Tendensen in het taalgebruik binnen het Vlaamse theaterrepertoire

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tendensen in het taalgebruik binnen het Vlaamse theaterrepertoire"

Transcriptie

1 Universiteit Gent Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Academiejaar Tendensen in het taalgebruik binnen het Vlaamse theaterrepertoire Judith De Muynck onder leiding van Prof. dr. Johan De Caluwe Vakgroep Nederlandse taalkunde Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de taal- en letterkunde: Nederlands - Engels

2 Dankwoord Voor het doek valt over deze masterproef, wil ik graag enkele mensen op het podium roepen. Net zoals een toneeltekst wordt een masterproef gedragen door een hoofdrolspeler, een regisseur en verschillende figuranten. Ik wil iedereen die heeft bijgedragen tot deze productie dan ook graag bedanken. Mijn bijzondere dank gaat uit naar prof. dr. Johan De Caluwe. Hij was de regisseur die mij de juiste richting uit wees, mij steeds enthousiast begeleidde en mij wees op mijn fouten. Prof. dr. Jozef De Vos wil ik graag bedanken om mij in contact te brengen met Yvonne Peiren van NTG. Zonder haar had ik nooit het interessante materiaal gevonden waaruit mijn masterproef nu is opgebouwd. Ook Petra Damen van Het Toneelhuis moet ik bedanken voor haar hulp. De figuranten in deze masterproef zijn de personen waarvan ik interviews afnam. Mijn dank gaat uit naar Erik Van Herreweghe, Herwig Deweerdt, Sam Bogaerts en Olympique Dramatique voor hun medewerking. Verder wil ik mijn vrienden en familie bedanken voor hun steun. Chloé Lybaert, die mij als souffleur regelmatig op weg zette, verdient ook een bloemetje. 2

3 Inhoudsopgave I. Inleiding 5 II. Methodologie en verantwoording 7 III. De taalsituatie in Vlaanderen 10 Historisch overzicht 10 Tussentaal 12 IV. Vlaamse tussentaal en haar kenmerken Het diminutief suffix -kə Flexie in adnominale woorden Ge/Gij Subjectsverdubbeling Expletieve complementeerder dat Dubbele negatie Van/voor in plaats van om H-procope Apocope en syncope bij korte funtiewoorden 18 V. Taalverschijnselen als indicatoren Het diminutief suffix -kə Flexie in adnominale woorden Ge/Gij Subjectsverdubbeling Expletieve complementeerder dat Dubbele negatie Van/voor in plaats van om H-procope Apocope en syncope bij korte funtiewoorden 29 Gevallen opgenomen in de frequentietabel per taalverschijnsel 31 VI. Interpretatie van de resultaten Het diminutief suffix -kə Flexie in adnominale woorden Ge/gij Laat ons Woordenschat uit dialect Klanken (ge)lijk in plaats van (zo)als zijt 58 Gevallen opgenomen in de frequentietabel per taalverschijnsel 60 VII. Dramaturgie en uitvoering 88 IIX. Besluit 92 3

4 Bibliografie 94 Bijlagen Analyse Het Gezin Van Paemel Analyse Anatomie Titus en Titus Andronicus Lijst Hendrickx (2001) Interviews 140 4

5 I. Inleiding De evolutie binnen het Vlaamse taallandschap wordt al enkele jaren op de voet gevolgd. Onderzoek werd verricht naar het taalgebruik van politici (Van Laere 2003), het taalgebruik in reclamespots (Van Gysel, Speelman en Geeraerts 2008), het taalgebruik in ondertiteling (Vandekerkchove, De Houwer en Remael 2007), enz. In dit onderzoek willen we eveneens het taalgebruik in Vlaanderen onderzoeken. Wij zullen echter focussen op het taalgebruik in het Vlaamse theater. We grijpen hier de kans om met nieuw materiaal de studies over het taalgebruik in Vlaanderen aan te vullen. Deze aanvulling is interessant omdat het ons een bredere kijk geeft op het Vlaamse taalgebruik in het algemeen en omdat een vergelijkende studie rond taalgebruik in het Vlaamse theater niet kan ontbreken. De keuze voor het taalgebruik in het theater werd gemaakt om verschillende factoren. Zoals we zullen leren uit de interviews in het onderdeel Dramaturgie en uitvoering, heeft theater, net als televisie, gedurende lange tijd een voorbeeldfunctie voor correct taalgebruik vervuld. Vlaanderen had nood aan een duidelijk voorbeeld en zowel televisie als theater hebben deze rol op zich willen nemen. Een tweede factor is dat we een gesproken taalvorm behandelen waarvan ook geschreven materiaal voorhanden is. Dit geschreven materiaal geeft letterlijk weer wat op het podium gebracht werd. Dit maakt een toneelstuk makkelijk te behandelen materiaal. Wat verder meespeelde bij de keuze is dat men aan de hand van theaterteksten taalgebruik in tijd kan vergelijken. Om aan dit laatste punt te voldoen, gingen we op zoek naar Vlaamse toneelvoorstellingen die twee maal werden opgevoerd met een periode van tien jaar tussen. Zowel Het Gezin Van Paemel door Cyriel Buysse als Titus Andronicus door William Shakespeare voldeden aan deze vereisten. Zo werd Het Gezin Van Paemel door NTG opgevoerd in seizoen en in seizoen De stof van Titus Andronicus werd door NTG gebracht in Anatomie Titus in en door Olympique Dramatique in Door deze twee voorstellingen steeds met elkaar te vergelijken, kwamen we tot een interessante analyse van het taalgebruik in het Vlaamse theater. In het onderzoek vergelijken we dit materiaal met algemene bevindingen rond Vlaamse tussentaal. Heel wat taalkundigen stelden een lijst op met wat volgens hen typisch is aan de Vlaamse tussentaal. Deze lijst is terug te vinden in het onderdeel Vlaamse tussentaal en haar kenmerken. Door deze kenmerken met ons materiaal te vergelijken in het onderdeel Taalverschijnselen als indicatoren, willen wij onderzoeken in welke mate het taalgebruik van deze vier toneelteksten overeenkomt met het taalgebruik in Vlaanderen. In het onderdeel Interpretatie van de resultaten geven wij de resultaten van dit onderzoek weer en sommen enkele taalkenmerken op 5

6 die onze aandacht trokken bij de analyse van de vier toneelteksten. In het daaropvolgende stuk Dramaturgie en uitvoering confronteren we een dramaturg, een regisseur en enkele acteurs met hun taalgebruik. Het besluit zal een duidelijk antwoord geven op de vraag waarin het taalgebruik uit de vier toneelteksten verschilt van het algemene taalgebruik in Vlaanderen. Verder zullen we in het besluit toelichten welke positie het Vlaamse theater lijkt in te nemen binnen het algemene taalgebruik in Vlaanderen. Vooraleer we overgaan tot de analyse van het materiaal, lichten we de keuze van de stukken en de daarbij gehanteerde werkwijze toe in het onderdeel Methodologie en verantwoording. 6

7 II. Methodologie en verantwoording Een onderzoek naar taalgebruik is onmogelijk zonder corpus. Bij gebrek aan voorgaand onderzoek, was de zoektocht naar passend materiaal niet evident. Om dit onderzoek correct te laten verlopen, stelden we enkele eisen omtrent het te analyseren materiaal. In de eerste plaats gingen we op zoek naar toneelstukken die tweemaal door Vlaamse repertoiregezelschappen gebracht werden. Een tweede vereiste was dat deze twee voorstellingen opgevoerd werden met een pauze van minstens tien jaar tussen zodat we een evolutie in taalgebruik konden onderzoeken. Het Gezin Van Paemel door Cyriel Buysse voldeed aan beide kenmerken. Het werd gespeeld door NTG in seizoen en in seizoen Door het informele karakter van deze Vlaamse tekst en het feit dat Het Gezin Van Paemel twee maal door NTG werd gebracht, gingen we voor de volgende case op zoek naar een vertaling die door verschillende repertoiregezelschappen werd gebracht. Zo kwamen we bij de stof van Titus Andronicus van William Shakespeare. Dit werk werd door Willy Courteaux vertaald naar het Nederlands. Deze vertaling diende als bron voor Anatomie Titus en Titus Andronicus. Anatomie Titus is een voorstelling van NTG in seizoen Deze toneeltekst was gebaseerd op Heiner Müller en werd uit het Duits vertaald door Sam Bogaerts en Monica Thé. Titus Andronicus werd dan weer gebracht door Olympique Dramatique in Zij gebruikten de vertaling van Courteaux als onmiddellijke bron terwijl Sam Bogaerts en Monica Thé deze enkel als houvast gebruikten bij hun vertaling. Voor dit onderzoek werd bijgevolg gebruik gemaakt van vier toneelteksten. De eerste case draait rond Het Gezin Van Paemel van Cyriel Buysse. Dit stuk werd voor het toneel geschreven in Vanaf dan werd het stuk doorlopend opgevoerd. Zo ook door NTG in het seizoen en in het seizoen Bij die eerste opvoering stond de productie onder leiding van Dirk Tanghe. Herwig Deweerdt nam de rol als regisseur over bij de opvoering van Hij stond ook in voor de bewerking van de oorspronkelijke tekst van Cyriel Buysse. Bij de opvoering in had men de tekst namelijk integraal overgenomen zoals die in 1903 werd geschreven. In de versie uit merken we echter vele aanpassingen op. Onze analyse gebeurt aan de hand van de toneeltekst uit die gelijk is aan het origineel van Cyriel Buysse en aan de hand van de bewerking uit Schematisch kan men dit als volgt voorstellen: Afb. 1: Schemavorm beïnvloeding Het Gezin Van Paemel 7

