ONTWERP - PROJECTPLAN Uitvoering maatregelen Koningsdiep West Fase 1

Transcriptie

1 ONTWERP - PROJECTPLAN Uitvoering maatregelen Koningsdiep West Fase 1 (besluit tot aanleg of wijziging van een waterstaatswerk; artikel 5.4 Waterwet) Datum : 19 november 2014 Versie : 1.2 Cluster : Projecten OW nummer : OW Auteur : Wouter de Boer WFN WFN

2 Inhoud 1. Aanleiding en doel Ligging en begrenzing plangebied Beschrijving van de aan te leggen of te wijzigen waterstaatswerken Beschikbaarheid gronden Effecten van het plan Wijze waarop het werk wordt uitgevoerd Te treffen voorzieningen Beperken nadelige gevolgen van het plan Beperken nadelige gevolgen van de uitvoering Financieel nadeel Legger, beheer en onderhoud Legger Beheer en onderhoud i) Natte natuurlijkvriendelijke oevers (KRW, ofwel NNVO) ii) Natuurvriendelijk ingerichte percelen Procedure Voorbereiding Inspraak Bijlagen Bijlage 1: kaart Gewenst Peilbeheer Bijlage 2: kaart met deelgebieden Pagina 2

3 1. Aanleiding en doel Wetterskip Fryslân heeft in 2011 in samenspraak met andere overheden, instanties en bewoners, een watergebiedsplan (WGP) voor Koningsdiep West opgesteld. Het dagelijks bestuur heeft op 1 maart 2011 besloten het ontwerp-watergebiedsplan Koningsdiep - West gedurende 6 weken ter visie te leggen. De zienswijzen hebben niet geleid tot tekstvoorstellen in het plan. Het algemeen bestuur heeft op 4 oktober 2011 het WGP Koningsdiep fase 1 vastgesteld. Vervolgens heeft het algemeen bestuur op 17 december 2013, op basis van genoemd Watergebiedsplan (WGP), een peilbesluit voor het gebied vastgesteld. Op basis van de gebiedskennis vanuit het WGP, is het plangebied onderverdeeld in deelgebieden. De deelgebieden zijn gedefinieerd aan de hand van de kaart Gewenst Peilbeheer. De deelgebieden worden met een kleur aangeduid, die zoveel mogelijk correspondeert met de kleuren uit de kaart Gewenst Peilbeheer. Zie bijlage 2 voor de kaart met deelgebieden. Het waterschap heeft zich in het Waterbeheerplan van 2010 vastgelegd op de uitvoering van een groot aantal inrichtingsmaatregelen om de ecologische waterkwaliteit in haar beheersgebied te verbeteren en de waterbergingsmogelijkheden te vergroten. Dit zijn geen vrijblijvende inrichtingsmaatregelen; ze zijn aan de EU gerapporteerd in het kader van de uitvoering van de Kader Richtlijn Water (KRW). Uitvoering van deze maatregelen is wettelijk verplicht. De uitvoering van het watergebiedsplan vindt plaats in verschillende fasen te weten: 1. Snel uitvoerbare maatregelen (quick-wins) en de maatregelen uit de peilbesluiten deelgebieden 1, door het AB vastgesteld op 17 december 2013 en Oranje (2014/2015); 2. Maatregelen uit de peilbesluiten deelgebieden Paars en Rood (2015/2017); 3. Maatregelen uit de peilbesluiten deelgebieden Groen, Blauw en Wit ( ). Wetterskip Fryslân heeft in het Waterbeheerplan vastgelegd om de ecologische waterkwaliteit te verbeteren en te vergroten in de aangewezen waterlichamen. Op basis van artikel 5.4 Waterwet ( 1 ) stelt Wetterskip Fryslân als waterbeheerder een projectplan vast bij de aanleg of wijziging van waterstaatswerken. Het projectplan is een besluit in de zin van artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht (AWB). In het besluit vindt belangenafweging plaats en wordt rechtsbescherming geboden aan belanghebbenden. Het ontwerpbesluit (ontwerp-projectplan) is door het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân in de vergadering van 18 november 2014 inspraakrijp verklaard. Daarna wordt het gedurende 6 weken ter inzage gelegd. In dit ontwerp-projectplan wordt het volgende uiteengezet: Ligging en begrenzing van het plangebied (2), Beschrijving van de aan te leggen of te wijzigen waterstaatswerken (3), Beschikbaarheid gronden (4), Effecten van het plan (5), Wijze waarop het werk wordt uitgevoerd (6), Te treffen voorzieningen (7), Legger ( 2 ) beheer en onderhoud (8), Procedure (9). 1 Artikel 5.4 Waterwet: De aanleg of wijziging van een waterstaatswerk door of vanwege de beheerder geschiedt overeenkomstig een daartoe door hem vast te stellen projectplan. Met de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk wordt gelijkgesteld de uitvoering van een werk tot beïnvloeding van een grondwaterlichaam. Het plan bevat tenminste een beschrijving van het betrokken werk en de wijze waarop dat zal worden uitgevoerd, alsmede een beschrijving van de te treffen voorzieningen, gericht op het ongedaan maken of beperken van de nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk. 2 Legger: De legger is het besluit dat een waterbeheerder vaststelt op basis van artikel 5.1 Waterwet en artikel 78 lid 2 Waterschapswet. Vastgelegd wordt ligging, vorm, afmetingen en constructie van waterstaatswerken. Verder wordt vastgelegd wie onderhoudsplichtige is en wat de onderhoudsplicht inhoudt.. Pagina 3

