Transportband Vaatwasmachines. FTN-serie. gebruikershandleiding. (smartronic) (kopie van origineel) Vanaf serienummer:

Transcriptie

1 Transportband Vaatwasmachines FTN-serie (smartronic) Installatie- en gebruikershandleiding (kopie van origineel) Vanaf serienummer: REV

2 NL BELANGRIJKE OPMERKINGEN Gebruiken conform de regelgeving: Deze machine is een technisch apparaat dat enkel bestemd is voor gebruik in een werkomgeving. De machine is uitsluitend bedoeld voor het reinigen van schalen, borden, kopjes, glazen, bestek, dienbladen, bakplaten, enz. De machine mag niet worden gebruikt voor elektrisch verwarmde kook- en warmhoudapparatuur. Veiligheid: Bij een ingebouwd systeem voor het verwijderen van zetmeel moet de leverancier alle relevante veiligheidsregels en voorschriften naleven, en dus op betrouwbare wijze voorkomen dat het geconcentreerde afwasmiddel in aanraking komt met de huid of ogen! Let erop dat degene die de machine bedient geen wijde kleren draagt om ongelukken met de transportband te voorkomen. Spuit de buitenkant van de machine nooit af met een slang of hogedrukreiniger. Het 'Let op'-symbool staat naast de instructies die essentieel zijn voor een veilige bediening van de machine. Lees deze passages zorgvuldig door. Productaansprakelijkheid: Installatie- en reparatiewerkzaamheden die niet worden uitgevoerd door gekwalificeerde technici, waarbij geen originele reserveonderdelen zijn gebruikt of waarbij een technische wijziging aan de machine is aangebracht die niet is goedgekeurd door de fabrikant, hebben tot gevolg dat de in de standaardverkoopvoorwaarden vermelde garantie komt te vervallen. Belangrijk: Deze gebruiksaanwijzing heeft betrekking op van links naar rechts werkende machines. Voor machines met een rechts-links looprichting geldt dezelfde informatie, maar met tegenovergestelde bedieningsinstructies. Geluidsniveau machine: Het geluidsniveau van de machine is 73 db (A) BA NL

3 INHOUD Pagina NL 1. Montage Vervoer naar plaats van installatie Verpakking verwijderen Uitlijning op plaats van installatie Hoogte van de machine aanpassen Monteren van modules Elektriciteitskabels De transportband plaatsen Aansluiting Aansluiting elektriciteit Aansluiting water Aansluiting stoom of heet water Aansluiting afzuiging Dispensers Eerste gebruik Voorbereiding Vullen van de naspoelboiler Controle Dosering afwas- en naspoelmiddel instellen Automatische timer (optie) Het afzuigsysteem instellen Bedieningspaneel Voorbereiding Wassen Machine starten Lading op de transportband plaatsen Bediening Wassen Snelheid transportband Aanvullende informatie oproepen Aanvullende opties Afvoer Voorwastank De machine uitschakelen Algemene berichten Noodstop Na gebruik Reiniging...26 BA NL

4 NL INHOUD Pagina 10. Plaatsing van gordijnen Vorstpreventie Storingen of defecten Probleemoplossing ONDERHOUD Vaatwasmachines met verwarmingspomp BA NL

5 1. Montage NL 1.1. Vervoer naar plaats van installatie Zo mogelijk in de verpakking en op een steunbalk. Duwen op rollers. Vermijd beschadiging van vloeren en deuren. Vermijd schade aan de machine. Verwijder de voorplaten. Plaats een houten pallet onder de machine als een vorkheftruck wordt gebruikt Verpakking verwijderen Snijd de stalen banden door. Verwijder het karton aan de buitenzijde. Verwijder houten steunbalk. Verwijder verpakkingsmateriaal en accessoires uit de binnenkant van de machine. Inspecteer de machine op mogelijke transportschade Uitlijning op plaats van installatie Volgens het installatieschema. Houd rekening met de afstand tot de muur (zie installatieschema). Houd rekening met de positie van de tafels, transportbanden, enz Hoogte van de machine aanpassen 20 Stel de hoogte van het laadplateau in op 920 mm door aan de voeten de draaien. Egaliseer eventuele oneffenheden in de vloer. Verdeel het gewicht van de machine gelijkmatig over alle stelvoeten Monteren van modules Als de machine in aparte modules wordt geleverd, moet de grootste module eerst waterpas worden geplaatst en worden uitgelijnd Afdichttape Nr moet helemaal rondom een van de twee verbindingsoppervlakken worden gelijmd. Als het oppervlak nog oude afdichting bevat (van het proefdraaien), moet deze eerst worden verwijderd. De uiteinden van de afdichttape moet bij de hoeken overlappen. BA NL

6 NL 1. MONTAGE Volgende modules toevoegen De hoogte afstellen (see section 1.4.) Sluit modules aan met behulp van schroeven met zeshoekige kop M6 x 12, volgringen, sluitringen en moeren (meegeleverd). Snijd uitstekende afdichttape af met een mes. Sluit afvoerleidingen aan. C E D A B Aansluitingen tank Sluit alle wastanks aan met de overloopleidingen. Plaats de pakkingbus (A) op de overloopleiding (B). Haal de overloop (B) vanuit het de binnenkant van de tank door het uitgeponste gat en schroef deze vast met de moer (C). Duw het koppelstuk (E) over de leiding (D). Bevestig de leiding aan de overloop (B) en sluit deze aan op de overloopleiding van de tegenoverliggende wastank Transportvoeten (indien aanwezig) Moeten worden verwijderd en geretourneerd aan HOBART Elektriciteitskabels Moeten worden afgewikkeld en door het kabelkanaal aan de voorkant worden getrokken. Sluit de bedrading aan op de aansluitpunten van de elektrische onderdelen. Volg het stoomdiagram en de labels op bedrading en de aansluitpunten BA NL

