderdeel van de gemeentelijke cultuurhistorische waardenkaart. Het beleid is om bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening te 33

36 houden met de archeologische waarden en verwachtingen in de ondergrond en daarbij uit te gaan van de gemeentelijke archeologische waardenkaart. De ondergrond van Mariënhage is aangewezen als gemeentelijk archeologisch monument, uitgezonderd de kloostertuin aan de Dommel die is aangemerkt als verwachtingsgebied met hoge archeologische waarde. Afbeelding: archeologische waarden Mariënhage (bron: kaders gebiedsontwikkeling 2012) In onderhavig wijzigingsplan is de dubbelbestemming voor archeologie uit het bestemmingsplan 'Binnenstad' met bijbehorend beschermend kader dienovereenkomstig overgenomen. Gelet op het karakter van het wijzigingsplan (toelaten van de functie horeca) vindt een verdere verantwoording van het aspect archeologie in verband met de toevoeging van bebouwing plaats in het spoor van de omgevingsvergunning Cultuurhistorie Op 18 maart 2008 is de cultuurhistorische waardenkaart van Eindhoven vastgesteld. De kaart dient als beleidskader om bij ruimtelijke ontwikkelingen in de stad rekening te kunnen houden met de cultuurhistorie van Eindhoven. De kaart geeft, naast rijks- en gemeentelijke monumenten een overzicht van de historische structuur van wegen en waterlopen, historisch waardevolle stedenbouwkundige en landschappelijke- en groenstructuren, beschermde stadsen dorpsgezichten en monumentale bomen. Bij de samenstelling van de kaart is onder andere gebruik gemaakt van de gegevens van de provinciale cultuurhistorische waardenkaart. 34

37 A fbeelding: uitsnede cultuurhistorische waardenkaart Eindhoven ter plaatse van Mariënhage (bron: Eindhoven.nl) In de directe omgeving van Mariënhag wordt de Ten hagestraat alsmede een begin van de Tramstraat als een historische wegenstructuur rond 1900 aangemerkt. Binnen het plangebied zijn geen gebieden of structuren gelegen die op de CHW kaart zijn aangegeven. Mariënhage betreft hierbij wel een rijksmonumentaal ensemble. Voor de cultuurhistorische waardering zijn in dit verband meerdere rapporten relevant. Voor de Paterskerk is allereerst de redengevende omschrijving uit het monumentenregister van monumentnummer: relevant. Voorts is voor de Paterskerk de waardenstelling en de erfgoedswot als verwoord in de rapportage 'De mantel der liefde' van steller 'Vanhellenberghubar.org' d.d. mei 2014 relevant. Verder is het in opdracht van de door BAAC bv (onderzoeks en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur en Cultuurhistorie) te s-hertogenbosch, uitgevoerde waardestellende bouwhistorisch onderzoek met betrekking tot het Augustinianum, Kanaalstraat 4, 6 en 8 te Eindhoven, relevant. Het betreft BAAC rapport B juni 2010 (tevens een rijksmonument). Gelet op het karakter van het wijzigingsplan (toelaten van de functie horeca) vindt een verdere verantwoording van het aspect cultuurhistorie in verband met de toevoeging van bebouwing plaats in het spoor van de omgevingsvergunning. 4.7 Verkeer en parkeren Visie 'Eindhoven op Weg' In de visie Eindhoven op Weg wordt gewerkt aan het realiseren van ruimtelijke- en duurzaamheidsdoelen én aan het oplossen en voorkomen van knelpunten die met mobiliteit samenhangen. Eindhoven op Weg zet in op: aantrekkelijk vestigingsklimaat voor Brainport: multimodale bereikbaarheid van de economische toplocaties draagt bij aan een uitstekend vestigingsklimaat; aantrekkelijk leefklimaat: het centrum, woon- en verblijfsgebieden zijn vrij van hinder en 35

38 overlast van het verkeer en de kwaliteit van de openbare ruimte en het groen is goed; gezond, schoon, groen en sociaal: de lucht is schoon en het geluid van een aangenaam niveau. Sociale cohesie is gegroeid door meer en aantrekkelijkere ruimtes voor ontmoeten en ontspannen en het gebruik van gedeelde voorzieningen in het vervoer; energieneutraal in 2040: energiebesparing in het verkeer en een transitie naar het gebruik van duurzame brandstoffen; veilig: een stad met zo min mogelijk verkeersslachtoffers; duurzame mobiliteit: een stad, met waar het kan meer lopen, fietsen en gebruik van het openbaar en waar het moet prioriteit voor de auto. Afbeelding: sleutelkaart duurzaam verbinden uit visie 'Eindhoven op weg' Uit oogpunt van mobiliteit wordt gewerkt volgens het principe 'slow motion fast forward'. Waar het kan krijgen de voetganger, de fietser en het openbaar vervoer het primaat. Waar het moet is er prioriteit voor de auto. Voor het ruimtelijk transformeren naar de veelzijdige stad geldt het principe 'plaats maken'. Daadwerkelijk ruimte maken voor duurzamer vervoer en verbetering van stedelijke kwaliteit met meer ruimte voor groen. In het centrum wordt meer plaats gemaakt voor het langzame verkeer, waarbij op de Binnenring meer ruimte komt voor voetgangers, doorgaande fietsroutes en HOV, gecombineerd met groen. Deze verkeerskundige principes gelden met name ook voor de multimodale ontsluiting en aansluiting van het complex Mariënhage op de binnenstad en voor de op termijn beoogde langzaamverkeersaansluiting op het NRE-complex. Op termijn is het de bedoeling om Mariënhage tevens met een langzaamverkeersbrug over de Dommel te verbinden met het NRE terrein. Thans is dit vanwege hierop betrekking hebbende haalbaarheidsstudies nog geen onderdeel van de planvorming. De gemeente Eindhoven heeft voor betreffende langzaamverkeersverbinding wel reeds budget vrijgemaakt. Daarnaast geldt dat het wijzigingsplan ziet op het toestaan van horeca als zelfstandige functie binnen de bestemming 'Gemengd - 3' uit het bestemmingsplan 'Binnenstad'. Een langzaamverkeersbrug over de Dommel zal altijd op grond van een andere belendende bestemming worden gerealiseerd en kan hierdoor geen onderdeel vormen van onderhavig wijzigingsplan. 36

39 Mariënhage ligt op een van de hoofdknooppunten van binnenstedelijke routes voor voetgangers, fietsers, openbaar vervoer en auto's en is daarmee van buitenaf optimaal bereikbaar met alle modaliteiten. Afbeelding: kaart 'Centrum en Binnenring / voetganger' uit deel B visie 'Eindhoven op weg' Autoverkeer, expeditieverkeer en calamiteitenverkeer Relevante wegen in directe omgeving: Het plangebied wordt direct omringd door de Kanaalstraat aan de zuidelijke zijde, de Tramstraat aan de westelijke zijde en de Augustijnendreef aan de noordelijke zijde. Aan westelijke zijde komt de Kanaalstraat via de Ten Hagestraat uit op de Vestdijk. Meer op afstand aan de oostelijke zijde van het plangebied en parallel aan de Dommel zijn gelegen de Nachtegaallaan en de Bleekstraat (éénrichtingsverkeer van noordelijke naar zuidelijke richting). Het verlengde van de Kanaalstraat aan oostelijke zijde van de Dommel wordt gevormd door de Kanaaldijk Zuid. De betreffende wegen zijn als volgt gecategoriseerd: De Kanaalstraat, Ten Hagestraat en de Tramstraat zijn 30km-wegen, gecategoriseerd als gebiedsontsluitingsweg voor de binnenstad en het Augustijnenkwartier. De Nachtegaallaan en de Bleekstraat zijn 30km-wegen, eveneens gecategoriseerd als gebiedsontsluitingsweg. De Kanaaldijk Zuid is een 50km-weg tot aan de Nachtegaallaan die de aansluiting met de oostelijke kant van de ring verzorgt voor autoverkeer dat de stad in- en uitrijdt. De Vestdijk is onderdeel van de binnenring en betreft een 50km-weg voor autoverkeer dat zich in de stad verplaatst. 37

40 Afbeelding: luchtfoto met de belangrijkste aanrijrichtingen voor autoverkeer richting Mariënhage rekening houdend met eenrichtingsverkeer van de Vestdijk en Nachtegaallaan (bron: google Maps, bewerking Pouderoyen Compagnons) Afwikkeling aankomend auto- en vracht- c.q. calamiteitenverkeer: De belangrijkste aanrijrichting voor autoverkeer richting Mariënhage wordt gevormd door de Kanaaldijk Zuid en de Kanaalstraat in het verlengde daarvan. Daarnaast zijn ook de aanrijrichtingen vanuit de Nachtegaallaan en vanuit de Vestdijk mogelijk. Vanuit de aanrijrichting Kanaaldijk Zuid en de Nachtegaallaan zijn voor expediteurs de laaden losplekken voor de bevoorrading van het hotel en het hieraan gelieerde restaurant en brasserie op het binnenterrein van Marienhage bereikbaar via de huidige ontsluiting, langs de Kapel over het dommelpad. Vanuit voornoemde aanrijrichting en vanuit de aanrijrichting Vestdijk is voorts de bevoorrading van het ceremoniehuis in de kerk door expediteurs mogelijk. Daarbij is rekening gehouden met de vereiste bochtstralen die op de relevante plekken gedimensioneerd worden voor expeditie- en/of calamiteitenverkeer. Laad- en losplekken worden per gebouw aangewezen en zijn realiseerbaar op grond van de geldende bestemming. Personenautoverkeer kan via de aanrijrichting Kanaaldijk Zuid en de Nachtegaallaan de beoogde 'kiss and ride'/laad en los-zone' aan de Kanaalstraat bereiken voor brengen en halen van bezoekers en leveren van post en goederen. Vanuit voornoemde aanrijrichting en vanuit de aanrijrichting Vestdijk zijn voorts het voorterrein van de kerk en de entree van het complex aan deze zijde bereikbaar alsmede de parkeerplaatsen die worden ontsloten via een bestaande ingang aan de Augustijnendreef aan de noordzijde van het plangebied. Alle hierop betrekking hebbende voorzieningen zijn overeenkomstig de geldende bestemming aanwezig ofwel mogelijk om aan te leggen. Het wijzigingsplan heeft hier geen betrekking op. Afwikkeling vertrekkend auto- en vracht- c.q. calamiteitenverkeer: De afwikkeling van afwaartse autoverkeerbewegingen van Mariënhage naar andere locaties in de stad en/of buiten de stad vindt hoofdzakelijk plaats via de Kanaalstraat en de Tramstraat richting de Ten Hagestraat en vervolgens verder via de Vestdijk. Belangrijke andere afwaartse bewegingen vinden plaats vanuit de Tramstraat via de Kanaalstraat naar de Kanaaldijk Zuid of Bleekstraat. 38