8 Zo werd nagegaan welke taalkenmerken uit versie A aangepast werden in versie B. Zoals gezegd, gingen wij hierbij uit van een lijst met tussentaalkenmerken. Om dit mogelijk te maken werden een aantal regels van beide stukken naast elkaar geplaatst in een analyse. Hierbij bekeken we dan op welke manier de toneelteksten geëvolueerd waren en hoe ver de nieuwste versie afstond van het Algemeen Nederlands. De gedetailleerde analyse van dit onderzoek is terug te vinden in bijlage 1 op pagina 98 van deze masterproef. Een soortgelijk onderzoek gebeurde voor Anatomie Titus en Titus Andronicus. Om dit materiaal te kunnen vergelijken met het materiaal van Het Gezin Van Paemel selecteerden wij hierbij een gedeelte met een vergelijkbare hoeveelheid woorden. In tegenstelling tot Het Gezin Van Paemel, waar we bij het begin van de tekst begonnen, selecteerden we hiervoor een gedeelte uit het tweede toneel van het eerste bedrijf dat in beide versies voorkomt. Deze twee teksten liggen lang niet zo dicht bij elkaar als de twee versies van Het Gezin Van Paemel. Beide versies gebruikten Titus Andronicus door Shakespeare in een vertaling van Willy Courteaux als bron, maar Olympique Dramatique volgde deze vertaling strikter na. Bij Anatomie Titus werd deze bron enkel als houvast gebruikt bij de vertaling uit het Duits. Deze Duitse versie van de stof van Titus Andronicus was een bewerking door Heiner Müller. Hij wou in deze bewerking meer de nadruk leggen op de botsende maatschappijen. Dit moet Sam Bogaerts en Monica Thé geboeid hebben wanneer zij in deze versie kozen als basis voor hun toneeltekst. Olympique Dramatique nam de vertaling van Courteaux dan weer bijna letterlijk over voor hun Titus Andronicus. Dit geeft het volgende schema: Afb. 2: Schemavorm beïnvloeding Anatomie Titus & Titus Andronicus De neerslag van deze vergelijking is terug te vinden in bijlage 2 op pagina 124. We kunnen constateren dat de teksten verder uit elkaar liggen dan bij de twee versies van Het Gezin Van Paemel. Op die manier vormt de strof rond Titus Andronicus een mooie afwisseling na de stof rond Het Gezin Van Paemel. Bovendien bestaat een groot deel van de tekst van Titus Andronicus door Shakespeare uit lange monologen terwijl in Het Gezin Van Paemel veel interactie terug te vinden is. Dit heeft uiteraard gevolgen voor het taalgebruik. Ten tweede vormen deze teksten een 8

9 mooie afwisseling doordat Het Gezin Van Paemel een typisch Vlaams stuk is en Titus Andronicus oorspronkelijk een Engelstalig stuk is. Deze tekst van Shakespeare werd hier eenmaal rechtstreeks vertaald uit het Engels en eenmaal uit het Duits met beïnvloeding van het Nederlands. Ten derde is het zo dat de twee versies van Het Gezin Van Paemel werden opgevoerd door hetzelfde toneelgezelschap (NTG) op verschillende ogenblikken, terwijl Anatomie Titus werd opgevoerd door NTG maar Titus Andronicus door Olympique Dramatique. Op deze manier onderzoeken we niet enkel het taalgebruik dat binnen één toneelhuis gebruikt werd maar van vier toneelteksten met een verschillende achtergrond. Na het opstellen van een lijst met tussentaalkenmerken, confronteerden we deze lijst met de vier teksten. Alle voorbeelden die in bovenvermelde teksten voorkomen, worden per kenmerk opgelijst. Op het einde van elk onderdeel over één tussentaalkenmerk volgt een tabel met de frequentie van dat kenmerk per tekst. 9

10 III. De taalsituatie in Vlaanderen In dit hoofdstuk schetsen en verklaren we de huidige taalsituatie in Vlaanderen. Bij een onderzoek naar taalgebruik in Vlaanderen is het van belang te weten hoe men tot de huidige situatie gekomen is en welke gevolgen dit met zich meedraagt. In de afgelopen jaren maakte tussentaal namelijk zijn opmars in Vlaanderen. In dit deel willen we dan ook verklaren hoe deze opmars tot stand kwam. We baseren ons voor dit deel op het werk Het Nederlands vroeger en nu (2008) door Guy Janssens en Ann Marynissen. Wij zullen ons uiteraard beperken tot de elementen die van belang zijn in het tot stand komen van Vlaamse tussentaal. Historisch overzicht Ons verhaal over de taalsituatie in Vlaanderen laten we beginnen op het einde van de 16 e eeuw. Door de val van Antwerpen in 1585 werden de zuidelijke provincies volledig afgesloten van de noordelijke provincies. Deze val bracht het zuidelijke deel van de Nederlanden na een lange strijd onder de macht van Spanje. Dit had een immense impact op taalgebied. Eens afgeschermd van het Noorden viel het standaardiseringproces in het Zuiden stil. Na een periode van verschillende overheersers in zowel de Zuidelijke als Noordelijke Nederlanden, wisten de Nederlanders eind 1813 de Fransen uit hun land te verjagen. In een coalitie met Engeland en Pruisen, slaagden de Nederlanders er in ook de Zuidelijke Nederlanden uit de Spaanse machtsgreep te verlossen. Tijdens het Congres van Wenen ( ) werd de hereniging van Noord en Zuid bekrachtigd in het Koninkrijk der Nederlanden met Willem I als vorst. Willem I streefde als verlicht despoot naar een hoger ontwikkelingspeil. Om dit hogere peil te bekomen, voerde hij een politiek van vernederlandsing in. Door deze taalpolitiek wou hij de nationale eenheid bevorderen. Zo werd zelfs aan het Franstalige Wallonië het Nederlands opgelegd. Door deze taalpolitiek en enkele andere factoren werd de oppositie tegen Willem I in het Zuiden steeds sterker. Deze oppositie mondde uit in de Belgische revolutie die op 4 oktober 1830 tot de Belgische onafhankelijkheid leidde. België werd daarop gesticht als een unitaire staat met het Frans als officiële taal. Er kwam echter onmiddellijk verzet tegen het Frans als eenheidstaal. Toch duurde het tot de tweede helft van de 19 e eeuw vooraleer men successen boekte in de strijd voor taalgelijkheid voor de Vlamingen. Zo had Vlaanderen op het einde van de 19 e eeuw een tweetalig statuut: het Nederlands werd naast het Frans toegelaten in het bestuur, de rechtspraak, het leger en het staatsonderwijs. Uiteindelijk was Vlaanderen pas officieel eentalig vanaf de jaren 30 van de 20 e eeuw. 10

11 Na een lange strijd tussen integrationisten en particularisten, koos men het Nederlands van het Noorden als model. Deze keuze had twee belangrijke voordelen. Ten eerste was het de enige taalvorm in Vlaanderen die de vergelijking met het Frans doorstond. In de tweede plaats werd het gekozen omdat men zich met het Nederlands kon onderscheiden van het gewone volk dat nog steeds hun dialect sprak. Het was dan ook de burgerij die de drager werd van deze nieuwe taalvorm. Deze keuze schemerde door in onderwijs, politiek en algemeen bestuur. Zo kwam er in 1946 een Cultureel Verdrag tussen België en Nederland en werd de standaardtaal in Vlaanderen vanaf 1973 Nederlands genoemd in plaats van Vlaams. Bovendien werd in 1980 vastgelegd in het Verdrag inzake de Nederlandse Taalunie dat Vlaanderen en Nederland zullen streven naar integratie op het gebied van de Nederlandse taal en letteren (Janssens & Marynissen 2008). Ondanks de keuze voor het verzorgde algemeen Nederlands in Vlaanderen, kwam het gebruik niet op gang voor de 20 e eeuw. Vooral op vlak van gesproken taal, werd het Nederlands uit het Noorden niet aanvaard als norm. Dit had verschillende oorzaken. De nog steeds dominante positie van het Frans speelde het Nederlands parten. Bovendien bleven leerkrachten een sterk dialectisch gekleurde taal gebruiken. Het gebruik van het Nederlands kende pas een bloei vanaf de jaren De belangrijkste oorzaken hiervan zijn: - het Frans verdwijnt geleidelijk aan uit het openbare leven - onderwijzers beginnen het Algemeen Nederlands beter te beheersen - de leerplicht wordt verlengd - het middelbaar en hoger onderwijs wordt gedemocratiseerd - het taalgebruik op radio en televisie oefent een gunstige invloed uit (Janssens & Marynissen 2008). Toch bleef het Algemeen Nederlands als gesproken vorm een taal van de elite. Iedereen in Vlaanderen begreep de taal, maar enkel de hoger opgeleiden beheersten ze. Bovendien bleef het Standaardnederlands voor de meeste sprekers een zondagspak. Geeraerts (2001; 343) verklaart deze zondagse-pakmentaliteit als volgt: zoals een zondagse pak is de hoogste taalnorm iets waarvan de noodzaak buiten kijf staat, maar je er echt goed in voelen doe je niet. Tegenover dat zondagspak staan nog steeds de dialecten. Jammer genoeg trokken vele taalkundigen hevig van leer tegen de dialecten. Ze confronteerden de Vlamingen met hun gebrekkige kennis van het Algemeen Nederlands en met het feit dat ze daardoor met een sociale handicap opgescheept zaten (Devos 2000; 5). Door deze negatieve houding ten opzichte van de Vlaamse dialecten raakten deze al snel gestigmatiseerd. Ouders gaven op minder dan 30 jaar tijd het dialect als thuistaal tegenover hun kinderen op. De massa beheerste het Algemeen Nederlands nog niet toen ze hun dialect noodgedwongen lieten vallen. Bijgevolg spraken velen de variëteit die zij beheersten die het dichtst bij Algemeen Nederlands stond (Devos 2000; 9). 11

12 Door het afkeuren van de dialecten en de gebrekkige beheersing van de standaardtaal, groeide al snel de nood aan een andere variëteit. Tussentaal Goossens (2000; 3) omschrijft tussentaal als de niet dialectische omgangstaal van Vlaanderen ( ) die in informele omstandigheden al door honderdduizenden gesproken wordt die geen dialect meer hebben geleerd en ook door honderdduizenden die dat wel nog hebben gedaan. Het is een taal waarin zij zich, ( ) op hun gemak voelen, een taal ook die nog heel wat regionale verschillen vertoont, maar die toch met die verschillen in heel Vlaanderen begrepen wordt en als algemeen Vlaams is bedoeld. Jaspers (2001; 129) heeft het dan weer over die gesproken taalvariëteit van (sommige) Vlamingen die noch Algemeen Nederlands kan worden genoemd, noch puur dialectisch is, maar ertussenin ligt. Tussentaal kunnen we bijgevolg beschouwen als een waaier aan variëteiten die tussen Algemeen Nederlands en dialecten in liggen. De term tussentaal is slechts één van de namen die deze variëteit heeft. Ook Schoon Vlaams, soap-vlaams of Verkavelingsvlaams wordt gebruikt. Deze laatste term werd uitgevonden door Geert Van Istendael en verwijst naar het regionale aspect van tussentaal. In de nieuwe verkavelingen waar mensen uit heel Vlaanderen buren worden, wordt een variëteit gesproken die iedereen kan verstaan. Net als de term soap-vlaams, wijst Verkavelingsvlaams op het informele aspect van deze variëteit. Jammer genoeg drukken deze termen op zichzelf al de negatieve houding naar tussentaal toe uit. In wat volgt, willen we tussentaal graag benaderen als een waardige variëteit van het Nederlands. Het is een resultaat van een gefaalde taalstandaardisering, maar daarom geen gefaalde variëteit op zich. We zullen verder de term tussentaal gebruiken, zoals die werd geïntroduceerd door de Gentse academici en geen negatieve connotatie met zich meedraagt. Ondanks de negatieve benadering van vele taalkundigen, is tussentaal aan een opmars bezig. Dit heeft verschillende oorzaken: 1. Ouders voeden hun kinderen op in tussentaal. Nadat de dialecten gestigmatiseerd werden, gingen ouders op zoek naar een nieuwe variëteit om hun kinderen te benaderen. Aangezien ze zelf geen Algemeen Nederlands beheersten maar hun dialect niet langer wilden gebruiken, kozen ze voor tussentaal. 2. Vlaanderen is welvarend en domineert de nationale politiek. De schroom van de Vlamingen voor hun taalgebruik is daardoor weggevallen. 3. De groeiende mobiliteit zorgt voor een stijging in de bovenregionale informele contacten. Door het bovenregionale aspect kan men geen dialect gebruiken en het informele kader sluit Algemeen Nederlands uit. De enige mogelijkheid is daarom tussentaal. 12