7 1. MONTAGE NL 1.7. De transportband plaatsen Verwijder de ketting tussen het middenstuk van de transportband en de transportmotor (achterkant van de machine). Plaats de uitgerolde transportband aan het uiteinde van de machine en trek de band door de machine in de richting van de laadzone. Werkrichting Sluit de twee uiteinden van de transportband op elkaar aan met behulp van de stang van de transportband. Bevestig de rollers aan beide uiteinden van de stang van de transportband en klik ze vast. De transportband die hier wordt getoond, kan afwijken van de transportband die u hebt ontvangen. Afhankelijk van het specifieke gebruik kunnen namelijk andere transportbanden worden gebruikt. Span de transportband bij de laadzone aan beide kanten even strak aan en vergrendel de spanschroeven (A) met moeren (B). Plaats de ketting weer terug tussen het middenstuk van de transportband en de transportmotor. B A BA NL

8 NL 2. Aansluiting 2.1. Aansluiting elektriciteit Moet worden uitgevoerd door gekwalificeerde servicemonteurs conform de nationale en lokale voorschriften. Voor Australië: conform AS/NZS Controle Open de schakelkast en neem het bedradingsschema uit de binnenkant van de deur. De stroomtoevoer moet overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje en het bedradingsschema. Zekeringen en kabelverbindingen moeten aan de voorschriften voldoen. Sluit de stroomonderbreker (hoofdschakelaar met noodstopfunctie) aan op de machine (bij niet-ingebouwde stroomonderbrekers) Aansluiting Trek de stroomkabel (H07-RN-F) door de kabeldrukring onderaan het achterpaneel van de schakelkast. Sluit de draden aan op het hoofdaansluitpunt op de hoofdschakelaar (indien aanwezig). Draai alle aansluitschroeven vast in de schakelkast (deze zijn mogelijk losgeraakt tijdens het transport). Zet alle kabeldrukringen vast. Tip: Volgens EN dient het apparaat met een equipotentiaal te worden aangesloten. De koppelschroef ( ) bevindt zich naast de kabelingang aan de achterkant van de schakelkast BA NL

9 2. Aansluiting NL 2.2. Aansluiting water Moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde servicemonteur conform de nationale en lokale voorschriften. De machine dient te worden aangesloten op water van drinkwaterkwaliteit. Bij sterk mineraalhoudend water wordt een aparte demineraliseerinstallatie aanbevolen Algemene informatie Sluit de wateraanvoer en de afvoerleidingen aan volgens het installatieschema. De machine is standaard uitgerust met een leidingzeef en een drukregelaar Toevoer van vers water om te spoelen DN 20 (3/4") Gebruik zacht water (tot 4 Clark, resp. 0,5 mmol/l). Bij gebruik van een condensator mag alleen koud water worden gebruikt. Waterdruk bar bij ~ 500 l/hr. Open de afsluitklep op de locatie Toevoer van vers water voor vullen van de tank DN 20 (3/4") Gebruik zacht (tot 4 Clark, resp. 0,5 mmol/l) en warm water (50-60 C). Waterdruk 1,5-6 bar. Open de afsluitklep op de locatie Aansluiting afvoer Aan te sluiten op de afvoer op de locatie: Gewone afvoer DN 50 (HT-leiding). Rust de vloerafvoer van de keuken uit met een sifon. BA NL

10 NL 2. Aansluiting 2.3. Aansluiting stoom of heet water Moet worden geïnstalleerd door een gekwalificeerde servicemonteur en conform de lokale voorschriften. Tip: Zorg er op de locatie voor dat de druk en temperatuur voor de verwarming die in het installatieschema staan vermeld, niet kunnen worden overschreden Algemene informatie Sluit de wateraanvoer en de afvoerleidingen aan volgens het installatieschema. Alle aansluitingen zijn standaard voorzien van de benodigde fittingen en kleppen Isolatie Alle leidingen moeten worden geïsoleerd. Het isolatiemateriaal moet water-, hitte- en schokbestendig zijn Afstellen van de handmatige afsluitklep met drukregelaar voor stoom- en warmwatertoevoer De ingebouwde handmatige afsluitklep is voorzien van een regelaar voor het beperken van de warmtetoevoer. Voor het afstellen van de klepzitting is speciaal gereedschap nodig. Een juiste afstelling is zeer belangrijk, met name bij een hogere druk. Het afstellen moet daarom worden uitgevoerd door een gespecialiseerde HOBART-servicemonteur voor de eerste ingebruikname of wanneer er op locatie wijzigingen worden aangebracht. De afsluitklep is optimaal ingesteld als de boiler net op temperatuur kan worden gehouden bij continu gebruik, terwijl de klep maximaal openstaat. Als de klep te ver wordt geopend, kunnen er drukschokken ontstaan wanneer de elektromagnetische klep dicht is. Dit kan schade aan de installatie veroorzaken. Als de klep te ver wordt gesloten, kan het gewenste verwarmingsvermogen niet worden bereikt BA NL

