Module 5 Reductoren en Oxidatoren Antwoorden
|
|
- Ine van der Laan
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 2 Reductoren en oxidatoren Opmerking: informatie over reductoren en oxidatoren vind je in tabel De metalen vind je in de rechter kolom (reductoren). 2 Metaal-ionen: in de linker kolom (oxidatoren). Niet-metalen: in de linker kolom (oxidatoren). Niet-metaal-ionen: in de rechter kolom (reductoren). 3 reductoren oxidatoren metalen metaal-ionen niet-metaal-ionen niet-metalen 4 Li en Fe zijn metalen en kunnen elektronen afstaan, dus reductor. P 3- is een niet-metaal-ion en kan elektronen afstaan, dus reductor. Hg 2+ is een metaal-ion en kan elektronen opnemen, dus oxidator. Se is een niet-metaal en kan elektronen opnemen, dus oxidator. H + kan een elektron opnemen, dus oxidator. Fe 2+ en Hg + kunnen zowel elektron(en) opnemen als afstaan, dus reductor èn oxidator: Fe e - Fe Fe 2+ Fe 3+ + e - Hg + + e - Hg Hg + Hg 2+ + e - 5 Zn Zn e - x 1 2 H e - H2 x 1 Zn + 2 H + Zn 2+ + H2 totaal 6 Er ontstaat zinksulfaat, ZnSO4. 7 Fe Fe e - x 4 O2 + 4 e - 2 O 2- x 3 4 Fe + 3 O2 2 Fe2O3 totaal 8 IJzer reageert wel met H +, omdat ijzer een sterkere reductor is dan waterstof. Koper reageert niet met de H + ionen, omdat Cu 2+ een sterkere oxidator is dan H +. Er kunnen bij een redox reactie geen sterkere oxidatoren en reductoren ontstaan. 9 Lithium is een zeer sterke reductor, dus moet water hier wel als oxidator reageren. 10 Li / Li + en H2O / H2 + 2 OH - 11 Li Li + + e - x 2 2 H2O + 2 e - H2 + 2 OH - x 1 2 Li + 2 H2O 2 Li OH - + H2 totaal 12 Fe 3+ is een vrij sterke oxidator en reageert met de reductor I -. Hierbij worden de Fe 3+ omgezet in Fe 2+ ionen. Vandaar dat ijzer(iii)jodide niet bestaat I - I2 + 2 e - x 1 Cu 2+ + I - + e - CuI x 2 2 Cu I - 2 CuI + I2 totaal 1
2 Wat je na deze paragraaf moet weten / kunnen: Reductoren zijn deeltjes die elektronen kunnen afstaan. Oxidatoren zijn deeltjes die elektronen kunnen opnemen. Een reactie tussen een reductor en een oxidator noemt men een redox reactie. Bij een redox reactie vindt elektronenoverdracht plaats. Voorbeeld van geconjugeerde deeltjes: de twee deeltjes F2 en de geconjugeerde reductor F - vormen samen een redoxkoppel. Een sterke reductor staat gemakkelijk elektronen af en een sterkte oxidator neemt gemakkelijk elektronen op. In tabel 48 zijn de oxidatoren (linker kolom) gerangschikt naar afnemende oxidatorsterkte. Een sterke reductor en een sterke oxidator zullen altijd met elkaar reageren, maar naarmate de reductorsterkte en oxidatorsterkte afneemt, zal de neiging om elektronen uit te wisselen ook minder worden. In dat geval ontstaat er een evenwicht of vindt geen reactie plaats. 2
3 3 Andere reductoren en oxidatoren 1 2x waterstof = 2x +I = +II 4x zuurstof = 4x II = VIII 1x zwavel = +VI Netto is dit = 0 2 In beide gevallen is het zwavelatoom gebonden aan vier zuurstofatomen. 3 buitenste zwavelatoom: 0 centrale zwavelatoom: +VI 4 KMnO4 1x kalium = 1x +I = +I 4x zuurstof = 4x II = VIII 1x mangaan is dus = +VII 5 K2Cr2O7 2x kalium = 2x +I = +II 7x zuurstof = 7x II = XIV 2x chroom is dus = +XII 1x chroom is = +VI 6 i. Cr2O7 2- (aq) omgezet in 2 Cr 3+ (aq): Cr2O7 2- (aq) 2 Cr 3+ (aq) ii. 7x O wegwerken in zure omgeving: Cr2O7 2- (aq) + 14 H + (aq) 2 Cr 3+ (aq) + 7 H2O(l) iii. Ladingsbalans met e : Cr2O7 2- (aq) + 14 H + (aq) + 6 e - 2 Cr 3+ (aq) + 7 H2O(l) Het oxidatiegetal van elke chroom neemt af van +VI naar +III. Deze afname van 2x +III is gelijk aan het aantal opgenomen elektronen (6 e - ). 7 i. MnO4 (aq) omgezet in Mn 2+ (aq): MnO4 (aq) Mn 2+ (aq) ii. 4x O wegwerken in zure omgeving: MnO4 (aq) + 8 H + (aq) Mn 2+ (aq) + 4 H2O(l) iii. Ladingsbalans met e : MnO4 (aq) + 8 H + (aq) + 5 e - Mn 2+ (aq) + 4 H2O(l) Het oxidatiegetal van mangaan neemt af van +VII naar +II. Deze afname is gelijk aan het aantal opgenomen elektronen. 8 i. MnO4 (aq) omgezet in MnO2(s): MnO4 (aq) MnO2(s) ii. 2x O wegwerken in neutrale omg.: MnO4 (aq) + 2 H2O(l) MnO2(s)+ 4 OH (aq) iii. Ladingsbalans met e : MnO4 (aq) + 2 H2O(l) + 3 e - MnO2(s)+ 4 OH (aq) Het oxidatiegetal van mangaan in MnO2(s) is +IV. Het oxidatiegetal van mangaan neemt af van +VII naar +IV. Deze afname is gelijk aan het aantal opgenomen elektronen. 9 i. SO3 2- (aq) omgezet in SO4 2- (aq) SO3 2- (aq) SO4 2- (aq) ii. 1x O er bij in basische omgeving: SO3 2- (aq) + 2 OH (aq) SO4 2- (aq) + H2O(l) iii. Ladingsbalans met e : SO3 2- (aq) + 2 OH (aq) SO4 2- (aq) + H2O(l) + 2 e - Het oxidatiegetal van zwavel in SO3 2- (aq) is +IV. Het oxidatiegetal van zwavel in SO4 2- (aq) is +VI. Het oxidatiegetal van zwavel neemt dus toe van +IV naar +VI. Deze toename is gelijk aan het aantal afgestane elektronen. 3