4 2. Ligging en begrenzing plangebied Het plangebied zoals aangegeven in figuur 1 van Koningsdiep-West ligt in zuidoost Fryslân, ten noordoosten van Heerenveen. Het gebied wordt ruwweg ingesloten door de woonkernen Grou, Drachten en Gorredijk en valt binnen de gemeenten Heerenveen, Opsterland en Smallingerland. De benedenloop van het Koningsdiep stroomt door het plangebied en gaat in de buurt van Nijbeets over in de Nieuwe Vaart. Figuur 1: Begrenzing Watergebiedsplan Koningsdiep West Figuur 2 toont de maaiveldhoogteligging van het gebied. De kleuren laten zien dat het maaiveld relatief laag ligt; gemiddeld ruim beneden gemiddeld zeeniveau (Normaal Amsterdam Peil (NAP)). Figuur 2: Hoogtekaart Plangebied (bron: AHN) Pagina 4

5 3. Beschrijving van de aan te leggen of te wijzigen waterstaatswerken Per deelgebied wordt beschreven welke waterstaatswerken er worden aangelegd of gewijzigd. Figuur 3: Maatregelen Fase 1 Voor de aanleg of wijziging van de in het project beschreven waterstaatswerken is het vaststellen van een projectplan wettelijk verplicht. Artikel 5.4 Waterwet schrijft deze verplichting voor, naast de andere vergunningen benodigd om de werken te realiseren. Het vastgestelde projectplan geeft een juridische basis de beoogde waterstaatswerken aan te leggen of te wijzigen. Dit ook als er geen overeenstemming bereikt kan worden met rechthebbenden en gebruikers op wiens eigendom de werken gerealiseerd worden (opleggen gedoogverplichting).er is reeds beoordeeld dat de ingebruikname van eigendommen niet zodanig is dat hiervoor onteigening moet plaatsvinden, conform artikel 5.24 Waterwet. Beschrijving van de aan te leggen of te wijzigen waterstaatswerken: a. Peilbesluit deelgebied Oranje: i. Nabij het petgatengebied de Veenhoop (1./ zuidwestzijde) heeft het hoogwatercircuit rond woningen zuidelijk van Drachtster Heawei problemen met de wateraanvoer. Figuur 4: petgatengebied de Veenhoop Maatregelen: een extra inlaat maken (zie pijl) vanuit petgatengebied de Veenhoop om in de winter het hoogwatercircuit rond woningen zuidelijk van Drachtster Heawei te kunnen voeden. Pagina 5

