Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen Zienswijze van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen Zienswijze van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart"

Transcriptie

1 Notitie Conceptregeling veilig gebruik luchthavens Van : Frits Paymans/Ops Aan : HB Datum : 19 juli 2009 Betreft : Reacties op Conceptregeling veilig gebruik luchthavens Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen Zienswijze van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart Inleiding: In het kader van de RBML is het noodzakelijk alle luchtvaartterreinen om te zetten in het nieuwe systeem waarbij de provincie het landzijdig bevoegd gezag is geworden. Met de invoering van de RBML in de Wet Luchtvaart verliezen de BIGNAL-velden en de Artikel 14- velden de aansluiting met de wetgeving. De regeling en het artikel komen te vervallen, waardoor er een andere aansluiting met de wet moet worden gecreëerd. De winst is dat een aantal van de betrokken terreinen de status van luchthaven gaat krijgen met een luchthavenregeling en daarmee een betere wettelijke verankering. Duurzaam heet dat tegenwoordig. De KNVvL streeft er naar om vrijwel alle huidige tijdelijk en uitzonderlijk gebruik om te zetten in structureel gebruik. De noodzaak daartoe wordt ingegeven door de provincies die de interpretatie van de rijksoverheid in het verleden niet wensen te volgen. In het overleg met het IPO ziet het er naar uit dat tijdelijk en uitzonderlijk wordt gelimiteerd tot 12x per jaar. Hier ligt de kans om alle tijdelijke terreinen om te zetten naar structureel. Het tijdelijk en uitzonderlijk gebruik zal ook moeten voldoen aan het algemeen aanvaarde begrip van tijdelijk en uitzonderlijk en niet moeten worden aangewend om te ontkomen aan ontbrekende of uitsluitende wet en regelgeving. Er wordt een overkill aan ICAO-voorschriften ten onrechte op de niet door ICAO beschreven luchtsporten losgelaten. De veiligheid wordt bepaald niet hiermee gediend aangezien de regels niet goed toepasbaar zijn op onder andere zeil- en schermvliegen. Het is onmogelijk om aan deze regels te voldoen, met andere woorden de regeling zou effectief het zeil- en schermvliegen in Nederland compleet beëindigen. Als het de bedoeling van de wetgever is om een bepaalde sport om zeep te helpen, moet dat transparant in de toelichting worden aangegeven en aan de Tweede Kamer worden voorgelegd. Het Europees Parlement geeft duidelijk aan dat in nieuwe luchtvaartregelgeving beter rekening moet worden gehouden met de belangen van de General Aviation. In dit kader verwijzen wij naar de resolutie van het Europese Parlement met betrekking tot de toekomst van de General Aviation (A d.d ). Een kritische blik op de nieuwe criteria in de Regeling Veilig Gebruik Luchthaven en Terreinen (RVGL&T) is cruciaal voor het behoud van alle huidige faciliteiten en de mogelijke toevoegingen in de toekomst. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Pagina 1 van 9

2 De definities verwijzen in hoofdzaak naar hogere regelgeving, zoals het behoort. Voor de duidelijkheid en de werkbaarheid voor provincies en gebruikers valt het aan te bevelen de verwijzingen in concreto uit te schrijven in een bijlage. Het is voor de gebruiker nauwelijks doenlijk om alle hogere regelgeving na te lopen voor de correcte definiëring. Alle categorieën zweeftoestellen kennen uitvoeringen met een hulpmotor. Bij zweefvliegen zijn er thuiskomers en zelfstarters; bij zeilvliegen en schermvliegen bedient men zich ook van een hulpmotor. De KNVvL is van mening dat de categorieën zweeftoestellen gelijkelijk behandeld dienen te worden. Bij het zweefvliegen is het onderscheid duidelijk tussen een zweefvliegtuig met hulpmotor en een TMG. Zo is bij een zeilvliegtuig het duidelijk wanneer het behoort tot de categorie MLA. Bij schermvliegtuigen ontbreekt die nuancering. Duidelijk is met de rijksoverheid overeengekomen dat een foot-launched-schermvliegtuig met hulpmotor tot de categorie schermvliegtuigen behoort. De trikes e.d. zijn ingedeeld bij de MLA. Het verschil in definiëring wordt hier node gemist en heeft zijn invloed op de terreineisen voor deze onderscheidenlijke categorieën. Artikel 1 De KNVvL kan zich niet vinden in de definitie van gemotoriseerd schermvliegtuig. De definitie is tegen de afspraken in en buiten elke vorm van overleg in 2006 in het Luchtverkeersreglement opgenomen. Hierdoor wordt de mogelijkheid van een legale buitenlanding die door meteorologische omstandigheden wel eens noodzakelijk kan zijn onthouden. Andere categorieën zweeftoestellen hebben die mogelijkheid wel. De KNVvL heeft tevens bezwaar tegen de definitie van Zweeftoestel. Verwezen wordt naar de definitie in het Luchtverkeersreglement, onder toevoeging van een extra beperking t.a.v. het schermvliegtuig met hulpmotor. Indien analoog aan de definitie van het zeilvliegtuig was gehandeld dan was hier niet een discriminerende bepaling ontstaan. Overigens zijn alle verwijzingen in dit artikel zonder nadere toevoeging. Alleen de definitie van gemotoriseerd schermvliegtuig en zweeftoestel hebben een toevoeging. De verwijzing suggereert dat het Luchtverkeersreglement een soortgelijke definitie hanteert. Door de toevoeging ontstaat echter een van het Luchtverkeersreglement afwijkende betekenis. Hoofdstuk 2 Regels veilig gebruik benoemde burgerluchthavens en burgerluchthavens met een luchthavenbesluit Afdeling 2 Certificering Artikel 3 Begrepen wordt dat het hier de luchthavens betreft uit artikel 2 De overige artikelen geven geen aanleiding tot commentaar. Afdeling 3 Luchthavens die gebruikt worden door vliegtuigen De artikelen in deze afdeling geven geen aanleiding tot commentaar. Afdeling 4 Helikopterluchthavens Dit hoofdstuk behoort niet tot het aandachtsveld van de KNVvL. Derhalve onthoudt de KNVvL zich van elk commentaar. Hoofdstuk 3 Regels veilig gebruik overige burgerluchthavens en terreinen voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik Pagina 2 van 9