41 Afbeelding: luchtfoto met de belangrijkste afwaartse rijrichtingen van autoverkeer komend vanaf Mariënhage rekening houdend met eenrichtingsverkeer (bron: google Maps, bewerking Pouderoyen Compagnons) Fietsverkeer en ander langzaam verkeer De Kanaalstraat is onderdeel van het snelfietsroutenetwerk van Veldhoven naar Nuenen. De kruisende fietsroute over de Nachtegaallaan wordt aangemerkt als 'slowlane'. 39

42 Afbeelding: kaart 'Centrum en Binnenring / fietser' uit deel B visie 'Eindhoven op weg' Openbaar Vervoer Over de Kanaalstraat loopt een buslijn. Aan de Kanaaldijk Zuid en op de Vestdijk (HOV-lijn) zijn in de huidige situatie diverse bushaltes op korte loopafstand vanaf het plangebied gelegen. Afbeelding: kaart 'Centrum en binnenring / (H)OV reiziger' uit visie 'Eindhoven op weg' Centraal Station Binnen een kilometer afstand vanaf het complex ligt het Centraal Station en busstation Neckerspoel dat met verschillende vervoersmodaliteiten is te bereiken, waardoor met de bus of de trein nagenoeg heel Nederland bereikbaar is en andersom het complex bereikbaar is. Herontwerp Kanaalstraat Buiten de reikwijdte van dit wijzigingsplan om is de gemeente in relatie tot de herontwikkeling van het complex bezig met een herontwerp van het profiel van de Kanaalstraat binnen de kaders van de hiervoor geldende bestemmingen. Het blijft een 30km-gebiedsontsluitingsweg in twee richtingen. Met het herontwerp wordt er aan de zijde van het complex Mariënhage meer ruimte gemaakt voor de voetganger, fietser en voor groen. Dit ter verbetering van de bereikbaarheid van het complex voor voetgangers en fietser, ter verbetering van de verkeersveiligheid en van de beeldkwaliteit. Verbeterde bereikbaarheid en doorwaadbaarheid voor de voetganger Op grond van de mogelijkheden die de geldende bestemmingen bieden (en derhalve geen onderdeel van het wijzigingsplan), wordt het fijnmazige netwerk voor de voetganger vanaf de 40

43 Ten Hagestraat uitgebreid over de Binnenring heen, waardoor het langzaamverkeersnetwerk in de binnenstad wordt vergroot. De doorwaadbaarheid van de kloostertuinen, het complex en multimodale ontsluiting van Mariënhage wordt geregeld via het aanleggen van meerdere voetgangersroutes naar en over het complex en via doorsteken door en via een op termijn beoogde voetgangersbrug over de Dommel richting de Nachtegaallaan. Daarmee wordt op termijn de fysieke verbinding gemaakt met het NRE-terrein en wordt invulling gegeven aan de stedelijke ambitie van de verbrede binnenstad, waarbinnen districten ontstaan met ieder hun eigen sfeer. Mariënhage vormt hierin een plek als groene oase van rust en sereniteit. Park eernormen: De ruimte in de stad is beperkt en kostbaar. De gemeente moet dan ook de schaarse ruimte efficiënt gebruiken. Daarom worden bij een bouwplan eisen aan het aantal te realiseren parkeerplaatsen gesteld. Op grond van artikel 3.6, lid 1, van de Wet op de ruimtelijke ordening, is in het bestemmingsplan Binnenstad in artikel 11 voor het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid opgenomen om naast de geldende functies horeca toe te voegen aan de gebruiksmogelijkheden. De parkeernormen uit 2012 zoals opgenomen in bijlage 2 bij de regels van het bestemmingsplan Binnenstad zijn ook op dit Wijzigingsplan van toepassing. Op grond van artikel 32.2 van het bestemmingsplan Binnenstad is het mogelijk om af te wijken van de parkeereisen indien sprake is van bijzondere omstandigheden. Mariënhage is een Rijksmonument waarbij de ondergrond is aangewezen als gemeentelijk archeologisch monument, uitgezonderd de kloostertuin aan de Dommel die is aangemerkt als verwachtingsgebied met hoge archeologische waarde. De bedoeling is dat het complex verder zal vergroenen, zodat het monument in volle glorie wordt hersteld en aangenaam is om te verblijven. De bijbehorende gronden bieden voldoende mogelijkheden om het parkeren op te lossen, maar gelet op de monumentale en archeologische waarden die het complex vertegenwoordigen en de wens om te vergroenen, is sprake van bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen om af te wijken van de parkeernormen zoals opgenomen in het bestemmingsplan Binnenstad. Bovendien heeft de gemeente op 17 mei 2016 de Nota Parkeernormen 2016 vastgesteld, waarbij er meer mogelijkheden zijn om flexibel met de normen om te gaan en waarbij het noodzakelijk aantal te leggen parkeerplaatsen ook lager is dan op basis van de normen uit Flexibele parkeernormen maken ontwikkelingen mogelijk die goed zijn voor de stad. Ook is het wenselijk dat er niet meer parkeerplekken worden gerealiseerd in de stad dan nodig. Dan blijft er meer ruimte over voor bijvoorbeeld groen of recreatie. Tot slot wordt duurzame mobiliteit gestimuleerd, dus meer lopen, fietsen en openbaar vervoer-gebruik. Ontwikkelingen op locaties die goed bereikbaar zijn per openbaar vervoer, die goede voorzieningen hebben voor fietsers en bijvoorbeeld deelauto's aanbieden, hebben minder ruimte nodig voor parkeren. De dichtstbijzijnde parkeergarages bij Mariënhage liggen op een acceptabele loopafstand van 200m tot 500m (Heuvelgalerie en Stadhuisplein). In het kader van de omgevingsvergunning wordt een eventuele afwijking van de parkeernorm van 2012 getoetst. Als onderlegger hiervoor is het aspect parkeren voor deze ontwikkeling normatief beschouwd in relatie tot de geldende parkeernorm in bestaande situatie en nieuwe situatie ten gevolge van dit plan. In onderstaande is dit nader uiteengezet. Uit deze normatieve beschouwing blijkt dat wordt voldaan aan de geldende parkeernormen. Een afwijking van de parkeernormen op basis van bovenstaande is hiermee vooralsnog niet noodzakelijk. Niettemin kan een afwijking wel aan de orde zijn indien kwalitatieve aspecten verband houdend met de concrete inrichting van het terrein daartoe aanleiding geven. Deze concrete inrichting maakt nu evenwel geen onderdeel uit van dit wijzigingsplan, maar is mogelijk op basis van de geldende bestemmingen zoals in onderstaande beschreven. 41

44 Park eren bestaande situatie normatief Vanaf 2007 kan uitgegaan worden van de volgende functies (en bijbehorende normen) welke aldus kan worden bestempeld als bestaande situatie Opp omschrijving Min. parkeernorm p-behoefte 200m2 BVO Museum 0,3 pp/100m2 BVO 0,6 250m2 BVO Bibliotheek 0,3 pp/100m2 BVO 0, m2 BVO Werkateliers (ca 30 ruimtes a 50 m2) 0,7 pp/100m2 BVO 10,5 380 m2 BVO dansschool 1,0 pp/100m2 BVO 3,8 375 m2 BVO Soc. Cult gebouw / religieuze studentenvereniging 2,0 pp/100m2 BVO 7,5 650 zitpl Kerk 0,1 pp/ zitpl app. Verpleeg-/verzorgingstehuis 0,4 pp/eenheid 9,2 Totaal (afgerond naar boven) 98 pp De hiervoor benodigde ruimte voor parkeren is beschikbaar op eigen terrein. Op basis van bovenstaande parkeerbehoefte voor de bestaande situatie is sprake van een toedeling van 35 parkeerplaatsen aan het voorterrein van de kerk, 6 parkeerplaatsen aan de voorzijde van het klooster en 57 parkeerplaatsen toegedeeld aan de terreindelen aan de oostelijke zijde van de bebouwing van het huidige augustinianum en klooster. Park eernormen DELAmondo - nieuwe situatie normatief Opp/aantal omschrijving Min. parkeernorm p-behoefte 2285 m2 BVO Soc. Cult. Gebouw / ontmoetingsruimten 2,0 pp/100m2 BVO 45,7 68 kamers Hotel 0,5 pp / kamer m2 BVO Restaurant 4,0 pp/100m2 BVO app. Verpleeg-/verzorgingstehuis 0,4 pp/eenheid 9,2 Totaal (afgerond naar boven) 104 pp Totaal na aftrek van vanw ege dubbelgebruik 94 pp Voor de beoogde ontwikkeling is de benodigde ruimte voor parkeren beschikbaar op eigen terrein. De bovenstaande parkeerbehoefte is op grond van de parkeernorm 2012 mede gebaseerd op dubbelgebruik. Dubbelgebruik is mogelijk doordat niet alle functies gelijktijdig een parkeerbehoefte genereren. Op basis hiervan is voor de nieuwe situatie sprake van een parkeerbehoefte van 94 parkeerplaatsen. Op basis van deze parkeerbehoefte is sprake van een toedeling van 35 parkeerplaatsen aan het voorterrein van de kerk, 25 parkeerplaatsen aan de voorzijde van het klooster (zoals hieronder beschreven) en 34 parkeerplaatsen aan de oostelijke zijde van de bebouwing van het huidige augustinianum en klooster. Hiermee wordt voldaan aan de geldende parkeernormen. Van belang om op te merken is dat vanwege de herinrichting van de omsloten binnenplaats van het augustinianum een deel van het parkeren zich zal verplaatsen naar andere terreindelen. In dit verband wordt voorzien in de realisatie van extra parkeerplaatsen op het voorterrein van het klooster binnen de geldende bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'. Deze 25 parkeerplaatsen zullen een overlap kennen met de bestaande 6 parkeerplaatsen. Voorts 42

