Definities. Strategische indicatoren en basisindicatoren. Strategische Benchmark GGD

Transcriptie

1 s Strategische indicatoren en basisindicatoren Strategische Benchmark GGD 21 maart 2013

2 Werk aan een geaccepteerde rol binnen JGZ en Jeugdzorg Indicator S1 % succesvol begeleide risicokinderen Teller: aantal risicokinderen van wie de zorgvraag door de JGZ adequaat is beantwoord door lichte begeleiding of doorverwijzing in jaar X. Noemer: aantal kinderen in het werkgebied in zorg van de JGZ dat aan de definitie 'risicokind' (zie ) voldoet in jaar X. Teller / noemer *100% = percentage risicokinderen dat succesvol begeleid is De ambitie van GGD en is om de verantwoordelijkheid te nemen voor de zorgketen. Meer precies is de ambitie van GGD en om zicht te krijgen op de zorgketen voor de 20% risicokinderen. Dit is een moeilijk bereikbare groep, waarbij de GGD haar meerwaarde juist kan en wil bereiken. Het doel van de GGD is om deze groep risicokinderen te signaleren en vervolgens succesvol te (laten) behandelen. Of uiteindelijk het gewenste maatschappelijk effect wordt gehaald is zichtbaar te maken door de combinatie van de twee laatste ketens in beeld te brengen: het aantal terechte verwijzingen x het aantal effectieve begeleidingen. Doorontwikkeling indicator Onder de groep risicokinderen wordt verstaan: kinderen die zich naar inschatting van de JGZ bevinden in een situatie met een opeenstapeling van risicofactoren (ongunstige determinanten op kind-, ouder- en/of omgevingsniveau). Onder succesvol begeleid wordt verstaan: de zorgvraag is door de JGZ adequaat beantwoord door lichte begeleiding of doorverwijzing. Voor deze indicator verwachten we dat GGD en over 2012 deze gegevens (nog) niet zullen invoeren, omdat deze indicator in ontwikkeling is. Dit is een indicator waarvan de definitie na 2012 verder aangescherpt moet worden.

3 Werk aan een geaccepteerde rol binnen JGZ en Jeugdzorg Indicator S2 Doorontwikkeling indicator % ontwikkeling van de groep risicokinderen. Teller: aantal kinderen in het werkgebied in zorg van de JGZ dat aan de definitie 'risicokind' voldoet in Noemer: aantal kinderen in het werkgebied in zorg van de JGZ dat aan de definitie 'risicokind' voldoet in Teller / noemer * 100% =..% afname van de groep risicokinderen. GGD en hebben de ambitie om de zorg coördinatie en regie op te pakken op het vlak van JGZ. Meer precies stellen GGD en dat het hun ambitie is om middels coördinatie en regie op de zorgketen de groep risicokinderen te verkleinen. De mate waarin dit lukt is uit te drukken in de procentuele ontwikkeling van de groep risicokinderen. Onder de groep risicokinderen wordt verstaan: kinderen die zich naar inschatting van de JGZ bevinden in een situatie met een opeenstapeling van risicofactoren (ongunstige determinanten op kind-, ouder- en/of omgevingsniveau). Voor deze indicator verwachten we dat GGD en over 2012 deze gegevens (nog) niet zullen invoeren, omdat deze indicator in ontwikkeling is. Dit is een indicator waarvan de definitie na 2012 verder aangescherpt moet worden.

4 Werk aan een geaccepteerde rol binnen AWBZ/Werken naar Vermogen en WMO Indicator S3 Gemiddeld cijfer (1-10) dat gemeenten geven aan de GGD-informatie/-adviezen met betrekking tot kwetsbare groepen Klanttevredenheidsonderzoek (KTO) Staafdiagram (GGD en geordend van hoog naar) Voor alle gemeenten waarvoor de GGD werkt: het rapportcijfer (1-10) gegeven door de gebruikelijke contactpersoon van de totale GGD in jaar X over de GGD-informatie en/of adviezen m.b.t. kwetsbare groepen. De som van de rapportcijfers van alle gemeenten / aantal gemeenten = gemiddelde cijfer dat gemeenten geven voor GGD-informatie en/of adviezen op dit gebied. Doorontwikkeling indicator De mate waarin het daadwerkelijk lukt om een geaccepteerde rol te verkrijgen is het best uit te drukken in de waardering voor de GGD-informatie en - advies met betrekking tot kwetsbare groepen. De gemeente is daarbij de belangrijkste partner van GGD en. Daarom is ervoor gekozen om de prestaties uit te drukken in een rapportcijfer dat de gemeente geeft voor de informatie en adviezen van GGD en met betrekking tot kwetsbare groepen. Onder kwetsbare groepen wordt verstaan: mensen die onvoldoende in hun eigen bestaansvoorwaarden kunnen voorzien, met meerdere problemen tegelijk (schulden, verwaarlozing, psychische problematiek, etc) die vanuit het perspectief van hulpverleners niet de zorg krijgen die nodig is. Dit gemiddelde cijfer kan door de meeste GGD en nog niet worden opgeleverd. Dit is een indicator waarvan de definitie / wijze van bepaling na 2012 verder aangescherpt moet worden.

5 Zorg voor een geaccepteerde rol in het netwerk van sociale veiligheid Indicator S4 % veiligheidshuizen waarin de GGD deel is van de stuurgroep Landkaart van werkgebieden GGD en met drie weergaveniveaus: <25% deelname aan de stuurgroep van het veiligheidshuis 25-75% deelname aan de stuurgroep van het veiligheidshuis > 75% deelname aan de stuurgroep van het veiligheidshuis Teller: aantal veiligheidshuizen in het werkgebied van de GGD waarbij de GGD lid is van de stuurgroep op de peildatum. Het gaat echt om de stuurgroep, alleen betrokkenheid in uitvoering is niet voldoende om op deze indicator te scoren. Noemer: aantal veiligheidshuizen in het werkgebied van de GGD op de peildatum. Teller / noemer *100% =.% veiligheidshuizen waarbij de GGD lid is van de stuurgroep. Het veiligheidshuis is een belangrijk instituut op het vlak van sociale veiligheid. De landelijke ambitie is om de veiligheidshuizen een steeds centralere rol te laten vervullen waar het gaat om het uitvoering geven aan integrale veiligheid. Voor GGD en geldt dat deze landelijk gezien nog heel wisselend betrokken zijn bij de veiligheidshuizen; men verkeerd in een ontwikkelfase. Gedacht vanuit deze ambitie is de mate waarin GGD en op strategische niveau goed gepositioneerd zijn in het sociale veiligheidsveld, uit te drukken in de mate waarin (op strategisch niveau) GGD en deelnemen veiligheidshuizen in het werkgebied.

