Voorspellen van sterfte bij zeer premature kinderen*
|
|
- Bernard Hendrickx
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Onderzoek Voorspellen van sterfte bij zeer premature kinderen* Ewoud Schuit, Chantal W.P.M. Hukkelhoven, Bradley N. Manktelow, Dimitri N.M. Papatsonis, Martin J.K. de Kleine, Elizabeth S. Draper, Ewout W. Steyerberg en Yvonne Vergouwe Doel Validatie in de Nederlandse situatie van 2 Britse prognostische modellen die het risico op ster f te voorspellen bij kinderen die zeer prematuur worden geboren. De kinderen zijn in leven bij het begin van de baring (model 1) of zijn opgenomen op de neonatale intensivecare-unit (NICU; model 2). Opzet Cohortstudie. Methode Alle kinderen met een Europese etniciteit die waren geboren na een zwangerschapsduur van weken in Nederland in de periode 1 januari december 2007 werden geïncludeerd. In totaal waren er kinderen in leven bij het begin van de baring, van wie werden opgenomen op de NICU. Sterfte was gedefinieerd als foetale sterfte of sterfte binnen 28 dagen na de geboorte (model 1) of neonatale sterfte vóór ontslag van de NICU (model 2). De prestaties van beide modellen werden bepaald op basis van kalibratie en discriminerend vermogen. Resultaten Van de kinderen die in leven waren bij het begin van de baring, overleden 2939 (16,7%) tijdens de baring of binnen 28 dagen. Van de op de NICU opgenomen kinderen overleden 908 (7,8%) vóór ontslag. Beide modellen hadden een goede kalibratie en een goed tot zeer goed discriminerend vermogen: de area under the receiver operating characteristic curve (AUC) was 0,92 voor model 1 en 0,82 voor model 2. Conclusie De 2 Britse modellen voorspelden het risico op sterfte goed voor Nederlandse zeer prematuur geboren kinderen. De modellen zijn gebaseerd op kenmerken die eenvoudig te bepalen zijn, zoals geslacht, zwangerschapsduur, geschatte geboortegewicht en pluraliteit van de zwangerschap, en kunnen behulpzaam zijn in de Nederlandse gynaecologische en neonatologische praktijk. *Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in Pediatrics (2012;129:e120-7) met als titel Prognostic models for stillbirth and neonatal death in very preterm birth: a validation study. Afgedrukt met toestemming. Erasmus MC, afd. Maatschappelijke gezondheidszorg, Rotterdam. E. Schuit, MSc, junior-onderzoeker; prof.dr. E.W. Steyerberg, klinisch besliskundige; dr. Y. Vergouwe, methodoloog. Stichting Perinatale Registratie Nederland, Utrecht. Dr. C.W.P.M. Hukkelhoven, epidemioloog. Universiteit van Leicester, afd. Gezondheidswetenschappen, Leicester, Verenigd Koninkrijk. Dr. B.N. Manktelow, statisticus; prof.dr. E.S. Draper, medisch bioloog. Amphia Ziekenhuis, afd. Obstetrie en Gynaecologie, Breda. Dr. D.N.M. Papatsonis, gynaecoloog. Máxima Medisch Centrum, afd. Neonatologie, Eindhoven. Dr. M.J.K. de Kleine, kinderarts-neonatoloog. Contactpersoon: dr. C.W.P.M. Hukkelhoven (chukkelhoven@perinatreg.nl). In ontwikkelde landen komt een derde tot de helft van de perinatale sterfte voor bij zeer prematuur geboren kinderen, dat wil zeggen: bij een zwangerschapsduur van 32 weken of minder. 1,2 Een goede schatting van het risico op perinatale sterfte kan clinici en ouders helpen te beslissen om te interveniëren in de zwangerschap en postnatale zorg in te zetten. Ook kan het een ondersteuning vormen voor behandelingsprotocollen en kan het worden gebruikt bij counseling van de ouders. In het Verenigd Koninkrijk zijn prognostische modellen ontwikkeld die de overlevingskans voorspellen voor zeer prematuur geboren kinderen, op basis van de zwangerschapsduur, het geboortegewicht, het geslacht, de etniciteit van het kind en de pluraliteit van de zwangerschap (eenling- vs. meerlingzwangerschap). De kinderen voor wie deze modellen zijn bedoeld, zijn kinderen die in leven zijn bij het begin van de baring of die zijn opgenomen op een neonatale intensivecare-unit (NICU). 3 Om de klinische toepassing te vereenvoudigen zijn de modellen omgezet in eenvoudige scorekaarten (figuur 1). 3 Deze scorekaarten werden voor het eerst gepubliceerd in 1999 en zijn destijds gebaseerd op data van kinderen geboren in de periode in de voormalige Trent-regio van het Verenigd Koninkrijk. In 2003 zijn de modellen geactualiseerd met behulp van data van kinderen geboren in de periode NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4846 1
2 d voorspelde overlevingskans (%) eenling meerling a b c FIGUUR 1 Scorekaart waarin de mediaan (95%-BI) van de voorspelde overlevingskans is af te lezen voor (a) Europese kinderen die in leven zijn bij het begin van de baring, (b) Europese jongens opgenomen op de neonatale intensivecare-unit (NICU) en (c) Europese meisjes opgenomen op de NICU. Een voorbeeld: een kind dat in leven was bij begin van de baring met een gewicht tussen 750 en 1000 g na een zwangerschapsduur van 26 weken heeft een overlevingskans van 73% (95%-BI: 69-77). Waardes boven het 90e percentiel staan voor kinderen die groot zijn voor de zwangerschapsduur en waardes onder het 10e percentiel vertegenwoordigen kinderen die klein zijn voor de zwangerschapsduur. (d) De tabel geeft aan hoe de overlevingskansen voor meerlingen corresponderen met de af te lezen overlevingskansen voor eenlingen. 2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4846
3 De Britse modellen kunnen ook waardevol zijn voor andere westerse landen. Aangezien verschillen in plaats (voormalige Trent-regio vs. Nederland) en tijd (2012 vs ) van invloed kunnen zijn op de validiteit van de modellen, testten we in deze studie de externe validiteit van de geactualiseerde modellen in een cohort Nederlandse kinderen geboren in de periode Methode Gegevensverzameling De modellen werden gevalideerd bij alle kinderen met een Europese etniciteit die waren geboren na een zwangerschapsduur van weken in Nederland in de periode 1 januari december 2007 en die waren geregistreerd in de Perinatale Registratie Nederland. 5 Deze registratie bevat gegevens van 98% van de vrouwen die zijn bevallen in Nederland en van 100% van de pasgeborenen die zijn opgenomen op een NICU. Kinderen met een zichtbare, mogelijk lethale congenitale afwijking werden uitgesloten. Uitkomstmaten Model 1 is van toepassing op kinderen die in leven zijn bij het begin van de baring en voorspelt foetale of neonatale sterfte binnen 28 dagen na de geboorte. Model 2 is bedoeld voor kinderen opgenomen op een NICU en voorspelt neonatale sterfte vóór ontslag van de NICU. De Britse prognostische modellen De predictoren in model 1 zijn de zwangerschapsduur, het foetale gewicht en de pluraliteit van de zwangerschap (zie figuur 1a). Model 2 bevat daarnaast ook het geslacht (zie figuur 1b en 1c). In Nederland wordt de zwangerschapsduur bepaald met echografie (93%) of aan de hand van de laatste menstruatie (7%). Het foetale gewicht is gedefinieerd als het verschil tussen het geobserveerde geboortegewicht en het gemiddelde geboortegewicht van kinderen met dezelfde zwangerschapsduur. Statistische analyse Slechts 0,3% van de data ontbrak; deze ontbrekende waarden werden via enkelvoudige imputatie geïmputeerd. 