45 wordt voorzien in extra parkeerplaatsen aan de oostelijke zijde van het klooster, ter plaatse van de bestaande verhardingen. De aanpassingen in de terreininrichting om de herverdeling van de parkeerbehoefte op het terrein van Mariënhage te faciliteren zijn overigens mogelijk op basis van de bestemming 'Gemengd -3' en de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' van het geldende bestemmingsplan 'Binnenstad' en maken geen onderdeel uit van dit wijzigingsplan, waarin het toelaten van een horecabedrijf centraal staat. Incidenteel Bij incidentele grootschalige bijeenkomsten kan het parkeren van bezoekers opgevangen worden in op korte acceptabele loopafstand van m bij beschikbare openbare parkeergarages als de Heuvelgalerie en het Stadhuisplein. Tevens zijn parkeerterreinen zoals de P+R aan de Fuutlaan beschikbaar (binnen een straal van 750m). Deze openbare parkeerfaciliteiten zijn voor ruim de helft leeg buiten kantoor- en winkeltijden, behoudens tijdens evenementen in de binnenstad. Programmering van grootschalige bijeenkomsten vanuit het complex vindt plaats in overleg met EHV365, waarbij gelijktijdigheid (zoveel als mogelijk is) vermeden wordt. Dit sluit aan op wat Eindhoven op Weg aangeeft, dat er geen uitbreiding van bezoekersparkeren in het centrum gewenst is. Ook staat in Eindhoven op Weg dat er in en rond het centrum, publiek en privaat samen, circa parkeerplaatsen zijn en daarmee ruim voldoende parkeervoorzieningen aanwezig. Tijdens piekuren is tweederde tot driekwart bezet. Uitbreiding van parkeren in en rond het centrum is bij groei van de behoefte daarom niet noodzakelijk. Het efficiënter gebruik van de parkeervoorzieningen wel. Daarvoor is samenwerking tussen beheerders en exploitanten een vereiste. Conclusie parkeren: De nieuwe functies leiden ten opzichte van de bestaande situatie niet tot een extra parkeerbehoefte. Dit mede gelet op het mogelijke dubbelgebruik bij de nieuwe functies. De parkeerbehoefte kan hierbij worden toegedeeld aan beschikbare ruimte op het terrein van Mariënhage en het terreindeel voor het klooster. Het terreindeel voor het klooster zal hierbij 43

46 worden uitgebreid als gevolg van eigendomsoverdracht. Ten behoeve van de toedeling van het parkeren over de terreindelen is hierbij sprake van een herinrichting op grond van de geldende bestemmingen. De aanpassingen in de terreininrichting om de herverdeling van de parkeerbehoefte op het terrein van Mariënhage te faciliteren zijn hierbij mogelijk op basis van de bestemming 'Gemengd -3' en de bestemming 'Verkeer - verblijfsgebied' van het geldende bestemmingsplan 'Binnenstad' en maken derhalve geen onderdeel uit van dit wijzigingsplan. Voor de ontwikkeling kan derhalve voldaan worden aan de toepasselijke parkeernorm. Ten overvloede geldt dat bij incidentele grootschalige bijeenkomsten het parkeren van bezoekers kan worden opgevangen bij openbare parkeerfaciliteiten op korte loopafstand van Mariënhage. Afwikkeling intensiteiten auto- en vrachtverkeersbewegingen als gevolg van ontwikkeling DelaMondo in relatie tot infrastructuur: In het verlengde van: de bovenaangehaalde beschrijving van de afwikkeling van auto- en vrachtverkeer naar Mariënhage toe en afwaarts van Mariënhage naar bestemmingen elders binnen of buiten de stad, alsmede; de uitgangspunten voor parkeren op basis van geldende parkeernormen en; inzichten vanuit CROW publicatie 317; gelden onderstaande uitgangspunten voor verkeersbewegingen per weekdagetmaal in de bestaande situatie en na ontwikkeling van Delamondo. Het aandeel vrachtverkeer bedraagt hierbij 1% van genoemde aantallen verkeersbewegingen per weekdagetmaal. Verk eersintensiteiten bestaande situatie: Opp omschrijving Min. parkeernorm p-beh Uitgangspunten intensiteiten per oefte w eekdagetmaal (pp = parkeerplaats(en)) IIntensiteite n per w eekdaget maal per genoemde functie 200m2 BVO Museum 0,3 pp/100m2 BVO 0,6 0,6 pp x 2 shifts x 2 bew egingen 2,4 250m2 BVO Bibliotheek 0,3 pp/100m2 BVO 0,8 0,8 pp x 2 shifts x 2 bew egingen 3, m2 BVO Werkateliers 0,7 pp/100m2 (ca 30 ruimtes BVO a 50 m2) 10,5 10,5 pp x 2 shifts x 2 bew egingen m2 BVO dansschool 1,0 pp/100m2 BVO 3,8 3,8 pp x 2 shifts x 2 bew egingen m2 BVO Soc. Cult 2,0 pp/100m2 gebouw / BVO religieuze studentenvere niging 7,5 7,5 pp x 12 shifts x 2 bew egingen zitpl Kerk pp x 2 shifts x 2 bew egingen app. Verpleeg-/ver 0,4 pp/eenheid zorgingstehuis 9,2 23 w oningen x 5 bew egingen 115 0,1 pp/ zitpl Totaal verkeersbew egingen per w eekdagetmaal 619 Representatief aandeel vrachtverkeer (1%) 7 44

47 Verk eersintensiteiten situatie na ontwikkeling Dela Mondo: Opp omschrijving Min. parkeernorm 2285 m2 BVO Soc. Cult 2,0 pp/100m2 gebouw / BVO religieuze studentenvere niging p-beh Uitgangspunten intensiteiten per oefte w eekdagetmaal (pp = parkeerplaats(en)) IIntensiteite n per w eekdaget maal per genoemde functie 45,7 45,7 pp x 12 shifts x 2 bew egingen kamers Hotel 0,5 pp / kamer pp x 2 shifts x 2 bew egingen m2 BVO Restaurant 4,0 pp/100m2 BVO pp x 12 shifts x 2 bew egingen app. Verpleeg-/ver 0,4 pp/eenheid zorgingstehuis 9,2 23 w oningen x 5 bew egingen 115 Totaal verkeersbew egingen per w eekdagetmaal 1832 Representatief aandeel vrachtverkeer (1%) 19 Toename verkeersintensiteiten als gevolg van ontwikkeling Dela Mondo nader beschouwd: Als gevolg van de ontwikkeling is er sprake van een toename van 1214 verkeersbewegingen per weekdagetmaal, waarvan 12 extra vrachtverkeersbewegingen. De verkeersbewegingen voor de bestaande wooneenheden en de te realiseren logieseenheden van het hotel spreiden zich hierbij in beginsel uit over het gehele weekdagetmaal. De verkeersbewegingen als gevolg van de ruimten voor bijeenkomsten en het restaurant kennen hierbij met name een verdeling over 12 uren van de dag, waarbij voor de bijeenkomstruimten deels andere tijden gelden dan voor het restaurantgedeelte. De verkeersbewegingen voor de ruimten voor bijeenkomsten en het restaurant als in bovenstaande vermeld betreffen hierbij deels een overschatting van de representatieve situatie. Het restaurant en de ruimten voor bijeenkomsten kennen veelal minder 'shifts' dan de vermelde 12 op een dag. Echter uitgaande van dit beeld ontstaat wel een inschatting van het feit of de verkeersbewegingen kunnen worden afgewikkeld op bestaande infrastructuur. Op basis van de autonome situatie bestaat het beeld van circa 7000 motorvoertuigbewegingen per weekdagetmaal op de Kanaalstraat (wegvlak waarover het meeste verkeer verband houdend met Mariënhage wordt afgewikkeld). Rekening houdend met de spreiding van aantallen verkeersbewegingen over de dag, afwikkeling van de verkeersbewegingen over meerdere wegen (zie hiervoor bovenstaande beschrijving betreffende de afwikkeling van aankomend en vertrekkend verkeer) is er geen probleem voor wat betreft de afwikkeling van 1214 extra verkeersbewegingen per weekdagetmaal. Teruggeredeneerd naar extra intensiteiten per uur/ minuut betekent dit 51 verkeersbewegingen (heen en terug) per uur en 0,85 verkeersbewegingen (heen en terug) per minuut. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat de ontwikkeling minimaal bijdraagt aan de belasting van de bestaande infrastructuur en dat deze infrastructuur goed de verkeersbewegingen welke verband houden met de ontwikkeling van Dela Mondo aan kan. 45

48 4.8 Groen Groenbeleidsplan Begin 2017 is een actualisatie van Groenbeleidsplan door de gemeenteraad vastgesteld. Dit Groenbeleidsplan 2017 is gemaakt met de veranderende rol van de overheid in het achterhoofd. Het voorziet in vier sporen "het verhaal van de stad", wat de waarde van groen is (functies als uitgangspunt), welke ambitie de gemeente daarmee heeft en het daadwerkelijke groenbeleid. De doelen van het Groenbeleidsplan 2017 zijn: richting geven aan ontwikkelingen en ambities formuleren; faciliteren van de ontwikkeling van Eindhoven als gezonde, klimaat adaptieve en groene stad om zo de vitaliteit en het welzijn van haar bewoners naar een hoger plan te kunnen brengen; aanknopingspunten bieden voor beheer en inrichting; groen en groenontwikkelingsmogelijkheden voor Eindhoven duurzaam veiligstellen waar het moet en flexibiliteit bieden waar het kan; partners in de stad inspireren en stimuleren: inwoners, bedrijfsleven, kennis- en onderwijsinstellingen en overheid. Het Groenbeleidsplan 2017 zal na vaststelling van kracht blijven tot de gemeenteraad anders beslist; het streven is een geldigheid van 10 jaar of langer. Het plan heeft in principe betrekking op al het groen van Eindhoven, dus niet alleen het groen in eigendom van de gemeente. In het Groenbeleidsplan 2017 zijn onder andere procesafspraken opgenomen die een relatie hebben met een ruimtelijke procedure. Het betreft een procesafspraak over groenplannen bij ontwikkeling van gebouwen of gebieden en de procesafspraak over de groenregelingen voor bomen (Verordening Bomen en Nadere regels bomen) en de Regeling Groencompensatiefonds. De genoemde groenplannen dienen een toelichting van de groene inrichting van een ontwikkeling te geven. Behoud van het bestaande groen is het uitgangspunt, evenals het (door)ontwikkelen van de groene kwaliteiten waar nodig. Het Groenbeleidsplan 2017 geeft in een kaart met zes ruimtelijke strategieën de kaders voor de ruimtelijke ontwikkeling in relatie tot groen. 46