6 Zorg voor een geaccepteerde rol in het netwerk van sociale veiligheid Indicator S5 Gemiddeld cijfer (1-10) dat gemeenten geven aan de GGDinformatie/-adviezen met betrekking tot sociale veiligheid Klanttevredenheidsonderzoek (KTO) Het begrip sociale veiligheid wordt omschreven als: de bescherming of het zich beschermd voelen tegen gevaar dat veroorzaakt wordt door of dreigt van de kant van menselijk handelen in de openbare ruimte. Het gaat om de volgende drie elementen: 1. Medische zorg/ advies 2. Sociale programma s voor kwetsbare burgers 3. Afstemming tussen de ketens. Voor alle gemeenten waarvoor de GGD werkt: het rapportcijfer (1-10) gegeven door de gebruikelijke contactpersoon van de totale GGD in jaar X voor de GGD-informatie en/of adviezen m.b.t. sociale veiligheid. De som van de rapportcijfers van alle gemeenten / aantal gemeenten = gemiddelde cijfer dat gemeenten geven voor GGD-informatie en/of adviezen op dit gebied. Zie ook GGD Kennisnet Doorontwikkeling indicator Het bereiken van een geaccepteerde rol in het netwerk sociale veiligheid is in sterke mate afhankelijk van de wijze waarop de GGD uitvoering geeft aan haar rol als informatiemakelaar. Of het een GGD lukt aan deze rol invulling te geven wordt bepaald door de mate waarin de adviezen en informatie bruikbaar zijn voor haar partners. De gemeente is op dit vlak haar belangrijkste partner. Daarom is ervoor gekozen om de waardering van gemeenten voor de informatie en adviezen van GGD en met betrekking tot sociale veiligheid in beeld te brengen. Dit gemiddelde cijfer kan door de meeste GGD en nog niet worden opgeleverd. Dit is een indicator waarvan de definitie / wijze van bepaling na 2012 verder aangescherpt moet worden.

7 Smeed het verband tussen preventie en curatie Indicator S6 Aantal keer per jaar dat de GGD deelneemt aan een netwerkoverleg waarbij zorgverzekeraars en 1 ste en 2 de lijns zorgorganisatie zijn betrokken Aantal keer dat de GGD in jaar X deelneemt aan een netwerkoverleg waarbij zorgverzekeraars en 1ste en 2de lijns zorgorganisaties zijn betrokken. Meetellen als de GGD het overleg heeft georganiseerd en als de GGD alleen heeft deelgenomen. Met netwerkoverleg wordt hier bedoeld een gestructureerd overleg dat meermalen wordt georganiseerd / georganiseerd zou kunnen worden. Het gaat daarbij specifiek om overleg waarbij zorgverzekeraars en 1 ste en 2 de lijnsorganisaties daadwerkelijk allemaal aan tafel zitten. De ambitie van GGD en is om het verband tussen preventie en curatie te smeden, met als doel om het (brede) zorgaanbod als geheel te versterken. GGD en bevinden zich op dit vlak nog in een ontwikkelfase. Of het GGD en is gelukt om zich te positioneren in de netwerken waarin het verband tussen preventie en curatie kan worden gesmeed, is op dit moment goed uit te drukken in het aantal keren dat een GGD deelneemt aan een dergelijk overleg. Het gaat daarbij specifiek om overleggen waarbij zorgverzekeraars en 1 ste en 2 de lijnsorganisaties daadwerkelijk aan tafel zitten.

8 Werk aan een gezaghebbende adviesrol voor gezondheidsbevordering Indicator S7 % evidence-based adviezen Teller: aantal schriftelijke adviezen op het gebied van gezondheidsbevordering in jaar X die gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek of berusten op een geregistreerde interventie van het Centrum Gezond Leven (CGL; zie de interventiedatabase op waarbij de link tussen onderzoek/interventie en advies zichtbaar is gemaakt. Noemer: aantal schriftelijke adviezen op het gebied van gezondheidsbevordering in Teller / noemer *100% =...% adviezen die evidence based zijn. De bijdrage van GGD en aan gezondheidsbevordering komt samen in haar adviezen. De ambitie is om in deze adviezen in toenemende mate onderzoek, beleid en praktijk te koppelen. De mate waarin dit lukt is uit te drukken door het percentage van het aantal evidencebased adviezen ten opzichte van het totaal aantal adviezen uit te drukken. Onder een evidence-based advies wordt verstaan: Een advies dat is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek of berust op een geregistreerde interventie van het CGL. Voorwaarde is dat in het advies deze link tussen onderzoek/interventie en advies zichtbaar is gemaakt.

9 Zorg voor een landelijk dekkend netwerk Forensische geneeskunde Indicator S8 Levering van arrestantenzorg Landkaart met als grens het werkgebied van de GGD en met de volgende weergaveniveaus: gebied zonder arrestantenzorg door GGD gebied met arrestantenzorg door derden onder regie van GGD gebied met arrestantenzorg vanuit andere GGD gebied met arrestantenzorg door eigen GGD Waarde van indicator kan zijn: - (door GGD) zelf - onder regie van GGD - door derden Gegevens over 2012 zijn via het project landelijk dekkend netwerk forensische geneeskunde verkregen. Ongedeelde forensische geneeskunde bestaat uit lijkschouw en arrestantenzorg. Lijkschouw is echter in het algemeen al een reguliere praktijk van GGD en. Om de gevoeligheid van de indicator te vergroten is ervoor gekozen alleen de wijze waarop een GGD uitvoering geeft aan arrestantenzorg te meten. Onder arrestantenzorg wordt verstaan: de medische verzorging van arrestanten.

10 Opmerkingen: de set basisindicatoren bevat enkele indicatoren die uitgedrukt zijn in het percentage gemeenten in het werkgebied. Er is bewust voor gekozen om deze indicatoren uit te drukken in het percentage gemeenten (ongewogen), in plaats van een percentage waarbij rekening is gehouden met het inwonersaantal (gewogen). De belangrijkste reden is dat in de simulatie in augustus 2012 naar voren gekomen dat een gewogen percentage vaak de cijfers dermate vervlakt dat het leereffect sterk vermindert. peildatum is uitgaan van gerealiseerde cijfers niet begrotingscijfers JGZ Indicator B1 BMR-vaccinatiegraad op 14 maanden Output Zorgatlas van RIVM cohort 2009, verslagjaar Zie bron Onderdeel van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) is de vaccinatie tegen bof, mazelen en rodehond (BMR) bij baby s van 14 maanden. Van BMR-vaccinaties is bekend dat het een feitelijke bijdrage levert aan de gezondheid van (kleine) kinderen. Een weergave van de BMR-vaccinatiegraad op14 maanden is daarmee direct gerelateerd aan de gerealiseerde gezondheidswinst.

