MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID"

Transcriptie

1 MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 3 JUNI 2004 TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR DE BINNENSCHEEPVAART UAW Nr Bijvoegsel Stcrt. d.d , nr. 105 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelezen het verzoek van PVF Achmea namens de partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst; Partij(en) te ener zijde: Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart, Vereniging van Sleep- en Duwbooteigenaren,,Rijn en IJssel en de Christelijke Bond van Ondernemers in de Binnenvaart; Partij(en) te anderer zijde: FNV Bondgenoten en CNV Bedrijvenbond. Dat naar aanleiding van dit verzoek schriftelijke bedenkingen zijn ingebracht door N.V. Texels Eigen Stoomboot Onderneming, Wagenborg Passagiersdiensten B.V. en Rederij Doeksen. Deze bedenkingen kunnen als volgt worden samengevat: Bedenkinghebbenden verzoeken primair het verzoek tot algemeen verbindend verklaring af te wijzen en subsidiair om dispensatie te verlenen op grond van artikel 2 lid 1 wet AVV. Als eerste reden wordt aangevoerd dat bedenkinghebbenden een ondernemings-cao hebben afgesloten waarin is overeengekomen om aan te sluiten bij de prepensioenregeling (inclusief VUT overgangsregeling) van het wegvervoer. Verder zijn bedenkinghebbenden van mening dat de definitie binnenscheepvaart niet van toepassing en tot slot wordt ernstig getwijfeld aan de representativiteit van de werkgeversorganisaties. Overwegende ten aanzien van de bedenkingen: Sdu Uitgevers, s-gravenhage 2004 CAO2497 CAO

2 N.V. Texels Eigen Stoomboot Onderneming, Wagenborg Passagiersdiensten B.V. en Rederij Doeksen zijn lid van het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart, de bij de CAO betrokken werkgeverspartij en als zodanig ingevolge artikel 9 van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst reeds gebonden aan de CAO. Het bepalen van de werkingssfeer en de reikwijdte van het AVV-verzoek is primair een zaak van CAO-partijen. De beoordeling of de werkzaamheden van een onderneming vallen onder de (algemeen verbindend verklaarde) bepalingen van een CAO is mede gelet op de technische aard van deze vraag eveneens in eerste aanleg een zaak van CAO-partijen. Een geschil kan eventueel aan de burgerlijke rechter worden voorgelegd. dat door bedenkinghebbenden geen beargumenteerde bedenkingen zijn aangevoerd op grond waarvan een accountantsverklaring nodig zou zijn. Bovendien blijkt uit door partijen verstrekte representativiteitsgegevens dat de bepalingen reeds gelden voor een belangrijke meerderheid 94% van de in de bedrijfstak werkzame personen. overwegende tenslotte dat de bedenkingen algemeen verbindendverklaring van de daarvoor in aanmerking komende bepalingen niet in de weg staat; Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten; Besluit: Dictum I Verklaart algemeen verbindend de navolgende bepalingen van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, zulks met inachtneming van hetgeen in de dicta II, III, IV en V is bepaald: Artikel 1 Definities In deze overeenkomst wordt verstaan onder: A. Werkgever: de in Nederland gevestigde natuurlijke persoon, rechtspersoon, rederij of vennootschap die de binnenscheepvaart uitoefent, met uitzondering van: a. de werkgever die eigen vervoer verricht; b. de werkgever die zich bezighoudt met het verlenen van assistentie aan zeeschepen in de zeehavens, bergings- en bluswerkzaamheden, aannemingswerkzaamheden, winning van zand en grind of baggerwerkzaamheden dan wel een bedrijf uitoefent met 2

3 gemengde activiteiten. Deze uitzonderingen zijn slechts van toepassing indien het transport niet als de hoofdactiviteit kan worden beschouwd. Dit wordt per juridische eenheid beoordeeld aan de hand van de verloonde bedragen. B. Werknemer: degene die krachtens een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in loondienst is van een werkgever en die krachtens deze arbeidsovereenkomst (als bemanningslid) werkzaam is op vaartuigen die gebruikt worden in de binnenscheepvaart, waaronder begrepen: degene die deelneemt aan een leerlingstelsel voor de binnenscheepvaart of in verband met een cursus stage loopt, en degene die als vakantiewerker op een vaartuig te werk is gesteld, mits behorend tot de voorgeschreven bemanningssterkte, met uitzondering van de niet (langer) voor de verplichte werknemersverzekeringen verzekerde directeuren-grootaandeelhouder, hun echtgeno(o)t(e) en familieleden die evenmin in vorenbedoelde zin verzekerd zijn. C. Binnenscheepvaart: vrachtvaart en andere dienstverlening met vaartuigen op de binnenwateren, met uitzondering van vaartuigen die uitsluitend geschikt zijn voor het vervoer van passagiers. D. Stichting: de Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Binnenscheepvaart. E. reglement: het reglement als bedoeld in artikel 14 van de statuten van de stichting. F. SV-uitkering: een uitkering krachtens de ZW, WAO/AAW, WW, WWV of IOAW, dan wel een combinatie van genoemde uitkeringen, een en ander eventueel aangevuld met (een) uitkering(en) ingevolge de Toeslagenwet of de RWW, of een vergelijkbare uitkering op grond van een vrijwillige verzekering. Artikel 2 Werkingssfeer Deze overeenkomst is van toepassing op alle werknemers, bedoeld in artikel 1 onder B. 3

4 Artikel 3 Uitvoering 1. De uitvoering van deze overeenkomst is opgedragen aan de Stichting en geschiedt volgens de bepalingen van het reglement. De statuten en het reglement van de stichting maken deel uit van deze cao. Artikel 4 Financiering/bijdrageheffing 1. In het kader van de overgang naar de nieuwe pensioenregeling in de bedrijfstak wordt de VUT-regeling gecontinueerd, teneinde de aanspraken te regelen, welke voortvloeien uit de zogenaamde staartverplichtingen van de VUT-regeling zoals deze van kracht was tot en met 31 december De werkgever is verplicht een bijdrage aan de Stichting te betalen die benodigd is voor de financiering van de in het eerste lid genoemde aanspraken. De hoogte van de bijdrage wordt jaarlijks vastgesteld door partijen, nadat hierover advies is ingewonnen bij het bestuur van de Stichting. De hoogte van de bijdrage bedraagt een percentage van het loon dat over dat jaar in aanmerking komt voor premieheffing ingevolge de Werkloosheidswet, zonder dat op dit loon in mindering wordt gebracht het bedrag dat bij genoemde premieheffing buiten aanmerking blijft ingevolge het bepaalde in artikel 9, derde en vierde lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering. 3. De werkgever is de totale bijdrage (zowel het werkgevers- als het werknemersaandeel) verschuldigd aan de stichting. De betaling van de bijdrage geschiedt op de wijze en op de tijdstippen als bepaald in of krachtens het reglement. De werkgever is gerechtigd het werknemersaandeel in de bijdrage in te houden op het loon van de werknemer bij iedere loonbetaling. 4. De bijdrage bedraagt met ingang van 1 januari ,6% van het loon in het kalenderjaar. Het werknemersaandeel in de bijdrage bedraagt met ingang van 1 januari ,55%. Artikel 5 Inhoudingen De stichting zal op de uitkeringen inhouden: 1. De verschuldigde loonheffing; 2. Het werknemersaandeel in de premie ingevolge de Ziekenfondswet, 4