49 Afbeelding: ruimtelijke strategieënkaart uit groenbeleidsplan 2017 Het plangebied heeft op de bovenstaande ruimtelijke strategieënkaart hoofdzakelijk de strategie 'stad, rood bepalend'. In deze gebieden heeft groen een ondersteunende functie aan de stedelijke identiteit ('aankledingsgroen') of een recreatieve functie voor de woonomgeving (parken). Het beleid is gericht op behoud en ontwikkelen van deze groene elementen of functies. In ondergeschikte mate is binnen het plangebied in het grensgebied met de Dommel sprake van 'structureel stadsgroen'. Deze gebieden zijn bedoeld voor groene dooradering van de stad, voor intensieve recreatie en ontspanning (parken), natuur en waterberging. Het beleid is gericht op het versterken van de functionaliteit van deze gebieden en het verbinden tot robuuste structuren. De (op termijn) beoogde aanpassingen van de terreininrichting, onder andere ten behoeve van een verbeterde doorwaardbaarheid van het gebied door voetgangers en het verbeteren van de relatie tussen het plangebied en de Dommel, dienen rekening te houden met voornoemde strategieën. De aanpassingen in de terreininrichting zijn mogelijk op basis van de bestemming 'Gemengd -3' van het geldende bestemmingsplan 'Binnenstad' en maken geen onderdeel uit van dit wijzigingsplan dat betrekking heeft op toestaan van horeca Verordening bomen Op 7 april 2015 heeft de gemeenteraad de Verordening Bomen 2015 vastgesteld. Deze is op 24 augustus 2016 in werking getreden. De Verordening en (uitwerking daarvan in) nadere regels Bomen samen, vervangen het onderdeel houtopstanden uit de Algemene Plaatselijke Verordening, het Bomenbeleidsplan 2008 en de Nota Niet kappen tenzij. Het bomenbeleid is gebaseerd op drie pijlers: behoud, versterking en ruimte voor dynamiek. Eindhoven wil een aantrekkelijke groene stad zijn en blijven. Bomen spelen daarbij een voorname rol. Een hoogwaardig bomenbestand dat een duurzame bijdrage levert aan de ruimtelijke kwaliteit en recht doet aan het groene imago van de stad is waar de gemeente naar streeft. Duurzaam behoud van de groene signatuur staat voorop. Het bomenbestand dient echter ook aan te sluiten op intensief gebruik van de openbare ruimte en de gewenste ruimtelijke kwaliteit. Dit betekent soms dat in een bepaalde situatie andere belangen preferabel zijn en bomen moeten wijken. Het bomenbeleid voorziet in die gevallen in de 47

50 mogelijkheden tot mitigatie en compensatie. Groene kaart Een belangrijk onderdeel van de Verordening Bomen is de Groene Kaart. Het is een topografische kaart met daarop aangegeven de beschermde houtopstand. De Groene Kaart bevat verschillende categorieën houtopstanden. Voor bomen in gemeentelijk eigendom (publiek eigendom) kent de Groene Kaart zes categorieën: Monumentale bomen; Waardevolle bomen; Basisbomen; Bomen hoofdstructuur; Bomen nevenstructuur; Bomen in gebieden stad, groen beeldbepalend. De Groene Kaart kent daarnaast voor bomen in particulier eigendom (privaat eigendom) drie categorieën: Waardevolle bomen; Bomen in gebieden stad, groen beeldbepalend; Bomen op percelen van 500 m2 of groter. Voor het vellen van een houtopstand die deel uitmaakt van tenminste één van deze categorieën is, behoudens een aantal vrijstellingen, een omgevingsvergunning verplicht. Nadere regels De Verordening is uitgewerkt in nadere regels Bomen. Deze zijn op 19 juli 2016 vastgesteld door het college en op 4 augustus 2016 in werking getreden. De beleidsregels geven inzicht in de wijze waarop het college gebruik maakt van de aan haar in de Verordening toegekende bevoegdheden tot het aanwijzen en plaatsen van houtopstanden op de Groene Kaart. Tevens zijn richtlijnen uitgewerkt voor omgang met overlast, de compensatieplicht bij kap, de indieningvereisten bij een vergunningaanvraag, de weigeringsgronden bij beoordeling van een kapaanvraag en het aanbrengen van verlichting in houtopstanden. Het plangebied Voor het plangebied heeft een bomeninventarisatie plaatsgevonden in verband met mogelijke aanpassingen in de terreininrichting op het buitenterrein van het complex. Deze aanpassingen van de terreininrichting hebben echter geen relatie met het wijzigingsplan dat ziet op het toelaten van een multifunctioneel horecabedrijf binnen de bestemming 'Gemengd - 3'. Aanpassingen van de terreininrichting kunnen in beginsel namelijk op grond van de geldende bestemmingen worden uitgevoerd. Ten behoeve van het wijzigingsplan is een verantwoording op dit punt derhalve niet aan de orde. Wel is er een relatie met de bomeninventarisatie vanuit het spoor van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. Voorzover relevant in dit verband wordt de bomeninventarisatie betrokken in de aanvraag voor de betreffende omgevingsvergunning. 4.9 Horeca Op 11 maart 2014 heeft de gemeenteraad het nieuwe horecabeleidsplan 'Kennis maken met een gastvrije stad' vastgesteld. De nota is op 2 november 2016 gepubliceerd. Eindhoven wil aantrekkelijk zijn om er te komen, verblijven, studeren, wonen en werken. Horeca speelt hierbij een belangrijke rol. Het horecabeleidsplan bevat een aantal speerpunten om ervoor te zorgen dat de horeca in Eindhoven kan meebewegen met de ontwikkelingen in de stad. De gemeente wil de vestiging van kwalitatief goede horecabedrijven stimuleren. Daarbij is een wederzijdse versterking van de nabije andere functies belangrijk. Om dit bewerkstelligen maakt het horecabeleidsplan onderscheid gebiedtypen en in typen horeca. Typen horeca Het horecabeleidsplan maakt onderscheid in twee typen horeca: Nat & Droog 48

51 Het al dan niet schenken van alcohol is vanuit de taken van de overheid zeer bepalend. Om die reden is een eerste onderscheid naar nat en droog logisch. Indien een horecabedrijf geen alcoholische dranken verstrekt, wordt deze gerekend tot de droge horeca. Natte horeca verstrekt alcoholische dranken. Dag, Avond & Nacht Naast de indeling op basis van het schenken van alcoholhoudende dranken moeten we echter ook kijken naar de exploitatietijden. Op basis hiervan kan worden gekeken naar de tijden waarop een horecabedrijf invloed heeft op zijn omgeving. Ook dit heeft weer een verband met wanneer de overheid welke taak heeft. Hierin kunnen in beginsel drie typen worden onderscheiden: dag-, avond en nachthoreca. Van belang is hierbij de combinatie met nat of droog. Regels over het schenken van alcohol en openingstijden zijn opgenomen in de drank- en horecawet en in de APV. In het bestemmingsplan worden hierover geen regels opgenomen. Wel wordt in het bestemmingsplan opgenomen welke vorm van horeca is toegestaan. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de lijst van Horeca-activiteiten (Bijlage 1). Gebiedstypen In het horecabeleidsplan wordt onderscheid gemaakt in drie gebiedstypen: 1. Stimuleringsgebied: gebieden waar uitbouw van de horecasector mogelijk is. 2. Toelatingsgebied: gebieden waar per aanvraag wordt bezien of nieuwe horeca of uitbreiding van bestaande horeca inpasbaar is. Dit is afhankelijk van onder andere infrastructuur, woonbelangen, levendigheid, leefbaarheid en milieu-aspecten. 3. Restrictiegebied: gebieden waar (vanuit leefbaarheid) een vermindering van het aantal horecavestigingen wordt nagestreefd. Per deelgebied of cluster wordt aangegeven welk gebiedstype van toepassing is. Het plangebied Het plangebied is te typeren als een nieuw centrumgebied in ontwikkeling en kan derhalve gelijkgeschaard worden met de gebiedstypering stimuleringsgebied. Het initiatief dat met de in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid kan worden gerealiseerd, gaat uit van de uitbouw van horeca en past hiermee in het beleidsstreven. Daarnaast past de ontwikkeling bestaande uit de ontwikkeling van een destinatie c.q. themahotel met hieraan gelieerde horecaontmoetingsruimten (waaronder ceremoniële ruimten, conferentieruimten en restauratieve ruimten) binnen de kaders die het bestemmingsplan 'Binnenstad' voor het toepassen van de wijzigigingsbevoegdheid meegeeft. Op pagina 74 onderaan van de toelichting van het bestemmingsplan 'Binnenstad' staat beschreven dat door middel van het toepassen van de bevoegdheid de horeca verdergaand verruimd kan worden en zelfs niet meer ondergeschikt hoeft te zijn c.q. een nevenfunctie hoeft te hebben, zoals bepaald in artikel 11.1 onder i van de regels van het bestemmingsplan 'Binnenstad'. Het toestaan van horeca als bedoeld in de categorieën 1,2,3 en 5 van de lijst met horecaactiviteiten, waaronder de ontwikkeling van Dela Mondo valt, wordt op grond van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 11.3 van de regels van het bestemmingsplan 'Binnenstad' mogelijk gemaakt. Bij de invulling van de wijzigingsbevoegdheid is het initiatief evenwel nader ingekaderd in het onderlinge verband van de verbeelding en de regels van het wijzigingsplan. Er is geborgd dat ter plaatse van de aanduiding 'horeca' op de verbeelding van het wijzigingsplan uitsluitend een horecabedrijf in de categorieën 1,2,3 en 5 als bedoeld in de Lijst van horeca-activiteiten is toegestaan. Hieronder wordt uitdrukkelijk niet begrepen een nachtclub. Ook zijn in dit kader maximale invullingen van het gebruik bepaald, waaronder de omvang van de hotelactiviteiten en de hieraan geliëerde inpandige ontmoetingsruimten alsmede de omvang 49

