HOOFDSTUK 2 Uitgangspunten van de regeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HOOFDSTUK 2 Uitgangspunten van de regeling"

Transcriptie

1 HOOFDSTUK 2 Uitgangspunten van de regeling 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden een aantal algemene uitgangspunten besproken die aan de regeling van de strafbeschikking ten grondslag liggen. In 2.2 wordt uiteen gezet dat een daarvoor in aanmerking komend strafbaar feit door middel van een strafbeschikking formeel kan worden vervolgd en bestraft. In 2.3 komt aan de orde dat de strafbeschikking op een schuldvaststelling berust, en welke gevolgen dit heeft. In 2.4 staat de vraag centraal of consensualiteit bij de strafbeschikking een rol speelt. In 2.5 wordt de strafbeschikking bezien tegen de achtergrond van de afdoeningsmodaliteiten die de officier van justitie ter beschikking staan. 2.6 is gewijd aan de vraag in hoeverre er na het uitvaardigen van de strafbeschikking nog mogelijkheden zijn om voor hetzelfde feit de vervolging voort te zetten. Ook komt daarin aan de orde in hoeverre een vervolging kan worden ingesteld nadat een bestuurlijke boete is opgelegd. In 2.7 komt aan de orde welke invloed de regeling van de strafbeschikking heeft op de rollen van Openbaar Ministerie en strafrechter. In 2.8 staat de vraag centraal hoe de regeling zich tot de Grondwet en tot de internationale verdragen verhoudt. 2.2 Een daad van vervolging Door een strafbeschikking uit te vaardigen kan de officier van justitie een strafbaar feit zelf vervolgen en bestraffen (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 1). Het uitvaardigen van een strafbeschikking is, net zoals dagvaarding voor de strafrechter, een daad van vervolging. Dit komt onder meer tot uitdrukking in het opschrift van Titel IVa van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafvordering. Dat opschrift luidt: Vervolging door een strafbeschikking. Deze Titel gaat vooraf aan Titel V ( Aanhangig maken der zaak ter terechtzitting ) die handelt over vervolging door een dagvaarding. Door de positionering van de strafbeschikking als een daad van vervolging komt het rechtskarakter van de strafbeschikking volgens de memorie van toelichting meer overeen 5

2 2.2 Uitgangspunten van de regeling met dat van een rechterlijke veroordeling (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 1). De strafbeschikking is een eenzijdige rechtshandeling die berust op een vaststelling van schuld aan een strafbaar feit door de uitvaardigende instantie. Wilsovereenstemming tussen de officier van justitie en de verdachte is daarbij in principe niet vereist. Doordat de strafbeschikking een daad van vervolging is, heeft het uitvaardigen daarvan het vermogen om de vervolgingsverjaring te stuiten. Dat is een belangrijk verschil met de transactie, waarvan het aanbieden geen stuiting van de vervolgingsverjaring tot gevolg kan hebben, omdat de transactie geen daad van vervolging is, maar integendeel strekt tot voorkóming van strafvervolging (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p ). Dit is vooral bij de overtredingen van belang, die een vervolgingsverjaringstermijn kennen van drie jaar (zie art. 70 onder 1 Sr). Die termijn wordt gestuit door voor de overtreding een strafbeschikking uit te vaardigen. Terminologie De inpassing van de strafbeschikking in het Wetboek van Strafvordering (en het Wetboek van Strafrecht) roept een aantal terminologische vragen op. In de regeling van de strafbeschikking wordt degene jegens wie een strafbeschikking is uitgevaardigd, consequent aangeduid met de verdachte (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 20). Het nadeel van die term is in dit verband dat daaruit niet blijkt dat de verdachte, doordat jegens hem een strafbeschikking is uitgevaardigd, wel degelijk is vervolgd en bestraft. Hantering van de term veroordeelde zou echter weer het misverstand kunnen opwekken dat de verdachte door de rechter is veroordeeld (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 20). Aandacht verdient dat deze terminologische vragen ook al speelden voordat de strafbeschikking in het Wetboek van Strafvordering werd opgenomen. De veroordeelde die tegen het vonnis van de rechtbank hoger beroep instelt, wordt in art. 408 als verdachte aangeduid, ook al is hij in eerste aanleg veroordeeld (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 7, p ). In beleidsregels van het Openbaar Ministerie zie bijvoorbeeld de Aanwijzing OM-strafbeschikking (Stcrt. 2013, 33003, p. 2) wordt een andere terminologische keuze gemaakt: de persoon jegens wie een strafbeschikking is uitgevaardigd, wordt in deze beleidsregels consequent aangeduid met de term bestrafte. Een vergelijkbare terminologische vraag rijst bij de wettelijke term veroordeling. Kan daaronder ook een strafbeschikking worden begrepen? Daarover wordt in de memorie van toelichting gezegd dat nu een strafbeschikking 6

