PROJECTPLAN Natuurvriendelijke oever Kouwe Faart (Koude Vaart)

Transcriptie

1 PROJECTPLAN Natuurvriendelijke oever Kouwe Faart (Koude Vaart) (besluit tot aanleg of wijziging van een waterstaatswerk; artikel 5.4 Waterwet) Datum : September 2014 Cluster : Projecten OW nummer : OW Auteur : I. S. Boonstra WFN WFN

2 Inhoud 1. Aanleiding en doel Ligging en begrenzing plangebied Beschrijving van de waterstaatswerken Overige werken Beschikbaarheid gronden Effecten van het plan Wijze waarop het werk wordt uitgevoerd Te treffen voorzieningen Beperken nadelige gevolgen van het plan Beperken nadelige gevolgen van de uitvoering Financieel nadeel Legger, beheer en onderhoud Legger Beheer en onderhoud Procedure Algemeen Inspraak Bijlagen Bijlage Bijlage Bijlage Pagina 2

3 1. Aanleiding en doel Het waterschap heeft zich in het Waterbeheerplan van 2010 vastgelegd op de uitvoering van een groot aantal inrichtingsmaatregelen om de ecologische waterkwaliteit in haar beheersgebied te verbeteren en de waterbergingsmogelijkheden te vergroten. Dit zijn geen vrijblijvende inrichtingsmaatregelen; ze zijn aan de EU gerapporteerd in het kader van de uitvoering van de Kader Richtlijn Water (KRW). Uitvoering van deze maatregelen is wettelijk verplicht. Voor Noord-Friesland boven de lijn van het van Harinxmakanaal en de Dokkumer Ee, betekent dit onder meer de realisatie van minimaal 100 ha waterberging en 14 km natuurvriendelijke oevers langs de zogenaamde zwak brakke polderkanalen, te realiseren vóór De insteek is om overal waar dit fysiek en kostentechnisch mogelijk is zoveel mogelijk natuurvriendelijke oevers aan te leggen langs de zwak brakke polderkanalen. Het huidige streven daarbij is inrichting van minimaal 50% van de oevers, of alle oevers langs één kant. Wetterskip Fryslân heeft in het Waterbeheerplan vastgelegd om de ecologische waterkwaliteit te verbeteren en te vergroten in de aangewezen waterlichamen. De Kouwe Faart is aangewezen als waterlichaam type M10, zwak brakke polderwateren. Bij gemaal H.G. Miedema, aan de noordkant van de Kouwe Faart, wordt een vispassage aangelegd. Deze passage moet het onder meer mogelijk maken dat kleine glasaaltjes en driedoornige stekelbaarzen van zee naar het achterland kunnen trekken. Het gemaal is op dit moment één van de belangrijkste knelpunten voor trek van vis van zout naar zoet, en visa versa. In het bijzonder geldt dit voor glasaal en de driedoornige stekelbaars van de Waddenzee naar de binnenwateren, maar ook van de schieraal van de boezem naar de Waddenzee. De vis komt via de vispassage in de Kouwe Faart. Nadat de glasaaltjes en stekelbaarzen in grote aantallen via het gemaal naar binnen zijn gekomen moeten zij trek- en schuilmogelijkheden hebben om niet gelijk allemaal opgegeten te worden door grotere vissen. Een groot, zo niet het grootste, deel van de ingetrokken glasaal en driedoornige stekelbaars trekt verder het binnenland in via de Kouwe Faart. Dat betekent dat de Kouwe Faart deze schuil- en trekmogelijkheden moet bieden. Op dit moment is de Kouwe Faart nog een kale bak, aan weerzijden beschoeid, met vrijwel geen schuilmogelijkheden. De aanleg van natuurvriendelijke oevers waar riet en andere waterplanten in groeien biedt de meest optimale schuil- en trekmogelijkheden. Dat betekent wel dat ze dan over de hele lengte langs minimaal één kant moeten worden aangelegd. Hoofddoelstelling -Het aanleggen van een natuurvriendelijke oever in het aangewezen waterlichaam Kouwe Faart, en daarmee het verbeteren van de ecologische waterkwaliteit van deze vaart. - Het verbeteren van de vismigratie en de realisatie van paai- en opgroeiplaatsen tussen de Waddenzee en het deelwatersysteem Zwarte Haan en hiermee indirect met de Friese Boezem. Nevendoelstellingen Door het landinwaarts verplaatsen van de oever en het inrichten van stukjes grond als plas-dras gebied worden de volgende beleid- en gebiedsdoelstellingen gerealiseerd: - Beleidsdoelstelling Wetterskip Fryslân en provincie Fryslân Uitbreiding bergingsmogelijkheden op de Friese Boezem en deelsystemen (MP 2010 t/m 2014). Door Pagina 3