4 10 H2C2O4 2 H CO2 + 2 e - x 5 MnO H e - Mn H2O x 2 5 H2C2O4 + 2 MnO H + 10 H CO2 + 2 Mn H2O totaal 5 H2C2O4 + 2 MnO H + 10 CO2 + 2 Mn H2O Let op: streep de H + deeltjes voor en na de pijl tegen elkaar weg! 11 Let op: in tabel 48 staan twee halfreacties voor salpeterzuur. Bij gebruik van geconcentreerd salpeterzuur ontstaat NO2 (zie onderzoek 4) en bij verdund salpeterzuur ontstaat NO. Zn Zn e - x 3 NO H e - NO + 2 H2O x 2 3 Zn + 2 NO H + 3 Zn NO + 4 H2O totaal 12 Let op: Verdund zwavelzuur reageert als een normaal zuur, hierbij is H + het oxiderende deeltje. Geconcentreerd zwavelzuur (> 95%) reageert als oxiderend zuur (zie voetnoot 5 in tabel 48). Merk op dat de ontstane loodionen doorreageren met de aanwezige sulfaationen tot een wit neerslag van loodsulfaat. Pb Pb e - x 1 H2SO4 + 2 H e - SO2 + 2 H2O x 1 Pb + H2SO4 + 2 H + Pb 2+ + SO2 + 2 H2O totaal Pb 2+ + SO4 2- PbSO4 13 Cu Cu e - x 1 H2O2 + 2 H e - 2 H2O x 1 Cu + H2O2 + 2 H + Cu H2O totaal 14 Het oxidatiegetal van zwavel in zwaveldioxide is +IV en het element jood heeft als oxidatiegetal Blauw. 16 SO2 + 2 H2O SO H e - x 1 I2 + 2 e - 2 I - x 1 SO2 + 2 H2O + I2 SO H I - totaal 17 Het oxidatiegetal van zwavel in SO4 2- is +VI en het jodide ion heeft als oxidatiegetal I. Het oxidatiegetal van zwavel neemt dus toe van +IV naar +VI. Deze toename is gelijk aan het aantal afgestane elektronen. Het oxidatiegetal van beide joodatomen neemt af van 0 naar I. Deze afname is gelijk aan het aantal opgenomen elektronen ,0 ml x 0,0102 mmol ml -1 = 0,51 mmol I2 Dus ook 0,51 mmol SO2 = 5, mol 24,5 dm 3 mol -1 x 5, mol = 1, dm 3 SO2 Volume% SO2 = (1, / 47,5) x 100% = 0,0263% 19 O3 + 2 H e - H2O + O2 O3 + 2 H2O + 2 e - 2 OH - + O2 20 De oxidatorsterkte van een niet aangezuurde oplossing is niet groot genoeg om goud om te zetten in goudionen: de oxidatorsterkte van Au 3+ is groter dan niet aangezuurd ozon. 21 Au Au e - x 2 O3 + 2 H e - H2O + O2 x 3 2 Au + 3 O3 + 6 H + 2 Au H2O + 3 O2 totaal 4
5 22 Let op: de Cu 2+ ionen reageren door het de OH - ionen tot een neerslag van koperhydroxide: Cu Cu e - x 1 O3 + H2O + 2 e - 2 OH - + O2 x 1 Cu + O3 + H2O Cu(OH)2 + O2 totaal Wat je na deze paragraaf moet weten / kunnen: Weten wat een oxidatiegetal is en hoe je het oxidatiegetal kunt bepalen. Waarvoor het oxidatiegetal wordt gebruikt. Zelf opstellen van halfreacties: o Bij samengestelde oxidatoren moet je voor de pijl vaak zuurstof wegwerken. o Bij samengestelde reductoren heb je voor de pijl vaak zuurstof nodig. Er bestaan nog een aantal reductoren en oxidatoren, die zijn opgebouwd uit meerdere atoomsoorten of een combinatie van verschillende deeltjes. Voor het al dan niet verlopen van een reactie of het opstellen van de reactievergelijking met behulp van de halfreacties gelden dezelfde regels als de vorige paragraaf. Bekende en veel gebruikte oxidatoren zijn permanganaat-ion (MnO4 ), dichromaat-ion (Cr2O7 2- ) en waterstofperoxide (H2O2). Bekende en veel gebruikte reductoren zijn het thiosulfaat-ion (S2O3 2- ), sulfiet-ion (SO3 2- ) en oxaalzuur (H2C2O4) Voor een aantal halfreacties kan het verschil maken of er gewerkt wordt in zuur, neutraal of basisch milieu. Oxiderende zuren zijn zuren, waarbij niet alleen de H + deeltjes als oxidator optreden, maar ook de zuurrest betrokken zijn bij de oxiderende werking. Een oxiderend zuur is altijd een sterkere oxidator dan een gewoon zuur. Voorbeelden van oxiderende zuren zijn verdund salpeterzuur (er ontstaat NO), geconcentreerd salpeterzuur (er ontstaat NO2) en geconcentreerd zwavelzuur (er ontstaat SO2). Zie voor de halfreacties tabel 48! Vergeet niet na het optellen van de halfreacties deeltjes als H2O, H + en OH - tegen elkaar weg te strepen! 5
6 4 Elektronenoverdracht op afstand 1 Zowel Pb, PbSO4 als PbO2 zijn vaste stoffen en kunnen zich niet door de vloeistof verplaatsen. 2 Al-staaf elektronen elektronen lampje C-staaf zoutbrug aluminiumsulfaatoplossing broomoplossing 3 Al Al e - x 2 Br2 + 2 e - 2 Br x 3 2 Al + 3 Br2 2 Al Br totaal 4 De koolstofelektrode is de positieve elektrode, omdat daar de oxidator reageert / elektronen worden opgenomen en de aluminiumelektrode is de negatieve elektrode, omdat daar de reductor reageert / elektronen worden afgestaan. 5 Als er geen aluminiumatomen en/of broom moleculen meer over zijn. 6 H2 2 H e - x 2 4 H + + O2 + 4 e - 2 H2O x 1 2 H2 + 4 H + + O2 4 H H2O totaal 2 H2 + O2 2 H2O Let op: streep de H + deeltjes voor en na de pijl tegen elkaar weg en je houdt als netto vergelijking over de vorming van water! 7 H2 + 2 OH - 2 H2O + 2 e - x 2 2 H2O + O2 + 4 e - 4 OH - x 1 2 H2 + 4 OH H2O + O2 2 H2O + 4 OH - totaal 2 H2 + O2 2 H2O Let op: streep de OH - deeltjes voor en na de pijl tegen elkaar weg en je houdt als netto vergelijking over de vorming van water! 6