11 2. Aansluiting NL 2.4. Aansluiting afzuiging De verantwoordelijke ventilatiemonteur moet worden geraadpleegd voor de aansluiting. Lees de opmerkingen op het serviceschema zorgvuldig door Afzuigpijp 10 cm Laat ruimte open (ong. 10 cm) tussen machineafzuiging en afzuigkanaal op locatie of sluit een speciale verloopkap aan (optioneel). Gebruik een extra ventilator, aangezien de ingebouwde ventilator geen compressie heeft. Het van de locatie te verwijderen luchtvolume moet groter zijn dan het volume van de machine (zie installatieschema). Gebruik om roestschade te voorkomen een uitlaatkanaal van roestvrij staal of kunststof. Bij extreem lage temperaturen: Gebruik isolatie en antivriesjaloezieën. VOORBEELD 1: Met afzuigkap (als optie verkrijgbaar bij Hobart). Aangesloten op afzuigpijp op de locatie (zie schema). Raadpleeg het installatieschema voor de afzuigwaarden. 250 B C VOORBEELD 2: Met afzuigkap (als optie verkrijgbaar bij Hobart). 250 A 200 Via horizontale leiding aangesloten op de buitenlucht (zie schema). Met ingebouwde extra ventilator (A). Plaats een vorstbescherming (B) (indien gewenst). Zorg voor zelfsluitende jaloezieën (C) bij de afvoer (indien gewenst). Het leidingwerk moet worden gemaakt van CrNi of kunststof om corrosieproblemen te voorkomen. Een spanningsvrij contact voor de externe ventilator wordt met de schakelkast van het apparaat meegeleverd. BA NL

12 NL 2. Aansluiting 250 E A D B 200 VOORBEELD 3: Met afzuigkap (als optie verkrijgbaar bij Hobart). Via verticale leiding aangesloten op de buitenlucht (zie schema). Met ingebouwde extra ventilator (A). Plaats een vorstbescherming (B) (indien gewenst). Zorg voor een dakafdichting (D) bij het leidingwerk. Zorg voor een afsluiting (E) bij de afvoer van het leidingwerk. Het leidingwerk moet worden gemaakt van CrNi of kunststof om corrosieproblemen te voorkomen. Een spanningsvrij contact voor de externe ventilator wordt met de schakelkast van het apparaat meegeleverd Afzuiging in de ruimte min. 30 cm Dit is alleen mogelijk in combinatie met een warmtepompinstallatie en bij voldoende ventilatie van het vertrek. Voorkom condensschade door de uitgestoten lucht uit de ventilatieuitgang van de machine direct te mengen met de lucht in het vertrek (luchtverdeler) Dispensers Voor afwasmiddel en naspoelmiddel De dispensers en toebehoren worden gewoonlijk geleverd en geïnstalleerd door de leveranciers van het afwas- en naspoelmiddel. Installeer de dispensers, toebehoren en houders zodanig dat deze gemakkelijk toegankelijk, duidelijk zichtbaar en eenvoudig te onderhouden zijn, en de werking van de machine niet verstoren. Aansluiting (A) voor het naspoelmiddel bevindt zich op de spoelwaterleiding boven de naspoelboiler (R 1/8" binnenmaat). De aansluitpunten (230 V~) zitten in de schakelkast (zie bedradingsschema). A Tip: Tip: Tip: Zie aparte installatie-instructies. Wij raden u aan om de houders en hun toebehoren niet direct op de machine te monteren! (De thermische isolatie kan hierdoor beschadigd raken.) Gebruik uitsluitend commerciële afwas- en naspoelmiddelen (geschikt voor professioneel en industrieel gebruik). Lees de veiligheidsinstructies van de fabrikant goed door BA NL

13 3. Eerste gebruik NL Moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde servicemonteur voor het aanpassen en controleren van de machinefuncties Voorbereiding Zet de hoofdschakelaar op "0". Open de afsluitkleppen op de locatie. Controleer of de houders voor afwas- en naspoelmiddel zijn gevuld. Open de schakelkast en schakel alle stroomonderbrekers en motorbeschermingsschakelaars in de schakelkast in. uitzondering: Zorg er bij een ingebouwde elektrische naspoelboiler voor dat de verzegelde beschermingsschakelaar is uitgeschakeld (zie bedradingsschema). Sluit de inspectiedeuren. Ontgrendel de noodstopknop. Zet de hoofdschakelaar aan. Schakel de afzuiging op de locatie in (indien aanwezig). BA NL

14 NL 3. Eerste gebruik 3.2. Vullen van de naspoelboiler Drukboiler Open de deur. Druk op de START-knop ➀ (knippert rood). In de temperatuurdisplay knippert "bof 000". Sluit de deur. Druk tegelijkertijd op de Afvoer- ➂ en INFO-knop ➃. De START-knop en temperatuurdisplays veranderen in een rood licht dat onafgebroken brandt. De boiler wordt gevuld. Zodra "001" knippert bij de onderste display, is het vullen voltooid. Open de deur en controleer of er water uit de spuitopeningen van de naspoelarmen is gespat. Als dit niet het geval is, sluit u de deur. De procedure wordt automatisch herhaald. Wanneer de eerste boilervulling is uitgevoerd, drukt u nogmaals op de knop Afvoer en INFO met de deur geopend. De displays worden uitgeschakeld. Zet de hoofdschakelaar op "0". Open de schakelkast en schakel alle stroomonderbrekers en motorbeschermingsschakelaars in de schakelkast in. Zet de hoofdschakelaar aan Aparte waterboiler (optie) Open de deur. Druk tegelijkertijd op de knop Transportband UIT ➁ en INFO ➃ tot "U01" in de bovenste display wordt weergegeven. Druk op de knop Afvoer ➂. "U02" wordt weergegeven in de bovenste display. Druk op de knop START ➀. "C01" wordt weergegeven in de bovenste display BA NL