3 Aan de ligging van reguliere luchthavens voor structureel gebruik worden geen nadere eisen en afstandsmarges gesteld met betrekking tot luchthavens en of verkeersleidinggebieden in de nabijheid, zoals dat wel geldt voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (artikel 21). Afdeling 1 Reikwijdte Artikel 19 Begrepen wordt dat het hier de overige luchthavens buiten de werking van artikel 2 betreft waar de recreatie- en sportluchtvaart wordt bedreven, al dan niet tijdelijk of uitzonderlijk. Vliegtuigen die deelnemen aan een luchtvaartvertoning zijn uitgezonderd en vallen onder de Regeling Luchtvaartvertoningen. Afdeling 2 Algemene aanleg-, inrichtings-, uitrustings- en gebruiksvoorschriften Artikel 20 Op zich lijkt het een goede zaak om aan de hand van een aantal algemene criteria de standaard minimum vereisten voor een luchthaven die in principe in aanmerking komt voor een luchthavenregeling vast te stellen. Lid 1 Wij kunnen niet aan de indruk ontkomen dat de marges hier en daar behoorlijk zijn opgerekt en dat voor zeil- en schermvliegtuigen maatstaven worden aangelegd die nimmer hebben bestaan. Geconstateerd wordt dat er een aanmerkelijke toename is van regelzucht en dat de zelfregulering aanmerkelijk wordt beperkt. Een en ander komt nogal generaliserend over. Enige aanleiding tot deze beleidswijziging wordt niet gegeven. Het lijkt onredelijk om bij tijdelijk en uitzonderlijk gebruik exact dezelfde maatstaven te hanteren als bij een reguliere luchthaven. Het uitgangspunt valt te billijken, maar maatwerk en hoe te handelen bij bijzondere omstandigheden krijgt geen ruimte. Zweefvliegen Ten aanzien van zweefvliegen valt het volgende op te merken: Op een terrein dat primair bedoeld is voor de operatie met zweefvliegtuigen, inclusief TMG, is het voortaan toegestaan de sleepstart- methode met een sleepvliegtuig toe te passen. De veiligheidzones die nu in de Bignal worden vereist voor TMG's en sleepvliegtuigen zijn onveranderd. De in- en uitvliegsectoren en de ruimte boven het veld zijn afwijkend: a. de bepalingen t.a.v. de daalhoek/stijghoek t.b.v. de in- en uitvliegsector is ingrijpend gewijzigd en vereist nu een hoek van 1:5. Oorspronkelijk bedroeg deze 1:20 in de Bignal. Hiermee is zowel een onveilige als onmogelijke eis geïntroduceerd. 1:5 is veel te steil voor zowel uitklimmen als nadering. Dit dient gehandhaafd te blijven op 1:20; b. Wellicht is deze waarde abusievelijk op 1:5 is gezet, omdat in de sleepontheffing voor zweefvliegen, die volgens IV&W al in lijn zou zijn met de nieuwe regeling, een hoek van 1:20 wordt aangehouden voor de in- en uitvliegsector tot een afstand van 900 meter (45= nieuwe cirkelhoogte x 20 = 900meter; bij 30 meter cirkelhoogte is dit 30 x 20 = 600 meter hetgeen de bignal bepaling is). De 1:5 is voor de zijvlakken met een zijdelingse divergentie van 10% (het is namelijk de hoek terzijde van de baan bij gebruik van TMG of sleepvliegtuig); c. de divergentie van 10% is nieuw, maar komt de veiligheid ten goede; d. eveneens nieuw is het gegeven dat de in en uitvliegsector tot 900 meter doorloopt in het horizontale vlak (cirkel). In vlak terrein lijkt dit geen onredelijke eis. Met maatwerk ten aanzien van in en uitvliegroutes zouden hier meerdere veilige situaties kunnen worden gecreëerd ; e. in het horizontale vlak wordt de straal vergroot van 1200 naar 2000 meter t.o.v. het Airport Reference Point (ARP). Een verklaring ontbreekt voor de obstakelhoogte van 45 Pagina 3 van 9