7 Wat je na deze paragraaf moet weten / kunnen: De chemische cel bestaat uit twee door een poreuze wand of zoutbrug gescheiden compartimenten, waarin zich een reductor en oxidator bevinden. Bij een werkende chemische cel vindt elektronen overdacht plaats op afstand. De halfcel met de reductor is de negatieve elektrode (- pool) en de halfcel met de oxidator is de positieve elektrode. 7
8 volt Module 5 Reductoren en Oxidatoren 5 De bronspanning 1 Vbron = 0,25 1,67 = 0,25 + 1,67 = 1,42 V 2 Vred = Vo + (0,059 / 3). log [Al 3+ ] = 1,67 + (0,059 / 3). log 1,0 = 1,67 V Vox = Vo + (0,059 / 2). log [Ni 2+ ] = 0,25 + (0,059 / 2). log 0,10 = 0,25 0,0295 = 0,28 V Vbron = 0,28 1,67 = 0,28 + 1,67 = 1,39 V 3 Ni / Ni2+ 0,25 V 0,28 V Al / Al3+ 1,67 V 4 Zn Zn e - x 1 Fe 3+ + e - Fe 2+ x 2 Zn + 2 Fe 3+ Zn Fe 2+ totaal Let op: de sterkste oxidator is Fe 3+ en reageert het eerst. Zolang er nog Fe 3+ ionen zijn kan er geen Fe ontstaan! 5 Vbron = + 0,77 0,76 = + 0,77 + 0,76 = 1,53 V 6 Als [Fe 2+ ] wordt vergroot, verschuift het evenwicht Fe 3+ + e - Fe 2+ naar links. Dus er worden elektronen afgestaan. De potentiaal van Fe 3+ / Fe 2+ wordt negatiever. Potentiaal verschil tussen de koolstofelektrode en de zinkelektrode neemt af. De bronspanning neemt dus af. 7 Als [Fe 3+ ] wordt vergroot, verschuift het evenwicht Fe 3+ + e - Fe 2+ naar rechts.. Dus er worden elektronen opgenomen. De potentiaal van Fe 3+ / Fe 2+ wordt positiever. Potentiaal verschil tussen de koolstofelektrode en de zinkelektrode neemt toe. De bronspanning neemt dus toe. 8 Als [Zn 2+ ] wordt vergroot, verschuift het evenwicht Zn Zn e - naar links. Dus er worden elektronen opgenomen. De potentiaal van Zn 2+ / Zn wordt positiever. Potentiaal verschil tussen de koolstofelektrode en de zinkelektrode neemt af. De bronspanning neemt dus af. 9 De bronspanning van één cel onder standaard omstandigheden is + 1,69 0,36 = 2,05 V. Je zult dus meerdere cellen in serie moeten schakelen (6 stuks). Wat je na deze paragraaf moet weten / kunnen: Via de standaard elektrode potentialen in tabel 48 kunnen we nu de bronspanning van een standaard elektrochemische cel bepalen. Op het moment dat concentraties anders zijn dan 1,0 M kan de elektrodepotentiaal. worden berekend met behulp van de Wet van Nernst. 8
9 6 Corrosie 1 Al Al e - x 4 O2 + 4 e - 2 O 2- x 3 4 Al + 3 O2 2 Al2O3 totaal 2 Aluminium heeft een beschermende oxidelaag en een kleine dichtheid. 3 Li, K, Ba, Ca, Na, Mg en Al. 4 Er zijn verschillende methodes om corrosie af te remmen. Kathodische bescherming is een elektrochemische methode. Galvanisatie bestaat uit het aanbrengen van een laag van een ander metaal, zoals zink. Coating kan het metaal isoleren van de omgeving (autolak). Bron: 5 Roestvast staal (ook inox of RVS genoemd, en in de volksmond beter bekend als roestvrij staal) is een legering van hoofdzakelijk ijzer, chroom en koolstof. Om van roestvast staal te kunnen spreken, is minimaal 10,5% chroom nodig en maximaal 1,2% koolstof. Verder zijn ook de elementen nikkel, molybdeen, titanium, niobium, zirkonium, mangaan, stikstof, koper, silicium, aluminium en vanadium terug te vinden in vele roestvaste staalsoorten. Het chroom vormt net als aluminium een onzichtbaar laagje chroomoxide (Cr2O3) wanneer het in aanraking komt met zuurstof, de oxidehuid. Dit laagje beschermt het onderliggende metaal tegen verdere roestvorming (oxidatie). Bovendien herstelt het zichzelf wanneer het beschadigd wordt. De hoeveelheid koolstof bepaalt de hardheid van het staal. Toevoeging van nikkel maakt het staal niet-magnetisch. De overige elementen verhogen de corrosieweerstand en verwerkbaarheid van het staal. Bron: 6 De dakgroot is gemaakt van zink, dat zal werken als opofferingsmetaal. De ijzeren spijker zal dus niet gaan roesten. 7 Koper is geen opofferingsmetaal (het is half edel), de ijzeren spijker zal dus wel gaan roesten. Wat je na deze paragraaf moet weten / kunnen: Een ander woord voor roesten is corroderen. Het ene metaal roest sneller dan het andere metaal. Dit hangt onder meer af van de edelheid. De edelheid van een metaal is eigenlijk niet veel anders dan een aanduiding van de reductor sterkte van een metaal. Een opofferingsmetaal is een metaal, dat een sterkere reductor is dan het metaal waarmee het contact heeft. Het principe van opofferingsmetaal is dat dit metaal oxideert in plaats van het metaal waarmee het contact heeft. 9