15 3. Eerste gebruik NL Druk op de knop Afvoer ➂ tot "S31" wordt weergegeven in de bovenste display. Druk op de knop Transportband UIT ➁. "S.3.1." wordt weergegeven in de bovenste display. "1" wordt weergegeven in de onderste display. Druk op de knop START ➀ tot de punten verdwijnen. Sluit de deur. De displays gaan uit. Druk herhaaldelijk op de knop Transportband UIT tot "A12" wordt weergegeven in de bovenste display. Druk op de knop START tot "- -1" wordt weergegeven in de onderste display. Houd de knop circa 2 minuten ingedrukt tot u water in de wastank hoort stromen. Let op: Activeer geen enkele andere uitvoer! Open de deur. Stel de schakelfunctie S31 in op "1" en sla deze instelling op. Sluit de deur. De displays worden uitgeschakeld. Zet de hoofdschakelaar op "0". Open de schakelkast en schakel alle stroomonderbrekers en motorbeschermingsschakelaars in de schakelkast in. Zet de hoofdschakelaar aan. BA NL

16 NL 3. Eerste gebruik 3.3. Controle Draairichting van de motoren (zie aangegeven richting): Aandrijvingsmotor Pompen Droger (indien aanwezig) Afzuiging Als een motor tegen de aangegeven richting draait, 2 van de 3 fases bij het aansluitpunt verwisselen. Controleer en herstel eventuele lekken. Afvoerleidingen Verwarmingsleidingen, waterleidingen Machinebehuizing, tankbodem, afzuiging Plaats alle panelen weer terug Dosering afwas- en naspoelmiddel instellen Moet worden uitgevoerd door de leverancier van het afwas- en naspoelmiddel Automatische timer (optie) Vooraf ingesteld in de fabriek. De machine wast, spoelt en droogt (indien droger aanwezig) alleen als er vaatwerk aanwezig is in de machine. Deze functies worden automatisch uitgeschakeld als er verder geen vaatwerk meer volgt. De ventilator van de afzuiging, de ventilator van de droger en de transportband blijven tijdsafhankelijk functioneren. De vertragingstijden kunnen opnieuw worden ingesteld door gekwalificeerde servicemonteurs Het afzuigsysteem instellen Dit werk moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde servicemonteur! Raadpleeg het installatieschema voor meer informatie over de benodigde hoeveelheid afzuiglucht op locatie. Neem contact op met de klantenservice als de hoeveelheid opnieuw moet worden ingesteld BA NL

17 4. Bedieningspaneel NL ON - OFF ➀ START-knop Deze knop heeft verschillende functies: 1. Machine AAN / UIT Door het indrukken van deze knop wordt de machine ingeschakeld. Als u nogmaals op de knop drukt (5 seconden), wordt de machine uitgeschakeld. De afzuiging en ventilatoren van de droger blijven mogelijk nog korte tijd draaien. Na het uitschakelen kan de machine nog onder spanning staan! Er verschijnt een punt op de naspoeldisplay. 2. Transportband AAN / Selecteren snelheid transportband Bovendien gaat de knop in diverse kleuren branden om de modus van de machine aan te geven. GROEN knipperen = Machine wordt gevuld en/of verwarmd Noodhandelingen mogelijk (bijv. als er een storing is in de tankverwarming) GROEN = Machine is klaar voor gebruik BLAUW = Wasmodus BLAUW knipperen = Machine loopt leeg/wordt uitgeschakeld ROOD = Fout (zie hoofdstuk 12.) GROEN/ROOD of BLAUW/ROOD afwisselend knipperen = Fout (zie hoofdstuk 12.) ➁ Knop Transport UIT Door op deze knop te drukken, wordt de transportband uitgeschakeld. ➂ Afvoer-knop 1 seconde indrukken: Alleen de voorwastank wordt geleegd (stand-by). 5 seconden indrukken: Machine wordt volledig geleegd en uitgeschakeld aan het einde van de cyclus. Na het uitschakelen kan de machine nog onder spanning staan! Er verschijnt een punt op de naspoeldisplay. ➃ INFO-knop 1 seconde indrukken: Temperatuurweergave / teller bedrijfsduur. 3 seconden indrukken: Activering van gebruikersmenu (optie), display ➇ gaat branden. ➄ Temperatuurdisplay Wassen ( C) (decimaalteken verlicht = verwarming aan) ➅ Temperatuurdisplay Naspoelen ( C) (decimaalteken verlicht = verwarming aan) Bij een storing aan de machine wordt op de temperatuurdisplays de bijbehorende foutcode weergegeven. ➆ Snelheid transportband-indicator Hier wordt de geselecteerde snelheid van de transportband aangegeven. ➇ Gaat branden wanneer het gebruikersmenu wordt geactiveerd. ➈ Noodstop-knop (optie) Hiermee zet u de machine uit. Moet worden ontgrendeld voor gebruik. = langzaam = normaal = snel BA NL

18 NL 4. bedieningspaneel Transportband AAN-knop bij laadzone (optie) Hiermee wordt de transportband van de machine ingeschakeld. De wascyclus wordt automatisch gestart. 11 Transportband UIT-knop bij laadzone (optie) Hiermee worden de transportband en de wascyclus van de machine uitgeschakeld. 12 Hoofdschakelaar Moet ingesteld worden op stand I wanneer de machine in gebruik is en op stand 0 bij reparatie en onderhoud. 13 Hoge druk-knop (optie) Hiermee wordt de hoge-drukpomp ingeschakeld (brandt tijdens de hoge-drukmodus). Als u de hoge druk wilt uitschakelen, drukt u nogmaals op de knop. 18 BA NL