4 meter ten opzichte van de oorspronkelijke 30 meter. Het optrekken van deze ondergrens heeft wel het nadeel dat men nu masten tot 45 meter hoog kan plaatsen. f. de KNVvL heeft een sterke voorkeur voor het handhaven van een hoogte van in principe 30 meter. De straal van 2 km wordt niet nader onderbouwd en wordt bovendien als te groot ervaren; g. de KNVvL spreekt een lichte voorkeur uit voor tot 1200 meter een hoogte van 30 meter en tot 2000 meter een hoogte van 45 meter aan te houden; h. nieuw is de toevoeging van een vlak, aansluitend op het 45 meter vlak, met een helling van 1:10 tot een hoogte van 80 meter boven op het aldus bepaalde vlak. Dit zal nauwelijks invloed hebben op het operationeel gebruik van een zweefvlieg terrein. Het betekent slechts een uitbreiding van 350 meter op de straal van 2km. Gemist hoe wordt hoe gehandeld dient te worden met het gegeven dat men nu qua regels aan de bignal sectoren voldoet en blijkt dat de nieuwe regels met betrekking tot deze vlakken worden overtreden (omdat er nu toevallig op 1500 meter afstand een mast van 60 meter staat). Ter eerbiediging van de grandfather rights lijkt het niet anders dan gerechtvaardigd bestaande situaties te respecteren en te legaliseren. In een enkel geval zouden overgangsbepalingen voor bestaande bignalvelden een uitkomst bieden. De consequenties van de ontwerpregeling voor bestaande velden zijn in de gegeven tijd niet volledig in beeld te brengen. Niet duidelijk is welke regels er van toepassing zijn voor een zelfstartend zweeftoestel niet zijnde een TMG. Het lijkt logisch hiervoor dezelfde baanlengte en overige criteria aan te houden als voor een TMG. Een duidelijke vermelding hiertoe in de regeling komt de duidelijkheid ten goede. Schermvliegen Het schermzweeftoestel is een luchtvaartuig dat geheel andere vliegeigenschappen heeft dan een zweefvliegtuig. Constructie, bediening, snelheid en performance zijn zeer afwijkend. Het lijkt dan ook weinig zinvol om de afmetingen van een luchthaven voor zweefvliegtuigen toe te passen op schermvliegtuigen. Passende criteria voor de schermvliegsport zouden separaat van de genoemde in artikel 20 moeten worden vastgesteld. De KNVvL adviseert het volgende: de straal van 2000 meter in artikel 20, lid 1c is voor een schermvliegterrein onnodig groot. In combinatie met lid 1d betekent dit dat er binnen een straal van 2350 meter nergens een forse kerk, hoogspanningsmast of windmolen mag staan. In grote delen van Nederland is, zeker in combinatie met de bouwplannen voor windmolens, de verbodsregels in het kader van Natura 2000, de luchtruimbeperkingen en overige bepalingen, een dergelijke locatie niet realiseerbaar; uitgaande van een veilige daalhoek van 1: 10 (een glijgetal dat alleen de wedstrijdmodellen van de schermvliegtoestellen net halen), dan is een straal van 500 meter ruim voldoende om alle obstakels tot 45 meter hoogte met een veilig marge te passeren. Onder die omstandigheden is de turbulentie aan de lijzijde van obstakels is niet langer aan de orde. In concreto zal het oplopend vlak tot 80 meter een straal moeten hebben van 850 meter, waar geen obstakels aanwezig mogen zijn, die door dit vlak heen steken. Ingevolge het Reglement Schermvliegen was de maximale gewashoogte op start- of landingsplaats 30 centimeter. Artikel 20, lid 7 limiteert dit voor alle zweeftoestellen op 15 centimeter. De take off run van een schermvliegtuig bestaat uit enkele voorwaartse passen die slechts enkele meters beslaan. De landing neemt nog minder ruimte in beslag. In feite is de gewashoogte slechts limiterend bij het uitleggen voor de start van het scherm en bij het ruimen van het scherm na de landing. De KNVvL wenst de oorspronkelijke bepaling van 30 centimeter voor schermvliegtuigen te handhaven. Pagina 4 van 9