10 7 De bereiding van metalen 1 2 C(s) + O2(g) 2 CO(g) 2 Fe2O3(s) + 3 CO(g) 2 Fe(s) + 3 CO2(g) 3 De reductor is CO. 4 CO2(g) + C(s) 2 CO(g) Ruwijzer is het materiaal dat ontstaat na de eerste fase van het proces dat ijzererts omgezet in ijzer. Het wordt geproduceerd door een hoogoven. Gestold ruwijzer is een hard, bros, moeilijk buigbaar materiaal met een hoog koolstofgehalte. Om er staal van te maken, moet het koolstofgehalte van het vloeibare ruwijzer worden verlaagd. Dit gebeurt in een staalfabriek, waar de koolstof door toevoeging van zuivere zuurstof wordt gebonden tot koolstofmonooxide. Bron: Pb(s) + O2(g) 2 PbO(s) 8 Lood reageert wel met zuurstof en zilver niet, lood is dus onedeler. 9 Lood staat gemakkelijker elektronen af en is dus een sterkere reductor O 2- (l) O2(g) + 4 e - 11 Al 3+ (l) + 3 e - Al(l) 12 4 Al 3+ (l) + 6 O 2- (l) 4 Al(l) + 3 O2(g) 13 Aluminiumoxide heeft een smeltpunt van 2345 K (zie tabel 42A) H2O(l) 4 H + (aq) + O2(g) + 4 e H2O(l) + 2 e - H2(g) + 2 OH - (aq) Wat je na deze paragraaf moet weten / kunnen: De meeste metalen komen niet vrij in de natuur voor, maar als verbinding. Deze verbindingen noemt men ook wel ertsen. Er zijn twee manieren om metalen te winnen uit metaalertsen. Het uitgangspunt is hierbij, dat de in de metaalertsen aanwezige metaalionen moeten worden omgezet in ongeladen metaal atomen. Bij het omzettingsproces vindt dus een elektronen overdacht plaats. De metaalionen worden gereduceerd tot metaalatomen. Het hoogoven proces worden ijzerertsen bij hoge temperatuur gereduceerd met cokes (koolstof). Aluminium wordt gewonnen uit bauxiet. Dit aluminiumerts bestaat voor een groot deel uit aluminiumhydroxide. Bauxiet wordt eerst omgezet in aluminiumoxide. Vervolgens wordt gesmolten aluminiumoxide door elektrolyse omgezet in aluminium en zuurstof. 10
11 9 Voorbeeld proefwerkopgaven 1 Cu + wordt omgezet in Cu 2+ en staat een elektron af, is dus reductor. 2 Cl - worden omgezet in Cl2 en staan twee elektronen af, dus ook reductor. 2 2 Cl - Cl2 + 2 e H e - H2 4 CH3OH + H2O CO2 + 6 H e 5 4 H + + O2 + 4 e - 2 H2O 6 Deze elektrode neemt elektronen op, dus de + pool. 7 CH3OH + H2O CO2 + 6 H e - x 2 4 H + + O2 + 4 e - 2 H2O x 3 2 CH3OH + 2 H2O + 12 H O2 2 CO H H2O totaal 2 CH3OH + 3 O2 2 CO2 + 4 H2O Merk op dat dit neer komt op de verbranding van methanol! Br + 3 H2O BrO3 + 6 H e - x 1 HClO + H e - Cl + H2O x 3 Br + 3 H2O + 3 HClO + 3 H + BrO3 + 6 H Cl + 3 H2O totaal Br + 3 HClO BrO3 + 3 H Cl 10 Fe Fe e - x 1 2 H e - H2 x 1 Fe + 2 H + Fe 2+ + H2 totaal 11 Cr Cr e - x 2 2 H e - H2 x 3 2 Cr + 6 H + 2 Cr H2 totaal 12 De kleur verandert van lichtgroen naar lichtroze. 13 Fe 2+ Fe 3+ + e - x 5 MnO4 + 8 H e - Mn H2O x 1 5 Fe 2+ + MnO4 + 8 H + 5 Fe 3+ + Mn H2O totaal 14 17,22 ml x 0,0183 M = 0,315 mmol kaliumpermanganaat 15 Molverhouding MnO4 : Fe 2+ = 1 : 5 0,315 x 5 = 1,58 mmol Fe Aantal mg Fe = 1,58 mmol x 55,85 mg mmol -1 = 88,0 mg Massa% Fe = (88,0 / 110) x 100% = 80,0% mg staal bevat ,0 = 22 mg chroom 22 mg / 52,00 mg mmol -1 = 0,423 mmol chroom Molverhouding Fe : Cr = 1,58 : 0,423 = 3,73 : 1 11
12 Samenvatting Module 5 1 Reductoren en oxidatoren Reductoren zijn deeltjes die elektronen kunnen afstaan. Oxidatoren zijn deeltjes die elektronen kunnen opnemen. Voorbeeld van geconjugeerde deeltjes: de twee deeltjes F2 en de geconjugeerde reductor F - vormen samen een redoxkoppel. Een reactie tussen een reductor en een oxidator noemt men een redox reactie. Bij een redox reactie vindt elektronenoverdracht plaats. 2 Reductorsterkte en oxidatorsterkte Een sterke reductor staat gemakkelijk elektronen af en een sterkte oxidator neemt gemakkelijk elektronen op. In tabel 48 zijn de oxidatoren (linker kolom) gerangschikt naar afnemende oxidatorsterkte. Een sterke reductor en een sterke oxidator zullen altijd met elkaar reageren, maar naarmate de reductorsterkte en oxidatorsterkte afneemt, zal de neiging om elektronen uit te wisselen ook minder worden. In dat geval ontstaat er een evenwicht of vindt geen reactie plaats. 3 Oxidatiegetal Om het oxidatiegetal te bepalen wordt aangenomen, dat het gemeenschappelijke elektronenpaar zich geheel bij het atoom bevindt met de hoogste elektronegativiteit. Omdat het atoom nu een elektron meer heeft dan het zonder de binding zou hebben, is het atoom eenwaardig negatief geladen. Vervolgens wordt dit voor iedere binding aan een atoom gedaan, en deze getallen worden bij elkaar opgeteld. Dit levert een getal op tussen de -7 en de 7. Deze worden vaak weergegeven in Romeinse cijfers, dit in tegenstelling tot de valentie. Zwavelzuur (H2SO4) als voorbeeld. Zuurstof is het meest elektronegatieve element (3,5), veel hoger dan de elektronegativiteiten van resp. zwavel (2,4) en waterstof (2,1). De oxidatiegetallen in dit molecuul zijn dus: elk zuurstofatoom: II elk waterstofatoom: +I het zwavelatoom: +VI 4 Zelf opstellen van halfreacties Hierbij moet je bij de verschillende stappen goed letten of de reactie verloopt in zuur, neutraal of basisch milieu. Bij samengestelde oxidatoren moet je voor de pijl vaak zuurstof wegwerken. Dit kan op twee manieren: in zuur milieu wordt één zuurstof met 2 H + omgezet tot H2O in neutraal (of basisch) milieu wordt één zuurstof met één H2O omgezet tot 2 OH Bij samengestelde reductoren heb je voor de pijl vaak zuurstof nodig. Dit kan op twee manieren: in neutraal (of zuur) milieu geeft één H2O één zuurstof af en wordt omgezet tot 2 H + in basisch milieu geeft 2 OH één zuurstof af en wordt omgezet tot H2O 12
