Inspectierapport. KinderRijk Halve Dagopvang Laan Rozenburg MdR (KDV) Laan Rozenburg ER AMSTELVEEN Registratienummer:

Transcriptie

1 Inspectierapport KinderRijk Halve Dagopvang Laan Rozenburg MdR (KDV) Laan Rozenburg ER AMSTELVEEN Registratienummer: Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amstelveen Datum inspectie: Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: KinderRijk Halve Dagopvang Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek /11

2 Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht KinderRijk Halve Dagopvang Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek /11

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 23 augustus 2016 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is naar aanleiding van het risicoprofiel slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel en aan de beroepskracht-kind-ratio. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld. Naar aanleiding van een steekproef is extra onderzoek verricht naar de kwaliteitseisen op het gebied van veiligheid en gezondheid; vanwege nieuwe regelgeving is ook onderzoek verricht naar het pedagogisch beleid met betrekking tot signaleren van en doorverwijzen bij bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen. Beschouwing De organisatie KinderRijk is een organisatie met veertien locaties voor kinderdagopvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar in Amsterdam en Amstelveen. Daarnaast heeft KinderRijk vijftien buitenschoolse-opvanglocaties voor kinderen van 4 tot 12 jaar en acht halve-dagopvanglocaties voor kinderen van 2 tot 4 jaar in Amstelveen en Amsterdam. Elke vestiging van KinderRijk staat onder leiding van een locatiemanager die verantwoordelijk is voor de inzet van personeel en het opstellen en implementeren van locatiespecifiek beleid. De locatiemanager kan in voorkomende situaties een beroep doen op de aandachtsfunctionarissen binnen KinderRijk. Er is zowel een klachtencoördinator als een vertrouwenspersoon aangesteld voor de hele organisatie. De functie van vertrouwenspersoon wordt bekleed door de bedrijfsmaatschappelijk werker. De functie van klachtencoördinator wordt door twee personen van de afdeling klantrelaties bekleed. De locatie HDO Laan Rozenburg MdR is een kinderdagverblijf met één stamgroep waar kinderen van 2 tot 4 jaar van 8.00 tot uur worden opgevangen. De halve-dagopvang is gevestigd in een lokaal op de begane grond van Brede School Michiel de Ruyter, waar tevens basisschool Michiel de Ruyter en een BSO van KinderRijk zijn gevestigd. Op de locatie zijn drie vaste beroepskrachten werkzaam, die al langere tijd op deze locatie werken. De leidinggevende is sinds september 2015 gestart op deze locatie en heeft tevens de BSO Laan Rozenburg MdR, BSO Laan Rozenburg Roelof Venema, en BSO Molenweg van KinderRijk onder haar hoede. Momenteel wordt zij tijdelijk vervangen door een andere leidinggevende. De beroepskrachten volgen een training over het bieden van Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Tijdens het huidige inspectieonderzoek zijn er geen overtredingen geconstateerd. Er is sprake van een warm pedagogisch klimaat en de beroepskrachten zijn goed op elkaar ingespeeld. Advies aan college van B&W De toezichthouder heeft in dit onderzoek geen overtredingen geconstateerd en adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen. KinderRijk Halve Dagopvang Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek /11