19 5. Voorbereiding NL Plaats de gordijnen (zie paragraaf 10.) Plaats de platte zeven. Plaats de zeefvergaarbak. Plaats pompaanzuigbeveiligingszeven op de bodem van de wastank (spoelzone). Plaats de afdekzeef van de naspoelfilter. Plaats de zeef van de laadzone. Plaats de deflectorslede van de droger. Plaats de wasarmen: Boven: Schuif de wasarm in de zijgeleiders, beweeg over de blokkeerpen en klik vast. Onder: Schuif de wasarm in de zijgeleiders tot de eindpositie en klik vast. Plaats de naspoelarmen: Boven: Plaats de naspoelarm in de opening aan de achterzijde, schuif van onderen in de voorgeleiding en klik vast. Onder: Schuif de naspoelarmen in de geleiders tot de eindpositie en klik vast. BA NL

20 NL 6. Wassen 6.1. Machine starten I Sluit de inspectiedeuren. Open de afsluitklep op de locatie. O Zet de hoofdschakelaar aan. Druk op de START-knop ➀, de tank wordt gevuld. De START-knop knippert groen tijdens de vul- en opwarmcyclus. Dit proces kan een aantal minuten in beslag nemen. Zodra de knop ononderbroken groen gaat branden, is de machine klaar voor gebruik Lading op de transportband plaatsen Tip: Verwijder aangekoekte etensresten voor het wassen. Gebruik een laadplateau om borden te stapelen. Plaats de borden op de transportband. Plaats dienbladen overdwars op de transportband. Plaats geen dienbladen en borden door elkaar (schaduwzones) BA NL

21 6. Wassen NL Plaats soepkoppen schuin in de machine op 2 pinnen op de transportband. Plaats soepkoppen niet verticaal op de transportband. Plaats glazen en kopjes met de opening naar het rek. De glazen mogen niet tegen elkaar aan geplaatst worden (glasbreuk). Gebruik een geschikt rek. Plaats bestek verticaal en ongesorteerd met het handvat in de bestekrekken. Plaats het bestekrek op een keukengereirek en plaats dit op de transportband. Was keukengerei in een keukengereirek. Zorg ervoor dat er geen grepen of handvatten buiten het rek of de transportband steken. Plaats het rek op de transportband. Plaats gastronormpannen en andere schalen schuin naar de zijkant gericht met de opening naar beneden op de transportband. Het vaatwerk mag de maximale laadhoogte en -breedte niet overschrijden. Plaats schalen met een vakverdeling schuin en met de opening naar beneden. Plaats schalen met een vakverdeling niet met de opening naar boven op de band. Het water kan dan in de uitsparingen blijven zitten. Plaats het vaatwerk zo dat het naar het einde van de band wordt getransporteerd. Zo krijgt het voldoende droogtijd. BA NL

22 NL 7. Bediening 7.1. Wassen Druk kort op de START-knop ➀ om de transportband in te schakelen; de knop gaat blauw branden. Zodra er vaatwerk de machine in gaat, worden de voorwas-, was-, naspoel- en droogsystemen automatisch geactiveerd (automatische timer). Stand-bymodus (pauze) Wanneer er geen vaatwerk meer de machine in gaat, schakelt de automatische timer na een vooraf ingestelde tijd alle functies behalve de verwarming automatisch uit. Geef na het afwassen de borden voldoende tijd om te drogen Snelheid transportband Door nogmaals op de START-knop te drukken, kunt u kiezen uit drie verschillende snelheden. De geselecteerde snelheid wordt aangegeven. = langzaam = normaal = snel 7.3. Aanvullende informatie oproepen Temperatuurweergave Druk kort op de INFO-knop ➃ om de temperaturen te controleren. De temperatuurdisplay Naspoelen ➅ geeft het geselecteerde meetpunt aan, de temperatuurdisplay Wassen ➄ de huidige temperatuur. De tellers worden achtereenvolgens weergegeven door herhaaldelijk op de INFO-knop te drukken. Indien aanwezig: F03 = voorwassen F04 = droger F05 = wassen 2 F06 = wassen 3 F07 = aparte waterboiler F08 = demiwater boiler of spoeltemperatuur van verzamelleiding Teller bedrijfsduur Nadat u de temperatuurwaarden hebt weergegeven, drukt u nogmaals op de INFO-knop voor de tellers voor de bedrijfsduur. Bovenste display = Teller Onderste display = Bedrijfsduur De tellers worden achtereenvolgens weergegeven door herhaaldelijk op de INFO-knop te drukken BA NL