4 het landinwaarts verplaatsen van de oever wordt er ca. 1,5 hectare bergingsoppervlak aan het watersysteem Zwarte Haan toegevoegd. - Duurzaamheiddoelstelling Gemeente Het Bildt: het realiseren van een duurzaam ingerichte oever langs de Kouwe Faart. Op basis van artikel 5.4 Waterwet( 1 ) stelt Wetterskip Fryslân als waterbeheerder een projectplan vast bij de aanleg of wijziging van waterstaatswerken. Het projectplan is een besluit in de zin van artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht (AWB). In het besluit vindt belangenafweging plaats en wordt rechtsbescherming geboden aan belanghebbenden. Het ontwerpbesluit (ontwerpprojectplan) is door het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân in de vergadering van 17 juni 2014 inspraakrijp verklaard. Daarna wordt het ter inzage gelegd van In dit projectplan wordt het volgende uiteengezet: Ligging en begrenzing van het plangebied (2),, Beschrijving van de waterstaatswerken(3), Beschikbaarheid gronden (4), Overige werken (5), Effecten van het plan (6), Wijze waarop het werk wordt uitgevoerd (7), Te treffen voorzieningen (8), Legger ( 2 ) beheer en onderhoud (9), Procedure (10). Dit project maakt deel uit van het Programma Ruim baan voor vissen, een programma van de vier noordelijke waterschappen met de doelstelling de vis in en uittrek tussen de Friese Boezem en de Waddenzee te verbeteren. 2. Ligging en begrenzing plangebied De in dit projectplan beschreven werkzaamheden vinden plaats op of nabij de kadestraal bekende percelen, welke in onderstaande tabel zijn vermeld. ANA02E 21 ANA02E 285 JCB00D 621 JCB00D 659 JCB00D 1059 ANA02F 60 ANA02E 288 JCB00D630 JCB00D 708 ANA02F 61 JCB00D 569 JCB00D 634 JCB00D 740 ANA02F 62 JCB00D 584 JCB00D 656 JCB00D 771 ANA02F 63 JCB00D 587 JCB00D 657 JCB00D 772 ANA02F 64 JCB00D 589 JCB00D 652 JCB00D 785 JCB00D208 JCB00D 590 JCB00D 658 JCB00D 1058 Artikel 5.4 Waterwet: 1. De aanleg of wijziging van een waterstaatswerk door of vanwege de beheerder geschiedt overeenkomstig een daartoe door hem vast te stellen projectplan. Met de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk wordt gelijkgesteld de uitvoering van een werk tot beïnvloeding van een grondwaterlichaam. Het plan bevat tenminste een beschrijving van het betrokken werk en de wijze waarop dat zal worden uitgevoerd, alsmede een beschrijving van de te treffen voorzieningen, gericht op het ongedaan maken of beperken van de nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk. 2. De legger (kunstwerken) is een besluit vanwege een waterschap waarin voor waterstaatswerken aangegeven wordt wie onderhoudsplichtig is en wat de onderhoudsplicht omvat. Pagina 4

5 3. Beschrijving van de waterstaatswerken Het doel van het project is het aanleggen van een natuurvriendelijke oever in de Kouwe Faart ten behoeve van de verbetering van de kwaliteit van het water en voor de migratie van vis. In de planvormingsfase van dit project is er gezocht naar een oplossingsrichting waarbij het benodigde ruimtebeslag op de landbouwgrond zo laag mogelijk is, in verhouding tot maatschappelijk aanvaardbare kosten. Er zijn een aantal varianten nader onderzocht: -1) De aanleg van de oever aan de westzijde van de vaart -2) De aanleg van de oever aan de oostzijde van de vaart -3) Aanleg van de oever in de vaart -4) Combinaties van deze varianten Figuur 1). Overzichtsfoto van de Kouwe Faart. In rood is sectie 1, groen sectie 2 en blauw sectie 3 aangegeven. Beperkende factoren voor de aanleg van een oever zijn de aanwezigheid van een fietspad aan de oostzijde van de vaart, bij sectie 1 (gemaal Miedema-Oude Bilddijk) en van een weg langs de Kouwe Pagina 5

6 Faart bij de overige secties. Ook is een randvoorwaarde dat de kwaliteit van de waterhuishouding in het watersysteem Zwarte Haan niet mag verslechteren door de aanleg van de natuurvriendelijke oever. Omwille van deze laatste reden is de variant met de aanleg van de oever in de vaart afgevallen: de aanleg van een natuurvriendelijke oever in de vaart, d.m.v. het plaatsen van een damwand of beschoeiing in de vaart zou het doorstroomprofiel zodanig verkleinen dat de afvoer van het water via de Kouwe Faart zou verminderen. Dit kan bij extreme neerslag zorgen voor overlast achter in de polder. Per sectie is verder gekeken naar de mogelijkheid om de oever aan te leggen met een zo klein mogelijk ruimte beslag, wat betreft de benodigde landbouwgrond, waarbij de functionaliteit van de natuurvriendelijke oever nog wel gewaarborgd is. Alles afwegende wordt er gekozen voor variant 4: De combinatie van verschillende varianten. Deze voorkeursvariant van de aan te leggen- of te wijzigen waterstaatswerken wordt hierna beschreven. Het totale tracé is in drie secties te verdelen (zie figuur 1). Per sectie is beschreven: de bestaande situatie, de toekomstige situatie en de motivatie en toelichting van de variantenkeuze. 3.1 sectie 1. Vanaf gemaal H.G. Miedema tot aan Oude Bildtdijk Deze sectie wordt begrensd aan de noordzijde door Gemaal H.G. Miedema ( Zwarte Haan en aan de zuidzijde door de kruising van de Vaart met de Oude Bildtdijk. De totale lengte van deze sectie bedraagt ca m. Figuur 2) Gemaal Miedema tot Oude Bildtdijk. In het rood is de natuurvriendelijke oever aangegeven. Pagina 6

