Rekkentransport Vaatwasmachines

Transcriptie

1 Rekkentransport Vaatwasmachines CN/CP-serie (Protronic) Installatie- en gebruikershandleiding (vertaling van origineel) Vanaf serienummer: REV

2 NL BELANGRIJKE OPMERKINGEN Gebruiken conform de regelgeving: Deze machine is een technisch apparaat dat enkel bestemd is voor gebruik in een werkomgeving. De machine is uitsluitend bedoeld voor het reinigen van schalen, borden, kopjes, glazen, bestek, dienbladen, bakplaten, enz. De machine mag niet worden gebruikt voor elektrisch verwarmde kook- en warmhoudapparatuur. Veiligheid: Bij een ingebouwd systeem voor het verwijderen van zetmeel moet de leverancier alle relevante veiligheidsregels en voorschriften naleven, en dus op betrouwbare wijze voorkomen dat het geconcentreerde afwasmiddel in aanraking komt met de huid of ogen! Let erop dat degene die de machine bedient geen wijde kleren draagt om ongelukken met de transportband te voorkomen. Spuit de buitenkant van de machine nooit af met een slang of hogedrukreiniger. Het 'Let op'-symbool staat naast de instructies die essentieel zijn voor een veilige bediening van de machine. Lees deze passages zorgvuldig door. Productaansprakelijkheid: Installatie- en reparatiewerkzaamheden die niet worden uitgevoerd door gekwalificeerde technici, waarbij geen originele reserveonderdelen zijn gebruikt of waarbij een technische wijziging aan de machine is aangebracht die niet is goedgekeurd door de fabrikant, hebben tot gevolg dat de in de standaardverkoopvoorwaarden vermelde garantie komt te vervallen. Belangrijk: Deze gebruiksaanwijzing heeft betrekking op van links naar rechts werkende machines. Voor machines met een rechts-links looprichting geldt dezelfde informatie, maar met tegenovergestelde bedieningsinstructies. Afhankelijk van de opties en de functies van de machine kunnen de aanduidingen op de display variëren. Geluidsniveau machine: Het geluidsniveau van de machine is 70 db (A) BA NL

3 INHOUD Pagina NL 1. Montage Vervoer naar plaats van installatie Verpakking verwijderen Uitlijning op plaats van installatie Hoogte van de machine aanpassen Monteren van modules Elektriciteitskabels Monteren tafels voor bordenrekken en accessoires Aansluiting Aansluiting elektriciteit Aansluiting water Aansluiting stoom of heet water Aansluiting afzuiging Dispensers Beschrijving van het bedieningspaneel Eerste gebruik Voorbereiding Vullen van de naspoelboiler en tank(s) Hoeveelheid vers water Controle Automatische timer Automatisch starten Aanpassen temperatuur Dosering afwas- en naspoelmiddel instellen De vultimer instellen Het afzuigsysteem instellen Bediening Ingebruikname De transportband aanzetten/snelheid selecteren Eco-modus (alleen CP-serie) De voorwastank leeg laten lopen De machine uitschakelen Opties Gebruikersmenu Algemene opmerkingen Oproepen van bedieningsgegevens Automatisch Starten Storingen...31 BA NL

4 NL INHOUD Pagina 6.5. Informatie Opties Voorbereiding Wassen Machine starten Rekken plaatsen Reiniging Plaatsing van gordijnen Verwarmingspomp CHP 18 (Optie) Vorstpreventie Probleemoplossing Onderhoud Vaatwasmachines met verwarmingspomp BA NL

5 OK 1 2? 1. Montage NL 1.1. Vervoer naar plaats van installatie Zo mogelijk in de verpakking en op een steunbalk. Duwen op rollers. Vermijd beschadiging van vloeren en deuren. Vermijd schade aan de machine. Verwijder de voorplaten. Plaats een houten pallet onder de machine als een vorkheftruck wordt gebruikt Verpakking verwijderen Snijd de stalen banden door. Verwijder het karton aan de buitenzijde. Verwijder houten steunbalk. Verwijder verpakkingsmateriaal en accessoires uit de binnenkant van de machine. Inspecteer de machine op mogelijke transportschade Uitlijning op plaats van installatie Volgens het installatieschema. Houd rekening met de afstand tot de muur (zie installatieschema) (doorgaans 44 mm). Houd rekening met de positie van de tafels, transportbanden, enz Hoogte van de machine aanpassen Egaliseer eventuele oneffenheden in de vloer. Verdeel het gewicht van de machine gelijkmatig over alle stelvoeten Monteren van modules Als de machine in aparte modules wordt geleverd, moet de grootste module eerst waterpas worden geplaatst en worden uitgelijnd Afdichttape Nr moet helemaal rondom een van de twee verbindingsoppervlakken worden gelijmd. Als het oppervlak nog oude afdichting bevat (van het proefdraaien), moet deze eerst worden verwijderd. De uiteinden van de afdichttape moet bij de hoeken overlappen. BA NL

6 NL 1. MONTAGE Volgende modules toevoegen De hoogte afstellen (see section 1.4.) Sluit modules aan met behulp van schroeven met zeshoekige kop M6 x 12, volgringen, sluitringen en moeren (meegeleverd). Snijd uitstekende afdichttape af met een mes. Sluit afvoerleidingen aan. C E D A B Aansluitingen tank Sluit alle wastanks aan met de overloopleidingen. Plaats de pakkingbus (A) op de overloopleiding (B). Haal de overloop (B) vanuit het de binnenkant van de tank door het uitgeponste gat en schroef deze vast met de moer (C). Duw het koppelstuk (E) over de leiding (D). Bevestig de leiding aan de overloop (B) en sluit deze aan op de overloopleiding van de tegenoverliggende wastank Transportvoeten (indien aanwezig) Moeten worden verwijderd en geretourneerd aan HOBART Elektriciteitskabels Moeten worden afgewikkeld en door het kabelkanaal aan de voorkant worden getrokken. Sluit de bedrading aan op de aansluitpunten van de elektrische onderdelen. Volg het stoomdiagram en de labels op bedrading en de aansluitpunten BA NL

7 1. MONTAGE NL 1.7. Monteren tafels voor bordenrekken en accessoires Zie aparte instructies. Dicht de schroefgaten af. Zorg voor een lichte helling ten opzichte van de machine (pas indien nodig de hoogte aan via de stelvoeten). Zorg ervoor dat het rekgeleidingsprofiel van de machine dezelfde hoogte heeft als de tafel of de transportband. Eindschakelaar tafel: De bedrading naar de schakelkast moet worden beschermd. Verrijdbare tafels met eindschakelaar: Verbind de stekkers en vergrendel ze. BA NL