5 Er dient een uitzondering te worden opgenomen voor startplaatsen aan de voet van een helling. De bepaling van het vrije hellingvlak zou anders de discipline van het vliegen op hellingstijgwind (soaren) onmogelijk maken. Het steilere vlak is immers een voorwaarde voor soaren. Artikel 21 Het is vanzelfsprekend dat niet elke locatie geschikt is om gebruikt te worden voor tijdelijk of uitzonderlijk gebruik. Het in grote lijnen aangeven welke beperkingen aan de ligging van een dergelijk terrein worden gesteld is een goede zaak. Bij het bedenken van de aan te brengen beperkingen is de nuance enigszins verloren gegaan. Marges van 6 en 3 mijl voor CTR s en 3 mijl ten opzichte van CTR-loze luchthavens zet vrijwel heel Nederland op slot voor incidenteel en uitzonderlijk gebruik. Bij het uittekenen in de kaart van de nieuw bedachte zones zijn er nog maar enkele plaatsen in Nederland beschikbaar. Binnen de bedachte zones bevinden zich overigens tientallen vlieglocaties die zonder enige coördinatie structureel ruimte bieden aan diverse luchtsportdisciplines. Het bedachte regime staat in geen enkele relatie tot de klassering van het bovenliggende luchtruim. De samenvoeging van zinvolle regels binnen de CTR met een willekeurig bedachte veiligheidszone? mist elke aansluiting bij de bestaande regelgeving. Het contrast tussen het landzijdig en luchtzijdig regime is onverklaarbaar en mist elke grond. Van de Maasvlakte tot Castricum en van Almere tot oost van Dordrecht zijn de mogelijkheden ernstig beperkt. Heel de provincies Groningen en Brabant vallen onder hetzelfde regime. Alleen ten koste van tijdrovende en ingewikkelde administratieve procedures bestaat er een kans om incidenteel of uitzonderlijk te kunnen voldoen aan de klemmende eisen. Het in een adem noemen van verkeer binnen de CTR en in de bedachte bufferzone daarbuiten wekt grote verwarring en mengt een niet bestaand systeem met een bestaand regime volgens ICAOregelgeving. De plaatselijk verkeersleidingdienst wordt een mandaat toebedeeld over veiligheid coördinatie en communicatie in klasse G luchtruim. Bovendien ligt het monopolie bij de plaatselijke verkeersleider hetgeen willekeur in de hand werkt. De CTR is de beschermingszone voor het luchtverkeer dat een klaring heeft binnen die CTR te vliegen. De verkeersleiding is verantwoordelijk voor de separatie binnen de CTR. Daarbuiten heeft de verkeersleider geen enkele zeggenschap. VFR verkeer is het toegestaan om naar believen en in onbeperkte aantallen buiten de CTR te vliegen. Gecontroleerd verkeer heeft daar slechts recht op traffic information. Het is weliswaar nog steeds mogelijk om toestemming te verkrijgen voor incidenteel en uitzonderlijk terreingebruik ten behoeve van start en/of landing, maar de barrière die wordt aangebracht valt vrijwel niet te nemen. De aanvrager is bovendien afhankelijk van de welwillendheid van de plaatselijke verkeersleider. Deze kan om hem moverende redenen weigeren een convenant te sluiten. Bovendien kan deze zich altijd beroepen op de eis dat voldoende separatie met het overige luchtverkeer is gewaarborgd. Dat is een onmogelijkheid aangezien de jurisdictie van de verkeersleider eindigt bij de grens van de CTR. De verkeersleider kan geen verantwoordelijkheid op zich nemen voor hem onbekend verkeer in Klasse G luchtruim tot 6 Nm buiten zijn werkgebied. De KNVvL dringt er ten sterkste op aan de aangebrachte marges te doen vervallen. In de luchtvaart moeten wij er van uitgaan dat de beschermingsgebieden zoals de CTR voldoen. Bij niet voldoen volgt aanpassing van de grenzen, zoals bij SPL/CTR-2 en 3. Pagina 5 van 9