5 respectievelijk de premie van een (collectieve) ziektekostenverzekering; 3. Het werknemersaandeel in de pensioenpremie volgens de bij de werkgever toegepaste pensioenregeling. Artikel 6 Overgangsregelingen ten aanzien van pensioen- en ziektekostenregelingen 1. a. De op het moment van uittreding bestaande, door de werkgever ten behoeve van de werknemer afgesloten pensioenvoorziening(en), anders dan die krachtens de regeling van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Rijnen Binnenvaart, wordt(en) onverkort door de werkgever tot de pensioendatum voortgezet als ware de uitgetreden werknemer in dienst van de werkgever, met uitzondering van na de uittreding in de pensioenregeling(en) aangebrachte structurele wijzigingen, tenzij deze betrekking hebben op de verplichte regeling van genoemd bedrijfspensioenfonds. b. Als voorwaarde geldt dat de werknemer zijn eventuele bijdrage in de premiebetaling voortzet alsof hij in dienst van de werkgever zou zijn gebleven, waarbij verrekening plaatsvindt met het aandeel vermeld in artikel 5, lid 3. Ten laste van de stichting kan door de werkgever ten hoogste een bedrag worden gebracht dat overeenkomt met het werkgeversaandeel in de pensioenpremie volgens de verplichte regeling van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Rijn- en Binnenvaart, zoals nader geregeld in het reglement. c. Indien de werkgever een pensioenvoorziening voor zijn werknemer heeft gesloten anders dan die krachtens de regeling van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Rijn- en Binnenvaart, dan zal betaling van het deel van de werkgeversbijdrage in de premie dat uitgaat boven de tegemoetkoming vastgelegd in het voorgaande lid, door de werkgever worden voortgezet als ware de werknemer nog in dienst van de werkgever. 2. a. Indien de werkgever ten behoeve van zijn werknemers (een) (collectieve) ziektekostenverzekering(en) heeft gesloten waarin de uitgetreden werknemer deelnam, zal bedoelde verzekering door de werkgever worden voortgezet als ware de betrokkene nog in dienst van de werkgever, met uitzondering van na de uittreding in de ziektekostenverzekering aangebrachte structurele wijzigin- 5

6 gen waaronder niet worden begrepen de wijzigingen welke door de ziektekostenverzekeraar worden opgelegd, c.q. doorgevoerd. b. Indien de werkgever op het moment van uittreding bijdraagt in een door of ten behoeve van de uittredende werknemer afgesloten (collectieve) ziektekostenverzekering, zet hij de betaling van deze bijdrage voort alsof de betrokkene in dienst van de werkgever zou zijn gebleven. c. In de onder lid 2, sub a en b van dit artikel bedoelde gevallen neemt de stichting de werkgeversbijdrage voor haar rekening, met dien verstande dat deze bijdrage ten hoogste gelijk is aan het maximale bedrag voor de werkgeversbijdrage, verschuldigd ingevolge de Ziekenfondswet. Het werknemersaandeel in de verschuldigde ziektekostenpremies zal, zoals in artikel 5, lid 2 vermeld, door de stichting op de uitkering worden ingehouden. Artikel 8 Vrijstelling 1. Op verzoek van de werkgever kan van de verplichting tot aansluiting bij de Stichting en van de verplichting tot bijdrage betaling aan de Stichting door het bestuur vrijstelling worden verleend, indien voor de werkgever een andere regeling inzake vrijwillige vervroegde uittreding geldt, welke regeling aan de navolgende voorwaarden dient te voldoen: a. de andere regeling inzake vrijwillig vervroegde uittreding geldt voor alle werknemers van de werkgever die onder de onderhavige cao vallen; b. de andere regeling is ondergebracht in een aparte rechtspersoon met een daartoe van de onderneming afgescheiden vermogen. In het bestuur van deze rechtspersoon moeten de vertegenwoordigers van de werknemers ten minste evenveel zetels bezetten als de vertegenwoordigers van de werkgever; c. de andere regeling is: in overleg en in overeenstemming met de werknemersorganisaties, betrokken bij de onderhavige cao, tot stand gekomen en neergelegd in, dan wel gebaseerd op een cao die is aangemeld bij het Centraal Kantoor Arbeidsinspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dan wel neergelegd in of gebaseerd op een verordening als bedoeld in artikel 93 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie, dan wel gebaseerd op een besluit als bedoeld in artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden, dan wel gebaseerd op een besluit dat is genomen in overeenstemming met de personeelsvertegenwoordiging van de onderneming, indien het een onderneming betreft voor welke de instelling van een ondernemingsraad niet verplicht is; d. de andere regeling inzake vrijwillig vervroegde uittreding is ten 6

7 minste gelijkwaardig aan de regeling van de Stichting, een en ander ter beoordeling van de Stichting; e. in de andere regeling inzake vrijwillig vervroegde uittreding, zijn de rechten van de werknemers naar het oordeel van de Stichting behoorlijk gewaarborgd. 2. Aan een vrijstelling kunnen door het bestuur nadere voorwaarden worden verbonden. 3. Bij wijziging van de regeling van de Stichting is de vrijgestelde werkgever verplicht er zorg voor te dragen dat de uittredingsregeling op grond waarvan vrijstelling is verleend, ten minste gelijkwaardig blijft aan de regeling van de Stichting. 4. Het bepaalde in het eerste lid, onder d. en het bepaalde in het derde lid geldt niet indien de andere regeling een bedrijfstakregeling is. 5. Werknemers van vrijgestelde werkgevers kunnen geen rechten ontlenen aan de regeling van de Stichting. Evenmin kunnen werknemers van de werkgever die om vrijstelling als in het eerste lid bedoeld heeft verzocht, rechten aan het reglement van de Stichting ontlenen, zolang op dat vezoek niet afwijzend is beslist. 6. De jaren in dienstverband doorgebracht bij een vrijgestelde werkgever tellen niet als dienstjaren als bedoeld in de cao en het reglement. 7. Het bestuur van de Stichting kan de vrijstelling intrekken. Aan de intrekking kunnen door het bestuur voorwaarden worden verbonden. Artikel 9 Verplichting tot het verstrekken van inlichtingen De werkgevers en werknemers zijn verplicht de inlichtingen te verstrekken die de Stichting noodzakelijk acht voor een goede uitvoering van de regeling. Indien de werkgever of de werknemers, ook na aanmaning, niet aan deze verplichting voldoen, dan is de stichting bevoegd bedoelde gegevens naar beste weten vast te stellen. 7

