pensioenverordening gedeputeerden provincie Zeeland Vergadering 12 december 1997 Commissie: Algemeen Bestuur Nr /22 Middelburg 11 november 1997

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "pensioenverordening gedeputeerden provincie Zeeland Vergadering 12 december 1997 Commissie: Algemeen Bestuur Nr /22 Middelburg 11 november 1997"

Transcriptie

1 Wijziging uitkerings- en Nr. POI-518 pensioenverordening gedeputeerden provincie Zeeland Vergadering 12 december 1997 Commissie: Algemeen Bestuur Agenda nr. Gedeputeerde met de verdediging belast: D.J.P. Bruinooge Nr /22 Middelburg 11 november 1997 Aan Provinciale Staten van Zeeland Samenvatting Voorgesteld wordt de Uitkerings- en pensioenverordening Gedeputeerden provincie Zeeland aan te passen naar aanleiding van een tweetal wijzigingen van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers. In de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) zijn enkele wijzigingen aangebracht. Deze wijzigingen hebben betrekking op de volgende zaken. 1. Wet van 6 juni 1996, Stb. 1996, 317 de invoering van het partnerpensioen; het vervallen van het onderscheid tussen wettige en onwettige kinderen in de regeling van het wezenpensioen; 2. Wet van 11 december 1996, Stb. 1997, 14 de wijziging van de maatstaf voor de berekening van de duur van de uitkering na aftreden/ontslag als politiek ambtsdrager; de wijziging van de regeling inzake het meetellen voor het pensioen van de uitkeringstijd; de wijziging van de regeling inzake de pensioenberekening na het vervullen van een politieke functie in deeltijd; de opneming van de eindejaarsuitkering in de berekeningsgrondslag voor het pensioen en de uitkering na aftreden/ontslag; de tijdelijke reparatie van het ANW-gat, dwz van het gat dat is ontstaan in de aanspraken als gevolg van de vervanging van de Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW) door de Algemene Nabestaandenwet (ANW); redactionele aanpassingen in verband met onder meer de vervanging van de AWW door de ANW en de intrekking van de Algemene burgerlijke pensioenwet. Deze wijzigingen zullen moeten leiden tot aanpassing van de provinciale uitkerings- en pensioenverordeningen voor gedeputeerden en waterschapsbestuurders. Een ambtelijke werkgroep heeft daartoe modellen ontwikkeld. Conform het model tot wijziging van de Uitkerings- en pensioenverordening voor gedeputeerden bevat artikel I, onderdelen I3, I4 en J7 een nieuwe regeling inzake het meetellen voor het pensioen van uitkeringstijd als gewezen gedeputeerde. Zolang er geen inkomsten zijn die worden verrekend met de uitkering wordt het pensioen voor de helft opgebouwd (0,875 %). Zodra er wel inkomsten in mindering worden gebracht, ongeacht of deze worden verworven bij de overheid of elders, wordt de pensioenopbouw teruggebracht tot een kwart van de reguliere opbouw. Indien de andere inkomsten leiden tot een nihil-uitkering, vindt geen pensioenopbouw plaats. Het komt vaak voor dat een gewezen gedeputeerde (weer) actief wordt als statenlid en uit dien hoofde een vergoeding voor de werkzaamheden (niet zijnde een onkostenvergoeding) ontvangt. De vergoeding voor de werkzaamheden als statenlid komt eveneens in aanmerking voor korting op de uitkering. Dat zou normaal gesproken ook gevolgen moeten hebben voor de pensioenopbouw als gewezen gedeputeerde. Aan het statenlidmaatschap zijn echter alleen dan pensioenaanspraken verbonden indien Provinciale Staten daartoe een voorziening hebben getroffen. In Zeeland is dit niet het geval. Om die reden 26 januari psv0518.doc

2 is het mogelijk te regelen dat de vergoeding voor de werkzaamheden als statenlid buiten aanmerking wordt gelaten voor de toepassing van de regeling inzake vermindering van de pensioenopbouw tijdens de uitkeringstijd van gewezen gedeputeerden. In het voorstel is dat gerealiseerd via artikel I, onderdelen I4 en J7. Voor het overige verwijzen wij u naar de bijgaande toelichting. Wij geven u in overweging in te stemmen met ons voorstel en te besluiten conform het hiernavolgende ontwerp-besluit. Gedeputeerde Staten van Zeeland, drs. W.T. van Gelder, voorzitter mt. J.A. Lander, griffier. Ontwerp-besluit Provinciale Staten van Zeeland, Gelezen het voorstel van gedeputeerde staten van 11 november 1997 nr /22; Gelet op de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers; b e s l u i t e n Artikel I De Uitkerings- en pensioenverordening gedeputeerden wordt gewijzigd als volgt: A. Artikel 2, eerste en tweede lid, komt te luiden: 1. De uitkering wordt toegekend voor een periode, gelijk aan het tijdvak waarin belanghebbende gedeputeerde is geweest, doch ten minste voor de duur van twee jaren en ten hoogste voor de duur van zes jaren. Indien de belanghebbende met één of meer onderbrekingen gedeputeerde is geweest, wordt in aanmerking genomen de tijd gedurende welke hij gedeputeerde is geweest in een tijdvak, laatstelijk voordat hij ophield gedeputeerde te zijn, waarin zijn ambt van gedeputeerde voor ten hoogste een zesde deel van dat tijdvak is onderbroken. 2. In afwijking van het eerste lid wordt de uitkering toegekend voor de duur van zes maanden, indien belanghebbende korter dan drie maanden gedeputeerde is geweest. B. Artikel 2a, eerste lid, komt te luiden: 1. Indien belanghebbende ten tijde van zijn aftreden als gedeputeerde de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt en hij in het tijdvak van twaalf jaren dat direct aan zijn aftreden voorafgaat ten minste tien jaren gedeputeerde is geweest, wordt de uitkering voortgezet tot het tijdstip waarop hij de leeftijd van 65 jaar bereikt. C. Artikel 3, derde lid, komt te luiden: 3. Voor de toepassing van dit artikel, alsmede van de overige bepalingen van deze verordening wordt, tenzij uit die bepalingen het tegendeel blijkt, onder laatstelijk genoten bezoldiging verstaan de bezoldiging, inclusief de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering in de zin van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden waarop de gewezen gedeputeerde of de gepensioneerde gedeputeerde op de dag voorafgaande aan de dag waarop hij ophield gedeputeerde te zijn, aanspraak had. 26 januari psv0518.doc

3 D. In artikel 9, tweede volzin, wordt "artikel 2, eerste lid," vervangen door: artikel 2. E. Artikel 10 komt te luiden: Artikel 10 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder: a. aanmelding: aanmelding als bedoeld in artikel 10a; b. nabestaande: de man of vrouw met wie de overleden gedeputeerde, gewezen gedeputeerde of gepensioneerde gedeputeerde op de dag van overlijden gehuwd was, dan wel de man of vrouw ten aanzien van wie door de overledene aanmelding had plaatsgevonden. F. Na artikel 10 wordt een nieuw artikel 10a met opschrift ingevoegd, luidende: Aanmelding Artikel 10a 1. De gedeputeerde kan bij Gedeputeerde Staten één man of vrouw aanmelden, indien hij en deze man of vrouw: a. beiden als ingezetene met het zelfde woonadres in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens zijn ingeschreven; b. zich bij een notarieel verleden samenlevingscontract tegenover elkaar hebben verplicht om wederkerig bij te dragen in de kosten van levensonderhoud; c. beiden ongehuwd zijn; d. beiden ten tijde van de aanmelding achttien jaar of ouder zijn en e. geen bloed- of aanverwanten in de rechte lijn zijn. 2. Voorts kunnen een aanmelding doen als bedoeld in het eerste lid: a. de gewezen gedeputeerde met recht op uitkering ter zake van ontslag of aftreden, of b. de gewezen gedeputeerde, indien hij al vóór zijn ontslag of aftreden gehuwd was met de man of vrouw van wie aanmelding gewenst wordt, dan wel indien die man of vrouw al vóór het ontslag of aftreden door de gewezen gedeputeerde was aangemeld geweest als bedoeld in het eerste lid, mits de aanmelding wordt gedaan voordat degene die de aanmelding doet de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. 3. Degene die een aanmelding doet, voegt daarbij een gewaarmerkt afschrift van de benodigde gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens waaruit blijkt dat is voldaan aan de voorwaarde, gesteld in het eerste lid, onderdeel a, alsmede een afschrift van het contract, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, dan wel een uittreksel daaruit of een verklaring van een notaris dienaangaande, waaruit de wederzijdse onderhoudsplichtigheid blijkt. 4. Indien aan de voorwaarden voor aanmelding, gesteld in het eerste lid, niet wordt voldaan, weigeren Gedeputeerde Staten de aanmelding. 5. Gedeputeerde Staten kunnen regels stellen omtrent de aanmelding door degene die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is ingeschreven. 6. De aanmelding eindigt met het doorhalen ervan. 7. Een aanmelding als bedoeld in het eerste lid wordt doorgehaald: a. op de dag waarop een aanvraag daartoe van degene die de aanmelding heeft gedaan, dan wel van de man of vrouw die is aangemeld, is ontvangen; b. op de dag van overlijden van de man of vrouw die is aangemeld dan wel van degene die de aanmelding heeft gedaan, of c. op de dag waarop degene die de aanmelding heeft gedaan, dan wel de man of vrouw die is aangemeld, hetzij in het huwelijk treedt, hetzij partij is bij een volgende aanmelding. 8. Gedeputeerde Staten kunnen, indien daartoe aanleiding bestaat, bevestiging vragen of nog aan de voorwaarden voor aanmelding wordt voldaan. Degene die de aanmelding heeft gedaan legt alsdan een schriftelijke verklaring ter zake over van hem en de aangemelde persoon gezamenlijk, alsmede een gewaarmerkt afschrift van de benodigde gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens waaruit blijkt dat aan de voorwaarde, gesteld in het eerste lid, onderdeel a, op het tijdstip van die verklaring wordt 26 januari psv0518.doc