6 De verplichting tot coördinatie met een andere luchtvaartactiviteit binnen een afstand van 3 Nm komt ons redelijk voor. Partijen zijn beiden verplicht tot het sluiten van een dergelijke coördinatieovereenkomst. De huidige eenzijdigheid in de regeling maakt de aanvrager rechteloos. Artikel 22 Het is met betrekking tot schermvliegtuigen niet mogelijk aan alle bepalingen uit lid 1c te voldoen. Voor deze categorie zal een ontheffing moeten komen, of e.e.a. als niet toepasselijk worden verklaard: Lid 1c, sub 1, 3 en 4 zijn niet van toepassing voor schermvliegtuigen; Lid 1c, sub 2, 5 (tandemvlucht of solo) en 6 volstaan. Zeilvliegen Evenals voor schermvliegen is voor zeilvliegen maatwerk geboden. Het is onterecht om voor deze tak van sport dezelfde terreinmaatstaven aan te houden als voor zweefvliegen. De bepaling dat de baan even lang moet zijn als de kabel en ook nog eens 150 meter breed maakt ieder terrein dat nu beschikbaar is onbruikbaar. De KNVvL dringt er op aan om de categorie zeilvliegtuigen in de groep zweeftoestellen als aparte categorie te behandelen. Zeilvliegtuigen zijn niet hetzelfde als zweefvliegtuigen. In de regelingen die als gevolg van de introductie van de RBML moeten worden opgesteld dient dit verschil nadrukkelijk tot uitdrukking te komen. Afdeling 3 Helikopters De artikelen in deze afdeling geven geen aanleiding tot commentaar. Afdeling 4 MLA s Het artikel in deze afdeling geeft geen aanleiding tot commentaar. Afdeling 5 Gemotoriseerde Schermvliegtuigen Onder algemeen is al opgemerkt dat er een verschil wordt aangebracht tussen de verschillende categorieën zweeftoestellen waar het de uitvoering met hulpmotor betreft. De KNVvL is van mening dat de categorieën zweeftoestellen gelijkelijk behandeld dienen te worden met maatwerk waar het de specifieke eigenschappen en performance van een categorie betreft. In 2004 is ten tijde van de legalisering van het snorvliegtuig met de rijksoverheid overeengekomen dat een foot-launched-schermvliegtuig met hulpmotor tot de categorie schermvliegtuigen behoort. De trikes e.d. zijn ingedeeld bij de MLA. Het verschil in definiëring wordt hier node gemist en heeft zijn invloed op de terreineisen voor deze onderscheidenlijke categorieën. Binnen Europa neemt Nederland een uitzonderingspositie in ten aanzien van het snorvliegen. In de ons omringende landen heersen een andere disciplines, die afhankelijk van de redelijkheid de vliegers veelal in de illegaliteit dwingen. Een probleem dat de KNVvL ernstig parten speelt bij het organiseren van de algemene snorvliegdiscipline en het uitgeven van de bevoegdheden.in Frankrijk en Engeland hebben ze min of meer vergelijkbare regelgeving. Voor lichte motoren (voetstart) is starten toegestaan na verkregen toestemming van de landeigenaar. Het luchtruim wordt beperkt tot klasse G en E. Bij overlast wordt een vliegverbod al dan niet plaatselijk uitgevaardigd. In België bestaat een gedoogbeleid dat inhoud dat dezelfde regels als Frankrijk gelden. In Duitsland heerst dezelfde regeldrift als in Nederland en is de sport potdicht geregeld. Minder dan de helft van de snorvliegers heeft zich in laten schrijven, waardoor er ruim 2000 illegaal rondvliegen met een geringe pakkans. Thans is besloten een proef te houden waarbij men meer vrijheden toestaat. Te strakke regelgeving leidt tot het wegglijden van de sport in de illegaliteit waardoor de overheid de controle verliest over de situatie. Beter is om met een plan te komen waarbij de overheid zeggenschap houdt, maar waarbij de aanvrager in ieder geval het idee krijgt dat hij kans maakt om een veld aan te kunnen vragen. Pagina 6 van 9