8 OK 1 2? NL 2. Aansluiting 2.1. Aansluiting elektriciteit Moet worden uitgevoerd door gekwalificeerde servicemonteurs conform de nationale en lokale voorschriften. Voor Australië: conform AS/NZS Controle Open de schakelkast en neem het bedradingsschema uit de binnenkant van de deur. De stroomtoevoer moet overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje en het bedradingsschema. Zekeringen en kabelverbindingen moeten aan de voorschriften voldoen. Sluit de stroomonderbreker (hoofdschakelaar met noodstopfunctie) aan op de machine (bij niet-ingebouwde stroomonderbrekers) Aansluiting Trek de stroomkabel (H07-RN-F) door de kabeldrukring onderaan het achterpaneel van de schakelkast. Sluit de draden aan op het hoofdaansluitpunt op de hoofdschakelaar (indien aanwezig). Draai alle aansluitschroeven vast in de schakelkast (deze zijn mogelijk losgeraakt tijdens het transport). Zet alle kabeldrukringen vast. Opmerking: Volgens EN dient het apparaat met een equipotentiaal te worden aangesloten. De koppelschroef ( ) bevindt zich naast de kabelingang aan de achterkant van de schakelkast BA NL

9 OK 1 2? 2. Aansluiting NL 2.2. Aansluiting water Moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde servicemonteur conform de nationale en lokale voorschriften. De machine dient te worden aangesloten op water van drinkwaterkwaliteit. Bij sterk mineraalhoudend water wordt een aparte demineraliseerinstallatie aanbevolen Algemene informatie Sluit de wateraanvoer en de afvoerleidingen aan volgens het installatieschema. De machine is standaard uitgerust met een leidingzeef en een drukregelaar Toevoer van vers water om te spoelen DN 20 (3/4") Gebruik zacht water (tot 4 Clark, resp. 0,5 mmol/l). Bij gebruik van een condensator mag alleen koud water worden gebruikt. Waterdruk bar bij ~ 500 l/hr. Open de afsluitklep op de locatie Toevoer van vers water voor vullen van de tank (CN: optie) DN 20 (3/4") Gebruik zacht (tot 4 Clark, resp. 0,5 mmol/l) en warm water (50-60 C). Waterdruk 1,5-6 bar. Open de afsluitklep op de locatie Aansluiting afvoer Aan te sluiten op de afvoer op de locatie: Gewone afvoer DN 50 (HT-leiding). Druipwaterafvoer vanaf tafels, gootsteen en overige onderdelen. Alle afvoeren moeten worden aangesloten op een zwanenhals (afzonderlijk of op centraal punt). BA NL

10 OK 1 2? NL 2. Aansluiting 2.3. Aansluiting stoom of heet water Moet worden geïnstalleerd door een gekwalificeerde servicemonteur en conform de lokale voorschriften. Opmerking: Zorg er op de locatie voor dat de druk en temperatuur voor de verwarming die in het installatieschema staan vermeld, niet kunnen worden overschreden Algemene informatie Sluit de wateraanvoer en de afvoerleidingen aan volgens het installatieschema. Alle aansluitingen zijn standaard voorzien van de benodigde fittingen en kleppen Isolatie Alle leidingen moeten worden geïsoleerd. Het isolatiemateriaal moet water-, hitte- en schokbestendig zijn Afstellen van de handmatige afsluitklep met drukregelaar voor stoom- en warmwatertoevoer De ingebouwde handmatige afsluitklep is voorzien van een regelaar voor het beperken van de warmtetoevoer. Voor het afstellen van de klepzitting is speciaal gereedschap nodig. Een juiste afstelling is zeer belangrijk, met name bij een hogere druk. Het afstellen moet daarom worden uitgevoerd door een gespecialiseerde HOBART-servicemonteur voor de eerste ingebruikname of wanneer er op locatie wijzigingen worden aangebracht. De afsluitklep is optimaal ingesteld als de boiler net op temperatuur kan worden gehouden bij continu gebruik, terwijl de klep maximaal openstaat. Als de klep te ver wordt geopend, kunnen er drukschokken ontstaan wanneer de elektromagnetische klep dicht is. Dit kan schade aan de installatie veroorzaken. Als de klep te ver wordt gesloten, kan het gewenste verwarmingsvermogen niet worden bereikt BA NL

11 2. Aansluiting NL 2.4. Aansluiting afzuiging De verantwoordelijke ventilatiemonteur moet worden geraadpleegd voor de aansluiting. Lees de opmerkingen op het serviceschema zorgvuldig door Afzuigpijp 10 cm Laat ruimte open (ong. 10 cm) tussen machineafzuiging en afzuigkanaal op locatie of sluit een speciale verloopkap aan (optioneel). Gebruik een extra ventilator, aangezien de ingebouwde ventilator geen compressie heeft. Het van de locatie te verwijderen luchtvolume moet groter zijn dan het volume van de machine (zie installatieschema). Gebruik om roestschade te voorkomen een uitlaatkanaal van roestvrij staal of kunststof. Bij extreem lage temperaturen: Gebruik isolatie en antivriesjaloezieën. VOORBEELD 1: Met afzuigkap (als optie verkrijgbaar bij Hobart). Aangesloten op afzuigpijp op de locatie (zie schema). Raadpleeg het installatieschema voor de afzuigwaarden. 250 B C VOORBEELD 2: Met afzuigkap (als optie verkrijgbaar bij Hobart). 250 A 200 Via horizontale leiding aangesloten op de buitenlucht (zie schema). Met ingebouwde extra ventilator (A). Plaats een vorstbescherming (B) (indien gewenst). Zorg voor zelfsluitende jaloezieën (C) bij de afvoer (indien gewenst). Het leidingwerk moet worden gemaakt van CrNi of kunststof om corrosieproblemen te voorkomen. Een spanningsvrij contact voor de externe ventilator wordt met de schakelkast van het apparaat meegeleverd. BA NL

12 NL 2. Aansluiting VOORBEELD 3: Met afzuigkap (als optie verkrijgbaar bij Hobart). 250 A 200 Via verticale leiding aangesloten op de buitenlucht (zie schema). Met ingebouwde extra ventilator (A). Plaats een vorstbescherming (B) (indien gewenst). Zorg voor een dakafdichting (D) bij het leidingwerk. Zorg voor een afsluiting (E) bij de afvoer van het leidingwerk. Het leidingwerk moet worden gemaakt van CrNi of kunststof om corrosieproblemen te voorkomen. Een spanningsvrij contact voor de externe ventilator wordt met de schakelkast van het apparaat meegeleverd Afzuiging in de ruimte min. 30 cm Dit is alleen mogelijk in combinatie met een warmtepompinstallatie en bij voldoende ventilatie van het vertrek. Voorkom condensschade door de uitgestoten lucht uit de ventilatieuitgang van de machine direct te mengen met de lucht in het vertrek (luchtverdeler). A = A = 2.5. Dispensers Voor afwasmiddel en naspoelmiddel De dispensers en toebehoren worden gewoonlijk geleverd en geïnstalleerd door de leveranciers van het afwas- en naspoelmiddel. Installeer de dispensers, toebehoren en houders zodanig dat deze gemakkelijk toegankelijk, duidelijk zichtbaar en eenvoudig te onderhouden zijn, en de werking van de machine niet verstoren. Aansluiting (A) voor het naspoelmiddel bevindt zich op de spoelwaterleiding boven de naspoelboiler (R 1/8" binnenmaat). De aansluitpunten (230 V~) zitten in de schakelkast (zie bedradingsschema). Opmerking: Opmerking: Opmerking: Zie aparte installatie-instructies. Wij raden u aan om de houders en hun toebehoren niet direct op de machine te monteren! (De thermische isolatie kan hierdoor beschadigd raken.) Gebruik uitsluitend commerciële afwas- en naspoelmiddelen (geschikt voor professioneel en industrieel gebruik). Lees de veiligheidsinstructies van de fabrikant goed door BA NL