13 4. Ook de koerswijziging binnen de media is een oorzaak voor de opmars van tussentaal. Terwijl vroeger voor Algemeen Nederlands werd gekozen vanwege het formele karakter, gooien politici, acteurs, presentatoren, enz. het Algemeen Nederlands overboord juist door dit formele karakter. Op die manier willen ze dichter bij het volk staan of het toch zo laten overkomen. (De Caluwe 2000; 54-55) Tussentaal is dus een variëteit die zich tussen Algemeen Nederlands en dialect in bevindt. De positie op deze as is moeilijk te bepalen. Geeraerts (2001) toont aan de hand van deze figuur hoe de verhouding ten opzichte van de Nederlandse situatie is. afb. 3: figuur Geeraerts (2001; 339) Terwijl tussentaal vroeger een verzamelterm was voor verschillende variëteiten binnen de twee uitersten Standaardtaal en dialect, wordt dit meer en meer letterlijk één tussentaal die zich stabiliseert en een vaste plaats verwerft op het continuüm tussen Standaardtaal en dialect. Taeldeman verwijst regelmatig naar de macrotypes binnen de talige repertoria in zijn verschillende artikels. Zo heeft hij het in zijn artikel Zich stabiliserende grammaticale kenmerken in Vlaamse tussentaal (Taeldeman 2008; 26-27) over de volgende drie types: 1. Diglossie I: in dit geval functioneren twee variëteiten naast elkaar: Standaardtaal voor formele(re) situaties en dialect voor informele(re) situaties, bv. Duitstalig Zwitserland. 2. Diaglossie: tussen de twee polen Standaardtaal en dialect (die zelf nog heel wat interne variatie vertonen) is er nog een continuüm van tussenvormen en tussenvariëteiten. 3. Diglossie II: het traditionele dialect is verdwenen en er is een functionele verdeling tussen Standaardtaal (voor formele(re) situaties) en 13

14 substandaardtaal (voor informele(re) situaties.) Dit stadium is al bereikt in de Randstad en in grote delen van Duitsland, Frankrijk, Engeland, Denemarken en Zweden (cf. Auer 2005) (Taeldeman 2008). In Vlaanderen zijn we geëvolueerd van een Diglossie I naar een Diaglossie. Tussen de twee uitersten Standaardtaal en dialect kwam er een continuüm aan variëteiten. Deze variëteiten, die we tussentaal noemen, lijken op weg te zijn naar een éénmaking. Dit is wat Taeldeman (2008) de zich stabiliserende tussentaal noemt. Ook andere onderzoekers zijn het met hem eens. Zo stelt Goossens (2000; 7): In ieder geval kan men aannemen dat Vlaanderen ( ) op weg is naar een nieuwe tweetaligheid. Dit moet letterlijk opgevat worden: het gaat om twee talen met een eigen, linguïstisch beschrijfbare structuur. Goossens (2000) heeft het hier wel voornamelijk over grammaticale kenmerken van Standaardtaal en tussentaal. Geeraerts (2001) durft te veralgemenen wanneer hij stelt: de overweging dat de unieke positie van de Vlaamse tussentaal (de grotere afstand waarvan hierboven sprake was) wijst op het onvoltooide karakter van het Vlaamse standaardiseringproces. (Geeraerts 2001; 341). Men kan tussentaal pas een volwaardige variëteit noemen als het beschrijfbare taalkundige kenmerken heeft. Verschillende taalkundigen hebben deze kenmerken van tussentaal al beschreven. We zullen ze bekijken in het volgende onderdeel. 14

15 IV. Vlaamse Tussentaal en haar kenmerken In dit deel zullen we een overzicht geven van taalverschijnselen die door verschillende taalkundigen met tussentaal verbonden werden. Opdat deze lijst zo uitgebreid en algemeen mogelijk zou zijn, hebben we met drie verschillende lijsten van tussentaalkenmerken gewerkt. De eerste lijst van tussentaalkenmerken werd opgesteld door Taeldeman (2008) in het artikel Zich stabiliserende grammaticale kenmerken in Vlaamse Tussentaal. Hij benoemt in dit artikel acht grammaticale kenmerken die volgens hem typisch zijn voor de Vlaamse tussentaal. Hierbij moeten we wel opmerken dat Taeldeman (2008) in dit artikel enkel dialectogene kenmerken van tussentaal bespreekt. Andere kenmerken die we zullen bekijken bij de analyse van de vier toneelteksten beschouwt hij als onderdeel van de Belgische variëteit van de Nederlandse Standaardtaal. Als corpus gebruikte Taeldeman (2008) vier scripties die tussen 1996 en 2003 werden uitgevoerd. In drie van deze scripties werd materiaal verzameld door informanten uit Ieper (West-Vlaanderen), Opwijk (Vlaams-Brabant) en het Meetjesland (Oost- Vlaanderen). Zij vroegen mensen uit hun regio om spontaan over hun reiservaringen of televisiekijkgedrag te praten. Een vierde scriptie behandelde informele radio- en televisie-interviews van Vlaamse politici. Aan de hand van dit materiaal onderzocht Taeldeman (2008) welke niet-standaardtalige kenmerken terugkwamen. Dit bracht hem bij acht kenmerken die hij beschouwt als kenmerken van de Vlaamse tussentaal (Taeldeman 2008). Een volgende reeks van tussentaalkenmerken vonden we bij Ruud Hendrickx, de taaladviseur van VRT. In het kader van de campagne Laat ons ne keer te goei naar onszelf luisteren stelde Hendrickx in 2001 een lijst op met vijftien te vermijden taalkenmerken. Hij voegt er dit nog aan toe: Tussentaal staat slordig. En dat terwijl verzorgd spreken niet veel moeite kost. In deze folder vind je de top-vijftien van de tussentaal: vijftien slordigheden in uitspraak en spraakkunst die je makkelijk kan vermijden. Doe het dan ook, want wat jij in de uitzending zegt, is een taalsignaal voor zes miljoen Vlamingen. 1 Op deze manier wou hij de medewerkers van VRT bewust maken van hun spontane taalgebruik. Zijn top-vijftien van de tussentaal wordt eenvoudig opgesomd in de lijst in bijlage 3 op pagina 138. afb. 4: campagne VRT 1 geraadpleegd op 8 oktober

16 Een derde opsomming van tussentaalkenmerken die wij integreerden, werd opgesteld door Geeraerts e.a. in In het artikel Thuis-taal en Familie-taal: taalgebruik in Vlaamse soaps overloopt hij welk taalgebruik typerend is voor tussentaal. Door deze drie lijsten samen te voegen, komen we tot een zeer uitgebreide verzameling van tussentaalkenmerken. Aangezien het onmogelijk is al deze kenmerken te vergelijken met het door ons bestudeerde materiaal, selecteerden we de kenmerken die in iedere lijst of in twee van de drie lijsten voorkwamen. Op deze manier stellen we een lijst op die de belangrijkste kenmerken van tussentaal zou moeten bevatten. 1. Het diminutief suffix - kə Het eerste dialectogene tussentaalkenmerk dat Taeldeman (2008) bespreekt en dat ook voorkomt bij Hendrickx (2001) en Geeraerts e.a. (2000) is het diminutief suffix - kə. Taeldeman (2008) stelt dat deze diminutiefvorm opvallend aanwezig is in de Vlaamse tussentaal en dat het onderdeel uitmaakt van Brabantse, Limburgse en Oost-Vlaamse dialecten. Dat de tussentaal zich echter over heel Vlaanderen uitstrekt, onafhankelijk van de dialectkenmerken van de regio, wordt eveneens bewezen aan de hand van dit kenmerk. Het diminutief suffix -kə maakt namelijk geen deel uit van de West-Vlaamse dialecten terwijl het nu wel wordt gebruikt door West-Vlamingen die tussentaal spreken (Taeldeman 2008). 2. Flexie in adnominale woorden Dit kenmerk komt zowel bij Taeldeman (2008), Hendrickx (2001) en Geeraerts e.a. (2000) voor en is van morfo-syntactische aard. Zo geeft Taeldeman (2008) het voorbeeld nə langən dag, waar hij mee aantoont dat voorbepalende woorden in het mannelijk enkelvoud een uitgang op -(Ə)n kunnen hebben. De -n zoals in langən verschijnt enkel als het volgende woord met een vocaal, t, d, h of soms met een b begint. De -Ə verschijnt alleen voor andere anlautconsonanten (Taeldeman 2008). 3. Ge/gij Net zoals het gebruik van -kə als diminutiefvorm in West-Vlaanderen, wordt ge dikwijls gebruikt in regio s waar het dialect die vorm niet kent (Taeldeman 2008). Taeldeman (2008) spreekt hier van een Brabantse sturing en van een invloed uit de archaïsche Belgisch-Nederlandse schrijftaal (Taeldeman 2008). Dit taalkenmerk komt eveneens voor bij Hendrickx (2001) en Geeraerts e.a. (2000). 16