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Er is een pedagogische werkwijze specifiek voor deze locatie opgesteld die op de website van KinderRijk is geplaatst. Hierin is duidelijk en observeerbaar beschreven op welke wijze er problemen worden gesignaleerd en kinderen worden doorverwezen, en hoe beroepskrachten hiertoe worden toegerust en hierbij worden ondersteund. Er staat beschreven van welke observatiemethoden er gebruik wordt gemaakt om eventuele problemen te signaleren (de 'WIS' en de 'WA'), en hoe de leidinggevende en organisatie KinderRijk hierbij ondersteunen. Ook staat er beschreven dat KinderRijk bij zorgen, in overleg met ouders, kan doorverwijzen naar passende instanties. Een aandachtspunt is dat niet staat beschreven hoe frequent de observaties met de WIS worden uitgevoerd, maar alleen dát deze worden uitgevoerd. Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek is er geobserveerd in de groep. Op basis van deze observaties is geconstateerd dat er zorg wordt gedragen voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van de kinderen, het stimuleren van de persoonlijke en sociale competenties van de kinderen en de overdracht van normen en waarden. Hieronder zijn enkele voorbeelden beschreven waarop dit oordeel is gebaseerd. Emotionele veiligheid De beroepskrachten reageren sensitief-responsief op de kinderen. Bij binnenkomst wordt er bijvoorbeeld met ouders afgestemd hoe het kind zich voelt en of er bijzonderheden zijn. Wanneer kinderen iets komen laten zien, reageren de beroepskrachten enthousiast. Kinderen die verdrietig zijn, worden door de beroepskrachten getroost en afgeleid totdat zij zich beter voelen. Persoonlijke competentie De beroepskrachten grijpen dagelijkse bezigheden aan om hier een leermoment van te maken. Wanneer de kinderen bijvoorbeeld voor het buiten spelen worden ingesmeerd met zonnebrandcrème, laat de beroepskracht de kinderen zichzelf ook insmeren waarbij zij hen begeleidt. Er zijn diverse kinderen die de Nederlandse taal niet machtig zijn. De beroepskrachten vertellen dat zij bij startende kinderen zoveel mogelijk in de moedertaal van de kinderen uitleg geven, zodat de kinderen weten wat er gebeurt (waarmee de emotionele veiligheid van de kinderen wordt gewaarborgd). Door veel voor te lezen, te vertellen, te zingen en te praten wordt er Nederlands aan de kinderen aangeboden. Kinderen die onderling in hun moedertaal praten tijdens het spelen, worden door hen niet in het Nederlands gecorrigeerd. De beroepskrachten vertellen dat zij kinderen op deze manier de mogelijkheid willen bieden om hun eigen taal goed te leren beheersen, alvorens zij Nederlands moeten spreken. Op deze manier wordt er ingespeeld op de specifieke behoeften van de doelgroep. De beroepskrachten en leidinggevende vertellen dat alle beroepskrachten momenteel worden getraind in het bieden van VVE. Wanneer deze training is afgerond, biedt dat wellicht meer handvaten om met de anderstaligheid van de kinderen om te gaan. Sociale competentie Gedurende het inspectiebezoek vindt er veel samenspel plaats tussen de kinderen. De beroepskrachten begeleiden indien nodig de interacties van de kinderen, en laten hun verder spelen. De kinderen worden gestimuleerd in hun zelfredzaamheid bij sociale kwesties. Wanneer een kind bijvoorbeeld graag met een specifiek ander kind wil spelen, begeleidt de beroepskracht het kind in het zoeken naar het betreffende kind, en stimuleert zij het kind om contact te vragen of zij samen kunnen spelen. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met beroepskrachten (op locatie) - Gesprek met de leidinggevende (op locatie) - Pedagogisch beleid KinderRijk (versie juni 2013, ontvangen op 20 januari 2014) - Pedagogische werkwijze KinderRijk HDO Laan Rozenburg MdR (versie juli 2016, gedownload van op 31 augustus 2016) - Observaties (op locatie) KinderRijk Halve Dagopvang Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek /11