11 JGZ Indicator B2 % gemeenten met een BMR-vaccinatiegraad > 90% op 14 maanden Output Zie bron van indicator B1 Indicatoren 2010 basisset PG, IGZ Landkaart met als grenzen de gemeentegrenzen en met de volgende differentiatie: - 100%-90% - 90%-80% - <80% Teller: aantal gemeenten met >90% kinderen van 2 jaar die 1 BMR-vaccinatie hebben ontvangen. Noemer: aantal gemeenten. Teller / noemer *100% =.% gemeenten met een BMR-vaccinatiegraad >90% op 2 jaar. Zie bron van indicator B1. Onderdeel van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) is de vaccinatie tegen bof, mazelen en rodehond (BMR) bij baby s van 14 maanden. Van BMR-vaccinaties is bekend dat het een feitelijke bijdrage levert aan de gezondheid van (kleine) kinderen. Een aantal GGD en voert zelf de JGZ voor 0-4-jarigen uit, en daarmee ook deze vaccinatie. De andere GGD en geven gemeenten inzicht in de jeugdgezondheid, en dus ook in de uitvoering van deze vaccinatie. Hieruit volgt dat GGD en in principe monitoren of de uitvoering van de vaccinatie zo gebeurt dat de WHO-norm (95% van de bevolking gevaccineerd tegen mazelen) gehaald wordt. Uit de literatuur blijkt dat de BMR-vaccinatiegraad op 14 maanden 96.0% is. Hoewel dit boven de norm is, is de BMR-vaccinatiegraad toch zinvol om te volgen, omdat er regionale variatie is. Hierbij is voor 90% gekozen, omdat dit juist de ondergrens is (volgens het RIVM) Het in beeld brengen van het voldoen aan de wettelijke norm per gemeente is een verdieping van indicator B1. Het is een vertaling van een indicator sec gericht op gerealiseerde gezondheidswinst, naar een indicator om van te leren waar het gaat om het realiseren van gezondheidswinst

12 JGZ Indicator B3 % kinderen van 0 tot 19 jaar waarbij binnen 4 weken na melding en/of verwijzing follow-up door de JGZ heeft plaatsgevonden in het geval er vermoeden van kindermishandeling was. Output Indicatoren 2010 basisset PG, IGZ Teller: aantal vanwege kindermishandeling gemelde / verwezen kinderen 0-19 jaar in het werkgebied in zorg waarbij in jaar X binnen 4 weken na melding en/of verwijzing follow-up door de JGZ heeft plaatsgevonden. Noemer: aantal kinderen 0-19 jaar in het werkgebied in zorg van de JGZ die door JGZ in jaar X zijn gemeld of verwezen vanwege vermoeden van kindermishandeling. Teller / noemer *100% =...% kinderen 0-19 jaar waarbij binnen 4 weken na melding/verwijzing vanwege kindermishandeling door JGZ follow-up heeft plaatsgevonden. Belangrijk element van de JGZ is de mate waarin de GGD succesvol geïntegreerd is in het zorgsysteem. Kort gezegd houdt dit in dat de GGD wordt gevonden door zorgpartners en de GGD haar zorgpartners weet te vinden. De GGD staat daarbij aan de poort van het zorgsysteem: zij maakt de risicoanalyse op basis waarvan eventueel zorg wordt aangeboden. Er is gekozen om de indicator te richten op kindermishandeling omdat dit een thema binnen JGZ 0-19 is dat relatief veel maatschappelijke aandacht krijgt. Onder follow-up door JGZ wordt verstaan dat een andere partij is geïnformeerd en gemobiliseerd om zorg te bieden, en dat de JGZ op de hoogte is gebracht of zichzelf op de hoogte heeft gebracht dat de andere partij de melding en/of verwijzing heeft opgepakt. Doorontwikkeling indicator Deze indicator kan door de meeste GGD en nog niet worden ingevuld.

13 JGZ Indicator B4 % overgewicht (exclusief obesitas) bij 10-jarigen of kinderen uit groep 7 Outcome Indicatoren 2010 basisset PG, IGZ Teller aantal 10-jarigen (cohort 2002) of kinderen uit groep 7 in het werkgebied in zorg van de JGZ met overgewicht (exclusief obesitas) volgens het Signaleringsprotocol Overgewicht (en BMI afkappunten Hirasing RA et al NTvG 2001) in Noemer: aantal 10-jarigen (cohort 2002) of kinderen uit groep 7 in het werkgebied in zorg van de JGZ in Teller / noemer *100% =.% 10-jarigen of kinderen uit groep 7 met overgewicht Het onderwerp overgewicht is relevant, omdat het voorkomen, signaleren en vroegtijdig behandelen van overgewicht ernstige gezondheidsproblemen op latere leeftijd voorkomt. GGD en zien het als belangrijke opgave om overgewicht zoveel mogelijk te beperken. Door het % overgewicht bij 10-jarigen in beeld te brengen in verloop van tijd en in vergelijking met andere GGD en kan een goed beeld worden geschetst van de gerealiseerde gezondheidswinst. De definitie sluit aan op de door de Inspectie voor de Gezondheidszorg gepubliceerde definitie.

14 JGZ Indicator B5 Doorontwikkeling indicator % kinderen van 10 jaar of kinderen uit groep 7 met overgewicht (exclusief obesitas) dat binnen 8 weken een extra consult heeft gekregen Output Indicatoren 2010 basisset PG, IGZ Teller aantal 10-jarigen (cohort 2002 of kinderen uit groep 7 ) in het werkgebied in zorg van de JGZ met overgewicht (exclusief obesitas) dat in 2012 binnen 8 weken na JGZ-diagnose overgewicht een extra consult heeft gekregen. Noemer: aantal 10-jarigen (cohort 2002) of kinderen uit groep 7 in het werkgebied in zorg van de JGZ met overgewicht in Teller / noemer *100% =.% kinderen met overgewicht (exclusief obesitas) dat met 10 jaar of uit groep 7 binnen 8 weken een extra consult heeft gekregen. Het onderwerp overgewicht is relevant, omdat het voorkomen, signaleren en vroegtijdig behandelen van overgewicht ernstige gezondheidsproblemen op latere leeftijd voorkomt. GGD en zien het als belangrijke opgave om overgewicht zoveel mogelijk te beperken, waarbij advies aan (de ouders van de) kinderen ouders) het belangrijkste middel is. De indicator geeft een beeld van de activiteiten van GGD en waar het gaat om overgewicht. De definitie sluit aan op de door de Inspectie voor de Gezondheidszorg gepubliceerde definitie. Deze indicator kan door de meeste GGD en nog niet worden ingevuld.

15 JGZ Indicator B6 % van de ZAT-teams in de regio waarin de GGD structureel vertegenwoordigd is Throughput IGZ indicator Thematisch Toezicht Teller: aantal Zorgadviesteams in de regio waarin de GGD structureel vertegenwoordigd is op Het gaat om basisonderwijs en voortgezet onderwijs Noemer: aantal Zorgadviesteams in de regio op Teller / noemer *100% =.% Zorgadviesteams waarin de GGD structureel vertegenwoordigd is Actuele ontwikkeling is dat de JGZ-zorg voor 4-19 zich rondom scholen organiseert in de vorm van zogeheten Zorg Advies Team (ZAT). Een ZAT is een multidisciplinair team, waarin professionals die zorg en ondersteuning bieden aan leerlingen en hun ouders, samenwerken met scholen om problemen van die leerlingen op te lossen. Vergelijkbaar met JGZ 0-4 geldt ook voor JGZ 4-19 dat het voor de GGD belangrijk is om goed geïntegreerd te zijn in het zorgsysteem. Het monitoren van de mate waarin de GGD en betrokken zijn bij deze ZAT-teams is hiervoor een relevante maat. Het goed geïntegreerd zijn in de ZAT-teams is een voorwaarde om via deze werkwijze gezondheidswinst te realiseren.