6 Dan hoeft de inlaat bij de boezemlanden (noordzijde, ten noorden van de Bûtendiken) niet open en kan de ijsgroei ten behoeve van schaatsen optimaal plaatsvinden en kan voorkomen worden dat de paarden en sleeën door het ijs zakken. ii. Onderzoeken naar mogelijkheid om hoogwatercircuit Stiennebarten (2.) samen te voegen van 3 peilvakken (-1,10, -1,25 en -1,30) tot 1 peilvak met 1 inlaat en stuw (beide langs de Drachtster Heawei). Figuur 5: hoogwatercircuit Stiennebarten Maatregelen: ophogen laag perceel, stuw, inlaat en enkele duikers. De meest westelijke sloot van peilvak S679 bij het -2,65 m NAP peil trekken. iii. Boarnburgumer Petten (3.) is moeilijk op peil te houden. Mogelijkerwijs is er sprake van water dat weglekt. Onderzoek en maatregelen in/ nabij Boarnburgumer Petten, perceel kadastraal bekend als BBG03-F-495. Figuur 6: Boarnburgumer Petten Maatregelen: lekkage mogelijk te verhelpen middels een HDPE-scherm, graven greppel en deels afplaggen, evenals eisen die de functie/ eigenaren aan het gebied stellen. Pagina 6

7 b. Peilbesluit deelgebied 1: i. Easterborn (4.): Plaatsen stuw, verwijderen en leggen dam met duiker op/ nabij percelen M. Brouwer. Figuur 7: Easterborn ii. Gebied ten zuiden van Aldeboarn (5.): divers kleinschalig inrichtingswerk, t.b.v. een peilverhoging van ca m., tot een hoogte van m NAP) Figuur 8: Gebied ten zuiden van Aldeboarn Pagina 7

8 c. Quick-win: i. Rolbrêge, nabij Tijnje (6): Structurele wateroverlast in natte perioden ten zuiden van Boerenburght, door de lange afvoerroute naar gemaal de Fjouwer kriten. De afvoer functioneert niet goed. Het gemaal stopt met malen, terwijl het water bovenstrooms nog op de percelen staat. Meerdere verbeteringen aan het watersysteem (baggeren, nieuwe duikers, etc.) heeft tot nu toe tot onvoldoende verbeteringen geleid. Figuur 9: Rolbrêge Maatregelen: het vergroten van de afvoercapaciteit en berging, middels natuurvriendelijke oevers op land SBB, het aanleggen van een dôbbe en omleggen toegangspad naar weidevogelgebied SBB. ii. Langs de Dûker, ten noorden van Terwispel staat het gemaal Smelwarren (7.) is de mogelijkheid om peilgebieden samen te voegen. Figuur 10: Gemaal Smelwarren Maatregelen: Na aanleggen kade en het omleggen van een schouwwatergang kan een deel van het peilvak van -2,95, naar -2,15 NAP. Tevens dient ook een hemelwaterafvoer (RWA) omgelegd te worden. Het gemaaltje kan vervolgens worden verwijderd. Pagina 8