13 3. Beschrijving van het bedieningspaneel NL De display van de HOBART Protronic is een display met touchscreen. Door de display aan te raken, kunnen bepaalde functies worden geactiveerd of bekeken. Basisfuncties zoals Machine AAN/UIT, Transportband AAN/UIT en het openen van de afvoerkleppen kunnen worden bediend via de vier functieknoppen. De schema's (temperatuur, symbolen) worden als voorbeeld getoond en kunnen per model verschillen. 48 C 65 C 78 C 64 C 62 C Wanneer dit gebied kort wordt ingedrukt, verschijnt de symbolenlijst Display met touchscreen Eco Opties keuzekader (zie 5.6. en 5.3.) Bedieningsknoppen Bedieningsknoppen Menu-knop Als de machine is INGESCHAKELD: door de knop in te drukken wordt het gebruikersmenu geactiveerd. Als de machine is UITGESCHAKELD: door de knop in te drukken wordt het serienummer van de vaatwasmachine getoond. Als de knop opnieuw wordt ingedrukt, verdwijnt deze mededeling. START-knop Deze knop heeft verschillende functies: Machine AAN / UIT Kort indrukken: De machine wordt ingeschakeld. Vullen, afzuiging en verwarming worden automatisch gestart 3 seconden indrukken: De machine wordt uitgeschakeld. Transportband AAN / Selecteren snelheid Transportband, wassen, naspoelen en drogen worden ingeschakeld. Als de knop herhaaldelijk wordt ingedrukt, kan de snelheid van de transportband worden gewijzigd. Knop Transport UIT Transportband, wassen, naspoelen en drogen worden uitgeschakeld. Afvoer-knop 2,5 seconden indrukken: De tanks voor voorwassen en afpompen en naspoelen worden geleegd. 5,0 seconden indrukken: De machine wordt volledig geleegd. BA NL

14 NL 3. Beschrijving van het bedieningspaneel Display Status START / Bezig Temperatuuraanduiding Symbool "blauw" = geactiveerd Transportband AAN: Kort indrukken. Selecteren snelheid: Herhaaldelijk indrukken. Machine UIT: 3 seconden indrukken. De kleur van het START-symbool verandert afhankelijk van de bedieningsstatus: GROEN knipperend GROEN BLAUW BLAUW knipperend ROOD GROEN/ROOD afwisselend BLAUW/ROOD afwisselend Voorwastank Wastank 1 Wastank 2 Wastank 3 Afpompen en naspoelen Naspoelen Half spoelen Droger Verwarming aan = Machine wordt gevuld en/of verwarmd = Machine is klaar voor gebruik (stand-by) = Wassen AAN = Machine loopt leeg (afvoercyclus wordt gestart) = Storing = Deuren open / Eindschakelaar tafel geactiveerd = Temperaturen onder de ingestelde waarde / Wassen AAN Huidige temperatuur Huidige temperatuur Huidige temperatuur, indien aanwezig Huidige temperatuur, indien aanwezig Huidige temperatuur, alleen CP-serie Huidige temperatuur Huidige temperatuur, indien aanwezig Huidige temperatuur Symbolen Vlotterschakelaar Snelheid 1 / 2 / 3 transportband Vullen AAN Vulniveau van tank / breaktank Afsluitklep van voorwastank open / tank afgepompt spoelwater open Alle afsluitkleppen open Hygiënecontrole geactiveerd Automatisch starten geactiveerd Deuren open Verbindingsfout Bediening - Display Servicebeurt nodig Defect/Alarm Symbool indrukken = Foutmeldingen (gebruikersmenu) Opties keuzekader 'blauw = geactiveerd (see section 5.6.) Potten- en pannenprogramma ECO Eco-modus BA NL

15 4. Eerste gebruik NL Moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde servicemonteur voor het aanpassen en controleren van de machinefuncties! 4.1. Voorbereiding Zet de hoofdschakelaar uit. Controleer of de houders voor afwas- en naspoelmiddel zijn gevuld. Open de wateraanvoerklep. Open de schakelkast en schakel alle stroomonderbrekers en motorbeschermingsschakelaren aan. Uitzondering: zorg bij een ingebouwde elektrische naspoelboiler of een aparte waterboiler (optioneel) ervoor dat de verzegelde beschermingsschakelaar uit staat (zie bedradingsschema). Sluit de inspectiedeuren. Zet de hoofdschakelaar aan Vullen van de naspoelboiler en tank(s) Naspoelboiler: Druk de schakelaar in voor de drukpomp van de opslagtank voor vers water totdat er water uit de spuitopeningen van de naspoelarmen komt. Controleer of alle spuitopeningen van de naspoelarmen goed spuiten. Zo niet: Verwijder de naspoelarmen en reinig de spuitopeningen. Aparte waterboiler (optioneel): Druk op de Menu-knop en kies "Servicemenu" (see section ). Kies "Configuratie" en schakel de waterboiler uit. Schakel de machine in (druk op START). Zodra het water vanuit de waterinlaat naar de wastank stroomt, schakelt u de machine uit (houd START 3 seconden ingedrukt). Zet de waterboiler weer aan. Zet de hoofdschakelaar uit. Machine met elektrische verwarming: Verwijder de rode sticker van de beschermingsschakelaar van de naspoelboiler / aparte waterboiler (A) en zet de beschermingsschakelaar (B) aan. Machines met stoom- of warmwaterverwarming: Open de afsluitkleppen. Sluit de schakelkast. BA NL