17 4. Subjectsverdubbeling Een vierde verschijnsel dat terugkwam in het materiaal dat door Taeldeman (2008), Hendrickx (2001) en Geeraerts e.a. (2000) bestudeerd werd, is de subjectsverdubbeling bij persoonlijke voornaamwoorden. Dit dialectogene kenmerk van tussentaal komt voor in zowat alle Vlaamse dialecten (behalve in Limburg) maar in verschillende mate. Taeldeman (2008) concentreert zich hierbij op de eerste persoon enkelvoud. Hierover zegt hij: Hoewel enige voorzichtigheid m.b.t. Limburg geboden is, meen ik uit het onderzoek te mogen concluderen dat ook de subjectsverdubbeling een vaste stek in Vlaamse tussentaal aan het veroveren is. (Taeldeman 2008; 35). 5. Expletieve complementeerder dat Deze expletieve dat scoorde hoog bij alle informanten uit Taeldemans (2008) studie. Men kan spreken van een expletieve complementeerder dat wanneer die wordt toegevoegd aan een onderschikkend woord aan het begin van een bijzin. Deze onderschikkende woorden kunnen vraagwoorden zijn of voornaamwoordelijke bijwoorden met waar- (Taeldeman 2008). Geeraerts e.a. (2000) hebben het hier over redundant en versterkend gebruik van dat bij voegwoorden, waarop ze de volgende voorbeelden geven: ik weet nie wanneer/ of / hoe/ waar/ wat/ wie dat ze betalen. 6. Dubbele negatie In het onderdeel van Taeldemans artikel Zich stabiliserende grammaticale kenmerken in Vlaamse tussentaal over dubbele negatie, noemt hij twee soorten van dubbele negatie. Ten eerste is dit het type Ən + NEG waarbij Ən een oud negatie partikel is dat net voor de persoonsvorm gebruikt wordt. Ten tweede bespreekt hij het type waar twee volle negaties in één zin voorkomen, bv. nooit nie(t), niemand niemeer,. Taeldeman (2008) komt in zijn onderzoek tot de conclusie dat het eerste type ( Ən + NEG ) uitzonderlijk gebruikt wordt, alhoewel het tweede type ( 2 NEG ) zeer regelmatig voorkomt. Zo zegt hij: Gezien de ruimtelijke en sociale distributie van dubbele NEG-type in ons corpus mogen we concluderen dat ook dit dialectogene syntagma zich stevig aan het verankeren is in Vlaamse tussentaal (Taeldeman 2008; 37). 7. Van/voor in plaats van om Het zevende kenmerk dat aan bod komt is het gebruik van voor en van in beknopte bijzinnen. De Standaardtaal gebruikt verplicht om of facultatief om waar het dialect van of voor gebruikt. Aan de hand van het geanalyseerde materiaal kan Taeldeman afleiden dat van en voor in plaats van om ter inleiding van een beknopte bijzin al bijzonder sterk in Vlaams tussentaalgebruik geïnfiltreerd is (Taeldeman 2008). 17

18 8. H-procope Dit tussentaalkenmerk vinden we niet bij Taeldeman (2008) maar wel bij Hendrickx (2001) en Geeraerts e.a. (2000). Geeraerts e.a. (2000) geven hierbij de voorbeelden: ik eb; ik oor da nie. Uit deze voorbeelden kunnen we afleiden dat een h-procope staat voor het wegvallen van h- aan het begin van een woord. Ook Hendrickx noemt dit kenmerk in zijn top-vijftien. Hij verwoordt dit eenvoudiger met h ontbreekt en geeft dan de voorbeelden: 'elemaal, 'ebt, g'ad. 9. Apocope en syncope bij korte functiewoorden Dit laatste kenmerk vinden we eveneens enkel bij Hendrickx (2001) en Geeraerts e.a. (2000). Hendrickx (2001) heeft het hier enkel over het ontbreken van de slotmedeklinker en geeft dan ook volgende voorbeelden: da', wa', nie', mè', goe', ma'. We zullen hier Geeraerts e.a. (2000) volgen en het dus ruimer zien dan enkel de ontbrekende slotmedeklinkers. Zeven van deze negen kenmerken vonden we terug bij Taeldeman (2008). Zoals we al verduidelijkten in het begin van dit onderdeel, besprak Taeldeman (2008) in dit artikel enkel de dialectogene kenmerken van de Vlaamse tussentaal. Hij verklaart de dominantie van deze dialectogene kenmerken in de Vlaamse tussentaal aan de hand van een kenmerkentypologie die hij vernoemt in het artikel Fonologische ingrediënten van Vlaamse tussentaal uit In dit artikel beperkt hij zich tot de fonologische kenmerken maar in Taeldeman (2008) trekt hij deze kenmerkentypologie door naar de grammatica. In deze kenmerkentypologie onderscheidt hij primaire, secundaire en tertiaire dialectkenmerken: - Primaire dialectkenmerken: zijn geografisch kleinschalig, vallen heel sterk op en bij nivelleringsprocessen worden ze doorgaans het eerst achterwege gelaten. - Secundaire dialectkenmerken: bestrijken gemiddeld al grotere gebieden (typisch voor een regio), vallen minder op maar behoren doorgaans toch tot de bewuste dialectkennis van de regiobewoners (en de ruimere omgeving). Binnen het dialectgebied zijn ze vrij stabiel maar ze sneuvelen doorgaans wanneer gekozen wordt voor een hogere niet- DIA-variëteit. - Tertiaire dialectkenmerken (in de fonologie ongeveer synoniem met accent ): manifesteren zich in grote gebieden, vallen nauwelijks als dialect op (lage bewustzijnsgraad) en zijn enkel via monitoring te onderdrukken (Taeldeman 2008; 40). De besproken kenmerken in het artikel Zich stabiliserende grammaticale kenmerken uit Vlaamse tussentaal (Taeldeman 2008) behoren allemaal tot deze laatste categorie. 18

19 We kunnen dus stellen dat Taeldemans Vlaamse tussentaalkenmerken grotendeels gelijk staan aan tertiaire dialectkenmerken. In het volgende onderdeel Taalverschijnselen als indicatoren zullen we deze lijst van negen tussentaalkenmerken vergelijken met het materiaal van de vier toneelstukken. 19

20 V. Taalverschijnselen als indicatoren In dit deel zullen we het taalgebruik uit de vier toneelstukken vergelijken met de lijst van tussentaalkenmerken. Zoals in het vorige deel werd verduidelijkt, bestaat deze lijst uit kenmerken die door verschillende taalkundigen werden benoemd als typisch voor de Vlaamse tussentaal. We geven bij ieder kenmerk een verduidelijking waarom dit taalverschijnsel niet tot de Standaardtaal behoort. We sommen dan telkens enkele voorbeelden op en geven een frequentietabel. In deze frequentietabel is te zien hoeveel keer de varianten voorkwamen bij ieder toneelstuk. Alle andere gevallen die in de frequentietabel werden meegerekend, zijn op het einde van dit hoofdstuk terug te vinden De vier toneelstukken worden in dit hoofdstuk met letters aangeduid: A. Het Gezin Van Paemel, NTG, B. Het Gezin Van Paemel, NTG, C. Anatomie Titus, Fall of Rome, NTG, D. Titus Andronicus, Olympique Dramatique, Het diminutief suffix -kə Naast de standaardtalige diminutiefvormen -je, -(e)tje, -kje, -pje, worden de diminutiefvormen -(e)ke en -ske vaak gebruikt in het onderzochte materiaal. Op Het Taalunieversum 2 vinden we hierover: Een verkleinwoord (of: diminutief) is een vorm van een zelfstandig naamwoord die wordt afgeleid met het achtervoegsel (diminutiefsuffix) -(e)tje, -je, -pje, -kje (vooral in dialecten ook -(e)ke en -ske). Voorbeelden: man - mannetje of manneke, bak - bakje of bakske, broer - broertje, zus - zusje, boom - boompje, woning - woninkje. In Anatomie Titus en Titus Andronicus komt het gebruik van -ke niet voor in het onderzochte materiaal. Alle diminutiefvormen die in Anatomie Titus of Titus Andronicus voorkwamen waren de standaardtalige vormen -(e)tje, -je, -pje, -kje. In de twee versies van Het Gezin Van Paemel loopt het gebruik van de verkleinvormen gelijk. In de meeste gevallen wordt -kə gewoon behouden in de nieuwere versie, waar die werd gebruikt in de oudere versie. Een voorbeeld: A.r.35c: k kruip azue stillekes achter zijne rugge mee mijn stokske veuruit, B.r.37b: Ik kruip zo stillekens achter zijne rug, met mijn stokske vooruit, Uitzonderlijk valt het gebruik van -kə weg. Dit is te zien in het volgende voorbeeld: 2 geraadpleegd op 8 april

21 A.r.56c: Hawèl, Moeder Van Poamel, ge zilt ouwe zeune da briefke geên, newoar? B.r.58d: Bon, Moeder Van Paemel, vergeet uwe zoon den brief niet te geven. Er zijn ook enkele gevallen waar -kə wordt ingevoerd in de nieuwere versie van Het Gezin Van Paemel. Enkele voorbeelden: A.r.60a: Ha joa moar, Celestine, g n moet gij doar nie mee in zitten, jong. B.r.62a: Ach Celestineke, ge moet er niet mee inzitten, meiske. De overvang van Celestine naar Celestineke is een duidelijke keuze voor -kə. Ook meiske is een nieuwe vorm met -kə. Hier verandert de woordkeuze van jong wel naar meisje maar aangezien men in versie A ook voor jongske had kunnen kiezen, zien we dit toch als een duidelijke keuze om het diminutief -kə in te voeren in de nieuwere versie. Andere voorbeelden waar -kə wordt gebruikt in de nieuwere versie zijn regels B.39a en B.62c. A. Het Gezin van Paemel, NTG, B. Het Gezin van Paemel, NTG, C. Anatomie Titus, Fall of Rome, NTG, 1995 D.Titus Andronicus, Olympique Dramatique, Frequentietabel 1 : Diminutief -kə 2. Flexie in adnominale woorden In het artikel De toekomst van het Nederlands in Vlaanderen bespreekt Goossens (2000) één opvallend verschijnsel van wat hij het Schoon Vlaams noemt. Hij heeft het over de adnominale flexie. Dit is de verbuiging van attributieve woorden die voor een zelfstandig naamwoord staan. Hij maakt hierbij een onderscheid tussen de lidwoorden die in Standaardtaal en de lidwoorden die in tussentaal gebruikt worden. Zijn onderverdeling komt overeen met onderstaande tabel. 21

22 Onbepaald Bepaald ST TT M Een n ne (stoel) nen (aap) (voor klinker, h, d of t) V n (tafel) O e (kind) n (aapke) (voor klinker of h) M De de (stoel) Het den (aap) V de (tafel) O t (kind) afb. 5: flexie in adnominale woorden gebaseerd op Goossens (2000) Deze indeling volgens Goossens (2000) is echter strenger dan de indeling van vele andere taalkundigen. Zo heeft Taeldeman (2008) het pas over adnominale flexie in gevallen waar er een uitgang -(Ə)n aan wordt toegevoegd. Om hier zo volledig mogelijk te zijn, zullen we Goossens (2000) volgen. Op deze manier bundelen we alle varianten die als niet-standaardtalig beschouwd kunnen worden. Beide versies van Het Gezin Van Paemel gebruiken de tussentalige varianten die adnominale flexie hebben. In sommige gevallen wordt het gebruik van varianten met adnominale flexie in de oudere versie vervangen door standaardtalige vormen. Een voorbeeld hiervan is: A.r.57b: Dag, menier den baron! Hoe goat t mee ou, menier den baron? B.r.59b: Dag mijnheer de baron, Hoe gaat het met u, mijnheer de baron. Dit voorbeeld toont dat de omvorming naar Standaardtaal soms heel letterlijk mag genomen worden. In andere gevallen wordt de hele zin veranderd om de tussentalige vormen weg te kunnen laten. Bijvoorbeeld: A.r.46c: niet langer of van den uchtijnk nog. B.r.48c: deze morgen nog. In sommige gevallen werd de zin aangepast waardoor er tussentalige varianten bijkomen. Daardoor zijn er soms meer tussentalige vormen te vinden in de nieuwere versie dan in de oudere versie. Bijvoorbeeld: A.r.41: Oh Hier, oh God, sampitter moet hij binnen? B.r.43: Ach mijnheer den agent, moet hij binnen? Het is echter nooit zo dat de nieuwere versie van Het Gezin Van Paemel op directe manier voor de tussentalige vorm kiest waar de oudere versie de standaardtalige vorm had gebruikt. 22