16 JGZ Indicator B7 % kinderen van 13/14 jaar of klas 2 VO (PGO 2VO) 1 in zorg, uit eigen werkgebied die zijn gezien op regulier contactmoment op de peildatum Output Indicatoren 2010 basisset PG, IGZ Teller: aantal kinderen van 13/14 jaar of klas 2 VO in het werkgebied in zorg van de JGZ in 2012 die zijn gezien op regulier contactmoment Noemer: aantal kinderen van 13/14 jaar of klas 2 VO in het werkgebied in zorg van de JGZ in Teller / noemer *100% =...% kinderen van 13/14 jaar of klas 2 VO die zijn gezien op regulier contactmoment Relevante JGZ-taak 4-19 is het screenen van de kinderen in dit leeftijdscohort. De mate waarin een GGD in staat is om deze taak invulling te geven kan gemeten worden door te kijken hoeveel kinderen op een bepaalde leeftijd gescreend zijn ten opzichte van het totaal aantal kinderen. Regulier moment voor screening van kinderen is op de leeftijd van 13/14 jaar of klas 2 VO. Of de aangeboden zorg uiteindelijk leidt tot gezondheidswinst is moeilijk te meten. De screening van de kinderen is wel de noodzakelijk basis bij het voorzien in een passen zorgaanbod. Op die manier kent de indicator dus een duidelijke relatie met de gerealiseerde gezondheidswinst. 1 Indien de GGD geen PGO 2VO uitvoert, kan dit ook een ander contactmoment voor adolescenten zijn (Brief Tweede Kamer 25 juni 2012, betreffend Extra middelen bestrijding overgewicht bij kinderen ).

17 JGZ Indicator B8 % kinderen van 13/14 jaar dat rookt. Outcome Nieuw Teller: aantal kinderen van 13/14 jaar in het werkgebied dat rookte in Noemer: aantal kinderen van 13/14 jaar in het werkgebied in Teller / noemer *100% =...% kinderen van 13/14 jaar dat rookt. Roken is een belangrijke risicofactor voor ernstige gezondheidsproblemen op latere leeftijd. Het onderwerp roken is voor GGD en relevant, omdat het voorkomen, signaleren en vroegtijdig interveniëren gezondheidsproblemen op latere leeftijd voorkomt. GGD en zien het als belangrijke opgave om roken zoveel mogelijk te beperken. Deze gegevens zijn uit de jeugdmonitor/e-movo te halen. In het vakje toelichting in de tool aangeven op welk jaar en welke leeftijdscategorie het percentage betrekking heeft.

18 JGZ Indicator B9 % kinderen van 13/14 jaar dat alcohol drinkt. Outcome Nieuw Teller: aantal kinderen van 13/14 jaar in het werkgebied dat alcohol dronk in Noemer: aantal kinderen van 13/14 jaar in het werkgebied in Teller / noemer *100% =...% kinderen van 13/14 jaar dat alcohol drinkt. Alcoholgebruik is een belangrijke risicofactor voor ernstige gezondheidsproblemen op latere leeftijd. Het onderwerp alcoholgebruik is voor GGD en relevant, omdat het voorkomen, signaleren en vroegtijdig interveniëren gezondheidsproblemen op latere leeftijd voorkomt. GGD en zien het als belangrijke opgave om problematisch alcoholgebruik zoveel mogelijk te beperken. Deze gegevens zijn uit de jeugdmonitor/e-movo te halen. In het vakje toelichting in de tool aangeven op welk jaar en welke leeftijdscategorie het percentage betrekking heeft.

19 JGZ Indicator B10 Aantal FTE JGZ-artsen per inwoners Input Teller: aantal FTE artsen werkzaam binnen de JGZ in Aantal FTE JGZ-artsen voor basistakenpakket, plus- en markt taken voor JGZ 0-19 jarigen. Alle artsen meetellen, dus artsen M&G, jeugdartsen, evt. artsen in opleiding, zowel vaste als tijdelijke medewerkers als inhuur. NB het gaat om de FTE die daadwerkelijk werkzaam zijn voor de GGD in 2012, dit kan afwijken van wat in de begroting is opgenomen. Noemer: aantal inwoners in het werkgebied op Teller / noemer * =.FTE JGZ-artsen per inwoners Basisinformatie ten behoeve van een beeld van de efficiëntie. Een GGD die geen JGZ 0-4 jarigen uitvoert, telt de artsen voor de JGZ 0-4 jaar niet mee,

20 JGZ Indicator B11 Aantal FTE JGZ-verpleegkundigen per inwoners Input Teller: aantal FTE verpleegkundigen werkzaam binnen de JGZ in Aantal FTE verpleegkundigen voor basistakenpakket, plus- en markttaken voor JGZ 0-19 jarigen. Alle verpleegkundigen meetellen, dus zowel vaste als tijdelijke medewerkers als inhuur. NB het gaat om de FTE die daadwerkelijk werkzaam zijn voor de GGD in 2012, dit kan afwijken van wat in de begroting is opgenomen. Noemer: aantal inwoners in het werkgebied op Teller / noemer * =.FTE JGZverpleegkundigen per inwoners Basisinformatie ten behoeve van een beeld van de efficiëntie. Een GGD die geen JGZ 0-4 jarigen uitvoert, telt de verpleegkundigen voor de JGZ 0-4 jaar niet mee,

21 AGZ Indicator B12 % van de infectieziektemeldingen dat op tijd is gemeld aan de burgemeester conform de afspraken hierover met de gemeente Output Wpg, art. 26 Doorontwikkeling indicator Per gemeente: Teller: aantal gevallen van deze infectieziekten dat in 2012 conform afspraken met de betrokken gemeente is gemeld aan de gemeente. Noemer: aantal gevallen van een infectieziekte A, B1, B2, C of vermoeden van difterie, een humane infectie met dierlijk influenzavirus of rabiës in Teller / noemer *100% =...% infectieziektemeldingen conform afspraken met betrokken gemeente. Som van de percentages van alle gemeenten in het werkgebied / aantal gemeenten in het werkgebied =...% van de meldingen conform afspraken met gemeenten. Volgens de Wpg dient de GGD meldingen van een infectieziekte behorend tot groep A onverwijld door te geven aan de voorzitter van de veiligheidsregio en de burgemeester van de gemeente waarin de betrokken persoon zijn woon- of verblijfplaats heeft. Bovendien dient de GGD meldingen van een infectieziekte behorend tot groep B1, B2 of C, dan wel een vermoeden van difterie, een humane infectie veroorzaakt door een dierlijk influenzavirus of rabiës zo spoedig mogelijk mee te delen aan de burgemeester van de gemeente waarin de betrokken persoon zijn woon- of verblijfplaats heeft (Wpg artikel 22 en 27). GGD en maken over de wijze waarop dit gebeurt (bijvoorbeeld over frequentie, contactpersoon gemeente namens de burgemeester) afspraken met de gemeenten. Het percentage meldingen geeft aan hoe goed de GGD invulling geeft aan deze wettelijk taak. Het goed vervullen van deze wettelijke taak is erop gericht om schade aan de gezondheidswinst door infectieziekten( outbreaks) zo klein mogelijk te houden. Deze indicator moet op termijn mogelijk vervangen worden.