3 Uitgangspunten van de regeling 2.3 wat haar rechtsgevolgen betreft meer overeenkomt met een rechterlijke veroordeling de strafbeschikking in de bepalingen over de tenuitvoerlegging met een veroordeling gelijk is gesteld, dan wel onder het begrip veroordeling mede een strafbeschikking is begrepen, indien de toepasselijkheid van een dergelijke bepaling bij de strafbeschikking vanzelf spreekt (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 20). Een voorbeeld van dit laatste is art. 575 lid 1 eerste zin (in het wetsvoorstel herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen Kamerstukken II 2014/15, , nr. 2 vervangen door art. 6:4:5 lid 1 eerste zin) krachtens welk artikel bij dwangbevel verhaal kan worden genomen op voorwerpen van de veroordeelde die in beslag zijn genomen. Dit kunnen ook voorwerpen zijn van de persoon jegens wie de strafbeschikking is uitgevaardigd. Aandacht verdient dat art. 78b Sr bepaalt dat waar in het Wetboek van Strafrecht van veroordeling wordt gesproken daaronder een strafbeschikking is begrepen voor zover niet uit enige bepaling het tegendeel volgt (zie nader Kamerstukken II 2004/05, , nr. 8, p. 4). Dezelfde systematiek wordt in art. 179 lid 9 en 179a lid 3 WVW 1994 gehanteerd. Voor het gebruik van de term strafbeschikking worden in de memorie van toelichting de volgende redenen aangedragen (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 66). Het Wetboek van Strafvordering reserveert de term beschikking voor alle niet op de terechtzitting gegeven beslissingen. Het uitvaardigen van een strafbeschikking kan daaronder worden begrepen. Daaraan doet volgens de memorie van toelichting niet af dat de strafbeschikking geen rechterlijke beschikking is (zie art. 138). Dat het gaat om een straf -beschikking neemt niet weg dat daarin ook sancties kunnen worden opgelegd die in het Wetboek van Strafrecht niet als straffen zijn gedefinieerd. In zoverre sluit de term strafbeschikking, zo kan daaraan worden toegevoegd, aan bij de veelgebruikte term straftoemeting, waarmee wordt gedoeld op het bepalen welke sanctie aan de schuldigverklaring van de verdachte moet worden verbonden. De toegemeten sanctie kan ook een maatregel zijn. 2.3 Schuldvaststelling Dat een strafbaar feit is begaan, moet op grond van art. 257a lid 1 door de officier van justitie worden vastgesteld. Dit onderdeel van art. 257a lid 1 kan, naar de letter genomen, de indruk wekken dat de officier van justitie alleen behoeft vast te stellen dat de verdachte een strafbaar feit heeft begaan, en zich niet hoeft bezig te houden met de vraag of de verdachte voor dat feit strafrechtelijk aansprakelijk is. De verdachte die meent dat hem een beroep op een strafuitsluitingsgrond toevalt, zou bestraffing dan alleen kunnen afwenden 7

4 2.3 Uitgangspunten van de regeling door verzet te doen tegen de strafbeschikking. Dat is echter niet zo bedoeld. De besproken passage is in art. 257a opgenomen door aanneming van een amendement (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 9). De bedoeling van het amendement was, zoals blijkt uit de daarop gegeven toelichting, duidelijker in de wettekst te verankeren dat de strafbeschikking op een schuldvaststelling berust. Mede tegen die achtergrond is aannemelijk dat moet worden bezien of de verdachte strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gehouden voor het strafbaar feit waarvoor de strafbeschikking wordt uitgevaardigd. De vraag of een strafuitsluitingsgrond aanwezig is, maakt deel uit van die beoordeling. Strafbeschikkingen kunnen ook worden uitgevaardigd door anderen dan de officier van justitie. Zo bevat hoofdstuk III van het Besluit OM-afdoening een uitwerking van de door opsporingsambtenaren uit te vaardigen strafbeschikking en hoofdstuk IV een uitwerking van de door bestuursorganen uit te vaardigen strafbeschikking. Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) verzendt de strafbeschikking namens de opsporingsambtenaar of het bestuursorgaan. In de praktijk betreft het hier de afdoening van lichte overtredingen met lage geldboetes die tariefmatig zijn vastgesteld in beleidsregels van het Openbaar Ministerie. Bij deze overtredingen gaat het in de regel om relatief gemakkelijk vast te stellen feiten waarbij de strafuitsluitingsgronden normaal gesproken niet aan de orde zijn. De opsporingsambtenaar zal echter in gevallen waarin aannemelijk is dat zich een strafuitsluitingsgrond voordoet, moeten afzien van het uitvaardigen van een strafbeschikking. Wanneer aanwijzingen voor het zich voordoen van een strafuitsluitingsgrond ontbreken denk aan gevallen van constatering van een strafbaar feit op straat zonder dat een verdachte kon worden staande gehouden zal een verdachte daarop een beroep kunnen doen bij gelegenheid van een door hem ingesteld verzet tegen de strafbeschikking. Indien de officier van justitie meent dat van een strafuitsluitingsgrond sprake is, zal hij de strafbeschikking intrekken (of wijzigen). Een vergelijkbare situatie doet zich voor bij verkeersovertredingen die op kenteken worden geconstateerd. Uit art. 181 lid 2 WVW 1994 vloeit voort dat van kentekenaansprakelijkheid bij een strafbeschikking geen sprake is wanneer de kentekenhouder voor het uitvaardigen van de strafbeschikking de bestuurder bekend heeft gemaakt, of niet heeft kunnen vaststellen wie de bestuurder was en hem daarvan redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt. Zoals blijkt uit de toelichting op de tweede nota van wijziging verheldert deze bepaling voor het geval een strafbeschikking overwogen wordt, in welke gevallen het uitvaardigen van een strafbeschikking tegen de kentekenhouder aan de orde is 8