7 3.1.1 Bestaande situatie -De oevers zijn aan beide zijden beschoeid. Er is sprake van enige natuurlijke begroeiing aan de oostzijde van de vaart, tussen de beschoeiing en het fietspad. -Aan de oostzijde van de vaart ligt een fietspad -Het perceel aan de zuidwestzijde is in gebruik als grasland Nieuwe situatie Het perceel aan de oostzijde, met daarop het fietspad, kadastraal bekend als ANA02E 285, zal worden verlaagd, vanaf de noordzijde van het perceel tot aan de bocht richting het oosten, aan de zuidzijde van deze sectie. Tussen de bestaande beschoeiing en het fietspad wordt een 3 meter brede strook met een nat profiel aangelegd. Figuur 3). Doorsnede met daarin het huidige profiel (rood) en het nieuwe profiel (Zwart) Het profiel wordt als volgt: -verwijderen schotten van de beschoeiing en het invlechten van wiepen(ᶟ) tussen de huidige palen, tot vlak boven de waterlijn. -Het aanleggen van een natte zone, op ca NAP. -Het aanleggen van een 1:2 talud vanaf de waterbodem tot 0.00 NAP. -Het verlagen van het huidige fietspad op een hoogte van 0.00 NAP. -Het talud en aan weerszijden van het fietspad wordt het ingezaaid met graszaad -Onderwater zal zich vegetatie vormen (riet, waterplanten) welke geschikt is voor schuil en trek mogelijkheden voor vis. Het perceel aan de zuidwestzijde, kadastraal bekend als JCB , zal gedeeltelijk worden afgegraven op verschillende niveaus onder water. Hierdoor zal er een gevarieerde vegetatie ontwikkelen, en ontstaat er een rust en paai plaats voor vissen. 3 Een wiep is een rol van rijshout, machinaal omwikkeld met touw. Pagina 7

8 Motivatie en toelichting Er is gekozen voor een aanleg aan de oostzijde van de vaart, langs het fietspad, vanaf de noordzijde van het perceel tot aan de bocht richting het oosten, aan de zuidzijde van deze sectie. Dit is met een rode lijn op de foto (figuur 2) aangegeven. Door het fietspad te verlagen is het mogelijk om een voldoende brede strook voor de natuurvriendelijke oever aan te leggen. Het voordeel van deze variant is dat er hierdoor geen landbouwgrond aangekocht en ingezet hoeft te worden. In het zuidelijkste deel wordt een perceel ingezet wat al in eigendom van het Wetterskip is. Dit perceel is op dit moment in gebruik als grasland. 3.2 Sectie 2. Traject vanaf kruising Oude Bildtdijk tot kruising Middelweg Het traject wordt begrensd aan de noordzijde door de kruising met de Oude Bildtdijk en aan de zuidzijde door de kruising van de Vaart met de Middelweg. De totale lengte van het tracé bedraagt ca m. Aan de oostzijde van de vaart loopt de koude weg. Figuur 4). Sectie 2 Oude Bildtdijk-Middelweg. De rode markeringen geven de natuurvriendelijke oevers en percelen aan, de blauwe pijltjes de aan te leggen duikers onder de Koude Dijk. Pagina 8

9 3.2.1 Bestaande situatie -De oevers zijn aan beide zijden beschoeid. Er is geen noemenswaardige begroeiing aanwezig. -Aan de oostzijde van de vaart ligt de Koude weg, een asfalt weg -Het perceel aan de noord00stzijde is in gebruik als grasland -De parallel sloot naast de Koude Weg ter hoogte van de percelen heeft een huidige breedte van ca. 2 meter Nieuwe situatie -Het perceel aan de noordoostzijde van deze sectie, kadastraal bekend als JCB00D 621 zal gedeeltelijk worden afgegraven op verschillende niveaus. Hierdoor zal er een gevarieerde vegetatie ontwikkelen, en ontstaat er een rust en paai plaats voor vissen. Tevens dient dit als lokmiddel voor de vis voor de parallelsloot. -Er worden duikers onder de Koude Weg aangelegd van dit perceel naar de parallel sloot. -De parallel sloot aan de Koude weg ter hoogte van de percelen ANA02F 60, 61, 62, 63 en 64 wordt verbreed tot 3 meter. Het talud wordt geprofileerd volgens het huidige aanwezige profiel. Zie figuur 5. Figuur 5). Doorsnede inrichting parallel sloot. Rood is het huidige profiel, in zwart is het nieuwe profiel aangegeven. -Inrichting natuurvriendelijke oever aan de westzijde, ter hoogte van de percelen kadastraal bekend als JCB00D 565, 567, 584,587, 589, 590 en 708. De totale lengte bedraagt ca. 850 meter Het profiel wordt als volgt: -verstevigen van de huidige schotten van de beschoeiing. De hoogte van de beschoeiing wordt verlaagd tot op het waterpeil. -Het aanleggen van een onderwatertalud, oplopend van NAP bij de beschoeiing tot NAP op 3 meter afstand van de beschoeiing. -Het aanleggen van een 1:2 talud vanaf de waterlijn (3 meter binnen de beschoeiing)tot het huidige maaiveld. -De totaal benodigde breedte voor de oever is, afhankelijk van de drooglegging (de hoogte ten opzichte van de waterlijn) ca. 6 tot 7 meter vanaf de huidige beschoeiing. Pagina 9