22 AGZ Indicator B13 Aantal SOA-consulten per inwoners Output Teller: aantal SOA-consulten inclusief Sense in 2012 Noemer: aantal inwoners in het werkgebied op Teller / noemer * = SOA-consulten per inwoners. Om de werkzaamheden op het gebied van SOA/HIV in beeld te krijgen is een relevante maat het aantal consulten dat een GGD uitvoert. Door de verhouding tussen het aantal consulten en het aantal inwoners te meten zijn de resultaten van GGD en beter te vergelijken. Het aantal consulten per inwoners geeft vanzelfsprekend ook een indicatie van de SOA-problematiek. Het is echter onmogelijk om de daadwerkelijk gerealiseerde gezondheidswinst in beeld te brengen.

23 AGZ Indicator B14 Aantal SOA-consulten per FTE verpleegkundige Output Teller: aantal SOA-consulten in Noemer: aantal FTE SOA-verpleegkundige op NB het gaat om de FTE die daadwerkelijk werkzaam zijn voor de GGD in 2012, dit kan afwijken van wat in de begroting is opgenomen. Teller / noemer = SOA-consulten per FTE verpleegkundige. Door de verhouding tussen prijs (in termen van de inzet van verpleegkundigen) en werkzaamheden (aantal consulten) te meten, wordt een beeld geschetst van de efficiëntie van GGD en waar het gaat om SOA-consulten. Er is geen directe relatie tussen een efficiënte werkwijze en de gerealiseerde gezondheidswinst. NB Voor kwaliteit van zorg wordt vaak gevraagd naar het aantal consulten per verpleegkundige en niet het aantal per FTE. Voor deze indicator gaat het om het aantal per FTE.

24 AGZ Indicator B15 % formatie MMK afgezet tegen de waakvlamnorm Input Indicatoren 2000 basisset PG, IGZ Teller: formatie MMK in het werkgebied op Noemer: 0,42 FTE + 0,16 FTE per miljoen euro in 2012 voor de cluster fysiek milieu in het werkgebied(waakvlamnorm MMK) in het werkgebied. Teller / noemer *100% = % formatie MMK tov waakvlamnorm Met te weinig inzet kan gezondheidswinst door medische milieukunde niet gerealiseerd worden. Daarom is een waakvlamnorm afgesproken waaraan alle GGD en dienen te voldoen. De waakvlamnorm MMK is 0,42 FTE + 0,16 FTE per miljoen euro per jaar voor de cluster fysiek milieu (=uitkering die gemeenten ontvangen voor het cluster milieu uit het gemeentefonds). Deze waakvlamnorm is in 2005 vastgelegd in het Standpunt informatierichtlijn medisch milieukundige zorg door GGD Nederland en VNG. Deze norm geldt als het minimum.

25 AGZ Indicator B16 % basisvoorzieningen waarbij in het afgelopen jaar inspecties zijn uitgevoerd Output Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (LCHV) Teller: aantal seksinrichtingen met vergunning en tatoeage- en piercingstudio s in het werkgebied die in 2012 geïnspecteerd zijn of die bezocht zijn vanwege advisering. Noemer: aantal seksinrichtingen met vergunning en tatoeage- en piercingstudio s in het werkgebied in Teller / noemer * 100% = % basisvoorzieningen die structureel zijn bezocht. Binnen de technische hygiënezorg dient een aantal basisvoorzieningen structureel bezocht te worden (inspecties of adviesbezoeken). Om de administratieve last te beperken, is de definitie beperkt tot het bezoeken van de volgende locaties: Seksinrichtingen met vergunning Tatoeage- en piercingstudio s, inclusief voorzieningen voor het aanbrengen van permanente make-up. Het doel van de inspecties is om het risico op infectieziekten zoveel mogelijk te beperken.

26 AGZ Indicator B17 Aantal inspecties bij basisvoorzieningen per FTE technische hygiënezorg Output Nieuw Teller: aantal inspecties bij seksinrichtingen en tatoeage- en piercingstudio s in Het gaat hierbij niet om inspecties kinderopvang. Noemer: aantal FTE technische hygiënezorg op Aantal FTE betreft zowel vaste als tijdelijke medewerkers als inhuur. NB het gaat om de FTE die daadwerkelijk werkzaam zijn voor de GGD in 2012, dit kan afwijken van wat in de begroting is opgenomen Teller / noemer = inspecties bij basisvoorzieningen per FTE technische hygiënezorg. Door de verhouding tussen prijs (in termen van aantal FTE) en werkzaamheden (aantal inspecties) te meten, wordt een beeld geschetst van de efficiëntie van GGD en waar het gaat om technische hygiënezorg. Er is geen directe relatie te meten tussen een efficiënte werkwijze en de mate waarin het lukt om infectieziekten te voorkomen. Binnen de technische hygiënezorg dient een aantal basisvoorzieningen structureel bezocht te worden (inspecties of adviesbezoeken). Om de administratieve last te beperken, is de definitie beperkt tot het bezoeken van de volgende locaties: Seksinrichtingen met vergunning Tatoeage- en piercingstudio s, inclusief voorzieningen voor het aanbrengen van permanente make-up. Het doel van de inspecties is om het risico op infectieziekten zoveel mogelijk te beperken.

27 AGZ Indicator B18 Aantal besmettingen met hepatitis A per 1000 inwoners Outcome Nieuw Teller: aantal besmettingen met hepatitis A in Noemer: aantal inwoners in het werkgebied op Teller / noemer * 1000 = aantal besmettingen met hepatitis A per 1000 inwoners. Doorontwikkeling indicator Het aantal mensen dat dankzij goede reizigersadvisering (inclusief vaccinatie) geen reizigersziekte oploopt in het buitenland is het best uit te drukken in het aantal besmettingen met Hepatitis A per inwoners. Hepatitis A besmetting vinden namelijk voor 25% van de gevallen in het buitenland plaats en deze ziekte is door een combinatie van vaccinatie en hygiënische maatregelen te voorkomen oftewel: het product van reizigersadvisering. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat reizigersadvisering voornamelijk door de GGD wordt uitgevoerd Bovendien komt hepatitis A relatief veel voor vergeleken met andere ziekten waartegen reizigersvaccinaties worden gegeven. In tegenstelling tot andere indicatoren in de benchmark gaat het hier om aantal per 1000 inwoners (en niet per inwoners). Dit omdat hepatitis A besmettingen weinig voorkomen en de softwaretool geen invoer met veel cijfers achter de komma mogelijk maakt. Over deze indicator is discussie, mogelijk moet deze op termijn worden vervangen.