23 De rest van de voorbeelden die meegeteld werden in de frequentietabel vindt men achteraan dit hoofdstuk terug. Bij de voorbeelden van adnominale flexie in Anatomie Titus en Titus Andronicus werd ook steeds de gebruikte bron geplaatst, zodat we kunnen zien of bij versie D de lidwoorden met adnominale flexie werden overgenomen uit de bron. Bij de meerderheid (9 attestaties) was dit zo. Een voorbeeld hiervan: bron: r.55: Ha, lieve Moor, mij dierbaarder dan t leven! C.r.55: Ah lieve moor, mij liever dan mijn leven. D.r.55: Ha, lieve Moor, mij dierbaarder dan t leven! De vier overblijvende attestaties zijn echter gevallen waarbij versie D zelf lidwoorden met adnominale flexie binnenbracht. Een voorbeeld hiervan: bron: r.29: waarbij het hoorngeschal, het hondgeblaf, C.r.29: en hoorn en melodie van vogels D.r.29: t hoorngeschal, t hondgeblaf, t vogeltjesgezang Versie C gebruikte slechts éénmaal een lidwoord met adnominale flexie in: C.r.130: Moet zij in t graf meeslepen deze ballast. A. Het Gezin Van Paemel, NTG, B. Het Gezin Van Paemel, NTG, C. Anatomie Titus, Fall of Rome, NTG, 1995 D.Titus Andronicus, Olympique Dramatique, Frequentietabel 2 : Flexie in adnominale woorden 3. Ge/gij Ge en gij worden in Vlaanderen gebruikt als persoonlijk voornaamwoord waar je/jij of u/uw gebruikt zouden moeten worden. Volgens de taaladviseur van VRT is gij enkel correct als men er God mee wil benoemen. Het wordt de presentatoren dan ook nadrukkelijk afgeraden. 3 In alle vier de toneelstukken wordt ge en gij frequent gebruikt in plaats van je/jij of u/uw. Hieronder volgen enkele voorbeelden van het gebruik van ge en gij. A.r.9b: Voader zal alle menuten thuis goan komen en ge weet hoe dat hij es, ne woar? B.r.9: Vader kan alle minuten thuiskomen, en ge weet hoe hij is. In dit voorbeeld kan men zien hoe de taal werd opgesmukt in de jongere versie van het toneelstuk Het Gezin Van Paemel. Toch werden vormen als ge en gij behouden. 3 geraadpleegd op 8 april

24 A.r.9e: t n zal misschien zue irg nie zijn of da ge vriest! B.r.9d: t zal misschien allemaal zo erg niet zijn als da ge vreest. A.r.11c: Ge goat n ongeluk over ons huis roepen. B.r.11b: Ge gaat een ongeluk over ons huis roepen. In tegenstelling tot de drie vorige gevallen, valt de ge/gij-vorm wel soms weg ten voordele van een andere constructie. Ge/gij wordt zelden direct vervangen door je/jij. A.r.20c: Ge weet toch wel dat da nie anders n kan klappen of van paster en van kirke. B.r.20c: Ze kan van nie anders klappen dan van kerk en pastoor. Zoals we kunnen zien in de frequentietabel, wordt ge/gij ook gebruikt in Anatomie Titus en Titus Andronicus. Soms gebruiken beide versies ge of gij alhoewel in de bron jij wordt gebruikt. C.r.12: Mijn lieve Aaron, waarom kijkt ge bedroefd D.r.12: Mijn lieve Aaron, waarom kijkt gij somber, De andere voorbeelden van het gebruik van ge/gij in de plaats van je/jij of u/uw zijn terug te vinden op het einde van dit hoofdstuk vanaf pagina 38. A. Het Gezin Van Paemel, NTG, B. Het Gezin Van Paemel, NTG, C. Anatomie Titus, Fall of Rome, NTG, 1995 D.Titus Andronicus, Olympique Dramatique, (g ) Frequentietabel 3a: Ge A. Het Gezin Van Paemel, NTG, B. Het Gezin Van Paemel, NTG, C. Anatomie Titus, Fall of Rome, NTG, 1995 D.Titus Andronicus, Olympique Dramatique, (gie) Frequentietabel 3b: Gij 4. Subjectsverdubbeling Taeldeman (2008) noemt de subjectsverdubbeling één van de voornaamste kenmerken van Vlaamse tussentaal. Zoals men in de onderstaande voorbeelden kan zien, komt subjectsverdubbeling in beide versies van Het Gezin Van Paemel voor. Er zijn regels waar de oudere versie een subjectverdubbeling had die wordt weggelaten in de nieuwere versie. Bijvoorbeeld: 24

25 A.r.29a: Moar k n hè ik hem nie geschoten, zeg ik ulder. B.r.31a: Maar ik heb hem niet geschoten. Het omgekeerde komt echter ook voor: A.r.44h: A propos, keirel, ge moet oppassen, zulle! B.r.47h: À propos, kerel, ge moet oppassen gij. In andere gevallen wordt de subjectverdubbeling gewoon behouden: A.r.53b: Ge weet gij, nondedzu, toch uek wel, dat r hier gien ander jacht n es. B.r.55b: Ge weet gij toch ook dat er hier geen andere jacht is. In Anatomie Titus en Titus Andronicus komt er geen subjectsverdubbeling voor. A. Het Gezin Van Paemel, NTG, B. Het Gezin Van Paemel, NTG, C. Anatomie Titus, Fall of Rome, NTG, 1995 D.Titus Andronicus, Olympique Dramatique, Frequentietabel 4: subjectsverdubbeling 5. Expletieve complementeerder dat Dat wordt in de volgende constructies gebruikt als betekenisloze versterker. Op Het Taalunieversum leren we dat we constructies als vraagwoord (hoe,wie, wat, ) + dat/of niet als Standaardtaal mogen beschouwen. 4 Deze vorm is terug te vinden in de regels A3; A8; A9b; A31a; B31C; A52; A56b; A56c; B58c; A61; A 62b; B64b; A63c; A63d. De constructie of/(ge)lijk + dat wordt op Het Taalunieversum als spreektalig bestempeld 5. De volgende regels behoren dus niet tot de Standaardtaal: A9e; B9d; A35a; B37a; A37b; B39a; A56d. A.r.8: zuelang dat de boazen aan d eischen van t wirkvolk gien voldoenijnge n geven. B.r.8: zolang de bazen geen rekening houden met hun werkvolk. Dat valt weg waardoor de nieuwe tekst dichter bij de standaardtaal aanleunt. A.r.9e: t n zal misschien zue irg nie zijn of da ge vriest! B.r.9d: t zal misschien allemaal zo erg niet zijn als da ge vreest. Het overbodige da wordt behouden in de tweede versie. A.r.52: Sampitter Zoede gij peizen dat da nen hoaze van den baron was, woar da Masco op loerde? 4 geraadpleegd op 25 maart geraadpleegd op 1 april

26 B.r.54: Mijnheer den agent, zoude gij peizen, da, als Masco op nen haas loerde, dat dat er enen was van den baron? De andere voorbeelden zijn terug te vinden op het einde van dit hoofdstuk vanaf pagina 42. Bij Anatomie Titus of Titus Andronicus vinden we geen enkel geval van overbodig dat. A. Het Gezin Van Paemel, NTG, B. Het Gezin Van Paemel, NTG, C. Anatomie Titus, Fall of Rome, NTG, 1995 D.Titus Andronicus, Olympique Dramatique, Frequentietabel 5: Overbodige dat 6. Dubbele negatie Er is sprake van dubbele negatie als twee ontkenningen worden gebruikt in één zin, waardoor de negatieve waarde van de ene ontkenning teniet wordt gedaan door de negatieve waarde van de andere ontkenning. Op Het Taalunieversum keurt men het gebruik van de dubbele negatie af maar men stelt wel dat de meningen hierover verdeeld zijn. 6 Zo zegt de ANS (Haeseryn e.a. 1997; 1642): In gesproken taal worden in strijd met de regel ook wel twee negatie-elementen achter elkaar gebruikt die hetzelfde bereik hebben en samen als één negatie-element fungeren. De ANS bevestigt hiermee de versterkende kracht die twee negatie-elementen samen kunnen uitoefenen. Hetzelfde vinden we in Schrijfwijzer (Renkema 2002; 252): Overigens is een dubbele ontkenning niet echt fout: de ene ontkenning kan de andere versterken. Min máál min is plus. Maar min plus min is extra min. Daarom is never nooit niet echt helemaal 'niet'. Aangezien niet iedereen de dubbele negatie als correct beschouwt, zullen we de dubbele negatie eveneens gebruiken als tussentaligheidsindicator. In het deel Vlaamse tussentaal en haar kenmerken zagen we dat er twee types van dubbele negatie bestaan. Het eerste type Ən + NEG zien we in dit voorbeeld: A.r.7: Os hij uek moar nie opgeroepen n wordt! B.r.7: Dat ze hem toch niet oproepen In de versie van Het Gezin Van Paemel uit werd de dubbele negatie weggelaten, alhoewel die in de versie van wel nog te vinden was. Het andere type, waarbij twee negaties voorkomen zoals nooit niet, komt echter niet voor in Het Gezin Van Paemel. Bij Anatomie Titus of Titus Andronicus vinden we geen enkel geval van dubbele negatie. 6 op 2 april

27 A. Het Gezin Van Paemel, NTG, B. Het Gezin Van Paemel, NTG, C. Anatomie Titus, Fall of Rome, NTG, 1995 D.Titus Andronicus, Olympique Dramatique, Frequentietabel 6: Dubbele negatie 7. Van/voor in plaats van om Het veertiende punt dat Hendrickx (2001) aanhaalt in zijn lijst is het gebruik van van of voor in de plaats van om ter inleiding van infinitiefzinnen. Hij geeft hierbij de volgende voorbeelden: *We probeerden van op tijd te komen. *Hij vroeg voor te gaan zwemmen. Het gebruik van van of voor is in deze gevallen niet standaardtalig aangezien de Standaardtaal enkel om gebruikt in deze gevallen. Zoals men kan zien in de frequentietabel, wordt van of voor in plaats van om gebruikt in de oudste versie van Het Gezin Van Paemel. Het foutieve gebruik werd met andere woorden steeds verbeterd in de nieuwere versie van Het Gezin Van Paemel. Aangezien er slechts drie gevallen zijn, geven we hier alle voorbeelden. A.r.8: We zijn d r beu van van huel ons leven lang B.r.8: We zijn het beu om ons hele leven A.r.20b: n geeft ou toch de moeite niet van mee de stomme kwezel doarover te spreken. B.r.20b: t is de moeite niet om daarover te spreken met die domme kwezel. A.r.62b: k n Wee nie hoe dat ge de kroaze het van da te doen. B.r.64b: Ik weet niet hoe dat ge durft. A. Het Gezin Van Paemel, NTG, B. Het Gezin Van Paemel, NTG, C. Anatomie Titus, Fall of Rome, NTG, 1995 D.Titus Andronicus, Olympique Dramatique, Frequentietabel 7: van/voor i.p.v. om 27