10 -Onderwater zal zich een vegetatie vormen (riet, waterplanten) welke geschikt is voor schuil en trek mogelijkheden voor vis. Figuur 6). Doorsnede inrichting natuurvriendelijke oever aan de westzijde. Rood is het huidige profiel, in zwart is het nieuwe profiel aangegeven. Motivatie en toelichting Er is geen mogelijkheid om de oever van de koude weg, aan de oostzijde van de Kouwe Faart, in te richten als natuurvriendelijke oever; daar is hier geen ruimte voor. Er is gekozen voor de inzet van een perceel aan de noordzijde, in eigendom van Wetterskip Fryslân, wat ingericht gaat worden als een rust en paaiplaats voor vissen. Vervolgens wordt vanaf dit perceel de parallelsloot toegankelijk gemaakt voor vissen door middel van duikers onder de Kouwe Weg door, en wordt de parallel sloot verbreed en ingericht als een migratieroute voor vis. De vis wordt door de inzet van het hiervoor genoemde perceel de parallelsloot in gelokt. Zonder de inzet van dit perceel zal dit niet functioneren: de vis zal niet via de duiker de sloot in gaan. De parallel sloten worden op twee plaatsen onderbroken door dammen: de sloten zullen worden verbonden door middel van duikers. Na circa 800 meter eindigt deze sloot, en worden duikers onder de weg aangelegd zodat de vissen weer in de Kouwe Faart kunnen komen. Vanaf dit punt wordt er een natuurvriendelijke oever gerealiseerd aan de westzijde. Andere alternatieven zijn hier niet: de inzet van parallel sloten voor migratie van vis kan hier niet: er zijn geen lokmogelijkheden aanwezig om de vissen opnieuw door de duikers onder de Kouwe Faart te krijgen richting de daar aanwezige parallel sloten. Daar waar sprake is van bebouwing in onmiddellijke nabijheid van de vaart of daar waar een brug aanwezig is, wordt geen natuurvriendelijke oever aangelegd. De huidige dammen tussen de percelen worden opgenomen en naast de natuurvriendelijke oever opnieuw aangelegd. Voor de hierboven beschreven aanleg is aanzienlijk minder landbouwgrond nodig dan wanneer de natuurvriendelijke oever geheel aan de westelijke zijde zou worden aangelegd. Hoewel de inzet van een klein gedeelte van de parallelsloot langs de Koudweg niets toevoegt aan de doelstelling kwaliteitsverbetering van de Kouwe Faart, draagt hij wel bij aan de doelstelling vismigratie Kouwe Pagina 10

11 Faart. Door de inzet van het eigen perceel van Wetterskip Fryslân wordt weer voldaan aan de doelstelling Kwaliteitsverbetering en wordt het hierboven genoemde nadeel weer gecompenseerd. 3.3 Sectie 3. Traject vanaf kruising Middelweg tot Blik Faart Het traject wordt begrensd aan de noordzijde door de kruising met de Middelweg en aan de zuidzijde door de aansluiting op de Blikfaart (zie figuur 7). De totale lengte van het tracé bedraagt ca m. Aan de oostzijde van de vaart loopt de Koudeweg. Figuur 7). Sectie 3 Middelweg-Blik Vaart. De rode markering geeft de natuurvriendelijke aan Bestaande situatie -De oevers zijn aan beide zijden beschoeid. Er is geen noemenswaardige begroeiing aanwezig. -Aan de oostzijde van de vaart ligt de Koudeweg, een asfalt weg Nieuwe situatie Inrichting natuurvriendelijke over aan de westzijde, met een totale lengte van ca meter, langs de percelen kadastraal bekend als JCB00D 658, 659, 771, 772, 785 en De uitvoering is identiek zoals is omschreven mij het profiel aan de westzijde bij tracé 2: -verstevigen van de huidige schotten van de beschoeiing. De hoogte van de beschoeiing wordt verlaagd tot op het waterpeil Pagina 11

12 -Het aanleggen van een onderwatertalud, oplopend van -70 cm onder het streefpeil tot nul cm onder het streefpeil. -Het aanleggen van een 1:2 talud tot het huidige maaiveld. -De benodigde breedte voor de oever is, afhankelijk van de drooglegging, ca 6 tot 7 meter. -Onderwater zal zich vegetatie vormen (riet, waterplanten) welke geschikt is voor schuil en trek mogelijkheden voor vis. Daar waar sprake is van bebouwing in onmiddellijke nabijheid van de vaart of daar waar een brug aanwezig is, wordt geen natuurvriendelijke oever aangelegd. De huidige dammen tussen de percelen worden opgenomen en naast de natuurvriendelijke oever opnieuw aangelegd. Motivatie Er is geen mogelijkheid om de oever aan de zijde van de koude weg in te richten als natuurvriendelijke oever: daar is hier geen ruimte voor. Ook is hier geen mogelijk om gebruik te maken van de parallel sloten: er zijn geen mogelijkheden om percelen in te zetten zoals is omschreven bij sectie 2. Hierdoor is er nog maar één alternatief over: het aanleggen van een natuurvriendelijke oever aan de westzijde. 4. Overige werken Vanuit de Streekbelang Oost- en Westhoek en de visvereniging De Deinende Dobber worden een aantal inrichtingsmaatregelen nagestreefd, die tegelijk met de aanpassingen aan de waterstaatswerken kunnen worden uitgevoerd. Het gaat om de volgende inrichtingsmaatregelen: A. Aanleg trailerhelling Ten behoeve van de sportvisserij wordt een trailerhelling aangebracht ten noorden van de oude Bilddijk, op het perceel van Wetterskip Fryslân. Waarbij de toegang tot de trailerhelling komt te liggen aan openbaar terrein van de gemeente Het Bildt aan de Oude Bildtdijk. Aanleg en het beheer en onderhoud van de trailerhelling ligt financieel en operationeel bij Streekbelang Oost- en Westhoek. B. Herplaatsen vissteigers langs fietspad Ten behoeve van de aanleg van de natuurvriendelijke oever zullen de huidige vissteigers worden verwijderd. Na de herinrichting van het gebied zullen een aantal weer geplaatst worden. Beheer en onderhoud van de aanlegsteiger ligt financieel en operationeel bij de visvereniging De Deinende Dobber. De hierboven benoemde werken maken geen onderdeel uit van het projectplan (besluit). Het betreft hier namelijk geen aanleg of wijziging van waterstaatsweken. De aanleg van deze werken is getoetst op basis van hetgeen gesteld is in de Keur Wetterskip Fryslân en waterschapsbeleid en zijn goedgekeurd. Initiatiefnemers behoeven dan ook geen afzonderlijke watervergunning voor deze werken aan te vragen. Pagina 12