6 We bestudeerden de prestaties van beide modellen aan de hand van kalibratie en discriminatie. Kalibratie geeft weer of de geobserveerde proporties sterfte in een populatie overeenkomen met de sterfterisico s zoals voorspeld door het model. Met andere woorden: wanneer in een figuur de geobserveerde proportie sterfte op de y-as wordt gezet en het voorspelde risico op de x-as dan zou in het geval van perfecte kalibratie de relatie beschreven kunnen worden met de functie y = x, waarbij de geobserveerde proportie gelijk is aan het voorspelde risico. Zo n figuur wordt ook wel een kalibratieplot genoemd. 7 Discriminatie geeft het vermogen van het model weer om een kind dat overlijdt te onderscheiden van een kind dat blijft leven. Idealiter liggen voorspelde risico s voor kinderen die overlijden dicht bij 100% en voor kinderen die overleven dicht bij 0%. We analyseerden de discriminatie met de area under the receiver operating characteristic curve (AUC). In deze curve wordt de sensitiviteit uitgezet tegen 1 specificiteit. De AUC kan variëren tussen 0,5 (voorspellende waarde is gelijk aan het toeval) tot 1,0 (perfecte discriminatie). TABEL 1 Kenmerken van zeer prematuur geboren kinderen die in leven waren bij het begin van de baring in het Nederlandse validatiecohort (periode ) en in het ontwikkelingscohort van de voormalige Trent-regio (periode ) kenmerk validatiecohort (n = ) ontwikkelingscohort (n = 3793)* geslacht; n (%) 9833 (55,9) 2014 (53,1) 7716 (43,9) 1771 (46,7) onbekend 33 (0,2) 8 (0,2) zwangerschapsduur in weken; n (%) (7,0) 172 (4,5) (16,6) 817 (21,5) (76,4) 2804 (73,9) gemiddelde zwangerschapsduur (SD) 29,3 (2,8) 29,1 (2,7) geboortegewicht in gram; n (%) (3,2) 81 (2,1) (23,4 989 (26,1) (33,0) 1272 (33,5) (30,9) 1189 (31,3) (8,9) 237 (6,2) (0,4) 25 (0,7) onbekend 37 (0,2) 0 gemiddeld geboortegewicht (SD) 1342 (489) 1319 (469) NICU-opname; n (%) ja (65,9) 3585 (94,5) nee 6004 (34,1) 208 (5,5) pluraliteit zwangerschap; n (%) eenling (67,2) 2811 (74,1) meerling 5768 (32,8) 981 (25,9) onbekend 0 1 (0,0) leeftijd moeder in jaren; n (%) < (2,0) 437 (11,5) (13,7) 697 (18,4) (34,5) 1077 (28,4) (35,7) 967 (25,5) (14,2) 593 (15,6) onbekend 1 (0,0) 22 (0,6) gemiddelde leeftijd (SD) 30,4 (4,9) 28,0 (6,2) uitkomst kind; n (%) overleden 2939 (16,7) 590 (15,6) in leven (83,3) 3203 (84,4) NICU = neonatale intensivecare-unit * Alleen kinderen met een Europese etniciteit zijn vermeld. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4846 3
4 Resultaten In de periode waren kinderen bij een zwangerschapsduur van weken in leven aan het begin van de baring. Er werden 1449 kinderen uitgesloten vanwege mogelijk letale congenitale afwijkingen en 3796 kinderen vanwege een niet-europese etniciteit (mediterraan, Afrikaans, Hindoestaans, Aziatisch). Van de overige kinderen stierven 2939 (16,7%) in de foetale periode TABEL 2 Kenmerken van zeer prematuur geboren kinderen die waren opgenomen op een neonatale intensivecare-unit in het Nederlandse validatiecohort (periode ) en in het ontwikkelingscohort van de voormalige Trent-regio (periode ) kenmerk validatiecohort (n = ) ontwikkelingscohort (n = 3585)* of binnen 28 dagen na de geboorte en werden 6004 (34,1%) niet opgenomen op de NICU. Van de opgenomen kinderen stierven 908 (7,8%) vóór ontslag van de NICU. Kenmerken van de pasgeborenen De kenmerken van de Nederlandse kinderen (validatiecohort) en van de kinderen afkomstig uit de voormalige Trent-regio (ontwikkelingscohort) zijn weergegeven in tabel 1 en 2. In het algemeen waren de kenmerken vergelijkbaar. Het aantal moeders jonger dan 20 jaar was lager in Nederland dan in de voormalige Trent-regio (2 vs. 12%). Verder was het percentage kinderen opgenomen op de NICU lager in Nederland dan in de voormalige Trentregio (66 vs. 95). Tabel 3 toont de kenmerken van de overleden kinderen die in leven waren bij het begin van de baring of werden opgenomen op een NICU. geslacht; n (%) 6541 (56,5) 1905 (53,2) 5027 (43,5) 1673 (46,8) onbekend 10 (0,0) 7 (0,2) zwangerschapsduur in weken; n (%) (0,1) 53 (1,5) (17,3) 748 (20,9) (82,6) 2784 (77,7) gemiddelde zwangerschapsduur (SD) 29,6 (2,0) 29,4 (2,4) geboortegewicht in gram; n (%) (0,3) 26 (0,7) (21,6) 858 (23,9) (41,9) 1256 (35,0) (29,8) 1186 (33,1) (6,1) 235 (6,6) (0,2) 24 (0,7) onbekend 6 (0,0) 0 gemiddeld geboortegewicht (SD) 1347 (407) 1357 (448) Apgar-score na 5 min; n (%) (2,7) 83 (2,3) (10,6) 284 (7,9) (84,2) 3021 (84,3) onbekend 296 (2,6) 197 (5,5) pluraliteit zwangerschap; n (%) eenling 7889 (68,1) 2647 (73,9) meerling 3689 (1,9) 937 (26,1) onbekend 0 1 (0,0) leeftijd moeder in jaren; n (%) < (1,9) 409 (11,5) (14,0) 646 (18,1) (34,5) 1013 (28,4) (35,3) 931 (26,1) (14,3) 564 (15,8) onbekend 0 22 (0,6) gemiddelde leeftijd (SD) 30,4 (4,9) 28 (6,2) uitkomst kind; n (%) overleden 908 (7,8) 382 (10,7) in leven (92,2) 3203 (89,3) * Alleen kinderen met een Europese etniciteit zijn vermeld. TABEL 3 Kenmerken van kinderen die durante partu of in de neonatale periode stierven in het Nederlandse validatiecohort kenmerk in leven bij begin baring (n = 2939) opgenomen op NICU (n = 908) geslacht; n (%) 1685 (57,3) 570 (62,8) 1237 (42,1) 337 (37,1) onbekend 17 (0,6) 1 (0,1) zwangerschapsduur in weken; n (%) (41,4) 9 (1,0) (40,5) 516 (56,8) (18,2) 383 (42,2) gemiddelde zwangerschapsduur 24,9 (2,7) 27,3 (2,1) (SD) geboortegewicht in gram; n (%) (18,2) 19 (2,1) (64,0) 543 (59,8) (12,2) 265 (29,2) (3,8) 64 (7,0) (1,0) 15 (1,7) (0,1) 2 (0,2) onbekend 19 (0,6) 0 gemiddeld geboortegewicht (SD) 746 (349) 977 (346) NICU-opname; n (%) ja 782 (26,6) 908 (100) nee 2157 (73,4) 0 pluraliteit zwangerschap; n (%) eenling 2159 (73,5) 649 (71,5) meerling 780 (26,5) 259 (28,5) leeftijd moeder in jaren; n (%) < (2,4) 21 (2,3) (13,6) 126 (13,9) (32,2) 303 (33,4) (35,4) 322 (35,5) (16,3) 136 (15,0) gemiddelde leeftijd (SD) 30,5 (5,1) 30,4 (5,0) NICU = neonatale intensivecare-unit 4 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4846