5 Uitgangspunten van de regeling 2.3 (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 24, p. 2-3). De kentekenhouder kan volgens deze toelichting logischerwijs slechts een beroep doen op deze bepaling wanneer hij op de hoogte is van het voornemen een strafbeschikking uit te vaardigen. De wet verplicht er niet toe, de verdachte in de gelegenheid te stellen de bestuurder bekend te maken voordat een strafbeschikking wordt uitgevaardigd (ibidem). Voorts volgt uit art. 181 lid 3 WVW 1994 dat de kentekenaansprakelijkheid bij berechting (door de rechter) niet geldt (o.a.) wanneer de kentekenhouder bij het doen van verzet tegen de strafbeschikking de bestuurder bekend heeft gemaakt. Op grond van art. 181 lid 4 WVW 1994 moet de verdachte in de strafbeschikking worden gewezen op de mogelijkheid om bij het doen van verzet de bestuurder bekend te maken. De officier van justitie wordt zo in de gelegenheid gesteld nader onderzoek te plegen op basis van de door [de kentekenhouder] verstrekte informatie alvorens te beslissen of de strafbeschikking wordt ingetrokken dan wel de zaak op basis van het ingestelde verzet aan de strafrechter wordt voorgelegd, aldus de bedoelde toelichting (ibidem). Uit een en ander volgt dat de strafbeschikking in dergelijke gevallen berust op een schuldvaststelling jegens de kentekenhouder, ontleend aan de constatering van de verkeersovertreding op kenteken, die door de kentekenhouder kan worden ontkracht door verzet tegen de strafbeschikking te doen, en daarbij de bestuurder bekend te maken of omstandigheden aan te voeren waaruit voortvloeit dat hem er redelijkerwijs geen verwijt van kan worden gemaakt dat hij niet heeft kunnen vaststellen wie de bestuurder was. Dit een en ander komt aanvaardbaar voor, omdat het gaat om overtredingen, en er in de regel van mag worden uitgegaan dat de kentekenhouder behoudens wanneer deze zich bij gelegenheid van het verzet tegen de strafbeschikking disculpeert ook de bestuurder is geweest van de met zijn motorrijtuig begane verkeersovertreding. Aandacht verdient dat ook een bestuurlijke boete op een schuldvaststelling moet berusten die meer behelst dan het gedaan hebben. Dit volgt enerzijds uit art. 5:5 Awb waarin wordt bepaald dat het bestuursorgaan geen bestuurlijke sanctie oplegt indien voor het feit een rechtvaardigingsgrond bestond, en anderzijds uit art. 5:41 Awb waarin wordt bepaald dat het bestuursorgaan geen bestuurlijke boete oplegt indien het feit niet aan de overtreder kan worden verweten. Het in 10.3 uitgebreider besproken onderzoek van de procureur-generaal bij de Hoge Raad naar de werking van de wettelijke regeling van de door de officier van justitie uitgevaardigde strafbeschikking ( Beschikt en gewogen, 2014) levert een ernstig te nemen indicatie op dat de grondigheid en de zorgvuldigheid 9

6 2.4 Uitgangspunten van de regeling waarmee de schuldvaststelling moet plaatsvinden, in een aantal gevallen in de praktijk te wensen over laat en verbetering behoeft. Voor een bespreking van dit onderdeel van het rapport verwijs ik naar Strafbeschikking en consensualiteit De strafbeschikking is een eenzijdige rechtshandeling. Wilsovereenstemming tussen degene die de strafbeschikking uitvaardigt en de verdachte wordt daarbij niet verondersteld (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 52 en Kamerstukken I 2005/06, , C, p. 33). Als gevolg daarvan is verzet tegen de strafbeschikking volgens de memorie van toelichting niet een ontkenning van wilsovereenstemming, maar een rechtsmiddel tegen een beslissing waarbij een sanctie wordt opgelegd. Dit betekent dat de strafbeschikking, anders dan de transactie, geen consensueel karakter heeft. Toch is consensualiteit in de regeling van de strafbeschikking niet geheel overboord gezet. In de Kamerstukken wordt dit uitgedrukt met de stelling dat door de introductie van de strafbeschikking consensualiteit als allesoverheersend kenmerk van de buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten is losgelaten (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 7, p. 3 en Kamerstukken I 2005/06, , C, p. 34). Voor de oplegging van de taakstraf en de ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen in de strafbeschikking, evenals voor het geven van gedragsaanwijzingen in een strafbeschikking, is de wettelijke voorwaarde voorzien dat de verdachte zich bereid verklaart de straf te voldoen of zich aan de gegeven aanwijzing te houden (art. 257c lid 1; zie nader 4.3.1). Deze bereidverklaring omvat volgens de nota naar aanleiding van het verslag niet mede instemming van de verdachte met de strafbeschikking (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 7, p ). Het gaat er volgens die nota slechts om dat de verdachte bereid is de straf te voldoen of zich aan de aanwijzing te houden. De reden om bij de genoemde straffen en aanwijzingen een voorafgaande bereidverklaring door de verdachte voor te schrijven is, dat de verdachte daarzonder gelet op de relatieve zwaarte van deze sancties en de omstandigheid dat het rijbewijs voor velen heilig is vaak verzet zou doen tegen de strafbeschikking. Bij het ontbreken van de bereidverklaring kan maar beter direct tot dagvaarden worden overgegaan (zie nader 4.3.1). In de Zweedse regeling kan de officier van justitie bepaalde strafbare feiten afdoen met een geldelijke sanctie indien de verdachte het strafbaar feit bekent en instemt met de omstandigheid dat dit feit buitengerechtelijk door de officier van justitie wordt afgedaan (zie nader hoofdstuk 48, art. 9, van het 10