28 AGZ Indicator B19 Aantal consulten reizigersadvisering per FTE reizigersadvisering Output Teller: aantal consulten reizigersadvisering in Het gaat om consulten en herhaalconsulten, overige activiteiten zoals telefonische advisering en voorlichting buiten beschouwing laten Noemer: aantal FTE reizigersadvisering in Het gaat om artsen, verpleegkundigen, doktersassistenten en administratief medewerkers zowel vaste als tijdelijke seizoen medewerkers, en om FTE die daadwerkelijk werkzaam zijn voor de GGD in 2012 (inclusief inhuur), dit kan afwijken van wat in de begroting is opgenomen. Teller / noemer = consulten reizigersadvisering per FTE reizigersadvisering Voor vrijwel elke GGD is reizigersadvisering onderdeel van de reguliere werkzaamheden. Hoe reizigersadvisering georganiseerd wordt is sterk verschillend. De ene GGD maakt hoge kosten, terwijl de andere GGD het lukt om geld te verdienen aan reizigersadvisering. Het is relevant om inzichtelijk te maken hoe de kosten zijn opgebouwd om deze verschillen te kunnen verklaren. Er is geen directe relatie te meten tussen een efficiënte werkwijze en de mate waarin reizigersadvisering bijdraagt aan gezondheidswinst.

29 AGZ Indicator B20 Aantal inspecties kinderopvang en peuterspeelzalen per FTE Output Teller: aantal inspecties kinderopvang en peuterspeelzalen in Het aantal is inclusief inspecties kindercentra, gastouderbureaus en gastoudergezinnen. Noemer: aantal FTE inspecties kinderopvang in Aantal FTE betreft zowel vaste als tijdelijke medewerkers als inhuur, werkzaam voor inspecties kinderopvang in het kader van de Wkkp. Bij de FTE inspecteurs en administratief personeel t.b.v. inspecties meetellen, inclusief tijdelijke financiering. Management niet meetellen. NB het gaat om de FTE die daadwerkelijk werkzaam waren voor de GGD in 2012, dit kan afwijken van wat in de begroting was opgenomen.. Teller / noemer = inspecties kinderopvang en peuterspeelzalen per FTE inspecties kinderopvang. Inspectie kinderopvang en peuterspeelzalen is een actueel en relevant onderwerp. De inspecties zijn belegd bij GGD en. Het doel van de inspecties is om de kwaliteit van de kinderopvang op wettelijk niveau te borgen. Er bestaan verschillende typen inspecties en de werklast per werkgebied kan sterk verschillen. Om de inspanningen van GGD en te kunnen vergelijken is ervoor gekozen om alle typen inspecties op dit vlak samen te nemen. Om het verschil in werklast uit te selecteren wordt de score uitgedrukt in het aantal inspecties per FTE. Deze indicator maakt inzichtelijk hoe efficiënt de inspecties worden uitgevoerd. Of de inspecties bijdraagt aan het niveau van de kinderopvang op wettelijk niveau is niet empirisch te onderbouwen. Er is dan ook geen outcome-indicator hiervoor op te stellen.

30 AGZ Indicator B21 Aantal lijkschouwingen per FTE forensische geneeskunde Output Nieuw Teller: aantal lijkschouwingen (inclusief euthanasie) in Noemer: aantal FTE forensische geneeskunde in Dit betreft alleen (een inschatting van het aantal) FTE gebruikt voor lijkschouwingen, niet alle FTE forensische geneeskunde. Hierbij ook tijdelijk personeel en inhuur betrekken. NB het gaat om de FTE die daadwerkelijk werkzaam waren voor de GGD in 2012, dit kan afwijken van wat in de begroting was opgenomen Teller / noemer = lijkschouwingen per FTE forensische geneeskunde. Ongedeelde forensische geneeskunde omvat in ieder geval lijkschouw en arrestantenzorg. Lijkschouw is in het algemeen al een reguliere praktijk van GGD en, arrestantenzorg past binnen de strategische indicatoren.

31 AGZ Indicator B22 % van gemeenten waar de GGD is vertegenwoordigd in het Meldpunt Huiselijk Geweld Throughput Huidige basisset Teller: aantal gemeenten met een Meldpunt Huiselijk Geweld waar de GGD vertegenwoordigd is in het Meldpunt op Noemer: aantal gemeenten met een Meldpunt Huiselijk Geweld in het werkgebied van de GGD op Teller / noemer *100% =.% gemeenten waar de GGD is vertegenwoordigd in het Meldpunt Huiselijk Geweld. GGD en achten het belangrijk om goed geïntegreerd te zijn in het zorgsysteem zodat zij hun informatie snel en eenvoudig kunnen doorspelen naar partners. Huiselijk geweld is een actueel thema waarbij GGD en een dergelijke signaleringsfunctie kennen. Daarbij is het Meldpunt Huiselijk Geweld ingesteld om zorgpartners op dit vlak dicht bij elkaar te brengen. De mate waarin GGD en vertegenwoordigd zijn in dit meldpunt is een goede indicatie voor de mate van integratie van GGD en in dit specifieke zorgsysteem.

32 GBO Indicator B23 % Gemeenten dat gebruik maakt van monitorgegevens bij opstellen van beleidsplannen Output Nieuw Teller: aantal gemeenten in het werkgebied dat gebruik maakt van monitorgegevens bij opstellen van beleidsplannen in 2012, zoals blijkt uit het laatste beleidsplan van de gemeente. Indien het aantal wordt ingeschat en niet gebaseerd is op daadwerkelijke beleidsplannen, graag aangeven. Noemer: aantal gemeenten in het werkgebied op Teller / noemer * 100% =.% gemeenten dat gebruik maakt van monitorgegevens bij opstellen van beleidsplannen De mate waarin de monitorgegevens daadwerkelijk bruikbaar zijn bij het opstellen van beleidsplannen kent een indirecte link met het maatschappelijk effect in termen van gezondheidswinst; het geeft een beeld van de mate waarin de epidemiologische gegevens bijdragen aan het gemeentelijke gezondheidsbeleid, dat vanzelfsprekend is gericht op gezondheidswinst.

33 GBO Indicator B24 Doorontwikkeling indicator Gemiddeld cijfer (1-10) dat gemeenten geven over de gezondheidsinformatie die de GGD levert ten behoeve van het gezondheidsbeleid van de gemeente Output Klanttevredenheidsonderzoek (KTO) Voor alle gemeenten waarvoor de GGD werkt: het rapportcijfer (1-10) gegeven door de gebruikelijke contactpersoon van de totale GGD in 2012 voor de gezondheidsinformatie die de GGD levert tbv het gezondheidsbeleid van de gemeente. De som van de rapportcijfers van alle gemeenten / aantal gemeenten = cijfer dat gemeenten geven voor gezondheidsinformatie van de GGD tbv gezondheidsbeleid van de gemeente. Of een GGD adequaat invulling geeft aan haar taak op het gebied van epidemiologie wordt bepaald door de bruikbaarheid van de informatie voor de gemeente. Daarom is ervoor gekozen om de tevredenheid van gemeenten over de gezondheidsinformatie die GGD en verstrekken in beeld te brengen. De link met het maatschappelijk effect in termen van gezondheidswinst is voor deze indicator indirect. De mate waarin gemeenten het advies bruikbaar achten is namelijk een indicatie voor de mate waarin gemeenten het daadwerkelijk vertalen naar hun integrale gezondheidsbeleid. Dit gemiddelde cijfer kan door de meeste GGD en nog niet worden opgeleverd. Dit is een indicator waarvan de definitie / wijze van bepaling na 2012 verder aangescherpt moet worden.