5 Prestaties van de prognostische modellen De voorspelde sterfterisico s en de geobserveerde proporties overleden kinderen die in leven waren bij het begin van de baring, bleken goed vergelijkbaar (figuur 2a). De voorspelde hoge risico s waren iets te laag: een voorspeld sterfterisico van bijvoorbeeld 80% correspondeerde met een geobserveerde proportie sterfte van 90%. Toch waren het gemiddelde voorspelde risico en de geobserveerde proportie sterfte vergelijkbaar (respectievelijk 16 en 17%). Het discriminerend vermogen van model 1 was zeer goed met een AUC van 0,92. Dit wordt bevestigd door een verschil van 85% tussen de gemiddelden van de groep kinderen met het hoogste voorspelde risico (85%) en het laagste risico (0%). Voor de kinderen opgenomen op de NICU waren de voorspelde sterfterisico s goed verglijkbaar met de geobserveerde proporties (figuur 2b). Het gemiddelde voorspelde risico en de geobserveerde proportie neonatale sterfte waren gelijk (beide 8%). Het discriminerend vermogen van model 2 was goed (AUC: 0,82). geobserveerde proportie sterfte a 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0 0,0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 voorspeld sterfterisico Beschouwing In deze studie bepaalden we de generaliseerbaarheid van 2 Britse prognostische modellen. De modellen voorspellen het risico op sterfte voor zeer premature kinderen die in leven zijn bij het begin van de baring of die zijn opgenomen op de neonatale intensivecare-unit. De modellen waren eerder ontwikkeld op basis van Britse gegevens, verzameld in de periode Ze werden gevalideerd in een groot Nederlands cohort van kinderen geboren in de periode Omdat het Nederlandse cohort gegevens uit een recentere periode bevatte, is er sprake van zowel geografische als temporele validiteit. Model 1 voor zeer premature kinderen die in leven zijn bij het begin van de baring liet goede kalibratie en zeer goede discriminatie zien. De AUC was zeer hoog en vergelijkbaar met de AUC bij interne validatie van de Britse kinderen (0,92 vs. 0,91). Model 2 voor zeer prematuur geboren kinderen die opgenomen werden op een NICU was goed gekalibreerd met een goed discriminerend vermogen. De AUC was wel lager dan bij de interne validatie (0,82 vs. 0,89). Vergelijking Nederland en voormalige Trent-regio Het relatief lage aantal zeer premature kinderen dat in Nederland werd opgenomen op een NICU (66% in Nederland vs. 95% in de voormalige Trent-regio) hangt samen met het verschil in beleid tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk ten aanzien van de opname van extreem prematuur geboren kinderen (28 weken of jonger) op een NICU. 8 Het beleid in Nederland is conservatief vergele- geobserveerde proportie sterfte b 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0 0,0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 voorspeld sterfterisico FIGUUR 2 Calibratieplots. (a) Geobserveerde proporties kinderen die stierven durante partu of in de neonatale periode uitgezet tegen de voorspelde risico s op sterfte, voor kinderen die in leven waren bij het begin van de baring. (b) Geobserveerde proporties kinderen die als neonaat stierven uitgezet tegen de voorspelde risico s op sterfte, voor kinderen die opgenomen waren op de neonatale intensivecare-unit (NICU). De punten geven decielen weer met betrouwbaarheidsintervallen van kinderen met een vergelijkbaar voorspeld risico. De verdeling onderin de figuren geeft de verdeling weer van de kinderen die overleden (boven de lijn) en de kinderen die bleven leven (onder de lijn). NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4846 5
6 Leerpunten Eerder zijn 2 Britse prognostische modellen ontwikkeld om het risico op sterfte te voorspellen bij zeer prematuur geboren kinderen met een Europese etniciteit. Deze zijn bedoeld voor kinderen die in leven zijn bij het begin van de baring (model 1) of zijn opgenomen op de neonatale intensivecare-unit (NICU; model 2). Een prognostisch model dient gevalideerd te worden naar plaats en tijd om de prestatie voor een andere groep patiënten vast te stellen. De Britse predictiemodellen zijn gevalideerd in Nederland en voorspellen het sterfterisico bij zeer premature kinderen goed. De goede prestaties van de Britse modellen in de Nederlandse situatie wijzen erop dat ze behulpzaak kunnen zijn in de klinische praktijk. ken met andere landen, terwijl dat in de voormalige Trent-regio liberaler is. In de periode werden Nederlandse prematuur geboren kinderen opgenomen op een NICU bij een zwangerschapsduur van ten minste 25 weken of als zij een redelijke kans op overleving hadden. In het Verenigd Koninkrijk werden bijna alle prematuur geboren kinderen opgenomen op een NICU. Daarom zijn de Nederlandse kinderen op de NICU doorgaans in een betere conditie, wat zich vertaalt in hogere geboortegewichten voor de verschillende zwangerschapsduren. Dit verklaart ook de lagere sterfte bij prematuur geboren kinderen op de Nederlandse NICU s (8 vs. 11% in de voormalige Trent-regio). Klinische implicaties Informatie over het perinatale sterfterisico van zeer prematuur geboren kinderen kan belangrijk zijn om het effect van nieuwe behandelingen te bepalen, bij de ontwikkeling van behandelingsprotocollen en voor de counseling van de ouders. Prognostische modellen kunnen nuttig zijn bij klinisch onderzoek voor de identificatie van kinderen met een hoog of laag risico op een interventie en voor de risicobepaling in studies die ziekenhuizen vergelijken. 1,9 De prognostische modellen bevatten weinig kenmerken die bovendien eenvoudig te bepalen zijn. Hierdoor zijn ze goed bruikbaar in de dagelijkse klinische praktijk. Het voordeel van deze modellen is dat de kenmerken op een formele manier worden gecombineerd, waardoor het mogelijk is om het sterfterisico beter in te schatten. De modellen kunnen ondersteunen bij verschillende beslissingen, zoals het verrichten van een keizersnede, het overplaatsen van een patiënt naar een tertiair centrum met NICU-faciliteiten, het uitstellen van de baring, of het starten van een behandeling op de NICU. Ze zijn uitdrukkelijk bedoeld ter aanvulling van de klinische besluitvorming en niet ter vervanging van de arts. Beperkingen Onze studie heeft ook enkele beperkingen. De primaire uitkomst voor alle kinderen die in leven zijn bij het begin van de baring was in onze studie gedefinieerd als foetale sterfte of sterfte binnen 28 dagen na de geboorte, terwijl model 1 is ontwikkeld voor foetale en neonatale sterfte vóór