16 NL 4. Eerste gebruik Schakel de hoofdschakelaar in en druk op de START-knop van de machine. Wanneer het juiste waterniveau is bereikt, worden de vulschakelaars automatisch uitgeschakeld en de verwarmingsschakelaar(s) ingeschakeld. Wanneer de juiste temperaturen zijn bereikt (START-symbool op de display is groen), is de machine klaar voor gebruik Hoeveelheid vers water De hoeveelheid vers water wordt ingesteld op de fabriek en mag niet worden gewijzigd. Neem contact op met de klantenservice als de hoeveelheid opnieuw moet worden ingesteld Controle Draairichting van de motoren (zie aangegeven richting): Aandrijvingsmotor Pompen Droger (indien aanwezig) Afzuiging Als een motor tegen de aangegeven richting draait, 2 van de 3 fases bij het aansluitpunt verwisselen. Controleer en herstel eventuele lekken. Afvoerleidingen Verwarmingsleidingen, waterleidingen Machinebehuizing, tankbodem, afzuiging Plaats alle panelen weer terug Automatische timer Vooraf ingesteld in de fabriek. De machine wast, spoelt en droogt (indien droger aanwezig) alleen als er vaatwerk aanwezig is in de machine. Deze functies worden automatisch uitgeschakeld als er verder geen vaatwerk meer volgt. De ventilator van de afzuiging, de ventilator van de droger en de transportband blijven tijdsafhankelijk functioneren. De vertragingstijden kunnen opnieuw worden ingesteld door gekwalificeerde servicemonteurs Automatisch starten Tijd en "Schakelaar aan"-tijd worden tijdens de installatie ingesteld door de servicemonteur. De "Schakelaar aan"-tijd wijzigen: Zie het menu "Automatisch starten" (zie hoofdstuk 6.3.) BA NL

17 4. Eerste gebruik NL 4.7. Aanpassen temperatuur De temperaturen worden in de fabriek ingesteld. Neem contact op met de klantenservice als de hoeveelheid moet worden ingesteld Dosering afwas- en naspoelmiddel instellen Moet worden gedaan door de leverancier van het afwas- en naspoelmiddel De vultimer instellen De timer wordt in de fabriek ingesteld. Neem contact op met de klantenservice als de hoeveelheid moet worden ingesteld Het afzuigsysteem instellen Dit werk moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde servicemonteur! Raadpleeg het installatieschema voor meer informatie over de benodigde hoeveelheid afzuiglucht op locatie. Neem contact op met de klantenservice als de hoeveelheid moet worden ingesteld. BA NL

18 NL 5. Bediening 5.1. Ingebruikname Sluit de inspectiedeuren. Open de wateraanvoerklep. Schakel de afzuigventilatie aan op de locatie. Zet de hoofdschakelaar aan. Het beginscherm wordt getoond. Schakel de machine in. De machine vult zich automatisch. Wanneer het tankwater het minimumniveau heeft bereikt, wordt het verwarmen automatisch gestart. Op de display verschijnt: Het START-symbool knippert groen. Wanneer het symbool groen wordt en niet meer knippert, is de machine klaar voor gebruik. Op de display verschijnt: BA NL

19 5. Bediening NL Bedrijfstemperaturen De bedrijfstemperaturen van CP-machines wijken aanzienlijk af van de temperaturen van CN-machines. CN Voorwassen C C Hoofdwas min. 60 C C Afpompen en naspoelen C C Naspoelen C C CP 5.2. De transportband aanzetten/ Snelheid selecteren Kan worden gedaan via de knoppen of via het touchscreen. Druk de START-knop of het START-symbool kort in. Transport, wassen, naspoelen en drogen starten. Machines met een automatische timer: Wassen, naspoelen en drogen worden ingeschakeld door binnenkomend vaatwerk (zie gebruikersmenu, hoofdstuk "Automatische timerfunctie" (zie hoofdstuk )). Afhankelijk van het model heeft de vaatwasmachine één, twee of drie transportbandsnelheden. Houd de START-knop of het START-symbool ingedrukt om de snelheid van de transportband te wijzigen. De geselecteerde snelheid wordt getoond op het scherm. Via de optie "Vergrendelen transportsnelheid" kan de geselecteerde snelheid worden vergrendeld (zie gebruikersmenu, hoofdstuk "Snelheid transportband" (zie hoofdstuk )). Machines zonder een automatische timer: Om energie te besparen als de machine lang niet wordt gebruikt (kostenbesparing), kan het transporteren, wassen, naspoelen en drogen handmatig worden uitgeschakeld. Druk op de knop Transportband UIT. Machine is in de stand-bymodus. BA NL

20 NL 5. Bediening 5.3. Eco-modus (alleen CP-serie) Bij licht tot normaal vervuild vaatwerk wordt er minder water en energie gebruikt als deze functie wordt geactiveerd. De snelheid van de transportband wordt automatisch ingesteld op 1. Raak de Eco-knop in het keuzekader aan. Eco De blauwe knop geeft aan dat het programma is ingeschakeld. Raak de knop opnieuw aan om de functie uit te schakelen De voorwastank leeg laten lopen Als het vaatwerk zwaar vervuild is, kan het nodig zijn om alleen de voorwastank leeg te laten lopen. Druk op de Afvoer-knop (circa 2,5 seconden). De voorwastank en de tank voor afpompen en naspoelen (indien aanwezig) worden geleegd. Op de display verschijnt: Het START-symbool knippert blauw tijdens de afvoercyclus. Na het afvoeren worden de tanks automatisch opnieuw gevuld BA NL

21 5. Bediening NL 5.5. De machine uitschakelen Als het laatste vaatwerk uit de machine is, kan de machine worden uitgeschakeld. Druk op de knop Transportband UIT. Transport, wassen, naspoelen en drogen worden uitgeschakeld. Druk op de Afvoer-knop (circa 5 seconden). Alle afvoerkleppen worden circa 30 minuten geopend en de machine wordt volledig geleegd. Op de display verschijnt: Het START-symbool knippert blauw tijdens de afvoercyclus. De afvoerkleppen sluiten automatisch na circa 30 minuten en het STARTsymbool gaat uit. Op de display verschijnt: Machine can be switched OFF Schakel de machine uit. Druk 3 seconden op de START-knop of het START-symbool. Zet de hoofdschakelaar uit. Vertaling tekst in beeldscherm: Machine kan worden uitgeschakeld. Als Automatisch starten is geactiveerd (zie gebruikersmenu, "Automatisch starten" (zie hoofdstuk 6.3.)) moeten de inspectiedeuren worden gesloten en alle panelen geplaatst, de afsluitklep op de locatie moet open staan en de hoofdschakelaar moet op "AAN" staan. BA NL

22 NL 5. Bediening 5.6. Opties gereedschappenprogramma (niet voor CPserie) Wanneer deze optie wordt ingeschakeld, neemt de wasdruk toe en verandert de snelheid van de transportband automatisch naar snelheid 1. Raak de knop "gereedschappen" aan in het keuzekader. De blauwe knop geeft aan dat het programma is ingeschakeld. Raak de knop opnieuw aan om de functie uit te schakelen. Gebruik het gereedschappenprogramma nooit voor het reinigen van glazen en licht vaatwerk (breekbaar)! BA NL