5 Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Er werken drie vaste beroepskrachten, die al langere tijd op deze locatie werkzaam zijn. Tijdens het vorige jaarlijks inspectieonderzoek is beoordeeld dat de vaste beroepskrachten beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder was dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Tijdens het vorige jaarlijkse inspectieonderzoek is beoordeeld dat de vaste beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De HDO heeft één stamgroep die sinds 1 januari 2016 bestaat uit maximaal zestien kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. De kinderen worden dagelijks in deze groep opgevangen. Beroepskracht-kind-ratio Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Er worden namelijk in de enige groep dertien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van de maand augustus 2016 en het gesprek met de beroepskrachten betreffende dezelfde periode constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal opgevangen kinderen. Dagelijks werken er twee beroepskrachten van 8.00 tot uur, zij pauzeren niet. Met deze werktijden wordt er niet afgeweken van de vereiste beroepskracht-kind-ratio. Omdat er altijd minimaal twee beroepskrachten werken, komt het niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is. De halve-dagopvang maakt bovendien samen met de basisschool en de buitenschoolse opvang deel uit van de brede school Michiel de Ruyter, waar ook altijd volwassenen aanwezig zijn. De BSO is gedurende twee weken van de zomervakantie gesloten, terwijl de HDO dan wel geopend is. Tijdens die weken is de (vervangend) leidinggevende of haar achterwacht bereikbaar, die binnen tien minuten op de locatie kan zijn. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met beroepskrachten (op locatie) - Gesprek met de leidinggevende (op locatie) - Observaties (op locatie) - Presentielijst augustus 2016 (ingezien op locatie) KinderRijk Halve Dagopvang Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek /11

6 Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Tijdens het inspectiebezoek is de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid beoordeeld op basis van speerpunten. Met betrekking tot veiligheid is gefocust op hoe er wordt omgegaan met uitstapjes, en met betrekking tot gezondheid op de maatregelen die worden getroffen bij zon en hitte. Uitstapjes De beroepskrachten vertellen dat er geen uitstapjes worden ondernomen omdat de groep daar te groot voor is. Hier is dan ook geen locatiespecifiek protocol voor opgesteld, alhoewel er wel algemeen beleid hiervoor is van KinderRijk. In de zomer is het wel voorgekomen dat er maar twee kinderen waren en de beroepskrachten met de kinderen in de bolderkar bijvoorbeeld een boodschapje gingen doen bij de supermarkt om de hoek. De beroepskrachten vertellen dat ze in die gevallen de collega s van de buitenschoolse opvang op de hoogte brengen. Er wordt een briefje op de deur gehangen voor ouders die onverwachts hun kind eerder komen halen. De beroepskrachten zorgen dat ze een mobiele telefoon bij zich hebben, waarmee ze de leidinggevende in geval van nood kunnen bellen. Dit is conform het algemene beleid bij uitstapjes. Zon en warmte De beroepskrachten zeggen bij warmte als volgt te handelen: bij het buiten spelen worden een watertapje en bekers buiten gezet, waardoor de kinderen veel kunnen drinken. Kinderen mogen bij warm weer zelf kiezen of ze buiten of liever binnen spelen, en de beroepskrachten merken dat kinderen van deze optie gebruikmaken. Als het warmer is dan 25 C worden de kinderen binnengehouden. Bij zonnig weer worden de kinderen zoveel mogelijk tijdig ingesmeerd met zonnebrandcrème, en op het heetst van de dag uit de zon gehouden. Er is een schaduwdoek voor een gedeelte van de eigen buitenruimte. Tijdens het inspectiebezoek is het warm en zonnig weer, maar nog geen 25 C. De schaduwdoek wordt opgehangen boven de tafel waarop ook het water staat, de kinderen zijn ingesmeerd en te warme kleren zijn uitgetrokken. De toezichthouder constateert dat de beroepskrachten handelen volgens hetgeen ze vertellen, en conform het betreffende protocol. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met beroepskrachten (op locatie) - Gesprek met de leidinggevende (op locatie) - Pedagogische werkwijze KinderRijk HDO Laan Rozenburg MdR (versie juli 2016, gedownload van op 31 augustus 2016) - Observaties (op locatie) - Protocol "Wat doen we bij warm weer??" (zonder versievermelding, ontvangen op 24 augustus 2016) - Werkinstructie veiligheid, gezondheid en hygiëne (versie 1 juli 2016, ontvangen op 24 augustus 2016) - Werkinstructie luchtkwaliteit (versie 1 juli 2016, ontvangen op 24 augustus 2016) KinderRijk Halve Dagopvang Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek /11