ontslag van de NICU. Helaas is in de Perinatale Registratie Nederland overlijden vóór ontslag alleen geregistreerd voor kinderen die op een NICU zijn opgenomen. Aangezien kinderen die niet op een NICU worden opgenomen meestal een betere conditie hebben, is hun sterfterisico lager. We verwachten daarom dat de resultaten van onze studie minimaal beïnvloed zijn door verschillen in de definitie van de uitkomstmaat. Voor de validatie van de modellen is gebruikgemaakt van risicofactoren bepaald bij de geboorte. Om dit model in de praktijk te kunnen gebruiken, moeten de risicofactoren worden bepaald vlak vóór de geboorte. Het vaststellen van meerlingzwangerschappen met echografie vóór de geboorte is een betrouwbare methode. Het schatten van het foetale gewicht is daarentegen minder betrouwbaar door de variatie in de tijdspanne tussen het echografisch onderzoek en de bevalling. Naarmate de tijd tussen echografie en geboorte groter is, neemt de discrepantie tussen het geschatte gewicht en het werkelijke gewicht toe. Bovendien bestaat er een grote intra- en interbeoordelaarsvariatie voor het schatten van het foetale gewicht met echografie. 10 Met name bij kinderen met een laag geboortegewicht wordt het geboortegewicht stelselmatig te hoog geschat met echografie. 10 De Britse modellen zijn ontwikkeld voor kinderen van Europese en Aziatische afkomst. 3 Wij konden de modellen alleen valideren voor kinderen van Europese afkomst, omdat slechts een klein deel van onze populatie van Aziatische afkomst is. Recentelijk publiceerden de wetenschappelijke verenigingen van kinderartsen en gynaecologen de nieuwe richtlijn Perinataal beleid bij extreme vroeggeboorte. 11 Kern van deze richtlijn is dat er medisch-wetenschappelijke argumenten zijn om pasgeborenen met een zwangerschapsduur van 24 weken actief bij de geboorte op te vangen. Hierdoor is de overleving bij deze groep kinderen sterk toegenomen. Deze verandering van beleid is nog niet in de validatie van de Britse modellen meegenomen. Daarom wordt aanbevolen om de modellen voor extreem premature kinderen met een zwangerschapsduur van weken met voorzichtigheid toe te passen. 6 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4846
7 Conclusie De 2 Britse predictiemodellen die het risico op overlijden voorspellen bij zeer prematuur geboren kinderen bij het begin van de baring en bij opname op een neonatale intensivecare-unit, lieten goede geografische en temporele validiteit zien in een groot en recent cohort Nederlandse kinderen. De prognoses waren betrouwbaar, wat betekent dat deze modellen en de bijbehorende scorekaarten behulpzaam kunnen zijn in de Nederlandse klinische praktijk. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning voor dit artikel: het instituut waar B.N. Manktelow werkzaam is, ontving een beurs van de Primary Care Trusts van de regio s East Midlands en Yorkshire van het Verenigd Koninkrijk. Aanvaard op 21 mei 2012 Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A4846 > Meer op Literatuur 1 Dorling JS, Field DJ. Value and validity of neonatal disease severity scoring systems. Arch Dis Child Fetal Neonatal Ed. 2008;93:F Zeitlin J, Draper ES, Kollee L, et al. Differences in rates and short-term outcome of live births before 32 weeks of gestation in Europe in 2003: results from the MOSAIC cohort. Pediatrics. 2008;121:e Draper ES, Manktelow B, Field DJ, James D. Prediction of survival for preterm births by weight and gestational age: retrospective population based study. BMJ. 1999;319: Draper ES, Manktelow B, Field DJ, James D. Tables for predicting survival for preterm births are updated. BMJ. 2003;327: Perinatale Zorg in Nederland Utrecht: Stichting Perinatale Registratie Nederland; Donders AR, van der Heijden GJ, Stijnen T, Moons KG. Review: a gentle introduction to imputation of missing values. J Clin Epidemiol. 2006;59: Harrell FE. Regression modeling strategies: with applications to linear models, logistic regression, and survival analysis. 1st ed. New York: Springer; Draper ES, Zeitlin J, Fenton AC, et al. Investigating the variations in survival rates for very preterm infants in 10 European regions: the MOSAIC birth cohort. Arch Dis Child Fetal Neonatal Ed. 2009;94:F Manktelow BN, Draper ES, Field DJ. Predicting neonatal mortality among very preterm infants: a comparison of three versions of the CRIB score. Arch Dis Child Fetal Neonatal Ed. 2010;95:F Dudley NJ. A systematic review of the ultrasound estimation of fetal weight. Ultrasound Obstet Gynecol. 2005;25: De Laat MWM, Wiegerinck MM, Walther FJ, Boluyt N, Mol BWJ, van der Post JAM, et al. Richtijn Perinataal beleid bij extreme vroeggeboorte. Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A2701. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4846 7
Perinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland
Perinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland Anita CJ Ravelli, AMC afdeling Klinische Informatiekunde Mede namens: Martine Eskes, Jan Jaap HM Erwich, Hens AA Brouwers, Erna Kerkhof, Joris
Nadere informatie24 weken zwanger en dan? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst
24 weken zwanger en dan? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst Dr. J.J. Duvekot, gynaecoloog/perinatoloog Moeder en Kind Centrum subafdeling verloskunde en prenatale geneeskunde Erasmus MC, Rotterdam
Nadere informatieOpzet. Methode. Inleiding. Resultaten. Conclusie. Martine Eskes, Adja Waelput, Sicco Scherjon, Klasien Bergman en Anita Ravelli
Martine Eskes, Adja Waelput, Sicco Scherjon, Klasien Bergman en Anita Ravelli Een kwart van de aterme perinatale sterfte betreft SGA (
Nadere informatieNederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie RICHTLIJN. Verwijzing naar een perinatologich centrum Samenwerking tweede en derde lijn
NVOG Nederlandse Vereniging voor RICHTLIJN Verwijzing naar een perinatologich centrum Samenwerking tweede en derde lijn No 23 juni 1999 1 OMSCHRIJVING VAN HET PROBLEEM Er zijn geen formele landelijke afspraken
Nadere informatieCHAPTER 12. Samenvatting
CHAPTER 12 Samenvatting Samenvatting 177 In hoofdstuk 1 wordt een toegenomen overleving gerapporteerd van zeer vroeggeboren kinderen, gerelateerd aan enkele nieuwe interventies in de perinatologie. Uitkomsten
Nadere informatiemw.dr. J. Dijs-Elsinga (PRN), mw. C. de Vries (PRN) mw.dr. E. de Miranda (KNOV), mw.dr. A.C.J. Ravelli (AMC), dhr. P.
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2013
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.