13 5. Beschikbaarheid gronden Eigendom huidige situatie Voor alle secties geldt dat aan de westzijde van de Kouwe Faart een strook grond ter breedte van ca. 2,5 meter vanaf de beschoeiing in eigendom is van Wetterskip Fryslân. De exacte situatie wordt weergegeven in de concept ontwerptekeningen van bijlage 3. In deze profielen zijn ook de kadastrale grenzen van de percelen opgenomen. Alleen ter hoogte van de bruggen is dit niet het geval, maar is de grond in eigendom van particulieren. Voorbij deze strook van ca. 2,5 meter is de grond in eigendom van particulieren. In sectie 1, van gemaal Miedema tot aan de kruising met de Oude Bildtdijk is de situatie aan de oostzijde als volgt: Het Wetterskip heeft een strook van circa 3 meter in eigendom, voorbij de huidige beschoeiing. De strook grond daaraan grenzend, met daarop het fietspad is in eigendom van gemeente Het Bildt. Daarnaast heeft Wetterskip Fryslân het perceel ten noordwesten van de kruising Kouwe Faart en Oude Bildtdijk, kadastraal bekend als JBB00D208 in eigendom. In sectie 2, van de kruising van de Kouwe Faart met de oude Bildtdijk tot aan de kruising van de Kouwe Faart met de Middelweg is de situatie aan de oostzijde als volgt: Het perceel ten zuidoosten van de kruising Kouwe Faart en Oude Bildtdijk, kadastraal bekend als JCB00D 621 is in eigendom van Wetterskip Fryslân Het perceel met daarop de Koudeweg is in eigendom van Gemeente Het Bildt. De percelen ten oosten van de parallelsloot, naast de Koudeweg is in eigendom van particulieren. Het eigendom aan de westzijde is al eerder beschreven In sectie 3 is er alleen sprake van een aanleg van een natuurvriendelijke oever aan de westzijde. De eigendomssituatie hiervan is al omschreven. Eigendom toekomstige situatie Sectie 1 In dit tracé zal de eigendomssituatie ongewijzigd blijven. Aankoop van grond is hier niet noodzakelijk. De gemeente blijft eigenaar van de strook grond bij het fietspad. Sectie 2 Het perceel ten zuidoosten van de kruising Kouwe Faart en Oude Bildtdijk is in eigendom van Wetterskip Fryslân. Er worden duikers aangelegd onder de Koudeweg door. Deze worden overgedragen aan de gemeente. Voor de verbreding van de parallelsloot aan de oostzijde van de Kouwe weg is circa 1 meter strook grond benodigd, van de percelen kadastraal bekend als ANA02F 60, 61, 62, 63 en 64. Hiervoor hoeft geen grond aangekocht te worden, maar zal de huidige eigenaar gecompenseerd worden. Voor de aanleg van de Natuurvriendelijke oever op de westzijde zullen de benodigde gronden aangekocht worden door het Wetterskip, voor zover zij al niet in eigendom zijn van het Wetterskip. Pagina 13