9 4. Beschikbaarheid gronden Voor alle hieronder beschreven situaties geldt en zoals beschreven in hoofdstuk 3, wanneer er sprake is van grondaankoop of compensatie dat hiervoor in overeenstemming met het waterschapsbeleid ten aanzien van grondverwerving, individuele overeenkomsten gesloten worden. Indien er onverhoopt geen overeenstemming kan worden bereikt met een grondeigenaar, kan de gedoogplicht als bedoeld in de Waterwet ingezet worden om de werken uit te voeren. De huidige grondeigenaren zijn nog niet door het Wetterskip benaderd. Dit zal z.s.m. plaatsvinden. a. Peilbesluit deelgebied Oranje: i. Extra inlaat petgatengebied de Veenhoop (1.): Voor deze maatregel hoeft geen grond aangekocht te worden, maar zal de huidige eigenaar gecompenseerd worden gedurende de uitvoeringsperiode. Perceel is kadastraal bekend als Boornbergum03 F 71. ii. Hoogwatercircuit Stiennebarten (2.) Voor de omleggen van het hoogwatercircuit aan de zuidzijde van de Drachtster Heawei is circa 1 meter strook grond benodigd, van de percelen kadastraal bekend als Boornbergum03 F 631, F 632, F 644, F 645, F 646 F 1551, F 634 en F Hiervoor hoeft geen grond aangekocht te worden, maar zal de huidige eigenaar gecompenseerd worden. iii. Boarnburgumer Petten (3.) Voor deze maatregel hoeft geen grond aangekocht te worden, maar zal de huidige eigenaar gecompenseerd worden gedurende de uitvoeringsperiode. Perceel is kadastraal bekend als Boornbergum03 F 495 b. Peilbesluit deelgebied 1: i. Easterborn (4.): Voor deze maatregel hoeft geen grond aangekocht te worden, maar zal de huidige eigenaar gecompenseerd worden gedurende de uitvoeringsperiode. De werkzaamheden en wijzigingen zullen plaatsvinden op percelen kadastraal bekend als Oldeberkoop04-F-268, F-269, F- 282, F-283, F-284, F-285, F-286 en F-661. ii. Gebied ten zuiden van Aldeboarn (5.): Voor deze maatregel hoeft geen grond aangekocht te worden, maar zal de huidige eigenaar gecompenseerd worden gedurende de uitvoeringsperiode. Het gebied is gelegen tussen de Braksdyk en de Fjûrlânswei, ten zuiden van Aldeboarn. De werkzaamheden en wijzigingen zullen plaatsvinden op percelen kadastraal bekend als Oldeberkoop04-F-145, F-150 t/m F-159, F-166 t/m F-170, F-177 t/m F-179, F-181, F-183 t/m F-203, F-205, F-207 t/m F-211, F-218 t/m F-240, F-242 en F- 243, F-535, F-540 en F-541, F-557, F-626, F-641 en F-642, F-644, F-648, F-659 en F-660 c. Quick-win: i. Rolbrêge, nabij Tijnje (6): Voor de verbreding van de hoofdwatergang en de natuurvriendelijke oever, aan de noordzijde van de watergang is circa 5 tot 10 meter strook grond benodigd, van de percelen kadastraal bekend als Gorredijk00 D254, D318 t/m D328 en D372. Deze percelen zijn eigendom van Staatsbosbeheer. In dit tracé zal de eigendomssituatie ongewijzigd blijven. Aankoop van grond is hier niet noodzakelijk. SBB blijft eigenaar van de strook grond. De percelen ten westen van de hoofdwatergang is in eigendom van particulieren. Voor de verbreding van de hoofdwatergang dient het betonpad, zo nodig met bermsloot, te worden omgelegd. Hiervoor is een strook grond van circa 5 tot 10 meter nodig van het perceel kadastraal bekend als Gorredijk 00 D252. Voor de aanleg zal de benodigde gronden aangekocht worden door het Wetterskip. ii. Langs de Dûker, ten noorden van Terwispel bij gemaal Smelwarren (7.): Voor deze maatregel hoeft geen grond aangekocht te worden, maar zal de huidige eigenaar gecompenseerd worden. De werkzaamheden en wijzigingen zullen plaatsvinden op percelen kadastraal bekend als Gorredijk00 E-234 (gemaaltje), E-239 en E-199 (weg). Pagina 9