Nadere informatieVrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte
Samenvatting Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte in vergelijking met vrouwen die zwanger zijn van een eenling. Ongeveer 5-9% van de eenlingen wordt te vroeg
Nadere informatiePerinatale Zorg in Nederland
Perinatale Zorg in Nederland 2002 Inhoud Proloog 5 Introductie 6 Leeswijzer 7 Hoofdstuk 1 Vrouwen bevallen in 2002 9 Tabel 1.1 Bevallen vrouwen naar eenling/meerling en pariteit in 2002 11 Tabel 1.2 Bevallen
Nadere informatiemw.dr. J. Dijs-Elsinga (PRN), mw. C. de Vries (PRN) mw.dr. E. de Miranda (KNOV), mw.dr. A.C.J. Ravelli (AMC), dhr. P.
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2010
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2009
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Stichting Perinatale Registratie Nederland Redactie dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J. Dijs-Elsinga (PRN), mw. A.M.
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2013
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Stichting Perinatale Registratie Nederland dhr.dr. H.A.A. Brouwers (NVK), dhr.prof.dr. H.W. Bruinse (NVOG), mw.dr. J.
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository) Risk factors and prognostic models for preterm birth. Schaaf, J.M. Link to publication
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Risk factors and prognostic models for preterm birth Schaaf, J.M. Link to publication Citation for published version (APA): Schaaf, J. M. (2013). Risk factors and
Nadere informatieObstetrie. Extreme vroeggeboorte van uw kind
Obstetrie Extreme vroeggeboorte van uw kind Inhoudsopgave 1. Vroege geboorte...4 2. Perinatologisch Centrum...5 Overplaatsing...5 3. Levenskansen en kwaliteit van leven...6 Risico s...7 4. Gesprek over
Nadere informatieAfname van de sterfte maar toename van de morbiditeit van zeer preterm geboren kinderen in een periode van tien jaar
Onderzoeken Afname van de sterfte maar toename van de morbiditeit van zeer preterm geboren kinderen in een periode van tien jaar Auteurs dr. M.J.K. de Kleine, kinderarts-neonatoloog, dr. A.L. den Ouden*,
Nadere informatiePerinatale Zorg in Nederland
Perinatale Zorg in Nederland 2001 Inhoud Proloog 3 Introductie 4 Hoofdstuk 1 Vrouwen bevallen in 2001 7 Hoofdstuk 2 Geboren kinderen 21 Hoofdstuk 3 Perinatale sterfte 33 Hoofdstuk 4 Foetale sterfte 37
Nadere informatieVoorbeeld Perinatale Audit 1
Voorbeeld Perinatale Audit 1 Doel Doel van de audits is om de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren door reflectie op het eigen handelen. Het uiteindelijke doel is een daling van de perinatale sterfte.
Nadere informatieStop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap.
Stop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap. Promovendi: Drs. Nina Molenaar, arts, Erasmus MC Marlies Brouwer, MSc, psycholoog, UU Projectleaders:
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2014
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Redactie Tabellen, figuren en bijlagen Perined mw.dr. J. Dijs-Elsinga (Perined), dhr.dr. F. Groenendaal (NVK), mw. A.M. van Huis (KNOV), mw.dr. E. de Miranda
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2016
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Perined Tabellen, figuren en bijlagen mw. drs. A.M. Arns-Schiere, mw. dr. A.E. van Dijk, mw. dr. J. Dijs-Elsinga, mw. drs. A. Henseler, mw. dr. C.W.P.M. Hukkelhoven,
Nadere informatieFactsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u
Factsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u Een globaal overzicht uit de perinatale registratie In Nederland worden gegevens over de perinatale zorg
Nadere informatieAfname van foetale en neonatale sterfte in Nederland
public health Afname van foetale en neonatale sterfte in Nederland Vergelijking met andere Euro-Peristat-landen in 2004 en 2010 Ashna D. Mohangoo, Chantal W.P.M. Hukkelhoven, Peter W. Achterberg, Patty
Nadere informatieDe medische ontwikkelingen op het grensvlak van levensvatbaarheid. Mirjam van Weissenbruch
De medische ontwikkelingen op het grensvlak van levensvatbaarheid Mirjam van Weissenbruch Agenda Inleiding Historisch perspectief Ontwikkelingen in de neonatologie De regels in Nederland Wat mag wel wat
Nadere informatieNederlandstalige samenvatting
Nederlandstalige samenvatting 147 Samenvatting 148 Nederlandstalige samenvatting Nederlandstalige samenvatting Achtergrond en doel van het onderzoek De keizersnede was oorspronkelijk bedoeld als noodprocedure
Nadere informatieInternationale positie van Nederlandse geboortezorg is verbeterd
Voor dit bericht geldt een embargo tot maandag 26 november 2018, 09.05 uur Utrecht, 26-11-2018 EURO-PERISTAT 2018 over cijfers uit 2015 Internationale positie van Nederlandse geboortezorg is verbeterd
Nadere informatieHet nagaan van het verloop van borstvoeding bij de pasgeborene
INFANT BREASTFEEDING ASSESSMENT TOOL (IBFAT) Matthews M.K. (1988) Developing an instrument to assess infant breastfeeding behavior in early neonatal period. Midwifery, 4, 154-165. Meetinstrument Afkorting
Nadere informatiePerinatale Zorg in in Nederland. 2007 Perinatal Care in in the the Netherlands
Perinatale Zorg in in Nederland Perinatal Care in in the the Netherlands Perinatale Zorg in Nederland 1 Inhoud Proloog 3 Samenvatting 5 Introductie 16 Leeswijzer 18 Hoofdstuk 1 Vrouwen bevallen in 21 Hoofdstuk
Nadere informatieBij medisch-wetenschappelijk onderzoek ontbreken
Stand van zaken Methodologie van onderzoek Rekenen met ontbrekende gegevens Ralph C.A. Rippe, Martin den Heijer en Saskia le Cessie Ontbrekende gegevens in medisch-wetenschappelijk onderzoek zijn soms
Nadere informatieStop or Go? TerugvalprevenBe training bij het begeleid ahouwen van anbdepressiva in de zwangerschap.
Stop or Go? TerugvalprevenBe training bij het begeleid ahouwen van anbdepressiva in de zwangerschap. Promovendi: Drs. Nina Molenaar, arts, Erasmus MC Marlies Brouwer, MSc, psycholoog, UU Projectleiders:
Nadere informatieSamenvatting. geweest als de gemaakte keuzes, namelijk opereren. Het model had daarom voor deze patiënten weinig toegevoegde waarde.
Klinische predictiemodellen combineren patiëntgegevens om de kans te voorspellen dat een ziekte aanwezig is (diagnose) of dat een bepaalde ziekte status zich zal voordoen (prognose). De voorspelde kans
Nadere informatieRichtlijn Perinataal beleid bij extreme vroeggeboorte
Richtlijnen Richtlijn Perinataal beleid bij extreme vroeggeboorte Monique W.M. de Laat, Melanie M. Wiegerinck, Frans J. Walther, Nicole Boluyt, Ben Willem J. Mol, Joris A.M. van der Post, Jan M.M. van
Nadere informatiePerinatale Zorg in Nederland. Perinatal Care in the Netherlands. Perinatale Zorg. in Nederland
Informatie Informatie uit de Perinatale Registratie kan schriftelijk worden aangevraagd bij de Stichting Perinatale Registratie Nederland. Een formulier voor een gegevensaanvraag, met vermelding van de
Nadere informatieBetreft: Perinatale Zorg in Nederland 2015
Betreft: Perinatale Zorg in Nederland Auteur Perined Tabellen, figuren en bijlagen mw.dr. A.E. van Dijk, mw.dr. J. Dijs-Elsinga, mevr.dr. E. de Miranda, Bestuur Perined: dhr. drs. J.H. Blaauw, dhr. dr.