34 GBO Indicator B25 Doorontwikkeling indicator Aantal geïmplementeerde gezondheidsbevorderende programma s, gerelateerd aan gezonde voeding en bewegen, per gemeente Output Nieuw Teller: aantal geïmplementeerde gezondheidsbevorderende programma s, gerelateerd aan gezonde voeding en bewegen in Het gaat om het aantal gezondheidsbevorderende programma s, gerelateerd aan gezonde voeding en bewegen, waar de GGD trekker van is in inhoudelijke of financiële zin, dat is geïmplementeerd per gemeente. Het aantal van gemeente X, van gemeente Y, etc dient te worden opgeteld. Onder programma's wordt verstaan een samenhangend, niet eenmalig pakket van verschillende activiteiten. Onder geïmplementeerd wordt verstaan dat de activiteiten daadwerkelijk zijn uitgevoerd en de tevoren geformuleerde doelgroep in grote mate hebben bereikt. De doelgroep kan bijvoorbeeld zijn scholen, wijken, instellingen, oudergroepen, etc. Noemer: aantal gemeenten op Teller / noemer =.geïmplementeerde gezondheidsbevorderende programma s, gerelateerd aan gezonde voeding en bewegen, per gemeente. Het streven is dat onderzoeken vervolg krijgen in de vorm van gezondheidsbevorderende programma s. Een actueel onderwerp is daarbij voeding en bewegen. Het aantal geïmplementeerde gezondheidsbevorderende programma s dat per gemeente op het vlak van voeding en beweging wordt geïmplementeerd is een kwantitatieve maat voor de werkzaamheden van de GGD en op het gebied van gezondheidsbevordering. De link met gezondheidswinst is indirect: het is plausibel dat de implementatie van de gezondheidsbevordende programma s bijdraagt aan gezondheidswinst, maar het is onmogelijk om causale relatie tussen de feitelijk gerealiseerde gezondheidswinst en de geïmplementeerde programma s in beeld te brengen. Het aantal interventies in een gemeente geeft enigszins een indruk van de grootte en het bereik van gezondheidsbevordering, hoewel grote, samenhangende interventieprogramma s dan eigenlijk niet zwaar genoeg meetellen. Voor de effectiviteit is het aantal zeker geen indicator.

35 GBO Indicator B26 Aantal FTE gezondheidsbevordering per inwoners Input Nieuw Teller: aantal FTE gezondheidsbevordering in Het gaat om medewerkers gezondheidsbevordering inclusief GVO-functionarissen, voorlichters, preventief medewerkers en beleidsmedewerkers gezondheidsbevordering, management niet meetellen. De gezondheidsbevordering wordt uitgevoerd ten behoeve van de gehele bevolking (bij sommige GGD'en uitgesplitst in gezondheidsbevordering jeugd en gezondheidsbevordering 18+). Medewerkers die specifiek voor sociale veiligheid werken (b.v. steunpunt huiselijk geweld) niet meetellen. NB het gaat om de FTE die daadwerkelijk werkzaam waren voor de GGD in 2012, dit kan afwijken van wat in de begroting is opgenomen.. Noemer: aantal inwoners in het werkgebied op Teller / noemer * = FTE gezondheidsbevordering per inwoners. Basisinformatie ten behoeve van een beeld van de efficiëntie.

36 GBO Indicator B27 Doorontwikkeling indicator Gemiddeld cijfer (1-10) dat gemeenten geven over de beleidsadvisering door de GGD Output Klanttevredenheidsonderzoek (KTO) Voor alle gemeenten waarvoor de GGD werkt: het rapportcijfer (1-10) gegeven door de gebruikelijke contactpersoon van de totale GGD voor de beleidsadvisering in 2012 door de GGD. De som van de rapportcijfers van alle gemeenten / aantal gemeenten = cijfer dat gemeenten geven voor de beleidsadvisering door de GGD. Of de beleidsadvisering door de GGD echt tot gezondheidswinst leidt, hangt enerzijds af van de inhoudelijke kwaliteit van het advies, anderzijds van de (politiek-bestuurlijke) timing en acceptatie door gemeentelijke sectoren en bestuurders. Als die goed zijn en de gemeenten tevreden zijn over de beleidsadviezen, worden de beleidsadviezen van de GGD overgenomen in het gemeentelijk beleid en is de kans groot dat het geadviseerde beleid ook wordt uitgevoerd. Dit gemiddelde cijfer kan door de meeste GGD en nog niet worden opgeleverd. Dit is een indicator waarvan de definitie / wijze van bepaling na 2012 verder aangescherpt moet worden.

37 GBO Indicator B28 Doorontwikkeling indicator % Gemeenten dat, gerelateerd aan gezondheid en het werken als GGD, geadviseerd is over jeugdzorg Output Nieuw Teller: aantal gemeenten in het werkgebied dat geadviseerd is over de transitie jeugdzorg in Het kan gaan om (standaard) adviezen per gemeente over dit onderwerp, maar ook om deelname aan gemeentelijke project- of werkgroepen. Activiteiten direct gerelateerd aan de jeugdgezondheidszorg of de ZAT-teams niet meetellen. Noemer: aantal gemeenten in het werkgebied op Teller / noemer * 100% =.% gemeenten dat op dit gebied is geadviseerd. Per relevant taakveld wordt duidelijk in welke mate de GGD haar adviserende rol op pakt. Voor deze indicator verwachten we dat veel GGD en in 2012 (nog) geen hoog percentage geadviseerde gemeenten kan aangeven. Het is te verwachten dat deze indicator doorontwikkeld moet worden.

38 GBO Indicator B29 Doorontwikkeling indicator % Gemeenten dat, gerelateerd aan gezondheid en het werken als GGD, geadviseerd is over de WMO Output Nieuw Teller: aantal gemeenten in het werkgebied dat geadviseerd is over de veranderingen tav de WMO in Het kan gaan om (standaard) adviezen per gemeente over dit onderwerp, maar ook om deelname aan gemeentelijke project- of werkgroepen. Activiteiten die sinds jaren al onderdeel zijn de OGGZ niet meetellen. Noemer: aantal gemeenten in het werkgebied op Teller / noemer * 100% =.% gemeenten dat op dit gebied is geadviseerd. Per relevant taakveld wordt duidelijk in welke mate de GGD haar adviserende rol op pakt. Voor deze indicator verwachten we dat veel GGD en in 2012 (nog) zullen aangeven dat dit percentage geadviseerde gemeenten laag is. Het is te verwachten dat deze indicator doorontwikkeld moet worden.