28 8. H-procope Bij een H-procope wordt de h aan het begin van een woord niet uitgesproken. Dit kenmerk komt voor bij Hendrickx (2001) onder het punt h ontbreekt waarbij hij de volgende voorbeelden geeft: 'elemaal 'ebt, g'ad. Ook Geeraerts (2000) noemt dit kenmerk als typisch voor de Vlaamse tussentaal maar noemt dit de H-procope. Hij geeft de volgende voorbeelden: ik eb; ik oor da nie. A.r.28b: En woaraan zoede da keunen erkennen, moeder, dat t ienen van den baron es? B.r.30b: Waaraan zoudt ge dat kunnen herkennen, moeder, dat t enen van den baron is? A.r.54a: En woaraan keunde dat erkenne, sampitter, B.r.56a: En waaraan kunt ge dat herkennen, mijnheer den agent, A.r.56c: Ge zilt al gauw ondervinden woaran da g erkent dat t ienen van den baron es. B.r.58c: Ge zult dan rap ondervinden waaraan dat ge t herkent dat t enen van den baron is. De hierboven vernoemde voorbeelden zijn schriftelijk zichtbaar in de tekst. De analyse van de stukken zijn eveneens gebaseerd op beeldmateriaal. Toch kan dit niet gezien worden als sluitend bewijs voor het uiteindelijke taalgebruik aangezien iedere opvoering anders is. In deze voorbeelden verandert men erkennen in herkennen. Als men Van Dale bekijkt voor de betekenissen van deze woorden, ziet men dat herkennen wel degelijk de correcte vorm is. Dit vindt men in Van Dale: erkennen: 1 toegeven: zijn ongelijk ~, 2 als wettig beschouwen herkennen: weer kennen (Van Dale 7 ) A. Het Gezin Van Paemel, NTG, B. Het Gezin Van Paemel, NTG, C. Anatomie Titus, Fall of Rome, NTG, 1995 D.Titus Andronicus, Olympique Dramatique, Frequentietabel 8: H-procope 7 geraadpleegd op 11 januari

Op het einde van de negentiende eeuw werd het Nederlands een van de officiële talen in België. Maar welk Nederlands? Er waren twee kampen.

Op het einde van de negentiende eeuw werd het Nederlands een van de officiële talen in België. Maar welk Nederlands? Er waren twee kampen. 1 Op het einde van de negentiende eeuw werd het Nederlands een van de officiële talen in België. Maar welk Nederlands? Er waren twee kampen. De particularisten pleitten voor een eigen Nederlands pleitten,

Nadere informatie

Ma leidster, oe moe k ik da doen? Een onderzoek naar het (tussen)taalgebruik van kinderen in de jeugdbeweging.

Ma leidster, oe moe k ik da doen? Een onderzoek naar het (tussen)taalgebruik van kinderen in de jeugdbeweging. Inge Van Lancker Beroepsactiviteiten: In 2011 studeerde ik af als Master in de taal- en letterkunde: Nederlands - Spaans aan Universiteit Gent. Nu volg ik de Specifieke lerarenopleiding: taal- en letterkunde

Nadere informatie

Taalgebruik op de radio Tussentaal en code-switching bij presentatoren

Taalgebruik op de radio Tussentaal en code-switching bij presentatoren FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE VAKGROEP NEDERLANDSE TAALKUNDE ACADEMIEJAAR 2009-2010 Taalgebruik op de radio Tussentaal en code-switching bij presentatoren Verhandeling voorgelegd tot het behalen van

Nadere informatie

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS LEUVEN, BELGIË

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS LEUVEN, BELGIË KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË do s Waarom hebben we de standaardtaal verstaan? e. (Vandekerckhove, 2014: 104) regiolect en Ook zij gebruiken de term

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

EEN SEXTANT VOOR EEN TAALSPECIALIST

EEN SEXTANT VOOR EEN TAALSPECIALIST EEN SEXTANT VOOR EEN TAALSPECIALIST Bijdragen tot Joost Buysschaert in profiel Onder redactie van Sonia Vandepitte Bart Defrancq Lieve Jooken 37 JOOST WAS HET GEWOON OM DERGELIJKE ZINNEN TE ANALYSEREN.

Nadere informatie

Mense va mijne leeftijd

Mense va mijne leeftijd Aanpak Design Resultaten Mense va mijne leeftijd Generatiegebonden tussentaalgebruik in Expeditie Robinson Eline Zenner en Dirk Geeraerts Conclusie Onderzoeksvraag Is er een verschil in de manier waarop

Nadere informatie

Ronde 1. Jongeren warm maken voor taalvariatie. 1. Inleiding. 2. Didactische tools taalvariatie

Ronde 1. Jongeren warm maken voor taalvariatie. 1. Inleiding. 2. Didactische tools taalvariatie Ronde 1 Matthias Lefebvre Universiteit Gent Contact: matthias.lefebvre@ugent.be Jongeren warm maken voor taalvariatie 1. Inleiding Vlaamse middelbare scholen contacteren de redactie van het Woordenboek

Nadere informatie

Basisbegrippen van de taalwetenschap: Variatielinguïstiek

Basisbegrippen van de taalwetenschap: Variatielinguïstiek Basisbegrippen van de taalwetenschap: Variatielinguïstiek Marc van Oostendorp M.van.Oostendorp@umail.LeidenUniv.NL 29 november 2004 Variatielinguïstiek Wat is variatielinguïstiek? De studie van taalvariatie

Nadere informatie

ZICH STABILISERENDE GRAMMATICALE KENMERKEN IN VLAAMSE TUSSENTAAL

ZICH STABILISERENDE GRAMMATICALE KENMERKEN IN VLAAMSE TUSSENTAAL AUTEUR JOHAN TAELDEMAN ZICH STABILISERENDE GRAMMATICALE KENMERKEN IN VLAAMSE TUSSENTAAL Abstract According to the perception of most of the Flemish sociolinguists the contours of a more or less stabilizing

Nadere informatie

Eigen vaardigheid Taal

Eigen vaardigheid Taal Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht

Nadere informatie

Standaardtaal of tussentaal op televisie

Standaardtaal of tussentaal op televisie Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Vakgroep Nederlandse Taalkunde Academiejaar 2011 2012 Standaardtaal of tussentaal op televisie Een onderzoek naar het taalgebruik van presentatoren in tv-magazines Verhandeling

Nadere informatie

Thema. Kernelementen. Oplossingsgericht taalgebruik Voorbeeld van communiceren 10 communicatie-tips

Thema. Kernelementen. Oplossingsgericht taalgebruik Voorbeeld van communiceren 10 communicatie-tips Thema Kernelementen Oplossingsgericht taalgebruik Voorbeeld van communiceren 10 communicatie-tips Tips voor de trainer: Doseer je informatie: less is more. Beoordeel wat je gymnasten doen, niet wie ze

Nadere informatie

Daarom krijg je feedback bij iedere taak over je eigen werk. Het kan echter nuttig zijn om ook uit de fouten van je klasgenoten te leren.

Daarom krijg je feedback bij iedere taak over je eigen werk. Het kan echter nuttig zijn om ook uit de fouten van je klasgenoten te leren. Tijdens het schooljaar werken we in de les Nederlands voortdurend aan nieuwe onderwerpen. Deze onderwerpen lijken soms los van elkaar te staan, maar het is natuurlijk de bedoeling dat we alles wat we leren

Nadere informatie

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven. 1.8 Nederlands formuleren Als je zuiver Nederlands schrijft, moet je net als een verzorgde spelling een verzorgde zinsbouw gebruiken. Veel voorkomende fouten moet je daarbij vermijden. Deze fouten vind

Nadere informatie

Tellen met Taal. Het meten van variatie in zinsbouw in Nederlandse dialecten. Marco René Spruit

Tellen met Taal. Het meten van variatie in zinsbouw in Nederlandse dialecten. Marco René Spruit Tellen met Taal Het meten van variatie in zinsbouw in Nederlandse dialecten Marco René Spruit Taalkundige afstand Iedereen weet dat de afstand tussen Amsterdam en Utrecht kleiner is dan de afstand tussen

Nadere informatie

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen. Vaktips Frans 1. D O E L S T E L L I N G E N De Franse taal leren verstaan, lezen, spreken en schrijven. Om dit te bereiken, moet je: Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en

Nadere informatie

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 27

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 27 De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06 Pag. 27 Kaart 7. Toon wast zich, uit Syntactische Atlas van de Nederlandse Dialecten, deel 1 (68b). Kaart 8. Eduard kent zichzelf goed,

Nadere informatie

Een zondagspak? Het Nederlands in Vlaanderen: gedrag, beleid, attitudes

Een zondagspak? Het Nederlands in Vlaanderen: gedrag, beleid, attitudes Geeraerts, Dirk. 2001. "Een zondagspak? Het Nederlands in Vlaanderen: gedrag, beleid, attitudes". Ons Erfdeel 44: 337-344. Een zondagspak? Het Nederlands in Vlaanderen: gedrag, beleid, attitudes Dirk Geeraerts

Nadere informatie

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N UNIVERSITEIT GENT Vragenlijst 134 Vakgroep Nederlandse Taalkunde JANUARI 2002 Blandijnberg 2 9000 Gent VARIA 2 Dialect van :..................................................(stad,

Nadere informatie

De Franse keizer Napoleon voerde rond 1800 veel oorlogen in Europa. Hij veroverde verschillende gebieden, zoals Nederland en België. Maar Napoleon leed in 1813 een zware nederlaag in Duitsland. Hij trok

Nadere informatie

Reikt de Vlaamse tussentaal verder dan de grens met Nederland?