10 5. Effecten van het plan De positieve effecten van dit plan zijn: - De waterkwaliteit en waterhuishouding verbeteren; - Er wordt voldaan aan de doelstellingen vanuit de KRW door het inrichten van natuurvriendelijke oevers; - De berging van het deelsysteem Rolbrêge neemt toe met circa 0,5 ha; - Het plan veroorzaakt de laagst mogelijke ingreep in de omgeving en gebruik van landbouwgrond. De negatieve effecten van dit plan zijn: - Voor diverse grondeigenaren betekenen de maatregelen dat er bewerkbare landbouwgrond verloren gaat. I.v.m. met nader onderzoek heeft nog niet met alle eigenaren overleg plaatsgevonden; - De uitvoering van de werkzaamheden kan tijdelijk hinder voor gebruikers en omwonenden veroorzaken; 6. Wijze waarop het werk wordt uitgevoerd De onder hoofdstuk 3 vermelde werkzaamheden worden tussen 1 maart 2015 tot en met 31 december 2016 uitgevoerd. De werkvolgorde wordt in overleg met de aannemer vastgesteld. Als deze werkvolgorde bekend is, worden rechthebbenden (perceeleigenaren) hierover geïnformeerd. Tevens worden er tussen waterschap en aannemer afspraken gemaakt over: - Verkeersveiligheid tijdens de uitvoering; - Bereikbaarheid van woningen en agrarische- en natuurgronden tijdens de werkzaamheden; - Eventuele afzetting van bouwterreinen e.d. (voorkomen gevaarlijke situaties). Over de concrete invulling van de afspraken worden rechthebbenden, na het verlenen van de opdracht aan de aannemer geïnformeerd. 7. Te treffen voorzieningen 7.1 Beperken nadelige gevolgen van het plan De maatregelen ter voorkoming, ongedaan maken of beperken van blijvende nadelige gevolgen van dit plan zijn: - Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van grond in eigendom van Wetterskip Fryslân, of de gemeenten Smallingerland, Opsterland en Heerenveen. Ook wordt gekozen voor het verbreden van huidige wateren om de inzet van langbouwgrond voor de natuurvriendelijke oever zoveel mogelijk te beperken. Door deze maatregelen is voor het realiseren van circa 3 ha natuurvriendelijke oever slechts de aankoop van ca. 0,9 ha landbouwgrond noodzakelijk. 7.2 Beperken nadelige gevolgen van de uitvoering De maatregelen ter voorkoming, ongedaan maken of beperken van mogelijke nadelige gevolgen van de uitvoering zijn: - De werkzaamheden worden uitgevoerd tussen uur op werkdagen; - Als dit voor de uitvoering van het werk nodig is, ter beoordeling van het waterschap, wordt gebruik gemaakt van rijplaten. De aanvoerroutes worden hierbij zo kort als mogelijk aangelegd. Eventueel hierdoor ontstane structuurschade herstelt het waterschap. - Met de onder punt 6 genoemde afspraken tussen het Wetterskip en de aannemer wordt beoogd de overlast die omwonenden kunnen ondervinden, als gevolg van het werk, zoveel als mogelijk te beperken. Pagina 10