8 STATUTEN Artikel 1 Naam en zetel De stichting draagt de naam Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Binnenscheepvaart, verder te noemen de stichting. De stichting is gevestigd te Amsterdam. Artikel 2 Doel Het doel van de stichting is om uitkeringen, voortvloeiend uit de staartverplichtingen, te verstrekken aan werknemers, die van de tot en met 31 december 2001 in de collectieve arbeidsovereenkomst inzake vrijwillig vervroegde uittreding voor de Binnenscheepvaart geboden mogelijkheid om vervroegd uit het arbeidsproces te treden gebruik hebben gemaakt. Artikel 3 Samenstelling van het bestuur 1. Het bestuur van de stichting bestaat uit acht leden, waarvan met inachtneming van het beginsel van pariteit van werkgevers- en werknemersleden worden benoemd: drie lede n door het Cent raal Bure au voor de Rijn- en Binnenvaart, statutair gevestigd te Rotterdam; één lid door de Vereniging van Sleep- en Duwbooteigenaren,,Rijn en IJssel, statutair gevestigd te Arnhem, de Christelijke Bond van Ondernemers in de Binnenvaart, statutair gevestigd te Rotterdam en de Onafhankelijke Nederlandse Schippersvakbond, statutair gevestigd te Rotterdam gezamenlijk; twee leden door FNV Bond genoten, statutair gevestigd te Amsterdam; één lid door de CNV BedrijvenBond, statutair gevestigd te Houten; en één lid door FNV Bondgenoten en CNV Bedrijven Bond gezamenlijk. 2. De in lid 1 genoemde organisaties benoemen voor elk bestuurslid tevens een plaatsvervangend lid dat zitting zal nemen in het bestuur bij ontstentenis van het zittend bestuurslid. 3. De leden en de plaatsvervangende leden van het bestuur worden voor onbepaalde tijd benoemd. 8

9 4. De in lid 1 genoemde organisaties hebben te allen tijde het recht de door haar benoemde leden en plaatsvervangende leden van het bestuur te vervangen. 5. Het bestuurslidmaatschap eindigt door: a. bedanken; b. vervanging overeenkomstig het bepaalde in lid 4 van dit artikel. Artikel 4 Bevoegdheden van het bestuur 1. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter en een vice-voorzitter. 2. De functie van voorzitter wordt in de even kalenderjaren vervuld door een werkgeverslid en in de oneven kalenderjaren door een werknemerslid. Omgekeerd wordt de functie van vice-voorzitter in de oneven kalenderjaren vervuld door een werkgeverslid en in de even kalenderjaren door een werknemerslid. 3. Het bestuur benoemt uit of buiten zijn midden een secretaris, wiens taak en bevoegdheden door het bestuur worden geregeld. Indien de secretaris niet uit het bestuur wordt benoemd, maakt hij geen deel uit van het bestuur. Ook de secretaris die niet uit het bestuur wordt benoemd, heeft het recht de bestuursvergaderingen bij te wonen doch heeft slechts een adviserende stem. 4. De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door twee van de volgende gezamenlijk handelende personen: de voorzitter, de vice-voorzitter en de secretaris. 5. Het bestuur draagt zorg voor de uitvoering van de statuten en het reglement van de stichting. Het is bevoegd tot alle daden van beheer en beschikking binnen de kring van de doelstelling van de stichting. Artikel 5 Vergadering van het bestuur 1. Het bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter of ten minste twee bestuursleden dit nodig achten. 9

10 2. De wijze en termijn van oproeping worden bij bestuursbesluit geregeld. Artikel 6 Besluitvorming 1. Het bestuur kan geen besluiten nemen indien niet ten minste twee van de door de werkgeversorganisatie aangewezen bestuursleden en twee van de door de werknemersorganisaties aangewezen bestuursleden als genoemd in artikel 3 aanwezig zijn. 2. De besluiten van het bestuur worden, voorzover in deze statuten niet anders is bepaald, genomen bij meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen en stemmen van onwaarde worden als niet uitgebrachte stemmen beschouwd. De leden van het bestuur hebben in de vergadering van het bestuur ieder een stem indien de aantallen der ter vergadering aanwezige werkgeversleden en werknemersleden even groot zijn. Is dit niet het geval, dan wordt iedere werkgevers-, respectievelijk werknemersstem vermenigvuldigd met het aantal der aanwezige leden van de andere groep. 3. Bij staking van stemmen wordt het voorstel in de volgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Staken de stemmen dan opnieuw, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. 4. Over zaken wordt mondeling, over personen schriftelijk gestemd. Bij onzekerheid over de vraag of het om een zaak, respectievelijk om een persoon gaat, beslist in laatste instantie de voorzitter. 5. In afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden kan besluitvorming door het bestuur ook schriftelijk tot stand komen, mits alle bestuursleden hun stem uitbrengen. Het bepaalde in lid 2, eerste en tweede volzin en lid 3 is daarbij van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat bij staking van stemmen het voorstel in de eerstkomende vergadering aan de orde wordt gesteld. Artikel 7 Financiële middelen De financiële middelen van de stichting bestaan uit: 1. de door de werkgevers en de werknemers betaalde en door de werkgevers te storten bijdragen als bepaald in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake vrijwillig vervroegde uittreding voor de Binnenscheepvaart; 2. andere baten. 10

11 Artikel 8 Aanwending middelen 1. De geldmiddelen als bedoeld in artikel 7 worden aangewend: a. tot het doen van uitkeringen als bedoeld in artikel 2, onder inhouding van, ten laste van de uitkeringsgerechtigde komende, premies en loonbelasting; b. tot het betalen van de premies die ten laste komen van de Stichting; c. tot het betalen van c.q. reservering van kosten, verband houdende met de uitvoering van de werkzaamheden van de Stichting. 2. Voor zover gelden van de stichting voor belegging beschikbaar zijn, worden deze gelden door het bestuur belegd, met inachtneming van in redelijkheid daaraan te stellen eisen van liquiditeit, rendement en risico-verdeling. 3. Gerede gelden worden in rekening-courant gestort bij de administrateur. De titels betreffende geldleningen op onderhandse schuldbekentenis worden bewaard in de kluis van de administrateur. De effecten en andere waardepapieren aan toonder worden bewaard door een door het bestuur aan te wijzen trustinstelling. 4. Het bestuur zal de kosten van beheer van de geldmiddelen en de wijze van verrekening van die kosten vaststellen. Artikel 9 Reis- en verblijfkosten Reis- en verblijfkosten, door de leden van het bestuur en de buiten hun midden benoemde secretaris in hun functie gemaakt, worden vergoed. Vergoeding geschiedt volgens door het bestuur vastgestelde regels. Artikel 10 Administrateur Het administratief en geldelijk beheer wordt onder verantwoordelijkheid van het bestuur gevoerd door een door het bestuur, tot wederopzeggens 11