52 en locatie van het terras (overeenkomend met de aanduiding 'terras' binnen de aanduiding 'horeca'). Een en ander vanuit het oogmerk om: met de planologische regeling niet meer mogelijk te maken dan hetgeen waarop het uitgevoerde onderzoek in het kader van de ladder voor duurzame verstedelijking ziet ('Behoefteonderzoek Kloosterhotel Mariënhage'); te borgen dat het initiatief past binnen de geldende parkeernormen; vanuit het oogpunt van bedrijven en milieuzonering te borgen dat de horecaactiviteiten en dan met name het hieronder begrepen horecaterras niet binnen de bestemming 'Gemengd - 3' (in noordelijke richting) opschuift, zodat altijd voldoende afstand wordt gehouden tot aan belendende woonbestemmingen Prostitutie Er bevinden zich in het plangebied géén prostitutiebedrijven. Op grond van de bestemming 'Gemengd - 3' zijn een bordeel, prostitutie en seksinrichtingen niet toegelaten. Deze regels zijn van overeenkomstige toepassing op dit wijzigingsplan Kabels, leidingen en straalpaden Er bevinden zich binnen het plangebied géén hoofdtransportleidingen. Evenmin is er sprake van straalpaden. Voorzover kabels en leidingen voor onderhavige ontwikkeling al relevant zijn, hebben deze geen relatie met het wijzigingsplan dat ziet op het toelaten van de functie horeca binnen de bestemming 'Gemengd - 3'. Aanpassingen van de terreininrichting kunnen in beginsel namelijk op grond van de geldende bestemmingen worden uitgevoerd. Ten behoeve van het wijzigingsplan is een verantwoording op dit punt derhalve niet aan de orde. Wel is er een relatie met kabels en leidingen vanuit het spoor van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. Voorzover relevant in dit verband wordt dit betrokken in de aanvraag voor de betreffende omgevingsvergunning. 50

53 Hoofdstuk Milieuparagraaf Bedrijven en milieuzonering Op basis van milieuzonering wordt bepaald welke categorieën bedrijven en/of inrichtingen in het plangebied zijn toegestaan. Dit houdt in dat er voldoende ruimtelijke scheiding moet zijn tussen milieubelastende bedrijven/inrichtingen en woongebieden. Hoe zwaarder de toegestane milieucategorie, hoe groter de afstand. Bij het bepalen van deze afstand wordt gebruik gemaakt van de VNG - brochure 'Bedrijven en milieuzonering', editie In deze brochure worden richtafstanden gegeven tot de omgevingstypen rustige woonwijk en gemengd gebied. Bij een gemengd gebied geldt een kortere afstand dan bij een rustige woonwijk. Een rustige woonwijk is een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies voor. Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen behoren ook tot gemengd gebied Quickscan bedrijven en milieuzonering Ten behoeve van de ontwikkeling is een Quickscan bedrijven en milieuzonering (Bijlage 2) uitgevoerd. De omgeving van de locatie wordt in de huidige situatie gekenmerkt door woonfuncties, kantoorfuncties, horeca en gemengde functies. Op basis van de omliggende bestemmingen kan het plangebied als een gemengd gebied worden getypeerd. Het plan voorziet in een bestemming voor logieseenheden en hieraan gelieerde bedrijfsmatige activiteiten. In de quick-scan zijn dan ook zowel de richtafstanden vanuit de omgeving (t.b.v. de realisatie van de logiesbestemming binnen het plangebied) als de richtafstanden vanuit het plangebied (t.b.v. de realisatie van de bedrijfsbestemmingen binnen het plan) beschouwd. 51

54 Afbeelding: bedrijven in de directe omgeving van het plangebied (rood gearceerd) en de globale begrenzing van het gebied waar als gevolg van het wijzigingsplan een multifunctioneel horecabedrijf mogelijk wordt gemaakt (blauw gearceerd). Richtafstanden vanuit de omgeving De in bovenaangehaalde afbeelding rood gearceerde gebieden betreffen bedrijfsbestemmingen met een maximale milieucategorie 1. Rekening houdend met deze maximale milieucategorie in een gemengd gebied bedraagt de richtafstand van de omliggende bedrijven 0 meter. Het plangebied bevindt zich derhalve niet binnen een richtafstand van omliggende bedrijven. Richtafstanden vanuit het plangebied Binnen het plangebied worden diverse bedrijfsbestemmingen gerealiseerd, te weten een hotel en hieraan gerelateerde conferentiezalen en horeca (restaurant, brasserie). Bij het planologisch toestaan van bedrijvigheid dient rekening te worden gehouden met de richtafstanden naar de omliggende gevoelige bestemmingen. De maximale milieucategorie van de bedrijvigheid binnen het plangebied is milieucategorie 1. Rekening houdend met deze maximale milieucategorie in een gemengd gebied bedraagt de richtafstand van de bedrijvigheid binnen het plangebied 0 meter. De richtafstanden vanuit het plangebied reiken derhalve niet tot aan de omliggende gevoelige bestemmingen. Aangezien voor de bedrijvigheid binnen het plangebied een richtafstand geldt van 0 meter, is ook binnen het plangebied geen sprake van richtafstanden die reiken tot aan de gevoelige bestemmingen (klooster). Desalniettemin is ter meerdere zekerheid ervoor gekozen om het terras van de horeca in relatie tot haar omgeving adequaat te zoneren door op de verbeelding en in de regels de positie van dit terras vast te leggen ter plaatse van het buitenterrein welke omringd wordt door de gebouwen van het Augustinianum. Op deze wijze wordt geborgd dat het terras altijd voldoende afstand aanhoudt tot aan belendende woonbestemmingen. 52

55 5.2 Geluid Wettelijk kader De normstelling voor geluid is geregeld in de Wet geluidhinder, de Wet milieubeheer en de Wet luchtvaart. Het betreft normen voor industrielawaai, weg- en railverkeerslawaai en luchtvaartlawaai. Er wordt uitgegaan van voorkeursgrenswaarden, waarvan in een aantal gevallen met ontheffing tot een bepaalde maximum hoogte, mag worden afgeweken. De normstelling heeft tot doel nieuwe geluidhindersituaties en daarmee gezondheidsschade te voorkomen. Om dit doel te bereiken worden zones gedefinieerd, waarbinnen plannen met geluidgevoelige bestemmingen moeten worden getoetst aan de normen. Volgens de Wet geluidhinder gelden er voorkeursgrenswaarden en maximale ontheffingswaarden. Bij de voorkeursgrenswaarde mag worden verondersteld dat het percentage gehinderden beperkt is. Wanneer een maximale ontheffingswaarde wordt overschreden dan is er sprake van een locatie die in beginsel niet geschikt is voor de vestiging van een geluidgevoelige bestemming. Bij plannen met geluidbelastingen in de bandbreedte tussen voorkeursgrenswaarde en maximale ontheffingswaarde moet er een nadere afweging worden gemaakt in hoeverre bronen/of overdrachtmaatregelen kunnen worden getroffen om de geluidbelastingen te beperken. Voorbeelden van bronmaatregelen zijn een stiller wegdek en een verlaging van de snelheid bij auto's. Geluidschermen en geluidwallen zijn voorbeelden van overdrachtsmaatregelen. Met het voorliggende wijzigingsplan wordt horeca mogelijk gemaakt. Dit betreft géén geluidgevoelige bestemming. De beschouwing van wegverkeerslawaai, railverkeerslawaai, industrielawaai en luchtverkeerslawaai kan derhalve achterwege blijven. 5.3 Luchtkwaliteit Wettelijk kader Hoofdstuk 5 (met name onder titel 5.2) van de Wet milieubeheer bevat bepalingen over luchtkwaliteit. Dit hoofdstuk voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het Rijk, provincies en gemeenten werken in het NSL-programma samen aan maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Dit gebeurt zodanig dat voldaan wordt aan de daartoe gestelde normen, ook in gebieden waar nu de normen voor luchtkwaliteit niet worden gehaald (overschrijdingsgebieden). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Hierdoor kunnen ruimtelijke ontwikkelingen doorgang vinden, terwijl ondertussen maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit worden uitgevoerd. Sinds 1 januari 2015 moet voldaan worden aan de Europese grenswaarden: voor stikstofdioxide (NO2) geldt een jaargemiddelde van 40 microgram/m3, voor fijnstof (PM10) geldt een jaargemiddelde van 40 microgram/m3 en een daggemiddelde van 50 microgram/m3. Het daggemiddelde mag jaarlijks maximaal 35 keer worden overschreden. Voor zwevende deeltjes (PM2,5) geldt met ingang van 1 januari 2015 een blootstellings-concentratieverplichting van ten hoogste 20 microgram per m3, gedefinieerd als gemiddelde blootstellingsindex. 53