Nadere informatienazorg-poli neonatale intensive care unit
nazorg-poli neonatale intensive care unit inleiding Door vroeggeboorte en/of problemen voorafgaand aan, of rondom de bevalling, verbleef uw kind op de Neonatale Intensive Care Unit (NICU) van ons ziekenhuis.
Nadere informatieVSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties
VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset
Nadere informatieGrootstedelijke perinatale gezondheid Aanvalsplan Perinatale Sterfte Rotterdam
Grootstedelijke perinatale gezondheid Aanvalsplan Perinatale Sterfte Rotterdam Eric A.P. Steegers, Verloskunde en Prenatale Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam Rotterdam circa 9000 zwangeren per jaar 5000
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en implicaties
Samenvatting, conclusies en implicaties Samenvatting, conclusies en implicaties Samenvatting Naar schatting 10 tot 15% van de paren met een kinderwens wordt geconfronteerd met subfertiliteit. Intrauteriene
Nadere informatieChapter 10. Samenvatting
Chapter 10 Samenvatting Samenvatting 149 Dit proefschrift richt zich op symptomen van neonatale adaptatie (NA) na blootstelling aan selectieve antidepressiva (SA) in utero. Deze symptomen zijn meestal
Nadere informatieOp de grens van levensvatbaarheid: Nederlands verwijsbeleid bij vroeggeboorte te terughoudend
oorspronkelijke stukken Op de grens van levensvatbaarheid: Nederlands verwijsbeleid bij vroeggeboorte te terughoudend J.A.Gerrits-Kuiper, R.de Heus, H.A.A.Brouwers, G.H.A.Visser, A.L.den Ouden en L.A.A.Kollée
Nadere informatieAddendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011. Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014
Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011 Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014 Uitgangsvraag: Leidt een rescue -behandeling met corticosteroïden
Nadere informatieNederlandse perinatale sterfte daalt
Concept persbericht 23052013 EMBARGO TOT MAANDAG 27 MEI 2013 00.01 UUR De internationale positie verbetert: Nederlandse perinatale sterfte daalt MAASTRICHT, 26 mei 2013 De perinatale sterfte (sterfte rond
Nadere informatieRichtlijn JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen
Richtlijn JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen Inleiding Aanleiding In Nederland werden in 2008 in totaal 13.649 kinderen (7,7% van alle pasgeborenen) te vroeg (zwangerschapsduur
Nadere informatieCRL voor datering zwangerschap: wat hebben we veranderd voor zwangeren?
CRL voor datering zwangerschap: wat hebben we veranderd voor zwangeren? Zoë Brugman, 1 e lijns verloskundige Dr. Astrid Merkx, verloskundige, AVM Bert Zeegers, arts, AVM Kennispoort Verloskunde 19-01-2018
Nadere informatieHerhaling hypertensieve aandoening tijdens zwangerschap*
Onderzoek Herhaling hypertensieve aandoening tijdens zwangerschap* Miriam F. van Oostwaard, Josje Langenveld, Rianne Bijloo, Kai Mee Wong, Irma Scholten, Stephanie Loix, Chantal W.P.M. Hukkelhoven, Yvonne
Nadere informatieBijkomende informatie bij het bestand 'geboortegegevens pasgeborene' (PATBIRTH)
BESTUUR VAN DE GEZONDHEIDSZORGEN DIRECTIE GEZONDHEIDSZORGBELEID M.K.G.-cel Contactpersoon: dr. C Hauzeur Geneesheer-inspecteur - diensthoofd : (02) 210.47.81 : (02) 210.47.91 : christiane.hauzeur@health.fgov.be
Nadere informatieNota. Verwijzing naar een perinatologisch centrum. Samenwerking tweede en derde lijn.
Nota Verwijzing naar een perinatologisch centrum. Samenwerking tweede en derde lijn. Dr. J.J. Duvekot, gynaecoloog, Erasmus MC, Rotterdam, namens de Otterlo Werkgroep en in samenwerking met de sectie Neonatologie
Nadere informatieProtocol Obesitas. 1.0 Definitie obesitas
Protocol Obesitas 1.0 Definitie obesitas Obesitas is een abnormale gezondheidstoestand waarbij er een overschot aan vetweefsel is. De meest gebruikte definitie is gebaseerd op de Quetelet-index of Body
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/66/9
Nadere informatieTiming van electieve keizersneden à terme
Timing van electieve keizersneden à terme Trends in Nederland Freke A. Wilmink, Chantal W.P.M. Hukkelhoven, Joris A.M. van der Post, Eric A.P. Steegers, Ben Willem J. Mol en Dimitri N.M. Papatsonis Doel
Nadere informatiePerinatale Zorg in Nederland Perinatal Care in the Netherlands
Perinatale Zorg in Nederland Perinatal Care in the Netherlands Perinatale Zorg in Nederland 1 Inhoud Proloog 3 Samenvatting 5 Introductie 16 Leeswijzer 18 Hoofdstuk 1 Vrouwen bevallen in 21 Hoofdstuk 2
Nadere informatieIN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte
IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte DEFINITIE: Vroeggeboorte: bevalling bij amenorroeduur < 37 weken Bij een zwangerschapsduur van meer dan 35 weken wordt het risico van belangrijke
Nadere informatiePraktijkanalyse LVR Verloskundig jaarverslag
Verloskundig jaarverslag 1580 S-HEERENBERG Datum: Peildatum: 25-11-2011 26-10-11 10:30 Perinatale Registratie De gegevens in dit werk zijn afkomstig uit de Perinatale Stichting Perinatale Registratie Nederland,
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting De groei en de ontwikkeling van diverse orgaansystemen en regelmechanismen in de foetus tijdens de periode in de baarmoeder worden verstoord door vroeggeboorte.
Nadere informatieFoetale sterfte. Hoofdstuk 4 PERISTAT II
l Tweelingen Percentage naar wijze van bevalling Vaginaal Keizersnede Spontaan Instrumenteel Totaal Gepland Spoed Totaal 42,0 6,4 48,4 -- -- 51,6 40,7 6,3 47,0 33,1 19,9 53,0 35,2 7,0 42,2 36,8 21,1 57,8
Nadere informatieVaccineren tegen Diarree; Wel of Niet? (of een beetje ) Patricia Bruijning-Verhagen
Vaccineren tegen Diarree; Wel of Niet? (of een beetje ) Patricia Bruijning-Verhagen Patient SEH, 10 uur s avonds Joanna, 20 maanden oud Verpleegkundige belt: bedreigd kind Bij binnenkomst: Lethargisch
Nadere informatieChapter 10. Samenvatting
Chapter 10 Samenvatting 1 Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrondinformatie van de relatie tussen intrauteriene groeivertraging, waarvan het lage geboortegewicht een uiting kan zijn, en de gevolgen in de
Nadere informatie3792_Jrvslg_bwwerk :22 Pagina 1. Perinatale Zorg in Nederland
3792_Jrvslg_bwwerk 24-11-2006 11:22 Pagina 1 Perinatale Zorg in Nederland 3792_Jrvslg_bwwerk 24-11-2006 11:22 Pagina 2 Inhoud Proloog 3 Samenvatting 4 Introductie 10 Leeswijzer 14 Colofon 15 Hoofdstuk
Nadere informatieInleiden bij 41 of 42 weken?