12 benoemde administrateur. Als administrateur wordt benoemd PVF Nederland NV. Artikel 11 Accountant 1. Het bestuur benoemt tot wederopzeggens een externe registeraccountant of een accountant-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid, die tot taak heeft de balans, de rekening van baten en lasten en het verslag, bedoeld in artikel 12, te controleren. 2. De externe registeraccountant of de accountant-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid is gerechtigd tot inzage van alle boeken en bescheiden van de stichting. De waarden van de stichting moeten hem desverlangd worden getoond. Artikel 12 Boekjaar, verslag, rekening, verantwoording en begroting 1. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar stelt het bestuur een door een externe registeraccountant of een accountantadministratieconsulent met certificerende bevoegdheid gecontroleerde balans, rekening van baten en lasten en verslag over de financiële toestand van de stichting vast. Het verslag moet overeenkomstig het in artikel 2 genoemde bestedingsdoel zijn gespecificeerd. Uit het verslag en de accountantsverklaring moet blijken dat de uitgaven conform het bestedingsdoel zijn gedaan. Ten blijke van de vaststelling worden deze stukken ondertekend door twee van de volgende personen: de voorzitter, de vice-voorzitter en de secretaris van de stichting. 2. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 3. Het bestuur legt in het verslag rekenschap af van het gevoerde beleid. 4. Het verslag en de accountantsverklaring worden ter inzage van de bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers neergelegd: a. ten kantore van de Stichting; b. op een of meer door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen plaatsen. 5. Het verslag en de accountantsverklaring worden ter inzage van de bij de Stichting betrokken werkgevers en werknemers toegezonden tegen betaling van de daaraan verbonden kosten. 12

13 6. Voorafgaand aan ieder jaar stelt het bestuur een begroting voor het eerstvolgende boekjaar vast. Deze begroting is gespecificeerd overeenkomstig het in artikel 2 genoemde bestedingsdoel. De begroting is beschikbaar voor de bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers. Artikel 13 Statutenwijziging en ontbinding 1. Besluiten tot wijziging van de statuten van de stichting kunnen slechts worden genomen met algemene stemmen in een vergadering waarin ten minste vier bestuursleden aanwezig zijn. 2. Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat: a. een notariële akte is opgemaakt en b. een door het bestuur gewaarmerkt exemplaar van de wijziging alsmede van de statuten is neergelegd ter griffie van het kantongerecht te Amsterdam. 3. Het besluit tot ontbinding van de stichting kan slechts worden genomen met algemene stemmen in een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig zijn. 4. Het ontbindingsbesluit duidt tevens de bestemming van een eventueel batig saldo van de vereffening aan. Deze bestemming zal zoveel mogelijk in overeenstemming zijn met het doel van de stichting. Artikel 14 Reglement 1. Het bestuur stelt een reglement vast. De bepalingen van het reglement mogen niet in strijd zijn met deze statuten. 2. Ten aanzien van besluiten tot vaststelling of wijziging van het reglement is het bepaalde in artikel 13, eerste lid, van toepassing. 3. Een reglementswijziging treedt eerst in werking nadat een door het bestuur gewaarmerkt exemplaar van de wijziging alsmede van het 13

14 reglement is neergelegd ter griffie van het kantongerecht te Amsterdam. Artikel 15 Slotbepaling In alle gevallen waarin de statuten niet voorzien beslist het bestuur. 14

15 REGLEMENT Artikel 1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: de stichting: de Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Binnenscheepvaart. de CAO: de collectieve arbeidsovereenkomst inzake vrijwillig vervroegde uittreding voor de binnenscheepvaart. de deelnemer: de werknemer op wie de collectieve arbeidsovereenkomst inzake vrijwillig vervroegde uittreding voor de binnenscheepvaart van toepassing is en wiens verzoek om aan die regeling te mogen deelnemen door de stichting is ingewilligd. het bedrijfspensioenfonds: de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Rijn- en Binnenvaart. de administrateur: PVF Nederland N.V. de referte-datum: de datum gelegen 3 maanden voor de uittredingsdatum van de werknemer. de normale wekelijkse arbeidsduur: de wekelijkse arbeidsduur die geldt voor de arbeidsduur personeelsgroep waartoe de werknemer behoort. SV-uitkering: een uitkering krachtens de ZW, WAO/AAW, WAZ, WW of IOAW, dan wel een combinatie van genoemde uitkeringen, een en ander eventueel aangevuld met (een) uitkering(en) ingevolge de Toeslagenwet of de RWW, of een vergelijkbare uitkering op grond van een vrijwillige verzekering. Overigens zijn van toepassing de begripsbepalingen als vermeld in de CAO. 15

16 Artikel 2 Werkingssfeer 1. Dit reglement heeft een tijdelijk karakter: het geldt tot het einde van de langstlopende uitkering op grond van de CAO zoals die vóór 1 januari 2002 bestond. 2. Dit reglement is uitsluitend van toepassing op de deelnemers die gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid tot uittreden op grond van de CAO zoals die op het moment van hun uittreden gold. 3. De laatste mogelijkheid tot uittreden was op 31 december Na dit tijdstip kan niet meer worden uitgetreden. Artikel 3 Vaststelling en betaling van de bijdrage 1. De werkgever is verplicht op de tijdstippen, op de wijze en over de tijdvakken als door de stichting bepaald, de gegevens te verstrekken die de stichting nodig heeft om de door de werkgever volgens de CAO verschuldigde bijdrage en het door de stichting te heffen voorschot op de bijdrage vast te stellen. Indien de werkgever niet, niet tijdig of onvolledig de benodigde gegevens aan de stichting verstrekt, is de stichting bevoegd de hoogte van de bijdrage of het voorschot naar beste weten zelf vast te stellen. De kosten van het vergaren en verstrekken van de door de stichting gewenste informatie komen voor rekening van de werkgever. 2. De werkgever is verplicht de over een kalenderjaar verschuldigde bijdrage te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van de desbetreffende nota van de stichting. De stichting is bevoegd van de werkgever een voorschot te vorderen ter grootte van de bijdrage die vermoedelijk over het kalenderjaar verschuldigd zal zijn. Het voorschot moet, tenzij het bestuur van de stichting anders bepaalt, worden voldaan in ten hoogste vier gelijke termijnen, te betalen op de eerste van ieder kwartaal, met dien verstande dat de eerste termijn niet eerder vervalt dan 14 dagen na dagtekening van de voorschotnota. Bij niet tijdige betaling van een voorschottermijn wordt het gehele resterende bedrag van de voorschotnota opeisbaar. 3. Bij niet-tijdige betaling van de verschuldigde bijdrage of het van hem gevorderde voorschot is de werkgever door het enkele verloop van de termijn in verzuim. De stichting is dan bevoegd te vorderen: rente over het verschuldigde bedrag vanaf de dag volgend op de dag dat het verschuldigde bedrag betaald had moeten zijn; vergoeding van de buitengerechtelijke invorderingskosten zoals 16