4 voldaan. Indien evenwel in de voorgaande periode het samenlevingscontract een wijziging heeft ondergaan die van belang kan zijn voor de aanmelding, wordt een afschrift van het gewijzigde contract overgelegd dan wel een uittreksel daaruit of een verklaring van een notaris dienaangaande, waaruit blijkt dat nog wordt voldaan aan de voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b. 9. Indien de bevestiging niet binnen zes weken wordt gedaan herhalen Gedeputeerde Staten hun in het achtste lid bedoelde vraag. 10. Indien de bevestiging niet binnen drie weken na de herhaalde vraag wordt gegeven, kunnen Gedeputeerde Staten de aanmelding op een door hen vast te stellen datum doorhalen. De bedoelde datum is niet gelegen vóór de datum waarop de in het achtste lid bedoelde bevestiging is gevraagd. G. In artikel 13, tweede volzin, wordt "naar de regelen als bedoeld in artikel 157 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers" vervangen door: volgens de regels, bedoeld in artikel 157, derde lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers. H. Artikel 14a, tweede lid, wordt gewijzigd als volgt: 1. In de eerste volzin wordt "naar de regelen, vastgesteld bij de algemene maatregel van bestuur bedoeld in artikel 46" vervangen door: volgens de regels, bedoeld in artikel 157, derde lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers. 2. In de derde volzin wordt "de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 46" vervangen door: de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 157, derde lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers. I. Artikel 15 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het tweede lid wordt "naar de regelen als bedoeld in artikel 157 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers" vervangen door: volgens de regels, bedoeld in artikel 157, derde lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers. 2. In het derde lid, tweede volzin, wordt "naar de regelen, bedoeld in artikel 157 van evengenoemde wet" vervangen door: volgens de regels, bedoeld in artikel 157, derde lid, van evengenoemde wet. 3. Het vijfde lid komt te luiden: 5. In afwijking van het vierde lid wordt het pensioen over de in dat lid bedoelde tijd berekend naar de helft van het ingevolge dat lid toepasselijke percentage, over het gedeelte van die tijd waarin de uitkering is verminderd wegens het genieten van inkomsten als bedoeld in artikel 4. Geen meetelling van diensttijd als bedoeld in het vierde lid vindt plaats: a. voor zover gedurende de in dat lid bedoelde tijd de uitkering wegens het genieten van inkomsten als bedoeld in artikel 4, tot nihil is verminderd; b. in zover de belanghebbende die recht heeft op uitkering, maar die minder uitkering geniet dan de krachtens artikel 48 berekende inhoudingen ter zake van ouderdom en overlijden, er geen zorg voor draagt dat het bedrag van deze inhoudingen, welk bedrag in dit geval als een op hem rustende schuld wordt beschouwd, bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd is voldaan; c. indien de belanghebbende zulks aanvraagt. 4. Een zesde lid wordt toegevoegd, luidende: 6. Voor de toepassing van het vijfde lid wordt de vergoeding voor de werkzaamheden als lid van Provinciale Staten niet beschouwd als in dat lid bedoelde inkomsten. J. Artikel 15a wordt gewijzigd als volgt: 26 januari psv0518.doc

5 1. In het tweede lid wordt "derde lid" vervangen door: vierde lid. 2. Het derde tot en met negende lid worden hernummerd tot achtereenvolgens vierde tot en met tiende lid. 3. Een nieuw derde lid wordt ingevoegd, luidende: 3. Ten aanzien van een gedeputeerde die voor zijn bezoldiging geacht wordt niet de volledige werkweek aan het ambt te besteden, wordt onder bezoldiging verstaan het tot een jaarbedrag herleide bedrag waarvan die bezoldiging is afgeleid. 4. Het tot vierde tot en met zesde lid hernummerde derde tot en met vijfde lid komen te luiden: 4. De franchise, bedoeld in het tweede lid, bedraagt: a. voor de gepensioneerde gedeputeerde die voor de toepassing van de Algemene Ouderdomswet als gehuwd wordt aangemerkt twintig zevende maal het tot een jaarbedrag herleide bedrag waarop ingevolge die wet recht bestaat of zou hebben bestaan indien hij op grond van die wet verzekerd zou zijn geweest; b. voor de gepensioneerde gedeputeerde die voor de toepassing van de Algemene Ouderdomswet als ongehuwd wordt aangemerkt tien zevende maal het tot een jaarbedrag herleide bedrag waarop ingevolge die wet recht bestaat of zou hebben bestaan indien hij op grond van die wet verzekerd zou zijn geweest. 5. In de in het vierde lid bedoelde bedragen is mede begrepen de bruto vakantieuitkering waarop ingevolge de Algemene Ouderdomswet recht bestaat. 6. Wanneer de in het vierde lid bedoelde bedragen worden gewijzigd, wordt de pensioengrondslag herberekend. Het herberekende pensioen gaat, onverminderd artikel 15c, tweede lid, in op dezelfde dag als waarop bedoelde wijzigingen zich hebben voorgedaan. 5. Het tot zevende lid hernummerde zesde lid wordt gewijzigd als volgt: a. "zevende lid" wordt vervangen door: achtste lid; b. "naar de regelen, vastgesteld bij de algemene maatregel van bestuur bedoeld in artikel 157 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers" wordt vervangen door: volgens de regels, bedoeld in artikel 157, derde lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers. 6. Het tot achtste lid hernummerde zevende lid wordt gewijzigd als volgt: a. In de eerste volzin wordt "zesde lid" vervangen door: zevende lid. b. de tweede volzin komt te luiden: Voor vergelijking van deze bezoldigingen, berekeningsgrondslag of pensioengrondslagen worden deze zo nodig aangepast volgens de regels, bedoeld in artikel 157, derde lid, van evengenoemde wet. 7. In het tot negende lid hernummerde achtste lid wordt "vierde en vijfde lid" vervangen door: vierde, vijfde en zesde lid. 8. In het tot tiende lid hernummerde negende lid wordt: vijfde, zesde of zevende lid" vervangen door: zevende of achtste lid. K. Artikel 15aa wordt gewijzigd als volgt: 1. Het tweede lid komt te luiden: 2. Artikel 15a, tweede lid, is van toepassing, met dien verstande dat de in dat lid bedoelde franchise het bedrag is dat op grond van een reglement, als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, van de Wet privatisering ABP als zodanig geldt voor de berekening van een ouderdomspensioen van een gepensioneerde overheidswerknemer in de zin van die wet. 26 januari psv0518.doc

6 2. In het derde lid wordt "zesde tot en met negende lid" vervangen door: derde en zevende tot en met tiende lid. 3. Een vierde lid wordt toegevoegd, luidende: 4. Tijd, doorgebracht als gedeputeerde, gedurende welke de belanghebbende voor zijn bezoldiging geacht werd niet de volledige werkweek aan zijn ambt te besteden, telt voor de pensioenberekening met toepassing van artikel 15a of van dit artikel, dan wel met toepassing van beide artikelen, mee met inachtneming van de voor die tijd toepasselijke deeltijdfactor of deeltijdfactoren. Onder deeltijdfactor wordt verstaan een breuk waarvan de teller wordt gevormd door de genoten bezoldiging, exclusief de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering, en de noemer door het tot een jaarbedrag herleide bedrag waarvan die bezoldiging is afgeleid. L. Artikel 15b wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste lid wordt "De gepensioneerde gedeputeerde die recht heeft op het ouderdomspensioen bedoeld in artikel 9, zesde lid, onder a, van de Algemene Ouderdomswet heeft, voor zover zijn pensioen is berekend met toepassing van artikel 15a, recht op een toeslag op zijn pensioen," vervangen door: De gepensioneerde gedeputeerde heeft recht op een toeslag op zijn pensioen indien dat pensioen is berekend met toepassing van de franchise, bedoeld in artikel 15a, vierde lid, onderdeel a, en. 2. In het derde lid wordt "15a, derde lid, onder a" vervangen door: 15a, vierde lid, onder a. M. Artikel 16, tweede lid, komt te luiden: 2. Geen recht op nabestaandenpensioen bestaat indien het huwelijk was gesloten nadat het ontslag van de echtgenoot was ingegaan, tenzij: a. de echtgenoot ten tijde van het sluiten van het huwelijk recht had op uitkering ter zake van zijn aftreden als gedeputeerde, of b. de echtgenoten reeds vóór het ontslag met elkaar gehuwd waren geweest dan wel de nabestaande door de echtgenoot aangemeld was geweest en mits het huwelijk was gesloten voordat deze de 65- jarige leeftijd had bereikt. N. Artikel 18 wordt gewijzigd als volgt: 1. Vóór de tekst van het artikel wordt de aanduiding "1" geplaatst. 2. De punt-komma aan het eind van onderdeel a wordt vervangen door:, en. 3. Het woord "en" aan het eind van onderdeel b wordt vervangen door een punt. 4. Onderdeel c vervalt. 5. Toegevoegd worden een tweede en derde lid, luidende: 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de vrouw of man van wie de aanmelding is geëindigd, mits zij of hij recht op nabestaandenpensioen zou hebben gehad, indien de gedeputeerde, de gewezen gedeputeerde of de gepensioneerde gedeputeerde op de dag van eindigen van de aanmelding zou zijn overleden. 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing indien de desbetreffende vrouw of man als gevolg van een huwelijk met, dan wel een aanmelding door dezelfde gedeputeerde ter zake van diens overlijden recht op nabestaandenpensioen verkrijgt. O. Artikel 19 komt te luiden: Artikel Recht op wezenpensioen hebben: a. de kinderen, van hem die overlijdt als gedeputeerde, als gewezen gedeputeerde of als gepensioneerde gedeputeerde, die de leeftijd 26 januari psv0518.doc