INDuction versus EXpectant management INDEX Inleiden bij 41 of 42 weken? Een overzicht van de evidence Judit Keulen MSc Esteriek de Miranda PhD Doel & vraagstelling INDEX Heranalyse van perinatale en maternale
Nadere informatieHet bepalen van de overlevingskansen
Het bepalen van de overlevingskansen van een kind met congenitale hernia diafragmatica Door: Dr Arno van Heijst, kinderarts-neonatoloog, Amalia Kinderziekenhuis-Radboudumc Nijmegen en Prof Dr Dick Tibboel,
Nadere informatieRegistratieformulier voor de gegevens rondom de zwangerschap en bevalling
Registratieformulier voor de gegevens rondom de zwangerschap en bevalling Beste collega, Hierbij treft u het registratieformulier aan voor de gegevens rondom de zwangerschap en bevalling van uw patiënte.
Nadere informatieZuurstof of niet bij reanimatie pasgeborene?
Zuurstof of niet bij reanimatie pasgeborene? 6e Nationale Reanimatie Congres Frank van den Dungen Kinderarts-neonatoloog Afd. IC Neonatologie VU medisch centrum NVK werkgroep Reanimatie Pasgeborenen INHOUD
Nadere informatieDr. Marijke C.Ph. Slieker-ten Hove. Bekkenfysiotherapeut
Naam Bekkenfysiotherapeut Titel proefschrift/thesis Samenvatting Dr. Marijke C.Ph. Slieker-ten Hove Ja Pelvic Floor Function and Disfunction in a general female population Algemeen Het hoofdonderwerp van
Nadere informatiePerinatale Zorg in Nederland. Perinatal Care in the Netherlands
Informatie Informatie uit de Perinatale Registratie kan schriftelijk worden aangevraagd bij de Stichting Perinatale Registratie Nederland. Een formulier voor een gegevensaanvraag, met vermelding van de
Nadere informatieInclusief levendgeboren kinderen, doodgeboren kinderen en afgebroken zwangerschappen.
Factsheet Aangeboren hartafwijkingen bij kinderen Cijfers en feiten Prevalentie Aangeboren hartafwijkingen betreffen aanlegstoornissen in de structuur van het hart en/of de grote vaten. De gemiddelde totale
Nadere informatieVoorspellen van dreigende vroeggeboorte door middel van bepaling van foetaal fibronectine in vaginaal vocht
Onderzoek Voorspellen van dreigende vroeggeboorte door middel van bepaling van foetaal fibronectine in vaginaal vocht Femke F. Wilms, Giel van Stralen, Martina M. Porath, Dimitri N.M. Papatsonis, S. Guid
Nadere informatieBiomerkers van effect bij het kind gebiedsvergelijking. Ruwe gegevens (niet gecorrigeerd voor confounders)
Biomerkers van effect bij het kind svergelijking Ruwe gegevens (niet gecorrigeerd voor confounders) De statistische analyse van de gegevens gebeurt op verschillende wijze, al naargelang het gaat om een
Nadere informatieProvinciale verschillen in perinatale sterfte en reistijd tot ziekenhuis
Onderzoek Provinciale verschillen in perinatale sterfte en reistijd tot ziekenhuis Anita C.J. Ravelli, Greta C. Rijninks-van Driel, Jan Jaap H.M. Erwich, Ben Willem J. Mol, Hens A.A. Brouwers, Ameen Abu
Nadere informatieGyPsy screening. Detectie en zorgtoeleiding van zwangeren met psychopathologie en psychosociale problematiek
GyPsy screening Detectie en zorgtoeleiding van zwangeren met psychopathologie en psychosociale problematiek Chantal Quispel Promovenda Verloskunde & Gynaecologie en Psychiatrie Conferentie Kennispoort
Nadere informatieHoge perinatale sterfte in Nederland vergeleken met andere Europese landen: de Peristat-II-studie
oorspronkelijke stukken Hoge perinatale sterfte in Nederland vergeleken met andere Europese landen: de Peristat-II-studie A.D.Mohangoo, S.E.Buitendijk, C.W.P.M.Hukkelhoven, A.C.J.Ravelli, G.C.Rijninks-van
Nadere informatieMedicalisering van de partus:
Medicalisering van de partus: Gevolgen voor de borstvoeding Rob Hardeman Klinisch verloskundige Ziekenhuis Rivierenland Tiel "Borstvoeding loont" 7-10-2008 Medicaliseren van de partus Actief ingrijpen
Nadere informatiePerinatale sterfteverschillen in Amsterdam
Onderzoek Perinatale sterfteverschillen in Amsterdam Anita C.J. Ravelli, Eric A.P. Steegers, Greta C. Rijninks-van Driel, Ameen Abu-Hanna, Martine Eskes, Arnoud P. Verhoeff, Simone E. Buitendijk, Karien
Nadere informatieProbably not important
Probably not important Definitie counseling Laagdrempelige vorm van (emotionele) hulpverlening Letterlijk: raadgeven Het doel van counseling is het helpen van mensen bij: Het oplossen of hanteren van problemen
Nadere informatieHet Euro-Peristat-project
Hoofdstuk 1 Het Euro-Peristat-project Frank Muller, Nijmegen Ashna Mohangoo, Simone Buitendijk, Anita Ravelli, Chantal Hukkelhoven, Greta Rijninks-van Driel, Pieter Tamminga en Jan Nijhuis Op 11 december
Nadere informatie1 ½ lijns geboortezorg;
1 ½ lijns geboortezorg; Evidentie in het Geboortecentrum Sophia Health and logistics congres 13 oktober 2011 Hanneke de Graaf Directeur Geboortecentrum Sophia en Onderzoeker Geboortezorg Erasmus MC 1 Wat
Nadere informatiePerinatale Zorg in Nederland. Perinatal Care in the Netherlands. Perinatale Zorg in Nederland
Informatie Informatie uit de Perinatale Registratie kan schriftelijk worden aangevraagd bij de Stichting Perinatale Registratie Nederland. Een formulier voor een gegevensaanvraag, met vermelding van de
Nadere informatieSamenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2
Samenvatting 125 Samenvatting Hoofdstuk 1 Gedurende de laatste 20 jaar is binnen de IVF de aandacht voornamelijk uitgegaan naar de verbetering van zwangerschapsresultaten. Hierdoor is er te weinig aandacht
Nadere informatiedevelopment of sucking patterns in preterm infants
9 Samenvatting 123 Dit proefschrift gaat over de ontwikkeling van zuigpatronen bij premature pasgeborenen. Deze baby s hebben vaak problemen met het leren drinken uit de borst of de fles en het is niet
Nadere informatieAfwachtend beleid bij subfertiele paren met een goede kans op natuurlijke conceptie
SAMENVATTING Afwachtend beleid bij subfertiele paren met een goede kans op natuurlijke conceptie Een paar is subfertiel als er na een jaar onbeschermde geslachtsgemeenschap geen zwangerschap optreedt.