23 6. Gebruikersmenu NL 6.1. Algemene opmerkingen Menuniveaus Het geselecteerde menuniveau wordt aangegeven tegen een grijze achtergrond. 1/2 Van links naar rechts: Bedieningsgegevens Activeren Automatisch starten / Instellingen klok (beveiligd door wachtwoord) Fout- en alarmmeldingen Informatie Opties (beveiligd door wachtwoord) Parameters, service (beveiligd door wachtwoord) 1/2 Afhankelijk van het aantal menuopties (aangegeven in de rechterbovenhoek) kunt u door het menu scrollen door de knoppen Vooruit/Terug in te drukken. Geef hulpinformatie (indien beschikbaar) voor het geselecteerde menu weer door de?-knop in te drukken Wachtwoord Er zijn drie gebruikersniveaus gespecificeerd: 1. Gebruiker: klant Wachtwoord: Gebruiker: bekijken Wachtwoord: Gebruiker: service Wachtwoord: **** Het wachtwoord wordt ingevoerd via het touchscreen-toetsenbord (see section ). Log on Raak het invoerveld Gebruiker aan. User: Password: Op de display verschijnt: OK Cancel Voer de gebruikersnaam in en raak de -knop aan om te bevestigen. BA NL

24 NL 6. Gebruikersmenu KUND Raak het invoerveld Wachtwoord aan. Voer het wachtwoord in. Log on Druk op de OK-knop om de invoer te bevestigen. User: Password: Kunde ******** OK Cancel Touchscreen toetsenbord Wanneer een invoerveld wordt aangeraakt, verschijnt het touchscreentoetsenbord. Numeriek toetsenbord Alfanumeriek toetsenbord Aangezien niet alle toetsen op één niveau beschikbaar zijn, moet u soms switchen tussen verschillende invoerniveaus BA NL

25 6. Gebruikersmenu NL Toets Functie Wisselen tussen kleine letters en hoofdletters Letters van A tot M (a tot m) Letters van N tot Z (n tot z) Cijfers van 0 tot 9 Speciale tekens Gebruik de pijltjestoets om de cursor naar links te verplaatsen Gebruik de pijltjestoets om de cursor naar rechts te verplaatsen Gebruik de BSP-toets om het teken links van de cursor te verwijderen Gebruik de ESC-toets om de invoer te annuleren, het toetsenbord wordt afgesloten Gebruik de Enter-toets om de invoer te bevestigen, het toetsenbord wordt afgesloten 6.2. Oproepen van bedieningsgegevens Wanneer de machine is ingeschakeld of tijdens het invoeren kunnen de bedieningsgegevens worden opgeroepen. Druk op Menu. Op de display verschijnt: 1/2 aantal menuopties volgende menuoptie Optie 1: T e l l e r b e d r i j f s d u u r Waterverbruik (optie) Optie 2: Teller kwh (optie) Totaal = uren/verbruik sinds de laatste keer dat de machine is ingesteld. Dienst = uren/verbruik sinds de laatste keer dat de machine is ingeschakeld. Om het menu te verlaten: Druk op Menu. BA NL

26 NL 6. Gebruikersmenu 6.3. Automatisch Starten Druk op Menu. Raak menuniveau "Automatisch starten" aan. Op de display verschijnt: Log on User: Password: OK Cancel 1/2 KUND Voer gebruikersnaam en wachtwoord in Log on Druk op de OK-knop om te bevestigen. User: Password: Kunde ******** OK Cancel Raak menuniveau "Automatisch starten" opnieuw aan. Op de display verschijnt: 1 2 1/ BA NL

27 6. Gebruikersmenu NL Instellen en activeren opstarttijd Er kunnen voor elke weekdag twee opstarttijden worden opgegeven om de machine automatisch te starten (bijv. voor vroege en late diensten). 1 2 Dit wordt gedaan met behulp van de invoervelden voor uren/minuten achter de weekdagen. Raak de invoervelden aan. Het toetsenbord op het scherm wordt geactiveerd. Voer de gebruikersnaam in en raak de -knop aan om de invoer te bevestigen. 1 2 Door het indrukken van het controlevakje naast de velden voor tijdsinvoer wordt de functie "Automatisch starten" voor deze waarde geactiveerd/gedeactiveerd. Opstarttijd uitgeschakeld Opstarttijd ingeschakeld Opmerking: "Automatisch starten geactiveerd" wordt aangegeven door het symbool op het beginscherm. BA NL

28 NL 6. Gebruikersmenu Instellen van de klok/zomer- en wintertijd Druk op de + onder aan de display (menu "Automatisch starten"). Op de display verschijnt bijv.: / 22 une 200 0: : 2/2 Date Time settin Date: last Sunday Month: 3 Time (h:m): 2 00 Date: last Sunday Month: 0 Time (h:m): 3 00 / 22 une 200 0: : De tijd en datum handmatig instellen: Druk "Datum/Tijd instellen" in. Date Time settin Date: last Sunday Date: last Sunday Month: 3 Month: 0 Time (h:m): 2 00 Time (h:m): 3 00 / 22 une 200 0: : ea ( ) Month Day ou Minute Se ond 200 une Set time Raak de waarde aan die moet worden gewijzigd. Het toetsenbord op het scherm wordt geactiveerd. 2/2 Date: last Sunday Month: 3 Time (h:m): 2 00 Date: last Sunday Month: 0 Time (h:m): Voer de nieuwe waarde in en raak de -knop aan om de invoer te bevestigen. / e 200 0: : ) Month Day ou Minute Se ond une Set time 2/2 Druk op "Tijd instellen" om de nieuwe waarde op te slaan. last Sunday Date: last Sunday / 3 Month: 0 22 une 200 0: : :m): 2 00 Time (h:m): 3 00 Date Time settin Date: last Sunday Month: 3 Time (h:m): 2 00 Date: last Sunday Month: 0 Time (h:m): /2 Instellen van de zomer- en wintertijd Via deze parameters kunnen de dagen, maanden en de tijd voor het automatisch schakelen van winter- naar zomertijd en/of zomer- naar wintertijd worden gespecificeerd. Wanneer het invoerveld "Maand" op "0" wordt gezet, wordt de automatische overschakeling geannuleerd. Om het menu te verlaten: Druk op "UITLOGGEN" of Menu BA NL

29 6. Gebruikersmenu NL 6.4. Storingen Om een storing te verhelpen, neemt u contact op met een gekwalificeerde servicemonteur. Bij een storing of defect verschijnt het "Let op" symbool en licht het START-symbool rood op. Raak het "Let op" symbool aan of selecteer "Storingen/defecten" in het gebruikersmenu om de foutmeldingen te zien. Op de display verschijnt bijvoorbeeld: Overzicht van storingen Storingen worden automatisch onderscheiden als belangrijk of minder belangrijk en worden overeenkomstig aangeduid via een storingenvenster met kleurencodering en met verkeerslichten. Belangrijke storing (rood) Minder belangrijke storing (geel) De foutmeldingen worden in verschillende kleuren getoond, afhankelijk van hun status: rood geel groen blauw Storing opgetreden Storing bevestigd Storing is verholpen, maar niet bevestigd Geselecteerde/geactiveerde regel Helptekst voor de geselecteerde storing De melding bevestigen. BA NL