11 7.3 Financieel nadeel Het waterschap zal tijdens de werkzaamheden gronden tijdelijk moeten gebruiken. Ook is het mogelijk dat gronden blijvend gebruikt moeten worden. Zie hiervoor: hoofdstuk 4. Het tijdelijk en blijvend (beperkter) gebruik van de gronden zal het waterschap met de gebruikers regelen door middel van een gebruiksovereenkomst. In de af te sluiten gebruiksovereenkomst zal ook de vergoeding van schade worden geregeld. Het waterschap baseert zich hierbij op haar Schadevergoedingsregeling waterstaatswerken. Het gaat daarbij om gewassenschadevergoeding, schade in verband met de mestwetgeving en schade in verband met het blijvend gebruiken van percelen indien en voor zover het gaat om gronden die niet worden aangekocht. Indien minnelijk overleg niet tot overeenstemming leidt, kan het waterschap besluiten om de gedoogplicht op te leggen. De in bezit name van de grond is ruim onder de 5% van het totaal bedrijfsareaal. Het toepassen van de gedoogplicht is dan ook op basis van de Waterwet en jurisprudentie geoorloofd. De schadevergoeding zal dan bij besluit worden toegekend. Bij dit besluit is het uitgangspunt dat verkrijgen van grond uiteindelijk niet op vrijwillige basis gebeurt. Voor het overige geldt dat in de voorbereiding bij het opstellen van dit projectplan er op basis van artikel 3:4 Awb een belangenafweging heeft plaatsgevonden. De nadelige gevolgen van het besluit en de wijze waarop deze ongedaan of beperkt worden, staan beschreven in dit besluit (projectplan). De nog aanwezige nadelige gevolgen zijn gelet op de doelen die met het plan worden gediend niet zo groot dat besluitvorming achterwege moet blijven. Het waterschap heeft in redelijkheid tot deze afweging kunnen komen. Mocht echter een belanghebbende menen dat hij, ondanks deze belangenafweging, onevenredige schade heeft geleden door dit besluit (projectplan), dan kan hij op basis van artikel 7.14 Waterwet een verzoek tot schadevergoeding indienen bij het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân. In een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit wordt vervolgens een beslissing genomen op het ingediende verzoek. 8. Legger, beheer en onderhoud 8.1 Legger Voor de onder hoofdstuk 3 beschreven waterstaatswerken wordt de legger gewijzigd voor: Voor de kunstwerken en de natte natuurvriendelijke oevers, inclusief beschoeiing, langs de hoofdwateren ligt het gewone en buitengewone onderhoud bij Wetterskip Fryslân; Voor de kunstwerken en de natte natuurvriendelijke oevers, inclusief beschoeiing, langs de schouwwateren ligt het gewone en buitengewone onderhoud bij de aanliggende perceeleigenaar; Voor de dammen met/ zonder duikers, komt het gewone en buitengewone onderhoud bij de aanliggende perceeleigenaren, c.q. vergunninghouder, te liggen. De legger is het besluit dat een waterbeheerder vaststelt op basis van artikel 5.1 Waterwet en artikel 78 lid 2 Waterschapswet. Vastgelegd wordt ligging, vorm, afmeting en constructie van waterstaatswerken. Verder wordt vastgelegd wie onderhoudsplichtige is en wat de onderhoudsplicht inhoudt. Voor de onder hoofdstuk 3 beschreven waterstaatswerken wordt m.b.t. de natte natuurvriendelijke oevers, inclusief beschoeiing, de legger gewijzigd voor: Langs komt het gewone en buitengewone onderhoud bij Wetterskip Fryslân; Langs de schouwwaterenkomt het gewone en buitengewone onderhoud bij de aanliggende eigenaren. Onderhoudsplichtige De oevers die deel uitmaken van hoofdwateren zijn in onderhoud bij Wetterskip Fryslân. De oevers die deel uitmaken van hoofdwateren zijn in onderhoud bij de aanliggende eigenaren/ gebruikers Onderhoudsplicht Wetterskip Fryslân voert onderhoud aan alle natuur vriendelijke oevers langs hoofdwateren uit. Het ontvangst van maaisel en specie is voor de eigenaren van de aangrenzende percelen. De aanliggende eigenaren/ gebruikers voeren onderhoud aan alle natuur vriendelijke oevers langs schouwwateren uit. Het ontvangst van maaisel en specie is voor de eigenaren van de aangrenzende percelen. Pagina 11