13 5 Veel gebruikte reductoren en oxidatoren Er bestaan nog een aantal reductoren en oxidatoren, die zijn opgebouwd uit meerdere atoomsoorten of een combinatie van verschillende deeltjes. Voor het al dan niet verlopen van een reactie of het opstellen van de reactievergelijking met behulp van de halfreacties gelden dezelfde regels als de vorige paragraaf. Bekende en veel gebruikte oxidatoren zijn permanganaat-ion (MnO4 ), dichromaat-ion (Cr2O7 2- ) en waterstofperoxide (H2O2). Bekende en veel gebruikte reductoren zijn het thiosulfaat-ion (S2O3 2- ), sulfiet-ion (SO3 2- ) en oxaalzuur (H2C2O4) Voor een aantal halfreacties kan het verschil maken of er gewerkt wordt in zuur, neutraal of basisch milieu. Oxiderende zuren zijn zuren, waarbij niet alleen de H + deeltjes als oxidator optreden, maar ook de zuurrest betrokken zijn bij de oxiderende werking. Een oxiderend zuur is altijd een sterkere oxidator dan een gewoon zuur. Voorbeelden van oxiderende zuren zijn verdund salpeterzuur (er ontstaat NO), geconcentreerd salpeterzuur (er ontstaat NO2) en geconcentreerd zwavelzuur (er ontstaat SO2). Zie voor de halfreacties tabel 48! Vergeet niet na het optellen van de halfreacties deeltjes als H2O, H + en OH - tegen elkaar weg te strepen! 6 De elektrochemische cel De chemische cel bestaat uit twee door een poreuze wand of zoutbrug gescheiden compartimenten, waarin zich een reductor en oxidator bevinden. Bij een werkende chemische cel vindt elektronen overdacht plaats op afstand. De halfcel met de reductor is de negatieve elektrode (- pool) en de halfcel met de oxidator is de positieve elektrode. 7 Bronspanning In Tabel 48 van Binas staan een groot aantal redoxkoppels gerangschikt. Achter deze koppels staat de zogenaamde standaard elektrodepotentiaal, uitgedrukt in Volt. Deze standaard elektrodepotentiaal is de spanning die gemeten is door het maken van een halfcel van het betreffende redoxkoppel en deze te verbinden met een H + /H2 halfcel. Hierbij zijn alle concentraties van alle aanwezige stoffen 1,0 M. Via deze standaard elektrode potentialen kunnen we nu de bronspanning van een standaard elektrochemische cel bepalen. 8 De Wet van Nernst Op het moment dat de concentraties anders zijn, geldt een andere waarde voor de elektrodepotentiaal. Deze kan worden berekend met behulp van de Wet van Nernst: In de wet van Nernst staat V voor de gemeten elektrodepotentiaal; V0 voor de standaard elektrodepotentiaal, n voor het aantal elektronen in de halfreactie, [ox] voor de concentraties van de deeltjes aan de oxidator kant en [red] voor de concentraties aan de reductor kant van de halfreacties. De Wet van Nernst geldt alleen voor een halfreactie! 9 Corrosie Een ander woord voor roesten is corroderen. Het ene metaal roest sneller dan het andere metaal. Dit hangt onder meer af van de edelheid. De edelheid van een metaal is eigenlijk niet veel anders dan een aanduiding van de reductor sterkte van een metaal. Een opofferingsmetaal is een metaal, dat een sterkere reductor is dan het metaal waarmee het contact heeft. Het principe van opofferingsmetaal is dat dit metaal oxideert in plaats van het metaal waarmee het contact heeft. 13
14 10 Bereiding van metalen De meeste metalen komen niet vrij in de natuur voor, maar als verbinding. Deze verbindingen noemt men ook wel ertsen. Er zijn twee manieren om metalen te winnen uit metaalertsen. Het uitgangspunt is hierbij, dat de in de metaalertsen aanwezige metaalionen moeten worden omgezet in ongeladen metaal atomen. Bij het omzettingsproces vindt dus een elektronen overdacht plaats. De metaalionen worden gereduceerd tot metaalatomen. Het hoogoven proces worden ijzerertsen bij hoge temperatuur gereduceerd met cokes (koolstof). Aluminium wordt gewonnen uit bauxiet. Dit aluminiumerts bestaat voor een groot deel uit aluminiumhydroxide. Bauxiet wordt eerst omgezet in aluminiumoxide. Vervolgens wordt gesmolten aluminiumoxide door elektrolyse omgezet in aluminium en zuurstof. 14
Hierbij is sprake van elektronenoverdracht; elk Na atoom draagt een elektron over aan Cl-atoom onder vorming van een ionrooster.