7 Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft met de BSO op hetzelfde adres een samengestelde oudercommissie ingesteld, waarin één ouder van een kind op de HDO zitting heeft. Klachten en geschillen 2016 De houder heeft een klachtenregeling ingesteld, die te vinden is op de eigen website. In de klachtenregeling is een duidelijk voortraject beschreven dat ouders bij ongenoegen kunnen volgen. Wanneer er na dit traject alsnog een klacht is, staat beschreven dat deze schriftelijk kan worden ingediend bij KinderRijk. De regeling omtrent het indienen van een klacht voldoet aan de gestelde voorwaarden. Tevens is de houder aangesloten bij De Geschillencommissie, waarbij ook deze locatie is aangemeld. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met beroepskrachten (op locatie) - Gesprek met de leidinggevende (op locatie) - Contactgegevens van de oudercommissie (ontvangen op 24 augustus 2016) - Website (geraadpleegd op 18 juli 2016) - Klachtenregeling KinderRijk (ontvangen op 14 januari 2016) - Website (geraadpleegd op 31 augustus 2016) KinderRijk Halve Dagopvang Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek /11

8 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Ouderrecht Oudercommissie KinderRijk Halve Dagopvang Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek /11

9 De houder stelt binnen zes maanden na de registratie een oudercommissie in. OF In een kindercentrum waar 50 of minder kinderen worden opgevangen is (nog) geen oudercommissie ingesteld, de houder heeft zich echter aantoonbaar voldoende ingespannen om een oudercommissie in te stellen én de houder biedt, als ouders op een andere wijze worden betrokken bij onderwerpen waarvoor adviesrecht geldt, ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie. Klachten en geschillen 2016 De houder treft een regeling, die schriftelijk wordt vastgelegd, voor de afhandeling van klachten over: - een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens een ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder. De regeling voorziet er in dat de ouder de klacht schriftelijk bij de houder indient en dat de houder: - de klacht zorgvuldig onderzoekt; - de ouder zoveel mogelijk op de hoogte houdt van de voortgang van de behandeling; - de klacht, rekening houdende met de aard ervan, zo spoedig mogelijk wordt afgehandeld; - de klacht, uiterlijk zes weken na indiening bij de houder, wordt afgehandeld; - de ouder een schriftelijk en met redenen omkleed oordeel op de klacht verstrekt; - in het oordeel een concrete termijn stelt waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd. De houder van een kindercentrum is aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie voor het behandelen van: a) geschillen tussen houder en ouder over: - een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder; b) geschillen tussen houder en oudercommissie over de toepassing en uitvoering van het wettelijk adviesrecht. KinderRijk Halve Dagopvang Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek /11

10 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : KinderRijk Halve Dagopvang Laan Rozenburg MdR Vestigingsnummer : Website : Aantal kindplaatsen : 16 Gesubsidieerde voorschoolse opvang : Nee Gegevens houder Naam houder : KinderRijk Dagopvang B.V. Adres houder : Postbus 2027 Postcde en plaats : 1180 EA Amstelveen KvK nummer : Website : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postadres : Postbus 2200 Postcode en plaats : 1000 CE AMSTERDAM Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : Mw. E.A. Leyen, MSc. Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam : Gemeente Amstelveen Postadres : Laan Nieuwer-Amstel 1 Postcode en plaats : 1182 JR AMSTELVEEN Planning Datum inspectiebezoek : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Vaststellen inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie : Verzenden inspectierapport naar gemeente : Openbaar maken inspectierapport : KinderRijk Halve Dagopvang Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek /11

11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om een zienswijze in te dienen. KinderRijk Halve Dagopvang Laan Rozenburg MdR - Jaarlijks onderzoek /11