Reikt de Vlaamse tussentaal verder dan de grens met Nederland? Faculteit Letteren & Wijsbegeerte Katrien Adriaensen Reikt de Vlaamse tussentaal verder dan de grens met Nederland? Een exploratief onderzoek naar tussentaal in Noord-Brabant Masterscriptie voorgelegd

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Wilt u laten weten wat u van deze TLPST vond? Hebt u tips voor de volgende aflevering? Mail ons:

Wilt u laten weten wat u van deze TLPST vond? Hebt u tips voor de volgende aflevering? Mail ons: Lesbrief 54: januari 2019 Wilt u laten weten wat u van deze TLPST vond? Hebt u tips voor de volgende aflevering? Mail ons: redactie@onzetaal.nl. Alarm! 3660 talen worden bedreigd! Uit een recent onderzoek

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige

Nadere informatie

Tussentaal in de klas

Tussentaal in de klas Iraïs Browaeys Academiejaar 2012-2013 Master Nederlands Engels Nederlandse Taalkunde Universiteit Gent Promotor Johan De Caluwe Tussentaal in de klas Onderzoek naar taalproductie en perceptie van leerkrachten

Nadere informatie

Cover Page. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in Wenzhou Chinese Issue Date:

Cover Page. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in Wenzhou Chinese Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19983 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in

Nadere informatie

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 47. Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991.

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 47. Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991. De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06 Pag. 47 47 Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991. De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06

Nadere informatie

Iets wat alleen een mens kan. Geheel Deel Mensen Persoon Voorwerp Inhoud Product uitstreek product

Iets wat alleen een mens kan. Geheel Deel Mensen Persoon Voorwerp Inhoud Product uitstreek product Samenvatting door Sam 813 woorden 2 maart 2016 6,8 21 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Lezen Tekststructuren: Voor/nadelenstructuur Verleden/heden(/toekomst)structuur Aspectenstructuur

Nadere informatie

Woord vooraf. Ik hoop dat ik met dit eindwerk mijn bijdrage heb kunnen leveren aan het onderzoek naar tussentaal.

Woord vooraf. Ik hoop dat ik met dit eindwerk mijn bijdrage heb kunnen leveren aan het onderzoek naar tussentaal. Woord vooraf Met deze masterscriptie die handelt over het taalgebruik in Vlaamse films rond ik mijn vier jaar durende opleiding aan de faculteit taal- en letterkunde van de UGent af. Hier zou ik graag

Nadere informatie

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010 1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan

Nadere informatie

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat. A. LEER EN TOETSPLAN DUITS Onderwerp: Leesvaardigheid De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven

Nadere informatie

In maart 2012 vond in Aalter de vierde Vlaamse Dialectendag van

In maart 2012 vond in Aalter de vierde Vlaamse Dialectendag van 118 Overgangsdialecten op de kaart In maart 2012 vond in Aalter de vierde Vlaamse Dialectendag van Variaties vzw plaats, met als thema Overgangsdialecten. Onderstaande tekst is een samenvatting van de

Nadere informatie

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde graad ASO, Duits als tweede moderne vreemde taal kan worden

Nadere informatie

DE EVOLUTIE VAN TUSSENTAAL OP TELEVISIE: Een vergelijking van het taalgebruik in Schipper naast Mathilde met de taal gesproken in F.C.

DE EVOLUTIE VAN TUSSENTAAL OP TELEVISIE: Een vergelijking van het taalgebruik in Schipper naast Mathilde met de taal gesproken in F.C. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Vakgroep Nederlandse Taalkunde DE EVOLUTIE VAN TUSSENTAAL OP TELEVISIE: Een vergelijking van het taalgebruik in Schipper naast Mathilde met de taal gesproken in F.C.

Nadere informatie

Bijlage interview jongen

Bijlage interview jongen Bijlage interview jongen Wat moet aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je moet

Nadere informatie

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Algemene Rekenkamer.., BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070 3424344 070 3424130 voorlichting@rekenkamer.nl

Nadere informatie

Verdeling van de samenvattingen van de hoofdstukken:

Verdeling van de samenvattingen van de hoofdstukken: Verdeling van de samenvattingen van de hoofdstukken: deel hoofdstuk Ko René 1 I II.A II.B II.C III.A III.B IV V 2 I II III IV V VI VII VIII IX X Besluit 1 VIA GOD NAAR DE ANDER is een studie van Ko Steketee

Nadere informatie

TAALGEBRUIK IN RECLAME Over tussentaal, standaardtaal en code-switching in Vlaamse radiospots

TAALGEBRUIK IN RECLAME Over tussentaal, standaardtaal en code-switching in Vlaamse radiospots FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Vakgroep Nederlandse Taalkunde Academiejaar 2011-2012 TAALGEBRUIK IN RECLAME Over tussentaal, standaardtaal en code-switching in Vlaamse radiospots Verhandeling voorgelegd

Nadere informatie

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer

Nadere informatie

Een analyse van de ondertitelingswijze van tussentaal in Vlaamse realityseries

Een analyse van de ondertitelingswijze van tussentaal in Vlaamse realityseries Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Vakgroep Taalkunde, afdeling Nederlands Academiejaar 2013-2014 Intralinguale ondertiteling van tussentaal Een analyse van de ondertitelingswijze van tussentaal in Vlaamse

Nadere informatie

1. Van taal naar taalwetenschap

1. Van taal naar taalwetenschap 1. Van taal naar taalwetenschap Opdracht 1.1 Vraag: Ga voor jezelf na hoe de verkleinwoorden van Nederlandse zelfstandige naamwoorden worden gevormd (dus: huis huisje, enzovoorts) en probeer zo de onbewuste,

Nadere informatie

wel rijp voor een ruimere maatschappelijke rol?

wel rijp voor een ruimere maatschappelijke rol? Is de Vlaams-Belgische Gebarentaal wel rijp voor een ruimere maatschappelijke rol? April 1998 Auteurs: Myriam Vermeerbergen Mieke Van Herreweghe Voorafgaande opmerking Deze tekst werd geschreven in de

Nadere informatie

Journaalnederlands en Verkavelingsvlaams, de hypothese van de tweede persoon

Journaalnederlands en Verkavelingsvlaams, de hypothese van de tweede persoon 100520-de_tweede_persoon.doc page 1 / 5 Journaalnederlands en Verkavelingsvlaams, de hypothese van de tweede persoon "Waarom lukt het Nederlandse dialectsprekers binnen de Nederlandse rijksgrenzen wel

Nadere informatie

Poldernederlands en Verkavelingsvlaams: afscheid van het AN

Poldernederlands en Verkavelingsvlaams: afscheid van het AN Poldernederlands en Verkavelingsvlaams: afscheid van het AN Het gaat goed met onze taal. Het aantal sprekers groeit elke dag: steeds meer immigranten voeden hun kinderen in het Nederlands op en ook het

Nadere informatie

TAALACCOMMODATIE IN VLAANDEREN EEN ONDERZOEK NAAR HET TAALGEBRUIK VAN

TAALACCOMMODATIE IN VLAANDEREN EEN ONDERZOEK NAAR HET TAALGEBRUIK VAN HEIDI GABEL TAALACCOMMODATIE IN VLAANDEREN EEN ONDERZOEK NAAR HET TAALGEBRUIK VAN JONGEREN BINNEN DE PEER GROUP EN IN CONTACT MET NIET-STREEKGENOTEN Abstract 1 The language situation in Flanders is and

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Samenvatting Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Negen casestudies naar de verwerving van het Engels, Duits en Zweeds door volwassen moedertaalsprekers

Nadere informatie

1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8

1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8 Deel 1 Grammatica 1 1 WOORDSOORTEN 3 1.1 Tot welke woordsoort behoren de onderstreepte woorden in de volgende zinnen? 3 1.2 Multiple choice. Benoem de onderstreepte woorden 4 1.3 Benoem de onderstreepte

Nadere informatie

JAARGANG 8 / NUMMER 6 FEBRUARI Mede mogelijk dankzij:

JAARGANG 8 / NUMMER 6 FEBRUARI Mede mogelijk dankzij: JAARGANG 8 / NUMMER 6 FEBRUARI 2014 Partners: Mede mogelijk dankzij: VRAAG 1 Tattas be like De afgelopen maand was de Facebook-pagina Tattas be like erg populair, een pagina waarop de draak wordt gestoken

Nadere informatie

Vlaams Streekproduct Lastenboek

Vlaams Streekproduct Lastenboek 1 Vlaams Streekproduct Lastenboek Document uitsluitend voor intern gebruik Naam Streekproduct:. Producent (firmanaam en adres):... Provincie: Streek:.... Lokale begeleider:.. Ingediend op:. Streekdossiernummer:

Nadere informatie

Parlementaire tussenkomsten van Vlaamse politici:

Parlementaire tussenkomsten van Vlaamse politici: Parlementaire tussenkomsten van Vlaamse politici: een onderzoek naar stijlbeheersing in formele gesproken situaties Promotor: Prof. dr. Johan De Caluwe (Vakgroep Nederlandse taalkunde) Masterproef, voorgelegd

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict

Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict Werkstuk door een scholier 1470 woorden 25 oktober 2003 6,8 41 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Memo-dossier Vlaams nationalisme. Hoofdvraag: Hoe ontwikkelde

Nadere informatie

Tweede ronde Nederlands voor buitenlanders

Tweede ronde Nederlands voor buitenlanders Tweede ronde Nederlands voor buitenlanders Tweede herziene editie C. Wesdijk A. Blom Oefenboek Inhoud Voorwoord 7 Voor de cursist 8 Voor de docent 10 1 Geachte cursist 13 2 Nederland, waar ligt dat eigenlijk?

Nadere informatie

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties Ronde 3 Joost Hillewaere Eekhoutcentrum Contact: joost.hillewaere@kuleuven-kulak.be Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties 1. Inleiding Waarom leren kinderen taal op school? Taal heeft

Nadere informatie

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB). NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T3 2017 Barometer 34 MACRO-ECONOMISCH Het consumentenvertrouwen trekt sinds juli terug aan, de indicator stijgt van -2 in juni naar 2 in juli en bereikte hiermee

Nadere informatie

DAT ANNABEL ALTIJD TE LAAT KOMT, DAAR KOM IK ECHT ZOT VAN.

DAT ANNABEL ALTIJD TE LAAT KOMT, DAAR KOM IK ECHT ZOT VAN. DAT ANNABEL ALTIJD TE LAAT KOMT, DAAR KOM IK ECHT ZOT VAN. OVER HET GEBRUIK VAN KOMEN ALS KOPPELWERKWOORD IN VLAANDEREN Amber Van Overbeke Stamnummer: 01306045 Promotor: Prof. dr. Johan De Caluwe Copromotor:

Nadere informatie

Maak hier de gaatjes voor in je multomap. Leerlingenboekje WELKOM BIJ DE ROMEINEN. Dit boekje is van

Maak hier de gaatjes voor in je multomap. Leerlingenboekje WELKOM BIJ DE ROMEINEN. Dit boekje is van Maak hier de gaatjes voor in je multomap Leerlingenboekje WELKOM BIJ DE ROMEINEN _ Dit boekje is van Welkom bij de Romeinen! In Welkom bij de Romeinen maak je kennis met het Romeinse leven. Je zult merken

Nadere informatie

Praktische taalbeschouwing op de basisschool en in de eerste graad secundair onderwijs anno 2010

Praktische taalbeschouwing op de basisschool en in de eerste graad secundair onderwijs anno 2010 VIERENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS Ronde 6 Bart Masquillier VVKBaO Contact: bart.masquillier@vsko.be Praktische taalbeschouwing op de basisschool en in de eerste graad secundair onderwijs

Nadere informatie

TAALGEBRUIK EN TAALPERCEPTIE OP KETNET

TAALGEBRUIK EN TAALPERCEPTIE OP KETNET TAALGEBRUIK EN TAALPERCEPTIE OP KETNET EEN ONDERZOEK NAAR DE TAALNORM, HET TAALGEVOEL EN DE TAALWERKELIJKHEID Marte Van Rijckeghem Stamnummer: 01203224 Promotor: Prof. dr. Johan De Caluwe Masterproef voorgelegd

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Vlamingen en Walen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Vlamingen en Walen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 21 October 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/82637 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Wat als de VRT jeugdfictieseries uitzendt?