7 Is een zweefvliegtuig met hulpmotor gewoon een zweefvlieger, een zeilvlieger met hulpmotor gewoon een zeilvlieger, een schermvliegtuig met hulpmotor is een gemotoriseerd schermvliegtuig. De KNVvL gaat niet akkoord met deze nieuw gecreëerde categorie die buiten enig overleg is ontstaan en tegen de gemaakte afspraken ingaat. Artikel 26. De KNVvL kan zich vinden in de beschreven afmetingen van baan en obstakelvrije zone. Deze komen overeen met de door de KNVvL voor haar leden voorgeschreven afmetingen, zoals beschreven in het handboek. De obstakelvlakken zoals beschreven in artikel 20 lid 1, sub c, d,e en f zijn bij de specifieke operatie van het snorvliegen niet van toepassing. In plaats daarvan is het vereist voor snorvliegterreinen aan tenminste twee zijden van het operationele gebied een obstakelvrije zone van tenminste honderd meter te hebben Artikel 20 lid 6 is niet van toepassing. Ten aanzien van artikel 21 gelden voor het snorvliegen de algemene principiële bezwaren die elders in deze zienswijze zijn verwoord. Afdeling 6 Vrije Ballonnen Artikel 27 Lid 1, sub b. In de praktijk houden toeschouwers en nog meer de opvarenden zich bezig met de voorbereidende werkzaamheden van de ballon. De noodzakelijkheid daarvan laat zich in toenemende mate gelden vanwege het feit dat het aantal ballons toeneemt die specifiek ingericht op het vervoer van grote aantallen passagiers. Deze ballons kenmerken zich o.a. vanwege de grootte. Een afscheiding suggereert veiligheid. In het verleden hebben zich voorvallen voorgedaan waarbij duidelijk werd dat een afscheiding slechts schijnveiligheid betekende. In een groot aantal landen is er alleen sprake van een afscheiding bij ballonvaartevenementen. Lid 1, sub d. en e. Het verdient aanbeveling om - naast het personeel - ook de opvarenden te verplichten om als zodanig herkenbaar te zijn. De verantwoordelijke ballonvaarder kan zodoende vaststellen welke personen operationeel betrokken zijn. Zeker onder hectische omstandigheden leidt dat tot een veiliger situatie, bijvoorbeeld bij het aan boord gaan. Afdeling 7 Watervliegtuigen Afdeling 8 Zweeftoestellen Voor zweefvliegtuigen geeft deze afdeling geen aanleiding tot commentaar. Voor de andere categorieën zweeftoestellen is de volledige gelijkschakeling aan de luchthaveneisen voor zweefvliegtuigen een onnodige verzwaring en mist op een aantal punten een degelijke onderbouwing. In het kader van nut en noodzaak is er reden voor commentaar. Artikel 29 In goede coördinatie met de overheid aangaande zelfregulering en vastgelegd in het Kwaliteitshandboek Schermvliegen en het reglement schermvliegen is de startplaats minimaal 150 x 30 meter en de landingsplaats minimaal 60 x 30 meter. Er zijn geen bepalingen dat het terrein als geheel extra veiligheidsstroken moet kennen. Pagina 7 van 9

8 Uit inspecties is gebleken dat de zelf opgelegde norm uitstekend voldoet. Er is derhalve geen enkele aanleiding om van rijkswege nieuwe normen op te leggen. Een consultatie ter zake of enig overleg is niet gevoerd. De ervaring leert dat de startplaats van 150 meter lang bovenmatig is. De loopafstand bij de start is slechts een fractie van die lengte. De minimum afmetingen van 75 x 30 meter zouden volstaan. Een veiligheidsstrook boven de breedte van de start en landingsplaats is reëel. Voor schermvliegen volstaat een veiligheidsstrook van 50 meter. Artikel 30 lid 1a Op zichzelf is er geen bezwaar tegen een artikel waarmee onbevoegde personen geweerd worden van de lierbaan, de startplaats en de landingsplaats. De luchthavenbeheerder of een door hem aangewezen functionaris bepaalt wie er bevoegd zijn. Afdeling 9 Landbouwluchtvaartuigen Afdeling 10 Luchtschepen Afdeling 11 Onbemande luchtvaartuigen tot 150 kilogram Artikel 33 In de leeswijzer van de V&W wordt gesproken over een UAS tot 150 kg. Het begrip UAS wordt niet verduidelijkt in Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. In artikel 33 wordt gesproken over onbemande vliegtuigen, ballonnen en helikopters tot 150 kg. Daar zou gelezen kunnen worden dat het ook gewone modellen tot 25 kg betreft. Is het mogelijk een verduidelijking aan te brengen dat de regeling uitsluitend van toepassing is op de (commerciële) onbemande luchtvaartuigen in de categorie van kilogram, de zogenaamde UAS categorie. Afdeling 12 Gyroplanes Afdeling 13 Bemande kabelballonnen Hoofdstuk 4 Procedurebepalingen Artikel 36 Leden 1. en 2. De genoemde termijn van vier weken is voor de ballonvaart een te lange periode. Ballonvaarten worden doorgaans op korte termijn gepland en uitgevoerd en de genoemde termijn is in combinatie met de grote afhankelijkheid van de weersomstandigheden als onaanvaardbaar knellend. In het concept wordt de mogelijkheid gemist om voor een bepaalde locatie een ontheffing te verlenen voor meerdere dagen, dan wel een aaneengesloten periode. Ook wordt de mogelijkheid gemist om ingeval de ontheffing door weersomstandigheden niet kan worden benut, voor een alternatieve datum te opteren. Aan het genoemde bezwaar kan tegemoet worden gekomen als door Gedeputeerde Staten een zgn. paraplu ontheffing verleend wordt voor veelgebruikte opstijglocaties. Die paraplu ontheffing kan dan bijvoorbeeld - aan de KNVvL Afdeling Ballonvaren worden verleend voor de bij haar geregistreerde ballonvaarders die daar dan gebruik kunnen maken. Pagina 8 van 9