Redoxreacties 1. Elektronenoverdracht In dit hoofdstuk maken we kennis met zogenaamde redoxreacties. Dit zijn reacties waarbij elektronenoverdracht plaatsvindt. De naam redoxreactie is een samentrekking
Nadere informatieRedoxreacties; een aanvulling op hoofdstuk 13
Redoxreacties; een aanvulling op hoofdstuk 13 1. Elektronenoverdracht In dit hoofdstuk maken we kennis met zogenaamde redoxreacties. Dit zijn reacties waarbij elektronenoverdracht plaatsvindt. De naam
Nadere informatieHoofdstuk 17 Redoxreacties
Hoofdstuk 17 Redoxreacties bladzijde 1 Opgave 1 Bepaal de oxidatiegetallen van alle atomen in: Waterstof H: altijd +1 Zuurstof O: altijd 2 Som ladingen steeds 0 a H 2O H: +1 O: 2 2 x +1 + 2 = 0 b SO 2
Nadere informatieReacties en stroom 1
Reacties en stroom 1 Elektronenoverdracht (1) Een bekende reactie is: 2 Na(s) + Cl 2 (g) 2 NaCl(s) (oude notatie: Na + Cl - ) Hierbij is sprake van elektronenoverdracht. Dit kan als volgt worden voorgesteld:
Nadere informatieElektronenoverdracht (1)
Redoxreacties 1 Elektronenoverdracht (1) Een bekende reactie is: 2 Na(s) + Cl 2 (g) 2 NaCl(s) (oude notatie: Na + Cl - ) Hierbij is sprake van elektronenoverdracht. Dit kan als volgt worden voorgesteld:
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 15 Elektrochemie bladzijde 1
Hoofdstuk 15 Elektrochemie bladzijde 1 Opgave 1 Welke halfreactie kan men verwachten in de volgende gevallen? a Br ionen bij een positieve elektrode Br kan gemakkelijk elektronen afstaan, is dan reductor:
Nadere informatie1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan:
Antwoorden Bijlage VI Oxidatiegetallen 1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan: welke stof wordt er geoxideerd +II +I II +I 0 +III +I +III II II +I +I II C 2 H 5 OH + O 2 CH 3 COOH + H
Nadere informatieCurie Hoofdstuk 11 HAVO 5
Redoxreacties Curie Hoofdstuk 11 HAVO 5 11.11 Wat zijn redoxreacties? 11.2 Voorspellen van redoxreacties 11.3 Elektrische stroom uit reacties 114Corrosie 11.4 11.5 Elektrolyse 11.6 Metaalwinning 11.1 Wat
Nadere informatieInleiding in de RedOx chemie
Even opfrissen: Drie hoofdcategorieën stoffen: Inleiding in de RedOx chemie Moleculaire stoffen: Atoombinding in molecuul (sterk), Van der Waals binding tussen moleculen (zwak), polaire/apolaire (atoom)bindingen,
Nadere informatieHoofdstuk 8. Redoxreacties. Chemie 6 (2u)
Hoofdstuk 8 Redoxreacties Chemie 6 (2u) Deze slides voor de lesbegeleiding worden ter beschikking gesteld, maar ze zijn te beperkt om als samenvatting van de cursus te kunnen dienen. Oxidatie / Reductie
Nadere informatieOxidator = het deeltje dat elektronen onttrekt aan een ander deeltje Reductor = het deeltje dat elektronen afstaat aan een ander deeltje
Cursus Chemie 6-1 Hoofdstuk 6: REDOX REACTIES 1. INLEIDING In vroegere tijden werd de term oxideren gebruikt om een reactie met zuurstof aan te geven. Bvb. de reactie waarbij koolstof verbrandt is C +
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Boek 2
Samenvatting Scheikunde Boek 2 Samenvatting door een scholier 2661 woorden 26 april 2005 6,2 89 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 1.1 -> Reactie en molverhouding M Vm NA
Nadere informatieOefenopgaven REDOX vwo
Oefenopgaven REDOX vwo OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO 6. 03 Methanol in zuur milieu wordt omgezet in
Nadere informatieRedoxreacties. Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu I - -
Redoxreacties 5vwo Opgave 1 Redox of niet? Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd 2+ + 4 Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu 2+ + 5 I - - 2 CuI + I 3 Leg voor elk van beide reacties uit
Nadere informatieOefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties
Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO
Nadere informatieReacties en stroom; een aanvulling op hoofdstuk 9
Reacties en stroom; een aanvulling op hoofdstuk 9 1. Elektronenoverdracht In dit hoofdstuk maken we kennis met zogenaamde redoxreacties. Dit zijn reacties waarbij elektronenoverdracht plaatsvindt. De naam
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 016 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 0 tot en met 7 januari 016 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven
Nadere informatie5 Formules en reactievergelijkingen
5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje
Nadere informatieBasisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media
Hoofdstuk 13 Redoxreacties bladzijde 1 Opgave 1 In de volgende halfreacties zijn de elektronen weggelaten. Zet zelf de elektronen erbij en vermeld of het deeltje geoxideerd of gereduceerd wordt. Links
Nadere informatieHans Vanhoe Katrien Strubbe Universiteit Gent SLO Chemie
Chemie in druppels Hans Vanhoe Katrien Strubbe Universiteit Gent SLO Chemie 2 Oxidatie en reductie 2.1 Redoxreacties Een redoxreactie is een reactie waarbij elektronen uitgewisseld worden tussen reagentia.
Nadere informatieScheikunde Samenvatting H4+H5
Scheikunde Samenvatting H4+H5 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld
Nadere informatie6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14
6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14 1. Bij de reactie tussen ijzer en chloor ontstaat ijzer(iii)chloride, FeCl 3. Men laat 111,7 gram ijzer reageren met voldoende
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van januari tot en met 5 februari 04 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en open opgaven
Nadere informatieStoffen en Reacties 2
Stoffen en Reacties 2 Practicum Metalen Naam student 1. Naam student2..... Pagina 2 van 13 Inleiding Reageert metaal met zuurstof? Sinds de mensheid metalen kent worden ze voor allerlei toepassingen gebruikt
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 08 CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van 9 tot en met maart 08 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 7 onderwerpen en opgaven met in totaal 6 open
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde H3 Reacties
Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting door L. 710 woorden 7 december 2016 6,8 24 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 3: Reacties 3.2 Kenmerken van een chemische
Nadere informatieOpgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M
Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 018 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 15 tot en met 7 januari 018 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven met in totaal
Nadere informatie1) Stoffen, moleculen en atomen
Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8 Samenvatting door Dylan 748 woorden 30 december 2016 5,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Paragraaf 1 Gemeenschappelijke eigenschappen metalen:
Nadere informatie7. Chemische reacties
7. Chemische reacties 1. Definitie Bij een chemische reactie verdwijnen één of meer stoffen en ontstaan één of meer nieuwe stoffen. De stoffen die verdwijnen noemen we de uitgangsstoffen of reagentia.
Nadere informatieZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.
PARATE KENNIS CHEMIE 4 e JAAR SCHEMA ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. MENGSEL bestaat uit meerdere zuivere stoffen, de kooktemperatuur,
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo
Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting door een scholier 1193 woorden 30 oktober 2012 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Scheikunde
Nadere informatieSk-13 Redoxreacties. Jan Lutgerink ; Dick Naafs. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.