Wat als de VRT jeugdfictieseries uitzendt? Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Wat als de VRT jeugdfictieseries uitzendt? Een diachrone studie naar het taalgebruik in jeugdseries Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in

Nadere informatie

6.2. Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei keer beoordeeld. Nederlands. Paragraaf 1. Dubbel op. Onjuiste herhaling

6.2. Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei keer beoordeeld. Nederlands. Paragraaf 1. Dubbel op. Onjuiste herhaling Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei 2016 6.2 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Paragraaf 1 Dubbel op Onjuiste herhaling 2x een voorzetsel wordt gebruikt, maar 1 overbodig

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20185 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pronk-Tiethoff, Saskia Elisabeth Title: The Germanic loanwords in Proto-Slavic

Nadere informatie

"Allee, wat was het weer?"

Allee, wat was het weer? "Allee, wat was het weer?" Het tussenwerpsel allee in spontaan gesproken Standaardnederlands Hanne Kloots In 1970 publiceerde Gaston Durnez Mijn leven onder de Belgen, een bundeling van humoristische stukjes

Nadere informatie

JAARGANG 8 / NUMMER 2 OKTOBER Mede mogelijk dankzij:

JAARGANG 8 / NUMMER 2 OKTOBER Mede mogelijk dankzij: JAARGANG 8 / NUMMER 2 OKTOBER 2013 Partners: Mede mogelijk dankzij: VRAAG 1 Rappe troonrede Op Prinsjesdag sprak koning Willem-Alexander zijn eerste troonrede uit. Uiteraard vergeleken analisten deze direct

Nadere informatie

Taalverandering. 19. Taalverandering. Opdracht 19.1

Taalverandering. 19. Taalverandering. Opdracht 19.1 19. Taalverandering Opdracht 19.1 Vraag: Noem twee voorbeelden van varianten in het Nederlands (of in een andere taal) die steeds meer gebruikt lijken te gaan worden. Geef een lexicale en een andere variant.

Nadere informatie

Verhaal van verandering

Verhaal van verandering Belgische Ashoka Fellow Ashoka : Kun je ons iets vertellen over je familie en waar je bent opgegroeid? Ingrid : Ik ben opgegroeid in Antwerpen, een belangrijke stad in Vlaanderen, België. Ik heb een oudere

Nadere informatie

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Vooraf De syntheseproef bestaat uit een aantal onderdelen. 1. Schriftelijke taalvaardigheid Het verslag dat je maakte van de aidsgetuigenis van Kristof

Nadere informatie

Strategietoets niveau D versie 3. Vooraf

Strategietoets niveau D versie 3. Vooraf Vooraf Je gaat een toets maken. In de toets krijg je twee teksten. Je moet telkens de tekst goed lezen en de opdrachten maken die erbij horen. De opdrachten heb je eerder gehad bij Nieuwsbegrip of lijken

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Willibrord Willibrord werd geboren als zoon van pas bekeerde ouders en werd als zevenjarige jongen door zijn vader Wilgis toevertrouwd aan het klooster van Ripon nabij

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Formuleren

Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting door Luca 1052 woorden 28 maart 2016 8,2 1 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Dubbelop Onjuiste herhaling; Tautologie; Pleonasme; Contaminatie;

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan

Nadere informatie

A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali. geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt

A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali. geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt Summary 352 12. Samenvatting A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt door de Idaksahak, een groep van ongeveer 30.000

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

vergadering C99 zittingsjaar Woordelijk Verslag Commissievergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand

vergadering C99 zittingsjaar Woordelijk Verslag Commissievergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand vergadering C99 zittingsjaar 2016-2017 Woordelijk Verslag Commissievergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand van 18 januari 2017 2 Commissievergadering nr. C99 (2016-2017) 18 januari 2017 INHOUD

Nadere informatie

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament Beknopte grammatica voor de cursus Grieks van het Nieuwe Testament versie 1.0 Menno Haaijman scripture4all.org Tijdens de try-out voor de cursus bleek dat veel, zo niet alle, toehoorders de Nederlandse

Nadere informatie

Zelfbeoordelingsinstrument Toetsing Tolken

Zelfbeoordelingsinstrument Toetsing Tolken Zelfbeoordelingsinstrument Toetsing Tolken - Gesprekstolken - Consecutief tolken - Vertaling à vue ten behoeve van het Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv) [In dit document wordt kortheidshalve

Nadere informatie

De patriotten hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

De patriotten hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 16 September 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/61319 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

5,2. Spreekbeurt door een scholier 1862 woorden 26 februari keer beoordeeld. Nederlands

5,2. Spreekbeurt door een scholier 1862 woorden 26 februari keer beoordeeld. Nederlands Spreekbeurt door een scholier 1862 woorden 26 februari 2002 5,2 92 keer beoordeeld Vak Nederlands dialect (v. Gr. dialektos = spreken, gesprek), regionaal gebonden taalvariant die niet als standaardtaal

Nadere informatie

Nieuwe dienst DOP helpt mensen met handicap - 20/10/2012

Nieuwe dienst DOP helpt mensen met handicap - 20/10/2012 23.10.2012 dienst communicatie 20 SINT-PAULUS BRENGT HET DIALECT OPNIEUWTOT LEVENTIJDENS PROJECTWEEK GENT Perfesser liert kinders Gentsch De dertig kinderen van het vijfde en zesde leerjaar van Sint-Paulus

Nadere informatie

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in language. A typological study Sterre Leufkens Een taal kun je zien als een verzameling vormen (woorden, zinnen, klanken, regels),

Nadere informatie

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden Formuleren voor gevorderden Het programma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden op het

Nadere informatie

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015. Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015. Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015 Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-stap 1 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20

Nadere informatie

NEDERLAND IN DE 16e EEUW

NEDERLAND IN DE 16e EEUW NEDERLAND IN DE 16e EEUW In de 16e eeuw vielen de Nederlanden onder de Spaanse overheersing. Er bestonden grote verschillen tussen de gewesten (= provincies), bv: - dialect - zelfstandigheid van de gewesten

Nadere informatie

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer

Nadere informatie

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden Formuleren voor gevorderden Het Muiswerkprogramma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden

Nadere informatie

Seizoensverslag voorjaar 2017 Gepubliceerd juli 2017

Seizoensverslag voorjaar 2017 Gepubliceerd juli 2017 Seizoensverslag voorjaar 2017 Gepubliceerd juli 2017 Copyright: BC (Bijna) altijd juist Inhoudsopgave Pagina Inleiding 2 Uitslagen en analyse 5 Deel 1: vrij spel. 5 Deel 2: drieband.. 8 Deel 3: bandstoten

Nadere informatie

EuroComRom De zeven zeven: Romaanse talen in een oogwenk leren lezen en begrijpen

EuroComRom De zeven zeven: Romaanse talen in een oogwenk leren lezen en begrijpen EuroComRom De zeven zeven: Romaanse talen in een oogwenk leren lezen en begrijpen Editiones EuroCom uitgegeven door Horst Günter Klein, Franz-Joseph Meißner, Tilbert Dídac Stegmann et Lew N. Zybatow Vol.

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.

Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden. Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.. Doel. Het is de bedoeling een grote schakeling met weerstanden te vervangen door één equivalente weerstand. Een equivalente schakeling betekent dat een buitenstaander

Nadere informatie

De appel valt niet ver van de boom: afstanden berekenen tussen taalvariëteiten

De appel valt niet ver van de boom: afstanden berekenen tussen taalvariëteiten [Taalwerk] De appel valt niet ver van de boom: afstanden berekenen tussen taalvariëteiten Tom Ruette 1. Afstanden en categorieën De appel valt niet ver van de boom,

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling 10

Inhoud. 1 Spelling 10 Inhoud 1 Spelling 10 1 geschiedenis van de friese spelling (stavering) in het kort 10 2 spellingregels 12 Hulpmiddelen 12 Klinkers en medeklinkers 12 Lettergrepen 13 Stemhebbend en stemloos 13 Basisregels

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Module 9

Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting door een scholier 1519 woorden 26 juni 2004 7,5 55 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Kiliaan Module 9: A3 Tekstsoorten A4 Structuur van de boodschap C4

Nadere informatie

Enquête Baas over eigen lijf : conclusies

Enquête Baas over eigen lijf : conclusies Enquête Baas over eigen lijf : conclusies Tijdens de zomer van 2016 voerde de Liberale Vereniging van Personen met een Handicap (LVPH) in samenwerking met de Liberale Mutualiteiten en de VZW s VIEF en

Nadere informatie

Talige variatie in Vlaanderen: het (tussen)taalgebruik van kinderen in de jeugdbeweging

Talige variatie in Vlaanderen: het (tussen)taalgebruik van kinderen in de jeugdbeweging Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Vakgroep Nederlandse Taalkunde Talige variatie in Vlaanderen: het (tussen)taalgebruik van kinderen in de jeugdbeweging Promotor: prof. dr. Johan De Caluwe Academiejaar:

Nadere informatie

PERSMAP VIJFTIEN VINGERS EN TWEE HOOFDEN DVD MET KINDERRIJMPJES EN LIEDJES IN VLAAMSE GEBARENTAAL

PERSMAP VIJFTIEN VINGERS EN TWEE HOOFDEN DVD MET KINDERRIJMPJES EN LIEDJES IN VLAAMSE GEBARENTAAL PERSMAP VIJFTIEN VINGERS EN TWEE HOOFDEN DVD MET KINDERRIJMPJES EN LIEDJES IN VLAAMSE GEBARENTAAL 24 SEPTEMBER 2014 14U30-15U30 BIBLIOTHEEK PERMEKE DE CONINCKPLEIN 25-26 2060 ANTWERPEN Inhoud persmap Programma

Nadere informatie

Lesbrief 2, groep 5/6. 27 oktober 2017

Lesbrief 2, groep 5/6. 27 oktober 2017 Lesbrief 2, groep 5/6. 27 oktober 2017 Beste ouders, De toetsen van het tweede blok zullen deze week en volgende week weer afgenomen worden. Een mooi moment voor een nieuwe lesbrief om jullie op de hoogte

Nadere informatie