23 7. Bediening NL Voorbeeld: Wassen = 1253 bedrijfsuren C67 = Wassen cijfer in duizendtallen = 001 C68 = Wassen waarden van 1 tot 999 uur = 253 C69 = Naspoelen cijfer in duizendtallen C70 = Naspoelen waarden van 1 tot 999 uur Indien aanwezig: C71 = Half spoelen cijfer in duizendtallen C72 = Half spoelen waarden van 1 tot 999 uur Als de INFO-knop 30 seconden niet wordt ingedrukt, keren de displays terug naar de standaardaanduiding Aanvullende opties Als deze zijn besteld, kunnen aanvullende opties worden geactiveerd/gedeactiveerd via het gebruikersmenu. Het schakelen vindt plaats door op de START-knop (activeren) of de Transportband UIT-knop (deactiveren) te drukken. Druk 3 seconden op de INFO-knop ➃. De LED "? ➇ begint te knipperen. Wassen met hoge druk Bovenste display: HP Onderste display: On = geactiveerd / OFF = gedeactiveerd Druk nogmaals op de INFO-knop. Aanvullende droger Bovenste display: dry Onderste display: On = geactiveerd / OFF = gedeactiveerd Druk nogmaals op de INFO-knop. Half spoelen Bovenste display: ro Onderste display: On = geactiveerd / OFF = gedeactiveerd Druk nogmaals op de INFO-knop. Noodhandelingen = temperatuurregeling gedeactiveerd (standaard) Bovenste display: EOP Onderste display: On = geactiveerd / OFF = gedeactiveerd Als de noodhandelingen zijn geactiveerd, voldoet de machine niet aan DIN Het gebruikersmenu verlaten: Druk 3 seconden op de INFO-knop ➃. Tip: Wanneer de machine wordt uitgeschakeld, worden geactiveerde aanvullende opties automatisch uitgeschakeld (behalve Half spoelen). BA NL

24 NL 7. Bediening 7.5. Afvoer Voorwastank Moet worden gedaan als de voorwastank zwaar vervuild raakt. Als de Afvoer-knop ➂ kort wordt ingedrukt (1 seconde), worden de dubbele tank en de voorwastank afgevoerd en vervolgens automatisch weer gevuld. De START-knop knippert tijdens de afvoer-/vulcyclus. Zodra de knop groen gaat branden, is de machine weer klaar voor gebruik De machine uitschakelen De machine kan ook worden uitgeschakeld zonder eerst de tanks af te voeren door op 5 seconden op de START-knop te drukken. De afzuiging en droger stoppen met een korte vertraging. Na het uitschakelen kan de machine nog onder spanning staan! 7.7. Algemene berichten Wanneer de eindschakelaar wordt geactiveerd, worden de transportband en het spoelen onmiddellijk gestopt. Het was- en droogsysteem stopt na enkele seconden. De START-knop ➀ knippert afwisselend blauw en rood "Err 009" wordt weergegeven. Wanneer er een deur wordt geopend tijdens het wasproces, worden de transportband, het wassen en het spoelen onmiddellijk gestopt. Het droogsysteem stopt na enkele seconden. De START-knop gaat rood branden "Err 007" wordt weergegeven. Nadat u de deur hebt gesloten, moet de machine opnieuw worden gestart door op de START-knop te drukken Noodstop In een noodsituatie kan de machine volledig worden uitgeschakeld door op de NOODSTOP-knop ➈ te drukken BA NL

25 8. Na gebruik NL Druk kort op de Transport UIT-knop. Het transport- en afwasproces worden uitgeschakeld. De afzuiging en droger worden met een vertraging uitgeschakeld. Druk minstens 5 seconden op de Afvoer-knop. De machine loopt leeg en de verwarming wordt automatisch uitgeschakeld. De afvoerkleppen worden gesloten. Er verschijnt een punt op de bovenste display. De machine wordt uitgeschakeld, maar staat nog onder spanning! BA NL

26 NL 9. Reiniging Tip: Houd u aan alle interne hygiënevoorschriften binnen uw bedrijf. I O Zet de hoofdschakelaar op "0". Open de inspectiedeuren. Verwijder de gordijnen (zie paragraaf 10). Verwijder de zeefvergaarbakken. Verwijder de platte zeven. Verwijder de afdekzeef van de naspoelfilter. Verwijder pomp aanzuigbeveiligingzeef (spoelzone). Verwijder de zeef van de laadzone. Trek de deflectorlade van de droger naar buiten BA NL

27 9. Reiniging NL Sla niet op de zeven om voedselresten te verwijderen! De zeven kunnen hierdoor worden beschadigd. Spoel en borstel de zeven schoon. Verwijder de wasarmen: Boven: duw de blokkeerpen naar achteren en til de wasarm naar voren eruit. Onder: duw de wasarm om deze naar voren eruit te tillen. Verwijder de afdichtdoppen om de wasarmen te reinigen. Verwijder de wasarmen: Boven: trek de veer naar voren en verwijder de naspoelarm. Onder: duw de naspoelarm en til deze naar voren eruit. Controleer de spuitopeningen en reinig indien nodig. Gebruik geen afwasmiddelen die chloor-, zuur- of metaaltoevoegingen bevatten om de machine te reinigen; gebruik ook geen staalborstels. Spuit de buitenkant van de machine nooit af met een slang of hogedrukreiniger. Open de deksel en spuit de binnenkant van de laadzone af. Verwijder de zijpanelen van de uitvoerzone en reinig de zone. Spuit de binnenkant van de machine schoon. BA NL

28 NL 9. Reiniging Reinigen (1 x per maand) I O Verwijder het frontpaneel van de condensatorkap. Condensatoren reinigen (door ze af te spuiten met een slang). Schakel de hoofdschakelaar in om de tanks te legen en I O druk op de Afvoer-knop. De afvoerkleppen gaan weer open. Wacht totdat de tanks volledig zijn geleegd. Schakel de hoofdschakelaar uit en sluit de afsluitkleppen op de locatie. Laat de inspectiedeuren open voor ventilatie BA NL