9 De handhaving komt, zoals dat nu al door de gemeente Utrecht gebeurt, bij de gemeentelijke stadstoezicht te liggen. Een ballonvaarder die niet onder die paraplu ontheffing valt, wordt dan bekeurd (zoals dat recentelijk in Utrecht is voorgevallen). Lid 3. Deze bepaling houdt een lastenverzwaring in. In dit lid wordt bepaald, dat de houder van de ontheffing minimaal 24 uur voorafgaande aan het gebruik van het terrein de burgemeester van de betreffende gemeente in zal lichten. Dit mag per geschieden. Deze regel is om diverse redenen praktisch niet uitvoerbaar voor de snorvlieger: Het vliegen met de paramotor is sterk weersafhankelijk. 24 uur voorafgaande aan het vliegen is het niet mogelijk om een zekere weersverwachting te maken. Praktisch gezien wordt kort voorafgaande aan het vliegen beslist of de weerscondities geschikt zijn; De kans is reëel, dat s in het weekend verstuurd, niet gelezen worden. Pagina 9 van 9

Notitie Convenant Scherm-/Zeilvliegen

Notitie Convenant Scherm-/Zeilvliegen Notitie 43-2007 Convenant Scherm-/Zeilvliegen Van : F.A. Paymans Aan : HB, AS Datum : 16-12-2007 Betreft : Convenant lierlocaties Scherm-/Zeilvliegen Inleiding De KNVvL heeft een aantal malen overleg gevoerd

Nadere informatie

NOTA Regeling Veilig Gebruik Luchthavens en andere Terreinen

NOTA Regeling Veilig Gebruik Luchthavens en andere Terreinen NOTA Regeling Veilig Gebruik Luchthavens en andere Terreinen Van: Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart Aan: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Datum: 10 december 2009 Betreft: Regeling

Nadere informatie

(Tekst geldend op: 17-02-2012) De Minister van Verkeer en Waterstaat,

(Tekst geldend op: 17-02-2012) De Minister van Verkeer en Waterstaat, (Tekst geldend op: 17-02-2012) Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 27 oktober 2009, nr. CEND/HDJZ-2009/1166 sector LUV, houdende regels in verband met de aanleg, de inrichting, de uitrusting

Nadere informatie

Gelet op artikel 8a.50 van de Wet luchtvaart en de artikelen 3, vierde lid, onderdeel b, en 17, derde lid van het Besluit burgerluchthavens;

Gelet op artikel 8a.50 van de Wet luchtvaart en de artikelen 3, vierde lid, onderdeel b, en 17, derde lid van het Besluit burgerluchthavens; Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr. IENM/BSK-2015/85330, tot wijziging van de Regeling burgerluchthavens in verband met een vrijstelling ten behoeve van schermvliegtuigen

Nadere informatie

Beleidsregel ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van een terrein voor het opstijgen of landen van een luchtvaartuig

Beleidsregel ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van een terrein voor het opstijgen of landen van een luchtvaartuig CVDR Officiële uitgave van Overijssel. Nr. CVDR329333_2 29 november 2016 Beleidsregel ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van een terrein voor het opstijgen of landen van een luchtvaartuig

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. stellen de volgende beleidsregel vast voor het gebruik van de hiervoor genoemde bevoegdheden:

PROVINCIAAL BLAD. stellen de volgende beleidsregel vast voor het gebruik van de hiervoor genoemde bevoegdheden: PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Overijssel. Nr. 7533 16 november 2015 Provincie Overijssel - Beleidsregel ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van terreinen voor het opstijgen

Nadere informatie

Gelet op artikel 5.7 van de Wet luchtvaart en artikel 56 van het Luchtverkeersreglement;

Gelet op artikel 5.7 van de Wet luchtvaart en artikel 56 van het Luchtverkeersreglement; Datum Nummer HDJZ/LUV HOOFDDIRECTIE JURIDISCHE ZAKEN Onderwerp Regeling van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, houdende nadere regels voor vluchten met een modelvliegtuig (Regeling modelvliegen)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15407 23 juli 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 17 juli 2012, nr. IENM/BSK-2012/109521,

Nadere informatie

VEILIGHEIDS REGLEMENT

VEILIGHEIDS REGLEMENT versie 8 VEILIGHEIDS REGLEMENT Algemeen: Modelvliegers vallen onder het Basis Veiligheidsreglement Modelvliegsport en de Regeling Modelvliegen van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 2 december

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4720 25 maart 2011 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu tot wijziging van de Regeling luchtvaartvertoningen

Nadere informatie

Is een wijziging van het bestemmingsplan voor het opstijgen met een paramotor noodzakelijk c.q. wenselijk?