17 bedoeld in artikel 6:96, tweede lid, onder c, van het Burgerlijk Wetboek, onverminderd de overige kosten van vervolging verschuldigd volgens de wet. De rente wordt berekend naar het percentage van de wettelijke rente als bedoeld in de artikelen 6:119 en 120 van het Burgerlijk Wetboek. De buitengerechtelijke invorderingskosten worden gesteld op 15% van het verschuldigde bedrag, met een minimum van 35,. 4. De werkgever is gerechtigd het werknemersaandeel in de bijdrage in te houden op het loon van de werknemer overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de CAO. Artikel 4 Voorwaarden voor de deelneming in de periode tot en met 31 december Om aan de regeling te kunnen deelnemen moet betrokkene: a. in de maand waarin de deelneming aanvangt de minimum uittredingsleeftijd bereiken of hebben bereikt. De minimum uittredingsleeftijd is per 1 januari jaar en drie maanden; per 1 juli jaar en zes maanden; per 1 januari jaar en negen maanden; per 1 juli jaar; b. gedurende 10 jaar onmiddellijk voorafgaande aan zijn uittreding onafgebroken als werknemer op grond van een arbeidsovereenkomst werkzaam zijn geweest in de binnenscheepvaart of bij een werkgever die, onder andere ten behoeve van betrokkene, vrijwillig bij de stichting is aangesloten krachtens een overeenkomst tot vrijwillige aansluiting; Indien betrokkene als gevolg van (een) korte onderbreking(en) buiten zijn schuld niet aan dit vereiste voldoet, bijvoorbeeld ten gevolge van werkloosheid of arbeidsongeschiktheid, dan kan het bestuur op verzoek van betrokkene bepalen dat betrokkene, mits aan de overige voorwaarden is voldaan, toch voor vervroegde uittreding in aanmerking komt; c. bij de ingang van de deelneming de arbeidsovereenkomst beëindigd hebben en op die datum: niet in aanmerking komen voor een volledige SV-uitkering; niet in aanmerking komen voor loondoorbetaling tijdens 17

18 ziekte als bedoeld in artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek; niet onder afvloeiingsregeling of non-activiteitsregeling vallen. 2. De werknemer die vervroegd wil uittreden dient zich daartoe ten minste 3 maanden voor de gevraagde uittredingsdatum bij de werkgever aan te melden onder opzegging van zijn arbeidsovereenkomst. Indien zijn verzoek om deelneming door de stichting niet wordt ingewilligd zal de arbeidsovereenkomst ongewijzigd worden voortgezet. De werkgever dient ervoor te zorgen dat het aanvraagformulier betreffende het verzoek om deelneming uiterlijk 2 maanden voor de gevraagde uittredingsdatum bij de administrateur wordt ingediend. Een kopie van dit formulier wordt door de werkgever aan de werknemer overhandigd. 3. Indien het verzoek om uittreding door de stichting niet wordt ingewilligd, blijft de arbeidsovereenkomst ongewijzigd gehandhaafd. Artikel 5 Uitkeringsgrondslag 1. De uitkeringsgrondslag van de deelnemer is gelijk aan het loon over de periode van 12 maanden (52 weken) onmiddellijk voorafgaande aan de referte-datum, nadat dit loon is aangepast aan de algemene wijzigingen van de lonen in de binnenscheepvaart die hebben plaatsgehad na de referte-datum. 2. Onder loon bedoeld in het vorig lid wordt verstaan: a. het met het werknemersaandeel in de pensioenpremie vermeerderde loon in de zin van de Coördinatiewet Sociale Verzekering; b. de uitkering ingevolge de Ziektewet; c. de aanvullende uitkering onder welke benaming ook, die de werknemer ingevolge de Regeling van lonen en andere arbeidsvoorwaarden voor bemanningen op duwboten, sleepboten, sleepschepen en motorschepen in de nationale en internationale binnenscheepvaart, dan wel een daarvan afgeleide collectieve arbeidsovereenkomst, bij ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte van zijn werkgever ontvangt. 3. De uitkeringsgrondslag vastgesteld volgens de voorgaande leden van dit artikel, is ten hoogste gelijk aan 110% van het bedrag dat als uitkeringsgrondslag zou zijn vastgesteld als de datum van uittreding een jaar eerder zou liggen. 4. De uitkeringsgrondslag is maximaal gelijk aan 1 maal het maximum dagloon voor de premieheffing ingevolge de Werkloosheidswet, her- 18

19 leid tot een jaarbedrag, dat geldt ten tijde van de ingang van de uitkering. Artikel 6 Rechten van een deelnemer 1. De stichting willigt het verzoek tot deelneming in als naar het oordeel van de stichting aan alle voorwaarden is voldaan. De deelneming zal steeds beginnen op de eerste van een kalendermaand. De deelnemer heeft dan recht op een uitkering van 80% van de uitkeringsgrondslag als bedoeld in artikel 5, herleid tot een maandbedrag. De netto-uitkering bedraagt bij de aanvang van de deelneming ten minste het voor de deelnemer geldende netto-minimumloon inclusief de voor hem geldende netto-vakantietoeslag, zoals dit minimumloon en deze vakantietoeslag gelden bij de aanvang van de uitkering aan de deelnemer. Indien minder is gewerkt dan de normale wekelijkse arbeidsduur wordt de minimum-uitkering vastgesteld met toepassing van het bepaalde in artikel 5, de leden 3 en De uitkering zal in maandelijkse termijnen worden betaald. De lopende uitkeringen zullen telkens worden verhoogd bij een algemene verhoging van de lonen in de binnenscheepvaart uit hoofde van de ontwikkeling van de prijzen. Een eventuele regeringsmaatregel zal prevaleren in welk geval de uitkering dienovereenkomstig wordt aangepast. Artikel 7 Inhoudingen Door de stichting worden op de uitkering ingehouden: de verschuldigde loonheffing; het werknemersaandeel in de premie voor de Ziekenfondswet respectievelijk in de premie ziektekostenverzekering; het werknemersaandeel in de verplichte regeling van het bedrijfspensioenfonds, respectievelijk in de voor de deelnemer bij zijn laatste werkgever geldende pensioenregeling. 19

20 Artikel 8 Financiële verplichtingen 1. De stichting neemt naast de uitkering de volgende financiële verplichtingen voor haar rekening: het werkgeversaandeel in de premie voor de Ziekenfondswet of, indien de deelnemer niet verzekerd is krachtens de Ziekenfondswet, de werkgeversbijdrage in de particuliere ziektekostenverzekering, of in een collectieve ziektekostenverzekering, met als maximum de maximale werkgeversbijdrage in de premie voor de Ziekenfondswet; het werkgeversaandeel in de premie voor de verplichte regeling van het bedrijfspensioenfonds. Indien de deelnemer niet verzekerd is bij het bedrijfspensioenfonds, zal de stichting het werkgeversaandeel in de premie van de voor hem geldende pensioenverzekering voor haar rekening nemen tot maximaal het bedrag dat als werkgeversaandeel verschuldigd zou zijn indien de deelnemer verzekerd was geweest volgens de verplichte pensioenregeling van het bedrijfspensioenfonds. Artikel 9 Tijdstip uitkering De eerste uitkering geschiedt over de maand waarin de deelneming is begonnen. Het tijdstip van de betaling ligt in de tweede helft van de maand waarover de uitkering verschuldigd is. Artikel 10 Vermindering, respectievelijk wijziging van rechten Wanneer de deelnemer bij het begin van of tijdens zijn deelneming in aanmerking komt voor een SV-uitkering, dan wel voor een pensioen- of andere uitkering op grond van een arbeidsovereenkomst in de binnenscheepvaart, dan dient hij zulks te melden aan de stichting. De SV-uitkering, dan wel pensioen- of andere uitkering op grond van een arbeidsovereenkomst in de binnenscheepvaart, wordt in mindering gebracht op de door de stichting te verstrekken uitkering. De deelnemer is verplicht elke wijziging in de SV-uitkering, dan wel pensioen- of andere uitkeringen op grond van een arbeidsovereenkomst in de binnenscheepvaart, direct aan de stichting te melden. 20