7 van eenentwintig jaren nog niet hebben bereikt en niet gehuwd zijn of gehuwd geweest zijn dan wel niet partij zijn of partij geweest zijn bij een aanmelding, mits zij zijn geboren of geadopteerd vóór zijn aftreden is ingegaan of in de periode waarin hij recht heeft op uitkering ter zake van het aftreden; b. de kinderen ten opzichte van welke aan een mannelijke gedeputeerde, gewezen gedeputeerde of gepensioneerde gedeputeerde ten tijde van zijn overlijden een onderhoudsplicht krachtens artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek was opgelegd, dan wel door hem bij authentieke akte een dergelijke verplichting was erkend, onder dezelfde voorwaarden als genoemd in onderdeel a, en c. de kinderen voor welke de gedeputeerde, de gewezen gedeputeerde of de gepensioneerde gedeputeerde ten tijde van zijn overlijden de pleegouderlijke zorg droeg, onder dezelfde voorwaarden als genoemd in onderdeel a, met dien verstande dat in plaats van het tijdstip van geboorte of adoptie het tijdstip van aanvang van de pleegouderlijke zorg in aanmerking wordt genomen. 2. Artikel 16, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het gestelde in onderdeel a, van het eerste lid. 3. Onder pleegouderlijke zorg als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind, als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. P. Artikel 21, vierde lid, komt te luiden: 4. Bij de toepassing van het eerste tot en met derde lid wordt ten aanzien van het eigen pensioen voor zover artikel 15a, tweede, derde en vierde lid, daarop van toepassing is, in alle gevallen gerekend met de franchise, bedoeld in artikel 15a, vierde lid, onder a. Q. Artikel 21a wordt gewijzigd als volgt: 1. In het tweede lid wordt: a. in de eerste volzin "pensioen of tijdelijke uitkering ingevolge de Algemene Weduwen- en Wezenwet" vervangen door: nabestaandenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet. b. in de tweede volzin "genoemd in artikel 19, elfde lid, onder a, vermeerderd met het bedrag van de vakantie-uitkering, genoemd in artikel 37b, zesde lid, onder a, van de Algemene Weduwen- en Wezenwet" vervangen door: van de nabestaandenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet, vermeerderd met de daarover berekende vakantieuitkering ingevolge die wet. 2. In het vierde lid wordt "genoemd in artikel 19, elfde lid, onder a, onderscheidenlijk artikel 37b, zesde lid, onder a, van de Algemene Weduwenen Wezenwet" vervangen door: van de nabestaandenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet of van de daarover berekende vakantie-uitkering ingevolge die wet. R. Artikel 21b wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste lid wordt de zinsnede "na 31 december 1994" vervangen door: tussen 31 december 1994 en 1 januari In het tweede lid wordt "pensioen of tijdelijke uitkering ingevolge de Algemene Weduwen- en Wezenwet" vervangen door: nabestaandenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet. S. Artikel 22 wordt gewijzigd als volgt: 1. In het eerste lid wordt na het woord "huwelijk" toegevoegd: dan wel vóór het tijdstip waarop de aanmelding is geëindigd. 2. Het tweede lid komt te luiden: 26 januari psv0518.doc

8 2. Indien er recht bestaat op meer dan één bijzonder nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 18, eerste of tweede lid, vindt het eerste lid overeenkomstige toepassing met dien verstande, dat voor de berekening van het bijzonder nabestaandenpensioen ontleend aan elk huwelijk en elke aanmelding waaraan een eerder huwelijk dan wel een eerdere aanmelding voorafgaat, slechts de diensttijd meetelt die samenloopt of geacht kan worden samen te lopen met de huwelijksduur dan wel de duur van de aanmelding. T. Artikel 23 met opschrift komt te luiden: Nabestaandenpensioen bij hertrouwen dan wel aanmelding Artikel 23 Indien een nabestaande hertrouwt dan wel partij is bij een aanmelding, wordt zijn pensioen opnieuw vastgesteld met ingang van de maand, volgende op die waarin hij hertrouwt dan wel de aanmelding geschiedt. Daarbij wordt uitsluitend de voor pensioen in aanmerking komende diensttijd van de gedeputeerde, de gewezen gedeputeerde of de gepensioneerde gedeputeerde in aanmerking genomen, die gelegen is vóór het tijdstip van diens overlijden. U. Artikel 24, tweede lid, komt te luiden: 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder ouder mede begrepen de nabestaande, die op het tijdstip van zijn overlijden de pleegouderlijke zorg had van het kind, bedoeld in artikel 19. V. Artikel 24a wordt gewijzigd als volgt: 1. Het tweede lid komt te luiden: 2. De wees die geen recht heeft op wezenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet heeft recht op een toeslag op zijn volgens artikel 24 berekende pensioen, tenzij zijn ouder recht heeft op halfwezenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet. Deze toeslag bedraagt jaarlijks voor elk voor de berekening van het wezenpensioen tellend jaar: a. voor de wees, bedoeld in artikel 24, eerste lid, onder a, 0,375% van de tot een jaarbedrag herleide som van de nabestaandenuitkering en de halfwezenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet, vermeerderd met de daarover berekende vakantie-uitkering ingevolge die wet; b. voor de wees, bedoeld in artikel 24, eerste lid, onder b, 0,75% van het onder a bedoelde jaarbedrag. 2. In het vierde lid wordt "genoemd in artikel 19, elfde lid, onder b, onderscheidenlijk artikel 37b, zesde lid, onder b, van de Algemene Weduwenen Wezenwet" vervangen door: van de nabestaandenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet, van de halfwezenuitkering ingevolge die wet of van de daarover berekende vakantie-uitkering ingevolge die wet. W. In artikel 25, tweede lid, wordt na "hertrouwen" ingevoegd: dan wel een aanmelding. X. Artikel 26a wordt gewijzigd als volgt: 1. In het derde lid, wordt na "hertrouwen" ingevoegd: dan wel een aanmelding. 2. In het vierde lid, tweede volzin, wordt "de algemene maatregel van bestuur bedoeld in artikel 157 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers" vervangen door: de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 157, derde lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers. Y. In artikel 26b, derde lid, tweede volzin, wordt "de algemene maatregel van bestuur bedoeld in artikel 157 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers" vervangen door: de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 157, derde lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers. Z. Artikel 33 wordt gewijzigd als volgt: 1. Het derde lid komt te luiden: 26 januari psv0518.doc

9 3. Het grensbedrag is het pensioen dat met toepassing van artikel 15aa tot het in het zevende lid van artikel 15a genoemde maximum van 70% zou zijn toegekend naar een bezoldiging overeenkomend met het hoogste bedrag in bijlage A van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, vermeerderd met de vakantie-uitkering. 2. In het vierde lid, tweede volzin, wordt "de regelen vastgesteld bij de algemene maatregel van bestuur bedoeld in artikel 105 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers" vervangen door: de regels, bedoeld in artikel 157, derde lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers. 3. In het vijfde lid, eerste volzin, wordt "van de Nederlandse Antillen of een publiekrechtelijk lichaam in dat land" vervangen door: van de Nederlandse Antillen, van Aruba of een publiekrechtelijk lichaam in de Nederlandse Antillen of in Aruba. 4. In het zesde lid wordt "de in artikel 157 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers bedoelde regelen" vervangen door: de regels, bedoeld in artikel 157, derde lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers. AA. Artikel 35 met opschrift wordt gewijzigd als volgt: 1. Het opschrift komt te luiden: Samenloop nabestaandenpensioenen na hertrouwen of een aanmelding 2. In het eerste lid wordt na "huwelijk" ingevoegd: of een latere aanmelding. 3. In het tweede lid wordt "van de Nederlandse Antillen, van een publiekrechtelijk lichaam in Nederland of in evengenoemd ander land" vervangen door: van de Nederlandse Antillen of Aruba, van een publiekrechtelijk lichaam in Nederland, in de Nederlandse Antillen of in Aruba. BB. Artikel 36 wordt gewijzigd als volgt: 1. Het eerste lid, onderdeel b, onder 1e, komt te luiden: 1e. een bruto ouderdomspensioen als bedoeld in de Algemene Ouderdomswet, met inbegrip van de daarbij behorende vakantie-uitkering voor zover deze niet behoort tot de overlijdensuitkering krachtens die wet; 2. Het eerste lid, onderdeel b, onder 2e, komt te luiden: 2e. een nabestaandenuitkering, een halfwezenuitkering en een wezenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet; 3. In het eerste lid, onderdeel b, onder 3e, wordt "van de Nederlandse Antillen" vervangen door: van de Nederlandse Antillen, van Aruba. CC. Artikel 38, tweede lid, komt te luiden: 2. Op een nabestaandenpensioen, niet zijnde een pensioen als bedoeld in artikel 18, dat is afgeleid van een pensioen waarop, in verband met het recht op een algemeen pensioen voor gehuwden, het eerste lid van toepassing was, vindt dat lid niet eerder toepassing dan met ingang van de eerste dag van de maand, volgende op die waarin dat pensioen krachtens het bepaalde in artikel 56, eerste lid, is geëindigd. DD. Artikel 40 wordt gewijzigd als volgt: 1. Onderdeel c komt te luiden: c. Indien een nabestaande recht heeft op nabestaandenuitkering alsmede halfwezenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet, maar geen van de kinderen aan welke de nabestaande het recht op halfwezenuitkering ontleent recht heeft op pensioen, wordt uitsluitend uitgegaan van het bedrag van de nabestaandenuitkering. 26 januari psv0518.doc

10 2. In onderdeel g wordt "artikel 47 van de Algemene Weduwen- en Wezenwet" vervangen door: artikel 63 van de Algemene nabestaandenwet. 3. In onderdeel h wordt "Algemene Weduwen- en Wezenwet" vervangen door: Algemene nabestaandenwet. EE. In artikel 42, vijfde lid, wordt "van de Nederlandse Antillen, van een publiekrechtelijk lichaam in Nederland of in evengenoemd ander land" vervangen door: van de Nederlandse Antillen of Aruba, van een publiekrechtelijk lichaam in Nederland, in de Nederlandse Antillen of in Aruba. FF. Artikel 46 komt te luiden: Artikel Een pensioen op grond van deze verordening wordt telkens aangepast overeenkomstig een aanpassing, aan een algemene bezoldigingswijziging, van een pensioen van een gepensioneerde overheidswerknemer in de zin van de Wet privatisering ABP die werkzaam is geweest in de sector Rijk. 2. Indien aan een gepensioneerde overheidswerknemer, als bedoeld in het eerste lid, een eenmalige uitkering wordt toegekend, wordt aan degene die recht heeft op een pensioen, als bedoeld in dat lid, overeenkomstig een eenmalige uitkering toegekend. GG. Artikel 56, vierde lid, komt te luiden: 4. Het wezenpensioen eindigt voorts met het einde van de maand waarin: a. de rechthebbende de leeftijd van eenentwintig jaren heeft bereikt of, de leeftijd van eenentwintig jaren nog niet bereikt hebbende, in het huwelijk is getreden dan wel partij is bij een aanmelding, of b. ten opzichte van de rechthebbende ouderschap komt vast te staan van een ander dan degene aan wiens overlijden het recht op wezenpensioen wordt ontleend. HH. Waar in de artikelen van de Uitkerings- en pensioenverordening gedeputeerden staat vermeld "bezoldiging, vermeerderd met het percentage van de vakantie-uitkering" wordt dit vervangen door: bezoldiging. Artikel II De volgende overgangsbepalingen worden vastgesteld: A. 1. Artikel 21b van de Uitkerings- en pensioenverordening gedeputeerden, zoals dat artikel luidde op de dag vóór het tijdstip van de inwerkingtreding van dit besluit, blijft van toepassing op een nabestaandenpensioen waarop recht is ontstaan vóór dat tijdstip. 2. De bepalingen van de Uitkerings- en pensioenverordening gedeputeerden met betrekking tot het recht op wezenpensioen, zoals die bepalingen luidden op de dag vóór het tijdstip van de inwerkingtreding van dit besluit, blijven van toepassing op een wezenpensioen waarop recht is ontstaan vóór dat tijdstip. B. Ten aanzien van een aanmelding als bedoeld in het bij dit besluit in de Uitkerings- en pensioenverordening gedeputeerden ingevoegde artikel 10a, die wordt gedaan vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, wordt de man of vrouw met wie degene die de aanmelding deed op hetzelfde woonadres in het persoonsregister is opgenomen, gelijk gesteld met de man of vrouw die als ingezetene met hetzelfde woonadres in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is ingeschreven als bedoeld in het evengenoemde artikel 10a. C. 1. Een overlijden van een gedeputeerde, gewezen gedeputeerde of gepensioneerde gedeputeerde tussen 31 december 1993 en 1 juli 1994 valt te rekenen vanaf de datum van overlijden onder de werking van de bepalingen van de Uitkerings- en pensioenverordening gedeputeerden inzake het nabestaanden- en wezenpensioen, zoals die bepalingen ingevolge dit besluit zijn komen te luiden. 26 januari psv0518.doc

11 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt degene van wie op 1 juli 1994 aanmelding in de zin van artikel 10, onderdeel a, van de Uitkerings- en pensioenverordening gedeputeerden mogelijk zou zijn geweest, op aanvraag aangemerkt als nabestaande vanaf de datum van het overlijden. 3. Ter zake van een overlijden van een gedeputeerde, gewezen gedeputeerde of gepensioneerde gedeputeerde tussen 30 juni 1994 en 1 januari 1995 wordt op zijn aanvraag als nabestaande beschouwd degene van wie, hoewel niet aangemeld in de zin van artikel 10, onderdeel a, van de Uitkerings- en pensioenverordening gedeputeerden, aanmelding als evenbedoeld op de dag vóór die van het overlijden mogelijk was. D. 1. Voor een recht op nabestaanden- of wezenpensioen, ontstaan wegens overlijden tussen 30 juni 1996 en 1 januari 1998 van een gedeputeerde, gewezen gedeputeerde of gepensioneerde gedeputeerde, van een nabestaande of een wees die geen recht heeft op uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet maar wel recht op pensioen of tijdelijke uitkering ingevolge de Algemene Weduwen- en Wezenwet zou hebben gehad indien die wet nog van kracht zou zijn geweest, geldt het volgende: a. voor de toepassing van de bepalingen inzake samenloop van pensioen en algemeen pensioen over tijd vóór 1 januari 1986 (inbouwbepalingen) en de bepalingen inzake het recht op een toeslag wegens het ontbreken van recht op uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet heeft artikel II, eerste lid, van de Wet van 11 december 1996, Stb. 1997, 14, geen werking. b. de onder a bedoelde toeslag wordt berekend overeenkomstig artikel 21a van de Uitkerings- en pensioenverordening gedeputeerden indien het een toeslag op een nabestaandenpensioen betreft en overeenkomstig artikel 24a van evengenoemde verordening indien het een toeslag op een wezenpensioen betreft; c. een toeslag op een nabestaandenpensioen wordt mede berekend over tijd na 31 december 1995, indien en voor zover in aanmerking genomen voor de berekening van het pensioen. 2. Het eerste lid, onderdeel c, geldt mede voor een recht op nabestaandenpensioen, ontstaan wegens overlijden tussen 26 juni 1996 en 1 juli 1996 van een gedeputeerde, gewezen gedeputeerde of gepensioneerde gedeputeerde, van een nabestaande die wegens dat overlijden recht heeft verkregen op een tijdelijke weduwenuitkering op grond van de Algemene Weduwen- en Wezenwet, na het verstrijken van de duur van die uitkering. 3. Indien de Minister van Binnenlandse Zaken op grond van artikel III, vierde lid, van de Wet van 11 december 1996, Stb. 1997, 14, een latere datum dan 1 januari 1998 heeft vastgesteld geldt voor de toepassing van het eerste lid die latere datum in plaats van de in dat lid vermelde 1 januari Artikel III Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de eerste kalendermaand na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het na goedkeuring door de Kroon wordt geplaatst, met dien verstande dat: a. artikel I, onderdelen C en HH terugwerkt tot en met 1 januari 1993; b. artikel I, onderdelen J3 en K3 werking heeft ten aanzien van voor een pensioenberekening in aanmerking te nemen tijd vanaf 1 januari 1994; c. artikel I, onderdelen E, F, M, N, O, S, T, U, W, X1, AA1, AA2, en GG, alsmede artikel II, onderdelen A, B en C, terugwerken tot en met 1 juli 1994; d. artikel I, onderdelen A, B en D, werking heeft ten aanzien van een recht op uitkering ter zake van een ontslag of aftreden ingaande 1 januari 1995 of later; e. artikel I, onderdelen I3, I4 en J7 werking heeft ten aanzien van voor een pensioenberekening in aanmerking te nemen uitkeringstijd waarin de belanghebbende inkomsten heeft uit een betrekking waaraan aanspraak op overheidspensioen wordt ontleend vanaf 1 januari 1995, en overigens eerst werking heeft ten aanzien van voor een pensioenberekening in aanmerking te nemen tijd waarin recht op uitkering bestaat uit hoofde van een ontslag of aftreden op of na de dag van inwerkingtreding van dit besluit; f. artikel I, onderdelen G, H, I1, I2, J5b, J6b, K1, X2, Y, Z2, Z4 en FF terugwerkt tot en met 1 januari 1996; g. artikel I, onderdelen Q, R2, V, BB2 en DD, alsmede artikel II, onderdeel D, terugwerken tot en met 1 juli januari psv0518.doc

12 TOELICHTING 1. ALGEMEEN 1a. Strekking van de wetswijzigingen In de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) zijn in 1996 een aantal wijzigingen aangebracht. Bij Wet van 6 juni 1996 (stb. 1996, 317) is het partnerpensioen ingevoerd. De voorziening is nagenoeg gelijk aan die voor het (burgerlijk) overheidspersoneel in ruime zin zoals die is neergelegd in het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP. Dit is in overeenstemming met de bestendig gevolgde beleidslijn om de pensioenaanspraken die zijn verbonden aan zekere politieke ambten, zoals geregeld bij en krachtens de Appa, af te leiden van de aanspraken van het overheidspersoneel. Met de invoering van het partnerpensioen wordt gelijke behandeling van gehuwden en ongehuwden op het terrein van het nabestaandenpensioen verwezenlijkt. Tevens is de regeling van het wezenpensioen gewijzigd in die zin dat het onderscheid tussen wettige en onwettige kinderen is losgelaten. Bij Wet van 11 december 1996 (Stb. 1997, 14) zijn wijzigingen aangebracht in de bepalingen inzake de maatstaf voor de duur van het recht op uitkering bij aftreden uit een politieke functie, inzake het meetellen voor het pensioen van uitkeringstijd en inzake de pensioenberekening na het vervullen van een politieke functie in deeltijd. Verder wordt hierin geregeld dat de aanspraak op een eindejaarsuitkering deel uitmaakt van de berekeningsbasis van de uitkering en het pensioen en zijn diverse wijzigingen van redactionele aard doorgevoerd. Die houden met name verband met de vervanging van de Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW) door de Algemene nabestaandenwet (ANW) en de intrekking van de Algemene burgerlijke pensioenwet (ABP-wet). Opgenomen is een tijdelijke reparatie van het "ANW-gat", dwz. van het gat dat is ontstaan in de aanspraken als gevolg van de vervanging van de AWW door de ANW. 1b. De inrichting van de regeling van het partnerpensioen Naast de weduwe of weduwnaar wordt het begrip "partner" gebracht onder het begrip nabestaande. De vergroting van de reikwijdte van het begrip nabestaande ziet op betrekkingen tussen personen die met elkaar een huwelijk zouden kunnen aangaan maar dit niet doen, tussen personen van gelijk geslacht en tussen hen die broer of zus van elkaar zijn. Om in voorkomend geval als nabestaande te worden aangemerkt, moet de partner eerder zijn aangemeld bij de uitvoerder van de pensioenregeling, dat wil zeggen gedeputeerde staten. Aangemeld kan worden een persoon met wie een betrekking bestaat die wat de feitelijke leefsituatie en de onderlinge zorgplicht betreft gelijkenis vertoont met een huwelijk. Voor het aantonen van het bestaan van een dergelijke betrekking gelden maatstaven van formele aard. Men moet hetzelfde woonadres hebben, blijkens gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. De onderlinge zorgplicht zal blijken uit (het bestaan van) een notarieel samenlevingscontract. Deze toetsingsmiddelen zijn in het raam van de onderhavige regeling afdoende. De uitvoeringslasten, die een verdergaande controle op feitelijke situaties met zich mee zou brengen, worden ermee vermeden. Zulk een controle zou ook op gespannen voet staan met het belang van bescherming van de privacy. De berekening van het pensioen van een niet-huwelijkse nagelaten betrekking is dezelfde als die voor een weduwe of weduwnaar. Dit betekent dat de voor pensioen geldige tijd die is gelegen vóór het tijdstip van aanmelding meetelt. Alleen als vóór de aanmelding een huwelijk of een aanmelding heeft bestaan wordt die tijd geheel of gedeeltelijk in aanmerking genomen voor de berekening van een bijzonder nabestaandenpensioen. Het nabestaandenpensioen wordt herberekend indien de nabestaande partij is bij een aanmelding of een huwelijk aangaat. 1c. Aanpassing van de regeling van het wezenpensioen In samenhang met de invoering van het partnerpensioen is gekozen voor het loslaten van het onderscheid tussen wettige en onwettige kinderen in de regeling van het wezenpensioen. Tot heden geldt voor onwettige kinderen voor het recht op 26 januari psv0518.doc

13 wezenpensioen de eis dat zij zijn geboren vóór het tijdstip van aftreden of ontslag. Voor wettige kinderen is nu nog bepalend het tijdstip van sluiting van het huwelijk "waaraan zij hun staat ontlenen". De gelijkschakeling van wettige en onwettige kinderen is in overeenstemming met de te verwachten herziening van civielrechtelijke afstammingsrecht. De kring van rechtverkrijgende wezen zal aldus in de eerste plaats bestaan uit de kinderen van de overledene tot welke hij in familierechtelijke betrekking stond, waarbij in beginsel bepalend voor het recht op wezenpensioen is het tijdstip van geboorte. Ten aanzien van dat tijdstip worden dezelfde eisen gesteld als ten aanzien van het tijdstip van huwelijkssluiting of aanmelding. Hetzelfde geldt voor de nieterkende kinderen ten opzichte van wie de overledene een onderhoudsplicht had. Met betrekking tot de categorie van de pleegkinderen is de gekozen lijn aldus doorgetrokken dat voor hen het tijdstip van aanvang van de pleegouderlijke zorg dezelfde betekenis heeft als het tijdstip van geboorte voor de andere mogelijke rechtverkrijgenden. 1d. De maatstaf voor de duur van de uitkering De duur van het recht op uitkering bij aftreden als gedeputeerde is op dit moment gelijk aan het tijdvak waarin de belanghebbende laatstelijk zonder wezenlijke onderbreking het ambt van gedeputeerde heeft vervuld, met een minimumduur van twee jaren en een maximumduur van zes jaren. Een onderbreking van ten hoogste twee maanden wordt niet als een wezenlijke onderbreking beschouwd. Deze regeling wordt vrij breed als te star ervaren. Zij doet geen recht aan situaties van langdurig ambtsdragerschap met één of meer onderbrekingen van langer dan twee maanden. Aan die bezwaren is tegemoetgekomen door de lengte van de toegestane onderbrekingstijd te koppelen aan de duur van de totale tijd van de ambtsvervulling: hoe langer die is hoe langer de toegestane onderbrekingstijd. De toegestane onderbrekingstijd is bepaald op een zesde deel van de totale tijd van de ambtsvervulling. In het gros van de gevallen zal de nieuwe regeling niet tot een andere uitkeringsduur leiden. 1e. Het meetellen voor het pensioen van de uitkeringstijd In de uitkeringstijd is de pensioenopbouw de helft van het gewone tarief van 1,75%. Geen opbouw is er indien elders overheidspensioen wordt opgebouwd of indien de uitkering nihil is, door de werking van de bepalingen inzake de verrekening van andere inkomsten met de uitkering. Het wordt als onbillijk ervaren, dat de Appa-pensioenopbouw in de uitkeringsperiode geheel ophoudt, indien elders maar betrekkelijk geringe aanspraken op overheidspensioen worden verworven. Onderhavige wijziging komt tegemoet aan de bezwaren. Die komt hierop neer. Zolang er geen inkomsten zijn die relevant zijn voor de regeling van de samenloop van uitkering met andere inkomsten (de anti-cumulatiebepaling), is de opbouw een halve. Zodra er wel inkomsten zijn, ongeacht of deze worden verworven bij de overheid of elders, wordt de Appa-opbouw teruggebracht tot een kwart. Indien het peil van andere inkomsten leidt tot een nihil-uitkering, is de pensioenopbouw nihil. 1f. De pensioenberekening en deeltijd De Appa bevat al geruime tijd een afstemming van de pensioenregeling op deeltijdarbeid. De bepalingen zijn gebaseerd op de situatie, zoals die bestond vóór 1 januari In die situatie werd uitsluitend voor een deel van de gemeenten het wethouderschap verondersteld een deeltijdfunctie te zijn, volgens vastgestelde deeltijdfactoren. De nieuwe Provinciewet en de nieuwe Gemeentewet maken het sedert 1 januari 1994 mogelijk dat het ambt van gedeputeerde en het wethouderschap in een gemeente waarin deze functie normaliter als een voltijdse geldt, in deeltijd wordt vervuld. De bepalingen moeten worden aangepast aan de gewijzigde situatie. 1g. De eindejaarsuitkering De aanspraak op een eindejaarsuitkering maakt sedert 1993 deel uit van de financiële rechtspositie van de politieke ambtsdragers, op welke de Appa van toepassing is. In de Appa wordt geregeld dat het onderhavige inkomensbestanddeel behoort tot de berekeningsbasis van de uitkering en het pensioen, indien de aanspraak erop bestaat op het tijdstip van aftreden. Dit in navolging van hetgeen geldt voor het burgerlijk rijksoverheidspersoneel. 26 januari psv0518.doc

14 1h. Aanpassingen ten gevolge van de vervanging van de AWW door de ANW In de Appa zijn een aantal wijzigingen aangebracht als gevolg van de intrekking van de Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW) en de gelijktijdige invoering van de Algemene nabestaandenwet (ANW) met ingang van 1 juli Die wijzigingen zijn van technische aard. Daarnaast vindt, in navolging van de gemaakte afspraken voor het overheidspersoneel, een tijdelijke reparatie van het zogenaamde ANW-gat plaats, het "gat" dat met de komst van de ANW is ontstaan in de algemene nabestaandenvoorziening, zoals die bestond onder de AWW. De tijdelijke reparatie van het ANW-gat voor het overheidspersoneel geldt tot 1 januari 1998 in afwachting van een nieuwe structurele nabestaandenregeling. Daarover zijn de onderhandelingen tussen de sociale partners bij de overheid nog niet afgerond. De totstandkoming van zo'n nieuwe structurele nabestaandenregeling voor het overheidspersoneel zal ook weer doorwerken naar de Appa en in de plaats komen van de thans voorgestelde tijdelijke reparatie van het ANW-gat voor politieke ambtsdragers. Omdat zich laat denken dat een nieuwe structurele nabestaandenregeling niet vóór 1 januari 1998 rond zal zijn, is in de Wet van 11 december 1996 tot wijziging van de Appa (Stb. 1997, 14) bepaald dat de minister van binnenlandse zaken kan besluiten dat de tijdelijke reparatie van het ANW-gat in plaats van 1 januari 1998 op latere datum zal eindigen. In het ontwerp-besluit is geregeld dat die latere datum ook zal gelden voor de tijdelijke ANW-reparatie voor gedeputeerden. De ANW kent een zogenaamde paraplubepaling voor de aanvullende pensioenen. Die geldt formeel niet voor de Appa-pensioenen. In artikel II, eerste lid, van evengenoemde Wet tot wijziging van de Appa wordt deze paraplubepaling van toepassing verklaard op de appa-pensioenen. Dat zijn immers in wezen ook aanvullende pensioenen. De paraplubepaling bewerkstelligt, tot 1 januari 2000, dat het genoemde ANW-gat niet zonder nadere afspraken wordt gerepareerd. Zoals hierboven al aangegeven voorziet de voorgestelde aanpassing van de Appa-regeling in een tijdelijke reparatie van het ANW-gat. Voor gedeputeerden is die tijdelijke reparatie geregeld in artikel II, onderdeel D, van het ontwerp-besluit. 1i. Kosten Een raming van de kosten van de invoering van het partnerpensioen is met tal van onzekerheden omgeven. Het is niet bekend wat de kansen zijn van overlijden van de belanghebbenden vóór de eventuele partner. De kostenraming zou kunnen worden gegrond op de aanname, enerzijds, dat het verwachte procentuele aandeel (2%) van het partnerpensioen in de kosten van het nabestaandenpensioen voor het overheidspersoneel ook gelding heeft voor de politieke ambtsdragers en, anderzijds, de bekende jaarlijkse kosten van nabestaandenpensioenen voor nabestaanden van overleden (ex-)gedeputeerden. Over de financiering van die kosten wordt het volgende opgemerkt. Voor het overheidspersoneel vindt de financiering plaats door een verhoging per 1 januari 1996 van de pensioenbijdragen aan het ABP. Deze verhoging leidt tot een hoger verhaal op de ambtenaren van die pensioenbijdragen. De hoogte van het op het inkomen van een politieke ambtsdrager als zodanig in te houden bedrag als pensioenpremie is gelijk aan de hoogte van het vermelde "verhaal" De binnen het kader van de provinciale begroting op te vangen kosten van het partnerpensioen kunnen aldus geacht worden ten dele door de gedeputeerden zelf te worden gedragen. De wijziging van de maatstaf voor de duur van het recht op uitkering zal in een beperkt aantal gevallen kunnen leiden tot een langere duur van dat recht. Het gaat om gevallen van een betrekkelijk korte duur van ambtsvervulling laatstelijk voor het aftreden, na een onderbreking van langer dan twee maanden die tevens "wezenlijk" is. Een langere duur van het recht op uitkering hoeft voorts niet steeds tot hogere uitvoeringskosten te leiden. Dit hangt af van het peil van nieuwe inkomsten dat na een zekere uitkeringsduur is bereikt. De wijziging van de systematiek van het meetellen van uitkeringstijd voor het pensioen zal betekenen dat er in een aantal gevallen een kwart opbouw zal zijn, tegen nihil nu. Daar staat tegenover dat er in andere gevallen, namelijk wanneer inkomsten buiten de overheidssfeer worden verworven, een mindere opbouw zal zijn, en wel een kwart tegen een halve opbouw nu. De nadere aanpassing van de pensioenregeling aan deeltijdarbeid is kostenneutraal. Het opnemen van de aanspraak op eindejaarsuitkering in de 26 januari psv0518.doc

15 berekeningsbasis voor de uitkering en het pensioen heeft betrekkelijk geringe kosten ten gevolge. Over de kosten van de voorziening voor de Appa-belanghebbenden ten gevolge van de intrekking van de AWW en de gelijktijdige invoering van de ANW het volgende. Voor het overheidspersoneel zijn de kosten, uitgedrukt in een percentage van de totale kosten aan nabestaandenpensioenen, te stellen op 0,1%, oplopend tot 0,3%. Voor de politieke ambtsdragers kan van gelijke percentages worden uitgegaan. Voor het overheidspersoneel geldt een verdeling van de kosten tussen werkgever en werknemer in de verhouding Langs de weg van de regeling van inhoudingen op het inkomen van de politieke ambtsdrager zal voor hen in feite eenzelfde verhouding gelden. De kosten van de voorziening kunnen dus geacht worden in aanzienlijke mate door henzelf te worden gedragen. 2. TOELICHTING OP DE ARTIKELEN VERMELD IN DE ONDERDELEN ARTIKEL I Artikelen 2, 2a en 9 De wijzigingen betreffen de maatstaf voor de duur van het recht op uitkering. De toegestane onderbrekingstijd is geflexibiliseerd. De toegestane onderbrekingstijd neemt toe met de duur van de totale tijd van de ambtsvervulling in de in aanmerking te nemen periode. Een toetsing aan de "wezenlijkheid" van de onderbreking vindt niet meer plaats. Ten aanzien van de regeling van de voortzetting van de uitkering tot het bereiken van de leeftijd van 65 jaar voor de gedeputeerde die bij aftreden 50 jaar of ouder is, is de gewijzigde maatstaf vertaald in de voorwaarde dat de betrokkene in het tijdvak van twaalf jaar vóór het aftreden ten minste tien jaar gedeputeerde is geweest. Artikel 3, derde lid, en artikel I, onderdeel HH Deze wijzigingen strekken ertoe de aanspraak op eindejaarsuitkering op te nemen in de berekeningsgrondslag voor de uitkering en het pensioen. Artikelen 10 en 10a (nieuw) De artikelen 10 en 10a bevatten de meest wezenlijke elementen van het partnerpensioen: de uitbreiding van het begrip "nabestaande" tot de aangemelde niet-huwelijkse betrekking en de regels voor de aanmelding. Aanmelding dient te geschieden bij het uitvoeringsorgaan van de pensioenregeling: gedeputeerde staten. Een aanmelding kan worden gedaan door de gedeputeerde tijdens de periode van actieve functievervulling, maar ook in de periode dat hij recht heeft op uitkering terzake van het aftreden. Buiten deze perioden kan een partner uit een vroeger huwelijk, gesloten vóór of in de actieve periode, worden aangemeld (artikel 10a, tweede lid, onderdeel b). Het eerste lid van artikel 10a geeft de positieve voorwaarden voor een aanmelding (hetzelfde woonadres en het bestaan van een samenlevingscontract) en de negatieve voorwaarden (geen bloedverwantschap in de rechte lijn, niet gehuwd zijn, niet jonger dan 18 jaar). Buiten het geval van actieve functievervulling op de leeftijd van 65 jaar of ouder, kan na het bereiken van die leeftijd geen aanmelding worden gedaan. De overige leden van artikel 10a bevatten regels voor beëindiging van een aanmelding en voor controle op het nog voldoen aan de voorwaarden voor een aanmelding. Het is in de eerste plaats het belang van degene die aanmelding heeft gedaan om actie te ondernemen indien er een relevante wijziging in de situatie is. Dit neemt niet weg, dat er voor de uitvoerder van de pensioenregeling (gedeputeerde staten) aanleiding kan zijn om bevestiging te vragen of nog wordt voldaan aan de voorwaarden voor de aanmelding. Artikelen 13, 14a, tweede lid, 15, tweede en derde lid, 15a, zevende en achtste lid, 26a, vierde lid, 26b, derde lid, 33, vierde en zesde lid Deze wijzigingen vloeien voort uit de wijziging van artikel 157 van de Appa. Zij zijn van louter technische aard. 26 januari psv0518.doc

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 632 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (de maatstaf voor de duur van het recht op uitkering en enige andere onderwerpen)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 638 Wet van 21 december 1995 tot wijziging van de Algemene burgerlijke pensioenwet en de Algemene militaire pensioenwet (invoering partnerpensioen),

Nadere informatie

Nr /14 Middelburg, 18 augustus Aan de Provinciale Staten van Zeeland,

Nr /14 Middelburg, 18 augustus Aan de Provinciale Staten van Zeeland, Wijziging uitkerings- en pensioenverordening Zeeuwse waterschapsbestuurders Commissie: Algemeen Bestuur Nr. WEB-632 Vergadering 16 oktober 1998 Agenda nr......... Gedeputeerde met de verdediging belast:

Nadere informatie

Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2002 / 28. Naam Uitkerings- en Pensioenverordening Wethouders (1970)

Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2002 / 28. Naam Uitkerings- en Pensioenverordening Wethouders (1970) Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2002 / 28 Naam Uitkerings- en Pensioenverordening Wethouders (1970) Publicatiedatum 19 december 2001 (Voorlopige publicatie: na verkrijging goedkeuring van Gedeputeerde

Nadere informatie

Uitkerings- en pensioenverordening wethouders

Uitkerings- en pensioenverordening wethouders Uitkerings- en pensioenverordening wethouders van de gemeente Dordrecht Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie

Nadere informatie

Nr. 62 Vermindering ouderdomspensioen bij eindigen deelneming door omzetting in partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar

Nr. 62 Vermindering ouderdomspensioen bij eindigen deelneming door omzetting in partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Nr. 62 Vermindering ouderdomspensioen bij eindigen deelneming door omzetting in partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar Vermindering

Nadere informatie

Uitkerings- en pensioenverordening Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

Uitkerings- en pensioenverordening Gedeputeerde Staten van Noord-Holland Provinciaal Blad 1995-17 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 31 januari 1995, nr. 95-160038, tot afkondiging van de Uitkerings- en pensioenverordening Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

Nadere informatie

GEMEENTE SCHERPENZEEL

GEMEENTE SCHERPENZEEL GEMEENTE SCHERPENZEEL Aan de leden van de raad Scherpenzeel, 9 september 1997 Kenmerk : POC/RK Voorstelnr. : 01-XI- Commissie : ABZ Portefeuille : burgemeester J.J.H. Colijn-de Raat Onderwerp : Uitkerings-

Nadere informatie

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement; Regeling uitkering substantieel bezwarende functies 2006 [Regeling vervalt per 01-04-2015.] Zichtdatum 07-02-2018 Geldend van 01-01-2010 t/m 31-03-2015 Regeling uitkering substantieel bezwarende functies

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 581 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer en enkele andere wetten in verband

Nadere informatie

Uitkerings - en pensioenverordening wethou ders gemeente deven ter 1993 (Wet van 23 november 1992, Stb 654)

Uitkerings - en pensioenverordening wethou ders gemeente deven ter 1993 (Wet van 23 november 1992, Stb 654) CVDR Officiële uitgave van Deventer. Nr. CVDR15147_1 15 maart 2016 Uitkerings - en pensioenverordening wethou ders gemeente deven ter 1993 (Wet van 23 november 1992, Stb 654) Afdeling 1 De uitkering Artikel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 221 Rijkswet van 8 mei 2003 tot wijziging van de rijkswet van 20 december 1989, houdende regeling van pensioenen en uitkeringen aan Gouverneurs

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 322 27 692 Het stellen van nadere regels in verband met de introductie van een toeslagregeling ter compensatie van het gemis aan overhevelingstoeslag

Nadere informatie

ouderdomspensioen heeft omgezet in partnerpensioen als 1 januari 2018 bedoeld in de overgangsbepaling 62.

ouderdomspensioen heeft omgezet in partnerpensioen als 1 januari 2018 bedoeld in de overgangsbepaling 62. Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Nr. 83 Partnerpensioen ex-partner bij overlijden voor 65 jaar Recht op bijzonder Bij overlijden van de gewezen deelnemer voor 65

Nadere informatie

de Uitkerings- en pensioenverordening voor bestuurders van het hoogheemraadschap van Rijnland vast te stellen.

de Uitkerings- en pensioenverordening voor bestuurders van het hoogheemraadschap van Rijnland vast te stellen. Provinciaal Blad 1995-53B Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland d.d. 10 oktober 1995 nr. 95-516176 tot afkondiging van het besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland d.d. 30 januari 1995,

Nadere informatie

Raadsbijlage Voorstel tot het wijzigen van de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders van de gemeente Eindhoven (tiende wijziging)

Raadsbijlage Voorstel tot het wijzigen van de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders van de gemeente Eindhoven (tiende wijziging) gemeente Eindhoven Dienst Bestuursondersteuning Raadsbijlage nummer xro Inboeknummer 98]oro4S4 Beslisdatum BSW so juni I998 Dossiernummer 827. r 04 Raadsbijlage Voorstel tot het wijzigen van de Uitkerings-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 424 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, de Wet privatisering ABP, de Werkloosheidswet en de Ziektewet in verband met

Nadere informatie

Aanvullingen en kortingen in verband met de privatisering van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds

Aanvullingen en kortingen in verband met de privatisering van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds Was u in dienst voor 1 januari 1996? Dan gelden er voor u extra regels: Nr. 52 Berekening ouderdomspensioen Pensioenaanspraken opgebouwd ABP betrekt bij de berekening van het pensioen: vóór 1 januari 2006

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 122 Wet van 15 maart 2010 tot harmonisatie van uitkeringsrechten van leden van de Tweede Kamer, wijzigingen in verband met de openbaarmaking

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 320 Wet van 10 juli 2013 tot wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers in verband met de verhoging van de pensioengerechtigde

Nadere informatie

DEF Nabestaandenreglement militairen

DEF Nabestaandenreglement militairen DEF Nabestaandenreglement militairen Het op artikel 28 van de Wet privatisering ABP steunende Nabestaandenreglement militairen, vastgesteld bij overeenkomst tussen de sociale partners van 25 september

Nadere informatie

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Nr 3213 ar. JZio GEMEENTE DORDRECHT UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Artikel l Deze verordening verstaat onder: a. ontslag: ontslag als bedoeld in artikel H 12a van het Algemeen Ambtenarenreglement

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 303 Besluit van 30 mei 1996, houdende wijziging van het koninklijk besluit van 25 juni 1993, houdende vaststelling van regelen, bedoeld in de

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSVERORDENING van 29 oktober 1991 houdende nieuwe regeling van de toekenning van uitkering en van pensioen aan statenleden, zomede van pensioen aan hun nabestaanden Citeertitel: Pensioenverordening

Nadere informatie

Nr.97773/33 Middelburg, 11 maart Aan de Provinciale Staten van Zeeland

Nr.97773/33 Middelburg, 11 maart Aan de Provinciale Staten van Zeeland Wijziging rechtspositieregelingen Commissie: algemeen bestuur Nr. POI-389 Vergadering 18 april 1997 Agenda nr........... Gedeputeerde met de verdediging belast: D.J.P. Bruinooge Nr.97773/33 Middelburg,

Nadere informatie

Wet verevening pensioenrechten bij scheiding

Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Wet van 28 april 1994, tot vaststelling van regels met betrekking tot de verevening van pensioenrechten bij echtscheiding of scheiding van tafel en bed (Wet

Nadere informatie

WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING

WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING Artikel 1 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder: a. scheiding: echtscheiding of scheiding van tafel en bed dan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1985-1986 19 000 Wijziging van de Algemene burgerlijke pensioenwet en de Spoorwegpensioenwet Nr. 8 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 9 december 1985 In

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 72434 28 december 2017 Publicatie Staatscourant wijziging Pensioenreglement ABP 1 januari 2018 (eindloon), Ministerie

Nadere informatie

Wijziging pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP

Wijziging pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP BZK Wijziging pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP 19 december 2007/Nr. 2007-0000550234 DGMOS/DAOS/Afd. A&A De Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, gelet op artikel 4, zesde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1985-1986 19 308 Wijziging van de Algemene burgerlijke pensioenwet en de Spoorwegpensioenwet met betrekking tot aanspraken van deelgerechtigden die de leeftijd

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Publicatie Staatscourant wijziging Pensioenreglement ABP 1 januari 2018 (middelloon)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Publicatie Staatscourant wijziging Pensioenreglement ABP 1 januari 2018 (middelloon) STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 72432 28 december 2017 Publicatie Staatscourant wijziging Pensioenreglement ABP 1 januari 2018 (middelloon) Artikel 1.1

Nadere informatie

BIZ Wet privatisering Abp, Wet kaderregeling vut Bekendmaking wijzigingen pensioenen fpu-regeling overheidspersoneel

BIZ Wet privatisering Abp, Wet kaderregeling vut Bekendmaking wijzigingen pensioenen fpu-regeling overheidspersoneel BIZ Wet privatisering Abp, Wet kaderregeling vut Bekendmaking wijzigingen pensioenen fpu-regeling overheidspersoneel 11 augustus 1997/Nr. AB97/917 DGMP/AO/U Gelet op artikel 4, zesde lid, van de Wet privatisering

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Nummer 39 van 2000 PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Vaststelling FPU-plusregeling Provincies Gedeputeerde staten van Zeeland maken bekend, dat de staten van deze provincie in hun vergadering van 22 september

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 69 Wet van 20 december 2001 tot wijziging van een aantal wetten in verband met de vereenvoudiging en vernieuwing van het militaire pensioenstelsel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 875 Wijziging van een aantal wetten in verband met de vereenvoudiging en vernieuwing van het militaire pensioenstelsel (Aanpassingswet kaderwet

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14515 20 mei 2014 Regeling van de minister voor Wonen en Rijksdienst van 15 mei 2014, nr. 2014-0000264200, inzake de gratificatie

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 8 Landsverordening tot regeling van de uitkering en het pensioen voor politieke gezagdragers en van het pensioen voor hun nabestaanden (Pensioenregeling

Nadere informatie

========= ===== * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5. * Suppletie 13:6 t/m 13:11. * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13

========= ===== * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5. * Suppletie 13:6 t/m 13:11. * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13 13 SUPPLETIE Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== * Begripsomschrijvingen 13:1 * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5 * Suppletie 13:6 t/m 13:11 * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13 * Scholing,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 946 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer in verband met een verkorting

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 318 Wijziging van enkele socialezekerheidswetten in verband met vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door de Sociale verzekeringsbank

Nadere informatie

1.ALGEMENE TOELICHTING

1.ALGEMENE TOELICHTING Toelichting behorende bij de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders van de gemeente Oldenzaal, vastgesteld bij raadsbesluit van 17 september 1998, nr. 29 1.ALGEMENE TOELICHTING Dit is de tekst van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 318 Wijziging van enkele socialezekerheidswetten in verband met vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door de Sociale verzekeringsbank

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 33 Besluit van 28 december 1994, houdende wijziging van het koninklijk besluit van 25 juni 1993, houdende vaststelling van regelen, bedoeld in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 30 425 Wijziging van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer, de Wet schadeloosstelling, uitkering

Nadere informatie

Pensioen voor uw gezin. Wat er is geregeld voor uw nabestaanden

Pensioen voor uw gezin. Wat er is geregeld voor uw nabestaanden Pensioen voor uw gezin Wat er is geregeld voor uw nabestaanden Stichting Pensioenfonds Hoogovens voert de pensioenregeling uit van Tata Steel in IJmuiden en Danieli Corus Technical Services B.V. Voor het

Nadere informatie

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N provinciaal blad nr. 29 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 30 juni 2005 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 21 juni 2005, nr. 2005-12.559, afd PO, tot

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Februari 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Inleidende bepalingen 1.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 2 Besluit van 13 november 1999, houdende wijziging van het Besluit bijzondere voorzieningen militair nabestaandenpensioen Wij Beatrix, bij de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 692 Het stellen van nadere regels in verband met de introductie van een toeslagregeling ter compensatie van het gemis aan overhevelingstoeslag

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 154 Voorstel van wet van de leden Recourt en Van der Steur tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van kinderalimentatie (Wet

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT. Stichting Pensioenfonds ABP. Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds (versiedatum: ) 1

PENSIOENREGLEMENT. Stichting Pensioenfonds ABP. Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds (versiedatum: ) 1 PENSIOENREGLEMENT Stichting Pensioenfonds ABP Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds (versiedatum: 04-12-2005) 1 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op: a. de gewezen deelnemer die is

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino 1 PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: het fonds : Stichting Pensioenfonds Holland Casino; het bestuur : het bestuur

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 01-01-2011) Besluit van 18 december 2000, houdende vaststelling van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie, alsmede houdende wijziging van onder meer het Besluit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 073 Aanpassing van enige arbeidsrechtelijke bepalingen die een belemmering kunnen vormen voor werknemers en ambtenaren die na de AOW-gerechtigde