Nadere informatieTabaksontmoediging en perinatale gezondheid*
roken Tabaksontmoediging en perinatale gezondheid* Myrthe J. Peelen, Aziz Sheikh, Marjolein Kok, Petra Hajenius, Luc J. Zimmermann, Boris W. Kramer, Chantal W. Hukkelhoven, Irwin K. Reiss, Ben W. Mol en
Nadere informatieNeonatale uitkomsten. Hoofdstuk 5 PERISTAT II
causaliteit. Ook is de mogelijkheid om hypothesen te genereren beperkt, omdat de sterfte niet wordt afgezet tegen risicofactoren als leeftijd, pariteit en etniciteit. Nederland zit aan de hoge kant van
Nadere informatieKinderneurologie.eu. Neonatale invasieve candida infectie.
Neonatale invasieve candida infectie Wat is een neonatale invasieve candida infectie? Een neonatale invasieve candida infectie is een infectie bij pasgeboren baby (vaak een baby die te vroeg geboren is)
Nadere informatieFoto: v.l.n.r. dr. Anke Thaens, dr. Tinne Mesens en dr. Caroline Van Holsbeke. 6 Ziekenhuis Oost-Limburg ZOLarium 2018 nr. 68
Dr. Caroline Van Holsbeke, gynaecoloog: Als je beslist om een baby te vroeg op de wereld te zetten, moet je dit in de best mogelijke omstandigheden laten gebeuren. Foto: v.l.n.r. dr. Anke Thaens, dr. Tinne
Nadere informatieMeerlingen en IVF. Petra De Sutter Gent/UZGent
Meerlingen en IVF Petra De Sutter Gent/UZGent Petra.desutter@uzgent.be Tweelingen en Drielingen: Engeland en Wales en Frankrijk 1970-1998 Twins Triplets Blondel & Kaminski 2002. Semin 2 Perinatol 26:239-49.
Nadere informatieTriage Risk Screening Tool (TRST)
Triage Risk Screening Tool (TRST) Meldon (2003) Meetinstrument Triage Risk Screening Tool Afkorting TRST Auteur Meldon Onderwerp Functionele, mentale, psychosociale beoordeling Doelstellingen Meten van
Nadere informatieCitation for published version (APA): Wiegerinck, M. M. J. (2018). Evaluating perinatal outcomes in different levels of care
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Evaluating perinatal outcomes in different levels of care Wiegerinck, M.M.J. Link to publication Citation for published version (APA): Wiegerinck, M. M. J. (2018).
Nadere informatieNederlandstalige samenvatting
9 Nederlandstalige samenvatting 120 Hoofdstuk 9 SAMENVATTING De meest gunstige positie bij de vaginale geboorte van een baby is de achterhoofdsligging, waarbij het foetale hoofd met de kleinste diameter
Nadere informatieGeboortezorg Vrouw Moeder Kind-centrum van Máxima Medisch Centrum. Kwaliteit en tevredenheid in beeld
Geboortezorg Vrouw Moeder Kind-centrum van Máxima Medisch Centrum Kwaliteit en tevredenheid in beeld Bronnen: de Verloskundige Onderlinge Kwaliteits Spiegeling (VOKS) en de Nederlandse Vereniging voor
Nadere informatieTweelingen in de groei
Tweelingen in de groei Henriëtte A. Delemarre-van de Waal Zoals bekend ontstaat een twee-eiige tweeling wanneer tegelijkertijd twee eicellen worden bevrucht door twee zaadcellen. Beide embryo s hebben
Nadere informatieKANSVERHOUDINGEN FOETO- INFANTIELE STERFTE
/ Rapport cijfers KANSVERHOUDINGEN FOETO- INFANTIELE STERFTE Vlaams Gewest 2013-2014 / 3.07.2017 3.07.2017 Kansverhoudingen foeto-infantiele sterfte 1/19 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20953 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Bruine, Francisca Teresa de Title: Advanced MR brain imaging in preterm infants
Nadere informatieMortaliteit en morbiditeit van aterme pasgeborenen op de neonatale intensivecareunit in de regio Utrecht
Onderzoek Mortaliteit en morbiditeit van aterme pasgeborenen op de neonatale intensivecareunit in de regio Utrecht Annemieke C.C. Evers, Jeanette van Leeuwen, Anneke Kwee, Hens A.A. Brouwers, Corine Koopman-Esseboom,
Nadere informatieRetinopathie (ROP) bij te vroeg geboren kinderen. Oogheelkunde
Retinopathie (ROP) bij te vroeg geboren kinderen Oogheelkunde Wat is prematuren retinopathie? Prematuren retinopathie (ROP) is een aandoening die kan ontstaan in het netvlies van te vroeg geboren kinderen.
Nadere informatieAngst voor de pijn. Prof. dr. Arie Franx. Pre-eclampsia and cardiovascular disease. Kennispoort Verloskunde, 3 februari 2012
Angst voor de pijn Pre-eclampsia and cardiovascular disease Kennispoort Verloskunde, 3 februari 2012 Prof. dr. Arie Franx Overdracht van 1 e naar 2 e lijn voor sedatie/pijnbestrijding Nederland 2001-2010,
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15
Nadere informatieEvaluatie van vijf jaar stuitbevallingen in het OLVG Amsterdam: een retrospectieve cohortstudie
Evaluatie van vijf jaar stuitbevallingen in het OLVG Amsterdam: een retrospectieve cohortstudie Marina R. Schoonhoven*, Catherine M.W. de Sonnaville*, Tjitske R. Zaat, Billy van Gils, Leonie E. van Rheenen-Flach,
Nadere informatieVroegtijdige weeën en dreigende vroeggeboorte
Vroegtijdige weeën en dreigende vroeggeboorte Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Vroegtijdige weeën 1 Vroegtijdig gebroken vliezen 1 Oorzaken voor een vroegtijdige bevalling 2 Behandeling
Nadere informatieIsala Vrouw-kindcentrum
Isala Vrouw-kindcentrum Terugkomdag NICU AABR neonatale gehoorscreening Auteur: K.S de Graaff-Korf Datum: 17 januari 2018 Isala Vrouw-kindcentrum Welkom! AMC VUMC SKZ WKZ AZN MMC LUMC / JKZ UMCG AZM Isala
Nadere informatieInduction of Labor versus Expectant management in women with Preterm Prelabor Rupture of Membranes between 34 and 37 weeks
Induction of Labor versus Expectant management in women with Preterm Prelabor Rupture of Membranes between 34 and 37 weeks David van der Ham namens de PPROMEXIL projectgroep ISRCTN 29313500 ZonMW projectnummer:
Nadere informatiePerined voor VSV s en hun bestuurders. still a continuing story
Perined voor VSV s en hun bestuurders still a continuing story meten enbespreken ondersteuning met informatie ondersteuning bijinformatie-uitwisseling ondersteuning bijgegevensverwerking Privacy?! Perined
Nadere informatie