14 Het betreft hier stroken grond van de percelen kadastraal bekend als JCB00D 565, 567, 584,587, 589, 590 en 708. Sectie 3 Voor de aanleg van de Natuurvriendelijke oever op de westzijde zullen de benodigde gronden aangekocht worden door het Wetterskip, voor zover zij al niet in eigendom zijn van het Wetterskip. Het betreft hier stroken grond van de percelen kadastraal bekend als JCB00D 658, 659, 771, 772, 785 en Voor alle hierboven beschreven situaties geldt wanneer er sprake is van grondaankoop of compensatie dat hiervoor in overeenstemming met het waterschapsbeleid ten aanzien van grondverwerving, individuele overeenkomsten gesloten worden. Indien er onverhoopt geen overeenstemming kan worden bereikt met een grondeigenaar, kan de gedoogplicht als bedoeld in de Waterwet ingezet worden om de werken uit te voeren. 6. Effecten van het plan De positieve effecten van dit plan zijn: - De waterkwaliteit van de Kouwe Faart neemt toe - Er wordt voldaan aan de doelstellingen vanuit de KRW door het inrichten van natuurvriendelijke oevers - De mogelijkheden voor vismigratie tussen Waddenzee en de Friese boezem nemen toe. - De mogelijkheden voor paai en rustplekken voor vissen nemen toe. - De berging van het deelsysteem Zwarte Haan neemt toe met circa 1,5 ha. - Het plan veroorzaakt de laagst mogelijke ingreep in de omgeving en gebruik van landbouwgrond. De negatieve effecten van dit plan zijn: - Voor 5 grondeigenaren betekenen de maatregelen dat er bewerkbare landbouwgrond verloren gaat. - De uitvoering van de werkzaamheden kan tijdelijk hinder voor gebruikers en omwonenden veroorzaken. - Het fietspad zal tijdens de aanleg tijdelijk gesloten worden 7. Wijze waarop het werk wordt uitgevoerd De onder hoofdstuk 3 vermelde werkzaamheden worden tussen 1 maart 2015 tot en met 31 oktober 2015 uitgevoerd. De werkvolgorde wordt in overleg met de aannemer vastgesteld. Als deze werkvolgorde bekend is, worden rechthebbenden (perceeleigenaren) hierover geïnformeerd. Tevens worden er tussen waterschap en aannemer afspraken gemaakt over; - Verkeersveiligheid tijdens de uitvoering. - Bereikbaarheid van woningen en agrarische gronden tijdens de werkzaamheden. - Eventuele afzetting van bouwterreinen e.d. (voorkomen gevaarlijke situaties). Met deze afspraken wordt beoogd overlast die belanghebbenden kunnen ondervinden, ten gevolge van de werkzaamheden, zoveel als mogelijk te beperken. Over de concrete invulling van de Pagina 14

15 afspraken worden rechthebbenden, na het verlenen van de opdracht aan de aannemer geïnformeerd. 8. Te treffen voorzieningen 8.1 Beperken nadelige gevolgen van het plan De maatregelen ter voorkoming, ongedaan maken of beperken van blijvende nadelige gevolgen van dit plan zijn: - Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van grond in eigendom van Wetterskip Fryslân, of de gemeente het Bildt. Ook wordt gekozen voor het verbreden van huidige watergangen om de inzet van landbouwgrond voor de natuurvriendelijke oever zoveel mogelijk te beperken. Deze maatregelen zijn omschreven in hoofdstuk 3: Beschrijving van de waterstaatswerken. Door deze maatregelen is voor het realiseren van circa 3 ha natuurvriendelijke oever slechts de aankoop van ca. 0,9 ha landbouwgrond noodzakelijk. 8.2 Beperken nadelige gevolgen van de uitvoering De maatregelen ter voorkoming, ongedaan maken of beperken van mogelijke nadelige gevolgen van de uitvoering zijn: - De werkzaamheden worden uitgevoerd tussen uur op werkdagen.. - Als dit voor de uitvoering van het werk nodig is, ter beoordeling van het waterschap, wordt gebruik gemaakt van rijplaten. De aanvoerroutes worden hierbij zo kort als mogelijk aangelegd. Eventueel hierdoor ontstane structuurschade herstelt het waterschap. 8.3 Financieel nadeel Het waterschap zal tijdens de werkzaamheden gronden tijdelijk moeten gebruiken. Ook is het mogelijk dat gronden blijvend gebruikt moeten worden. Weliswaar zullen gronden worden aangekocht maar dat zal niet met alle benodigde gronden het geval zijn. Het tijdelijk en blijvend gebruik van de gronden zal het waterschap met de gebruikers regelen door middel van een gebruikersovereenkomst. In de af te sluiten gebruikersovereenkomst zal ook de vergoeding van schade worden geregeld. Het waterschap baseert zich hierbij op haar Schadevergoedingsregeling waterstaatswerken. Het gaat daarbij om gewassenschadevergoeding, schade in verband met de mestwetgeving en schade in verband met het blijvend gebruiken van percelen indien en voor zover het gaat om gronden die niet worden aangekocht. Indien minnelijk overleg niet tot overeenstemming leidt, kan het waterschap besluiten om de gedoogplicht op te leggen. De in bezit name van de grond is ruim onder de 5% van het totaal bedrijfsareaal. Het toepassen van de gedoogplicht is dan ook op basis van de Waterwet en jurisprudentie geoorloofd. De schadevergoeding zal dan bij besluit worden toegekend. 9. Legger, beheer en onderhoud 9.1 Legger De legger is het besluit dat een waterbeheerder vaststelt op basis van artikel 5.1 Waterwet en artikel 78 lid 2 Waterschapswet. Vastgelegd wordt ligging, vorm, afmeting en constructie van Pagina 15