Auteurs Laatst gewijzigd Licentie Webadres Jan Lutgerink ; Dick Naafs 03 februari 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/45855 Dit lesmateriaal is gemaakt
Nadere informatieHeavy metal. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Dick Naafs 11 February 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/57859 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.
Nadere informatieElektrochemie (versie 18-5-2015) Inhoud
Elektrochemie (versie 18-5-2015) Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieElektrochemie voor VWO
Elektrochemie voor VWO 0. Inleiding Wanneer scheikundige processen gepaard gaan met elektrische verschijnselen zoals elektrische spanning en elektrische stroom wordt dit aangeduid met de algemene term
Nadere informatieDeel 2. Basiskennis chemie
Deel 2. Basiskennis chemie Achteraan vind je een periodiek systeem van de elementen. Gebruik dit waar nodig. Vraag 21 Koolstofmonoxide (C) kan gesynthetiseerd worden door stoom met methaan (CH4 ) te laten
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
Nadere informatieSk-13 redoxreacties. Jan Lutgerink; Dick Naafs. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.
Auteurs Laatst gewijzigd Licentie Webadres Jan Lutgerink; Dick Naafs 04 october 2018 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/45855 Dit lesmateriaal is gemaakt met
Nadere informatieStabilisator voor PVC
Stabilisator voor PVC 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Als chlooretheen polymeriseert ontstaan lange ketens zonder dwarsverbindingen. De ketens kunnen langs elkaar bewegen (bij
Nadere informatieFrank Povel. a. Fe + 2H + Fe 2+ + H 2 Er zullen gasbelletjes te zien zijn en de oplossing zal licht groen worden.
UITWERKING CCVS-TENTAMEN 29 november 2016 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 28 januari tot en met 4 februari 2015 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2001-II
Eindexamen scheikunde havo 00-II 4 Antwoordmodel Energievoorziening in de ruimte et (uiteenvallen van de Pu-38 atomen) levert energie dus het is een exotherm proces. er komt energie vrij aantal protonen:
Nadere informatie4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven.
MAVO Herexamen 1976 1. Beantwoord de volgende vragen over het element calcium. a. Hoeveel protonen bevat een atoom van dit element? Licht het antwoord toe. b. Hoe zijn de elektronen over de schillen verdeeld?
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 18 tot en met 25 januari 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 2 opgaven met
Nadere informatieHieronder zie je een schema van een eenvoudige chemische cel met koper/zink elektroden. Bestudeer dit schema met aandacht:
Cursus Chemie 7-1 Hoofdstuk 7 : INDIREKTE REDOXREACTIES (met elektrodes) Naast de directe zijn er ook indirecte redoxreacties. Dat wil zeggen: er is geen direct contact tussen de deeltjes van de oxidator
Nadere informatieKlas 4 GT. Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG
Klas 4 GT Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG De kracht van het atoom Een atoom bevat enorme krachten proefwerkstof Proefwerk 14-10-05 Nask2 3(4) VMBO TG deel B hoofdstuk3 Hoofdstuk 4 atomen en ionen blz2 tot
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Oplossingen van 2018 Tandarts Geel 21 juli 2018 Brenda Casteleyn, PhD Vraag 1 De samenstelling van een oplossing wordt in volgende tabel weergegeven: Ionsoort
Nadere informatieAluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie.
RECTIESCHEM S EINDS LEVEL 2 RECTIESCHEM S EINDS C LEVEL 2 luminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie. IJzer reageert met zuurstof tot IJzer(III)oxide. Geef
Nadere informatieRekenen aan reacties (de mol)
Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html
Nadere informatieAtoommodel van Rutherford
Samenvatting scheikunde havo 4 hoofdstuk 2 bouwstenen van stoffen 2.2 de bouw van een atoom Atoommodel val Een atoom is een massief bolletje. Elk atoomsoort heeft zijn eigen Dalton afmetingen Ook gaf hij
Nadere informatieNiet-metalen + metalen. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water.
Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Niet-metalen + metalen. Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water. H2O. Wat is de structuur van een metaalbinding? Metaalrooster. Geef een
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1-2 vwo 2004-I
Eindexamen scheikunde 1- vwo 004-I 4 Beoordelingsmodel Haarkleuring 1 Het juiste antwoord kan als volgt zijn genoteerd: H N CH C en H N CH C CH CH structuurformule van serine juist 1 structuurformule van
Nadere informatie4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden 2 loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij.
Test Scheikunde Havo 5 Periode 1 Geef voor de volgende redoxreacties de halfreacties: a Mg + S MgS b Na + Cl NaCl c Zn + O ZnO Geef de halfreacties en de reactievergelijking voor de volgende redoxreacties:
Nadere informatieEindexamen havo scheikunde II
Radon 1 maximumscore 1 edelgassen 2 maximumscore 1 2+ Indien het antwoord positieve lading is gegeven 0 3 maximumscore 3 aantal protonen: 84 aantal neutronen: 134 naam element X: polonium aantal protonen:
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door Sarah 1515 woorden 3 april 2017 6 12 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde PW Hoofdstuk 1 1.1 Zwart goud aardolie is ontstaan
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN
OPGAVE 1 OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN In een ruimte van 5,00 liter brengt men 9,50 mol HCl(g) en 2,60 mol O 2 (g). Na evenwichtsinstelling is 40,0% van de beginstoffen omgezet en is er Cl 2 (g) en H 2
Nadere informatieKaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch.
Chemie Vraag 1 Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch. Wat is de juiste formule van dit dubbelzout? KAlSO4 KAl(SO4)2 K3Al(SO4)2
Nadere informatieKaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch.
Chemie Vraag 1 Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch. Wat is de juiste formule van dit dubbelzout? K3AlSO4 K3Al(SO4)2 KAl(SO4)2
Nadere informatieFosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.