7 Uitgangspunten van de regeling 2.5 Zweedse Wetboek voor juridische procedures). De Nederlandse regeling van de strafbeschikking is anders van opzet; noch een bekentenis noch instemming met de omstandigheid dat het feit met een strafbeschikking wordt afgedaan, is vereist. Als de verdachte geen verzet doet tegen de strafbeschikking, betekent dit juridisch gezien slechts dat hij zich neerlegt bij de omstandigheid dat de officier van justitie hem schuldig acht, bij de in de strafbeschikking opgelegde sanctie, en bij de omstandigheid dat het feit met een strafbeschikking is afgedaan. Indien de verdachte meent dat hij zich niet aan het strafbaar feit schuldig heeft gemaakt, en/of indien hij bezwaar heeft tegen de opgelegde sanctie de buitengerechtelijke afdoening van het feit, kan hij verzet doen. 2.5 De keuze tussen de afdoeningsmodaliteiten die de officier van justitie ter beschikking staan Dagvaarding, strafbeschikking en voorwaardelijk sepot De officier van justitie kan, indien hij het strafbaar feit wil vervolgen, kiezen tussen het uitvaardigen van een strafbeschikking of het dagvaarden van de verdachte om op de terechtzitting te verschijnen. Deze keuze bestaat vanzelfsprekend alleen indien het gaat om een strafbaar feit waarbij het uitvaardigen van een strafbeschikking wettelijk is toegestaan. Er is geen verplichting om strafbare feiten waarvoor een strafbeschikking kan worden uitgevaardigd, met een strafbeschikking af te doen. Dit sluit aan bij en vloeit voort uit het opportuniteitsbeginsel dat in art. 167 en 242 is neergelegd. Dat neemt niet weg dat in beleidsregels van het Openbaar Ministerie kan worden vastgelegd welke zaken voor afdoening met een strafbeschikking in aanmerking komen. Dat is gebeurd in de Aanwijzing OM-strafbeschikking (Stcrt. 2014, 33003). Naast vervolgen door een strafbeschikking of dagvaarden kan de officier van justitie beslissen om af te zien van vervolgen, dan wel de vervolgingsbeslissing onder voorwaarden uitstellen (zie nader art. 167 lid 2 en 242 lid 2). De laatstgenoemde vervolgingsmodaliteit betreft het voorwaardelijk beleidssepot. Daaraan zal in 3.3 nader aandacht worden geschonken. Overgangsperiode: transactie in plaats van strafbeschikking Voorlopig zal de transactie naast de strafbeschikking blijven functioneren. De transactie is een afdoeningsmodaliteit waarbij voorwaarden worden gesteld ter voorkoming van vervolging. Daarin verschilt de transactie van de strafbeschikking en van dagvaarding om voor de strafrechter te verschijnen, die beide daden van vervolging zijn, en komt zij overeen met het voorwaardelijk sepot. 11

8 2.5 Uitgangspunten van de regeling In hoofdstuk 10 komt aan de orde op welke wijze de overgang van de transactie naar een strafbeschikking wordt gefaseerd en welk overgangsrecht daarbij geldt. Strafbeschikking na toepassing van ingrijpender strafvorderlijke bevoegdheden en (vrijheidsbenemende) dwangmiddelen De wettelijke regeling van de strafbeschikking is in het Wetboek van Strafvordering gepositioneerd tussen de bepalingen van het voorbereidend onderzoek en die van dagvaarding en berechting in. Het is, zoals ook blijkt uit de nota naar aanleiding van het verslag, wettelijk niet uitgesloten om een strafbeschikking uit te vaardigen na de inverzekeringstelling of na de toepassing van andere strafvorderlijke bevoegdheden, zoals de doorzoeking en de telefoontap (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 7, p. 24). Dat het Wetboek van Strafvordering afdoening met een strafbeschikking in dergelijke gevallen niet uitsluit, wil nog niet zeggen dat afdoening met een strafbeschikking in die gevallen voor de hand ligt. De strafbeschikking is primair bedoeld voor de afdoening van eenvoudige zaken. De inzet van ingrijpender opsporingsbevoegdheden of van inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis, is in zulke zaken doorgaans niet aan de orde. In het bijzonder geldt dat de strafbeschikking primair bedoeld is voor zaken waarin vrijheidsbeneming niet aan de orde is. Dat betekent volgens de nota naar aanleiding van verslag niet dat het uitvaardigen van een strafbeschikking na inverzekeringstelling of voorlopige hechtenis niet meer aan de orde kan zijn. In die nota wordt het voorbeeld genoemd waarin een zaak aanvankelijk een vrijheidsstraf lijkt te rechtvaardigen, maar waarin na onderzoek blijkt dat de zaak adequaat kan worden afgedaan met een taakstraf of een geldboete. In zulke gevallen is afdoening met een strafbeschikking mogelijk. In dit verband wordt een strafbeschikking, uitgevaardigd na alleen de inverzekeringstelling, in de nota naar aanleiding van het verslag een betrekkelijk reële optie genoemd, en uitvaardiging van een strafbeschikking na de bewaring in bijzondere gevallen een optie (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 7, p. 24). De nota naar aanleiding van het verslag noemt de proformazitting als harde grens. Dat spoort met de omstandigheid dat de officier van justitie de dagvaarding niet meer kan intrekken nadat het onderzoek op de terechtzitting is begonnen (art. 266). In dit verband wordt in die nota nog opgemerkt, dat indien inverzekeringstelling en/ of voorlopige hechtenis is toegepast, en het feit daarna met een strafbeschikking wordt afgedaan, de verdachte de door die inverzekeringstelling of voorlopige hechtenis geleden schade alleen op grond van art. 89 vergoed kan zien indien hij verzet doet tegen de strafbeschikking. 12

9 Uitgangspunten van de regeling 2.5 Inmiddels is beleid in gang gezet vanaf 2013 landelijk om strafzaken betreffende veelvoorkomende criminaliteit via een versnelde werkwijze af te doen. Deze zogenaamde ZSM-werkwijze houdt in dat strafzaken versneld worden afgehandeld op het politiebureau waar ook een of meer officieren van justitie zijn gestationeerd. Deze werkwijze moet worden onderscheiden van de daarna volgende wijze van afdoening (Frielink 2013, p. 277). Zij kan leiden tot berechting volgens het supersnelrecht of snelrecht, maarook tot uitvaardiging van een strafbeschikking. In het kader van deze werkwijze komt het geregeld voor, dat verdachten die eerst zijn opgehouden voor onderzoek en daarna in verzekering zijn gesteld, met een strafbeschikking worden heengezonden. Verkeersovertredingen: WAHV-afdoening of strafrechtelijke afdoening Door inwerkingtreding van de Wet OM-afdoening is art. 2 lid 1 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) per 1 februari 2008 in die zin gewijzigd, dat overtreding van de in de bijlage bij de WAHV genoemde verkeersvoorschriften via de WAHV kan worden afgedaan. Anders dan voorheen hoeft overtreding van die voorschriften niet meer via de WAHV te worden afgedaan. In zoverre is de WAHV optioneel gemaakt. Daarmee kan er in door de richtlijnen van het Openbaar Ministerie bepaalde gevallen ook voor worden gekozen om overtreding van de bedoelde verkeersvoorschriften strafrechtelijk af te doen, bijvoorbeeld met een strafbeschikking. Dat kan volgens de toelichting op het amendement waarbij deze wijziging van de WAHV aan het wetsvoorstel OM-afdoening werd toegevoegd, bijvoorbeeld aan de orde zijn in geval van notoire recidivisten die door de politie worden aangehouden (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 21). Deze wettelijke voorziening is blijkens de toelichting op het bedoelde amendement getroffen om het streven om de mogelijkheden te onderzoeken de WAHV in de OM-afdoening te integreren, te ondersteunen. In zekere zin slaat het gewijzigde art. 2 lid 1 WAHV een brug naar de toekomstige integratie van die wet in het strafrecht. Het voornemen om deze integratie op termijn tot stand te brengen is verschillende keren in de Kamerstukken betreffende de Wet OM-afdoening geuit (bijvoorbeeld Kamerstukken I 2005/06, , C, p ). Een latere wetswijziging die op gespannen voet lijkt te staan met deze koerswijziging in de verhouding tussen de WAHV en strafrechtelijke afdoening betreft de Wet van 31 maart 2011, Stb. 170 waarbij het strafbaar feit dat bestaat in het niet afsluiten van de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor een motorrijtuig en dat door vergelijking van registers wordt geconstateerd (art. 30 lid 2 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, WAM) onder de werking van de WAHV werd gebracht (zie nader Keulen 2011). De centrale reden die 13

10 2.6 Uitgangspunten van de regeling daarvoor in de desbetreffende memorie van toelichting werd gegeven, was dat binnen de gefaseerde invoering van Wet OM-afdoening prioriteit moest worden gegeven aan afdoening van andere strafbare feiten met een strafbeschikking (Kamerstukken II 2009/10, , nr. 3, p. 4). Recent is evenwel een beweging zichtbaar om bepaalde verkeersovertredingen, begaan door bestuurders die in de desbetreffende beleidsstukken als verkeershufters worden aangeduid, voortaan niet meer via de WAHV af te doen met een administratieve sanctie, maar via het strafrecht (zie Dijkstra 2013). Dit beleid heeft vorm gekregen doordat, naar in de nota van toelichting op het desbetreffende wijzigingsbesluit (Besluit van 25 november 2014, Stb. 484) wordt vermeld, enkele hufterfeiten uit de bijlage bij de WAHV zijn verwijderd. Deze kunnen daarmee voortaan alleen via het strafrecht worden afgedaan, met dat is volgens die nota van toelichting de bedoeling een door de officier van justitie uitgevaardigde strafbeschikking. In de strafbeschikking kunnen voor deze verkeersovertredingen ook andere sancties dan alleen een geldboete worden opgelegd. En deze overtredingen worden in de justitiële documentatie vermeld, wat bij afdoening via de WAHV niet het geval is. 2.6 Verdere vervolging na een strafbeschikking en vervolging na een bestuurlijke boete In twee gevallen kan voor een feit waarvoor eerder een strafbeschikking werd uitgevaardigd waartegen geen verzet is gedaan, de vervolging door een dagvaarding worden voortgezet: de strafbeschikking is niet of niet volledig ten uitvoer gelegd (art. 255a); het gerechtshof beveelt verdere vervolging door een dagvaarding voor een feit waarvoor eerder een strafbeschikking is uitgevaardigd (art. 12). Indien de verdachte voor een feit waarvoor eerder een strafbeschikking is uitgevaardigd, wordt gedagvaard, is volgens de memorie van toelichting sprake van een vervolging in etappes (Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 19). De vervolging wordt in dat geval voortgezet. In zoverre is een onherroepelijke strafbeschikking geen absoluut vervolgingsbeletsel. Indien de strafbeschikking deels of geheel ten uitvoer is gelegd, moet daarmee op grond van art. 354a rekening worden gehouden in de straftoemetingsbeslissing door de rechter (zie nader 5.5). 14

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2491 14 maart 2011 Rectificatie Aanwijzing OM-afdoening Op 1 maart 2011 is de Aanwijzing OM-afdoening (2011A001) in werking

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 67767 12 december 2018 Aanwijzing OM-strafbeschikking Rechtskarakter: Aanwijzing in de zin van artikel 130 lid 6 Wet RO

Nadere informatie

De strafbeschikking. Ü) Kluwer a Wolters Kluwer business. M. Kessler B.F. Keulen. Deventer - 2008

De strafbeschikking. Ü) Kluwer a Wolters Kluwer business. M. Kessler B.F. Keulen. Deventer - 2008 38 De strafbeschikking M. Kessler B.F. Keulen Ü) Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2008 INHOUDSOPGAVE Woord vooraf Afkortingen Verkort aangehaalde literatuur V XII! XV HOOFDSTUK 1 Inleiding 1

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 321 Besluit van 4 juli 2001 tot wijziging van het Besluit tenuitvoerlegging geldboetevonnissen, het Besluit tenuitvoerlegging ontnemings- en

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 42315 25 juli 2017 Aanwijzing feitgecodeerde misdrijven, overtredingen en muldergedragingen Rechtskarakter: Aanwijzing

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10909 22 juni 2011 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 15 juni 2011, nr. 5700090/11, houdende wijziging

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20096 28 september 2012 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 27 september 2012, nr. 299607, houdende

Nadere informatie

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september 2012. Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september 2012. Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen 76 Bestuursrechtelijke sanctiemiddelen De gemeente De Ronde Venen kan tegen overtreders met meerdere verschillende sanctiemiddelen, al dan

Nadere informatie

Wet OM-afdoening en de (fiscale) transactie: tijdsbesparing?