21 Artikel 11 Verrichten van arbeid 1. De deelnemer die tijdens de deelneming tegen beloning al dan niet op grond van een arbeidsovereenkomst werkzaamheden gaat verrichten niet zijnde reeds bestaande nevenwerkzaamheden als bedoeld in de volgende leden is verplicht dit onmiddellijk te melden aan de stichting zodra dat het geval is. Alsdan eindigt het recht op uitkering. 2. De werknemer die reeds voorafgaande aan de ingang van de deelneming tegen beloning nevenwerkzaamheden verricht en deze werkzaamheden tijdens de deelneming voortzet, is verplicht dit te melden aan de stichting gelijktijdig met het indienen van het aanvraagformulier. De uit deze werkzaamheden voortvloeiende inkomsten worden niet gekort op de uitkering. 3. De deelnemer die tijdens de deelneming de nevenwerkzaamheden als bedoeld in het vorige lid uitbreidt, is verplicht dit onmiddellijk te melden aan de stichting zodra daarvan sprake is. De uit deze uitbreiding voortvloeiende inkomsten worden gekort op de uitkering. Artikel 12 Terugvordering, beëindiging Indien teveel of ten onrechte uitkering is betaald, doordat de deelnemer niet voldeed aan zijn meldingsplicht op grond van artikel 10 en/of 11, kan het teveel of ten onrechte betaalde worden teruggevorderd. Het bestuur van de stichting is in deze gevallen bevoegd om de uitkering te verminderen of te beëindigen. Artikel 13 Controle De stichting zal controle uitoefenen op de naleving van de voorwaarden. 21

22 Artikel 14 Beëindiging uitkering De uitkering wordt beëindigd op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer de 65-jarige leeftijd bereikt. Ingeval van eerder overlijden van de deelnemer eindigt de vut-uitkering op de laatste dag van de maand waarin het overlijden plaatsvond. In dit geval worden aan de nagelaten betrekkingen zoals omschreven in artikel 7:674 van het Burgerlijk Wetboek een overlijdensuitkering verstrekt. Deze uitkering is gelijk aan een bedrag van twee maal de hoogte van de bruto vut-uitkering over de maand waarin het overlijden van de deelnemer plaatsvond. Artikel 15 Hardheidsclausule In de gevallen waarin toepassing van de regeling tot onbillijkheden leidt, kan het bestuur van de stichting een beslissing in afwijking van de bepalingen van het reglement nemen. Artikel 16 Verplichting tot opgave van gegevens De werknemer, die een verzoek tot vervroegde uittreding indient en zijn werkgever zijn verplicht de door de administrateur voor de behandeling van de aanvrage benodigde gegevens te verstrekken. De werknemer, die een uitkering van de stichting geniet, is verplicht om aan de administrateur opgave te doen van die gegevens, die de administrateur voor de uitvoering van dit reglement behoeft. Artikel 17 Slotbepalingen In onvoorziene gevallen beslist het bestuur van de stichting. 22

23 Dictum II De in dictum I opgenomen bepalingen zijn algemeen verbindend verklaard tot en met 31 december Dictum III Voorzover de in dictum I opgenomen bepalingen strijdig zijn met bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen. Dictum IV Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2006 en heeft geen terugwerkende kracht. Dictum V Dit besluit zal in een bijvoegsel bij de Staatscourant worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant. s-gravenhage, 3 juni 2004 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Namens deze, de wnd. Directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, Mr. M. H. M. van der Goes. 23

STATUTEN STICHTING AANVULLINGSFONDS MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. november 2004

STATUTEN STICHTING AANVULLINGSFONDS MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. november 2004 STATUTEN STICHTING AANVULLINGSFONDS MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN november 2004 ARTIKEL 1 Naam en zetel 1. De Stichting draagt de naam: Stichting Aanvullingsfonds Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8560 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 4-6-1996, nr. 104 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE

Nadere informatie

STATUTEN. Stichting Fonds Kollektieve Belangen voor de Technische Groothandel

STATUTEN. Stichting Fonds Kollektieve Belangen voor de Technische Groothandel STATUTEN Stichting Fonds Kollektieve Belangen voor de Technische Groothandel 2 ARTIKEL 1 Naam en Zetel 1. De Stichting draagt de naam Stichting Fonds Kollektieve Belangen voor de Technische Groothandel,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Wonen Vervroegd Uittreden 2005 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 31 AUGUSTUS 2006 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 15 AUGUSTUS 2006 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9705 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 16-01-2002, nr. 11 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Tuincentrumbranche Sociaal Fonds 2000/2004 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9363 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 26-04-2000, nr. 81 ALGEMEEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9911 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 14-04-2003, nr. 73 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE TANDTECHNIEK INZAKE VERVROEGD UITTREDEN AI Nr. 10048

Nadere informatie

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BEROEPSGOEDERENVERVOER OVER DE WEG EN DE VERHUUR VAN MOBIELE KRANEN.

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BEROEPSGOEDERENVERVOER OVER DE WEG EN DE VERHUUR VAN MOBIELE KRANEN. VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BEROEPSGOEDERENVERVOER OVER DE WEG EN DE VERHUUR VAN MOBIELE KRANEN oktober 2005 ARTIKEL 1A Werkingssfeer 1. De bepalingen van deze overeenkomst

Nadere informatie

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BIOSCOOPBEDRIJF

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BIOSCOOPBEDRIJF VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BIOSCOOPBEDRIJF Artikel 1 Werkingssfeer Deze overeenkomst is van toepassing op werkgevers en werknemers zoals gedefinieerd in artikel 3 sub d

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ALGEMEEN VERBINDEND VERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST IN HET SCHOONMAAK- EN GLAZENWASSERSBEDRIJF INZAKE VRIJWILLIG

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Schoendetailhandel 2001/2002 Vervroegd Uitreden Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9605 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 07-08-2001, nr. 150 ALGEMEEN

Nadere informatie

REGLEMENT. Toeslagregeling per

REGLEMENT. Toeslagregeling per REGLEMENT Toeslagregeling per STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL Juni 2007 ARTIKEL 1 Begripsbepalingen: In dit reglement gelden de begrippen als omschreven in de Cao Toeslagregeling.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Gevestigde Bloemendetailhandel inzake Vervroegd Uittreden 2001/2002 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9594 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 18-07-2001,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8639 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 14-11-1996, nr. 221 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VRIJWILLIG

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Contractcateringbranche Vrijwillig Vervroegd Uittreden 2004/2008 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 13 APRIL 2007 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22056 26 mei 2016 Ambachtelijke Pluimvee en Wildbedrijven Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen 2016/2017 Verbindendverklaring