39 GBO Indicator B30 Doorontwikkeling indicator % Gemeenten dat, gerelateerd aan gezondheid en het werken als GGD, geadviseerd is over de Wet werken naar vermogen Output Nieuw Teller: aantal gemeenten in het werkgebied dat geadviseerd is over de Wet werken naar vermogen in Het kan gaan om (standaard) adviezen per gemeente over dit onderwerp, maar ook om deelname aan gemeentelijke project- of werkgroepen. Noemer: aantal gemeenten in het werkgebied op Teller / noemer * 100% =.% gemeenten dat op dit gebied is geadviseerd. Per relevant taakveld wordt duidelijk in welke mate de GGD haar adviserende rol op pakt. Voor deze indicator verwachten we dat veel GGD en in 2012 (nog) zullen aangeven dat dit percentage geadviseerde gemeenten laag is. Het is te verwachten dat deze indicator doorontwikkeld moet worden.

40 Bedrijfsvoering Indicator B31 Aantal FTE P&O op het totale aantal FTE (%) Nieuw Teller: aantal FTE P&O in dienst van of werkzaam voor (toegerekend aan) de GGD in Dit betreft formatie m.b.t. alle P&O taken (centraal en decentraal): hoofden P&O, beleidsmedewerkers, consulenten, personeelsadministratie, arbocoördinatie, loopbaanadvies, interne opleidingen, secretariaat P&O. Noemer: aantal FTE in dienst van de GGD in 2012 NB het gaat om de FTE die daadwerkelijk werkzaam waren voor de GGD in 2012, dit kan afwijken van wat in de begroting was opgenomen Teller / noemer * 100% =.% percentage FTE P&O. Basisinformatie over de relatieve omvang van de bedrijfsvoering

41 Bedrijfsvoering Indicator B32 Aantal FTE F&C op het totale aantal FTE (%) Nieuw Teller: aantal FTE F&C in dienst van of werkzaam voor (toegerekend aan) de GGD in Dit betreft alle formatie m.b.t. alle F&C taken (centraal en decentraal): hoofden F&C, beleidsmedewerkers, controllers, medewerkers planning & control, IC/interne auditdienst/edp. Het gaat om medewerkers finance en control, d.w.z. overige bedrijfsvoeringsfuncties (zoals ICT en receptie) niet meenemen Noemer: aantal FTE in dienst van de GGD in NB het gaat om de FTE die daadwerkelijk werkzaam waren voor de GGD in 2012, dit kan afwijken van wat in de begroting was opgenomen Teller / noemer * 100% =.% percentage FTE F&C. Basisinformatie over de relatieve omvang van de bedrijfsvoering

42 Bedrijfsvoering Indicator B33 Aantal FTE management op het totale aantal FTE (%) Nieuw Teller: aantal FTE management in dienst van of werkzaam voor (toegerekend aan) de GGD in Management gedefinieerd als directie, afdelingscluster-, sector-, team- en rayonmanagers, voor zover dat medewerkers zijn die niet voornamelijk in de uitvoering of primaire productie werken. Managementondersteuning en bedrijfsvoering niet meetellen. Noemer: aantal FTE in dienst van de GGD in NB het gaat om de FTE die daadwerkelijk werkzaam waren voor de GGD in 2012, dit kan afwijken van wat in de begroting was opgenomen Teller / noemer * 100% =.% percentage FTE management. Basisinformatie over de personeelsopbouw

43 Bedrijfsvoering Indicator B34 Salariskosten personeel per inwoners Nieuw Teller: totaal aan salariskosten van personeel in dienst van de GGD in Het gaat om de salarislasten incl. sociale lasten, reiskosten woon-werkverkeer, individuele vergoedingen, toeslagen, zoals bonussen en vakantiegeld, en pensioenpremies. GHORpersoneel en ambulancepersoneel niet meetellen. Als de GGD onderdeel is van een veiligheidsregio, een grove inschatting maken van het deel van de salariskosten dat aan de GGD wordt toegerekend. Noemer: aantal inwoners van het werkgebied op NB bij de teller gaat het om de salariskosten van medewerkers die daadwerkelijk in dienst zijn van de GGD in Kosten voor toegerekende medewerkers, uitbesteding of inhuur niet meetellen.. Teller / noemer * = salariskosten personeel per inwoners. Basisinformatie over de personeelskosten

44 Bedrijfsvoering Indicator B35 Gemiddelde leeftijd direct personeel Teller: som van de leeftijden van de directe personeelsleden op Onder direct personeel wordt verstaan medewerkers die grotendeels werkzaam zijn in de uitvoering / primaire proces. Directie, management en bedrijfsvoering niet meetellen. Noemer: aantal directe personeelsleden in 2012, d.w.z. medewerkers in het primaire proces. NB bij teller en noemer gaat het om directe medewerkers die daadwerkelijk in dienst zijn van de GGD. Teller / noemer = gemiddelde leeftijd direct personeel Basisinformatie over de personeelsopbouw

45 Bedrijfsvoering Indicator B36 % ziekteverzuim Teller: het totaal van de verzuimde dagen in Noemer: potentieel beschikbare dagen in Teller / noemer *100% = ziekteverzuimpercentage. Ziekteverzuim geeft een indicatie van de werkomstandigheden. Onder het ziekteverzuimpercentage wordt het volgende verstaan: Ziekteverzuimpercentage: het aantal verzuimde kalenderdagen (inclusief weekenden) in de observatieperiode, gedeeld door de personeelsomvang (in voltijdequivalenten), vermenigvuldigd met het aantal kalenderdagen in de observatieperiode. (definitie CBS) Ziekteverzuimpercentage is inclusief verzuim langer dan één jaar Ziekteverzuimpercentage is exclusief zwangerschaps- en bevallingverlof Bij de berekening van het ziekteverzuimpercentage bij deeltijdwerk dient in de teller het aantal verzuimde kalenderdagen per persoon vermenigvuldigd te worden met de deeltijdfactor. Dit wordt vervolgens uitgedrukt als percentage. De personeelssterkte is het aantal fulltime-equivalenten (FTE).

46 Bedrijfsvoering Indicator B37 % werknemers tevreden over hun werkgever Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) Teller: aantal werknemers dat in het laatste medewerkerstevredenheidsonderzoek aangeeft tevreden of zeer tevreden te zijn over de werkgever. Noemer: aantal werknemers in dienst in NB bij teller en noemer gaat het om medewerkers die daadwerkelijk in dienst zijn van de GGD. Teller / noemer = gemiddelde leeftijd direct personeel Het zijn van een goede werkgever is in principe het streven van iedere GGD. In welke mate dat lukt, vindt zijn weerslag in de tevredenheid van de medewerkers. De tevredenheid van de werknemers is eenvoudig te peilen middels een medewerkersenquête. In het vakje toelichting in de tool aangeven op welk jaar het percentage betrekking heeft.