Wet OM-afdoening en de (fiscale) transactie: tijdsbesparing? Discussie, Nieuws & Analyse Mr. M. Rosing is advocaat bij Stibbe te Amsterdam. Wet OM-afdoening en de (fiscale) transactie: tijdsbesparing? Sinds 1 februari 2008 wordt de strafbeschikking gefaseerd ingevoerd

Nadere informatie

BOA PV. + combibon juni 2013/4 e druk lesboek. proces-verbaal = een woordelijk verslag van de gang van zaken

BOA PV. + combibon juni 2013/4 e druk lesboek. proces-verbaal = een woordelijk verslag van de gang van zaken BOA PV + combibon juni 2013/4 e druk lesboek proces-verbaal = een woordelijk verslag van de gang van zaken - wettelijke en administratieve eisen + combibon 1 Verbaliseringsplicht (notificatieplicht) voor

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 175 Wet van 23 maart 2005 tot wijziging en aanvulling van een aantal bepalingen in het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de betekening

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 46384 18 december 2015 Aanwijzing feitegcodeerde misdrijven, overtredingen en Muldergedragingen Rechtskarakter: Aanwijzing

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8279 25 maart 2014 Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet Rechtskarakter: Aanwijzing in de zin van art.

Nadere informatie

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 JU Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 101 Wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften bepaald

Nadere informatie

Diverse andere toezichthouders/ inspecties******* Arbeidsinspectie********

Diverse andere toezichthouders/ inspecties******* Arbeidsinspectie******** Bijlage 4 509 Tabellen bij hoofdstuk 8 Tabel 8.1 Door bestuursorganen geconstateerde overtredingen Belastingdienst 107.840 100.810 85.410 81.370 81.580 88.040 douane* 32.840 33.510 35.110 35.870 34.880

Nadere informatie

Tabellen bij hoofdstuk 8

Tabellen bij hoofdstuk 8 598 Criminaliteit en rechtshandhaving 2011 Tabellen bij hoofdstuk 8 Tabel 8.1 Afdoeningen van overtredingen door de politie en buitengewoon opsporingsambtenaren Geldsomtransacties 480.428 453.026 439.083

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 573 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

Nadere informatie

Regeling OM-afdoening

Regeling OM-afdoening JU Regeling OM-afdoening Regeling van de Minister van Justitie van 16 januari 2008, nr. 5525695/08, tot wijziging van enkele ministeriële regelingen in verband met de invoering van de Wet OM-afdoening

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8971 31 maart 2015 Aanwijzing OM-strafbeschikking Rechtskarakter: Aanwijzing in de zin van artikel 130 lid 4 Wet RO Van:

Nadere informatie

Afdoeningen van overtredingen door de politie en buitengewoon opsporingsambtenaren

Afdoeningen van overtredingen door de politie en buitengewoon opsporingsambtenaren 622 Criminaliteit en rechtshandhaving 2012 Tabellen bij hoofdstuk 8 Tabel 8.1 Afdoeningen van overtredingen door de politie en buitengewoon opsporingsambtenaren Geldsomtransacties 480.428 453.026 439.083

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 685 Regeling van DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

INHOUD. 103 Fiscale fraude / Ten geleide / 1

INHOUD. 103 Fiscale fraude / Ten geleide / 1 INHOUD 103 Fiscale fraude /1 103.0 Ten geleide / 1 103.1 Inleiding / 17 103.1.1 Wat is belastingfraude? / 17 103.1.2 Hoe treedt belastingfraude aan het licht? / 17 103.1.3 Wettelijk kader / 17 103.1.3.a

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 727 16 januari 2009 Aanwijzing OM-afdoening Categorie: Vervolging Rechtskarakter: Aanwijzing in de zin van artikel 130,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Afdoeningen van overtredingen door de politie en buitengewoon opsporingsambtenaren

Afdoeningen van overtredingen door de politie en buitengewoon opsporingsambtenaren 450 Criminaliteit en rechtshandhaving 2013 Tabellen bij hoofdstuk 9 Tabel 9.1 Afdoeningen van overtredingen door de politie en buitengewoon opsporingsambtenaren Geldsomtransacties 439.083 381.050 409.022

Nadere informatie

De buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten door het openbaar ministerie

De buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten door het openbaar ministerie De buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten door het openbaar ministerie G.J.M. van den Biggelaar Gouda Quint bv (S. Gouda Quint - D. Brouwer en Zoon) Arnhem 994 Inhoudsopgave Lijst van gebruikte

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 345 Besluit van 15 september 2017, houdende aanwijzing van overtredingen waarbij het recht op bijstand door een raadsman niet van toepassing

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 10750 17 juli 2009 Regeling van de Minister van Justitie van 10 juli 2009, nr. 5610455, houdende wijziging van de Regeling

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Deze richtlijn omvat: 1. De bijlage van de Wet administratiefrechtelijke

Deze richtlijn omvat: 1. De bijlage van de Wet administratiefrechtelijke JU Richtlijn voor strafvordering tarieven en feitomschrijvingen voor misdrijven, overtredingen en gedragingen als bedoeld in de wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften Categorie:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 834 Wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering inzake het rechtsgeding voor de politierechter en de mededeling van vonnissen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

3.2.1 Aard en karakter van de gedragsaanwijzing

3.2.1 Aard en karakter van de gedragsaanwijzing 3.2 De bevoegdheid van de officier van justitie tot het geven van een gedragsaanwijzing 3.2.1 Aard en karakter van de gedragsaanwijzing Zoals in het voorgaande aan de orde kwam, kunnen bepaalde tot ernstige

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45 Inhoudsopgave 1 Algemene inleiding: wat is strafrecht? 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Strafrecht: begripsvorming 16 1.2.1 Materieel en formeel strafrecht 16 1.2.2 Commuun en bijzonder strafrecht 17 1.2.3 Wat

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 398 Maatregelen verkeersveiligheid Nr. 342 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Criminaliteit Handelingen en gedragingen (zowel doen als nalaten) die de wetgever strafbaar heeft gesteld.

Criminaliteit Handelingen en gedragingen (zowel doen als nalaten) die de wetgever strafbaar heeft gesteld. Bijlage 7 Begrippen Deze bijlage volgt in principe de begrippenlijst zoals het CBS die heeft vastgesteld en online openbaar heeft gemaakt. In deze bijlage staan alle niet algemeen bekend veronderstelde

Nadere informatie

Mijnheer de Minister, mijnheer de voorzitter van het College van procureurs-generaal, dames en heren

Mijnheer de Minister, mijnheer de voorzitter van het College van procureurs-generaal, dames en heren Mijnheer de Minister, mijnheer de voorzitter van het College van procureurs-generaal, dames en heren Het is met veel voldoening dat ik u als Minister van Veiligheid en Justitie vandaag het rapport Beschikt

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 22 juni 2005 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissie voor Justitie OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer betreffende

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17 Inhoudsopgave Voorwoord / 5 Lijst van gebruikte afkortingen / 13 Deel I Het materiële strafrecht 1. Inleiding / 17 2. Straffen / 19 2.1 Hoofdstraffen ex artikel 9 Sr / 19 2.2 Bijkomende straffen / 20 3.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:4929

ECLI:NL:RBDHA:2017:4929 ECLI:NL:RBDHA:2017:4929 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-05-2017 Datum publicatie 12-05-2017 Zaaknummer C/09/529332 / KG ZA 17-374 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 299 Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met de introductie van de bestuurlijke boete Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Aanwijzing OM-afdoening

Aanwijzing OM-afdoening Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.3.213 Aanwijzing OM-afdoening tekst bronnen Staatscourant 2012, nr. 8299, d.d. 27.4.2012 datum inwerkingtreding 1.5.2012 In deze aanwijzing wordt de regeling van de

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:3559 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:3559 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2015:3559 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-09-2015 Datum publicatie 18-04-2017 Zaaknummer 23-005402-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

8 Overtredingen. F.P. van Tulder en H.G. Aten

8 Overtredingen. F.P. van Tulder en H.G. Aten 8 Overtredingen F.P. van Tulder en H.G. Aten In totaal zijn in circa 526. geconstateerde overtredingen op strafrechtelijke wijze behandeld. Het grootste deel daarvan werd door politie en buitengewone opsporingsambtenaren

Nadere informatie

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Milieu Specifiek

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Milieu Specifiek walificatiedossier: Domein II Milieu Toetsvorm: 50 Gesloten vragen ennisonderdeel: Wettelijke aders Milieu Specifiek Toetsduur: 80 minuten Cesuur: 67% (55% met correctie voor de gokkans) Deze toetstermen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 542 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en overtredingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en overtredingen STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11378 29 april 2013 Richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en en Categorie: Strafvordering Rechtskarakter:

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Nr. 3 Memorie van toelichting 1. I. Algemeen. 1. Inleiding. De centrale verwerking openbaar ministerie

Nr. 3 Memorie van toelichting 1. I. Algemeen. 1. Inleiding. De centrale verwerking openbaar ministerie 33 850 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de wettelijke regeling van de centrale verwerking Openbaar Ministerie Nr. 3 Memorie van toelichting 1 I.

Nadere informatie

Zaaknummer: HHVYT01. Bestuurlijke boete en bestuurlijke strafbeschikking. Collegevoorstel

Zaaknummer: HHVYT01. Bestuurlijke boete en bestuurlijke strafbeschikking. Collegevoorstel Collegevoorstel Inleiding Kleine ergernissen in het publieke domein, zoals overlast door loslopende honden, het verkeerd aanbieden van huisvuil, hinderlijk geplaatste uitstallingen en dergelijke zijn in

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 9745 2 juli 2009 Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 18 juni 2009, nr. 5600438, houdende vaststelling van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 475 Wet van 17 november 2016, houdende implementatie van richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:2972

ECLI:NL:RBAMS:2017:2972 ECLI:NL:RBAMS:2017:2972 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 04-04-2017 Datum publicatie 04-05-2017 Zaaknummer AMS 15/5918 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 44 Wet van 20 december 2007, houdende wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van

Nadere informatie

Wetsvoorstel tot vaststelling van Boek 3 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering Beslissingen omtrent vervolging

Wetsvoorstel tot vaststelling van Boek 3 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering Beslissingen omtrent vervolging CONCEPT Wetsvoorstel tot vaststelling van Boek 3 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering Beslissingen omtrent vervolging BOEK 3 Beslissingen omtrent vervolging INDELING 1 De beslissing tot vervolging

Nadere informatie

5 Vervolging. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

5 Vervolging. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen 5 Vervolging M. Brouwers en A.Th.J. Eggen In 2012 werden 218.000 misdrijfzaken bij het Openbaar Ministerie (OM) ingeschreven. Dit is een daling van 18% ten opzichte van 2005. In 2010 was het aantal ingeschreven

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Het Openbaar Ministerie en de vervolging 6.1 Inleiding