16 waterstaatswerken. Verder wordt vastgelegd wie onderhoudsplichtige is en wat de onderhoudsplicht inhoudt. Voor de onder hoofdstuk 3 beschreven waterstaatswerken wordt de legger gewijzigd voor: Voor de natte natuurvriendelijke oevers inclusief beschoeiing langs de Kouwe Faart komt het gewone en buitengewone onderhoud bij Wetterskip Fryslân. Voor de percelen die natuurvriendelijk ingericht worden, kadastraal bekend als JCB00D 208 en JCB00D 621 komt het onderhoud te liggen bij Wetterskip Fryslân. Voor de duikers onder de Koudeweg door komt het civiel onderhoud bij de gemeente het Bildt, het nat onderhoud bij Wetterskip Fryslân. Voor de parallel sloot langs de Koudeweg ter hoogte van de percelen ANA02F 60, 61, 62, 63 en 64 komt het onderhoud te liggen bij Wetterskip Fryslân. Voor de duikers in de parallelsloot in de dammen komt het civiele onderhoud bij de particuliere eigenaren, het nat onderhoud komt bij Wetterskip Fryslân. De ontvangstplicht van maaisel en de hekkelspecie komt te liggen bij de eigenaren van de aangrenzende percelen. Voor de andere onder hoofdstuk 3 genoemde waterstaatswerken blijft de legger ongewijzigd. 9.2 Onderhoudsplichtigen en onderhoudsplichten Natte natuurlijkvriendelijke oevers (NNVO) Voor de aanleg van deze oevers, beschreven onder hoofdstuk 3, wordt conform de aangeduide maatvoering de legger wateren gewijzigd. Dergelijke oevers zijn oppervlaktewaterlichamen. Wetterskip Fryslân: Onderhoudsplichtige Deze oevers maken deel uit van hoofdwateren en zijn in onderhoud van Wetterskip Fryslân. Onderhoudsplicht Wetterskip Fryslân voert onderhoud aan alle natuur vriendelijke oevers langs hoofdwatergangen uit. Het ontvangst van maaisel en specie is voor de eigenaren van de aangrenzende percelen. Natuurvriendelijk ingerichte percelen Voor de aanleg van deze percelen, kadastraal bekend als JCB00D 208 en JCBooD 621, en beschreven onder hoofdstuk 3, wordt de legger wateren gewijzigd. Dergelijke percelen zijn oppervlaktewaterlichamen. Wetterskip Fryslân: Onderhoudsplichtige Deze percelen maken deel uit van de KRW lichamen en zijn in onderhoud van Wetterskip Fryslân. Onderhoudsplicht Wetterskip Fryslân voert onderhoud aan deze percelen uit. Het ontvangst van maaisel en specie is voor de eigenaar van deze percelen (Wetterskip Fryslân) a. Kunstwerken De in dit projectplan benoemde kunstwerken (duikers) worden opgevoerd op de legger (bij aanleg) of er vindt een wijziging van de legger plaats (bij wijziging van ligging, vorm, afmeting, constructie). Wijzigingen Kunstwerk Onderhoudsplichtige Onderhoudsplicht Duikers onder Koudeweg (2 stuks) Civiel: Gemeente het Bildt. Het nat onderhoud is voor Wetterskip Fryslân nodig. Duikers In dammen Civiel: Particuliere eigenaar. Het nat onderhoud is voor Wetterskip Fryslân zorgt ervoor dat d doorgang gewaarborgd blijft, en maakt ze schoon indien Wetterskip Fryslân zorgt ervoor dat d doorgang gewaarborgd blijft, en maakt ze schoon indien Pagina 16

17 parallelsloot (2 stuks) Wetterskip Fryslân nodig. De onderhoudsplicht en bijbehorende onderhoudsplichtige worden beschreven, afhankelijk van soort en status, in de beleidsregels Inhoud Legger Waterlopen en Kunstwerken. Dit beleid is via internet beschikbaar (zie hiervoor digitaal loket beleid en regelgeving). 10. Procedure 10.1 Algemeen In de voorbereidingsfase heeft er intensief overleg plaats gevonden met de direct betrokkenen over het ontwerp van de waterstaatswerken (natuurvriendelijke oever) en de voorgenomen aanleg/wijziging. Met de gemeente Het Bildt heeft overleg plaats gevonden betreffende de aanleg van de Natuurvriendelijke oever langs het fietspad en de aanleg van twee duikers onder de Koudeweg. De noodzakelijke vergunningen en/of ontheffingen worden tegelijkertijd met dit plan aangevraagd. Via persberichten en persoonlijk overleg met aanliggende eigenaren en gebruikers wordt de streek geïnformeerd over de werkzaamheden. Tevens zal er op de website van Wetterskip Fryslân actuele informatie worden geplaatst over het project Inspraak Het ontwerp-projectplan is door het dagelijks bestuur (DB) van Wetterskip Fryslân op 17 juni 2014 inspraakrijp verklaard. Na inspraakrijpverklaring was er de mogelijkheid voor belanghebbenden en ingezetenen van het beheergebied van Wetterskip Fryslân een zienswijze (bezwaren/bedenkingen/aanvullingen op het plan) in te dienen tegen het ontwerpprojectplan. Op basis van deze zienswijzen is een antwoordnota(reactie) opgesteld, eventueel voorafgaande aan georganiseerde hoorzittingen. Het ontwerp-projectplan, inclusief antwoordnota, is door het DB definitief vastgesteld in de vorm van een besluit - met inachtneming van de ingediende zienswijzen. De bekendmaking van het besluit vindt plaats per advertentie en via website: (kennisgevingen en bekendmakingen). Het projectplan bestaat uit deelbesluiten voor de te onderscheiden secties, vermeld in dit ontwerp-projectplan. Als een zienswijze of een ingesteld beroep alleen betrekking heeft op een bepaald sectie, dan staat dat de vaststelling van de aan te leggen of te wijzigen waterstaatswerken vermeld bij de andere clusters, niet in de weg. Tegen dit besluit, definitieve vaststelling, staat beroep open bij de rechtbank, als er een zienswijze tegen het ontwerp-projectplan is ingediend. Hierna kan eventueel hoger beroep worden ingediend bij de Raad van State. Het indienen van beroep staat uitvoering van het projectplan niet in de weg. Wil men voorkomen dat onomkeerbare handelingen worden verricht dan dient een voorlopige voorziening te worden aangevraagd bij de rechtbank (voorzieningenrechter) of de voorzitter van de Raad van State (al naar gelang de procedure is gevorderd). Op de vaststelling van dit ontwerp-projectplan is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat belanghebbenden in het beroepsschrift moeten Pagina 17