Nadere informatie

Bijlage 4 Overgangsbepalingen

Bijlage 4 Overgangsbepalingen Bijlage 4 Overgangsbepalingen Nr. 1 Begripsbepalingen Bijlage 2 Arbeidsongeschiktheid ingetreden vóór 1 januari 2004 en de daarmee verband houdende arbeidsongeschiktheidsuitkering Invaliditeitspensioen

Nadere informatie

Pensioen voor uw gezin. Wat er is geregeld voor uw nabestaanden

Pensioen voor uw gezin. Wat er is geregeld voor uw nabestaanden Pensioen voor uw gezin Wat er is geregeld voor uw nabestaanden Pensioen voor uw gezin 3 Inhoud U bent deelnemer in de pensioenregeling van Pensioenfonds Hoogovens. Als u overlijdt, laat u misschien een

Nadere informatie

REGLEMENT STICHTING PENSIOENFONDS PON RING A

REGLEMENT STICHTING PENSIOENFONDS PON RING A REGLEMENT STICHTING PENSIOENFONDS PON RING A versie 7.0 d.d. 01-01-2014 ARTIKEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVING In het reglement zijn naast de begripsomschrijvingen van de statuten, waarvan sommigen hieronder ook

Nadere informatie

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

Aanvullend pensioenreglement Excedent middelloon Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon " STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG voor de werknemers geboren op of na 1 januari 1950 ORSIMA April 2018 1 Voorwoord

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Berndsen-Jansen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 565 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers in verband met de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en de pensioenrichtleeftijd

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:755

ECLI:NL:CRVB:2016:755 ECLI:NL:CRVB:2016:755 Instantie Datum uitspraak 03-03-2016 Datum publicatie 10-03-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13/1513 APPA Ambtenarenrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 765 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met waardeoverdracht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 227 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers met betrekking tot de uitkering bij aftreden en het nabestaandenpensioen Nr.

Nadere informatie

1. Algemene bepalingen. Begripsbepalingen

1. Algemene bepalingen. Begripsbepalingen 1. Algemene bepalingen Begripsbepalingen Artikel 1.1 Voor de toepassing van het bij of krachtens dit reglement bepaalde wordt verstaan onder: a. aangesloten werkgever: een werkgever als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Pensioenreglement wijzigingen Stichting Pensioenfonds ABP

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Pensioenreglement wijzigingen Stichting Pensioenfonds ABP STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20035 15 december 2010 Pensioenreglement wijzigingen Stichting Pensioenfonds ABP De minister van Binnenlandse Zaken en

Nadere informatie

Reglement Regeling Vervroegd Uittreden voor werknemers die na 30 juni 1937 en voor 1 januari 1950 zijn geboren

Reglement Regeling Vervroegd Uittreden voor werknemers die na 30 juni 1937 en voor 1 januari 1950 zijn geboren Stichting Pensioenfonds Gasunie Reglement Regeling Vervroegd Uittreden voor werknemers die na 30 juni 1937 en voor 1 januari 1950 zijn geboren Vastgesteld: 13 december 1994 Gewijzigd: 14 november 1995

Nadere informatie

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk. STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Verrijn Stuartlaan 1E 2288 EK Rijswijk Telefoon: 070-3381020 Fax : 070-3503531 Postbus 3144 2280 GC Rijswijk www.bpfavh.nl

Nadere informatie

Stichting Metro Pensioenfonds. ANW Hiaatreglement. 28 oktober 2008

Stichting Metro Pensioenfonds. ANW Hiaatreglement. 28 oktober 2008 Stichting Metro Pensioenfonds ANW Hiaatreglement Inhoudsopgave BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 1 DEELNEMERSCHAP... 1 KEUZEMOGELIJKHEID ANW-HIAATPENSIOEN... 1 AANVANG EN WIJZIGING VAN DE VERZEKERING VAN ANW-HIAATPENSIOEN...

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 900 21 januari 2010 Besluit van... houdende wijziging van het Algemeen rijksambtenarenreglement en enkele andere besluiten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 169 Regeling van een verzekering voor nabestaanden (Algemene nabestaandenwet) Nr. 9 AMENDEMENTEN VAN HET LID KALSBEEK-JASPERSE C.S. Ontvangen

Nadere informatie

RANK XEROX (NEDERLAND) B.V. PENSIOENREGLEMENT

RANK XEROX (NEDERLAND) B.V. PENSIOENREGLEMENT RANK XEROX (NEDERLAND) B.V. PENSIOENREGLEMENT INHOUDSOPGAVE Pagina Artikel 1 Omschrijving 3 Artikel 2 Deelnemerschap 3 Artikel 3 Aanspraken 4 Artikel 4 Verzekering 4 Artikel 5 Pensioengrondslag 5 Artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1974-1975 13 288 Wijziging van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 (Stb. 1947, H 313) en de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers (Stb. 1947,

Nadere informatie

Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van B.V., gevestigd te.. gehouden op.dag 201

Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van B.V., gevestigd te.. gehouden op.dag 201 Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van B.V., gevestigd te.. gehouden op.dag 201 te Aanwezig is: Mevrouw/De heer, die tevens als voorzitter van deze vergadering optreedt. De voorzitter

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121 GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121 Burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis; gezien de instemming van de plaatselijke commissie voor georganiseerd overleg; besluiten: vast te stellen de volgende: VERORDENING,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 565 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers in verband met de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en de pensioenrichtleeftijd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 154 Voorstel van wet van de leden Recourt en Van Oosten tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015 PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN Juni 2015 ARTIKEL 1 Begripsbepalingen De definities en de begripsomschrijvingen zoals vermeld in

Nadere informatie

1. Algemene bepalingen. Begripsbepalingen

1. Algemene bepalingen. Begripsbepalingen 1. Algemene bepalingen Begripsbepalingen Artikel 1.1 Voor de toepassing van het bij of krachtens dit reglement bepaalde wordt verstaan onder: a. aangesloten werkgever: een werkgever als bedoeld in artikel

Nadere informatie

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk. STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Verrijn Stuartlaan 1e 2288 EK Rijswijk Telefoon: 070-3381020 Fax : 070-3503531 Postbus 3144 2280 GC Rijswijk www.bpfavh.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 200 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het invoeren van een nieuw arrangement voor de bekostiging van

Nadere informatie

Ziektekostenstelsel ten behoeve van ambtenaren in de zin van het Ambtenarenreglement s-gravenhage.

Ziektekostenstelsel ten behoeve van ambtenaren in de zin van het Ambtenarenreglement s-gravenhage. rv 113 Bestuursdienst nr. PI9900204 Den Haag, 11 mei 1999 Aan de gemeenteraad Ziektekostenstelsel ten behoeve van ambtenaren in de zin van het Ambtenarenreglement s-gravenhage. Wij zijn in overleg met

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 505 Wet van 13 december 2017 tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet

Nadere informatie

Wijziging verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden

Wijziging verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden Besluit 28/07 B Voorgestelde behandeling: PS-vergadering : 22 juni 2007 Onderwerp Wijziging verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden s-hertogenbosch Provinciale Staten van Noord-Brabant;

Nadere informatie

Citeertitel: Landsverordening voorzieningen gewezen politieke ambtsdragers en hun nabestaanden

Citeertitel: Landsverordening voorzieningen gewezen politieke ambtsdragers en hun nabestaanden Intitulé : LANDSVERORDENING van 27 december 2010 houdende bepalingen met betrekking tot de financiële voorzieningen ten behoeve van voormalige politieke ambtsdragers en hun weduwen en wezen Citeertitel:

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT Stichting Pensioenfonds ABP

PENSIOENREGLEMENT Stichting Pensioenfonds ABP PENSIOENREGLEMENT Stichting Pensioenfonds ABP Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds 1 1. Algemene bepalingen Begripsbepalingen Artikel 1.1 Voor de toepassing van het bij of krachtens dit reglement

Nadere informatie

Overgangsbepalingen. Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels:

Overgangsbepalingen. Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Nr. 131 Pensioengevend inkomen bij werkloosheidsuitkering of ontslaguitkering Werknemer met een lopend recht ABP betaalt het ABP

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG GELDEND VANAF 1 JANUARI 2006 April 2015 OVERGANGSREGELING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 711 Wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 598 Wet van 29 december 2008 tot wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten in verband met de invoering van

Nadere informatie

Wijziging pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP en Reglement FPU

Wijziging pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP en Reglement FPU BZK Wijziging pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP en Reglement FPU Wijziging van de pensioenaanspraken van overheidswerknemers, gewezen overheidswerknemers en hun nagelaten betrekkingen, alsmede

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 633 Wet van 15 december 1995, houdende wijziging van de inkomstenbelasting en de vermogensbelasting (belastingheffing in geval van tijdelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 625 Wet van 21 december 2000, houdende wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34463 1 juli 2016 Wijziging Pensioenreglement ABP per 1 juli 2016, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Voorstel van wet van de leden Recourt en Van der Steur tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van kinderalimentatie (Wet herziening

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) b e s l u i t :

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) b e s l u i t : GEMEENTE HOOGEVEEN Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) Het college van de gemeente Hoogeveen, gezien de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 406 Beschikking van de Minister van Justitie van 23 september 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Pensioenbesluit politieke

Nadere informatie

vast te stellen de 4e wijziging van de Rechtspositieregeling Brandweer Brabant Noord als volgt:

vast te stellen de 4e wijziging van de Rechtspositieregeling Brandweer Brabant Noord als volgt: AGP 19 (d) ABVRBN 20130403 Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord, - gelet op het bepaalde in de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord 2011; - gelet op het voorstel

Nadere informatie