Hoofdstuk 6: Het Openbaar Ministerie en de vervolging 6.1 Inleiding Hoofdstuk 6: Het Openbaar Ministerie en de vervolging 6.1 Inleiding De Wet RO regelt niet alleen de competentie van gerechten. Hoofdstuk 4 bevat bepalingen over het Openbaar Ministerie, wat betekent dat

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 23694 23 december 2011 Richtlijn rijden onder invloed, artt. 8 leden 2 t/m 4, 162 en 163 WVW 1994 (polarisnummer 5.22)

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 29 849 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de buitengerechtelijke afdoening

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 85 Wet van 28 februari 2013 tot implementatie van richtlijn nr. 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende

Nadere informatie

De aanpak van overlastfeiten in de openbare ruimte

De aanpak van overlastfeiten in de openbare ruimte De aanpak van overlastfeiten in de openbare ruimte Een keuze tussen de bestuurlijke boete en de strafbeschikking Naam auteur: Noortje Verschuuren Studentnummer: 2005569 Opleiding: Juridische Hogeschool

Nadere informatie

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 324 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een puntenstelsel rijbewijzen Nr. 13 VOORSTEL VAN WET ZOALS HET LUIDT

Nadere informatie

Aanwijzing OM-afdoening

Aanwijzing OM-afdoening JU Aanwijzing OM-afdoening Categorie: Vervolging Rechtskarakter: Aanwijzing in de zin van artikel 130, lid 4 Wet RO Afzender: College van procureursgeneraal Adressaat: Hoofden van de parketten Registratienummer:

Nadere informatie

1. In artikel 126nba, eerste lid, onderdeel d, wordt het woord verwerkt telkens vervangen door : opgeslagen.

1. In artikel 126nba, eerste lid, onderdeel d, wordt het woord verwerkt telkens vervangen door : opgeslagen. 34 372 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Datum 27 november 2017 Onderwerp Reactie op rapporten van de procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden

Datum 27 november 2017 Onderwerp Reactie op rapporten van de procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 433 Wet van 24 oktober 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een recidiveregeling voor ernstige verkeersdelicten

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 098 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften

Nadere informatie

Nr. Datum Document(soort) Kenmerk / vindplaats Beoordeling Artt. Wob M.b.t. onderdeel

Nr. Datum Document(soort) Kenmerk / vindplaats Beoordeling Artt. Wob M.b.t. onderdeel Nr. Datum Document(soort) Kenmerk / vindplaats Beoordeling Artt. Wob M.b.t. onderdeel 1 18-06-09 Regeling vaststelling https://zoek.officielebekendmakingen.nl/st reeds openbaar 8 administratiekosten verkeersboetes

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 849 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de buitengerechtelijke afdoening

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 Aan de minister van Justitie dr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 21 januari 2010 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail Voorlichting@rechtspraak.nl onderwerp Vermulderen Wet aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

Voorts is in het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens (Bjsg) een technische omissie hersteld.

Voorts is in het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens (Bjsg) een technische omissie hersteld. NOTA VAN TOELICHTING Algemeen 1. Inleiding In de bijlage bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) wordt een overzicht gegeven van gedragingen waarvoor op grond van die

Nadere informatie

Artikel Wijzigingen (V) Communicatie het verbod tot toegang tot de werkplek wordt voortaan ja schriftelijk bevestigd (op verzoek van SOOA)

Artikel Wijzigingen (V) Communicatie het verbod tot toegang tot de werkplek wordt voortaan ja schriftelijk bevestigd (op verzoek van SOOA) Hoofdstuk 16 Ordemaatregelen en disciplinaire straffen Voorblad A. Opmerkingen Artikel Wijzigingen (V) Communicatie Artikel 16.1 het verbod tot toegang tot de werkplek wordt voortaan ja schriftelijk bevestigd

Nadere informatie

Alternative Disposal of Criminal Cases by the Prosecutor: Comparing the Netherlands and South Africa A.M. Anderson

Alternative Disposal of Criminal Cases by the Prosecutor: Comparing the Netherlands and South Africa A.M. Anderson Alternative Disposal of Criminal Cases by the Prosecutor: Comparing the Netherlands and South Africa A.M. Anderson ALTERNATIVE DISPOSAL OF CRIMINAL CASES BY THE PROSECUTOR: COMPARING THE NETHERLANDS AND

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Aanwijzing gebruik sepotgronden. Samenvatting. Achtergrond. Afdoening door het Openbaar Ministerie (OM) 26 augustus 2009

STAATSCOURANT. Aanwijzing gebruik sepotgronden. Samenvatting. Achtergrond. Afdoening door het Openbaar Ministerie (OM) 26 augustus 2009 STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 12653 26 augustus 2009 Aanwijzing gebruik sepotgronden Categorie: Vervolging Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 98 Wet van 5 maart 2007 tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving

Nadere informatie

Bijlage 3. Toelichting en procedures sanctiemiddelen

Bijlage 3. Toelichting en procedures sanctiemiddelen Bijlage 3 Toelichting en procedures sanctiemiddelen 1. Aanwijzing Grond : het niet voldoen aan de voorschriften van hoofdstuk 3, paragrafen 2 en 3 van de Wet Kinderopvang. Wettelijke basis : artikel 65,

Nadere informatie

Gemeentelijke handhaving en strafrecht

Gemeentelijke handhaving en strafrecht Gemeentelijke handhaving en strafrecht Prof. mr.dr. A.R. Hartmann Erasmus Universiteit Rotterdam d.d. 14 april 2011 Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam Overzicht: 1 Inleiding 2 Strafrechtelijke afdoening

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2006 2007 30 699 Implementatie van het kaderbesluit nr. 2005/214/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 24 februari 2005 inzake de toepassing van het beginsel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 918 Wijziging van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 69445 1 december 2017 Aanwijzing vervolgingsbeslissing inzake late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen

Nadere informatie