Nadere informatie

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR DE PARTICULIERE BEVEILIGING _721_CAO_120911_Wijziging VUT-regeling

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR DE PARTICULIERE BEVEILIGING _721_CAO_120911_Wijziging VUT-regeling VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR DE PARTICULIERE BEVEILIGING 1.233.009_721_CAO_120911_Wijziging VUT-regeling ARTIKEL 1 Definities 1. Werkgever : de organisatie als bedoeld in artikel

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8726 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 10-2-1997, nr. 28 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9091 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 29-10-1998, nr. 207 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Architectenbureaus Aanvullingsregeling en afwikkeling vrijwillig vervroegd uittreden 2008/2010 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 21 MAART 2007 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8446 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 04-01-1996, nr. 3 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST IN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9552 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 08-05-2001, nr. 88 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

STICHTING VERVROEGDE UITTREDING VOOR DE GROOTHANDEL IN EIEREN EN EIPRODUKTEN EN DE EIPRODUKTENINDUSTRIE 55-PLUSREGELING

STICHTING VERVROEGDE UITTREDING VOOR DE GROOTHANDEL IN EIEREN EN EIPRODUKTEN EN DE EIPRODUKTENINDUSTRIE 55-PLUSREGELING REGLEMENT STICHTING VERVROEGDE UITTREDING VOOR DE GROOTHANDEL IN EIEREN EN EIPRODUKTEN EN DE EIPRODUKTENINDUSTRIE 55-PLUSREGELING ARTIKEL 1 Definities Werkgever: Werknemer: Deelnemer: CAO: 55-plusregeling:

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9036 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 27-7-1998, nr. 139 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST FONDS SCHOLING

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8730 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 21-02-1997, nr. 37 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Tandtechniek 2001/2004 Vervroegd Uittreden Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9516 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 26-02-2001, nr. 40 ALGEMEEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Confectie-Industrie Vrijwillig Vervroegd Uittreden 1999/2003 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9212 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 05-05-1999,

Nadere informatie

Statuten. Stichting Naleving CAO Tentoonstellingsbedrijven (SNTB)

Statuten. Stichting Naleving CAO Tentoonstellingsbedrijven (SNTB) Statuten Stichting Naleving CAO Tentoonstellingsbedrijven (SNTB) Statuten SNTB 2009 1 Artikel 1. Naam, zetel en duur 1. De Stichting draagt de naam: "Stichting naleving CAO Tentoonstellingsbedrijven",

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Wonen Vervroegd Uittreden 2000 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9348 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 14-03-2000, nr. 52 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 15 FEBRUARI 2006 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8553 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 2-5-1996, nr. 84 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9945 30 juni 2011 Vlakglas, het Glasbewerkings- en het Glazeniersbedrijf, Groothandel in Vervroegde Uittreding 2011/2014

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 29 APRIL 2004 TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE VERVROEGDE UITTREDING VOOR DE GROOTHANDEL IN VLAKGLAS, HET GLASBEWERKINGS- EN HET GLAZENIERSBEDRIJF

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE VERVROEGDE UITTREDING VOOR DE GROOTHANDEL IN VLAKGLAS, HET GLASBEWERKINGS- EN HET GLAZENIERSBEDRIJF COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE VERVROEGDE UITTREDING VOOR DE GROOTHANDEL IN VLAKGLAS, HET GLASBEWERKINGS- EN HET GLAZENIERSBEDRIJF Artikel 1 Definities 1. Onder werkgever wordt verstaan: a. iedere

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8924 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 29-12-1997, nr. 249 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 15 MAART 2007 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9370 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 15-06-2000, nr. 113 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR DE PARTICULIERE BEVEILIGING. 1.234.029_721_ CAO nieuw_120911_wijziging VUT-regeling

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR DE PARTICULIERE BEVEILIGING. 1.234.029_721_ CAO nieuw_120911_wijziging VUT-regeling VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR DE PARTICULIERE BEVEILIGING 1.234.029_721_ CAO nieuw_120911_wijziging VUT-regeling ARTIKEL 1 Definities 1. Werkgever : de organisatie als bedoeld in

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Horecabedrijf Stichting Aanvullende Voorzieningen bij Arbeidsongeschiktheid 2000 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9408 Bijvoegsel Stcrt.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Wonen 2003/2004 Sociaal Fonds Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9890 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 26-02-2003, nr. 40 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8579 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 31 juli 1996, nr. 145 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VRIJWILLIG VERVROEGD

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Gevestigde Bloemendetailhandel Inzake Sociaal Fonds 2003 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9871 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 21-01-2003, nr.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 24 OKTOBER 2003 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 19 AUGUSTUS 2003 TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 25 SEPTEMBER 2003 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI nr. 8642 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 18-11-1996, nr. 223 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9038 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 04-08-1998, nr. 145 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID UAW Nr. 10166 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 25-05-2004, nr. 97 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Groothandel in Aardappelen, Groenten en Fruit AGF Groothandelsfonds 2008/2012 Verbindendverklaring CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN

Nadere informatie

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BIOSCOOPBEDRIJF. december 2005

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BIOSCOOPBEDRIJF. december 2005 VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BIOSCOOPBEDRIJF december 2005 Artikel 1 Werkingssfeer Deze overeenkomst is van toepassing op werkgevers en werknemers zoals gedefinieerd in artikel

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Metaal en Techniek Goud- en Zilvernijverheid 2006/2007 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8640 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 18-11-1996, nr. 223 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8495 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 29-02-1996, nr. 43 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST IN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8559 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 04-06-1996, nr. 104 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9287 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 10-12-1999, nr. 239 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR VERVROEGD

Nadere informatie

OVERGANGSREGLEMENT. december 2006

OVERGANGSREGLEMENT. december 2006 OVERGANGSREGLEMENT STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR ONDERHOUD EN REINIGING IN SCHEEPVAART, INDUSTRIE EN MILIEU EN AANVERWANTE ACTIVITEITEN december 2006 Inhoudsopgave VUT-CAO ARTIKEL 1 Definities

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9720 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 01-02-2002, nr. 23 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19405 29 december 2010 Groenten- en Fruitverwerkende Industrie Vrijwillig Vervroegde Uittreding 2011/2014 Verbindendverklaring

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8763 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 16-4-1997, nr. 73 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

Artikel 1: Naam en Zetel 1. De Stichting draagt de naam: ''Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf''.