1 Een oplossing van zwavelzuur en een oplossing van bariumhydroxide geladen beide elektriciteit. Wordt bij de zwavelzuuroplossing een oplossing van bariumhydroxide gedruppeld, dan neemt het elektrisch
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de week van woensdag 8 maart 01 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 6 onderwerpen en open opgaven met in totaal
Nadere informatieElektrochemie (versie 18-5-2015) Inhoud
Elektrochemie (versie 18-5-2015) Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 2 af te nemen in de periode van 20 tot en met 24 maart 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 7 onderwerpen en 3 opgaven met
Nadere informatieOefenopgaven TITRATIES
Oefenopgaven TITRATIES vwo ZUURBASE-TITRATIES OPGAVE 1 Tijdens een titratie wordt 10,00 ml 3,00 10-4 M zwavelzuur getitreerd met natronloog van onbekende molariteit. Er is 21,83 ml natronloog nodig om
Nadere informatieStoffen, structuur en bindingen
Hoofdstuk 1: Stoffen, structuur en bindingen Scheikunde vwo 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken
Nadere informatieWat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?
Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 1 : 1 : 4 2 : 1 : 4 2 : 3 : 12 3 : 2 : 8 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke
Nadere informatieWat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?
Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 3 : 2 : 8 2 : 3 : 12 2 : 1 : 4 1 : 1 : 4 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke
Nadere informatieCENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE datum : donderdag 29 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 Iedere opgave dient op een afzonderlijk vel te worden gemaakt
Nadere informatieVoorstelling van moleculen en atomen in chemische symbolentaal
Voorstelling van moleculen en atomen in chemische symbolentaal 1 Atoomsoorten of chemische elementen De verschillende soorten atomen worden elementen genoemd. Momenteel zijn er 116 chemische elementen
Nadere informatieZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het HAVO. versie mei 2013
ZUREN EN BASEN Samenvatting voor het HAVO versie mei 2013 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Algemeen 3. Zuren 4. Basen 5. Het waterevenwicht 6. Definities ph en poh 7. ph BEREKENINGEN 7.1. Algemeen 7.2. Water
Nadere informatießCalciumChloride oplossing
Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieOEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO
OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO Gesloten vragen 1. Carolien wil de zuurgraad van een oplossing onderzoeken met twee verschillende zuur-baseindicatoren en neemt hierbij het volgende waar: I de oplossing
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieSCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.
OPGAVE 1 LEVEL 1 Uit de opgave haal je dat koper en zuurstof links van de pijl moeten staan en koper(ii)oxide rechts van de pijl. Daarna maak je de reactievergelijking kloppend. 2 Cu + O 2 à 2 CuO Filmpje
Nadere informatie21 e NATIONALE CHEMIE OLYMPIADE Voorronde 1, 2000
e NATIONALE CHEMIE OLYMPIADE Voorronde, 000 Opgaven woensdag 9 februari Deze voorronde bestaat uit 9 vragen verdeeld over 7 opgaven. De maximum score voor dit werk bedraagt 00 punten. De toets duurt maximaal
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2006-II
4 Beoordelingsmodel Element 115 1 Calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95. Dus samen hebben ze 115 protonen. calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95 1 2 Een
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten Samenvatting door een scholier 1087 woorden 22 januari 2009 6 42 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk
Nadere informatieOEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN
OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN * = voor VWO Salmiak, NH 4 Cl(s), kan gemaakt worden door waterstofchloride, HCl(g), te laten reageren met ammoniak, NH 3 (g) 01 Wat is de chemische naam voor salmiak? 02 Geef
Nadere informatieEindexamen scheikunde pilot havo II
Beoordelingsmodel Papier en (afval)water 1 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: H... H C H H... H H H C H H... H C H H... H H H C H eerste H-brug juist getekend 1 tweede H-brug juist
Nadere informatieWednesday, 28September, :13:59 PM Netherlands Time. Chemie Overal. Sk Havo deel 1
Chemie Overal Sk Havo deel 1 Website van de methode www.h1.chemieoveral.epn.nl Probeer thuis of het werkt. Aanbevolen browser: internet explorer Neem onderstaande tabel over en rond af Atoomsoort Zuurstof
Nadere informatieJe kunt de ph van een oplossing meten met een ph-meter, met universeelindicatorpapier of met behulp van zuur-base-indicatoren.
Boekverslag door Merel 797 woorden 22 januari 2017 6.9 14 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Zie de bijlage voor de grafiek en alle tabellen. H8 Zuren en en Basen Chemie Overal 8.2 De
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 18 april 2017
UITWERKING CCVSTENTAMEN 18 april 2017 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieModule 2 Chemische berekeningen Antwoorden
2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5
Nadere informatieParagraaf 1: Fossiele brandstoffen
Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-I
Beoordelingsmodel Broom 1 maximumscore 2 Cl 2 + 2 Br 2 Cl + Br 2 Cl 2 voor de pijl en 2 Cl na de pijl 1 2 Br voor de pijl en Br 2 na de pijl 1 2 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: In
Nadere informatie38 e Nationale Scheikundeolympiade
8 e Nationale Scheikundeolympiade Rijksuniversiteit Groningen THEORIETOETS correctievoorschrift dinsdag juni 207 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in totaal 4 deelvragen. Gebruik voor elke opgave
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieElektrochemische cellen Redox in theorie en praktijk
Elektrochemische cellen Redox in theorie en praktijk V Hugo Strang & Jan Ooms, www.havovwo.nl Elektrochemische cellen Auteurs: Hugo Strang 6F hugo_strang@hotmail.com Jan Ooms 6F janooms@home.nl Profiel:
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATINALE SHEIKUNDELYMPIADE RRETIEMDEL VRRNDE 1 (de week van) woensdag 4 februari 2009 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 5 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal 13 deelvragen
Nadere informatieOverzicht van reactievergelijkingen Scheikunde
verzicht van reactievergelijkingen Scheikunde Algemeen Verbranding Een verbranding is een reactie met zuurstof. ierbij ontstaan de oxiden van de elementen. Volledige verbranding Bij volledige verbranding
Nadere informatiePbSO 4(s) d NH 4Cl + KOH KCl + H 2O + NH 3(g) NH 4. + OH - NH 3(g) + H 2O e 2 NaOH + CuCl 2 Cu(OH) 2(s) + 2 NaCl
Hoofdstuk 11 Chemische reacties bladzijde 1 Opgave 1 De ionen die in water ontstaan: a NaCl Na Cl - b AgNO 3 Ag - NO 3 c (NH 4) 2SO 4 2 NH 4 SO 4 d KOH K OH - e NiSO 4 Ni 2 SO 4 Opgave 2 Schrijf de volgende
Nadere informatieWat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?
Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.
Nadere informatieWat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?
Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatie