NL In verscheidenheid verenigd NL A7-0114/5. Amendement. Georgios Toussas, João Ferreira namens de GUE/NGL-Fractie

Transcriptie

1 A7-0114/5 5 Paragraaf 1 1. verwelkomt de mededeling van de Commissie over het EU-zeevervoersbeleid tot 2018; 1. verwerpt het beleid, de strategische oriëntaties en de voorstellen van de mededeling van de Commissie over het zeevervoersbeleid tot 2018, omdat daarin wordt uitgegaan van de versterking van het concurrentievermogen en de verhoging van de winst van de monopolies en meer in het algemeen het kapitaal, ten koste van de werknemers en het voldoen aan de behoeften van de werkende klasse; AM\ doc PE v01-00 In verscheidenheid verenigd

2 A7-0114/6 6 Paragraaf 3 3. benadrukt dat het maritiem EUvervoersbeleid er rekening moet mee houden dat de maritieme transportsector niet alleen te maken krijgt met intracommunautaire maar ook en vooral met mondiale concurrentie; benadrukt eveneens het belang van de groei van het vervoer over water als onderdeel van de totale vervoersactiviteiten, zowel binnen als buiten de EU; 3. benadrukt dat de kapitalistische economische crisis die volgde op een gouden tijd (september 2003-juli 2008) - een periode van extra hoge winsten voor rederijen - de tendens tot kapitaalconcentratie in de zeevervoersector heeft versneld, en dat het broze herstel van de EU-economie samen met het tonnageoverschot de wedijver tussen de monopolistische concerns op EU- en mondiaal vlak heeft aangewakkerd, met alle pijnlijke gevolgen van dien voor scheepsarbeiders en zeevarenden; AM\ doc 2/11 PE v01-00

3 A7-0114/7 7 Paragraaf 3 bis (nieuw) 3 bis. wijst erop dat de Europese scheepvaartmaatschappijen weliswaar in de lidstaten van de EU zijn gevestigd en van daaruit, door middel van offshore vennootschappen, hun hele handelsvloot besturen, maar hun schepen voor 60 à 80% in derde landen registeren onder goedkope vlag of in "tweede registers, waardoor zij de mogelijkheid hebben belastingparadijzen te benutten, de scheepsarbeiders uit te buiten en hun winsten te verhogen; dat diezelfde Europese reders op deze wijze, door gebruik te maken van scheepsregisters van derde landen en te voldoen aan hun enige verplichtingen, namelijk een postbus te hebben en jaarlijks à dollar aan deviezen in te voeren, steeds nieuwe privileges, staatssteun, en belastingvrijstelling weten te verkrijgen, verlaging van het verplichte aantal bemanningsleden kunnen bewerkstelligen en de werkgeversbijdragen aan de pensioenfondsen van scheepsarbeiders kunnen ontlopen; AM\ doc 3/11 PE v01-00

4 A7-0114/8 8 Paragraaf 6 6. roept de EU-lidstaten er daarom toe op om het gebruik van hun vlag te stimuleren en steun te verlenen aan hun maritieme clusters aan land, bijvoorbeeld door het verlenen van fiscale faciliteiten zoals een tonnagebelastingsysteem voor schepen en fiscale voordelen voor zeevarenden en reders; 6. roept de EU-lidstaten er daarom toe op om het gebruik van hun vlag te stimuleren en steun te verlenen aan hun maritieme clusters aan land, bijvoorbeeld door het verlenen van fiscale faciliteiten voor zeevarenden en het intrekken van de ongehoorde belastingvrijstellingen en schandalige privileges van de scheepvaartmaatschappijen; AM\ doc 4/11 PE v01-00

5 A7-0114/9 9 Paragraaf 6 bis (nieuw) 6 bis. wijst erop dat Verordening (EEG) nr. 3577/921 1 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer binnen de EU, waarbij cabotage werd afgeschaft en de markt geliberaliseerd werd, tot gevolg had dat de vrachttarieven en de prijzen voor passagiersvervoer omhoog schoten, maar dat tegelijkertijd in zeven jaar tijd ( ) de staatsteun aan reders zich vertienvoudigde, duizenden scheepsarbeiders en zeevarenden werden ontslagen, het milieu op dramatische wijze werd belast omdat scheepvaartmaatschappijen werden vrijgesteld van de verplichting de internationale voorschriften inzake milieubescherming na te leven, en dat er zo explosieve sociale problemen werden veroorzaakt zowel voor scheepsarbeiders als voor de inwoners van insulaire gebieden als Griekenland, waar de kosten van levensonderhoud nog sterker zijn gestegen dan elders op het vasteland, en dat ten slotte de kustvaartdiensten over de hele lijn achteruit zijn gegaan; is van mening dat de totstandbrenging van een kustvaart met moderne en veilige schepen, goedkope vervoerstarieven voor passagiers en lage vrachttarieven, waarmee op dagelijkse en jaarlijkse basis AM\ doc 5/11 PE v01-00

6 tegemoet kan worden gekomen aan de behoeften van de werknemers en de bewoners van eilanden en verafgelegen gebieden, samen met de verhoging van het aantal bemanningsleden, de vermindering van de arbeidstijd en de inwilliging van de eisen van de scheepsarbeiders, een hoofdprioriteit is voor de werkende klasse; PB L 364 van AM\ doc 6/11 PE v01-00

7 A7-0114/10 10 Paragraaf 16 bis (nieuw) 16 bis. onderstreept dat het noodzakelijk is de beschermingsregels die gelden voor gedetacheerde werknemers (minimumloon, jaarlijks aantal vakantiedagen, enzovoort) ook op scheepsarbeiders toe te passen; onderstreept de noodzaak het aantal bemanningsleden van schepen te verhogen om alle vakgebieden te kunnen dekken (dek, machinekamer, toezicht, accommodatie) en aldus de veiligheid en de bescherming van het menselijk leven op zee te kunnen waarborgen; AM\ doc 7/11 PE v01-00

8 A7-0114/11 11 Paragraaf benadrukt dat zeevarenden uit derde landen in overeenstemming met het STCW-verdrag aan goede opleidingseisen moeten voldoen en roept rederijen en nationale inspecties ertoe op dit te garanderen en te controleren, waar nodig met de hulp van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA); herhaalt zijn verzoek dat de lidstaten het IAO-verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006 snel ratificeren en dat het op afspraken met de sector gebaseerde voorstel van de Commissie snel wordt goedgekeurd, zodat de kernelementen van dit verdrag kunnen worden omgezet in communautaire wetgeving; 16. benadrukt dat de op basis van het STCW-Verdrag verrichte opleiding is gebruikt om de maritieme opleiding te degraderen en te vervangen door gebrekkige, halfslachtige opleiding en om aldus de deur te kunnen openen voor goedkopere arbeidskrachten uit derde landen; benadrukt de noodzaak de maritieme opleiding op een aanzienlijk hoger plan te tillen door een internationaal verdrag voor scheepsbemanningen en -officieren uit te vaardigen in het kader van de IMO en het niveau van het middelbaar en hoger maritiem onderwijs te erkennen als gelijkwaardig met het niveau van het onderwijs in aanverwante sectoren aan wal; herhaalt zijn verzoek dat de lidstaten het IAO-verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006 snel ratificeren en met name dat Deel B van dat Verdrag, dat niet-dwingende bepalingen omvat, in de nationale wetgeving wordt overgenomen, dat IAO-Verdrag 145 betreffende de continuering van werkgelegenheid voor scheepsarbeiders wordt gehandhaafd, en dat een 7-urige werkdag en een 5-daagse en 35-urige werkweek en de regeling inzake wisseling van bemanning worden ingevoerd (15 dagen op het schip, 15 dagen aan wal voor bemanningen van AM\ doc 8/11 PE v01-00

9 schepen in de binnenlandse vaart, 4 maanden op zee en 4 maanden aan wal voor bemanningen op schepen in de internationale vaart); AM\ doc 9/11 PE v01-00

10 A7-0114/12 12 Paragraaf vraagt de nationale inspecties en andere nationale instanties nauwer met elkaar samen te werken bij het uitwisselen van scheeps- en ladinggegevens, zodat de regeldruk afneemt maar de effectiviteit van de controles toeneemt; vraagt om de snelle invoering van een geïntegreerd systeem voor informatiebeheer via het gebruik en de verbetering van reeds beschikbare instrumenten, in het bijzonder SafeSeaNet; verzoekt de Commissie om snel een grens- en sectoroverschrijdend controlesysteem te ontplooien over het hele EU-grondgebied; 43. wijst erop dat de controle op de zeewaardigheid van schepen door middel van scheepsregisters ondoeltreffend is gebleken; wijst er met ongerustheid op dat stokoude, slecht onderhouden schepen beschikken over zogenaamde zeewaardigheidscertificaten en in de vaart blijven, met alle risico s van dien voor de veiligheid van het menselijk leven op zee en het milieu; wijst erop dat de toepassing van Verordening (EEG) nr. 3577/92 in de Middellandse Zee heeft geleid tot een toename van het aantal stokoude, slecht onderhouden en gevaarlijke schepen; benadrukt derhalve dat de inspecties streng, frequent en volledig moeten zijn om de effectiviteit ervan te kunnen vergroten; vraagt om de snelle invoering van een geïntegreerd systeem voor informatiebeheer via het gebruik en de verbetering van reeds beschikbare instrumenten, in het bijzonder SafeSeaNet; verzoekt de Commissie om snel een grensen sectoroverschrijdend controlesysteem te ontplooien over het hele EU-grondgebied; AM\ doc 10/11 PE v01-00

11 A7-0114/13 13 Paragraaf is zich bewust van het gevaar van piraterij op de wereldzeeën, met name in het gebied rond de Hoorn van Afrika en de wateren voor de kust van Somalië, en roept alle reders op tot medewerking aan overheidsinitiatieven die hen tegen piraterij kunnen beschermen, zoals de geslaagde eerste marineoperatie van de EU, Atalanta; vraagt dat de Commissie en de lidstaten hun onderlinge samenwerking en de samenwerking met de Verenigde Naties intensiveren met als doel zeevarenden, vissers en reizigers, en meer algemeen de vloten, te beschermen; 44. merkt op dat sinds EUNAVFOR Atalanta zijn operaties heeft gelanceerd, het aantal aanvallen door piraten is toegenomen en dat hun actieradius zich zuidwaarts heeft uitgebreid; roept op tot terugtrekking van de vloten van de EUlidstaten uit de zeegebieden van de Hoorn van Afrika; verzoekt de Raad en de Commissie hun strategie te concentreren op de echte oorzaken van piraterij, namelijk de extreme armoede en de destabilisatie van Somalië en de regio door derde partijen; AM\ doc 11/11 PE v01-00