14 Are you interested in learning languages?

Transcriptie

1 GRAMMATICA a 14 Are you interested in learning languages? Welk voorzetsel is juist?** 1. Robert is interested in/for/with playing chess. 2. I m afraid of/in/by staying alone at home. 3. Thank you for/with/on inviting us. 4. We are looking forward on/to/at seeing you. 5. Our boss is tired on/at/of explaining the procedure. 6. Dana is thinking about/over/on looking for a new job. 7. I m used of/about/to getting up very early. b Vul de Engelse zinnen aan.* 1. Ik ben geïnteresseerd in I m in 2. Wij zijn het beu om We re of 3. Nick is gewend om Nick is to 4. Ik denk erover I m about 5. Sue is bang voor Sue is of 6. Ik verheug me op I m to 35

2 14 Gerund na bepaalde uitdrukkingen Er zijn werkwoorden en vaste uitdrukkingen in het Engels die gevolgd worden door de gerund. Deze werkwoorden kun je het beste uit je hoofd leren. He enjoyed watching the dolphins. We never go shopping on Saturdays. Stop crying, please. Hij genoot ervan om naar de dolfijnen te kijken. Wij gaan nooit op zaterdag winkelen. Hou op met huilen, alsjeblieft. Deze vaste uitdrukkingen kun je het beste uit je hoofd leren. Let op de voorzetsels! I m looking forward to hearing from you again. We re interested in meeting you. He s afraid of flying. I m used to having breakfast. Ik kijk ernaar uit om weer van je te horen. Wij willen je/u graag ontmoeten. Hij heeft vliegangst. Ik ben gewend om te ontbijten. OPLOSSINGEN: a) 1. in, 2. of, 3. for, 4. to, 5. of, 6. about, 7. to; b) 1. interested, 2. tired, 3. used, 4. thinking, 5. afraid, 6. looking forward 36

3 15 I love gardening! a Vind acht Engelse woorden die te maken hebben met tuinieren (alleen horizontaal).* d e l a f l o w e r s l a w n h o m i n h i c h i f e n c e u b u s h u m o u t c e n d e r l e a f l a t t r e e m p h a u w e e d r i n t s o u l h e d g e d 1. bloem 5. blad 2. gazon 6. boom 3. hek 7. onkruid 4. struik 8. heg b Kies steeds het juiste werkwoord.** 1. grasmaaien to make to mow to mean the lawn 2. de heg trimmen to cast to catch to cut the hedge 3. zaaien to saw to sink to sow seeds 4. rozen planten to plant to plough to plug roses 37

4 GRAMMATICA WOORDENSCHAT 15 In de tuin Bij tuinieren komen de volgende woorden van pas. Het bijzondere is dat hetzelfde woord een zelfstandig naamwoord én een werkwoord is: weed onkruid to weed wieden plant plant to plant planten water water to water water geven flowers and trees bloemen en bomen rose roos oak eik forget-me-not vergeet-me-nietje beech beuk tulip tulp maple esdoorn daffodil narcis birch berk crocus krokus pine den daisy madeliefje box buxus vegetables and herbs groente en kruiden tomato tomaat parsley peterselie cucumber komkommer chives (pl) bieslook lettuce sla basil basilicum OPLOSSINGEN: a) 1. flower, 2. lawn, 3. fence, 4. bush, 5. leaf, 6. tree, 7. weed, 8. hedge; b) 1. mow, 2. cut, 3. sow, 4. plant 38

5 GRAMMATICA 16 An interesting exercise a Vul a of an in.* 1. game 6. easy exercise 2. apple 7. true story 3. concert 8. English name 4. elephant 9. old castle 5. uniform 10. American from New York b Beslis of a, an, the of geen lidwoord ( ) nodig is.** a an the 1. I always have egg for breakfast. 2. Are you coming to party tonight? 3. orange juice, please. 4. I want to become teacher. 5. Mum goes to church on Sundays. 6. Let s meet early in evening. 7. Oscar loves pop music. 39

6 GRAMMATICA 16 Lidwoorden Het Engels heeft twee vormen voor het onbepaald lidwoord een: a of an. Voor een woord met een uitgesproken medeklinker staat a, bijvoorbeeld: a car, a nice event. Voor een woord met een uitgesproken klinker staat an, bijvoorbeeld: an uncle, an old man. Niet de schrijfwijze maar de uitspraak van het woord dat volgt is belangrijk bij de keuze tussen a en an! an underground maar: a uniform (uitgesproken als j) een metro een uniform an hour (geen uitgesproken h) maar: a house een uur een huis In het Engels gebruik je a of an voor beroepen en functies. Mrs Cole is a dentist. Her son wants to become an engineer. Mevrouw Cole is tandarts. Haar zoon wil ingenieur worden. Het Engelse bepaald lidwoord is the de/het. Vaak staat er in het Engels the terwijl er in het Nederlands geen lidwoord staat. in the morning/afternoon/evening s morgens/ s middags/ s avonds OPLOSSINGEN: a) 1. a, 2. an, 3. a, 4. an, 5. a, 6. an, 7. a, 8. an, 9. an, 10. an; b) 1. an, 2. the, 3. An, 4. a, 5., 6. the, 7. 40

7 GRAMMATICA 17 One person eight people Zoek het juiste woord bij de foto s en schrijf de meervoudsvorm erbij.* cow foot woman ship tomato child person house bike

8 LAND WOORDENSCHAT VOLK 17 Meervoudsvormen De meeste zelfstandige naamwoorden krijgen in het Engels een -s in het meervoud: friend friends vriend vrienden Uitzonderingen: Zelfstandige naamwoorden die eindigen op een medeklinker + y: hobby hobbies Meervoud in het Nederlands: hobby/baby/party hobby s/baby s/party s Zelfstandige naamwoorden die eindigen op ch, x en s: beach beaches strand stranden box boxes doos dozen bus buses bus bussen Sommige zelfstandige naamwoorden die eindigen op een medeklinker + o: potato potatoes aardappel aardappels Onregelmatige meervoudsvormen: man men man, mannen foot feet voet, voeten woman women vrouw, vrouwen tooth teeth tand, tanden child children kind, kinderen mouse mice muis, muizen person people persoon, personen OPLOSSINGEN: 1. women, 2. bikes, 3. houses, 4. tomatoes, 5. children, 6. ships, 7. feet, 8. people, 9. cows 42