30 NL 6. Gebruikersmenu Om de storing te verhelpen, kan informatie over de oorzaak worden geraadpleegd door op de Help-knop te drukken. Op de display verschijnt bijvoorbeeld: Verhelp de storing conform de helpinformatie. Nadat u de storing hebt verholpen, sluit u de helpinformatie. Bevestig de storing door op de bevestigingsknop te drukken. De foutmeldingen blijven zichtbaar totdat deze zijn verholpen en bevestigd. Om het menu te verlaten: Druk op Menu BA NL

31 6. Gebruikersmenu NL Mogelijke storingen nummer H0000 H0001 H0002 H0003 H0004 H0005 H0006 H0007 H0008 H0100 H0101 H0102 H0103 H0104 H0105 H0106 H0107 H0108 S0000 S0001 S0002 S0003 S0004 S0005 S0006 S0008 S0009 S0010 S0011 S0201 S0202 S0203 S0250 S0260 S0270 S0271 S0272 S0290 S0300 S0301 Melding Temperatuurstoring Voorwassen Temperatuurstoring Wassen 1 Temperatuurstoring Wassen 2 Temperatuurstoring Wassen 3 Temperatuurstoring Afpompen en Naspoelen Temperatuurstoring Naspoelen Temperatuurstoring Droger Temperatuurstoring Half spoelen Temperatuurstoring Boiler vullen Temperatuur Voorwassen controleren Temperatuur Wassen 1 controleren Temperatuur Wassen 2 controleren Temperatuur Wassen 3 controleren Temperatuur Afpompen en Naspoelen controleren Temperatuur Naspoelen controleren Temperatuur droger controleren Controleren temperatuur demiwater Controleren temperatuur vulboiler Beveiliging motor schakelaar voorwassen Beveiliging motor schakelaar wastank(s) Beveiliging motor schakelaar afzuiging/extern Beveiliging motor schakelaar droger Beveiliging motor schakelaar afpompen en naspoelen Beveiliging motor schakelaar naspoelen Beveiliging motor schakelaar transport Beveiliging motor compressor tank Beveiliging motor drukpomp Beveiliging motor tankcirculatie Beveiliging motor ventilator tankcircuit/extern Waterdruk controleren Vullen Waterdruk controleren Naspoelen Waterdruk controleren Half spoelen Transport geblokkeerd Noodschakelaar Vultijd tank overschreden Vultijd boiler overschreden Vullen dubbeltank overschreden Deuren open / Panelen open Lage druk koelmiddel tankcircuit Hoge druk koelmiddel tankcircuit BA NL

32 NL 6. Gebruikersmenu Nummer S0400 S0401 S0403 S0404 S0405 S0406 S0410 S0411 S0413 S0414 S0415 S0416 S0421 S0422 S0423 S0424 S0425 S0426 S0427 S0428 S0429 S9994 S9995 S9996 S9997 S9998 Melding Voorwassysteem verstoord Wassysteem 1 verstoord Wassysteem 2 verstoord Wassysteem 3 verstoord Afgepompt spoelwater wassysteem verstoord Naspoelsysteem verstoord Voorwassysteem niet gereed Wassysteem 1 niet gereed Wassysteem 2 niet gereed Wassysteem 3 niet gereed Afgepompt spoelwater wassysteem niet gereed Naspoelsysteem niet gereed Defect verwarmingselement Voorwassen Defect verwarmingselement Wassen 1 Defect verwarmingselement Wassen 2 Defect verwarmingselement Wassen 3 Defect verwarmingselement Afpompen en Naspoelen Defect verwarmingselement Boiler Defect verwarmingselement Droger Defect verwarmingselement Demiwater boiler Defect verwarmingselement Waterboiler Gegevensfout Docutronic: GEEN VERBINDING Sensotronic: GEEN VERBINDING 2.CPU MMC-gegevensuitvoer MMC-gegevensinvoer Verbinding verbroken Als de verbinding met de Protronic III-bediening is verbroken, wordt dit weergegeven op de display: Als de vaatwasmachine was ingeschakeld, wordt die uitgeschakeld. Neem contact op met klantenservice BA NL

33 6. Gebruikersmenu NL 6.5. Informatie Druk op Menu. Selecteer menuniveau "Informatie". 1/2 Op de display verschijnt bijv.: Weergave van berichten die zijn gedefinieerd in het bedieningssysteem. BLAUW Regel geselecteerd/ingeschakeld Om het menu te verlaten: Druk op Menu Mogelijke informatieberichten Nummer I0009 I0010 I0011 I0012 I0016 I0017 Melding Afvoerklep voorwassen open Afvoerklep(pen) wastank(s) open Servicebeurt nodig Fout schakelaar transporteinde Wassen AAN zonder OK Servicebeurtinformatie BA NL

34 NL 6. Gebruikersmenu 6.6. Opties Druk op Menu. Raak menuniveau "Opties" aan. 1/2 Op de display verschijnt: 1/2 Log on User: Password: OK Cancel KUND Voer gebruikersnaam en wachtwoord in Log on User: Password: OK Kunde ******** Cancel Druk op de OK-knop om te bevestigen. Raak opnieuw menuniveau "Opties" aan. Op de display verschijnt: Display van door gebruiker te definiëren opties: uitgeschakeld/ontgrendeld ingeschakeld/vergrendeld Door het indrukken van het controlevakje wordt de functie geactiveerd of gedeactiveerd BA NL

35 6. Gebruikersmenu NL Hygiënecontrole Transport UIT bij storing Bij een storing wordt het transport uitgeschakeld. Het transport kan pas opnieuw worden gestart als de storing is verholpen. Transport UIT bij "OK" Als de temperaturen onder de vooraf ingestelde waarden komen, wordt het transport uitgeschakeld. Het transport kan pas opnieuw worden gestart als de temperaturen weer zijn bereikt. "Hygiënecontrole geactiveerd" wordt aangegeven door het symbool op het beginscherm Noodmodus Als de temperaturen onder de vooraf ingestelde waarden komen, bijvoorbeeld wegens een verwarmingsdefect, kan het transporteren en wassen met deze functie handmatig worden gestart. Nadat u de machine hebt uitgeschakeld en weer ingeschakeld, wordt de noodmodus gedeactiveerd. Houd er rekening mee dat de machinefuncties als gevolg hiervan niet volledig zijn gewaarborgd en dat de was- en naspoelprestaties hierdoor mogelijk zijn verslechterd Automatische timerfunctie Als de vaatwasmachine is uitgerust met een automatische timer, worden de was- en naspoelfuncties automatisch ingeschakeld zodra het vaatwerk langs de sensor van de automatische timer komt Achteruit transporteren Niet beschikbaar Snelheid transportband Als de vaatwasser verschillende snelheidsopties heeft, kan de geselecteerde snelheid worden vergrendeld door deze functie te activeren. Na ontgrendelen gaat de transportband verder met de laatste geselecteerde (vergrendelde) snelheid. BA NL