29 10. Plaatsing van gordijnen NL Tip: De getoonde looprichting is van links naar rechts. Bij een looprichting van rechts naar links is de plaatsing van de gordijnen omgekeerd. L-A S-A E-S-A S-DA L AN-R S AN-R Indien nodig: Vouw de gordijnen open, plaats ze in de lengte op de transportband en reinig ze. BA NL

30 NL 11. Vorstpreventie Let op: Moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde servicemonteur! Maak de machine leeg (afvoerprogramma starten). Zet de hoofdschakelaar op "0". Zet de beschermingsschakelaar voor de verwarming van de elektrische naspoelboiler in de stand "UIT!" Alle tanks, waterleidingen en armaturen moeten volledig leeglopen. Sluit de afsluitklep(pen) op de locatie. Verwijder de afvoerplug onder in de tank voor vers water. Draai de blinde plug voor de afvoeraansluiting onder in de naspoelboiler los. Draai de verbindingsstukken achter de vulklep los. Laat de waterleidingen op de locatie leeglopen. Laat de sifons van het afvoersysteem leeglopen. Machines met stoom- of warmwaterverwarming: laat alle verwarmingselementen en -leidingen leeglopen. Bij machines met een condensator moet de condensator met perslucht worden doorgeblazen. Opnieuw instellen voor gebruik volgens section BA NL

31 12. Storingen of defecten NL De Start-knop knippert afwisselend groen/rood of blauw/rood, of brandt continu rood. Op de temperatuurdisplays wordt een code weergegeven: bijv. "Err 012" = afvoerfout. Geef de foutcode door aan de servicemonteur. FOUT MOGELIJKE OORZAAK MAATREGELEN 001 Afsluitklep is gesloten. Open de afsluitklep aan de zijkant en schakel de machine weer aan. Vulklep of vulsysteem werkt niet goed. Neem contact op met HOBART-klantenservice. 002 Lage waterdruk. Controleer de watertoevoer van de locatie. Vulklep of vulsysteem werkt niet goed. Neem contact op met HOBART-klantenservice ) Storing in de regelkring van de boiler. Neem contact op met HOBART-klantenservice ) Boilertemperatuur onder de ingestelde waarde. Start de transportband om het bericht te bevestigen. Als de fout zich opnieuw voordoet,, neemt u contact op met de HOBART-klantenservice. 005 Afsluitklep is gesloten. Open de afsluitklep aan de zijkant en schakel de machine weer aan. Vulklep of vulsysteem werkt niet goed. Neem contact op met HOBART-klantenservice ) Tanktemperatuur onder de ingestelde waarde. Start de transportband om het bericht te bevestigen. Als de fout zich opnieuw voordoet,, neemt u contact op met de HOBART-klantenservice. 007 Deur open. Sluit de deur. Transport geblokkeerd. Verwijder het obstakel. 008 Storing in regelkring. Neem contact op met HOBART-klantenservice. 009 Rek vastgelopen, eindschakelaar tafel is geactiveerd. Verwijder de rekken. 012 Afvoersysteem werkt niet goed. Zet de hoofdschakelaar uit en reinig de afvoerklep. Schakel vervolgens de machine weer in en start de afvoercyclus opnieuw. Als de fout zich opnieuw voordoet,, neemt u contact op met de HOBART-klantenservice. 013 Automatische timer werkt niet goed. Neem contact op met HOBART-klantenservice ) Storing in de regelkring van de waterboiler. Neem contact op met HOBART-klantenservice. 016 Afvoersysteem van voorwastank werkt niet goed. Zet de hoofdschakelaar uit en reinig de vlotterschakelaar en/of afvoerklep. Schakel vervolgens de machine weer in en start een nieuwe afvoercyclus. Als de fout zich opnieuw voordoet,, neemt u contact op met de HOBART-klantenservice. 020 Interne communicatiefout. Neem contact op met HOBART-klantenservice. 021 Interne communicatiefout. Neem contact op met HOBART-klantenservice ) Temperatuursonde boiler werkt niet goed. Neem contact op met HOBART-klantenservice ) Temperatuursonde AR-tank werkt niet goed. Neem contact op met HOBART-klantenservice ) Temperatuursonde voorwastank werkt niet goed. Neem contact op met HOBART-klantenservice ) Temperatuursonde droger werkt niet goed. Neem contact op met HOBART-klantenservice ) Temperatuursonde B-tank werkt niet goed. Neem contact op met HOBART-klantenservice ) Temperatuursonde C-tank werkt niet goed. Neem contact op met HOBART-klantenservice ) Temperatuursonde waterboiler werkt niet goed. Neem contact op met HOBART-klantenservice ) Temperatuursonde boiler demiwater werkt niet goed. Neem contact op met HOBART-klantenservice. 1) Beperkte bediening (EOP) mogelijk. Zie ook section 7.4. BA NL