56 5.3.2 Besluit niet in betekenende mate bijdragen In artikel 4 van het 'Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' en de bijlagen van de 'Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' zijn voor bepaalde categorieën projecten grenzen vastgesteld. Op grond daarvan kan worden gesteld dat deze een 'niet in betekenende mate bijdragen' (NIBM) leveren aan de luchtverontreiniging. Deze projecten mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Dit geldt onder andere voor: woningbouwlocaties die niet meer dan 1500 nieuwe woningen omvatten in de situatie met 1 ontsluitingsweg; woningbouwlocaties die niet meer dan 3000 nieuwe woningen omvatten in de situatie met 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling; kantoorlocaties die niet meer dan m2 bruto vloeroppervlakte omvatten bij minimaal 1 ontsluitingsweg en kantoorlocaties die niet meer dan m2 bruto vloeroppervlakte omvatten bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling. Wanneer projecten wel in betekenende mate bijdragen aan de luchtkwaliteit, dient luchtonderzoek uitgevoerd te worden en moet worden getoetst aan de normen. Samengevat Kort samengevat dienen nieuwe plannen te worden beoordeeld op basis van artikel 5.16 van de Wet milieubeheer. Luchtkwaliteitseisen vormen geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkelingen mits: er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL Besluit gevoelige bestemmingen Met deze Algemene Maatregel van Bestuur wordt de vestiging van zogeheten 'gevoelige bestemmingen' in de nabijheid van provinciale en rijkswegen beperkt. Dit heeft consequenties voor de ruimtelijke ordening. Het 'Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen)' is gebaseerd op artikel 5.16a van de Wet milieubeheer. Het besluit is gericht op de bescherming van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor stikstofdioxide en fijnstof. Het gaat met name om kinderen, ouderen en zieken. Het besluit voorziet in zones waarbinnen luchtkwaliteitsonderzoek nodig is als een 'gevoelige bestemmingen' wordt mogelijk gemaakt. Voor rijkswegen geldt een zone van 300 meter aan weerszijden en langs provinciale wegen 50 meter, gemeten vanaf de rand van de weg. De volgende gebouwen met de bijbehorende terreinen zijn aangemerkt als 'gevoelige bestemming': scholen, kinderdagverblijven, en verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen. Het gaat hierbij niet om bestemmingen in de meest enge zin van het woord, maar om alle vergelijkbare functies, ongeacht de exacte aanduiding ervan in bestemmingsplannen en andere besluiten. Van doorslaggevend belang is de (voorziene) functie van het gebouw en het bijbehorende terrein. In de context van dit besluit worden ziekenhuizen, woningen en sportaccommodaties niet als gevoelige bestemming gezien. In aanvulling op het Besluit gevoelige bestemmingen is er een Brabantse Handreiking gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit opgesteld (maar in Eindhoven (nog) niet vastgesteld). Deze Handreiking heeft als uitgangspunt geheel nieuwe bestemmingen voor kinderen en ouderen (conform de AmvB gevoelige bestemmingen) niet te situeren binnen 50 meter van de wegrand van drukke gemeentelijke wegen (als eerstelijns bebouwing) of binnen 300 meter van snelwegen, ongeacht de berekende concentraties. 54

57 5.3.4 Goede ruimtelijke ordening Naast toetsing aan de 'Wet luchtkwaliteit' en het 'Besluit gevoelige bestemmingen' dient altijd te worden onderzocht of sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Het principe van een 'goede ruimtelijke ordening' blijft naast toetsing aan de 'Wet luchtkwaliteit' en het 'Besluit gevoelige bestemmingen' onverkort gelden. De Wet ruimtelijke ordening (Wro), art. 3.1, schrijft voor dat een bestemmingsplan moet voldoen aan de criteria voor goede ruimtelijke ordening. Die verplichting heeft in dit verband betrekking op situaties waarop het Besluit gevoelige bestemmingen niet ziet, maar die vanuit het oogpunt van goede ruimtelijke ordening onwenselijk zijn, bijvoorbeeld de bouw van woningen langs een snelweg, of de bouw van een school langs een drukke binnenstedelijke weg. In het algemeen is het verstandig om terughoudend te zijn met de vestiging van gevoelige bestemmingen nabij drukke (snel)wegen. De Gezondheidsraad concludeert niet voor niets dat ook bij concentraties beneden de grenswaarden gezondheidsschade kan optreden Planbeschrijving en toetsing Het wijzigingsplan heeft betrekking op het mogelijk maken van horeca, welke niet als een gevoelige bestemming wordt beschouwd. Dit ontwikkeling levert 1214 (extra) verkeersbewegingen op de wegen rondom het plangebied (zoals beschreven in de paragraaf verkeer en parkeren). Met de zogenaamde NIBM-tool (beschikbaar via Infomil) kan op eenvoudige wijze een berekening worden uitgevoerd om na te gaan of er sprake is van een 'niet in betekenende mate' plan. Het tool berekent een volledig worstcase-bijdrage aan luchtkwaliteit. Uit een berekening met de NIBM-tool blijkt dat de bijdrage van het extra verkeer niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit.luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor dit plan. 5.4 Externe veiligheid Externe veiligheid gaat over het beperken en beheersen van risico's en effecten van calamiteiten, en over het bevorderen van de veiligheid van personen in de omgeving van activiteiten (bedrijven en transport) met gevaarlijke stoffen. Dat gebeurt door te voorkomen dat te dicht bij gevoelige bestemmingen activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden, door de zelfredzaamheid te bevorderen en door de calamiteitenbestrijding te optimaliseren. In deze paragraaf wordt ingegaan op externe veiligheid in relatie tot verschillende risicovolle bronnen en/of objecten in en nabij het plangebied. Eerst wordt het wettelijk kader op nationaal niveau beschreven, daarna het gemeentelijk beleid en vervolgens overige wet- en regelgeving 55

58 die voor het plangebied relevant is. Tot slot wordt het groepsrisico verantwoord Wettelijk kader Op nationaal niveau zijn verschillende wetten en regels ten aanzien van externe veiligheid. Voor bedrijven geldt het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI; oktober 2004). Voor transport is het Besluit externe veiligheid transportroutes van toepassing (april 2015). Voor buisleidingen moet worden getoetst aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb; 2011). Bij externe veiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen Plaatsgebonden risico en Groepsrisico. Plaatsgebonden Risico (PR) Dit is een maat voor de kans dat iemand dodelijk getroffen kan worden door een calamiteit met een gevaarlijke stof. De gestelde norm is een ten minste in acht te nemen grenswaarde (PR 10-6/jr) die niet mag worden overschreden ten aanzien van 'kwetsbare objecten', alsmede een zoveel mogelijk te bereiken richtwaarde (PR 10-6/jr) ten aanzien van 'beperkt kwetsbare objecten'; Groepsrisico (GR) Dit is een maat voor de kans dat een grotere groep tegelijkertijd dodelijk getroffen kan worden door een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Voor het groepsrisico geldt een verantwoordingsplicht. Het plangebied Hieronder wordt beschreven welke risicovolle inrichtingen in of nabij het gebied liggen, of er vervoer van gevaarlijke stoffen in het gebied plaatsvindt en of er risicovolle buisleidingen liggen. Het betreft een verkorte weergave van de voor dit plan uitgevoerde quickscan externe veiligheid, waarvoor integraal wordt verwezen naar Bijlage 3. Inrichtingen Met behulp van de risicokaart is bepaald of het plangebied binnen de plaatsgebonden risicocontouren, dan wel invloedsgebieden van omliggende risicovolle inrichtingen is gelegen. In de uitsnede in onderstaande figuur is de ligging van relevante inrichtingen in de directe omgeving van het plangebied weergegeven. Hieruit blijkt dat de PR 10-6 risicocontouren en de invloedsgebieden van de inrichtingen in de omgeving van het plangebied niet reiken tot aan het plangebied. De risico s als gevolg van de aanwezigheid van risicovolle inrichtingen vormen derhalve geen aandachtspunt voor de 56

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

kloostercomplex mariënhage eindhoven

kloostercomplex mariënhage eindhoven Project titel Slogan Arial Regular 9pt, regelafstand 14pt en paragraaf uitvullen staan vast. Spatiering is 0 maar eventueel te varieren om de tekstblokken goed uit te laten lijnen met het aantal regels.

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening (RO) in Nederland Vanuit de geschiedenis is RO al belangrijk in Nederland, denk bijvoorbeeld aan landinrichting en optimaliseren van de waterhuishouding.

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

Links naar brondocumenten

Links naar brondocumenten Links naar brondocumenten PS-doelen en GS-taken Visie Ruimte en Mobiliteit Beleidsvisie Cultureel Erfgoed en Basisvoorzieningen Cultuur 2017-2020 Beleidsvisie en uitvoeringsstrategie regionale economie

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn memo aan: van: c.c.: Inge Eising Gemeente Utrechtse Heuvelrug Mariël Gerritsen Pieter Birkhoff Van Wijnen Groep N.V. datum: 14 december 2015 betreft: Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg

Nadere informatie

Ladder voor duurzame verstedelijking

Ladder voor duurzame verstedelijking Ladder voor duurzame verstedelijking Klik om de modelstijlen te bewerken Tweede niveau Derde niveau Vierde niveau Vijfde niveau Ladder voor duurzame verstedelijking 1. Waar komt het vandaan? 2. Wat is

Nadere informatie

2.2 Provinciaal beleid

2.2 Provinciaal beleid Bijlage behorend bij het raadsvoorstel en -besluit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Hoek Markt- Veestraat (wijzigingen tekst toelichting zijn cursief weergegeven). 2.2 Provinciaal beleid

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord Ruimtelijke onderbouwing project Vlietweg 16 te Santpoort-Noord W12/000758/ OLO271413 INHOUD 1 Beschrijving

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg In opdracht van G.C. Nagel december 2013 Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a Nederhorst den Berg

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN TOELICHTING ONTWERP BESTEMMINGSPLAN Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN Opdrachtnummer : 99.372 IDnr. : Datum : augustus 2018 Versie : 2 Auteurs : mro b.v. : mro b.v. Leeuwenveldseweg 16H 1382 LX

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking Samenvatting Samenvatting Handreiking bij de ladder voor duurzame verstedelijking Op 1 oktober 2012 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd,

Nadere informatie

Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof Ontwerp

Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof Ontwerp Gemeente Drimmelen Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof Ontwerp Gorinchem, 4 april 2016 NL.IMRO. 1719.1bp15herzmadeprins-on01 Gemeente Drimmelen Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef Gemeente Hollands Kroon 12 oktober 2016 Toelichting Inhoud: 1. Inleiding... 3 1.1 Voorgeschiedenis... 3 1.2 Initiatiefnemer... 3 1.3 Planvoornemen...