Artikel 1: Naam en Zetel 1. De Stichting draagt de naam: ''Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf''. Statuten Sociaal Fonds Bakkersbedrijf Artikel 1: Naam en Zetel 1. De Stichting draagt de naam: ''Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf''. 2. Zij is gevestigd te Gouda. Artikel 2: Doelstellingen 1. De

Nadere informatie

II. COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING UIT DE GROOTHANDEL IN EIEREN EN EIPRODUCTEN EN DE EIPRODUCTENINDUSTRIE

II. COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING UIT DE GROOTHANDEL IN EIEREN EN EIPRODUCTEN EN DE EIPRODUCTENINDUSTRIE II. COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING UIT DE GROOTHANDEL IN EIEREN EN EIPRODUCTEN EN DE EIPRODUCTENINDUSTRIE INHOUD Blz. Artikel 1 Definities 39 Artikel 2 VUT-regeling

Nadere informatie

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO HOOFDSTUK 1, ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 begripsbepalingen 1. Voor de toepassing van dit reglement gelden de begripsbepalingen als omschreven in artikel

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I SZW Nr. 8298 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 18-07-1995, nr. 136 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST

Nadere informatie

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades. VUT Reglement

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades. VUT Reglement Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades VUT Reglement Uitgave februari 2006 REGLEMENT VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING DSM GIST SERVICES B.V. Inhoudsopgave blz. Artikel 1 Definities...

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 1 MAART 2007 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Doktersassistenten Verbindendverklaring CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8580 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 31-7-96 nr. 145 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 17 AUGUSTUS 2006 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Gezondheidscentra Fonds overleg Arbeidsvoorwaarden 2003 Verbindendverklaring CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9869 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 17-01-2003, nr. 12 ALGEMEEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Architectenbureaus Vrijwillig Vervroegd Uittreden 1996/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8468 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 01-02-1996, nr. 23

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 706 31 januari 2018 Metaal en Techniek Goud- en Zilvernijverheid 2018/2019 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 23688 18 december 2012 Groenten en Fruit Groothandelsfonds 2013/2017 MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Besluit

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Bouwbedrijf 2003/2005 Bedrijfstakeigen Regelingen Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9993 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 29-09-2003, nr. 187 ALGEMEEN

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR DE BEREIDE VERF- EN DRUKINKTINDUSTRIE

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR DE BEREIDE VERF- EN DRUKINKTINDUSTRIE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR DE BEREIDE VERF- EN DRUKINKTINDUSTRIE Artikel 1 Definities In deze overeenkomst wordt verstaan onder: 1. Werkgever : de natuurlijke

Nadere informatie

STATUTEN. van. Stichting VUT-fonds ECI

STATUTEN. van. Stichting VUT-fonds ECI STATUTEN van Stichting VUT-fonds ECI DEFINITIES Artikel 1 1. In deze statuten wordt verstaan onder: stichting: Stichting VUT-fonds ECI; bestuur: het bestuur van de stichting aangesloten ondernemingen:

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015 PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN Juni 2015 ARTIKEL 1 Begripsbepalingen De definities en de begripsomschrijvingen zoals vermeld in

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8291 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 5-7-1995, nr. 127 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VRIJWILLIG

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Handel in Bouwmaterialen Vervroegde Uittreding 1996/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8487 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 22-2-1996, nr. 38 ALGEMEEN

Nadere informatie

REGLEMENT. per 1 januari 2006. Stichting VUT fonds ECI

REGLEMENT. per 1 januari 2006. Stichting VUT fonds ECI REGLEMENT per 1 januari 2006 van Stichting VUT fonds ECI houdende de regeling vrijwillig vervroegde uittreding. Bladnummer 1 van 6 DEFINITIES Artikel 1 1. In,dit reglement wordt verstaan onder: Stichting:

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Verblijfsrecreatie 1999/2000 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9190 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 11-02-1999, nr. 29 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING

Nadere informatie

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WIA

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WIA Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WIA HOOFDSTUK 1, ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Voor de toepassing van dit reglement gelden de begripsbepalingen als omschreven in artikel

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Regeling Arbeidsvoorziening Zeescheepvaart 2005/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST IN HET SCHOONMAAK- EN GLAZENWASSERSBEDRIJF INZAKE VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST IN HET SCHOONMAAK- EN GLAZENWASSERSBEDRIJF INZAKE VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST IN HET SCHOONMAAK- EN GLAZENWASSERSBEDRIJF INZAKE VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN 01-01-2006 Tussen - de FNV Bondgenoten, gevestigd te Amsterdam; - de CNV BedrijvenBond,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21227 16 december 2011 Bioscoopbedrijf Vrijwillig Vervroegd Uittreden 2012/2014 Verbindendverklaring CAO-bepalingen MINISTERIE

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Eieren en Eiproducten en de Eiproductenindustrie, Groothandel in Vrijwillig Vervroegde Uittreding 2006/2007 Verbindendverklaring CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN

Nadere informatie

Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw

Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw Artikel 1 Definities De begripsomschrijvingen zoals opgenomen in het Pensioenreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw (hierna:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 25 6 februari 2009 Kappersbedrijf Sociaal Fonds voor Opleiding en Ontwikkeling 2009/2010 Verbindendverklaring gewijzigde

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Vervoer van personen met personenauto s Sociaal Fonds 1996/1997 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8622 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 28-10-1996,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8884 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 20-11-1997, nr. 224 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Textielindustrie Vrijwillig Vervroegd Uittreden 1995/1997 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8245 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 20-3-1995,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Drankindustrie en de Groothandel in Dranken Vrijwillig Vervroegd Uittreden 1995/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8399 Bijvoegsel Stcrt.

Nadere informatie

STATUTEN STICHTING RAAD VOOR ARBEIDSVERHOUDINGEN LINNENVERHUUR- EN WASSERIJBEDRIJVEN EN TEXTIELREINIGINGSBEDRIJVEN

STATUTEN STICHTING RAAD VOOR ARBEIDSVERHOUDINGEN LINNENVERHUUR- EN WASSERIJBEDRIJVEN EN TEXTIELREINIGINGSBEDRIJVEN Ral.div.100 STATUTEN STICHTING RAAD VOOR ARBEIDSVERHOUDINGEN LINNENVERHUUR- EN WASSERIJBEDRIJVEN EN TEXTIELREINIGINGSBEDRIJVEN Artikel 1 Naam, zetel, tijdsduur De Stichting draagt de naam: Stichting Raad

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE VERVROEGDE UITTREDING van toepassing voor werknemers werkzaam in de PLUIMVEEVERWERKENDE INDUSTRIE

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE VERVROEGDE UITTREDING van toepassing voor werknemers werkzaam in de PLUIMVEEVERWERKENDE INDUSTRIE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE VERVROEGDE UITTREDING van toepassing voor werknemers werkzaam in de PLUIMVEEVERWERKENDE INDUSTRIE met als looptijd van 1 april 2011 tot en met 31 maart 2012 Tussen

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9502 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 09-02-2001, nr. 29 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST REGELING ARBEIDSVOORZIENING

Nadere informatie

Statuten van Stichting Administratiekantoor van gewone aandelen A ANNO12, gevestigd te Amersfoort

Statuten van Stichting Administratiekantoor van gewone aandelen A ANNO12, gevestigd te Amersfoort Statuten van Stichting Administratiekantoor van gewone aandelen A ANNO12, gevestigd te Amersfoort Naam en zetel. Artikel 1. 1. De stichting draagt de naam: Stichting Administratiekantoor van gewone aandelen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 759 11 februari 2011 Betonproductenindustrie Vrijwillig vervroegde uittreding 2011/2014 Verbindendverklaring CAO-bepalingen

Nadere informatie