18 aangeven welke beroepsgronden zij aanvoeren tegen het besluit. Na afloop van de termijn van 6 weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Bijlagen Bijlage 1. Overzichtskaart en profielen Pagina 18

19

20

21

22

23 Bijlage 2. Omschrijving onderhoud natuurvriendelijke oever Kouwe Faart Pagina 19

24 Kouwe Faart Beheer en onderhoud natuurvriendelijk ingerichte oevers In natuurvriendelijk ingerichte stroken wordt het beheer zo uitgevoerd dat de (onder)watervegetatie de kans krijgt zich te ontwikkelen. Bij aanwezigheid van vegetatie kan vis kan hier migreren, rusten, schuilen, paaien en er is leefgebied voor andere waterdier(tjes). 1 Langs de Kouwe Faart Deze oever is ingericht met een 3 m brede natte strook. De beschoeiing is tot op de waterlijn afgezaagd op het hoogste waterpeil (zomerpeil). De bodem is vanaf 50 cm waterdiepte opgetrokken (binnen de beschoeiing) met een flauw oplopend talud. De water af en aanvoer is hier niet in het geding. Er is alleen maar verbreed, dus meer ruimte voor water. Boomopschot verwijderen. Om de drie jaar in de winter alleen riet maaien. De bodem laten zoals het is, dus niet schonen. Pas als de hele oever zo dicht is gegroeid dat en je er met gemak over heen kunt lopen (in dit geval tot de beschoeiing), dan wordt in een groot onderhoud de oever weer uitgediept tot het aanlegprofiel. Gedacht wordt het groot onderhoud te koppelen aan de baggercyclus. De oever wordt dan meteen meegenomen. 2 Beheer en onderhoud heringerichte landjes: Boomopschot verwijderen. Jaarlijks najaarsonderhoud van het stroomprofiel van de sloot om te voorkomen dat deze dicht zal groeien. (onderhoudspakket hoog ambitieniveau). Om de drie jaar in de winter riet maaien. Groot winteronderhoud voor de natte oevers langs en buiten de sloot als al de watervegetatie zo dicht gegroeid is dat er geen ruimte is meer voor vis, of andere diertjes en er verruiging optreedt. 3 Beheer en onderhoud van de parallelsloot langs de Kouwe Faart Boomopschot verwijderen. Na aanleg in de verbrede oever geen onderhoud plegen in het 1 e (misschien 2 e jaar)- vegetatie heeft tijd nodig om aan te slaan. Najaarsonderhoud om en om: maaikorf- aan de zijde van de maaikorf schonen, aan de overzijde m vegetatie laten staan. Zowel riet als bodemvegetatie. Het deel van de sloot dat is ingericht voor de water af-en aanvoer wordt jaarlijks geschoond. Omdat er hier verbreed wordt is het voldoende voor het onderhoud dat jaarlijks om en om de helft van de watergang gehekkeld wordt, waarbij de overzijde en de bodem van de overliggende helft niet wordt beroerd, en aan de hekkelzijde er een strook riet van ongeveer 0.5 m blijft staan voor de versteviging van het talud en een deel van de onderwaterbodem. Pagina 20

25 Werkwijze zie bijlage 1. Pagina 21

26 Bijlage 1 Najaarsonderhoud in de verbrede watergang 1 e jaar verbreding onderhoud voor afniet beroeren en aanvoer 1 e jaar: nieuwe verbreding niet schonen: vegetatieontwikkeling moet kans krijgen, en ook ontwikkeling stabiliteit talud. Aan hekkelzijde wel een strook riet (0.5 m) laten staan voor stabiliteit talud en tegenhouden afkalving 2 e jaar verbreding 1-2 m water incl. rietkraag niet beroeren niet beroeren 2 e jaar: Afhankelijk van vegetatieontwikkeling verbreding wel/niet schonen: is talud al stabiel? Er is verbreed dus is er voldoende ruimte voor wateropvang. 3 e jaar verbreding niet beroeren Pagina 22

27 3 e jaar: verbreding niet beroeren. Profiel voor water af-en aanvoer schonen en werkzijde. Strook riet van 0.5 m in het water laten staan 4 e jaar verbreding 1-2 m water incl. rietkraag niet beroeren niet beroeren 4 e jaar: Verbreding schonen. Belangrijk is dat het profiel voor de water af- en aanvoer goed onderh0uden wordt. Overzijde tot 2 m in de watergang laten staan (strook riet minimaal 0.5 m en overig onderwater laten staan) Er is verbreed, dus is er voldoende ruimte voor wateropvang. Enzovoorts. Pagina 23

28 Bijlage 3. Concept- ontwerp profielen, inclusief kadastrale grenzen Pagina 24

29

30

31

32

33

34

35

36

37 Pagina 25