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen Bestemmingsplan Ambachtsschool Gemeente Enschede Programma Stedelijke Ontwikkeling Team Bestemmingsplannen Februari 2016 SAMENVATTING EN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

Nadere informatie

Raad-2009-087. Disnummer: 111093. Onderwerp: Bestemmingsplan Kloosterkwartier. Meegestuurde stukken: Geen

Raad-2009-087. Disnummer: 111093. Onderwerp: Bestemmingsplan Kloosterkwartier. Meegestuurde stukken: Geen Raad-2009-087 Disnummer: 111093 Onderwerp: Bestemmingsplan Kloosterkwartier Meegestuurde stukken: Geen Ter inzage liggende stukken: 1. Ontwerpbestemmingsplan 2. Raadsbesluit inzake krediet Kloosterkwartier

Nadere informatie

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel Ruimtelijke motivering Molenstraat 1a te s-hertogenbosch Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel Januari 2017 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Aan de Molenstraat 1a is nu op de begane grond

Nadere informatie

Bijlagen: - raadsvoorstel 12 - raadsbesluit 14

Bijlagen: - raadsvoorstel 12 - raadsbesluit 14 INHOUDSOPGAVE TOELICHTING 1. INLEIDING 1.1 Inleiding en doel 1 1.2 Bestemmingsplan 1 2. BELEIDSKADER 2.1 Rijk 2 2.2 Provincie 3 2.3 Regio 5 2.4 Gemeente 6 3. UITVOERINGSASPECTEN 3.1 Milieuaspecten en fysieke

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Ruimtelijk beleid. 3.1 Inleiding. 3.2 Rijksbeleid

HOOFDSTUK 3 Ruimtelijk beleid. 3.1 Inleiding. 3.2 Rijksbeleid In de toekomst zullen er altijd verzoeken komen van ontwikkelingen die niet passen binnen voorliggend bestemmingsplan. Voor dergelijke initiatieven kan alsnog medewerking worden gevraagd aan het college

Nadere informatie

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre.

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre. Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 Gemeente Eersel Postbus 12 5520 AA EERSEL info@brabant.nl www.brabant.nl IBAN NL86INGB0674560043 3825558

Nadere informatie

1. Streekplan Brabant in balans

1. Streekplan Brabant in balans 1. Streekplan Brabant in balans Het plangebied is gelegen in de AHS-landschap; subzone leefgebied dassen en voor een deel (duinrand) binnen de GHS-natuur. De Interimstructuurvisie Noord-Brabant Brabant

Nadere informatie

Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue)

Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue) Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue) Nota Ruimte budget 75 miljoen euro voor Brainport Eindhoven en 6,8 miljoen voor ontwikkeling A2-zone Planoppervlak 3250 hectare (Brainport Eindhoven) Trekker

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Burgemeester van Erpstraat 63a, Berghem 2017, pag. 1 van 12 Ruimtelijke onderbouwing Burgemeester van Erpstraat 63a, Berghem 2017 Gemeente Oss, oktober 2017 Ruimtelijke onderbouwing

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing voor de wijziging van gebruik ten behoeve van de functie wonen (voortuin, behorende bij deelplan 13 van plangebied

Ruimtelijke onderbouwing voor de wijziging van gebruik ten behoeve van de functie wonen (voortuin, behorende bij deelplan 13 van plangebied Ruimtelijke onderbouwing voor de wijziging van gebruik ten behoeve van de functie wonen (voortuin, behorende bij deelplan 13 van plangebied Berckelbosch te Eindhoven (Pianostraat 1 t/m 11) 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking MEMO Betreft : Motivering ladder voor duurzame verstedelijking t.b.v. realisatie kinderdagverblijf Klant : J.P.M. Langelaan, Buitenbrinkweg 81, Ermelo Van : J.M. Miellet, Exlan Datum : Oktober 2016 Besluit

Nadere informatie

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland Seminar, Ladder voor duurzame verstedelijking: lessen uit de praktijk, 10 maart 2015 Willemien Croes Wat is de Ladder voor Provincie Zuid- Holland? Instrument

Nadere informatie

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN Terneuzen Cultuurhistorische Waardenkaart Datum: februari 2013 Opgesteld door: Gemeente Terneuzen Gemeente Terneuzen Stadhuisplein 1 Postbus 35 4530 AA Terneuzen

Nadere informatie

Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst. nummer: datum: 21 mei 2014

Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst. nummer: datum: 21 mei 2014 Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst opdrachtgever: gemeente Hulst nummer: 0677.009386.00 datum: 21 mei 2014 referte: Ing. Jos van Jole 1 Inhoud Inleiding 3 Analyse 4 Beleidsmatige uitgangspunten

Nadere informatie

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST GEMEENTE BLADEL In opdracht van Opgesteld door Auteur STRI-nummer Projectnummer Datum Status Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Beleidskader... 4 3. Huidige en

Nadere informatie

Ontwerp Wijzigingsplan. Ballumerweg 23 te Nes Ameland

Ontwerp Wijzigingsplan. Ballumerweg 23 te Nes Ameland Ontwerp Wijzigingsplan Ballumerweg 23 te Nes Ameland Ontwerp Wijzigingsplan Ballumerweg 23 te Nes Ameland Inhoud Toelichting op wijzigingsplan 1. Beschrijving van het plan 2. Beleidskader 3. Omgevingsaspecten

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep projectnummer 17008 Opdrachtgever: Gemeente Haarlemmermeer Versienummer:

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren ONTWERP Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

10 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad

10 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad GEMEENTE BERGEN OP ZOOM 10 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad Bosstraat 22 en 25 / 25b Status: VASTGESTELD INHOUDSOPGAVE Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel wijzigingsplan

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel

Nadere informatie

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen Bestemmingsplan Wergea Voorontwerp Bestemmingsplan Wergea Voorontwerp Overzicht belangrijkste wijzigingen* In dit overzicht zijn de belangrijkste wijzigingen

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

Ladder voor duurzame verstedelijking Three steps to heaven? 10 maart 2015

Ladder voor duurzame verstedelijking Three steps to heaven? 10 maart 2015 Jan Fokkema Ladder voor duurzame verstedelijking Three steps to heaven? 10 maart 2015 Geschiedenis SER-ladder in advies 1999 Nota Ruimtelijk Economisch bedoeld als denkmodel, niet dwingend! bevatte nog

Nadere informatie

Reactie en duiding van de (nieuwe) Ladder. Peter van Geffen 20 oktober 2016

Reactie en duiding van de (nieuwe) Ladder. Peter van Geffen 20 oktober 2016 Reactie en duiding van de (nieuwe) Ladder Peter van Geffen 20 oktober 2016 De huidige Ladder Inclusief update jurisprudentie Ladder laatste Rijksbelang RO, motiveringsplicht voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen

Nadere informatie

De Deventer Omgevingsvisie

De Deventer Omgevingsvisie 29-5- De Deventer Omgevingsvisie Hoe zien de binnenstad en de vooroorlogse wijken er straks uit? 14 mei 1 In gesprek met Liesbeth Grijsen (wethouder) 2 1 29-5- Programma van vanavond Over Omgevingswet

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing De Kouwe Noord 3, Geffen Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl RUIMTELIJKE ONDERBOUWING De Kouwe Noord 3 te Geffen Februari maart 2016 1

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op 2 november 2010 is door het college van burgemeester en wethouders het principebesluit genomen om medewerking te

Nadere informatie

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

De ladder voor duurzame verstedelijking

De ladder voor duurzame verstedelijking De ladder voor duurzame verstedelijking Jacqueline H.P. Vrolijk Adviseur ruimtelijk beleid en omgevingsjurist Inleiding seminar 10 maart 2015 Waarom de ladder? Andere tijden: Einde aan decennia van groei

Nadere informatie

Schouwburg de Kampanje Den Helder

Schouwburg de Kampanje Den Helder Schouwburg de Kampanje Den Helder van Dongen Koschuch Architects and Planners Inzending Arie Keppler Prijs 016 SCHOUWBURG DE KAMPANJE DEN HELDER INTRODUCTIE EEN MARITIEM ENSEMBLE Schouwburg De Kampanje

Nadere informatie

Supermarkten & de ladder voor duurzame verstedelijking. Sascha Stavenuiter Houten, 24 juni 2015

Supermarkten & de ladder voor duurzame verstedelijking. Sascha Stavenuiter Houten, 24 juni 2015 Supermarkten & de ladder voor duurzame verstedelijking Sascha Stavenuiter Houten, 24 juni 2015 Introductie Plaats van de Ladder binnen het wettelijk kader Agenda Ladder duurzame verstedelijking Jurisprudentie

Nadere informatie

Best. Introductie. Gemeente Best (bron:

Best. Introductie. Gemeente Best (bron: Best Best Introductie Best is een Noord-Brabantse gemeente, gelegen op ruim tien kilometer van de stad Eindhoven. De gemeente bestaat uit de centrale kern Best en twee kleine kernen, Aarle en De Vleut.

Nadere informatie

Gemeente Lingewaard. Ruimtelijke onderbouwing Realisatie berging en overkapping bij Fitness Centre Huissen

Gemeente Lingewaard. Ruimtelijke onderbouwing Realisatie berging en overkapping bij Fitness Centre Huissen Gemeente Lingewaard Ruimtelijke onderbouwing Realisatie berging en overkapping bij Fitness Centre Huissen Juli 2011 Gemeente Lingewaard Ruimtelijke onderbouwing Realisatie berging en overkapping bij Fitness

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN Versie 2, d.d. 18 augustus 2011 Afdeling Stadsontwikkeling M. Jonker Inhoud 1.

Nadere informatie

B&W-voorstel. Onderwerp: (concept) ruimtelijke onderbouwing Eindhovenlaan 1. 1) Status

B&W-voorstel. Onderwerp: (concept) ruimtelijke onderbouwing Eindhovenlaan 1. 1) Status B&W-voorstel Onderwerp: (concept) ruimtelijke onderbouwing Eindhovenlaan 1 1) Status Het voorstel heeft betrekking op het uitoefenen van de collegebevoegdheden ter voorbereiding van een omgevingsvergunning,

Nadere informatie

Een nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking!