36 NL 6. Gebruikersmenu Gebruiker/wachtwoord Gebruiker Er zijn drie gebruikersniveaus gespecificeerd: 1. Gebruiker: klant wachtwoord: Gebruiker: bekijken wachtwoord: Gebruiker: service wachtwoord: **** Wachtwoord Het wachtwoord van de huidige gebruiker kan als volgt worden gewijzigd: User Password ro e o ro er LOG OFF Dubbelklik tweemaal op het veld onder "Wachtwoord". Op de display verschijnt: Change password New password: Confirmation: OK Cancel R a a k h e t i n v o e r v e l d N i e u w w a c h t w o o r d a a n. H e t t o e t s e n b o r d o p h e t s c h e r m w o r d t geactiveerd. **** Voer de gebruikersnaam in en raak de -knop aan om de invoer te bevestigen. Lengte van het wachtwoord is minimaal 3 en maximaal 24 tekens. Spaties en speciale tekens zoals *?.% \ zijn niet toegestaan. Houd er rekening mee dat het wachtwoord hoofdlettergevoelig is. Raak het invoerveld Bevestigen aan en voer het nieuwe wachtwoord in. Change password Druk op OK. Het nieuwe wachtwoord word opgeslagen. New password: Confirmation: OK ******** ******** Cancel Uitlogtijd Wanneer er geen gebruikersacties zijn en de uitlogtijd is verstreken, wordt de gebruiker automatisch uitgelogd. ord ro o o e o ro er LOG OFF Raak het veld onder Uitlogtijd aan, het toetsenbord op het scherm wordt geactiveerd. Voer de nieuwe uitlogtijd (minuten) in en raak de knop aan om de invoer te bevestigen. Om het menu te verlaten: Druk op "UITLOGGEN" of Menu BA NL

37 7. Voorbereiding NL Plaats de gordijnen (zie paragraaf 10.) Plaats de platte zeven. Plaats de zeefvergaarbak. Plaats pomp aanzuigbeveiligingszeven op de bodem van de wastank (spoelzone). CP: Plaats de afdekzeef van de naspoelfilter. CN: Plaats de afdekzeef van de naspoelfilter. Plaats de wasarmen: Boven: Schuif de wasarm in de zijgeleiders, beweeg over de blokkeerpen en klik vast. Onder: Schuif de wasarm in de zijgeleiders tot de eindpositie en klik vast. Plaats de naspoelarmen: Boven: Plaats de naspoelarm in de opening aan de achterzijde, schuif van onderen in de voorgeleiding en klik vast. Onder: Schuif de naspoelarmen in de geleiders tot de eindpositie en klik vast. BA NL

38 NL 8. Wassen 8.1. Machine starten I Sluit de inspectiedeuren. Open de afsluitklep op de locatie. O Schakel de hoofdschakelaar in en draai de AAN/UIT-schakelaar naar de positie "Vullen". Druk op de START-knop ➀, de tank wordt gevuld. Vullen, afzuiging en verwarming worden automatisch gestart. Wacht totdat de machine klaar is voor gebruik (het START-symbool op de display licht GROEN op). Druk op de START-knop of het STARTsymbool om de transportband te starten Rekken plaatsen Opmerking: Verwijder aangekoekte etensresten voor het wassen BA NL

39 8. Wassen NL Houd rekening met de richting van de transportband Gastronorm-pannen en andere grote bakken of platen moeten idealiter worden gereinigd in een aparte vaatwasmachine voor pannen. In transportvaatwasmachines kunnen deze artikelen problemen veroorzaken, zoals overspattend water, een te laag waterpeil in de tank(s) en een slecht resultaat in de naspoeling. Wanneer deze artikelen toch in de machine gereinigd moeten worden, dan moeten deze schuin in de richting van de machine in de rekken worden geplaatst (zie afbeelding). Dit beperkt het risico op de hierboven genoemde problemen. BA NL

40 NL 9. Reiniging Opmerking: Houd u aan alle interne hygiënevoorschriften binnen uw bedrijf. Machine can be switched OFF Druk op de knop Transportband UIT. De transportband en de wascyclus stoppen. Druk de Afvoer-toets minimaal 5 seconden in om de machine te legen. Afzuiging en verwarming stoppen automatisch. Wacht totdat alle tanks geleegd zijn (ong. 30 minuten). Wacht totdat het START-symbool is gedoofd en schakel dan de machine uit. I O Zet de hoofdschakelaar op "0". Open de inspectiedeuren. Verwijder de gordijnen en was deze af. (Zie hoofdstuk 10.) Verwijder de zeefvergaarbakken. Verwijder de platte zeven. CP: Verwijder de afdekzeef van de naspoelfilter BA NL

41 9. Reiniging NL Sla niet op de zeven om voedselresten te verwijderen! De zeven kunnen hierdoor worden beschadigd. CN: Verwijder de afdekzeef van de naspoelfilter. Verwijder pomp aanzuigbeveiligingzeef (spoelzone). Spoel en borstel de zeven schoon. Verwijder de wasarmen: Boven: duw de blokkeerpen naar achteren en til de wasarm naar voren eruit. Onder: duw de wasarm om deze naar voren eruit te tillen. Verwijder de afdichtdoppen om de wasarmen te reinigen. Verwijder de afdichtdoppen en reinig de wasarmen zorgvuldig. Verwijder de wasarmen: Boven: trek de veer naar voren en verwijder de naspoelarm. Onder: duw de naspoelarm en til deze naar voren eruit. Controleer de spuitopeningen en reinig indien nodig. Gebruik geen afwasmiddelen die chloor-, zuur- of metaaltoevoegingen bevatten om de machine te reinigen; gebruik ook geen staalborstels. Spuit de buitenkant van de machine nooit af met een slang of hogedrukreiniger. Spuit de binnenkant van de machine schoon. BA NL

42 NL 9. Reiniging Reinigen (1 x per maand) I O Verwijder het frontpaneel van de condensatorkap. Condensatoren reinigen (door ze af te spuiten met een slang). Schakel de hoofdschakelaar in om de tanks te legen en I O houd de Afvoer-knop ingedrukt (5 seconden). De afvoerkleppen gaan weer open. Wacht totdat de tanks volledig zijn geleegd. Schakel de hoofdschakelaar uit en sluit de afsluitkleppen op de locatie. Laat de inspectiedeuren open voor ventilatie BA NL

43 10. Plaatsing van gordijnen NL Opmerking: De getoonde looprichting is van links naar rechts. Bij een looprichting van rechts naar links is de plaatsing van de gordijnen omgekeerd. Gordijnen Modules C E L S AR voorbeeld BA NL

44 NL 11. Verwarmingspomp CHP 18 (Optie) Reinigen (twee keer per jaar) Let op: Moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde servicemonteur! Zet de hoofdschakelaar uit! I O Let op: De onderdelen van de pomp kunnen heet zijn. Let op: De vinnen zijn scherp! Letselgevaar. Draag beschermende handschoenen! Open het bovendeksel en verwijder het frontpaneel van de verwarmingspomp Let op: Gebruik geen stoom- of hogedrukreiniger. Voorkom schade! Spoel de condensatoren en de verdamper schoon! Plaats na het reinigen het frontpaneel terug en sluit het bovendeksel BA NL