12 8.2 Beheer en onderhoud i) Natte natuurlijkvriendelijke oevers (KRW, ofwel NNVO) Voor de aanleg van deze oevers, beschreven in hoofdstuk 3 en 4, wordt conform de aangeduide maatvoering de Legger voor waterlopen en kunstwerken gewijzigd. Dergelijke oevers zijn oppervlaktewaterlichamen. ii) Natuurvriendelijk ingerichte percelen Voor de aanleg van deze percelen, kadastraal bekend als Terschelling-I-2811, aangegeven in hoofdstuk 3 en beschreven in hoofdstuk 4.8, wordt de Legger voor waterlopen en kunstwerken gewijzigd. Dergelijke percelen zijn oppervlaktewaterlichamen. Onderhoudsplichtige De natuurvriendelijke oever maakt deel uit van het watersysteem en is in onderhoud bij Wetterskip Fryslân. Onderhoudsplicht Wetterskip Fryslân voert onderhoud aan deze percelen uit. De ontvangst van maaisel en specie is voor de eigenaar van deze percelen (Wetterskip Fryslân) De onderhoudsplicht en bijbehorende onderhoudsplichtige worden beschreven, afhankelijk van soort en status, in de beleidsregels Inhoud Legger voor Waterlopen en Kunstwerken. Dit beleid is via internet beschikbaar (zie hiervoor 9. Procedure 9.1 Voorbereiding In de voorbereidingsfase heeft er overleg plaats gevonden met de direct betrokkenen (rechthebbenden en gebruikers van de eigendommen/land waar de werken worden gerealiseerd) over het ontwerp van de waterstaatswerken en de voorgenomen aanleg/wijziging. Bij de gemeenten Smallingerland, Opsterland en Heerenveen zullen de noodzakelijke vergunningen en/of ontheffingen worden aangevraagd. 9.2 Inspraak Dit ontwerp-projectplan is door het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân op 18 november 2014 inspraakrijp verklaard. Vanaf december 2014, exacte datum staat in de bekendmakingsadvertentie/kennisgeving, kunnen belanghebbenden en ingezetenen van het beheergebied van Wetterskip Fryslân een zienswijze (bezwaren/bedenkingen/aanvullingen) indienen tegen het ontwerp-projectplan. Het projectplan wordt vervolgens, met inachtneming van de binnengekomen zienswijzen door het dagelijks bestuur vastgesteld en bekendgemaakt. Tegen dit besluit staat vervolgens beroep open bij de rechtbank, sector bestuursrecht en hoger beroep bij de Raad van State. De elektronische bekendmaking van het besluit vindt plaats in het waterschapsblad van Deze bekendmaking is via internet beschikbaar (zie hiervoor Eigenaren van percelen waarop de waterstaatswerken worden aangelegd of gewijzigd ontvangen persoonlijk het ontwerp-projectplan. Het projectplan bestaat uit deelbesluiten voor de te onderscheiden maatregelen, vermeld in dit ontwerpprojectplan. Als een zienswijze of een ingesteld beroep alleen betrekking heeft op een bepaalde maatregelen, dan staat dat de vaststelling van de aan te leggen of te wijzigen waterstaatswerken vermeld bij de andere maatregelen, niet in de weg. Het indienen van beroep staat uitvoering van het projectplan niet in de weg. Wil men voorkomen dat onomkeerbare handelingen worden verricht dan dient een voorlopige voorziening te worden aangevraagd bij de rechtbank (voorzieningenrechter) of de voorzitter van de Raad van State (al naar gelang de procedure is gevorderd). Pagina 12

13 Op de vaststelling van dit ontwerp-projectplan is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat belanghebbenden in het beroepsschrift moeten aangeven welke beroepsgronden zij aanvoeren tegen het besluit. Na afloop van de termijn van 6 weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Het projectplan bestaat uit deelbesluiten voor de te onderscheiden Fasen of deelgebieden vermeld in dit ontwerp-projectplan. Als een zienswijze of een ingesteld beroep alleen betrekking heeft op een bepaald deelgebied, dan staat dat de vaststelling van de aan te leggen of te wijzigen waterstaatswerken vermeld bij de andere deelgebieden, niet in de weg. Het indienen van beroep staat uitvoering van het projectplan niet in de weg. Wil men voorkomen dat onomkeerbare handelingen worden verricht dan dient een voorlopige voorziening te worden aangevraagd bij de rechtbank (voorzieningenrechter) of de voorzitter van de Raad van State (al naar gelang de procedure is gevorderd). Op de vaststelling van dit ontwerp-projectplan is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat belanghebbenden in het beroepsschrift moeten aangeven welke beroepsgronden zij aanvoeren tegen het besluit. Na afloop van de termijn van 6 weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Pagina 13

14 10. Bijlagen Bijlage 1: kaart Gewenst Peilbeheer Bijlage 2: kaart met deelgebieden Pagina 14