Een nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking! Een nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking! Seminar Bureau Stedelijke Planning en Stibbe 22 september 2016 Jacqueline H.P. Vrolijk Projectleider herziening Ladder Waarom ook alweer de ladder? Einde

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

ARTIKEL LID 2 BRO: LADDER VOOR DUURZAME VERSTEDELIJKING

ARTIKEL LID 2 BRO: LADDER VOOR DUURZAME VERSTEDELIJKING ANNEKE FRANKEN & HANS KOOLEN GIJS HEUTINK ADVOCATEN ARTIKEL 3.1.6 LID 2 BRO: LADDER VOOR DUURZAME VERSTEDELIJKING www.gijsheutinkadvocaten.nl Inhoudsopgave Achtergrond Ladder Toepassingsbereik Ladder Ruimtelijke

Nadere informatie

HERONTWIKKELING MOLENWAL

HERONTWIKKELING MOLENWAL STARTNOTITIE HERONTWIKKELING MOLENWAL (VOORMALIGE BUSREMISE) Maart 2011 Gemeente Oudewater Sector REV 1 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 1 INLEIDING... 3 2 PLANGEBIED... 4 2.1 HET PLANGEBIED... 4 2.2 PROGRAMMA...

Nadere informatie

Zaandam Oost en West Toelichting

Zaandam Oost en West Toelichting Onherroepelijk Beheersverordening Zaandam Oost en West Toelichting Zaandam Oost en West Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 Uitgangspunten en achtergrond Achtergrond beheersverordening

Nadere informatie

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Bijlage 3 Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Artikel 2.1 - Zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit 1. Een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing uitbreiding Café de Peer

Ruimtelijke onderbouwing uitbreiding Café de Peer Ruimtelijke onderbouwing uitbreiding Café de Peer 2 3 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Ligging plangebied 5 1.3 Geldend bestemmingsplan 6 1.4 Opzet ruimtelijke onderbouwing 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Voormalige Eurobioscoop en omgeving.

Beeldkwaliteitsplan Voormalige Eurobioscoop en omgeving. Beeldkwaliteitsplan Voormalige Eurobioscoop en omgeving. Inleiding De tender voor de voormalige Eurobioscoop heeft als doel de kwaliteiten van het bijzondere gebouw weer een rol te laten spelen in de nieuwe

Nadere informatie

HET LEVENDIGE DORPSPLEIN WAAR SON EN BREUGEL ZICH TOONT!

HET LEVENDIGE DORPSPLEIN WAAR SON EN BREUGEL ZICH TOONT! HET LEVENDIGE DORPSPLEIN WAAR SON EN BREUGEL ZICH TOONT! IDENTITEIT IDENTITEITDRAGERS FYSIEKE WAARDEN VERENIGINGSLEVEN LEVENDIG ONDERNEMEND VERNIEUWEND NABIJHEID EINDHOVEN WELVAREND GROEN DOMMEL DORPS

Nadere informatie

Ontwikkeling Schakenbosch

Ontwikkeling Schakenbosch 1 Inloopavond maandag 7 november 2016 Doel inloopavond Informatie geven over de start van de nieuwe ontwikkeling Vragen, wensen en ideeën ophalen Bestaande situatie Schakenbosch is een groen parkgebied:

Nadere informatie

vaststellen bestemmingsplan "Bartok"

vaststellen bestemmingsplan Bartok Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. Documentnummer : 2015.0.053.200 Zaaknummer: 2014-12-01755 Onderwerp: vaststellen bestemmingsplan "Bartok" Aan de gemeenteraad. Arnhem, 9 juni 2015 VOORSTEL

Nadere informatie

Beheersverordening Kornputkwartier

Beheersverordening Kornputkwartier Beheersverordening Kornputkwartier ID plan: NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01 datum: maart 2017 status: vastgesteld auteur: SRE Vastgesteld door de raad dd. de griffier, de voorzitter, NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN

BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN Zaaknummer *190812* BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN VASTGESTELD TOELICHTING Inleiding In 2007 heeft

Nadere informatie

De ladder voor duurzame verstedelijking : introductie en achtergrond

De ladder voor duurzame verstedelijking : introductie en achtergrond De ladder voor duurzame verstedelijking : introductie en achtergrond Seminar BSP en Stibbe 30 juni 2015 Jacqueline H.P. Vrolijk DGRW-coördinator Omgevingswet en projectleider Ladder voor duurzame verstedelijking

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

VERZONDEN 20SEP.2Ö13. Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg Postbus LH TILBURG

VERZONDEN 20SEP.2Ö13. Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg Postbus LH TILBURG Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg Postbus 90155 5000 LH TILBURG Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl wv/w.brabant.nl

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing Jaarbeurs Utrecht Entree Oost

Ruimtelijke Onderbouwing Jaarbeurs Utrecht Entree Oost JaarbeursUtrecht Ruimtelijke Onderbouwing Jaarbeurs Utrecht Entree Oost datum 25 juli 2012 betreft Ruimtelijke Onderbouwing Jaarbeurs Utrecht Entree Oost (artikel 3.2 lid a en lid b van de Ministeriele

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Middenweg 89. Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost. Datum: 13 juni 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0363.

Bestemmingsplan. Middenweg 89. Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost. Datum: 13 juni 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0363. Bestemmingsplan Middenweg 89 Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost Datum: 13 juni 2016 Projectnummer: 160161 ID: NL.IMRO.0363.M1605BPSTD-OW01 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging plangebied

Nadere informatie

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland Ambitiedocument Regio Rivierenland Wij, de tien samenwerkende gemeenten binnen Regio Rivierenland: delen de beleving van de verscheidenheid in ons gebied;

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg Middelburg, 8 januari 2014 Inhoud 1. Inleiding 2. Locatie en project 2.1 Ligging plangebied 2.2 Geldend bestemmingsplan

Nadere informatie

bedrijventerrein t58 tilburg Bedrijvenpark te midden van groen en water, aan de rand van de snelweg

bedrijventerrein t58 tilburg Bedrijvenpark te midden van groen en water, aan de rand van de snelweg bedrijventerrein t58 tilburg Bedrijvenpark te midden van groen en water, aan de rand van de snelweg Bedrijvenpark Noord Surfplas Bedrijvenpark zuid Bedrijventerrein T58 Bedrijvenpark te midden van groen

Nadere informatie

Duurzaam groeien. Agro, fresh, food en logistics

Duurzaam groeien. Agro, fresh, food en logistics Nota Ruimte budget Klavertje 25,9 miljoen euro (waarvan 3 miljoen euro voor glastuinbouwgebied Deurne) Planoppervlak 908 hectare (waarvan 150 hectare voor glastuinbouwgebied Deurne) (Greenport Trekker

Nadere informatie

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK GEMEENTE OLDEBROEK STRUCTUURVISIE PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK 188197 Inhoudsopgave 1 Beleidskader 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Beleidsmatige aspecten 5 2 Toetsingskader

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland INHOUDSOPGAVE pagina HOOFDSTUK 1 INLEIDING 5 1.1 Aanleiding voor het plan 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan "Op den Bosch 3, Maashees". Nummer: de Raad van de gemeente Boxmeer

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Op den Bosch 3, Maashees. Nummer: de Raad van de gemeente Boxmeer Gemeente Boxmeer Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan "Op den Bosch 3, Maashees". Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Boxmeer, 29 mei 2007 Aanleiding Op het perceel Op den

Nadere informatie

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD Hoe Noord-Holland Noord een rol kan spelen in de woningbehoefte voor de Amsterdamse regio 3 WAAROM oordolland oord HET GAAT GOED MET NOORD- HOLLAND NOORD. DE ECONOMIE IS KRACHTIG

Nadere informatie

OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oegstgeest Hugo de Vrieslaan 4 ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 057900.201506.39 22 09 2015 definitief

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen Ruimtelijke onderbouwing Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen 1 2 Hoofdstuk 1 1.1 Aanleiding INLEIDING Op 4 maart 2011 is een aanvraag om een omgevingsvergunning binnengekomen voor het

Nadere informatie

Heukelum. Zicht op de Linge

Heukelum. Zicht op de Linge Heukelum Zicht op de Linge Het stadje Heukelum is een van de vijf kernen van de gemeente Lingewaal. Heukelum ligt in de Tielerwaard, aan de zuidoever van de rivier de Linge, in een van de meest westelijke

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleiding

HOOFDSTUK 1 Inleiding HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In 2010 is het voormalige perceel Strijbeekseweg 23 te Ulvenhout gesplitst in twee percelen, te weten Strijbeekseweg 23 met daarop een boerderij (rijksmonument),

Nadere informatie

Wijzigingsplan t Skottepad Ballum Ameland Wijzigen bestemmingsplan Ballum

Wijzigingsplan t Skottepad Ballum Ameland Wijzigen bestemmingsplan Ballum ONTWERP Wijzigingsplan t Skottepad Ballum Ameland Wijzigen bestemmingsplan Ballum Burgemeester en wethouders van de gemeente Ameland; Van toepassing is het bestemmingsplan Ballum, vastgesteld door de raad

Nadere informatie

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45 2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex Houtensewetering naast 45 2 Toelichting 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Vigerend bestemmingsplan 1.3 Bestemmingsplan 2 Gebieds- en projectbeschrijving

Nadere informatie

Reactienota. Behorende bij de Structuurvisie "Wernhout 2025"

Reactienota. Behorende bij de Structuurvisie Wernhout 2025 Reactienota Behorende bij de Structuurvisie "Wernhout 2025" 1. Inleiding De ontwerp structuurvisie "Wernhout 2025" is op dinsdag 22 oktober 2013 gepresenteerd aan de bewoners en de Dorpsraad van Wernhout.

Nadere informatie

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD Hoe Noord-Holland Noord een rol kan spelen in de woningbehoefte voor de Amsterdamse regio 3 Wonen in Noord- Holland Noord Hoe Noord-Holland Noord een rol kan spelen in de woningbehoefte

Nadere informatie

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG 1 Algemeen De uitbreiding van het plangebied met de locatie Boomsweg omvat deels een nieuwe ontwikkelingslocatie, Boomsweg 12, en deels het overnemen van

Nadere informatie

Een tak, die niet meebuigt met de wind, zal breken

Een tak, die niet meebuigt met de wind, zal breken Een tak, die niet meebuigt met de wind, zal breken Inhoudsopgave 1. Locatie 1 2. Omgeving 1 3. Park 2 3.1 Sfeer 2 3.2 Ecologische verbindingszone 2 3.3 Vakantiewoningen 3 3.4 Plattegrond 3 3.5 Wandelbrug

Nadere informatie