32 NL 13. Probleemoplossing Storing Oorzaak Oplossing Boiler vult zich niet meteen. Afsluitklep op de locatie is gesloten. Open de afsluitklep op de locatie en start opnieuw. Het vulsysteem werkt niet (goed). Neem contact op met klantenservice. Tank vult zich te langzaam. Lijnzeef van vulsysteem verstopt. Reinig lijnzeef. De tank vult zich niet tot het juiste niveau. Er ontsnapt stoom uit de invoer- of uitvoerzone. Elektromagnetische klep defect. Afsluitklep op de locatie is niet goed geopend. Te kort vulprogramma. Afsluitklep op de locatie is niet goed geopend. Er is te weinig afzuiging. De gordijnen zijn niet goed geplaatst. Te veel waswater in de laadzone gespoten. Deflectorbladen van droger zijn verkeerd uitgelijnd. Neem contact op met klantenservice. Open de afsluitklep op de locatie. Neem contact op met klantenservice. Open de afsluitklep op de locatie. Neem contact op met klantenservice. Controleer de gordijnen. Controleer de wasarmen, gordijnen en deflectorbladen. Plaats het vaatwerk correct. Pas de schuif op de drogeropening aan. Temperaturen zijn te laag. Er is te veel afzuiging. Neem contact op met klantenservice. De verwarmingselementen werken niet (goed). Vaatwerk met te korte intervallen geplaatst (wateroverheveling) Controleer de verwarmingselementen. Neem contact op met klantenservice Houd grotere intervallen aan (see section 10.) Vaatwerk niet schoon genoeg. De zeven zijn verkeerd geplaatst. Controleer de zeven. De gordijnen zijn niet (goed) geplaatst. Controleer de gordijnen (see section 10.) Spuitopeningen van de wasarmen zijn verstopt. Te lage dosering afwasmiddel. Te veel schuim. Te veel voedselresten in de machine. Temperaturen zijn te laag. Snelheid transport is te hoog. Verwijder de wasarmen en reinig ze. Verhoog dosering afwasmiddel. Gebruik uitsluitend niet-schuimend afwasmiddel. Controleer de procedure voor vooraf verwijderen van voedselresten. Controleer het verwarmingssysteem. Selecteer een lagere snelheid. Vaatwerk is gestreept en gevlekt. De zeven zijn verkeerd geplaatst. Controleer de zeven. Afwaswater spat in de naspoelzone. Controleer de gordijnen (see section 10.) Vaatwerk is niet droog. Spuitopeningen van de naspoelarmen zijn verstopt. Onjuiste dosering naspoelmiddel. Te hoog mineraalgehalte in afspoelwater. Onjuiste temperatuur of vochtigheid van de drooglucht. Snelheid transport is te hoog. Vaatwerk is niet goed ontvet. Onjuiste dosering naspoelmiddel. Reinig de spuitopeningen van de naspoelarmen. Controleer de dispenser en laat deze aanpassen. Gebruik gedemineraliseerd water. Controleer het verwarmingselement en de blower van de droogsectie. Selecteer een lagere snelheid. Voeg meer afwasmiddel toe. Verhoog de dosering. Borden hellen over. De waterdruk van onderen is te hoog. Neem contact op met klantenservice. Machine doet het niet, de display is uitgeschakeld. De bovenste wasarmen zijn verstopt. De hoofdschakelaar is uitgeschakeld, de stroomtoevoer is volledig afgesloten. Noodschakelaar uitgeschakeld, stroomtoevoer afgesloten. Stroomstoring. Verwijder de wasarmen en reinig ze. Schakel de hoofdschakelaar aan en start de machine opnieuw. Schakel de noodschakelaar in en start de machine opnieuw. Controleer de zekeringen op de locatie BA NL

33 14. ONDERHOUD NL Om de geldigheid van de garantie en een ononderbroken veilige, efficiënte en storingsvrije werking van de installatie te waarborgen, moeten de benodigde onderhoudswerkzaamheden op professionele wijze worden uitgevoerd. Daarom raden wij aan een inspectie- of onderhoudscontract af te sluiten dat gekwalificeerde ondersteuning door een gespecialiseerde en getrainde monteur van de klantenservice garandeert volgens een schema dat volledig is aangepast aan de behoeften van uw bedrijf Vaatwasmachines met verwarmingspomp De verwarmingspomp die in uw vaatwasmachine is ingebouwd bevat gefluoreerde broeikassen zoals opgenomen in het Portocol van Kyoto. Het apparaat valt daarmee binnen het bereik van EG-verordening 842/2006. Aangezien dit geen hermetisch gesloten systeem is en het koudemiddelvulling meer dan 3 kg bedraagt, bent u als operator van een apparaat met koudemiddelvulling verplicht om u aan de volgende maatregelen te houden: Wanneer er een vermoeden is van weglekken van koudemiddelvulling, moet het apparaat zo spoedig mogelijk door een gekwalificeerd persoon op lekkage worden gecontroleerd en indien nodig worden gerepareerd. Apparaten met koudemiddelvulling moeten minimaal één keer per jaar door gekwalificeerd personeel op lekkage worden gecontroleerd. Elke lekkage moet onmiddellijk worden gerepareerd door gekwalificeerd personeel. Als een lekkage is gerepareerd, moet het apparaat binnen een maand opnieuw worden gecontroleerd op lekkage. Wanneer u het apparaat buiten bedrijf stelt, bent u ervoor verantwoordelijk dat de koudemiddelvulling in het apparaat op een juiste manier wordt verwijderd door gekwalificeerd personeel. De bovengenoemde diagnoses en/of maatregelen moeten worden gedocumenteerd. Deze gegevens moeten minstens 5 jaar worden bewaard en op verzoek worden overlegd aan de bevoegde instantie. Voor het vastleggen van controles, bepalingen en maatregelen adviseren wij u om de volgende formulieren te gebruiken. BA NL

34 HOBART NEDERLAND Pompmolenlaan GK Woerden Telefoon +31(0) Fax +31 (0) Internet: HOBART behoudt zich het recht voor om alle producten te wijzigen of te verbeteren zonder voorafgaande kennisgeving. U ontvangt gedetailleerde informatie van uw dealer of onder: SERVICE Tel Internet: Gedrukt in Nederland BA NL