45 12. Vorstpreventie NL Let op: Moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde servicemonteur! Maak de machine leeg (afvoerprogramma starten). Zet de hoofdschakelaar op "0". Zet de beschermingsschakelaar voor de verwarming van de elektrische naspoelboiler/aparte waterboiler (optie) in de stand "UIT!" Alle tanks, waterleidingen en armaturen moeten volledig leeglopen. Sluit de afsluitklep(pen) op de locatie. Verwijder de afvoerplug onder in de tank voor vers water. Machines met aparte waterboiler (optie): Verwijder de plug onder in de waterboiler. Draai de verbindingsstukken achter de vulklep los. Laat de waterleidingen op de locatie leeglopen. Laat de sifons van het afvoersysteem leeglopen. Machines met stoom- of warmwaterverwarming: Laat alle verwarmingselementen en -leidingen leeglopen. Machine met condensator: Condensator moet worden doorgeblazen met perslucht. Opnieuw instellen voor gebruik volgens paragraaf 4. BA NL

46 NL 13. Probleemoplossing Storing Oorzaak Oplossing Boiler vult zich niet meteen. Afsluitklep op de locatie is gesloten. Open de afsluitklep op de locatie en start opnieuw. Het vulsysteem werkt niet (goed). Tank vult zich te langzaam. Lijnzeef van vulsysteem verstopt. Reinig lijnzeef. De tank vult zich niet tot het juiste niveau. Er ontsnapt stoom uit de invoer- of uitvoerzone. Elektromagnetische klep defect. Afsluitklep op de locatie is niet goed geopend. Te kort vulprogramma. Afsluitklep op de locatie is niet goed geopend. Er is te weinig afzuiging. De gordijnen zijn niet goed geplaatst. Deflectorbladen van droger zijn verkeerd uitgelijnd. Neem contact op met klantenservice. Neem contact op met klantenservice. Open de afsluitklep op de locatie. Neem contact op met klantenservice. Open de afsluitklep op de locatie. Neem contact op met klantenservice. Controleer de gordijnen. Pas de schuif op de drogeropening aan. Temperaturen zijn te laag. Er is te veel afzuiging. Neem contact op met klantenservice. De verwarmingselementen werken niet (goed). Controleer de verwarmingselementen. Neem contact op met klantenservice Vaatwerk niet schoon genoeg. De zeven zijn verkeerd geplaatst. Controleer de zeven. De gordijnen zijn niet (goed) geplaatst. Spuitopeningen van de wasarmen zijn verstopt. Te lage dosering afwasmiddel. Te veel schuim. Te veel voedselresten in de machine. Temperaturen zijn te laag. Storing: wassen/naspoelen Snelheid transport is te hoog. Controleer de gordijnen (zie paragraaf 10). Verwijder de wasarmen en reinig ze. Verhoog dosering afwasmiddel. Gebruik uitsluitend niet-schuimend afwasmiddel. Controleer de procedure voor vooraf verwijderen van voedselresten. Controleer het verwarmingssysteem. Neem contact op met klantenservice. Selecteer een lagere snelheid. Vaatwerk is gestreept en gevlekt. De zeven zijn verkeerd geplaatst. Controleer de zeven. Afwaswater spat in de naspoelzone. Spuitopeningen van de naspoelarmen zijn verstopt. Onjuiste dosering naspoelmiddel. Te hoog mineraalgehalte in afspoelwater. Controleer de gordijnen (zie paragraaf 10). Reinig de spuitopeningen van de naspoelarmen. Controleer de dispenser en laat deze aanpassen. Gebruik gedemineraliseerd water BA NL

47 13. Probleemoplossing NL Storing Oorzaak Oplossing Vaatwerk is niet droog. Borden hellen over. Machine doet het niet, de display is uitgeschakeld. Onjuiste temperatuur of vochtigheid van de drooglucht. Snelheid transport is te hoog. Vaatwerk is niet goed ontvet. Onjuiste dosering naspoelmiddel. Potten- en pannenprogramma is ingeschakeld. De waterdruk van onderen is te hoog. De bovenste wasarmen zijn verstopt. De hoofdschakelaar is uitgeschakeld, de stroomtoevoer is volledig afgesloten. Noodschakelaar uitgeschakeld, stroomtoevoer afgesloten. Stroomstoring. Controleer het verwarmingselement en de blower van de droogsectie. Selecteer een lagere snelheid. Voeg meer afwasmiddel toe. Controleer de concentratie. Gebruik nooit het "potten- & pannenprogramma" voor het reinigen van glazen en licht vaatwerk. Neem contact op met klantenservice. Verwijder de wasarmen en reinig ze. Schakel de hoofdschakelaar aan en start de machine opnieuw. Schakel de noodschakelaar in en start de machine opnieuw. Controleer de zekeringen op de locatie. BA NL

48 NL 14. Onderhoud Om de geldigheid van de garantie en een ononderbroken veilige, efficiënte en storingsvrije werking van de installatie te waarborgen, moeten de benodigde onderhoudswerkzaamheden op professionele wijze worden uitgevoerd. Daarom raden wij aan een inspectie- of onderhoudscontract af te sluiten dat gekwalificeerde ondersteuning door een gespecialiseerde en getrainde monteur van de klantenservice garandeert volgens een schema dat volledig is aangepast aan de behoeften van uw bedrijf Vaatwasmachines met verwarmingspomp De verwarmingspomp die in uw vaatwasmachine is ingebouwd bevat gefluoreerde broeikassen zoals opgenomen in het Portocol van Kyoto. Het apparaat valt daarmee binnen het bereik van EG-verordening 842/2006. Als de koudemiddelvulling meer dan 3 kg is en het systeem niet hermetisch gesloten is, bent u als operator van een apparaat met koudemiddelvulling verplicht om u aan de volgende maatregelen te houden: Wanneer er een vermoeden is van weglekken van koudemiddelvulling, moet het apparaat zo spoedig mogelijk door een gekwalificeerd persoon op lekkage worden gecontroleerd en indien nodig worden gerepareerd. Apparaten met koudemiddelvulling moeten minimaal één keer per jaar door gekwalificeerd personeel op lekkage worden gecontroleerd. Elke lekkage moet onmiddellijk worden gerepareerd door gekwalificeerd personeel. Als een lekkage is gerepareerd, moet het apparaat binnen een maand opnieuw worden gecontroleerd op lekkage. Wanneer u het apparaat buiten bedrijf stelt, bent u ervoor verantwoordelijk dat de koudemiddelvulling in het apparaat op een juiste manier wordt verwijderd door gekwalificeerd personeel. De bovengenoemde diagnoses en/of maatregelen moeten worden gedocumenteerd. Deze gegevens moeten minstens 5 jaar worden bewaard en op verzoek worden overlegd aan de bevoegde instantie. Voor het vastleggen van controles, bepalingen en maatregelen adviseren wij u om de volgende formulieren te gebruiken BA NL