Is een wijziging van het bestemmingsplan voor het opstijgen met een paramotor noodzakelijk c.q. wenselijk? Onderwerp: Is een wijziging van het bestemmingsplan voor het opstijgen met een paramotor noodzakelijk c.q. wenselijk? Geachte lezer, In deze brief wil ik u graag extra informatie geven, waarmee overwogen

Nadere informatie

Luchthavenregeling Stijg- en landingslocaties watervliegtuigen Wings Over Holland

Luchthavenregeling Stijg- en landingslocaties watervliegtuigen Wings Over Holland Luchthavenregeling Stijg- en landingslocaties watervliegtuigen Wings Over Holland PROVINCIALE STATEN VAN FLEVOLAND Gelezen het voorstel van het college van Gedeputeerde Staten van Flevoland nummer 1113955,

Nadere informatie

Bijlage 1 BEOORDELING AANVRAAG LUCHTHAVENREGELING PER LOCATIE. 1. Helihaven Isala klinieken te Zwolle

Bijlage 1 BEOORDELING AANVRAAG LUCHTHAVENREGELING PER LOCATIE. 1. Helihaven Isala klinieken te Zwolle Bijlage 1 BEOORDELING AANVRAAG LUCHTHAVENREGELING PER LOCATIE 1. Helihaven Isala klinieken te Zwolle : Deze luchthavenregeling betreft de bestaande luchthaven van de Stichting Isala Klinieken voor starts

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 12 december 2011, tot vaststelling van de Luchthavenregeling Zweefvliegveld Castricum.

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 12 december 2011, tot vaststelling van de Luchthavenregeling Zweefvliegveld Castricum. Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 12 december 2011, tot vaststelling van de Luchthavenregeling Zweefvliegveld Castricum. Provinciale Staten van Noord-Holland; Gelet op de voordracht

Nadere informatie

Egbert s samenvatting Voorschriften en reglementen

Egbert s samenvatting Voorschriften en reglementen Egbert s samenvatting Voorschriften en reglementen In 2014 heeft Egbert Braaksma een samenvatting gemaakt van de belangrijkste stof voor het examenonderdeel Voorschriften en reglementen. Deze samenvatting

Nadere informatie

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager : HeliCentre B.V. Type ontheffing : Locatiegebonden TUG-ontheffing voor helikoptervluchten Datum ontvangst aanvraag

Nadere informatie

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager : Commerciële Ballonvaarders Nederland (CBN) Type ontheffing : Generieke ontheffing voor ballonvluchten Datum ontvangst

Nadere informatie

Bijlage 1. n Profaclgetiied Rodanburg. M Projadgabiad Wast. Markermeer AMSTERDAM IDE OMCEVIMGSVEROROENING FLEVOLAMO PROJECTEN EH PLAATSINGSZONES WIND

Bijlage 1. n Profaclgetiied Rodanburg. M Projadgabiad Wast. Markermeer AMSTERDAM IDE OMCEVIMGSVEROROENING FLEVOLAMO PROJECTEN EH PLAATSINGSZONES WIND Bijlage 1 OMCEVIMGSVEROROENING FLEVOLAMO PROJECTEN EH PLAATSINGSZONES WIND PLAATSIN 65ZDN ES Plaaninguona Nooid Plaitsingszona Oost Plaalsinguon* Rodanburg Plaatsïngszone Wait Plaatsmguona Zuid EMMELOORD

Nadere informatie

http://wetten.overheid.nl/bwbr0026570/geldigheidsdatum_04-12-2013/afdrukken

http://wetten.overheid.nl/bwbr0026570/geldigheidsdatum_04-12-2013/afdrukken wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - Regeling veilig gebruik luchthavens en.. http://wetten.overheinl/bwbr0026570/geldigheidsdatum_0/afdrukken pagina 1 van 17 Regeling veilig gebruik luchthavens en

Nadere informatie

Luchthavenregeling Zweefvliegterrein Biddinghuizen

Luchthavenregeling Zweefvliegterrein Biddinghuizen Luchthavenregeling Zweefvliegterrein Biddinghuizen Artikel 1 Deze regeling is van toepassing op het gebied van het zweefvliegterrein Biddinghuizen, gelegen in de gemeente Dronten, Mosselweg 10 te Biddinghuizen

Nadere informatie

RPAS en Vliegvelden. Workshop 1 - Space53 November 2017

RPAS en Vliegvelden. Workshop 1 - Space53 November 2017 RPAS en Vliegvelden Workshop 1 - Space53 November 2017 Operationeel advies gebaseerd op kennis Pragmatische toepassing van kennis Training voor overheid en bedrijfsleven 22/11/2017 2 Achtergrond regelgeving

Nadere informatie

De luchthavenregeling voor de luchthaven Langeveld gevestigd aan de Vogelaardreef 21 te Noordwijk, gemeente Noordwijk.

De luchthavenregeling voor de luchthaven Langeveld gevestigd aan de Vogelaardreef 21 te Noordwijk, gemeente Noordwijk. Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten Vergadering oktober 2010 Nummer 6234 onderwerp Luchthavenregeling voor zweefvliegenlangeveld 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland,

Nadere informatie

BELEIDSREGEL VAN DE PROVINCIE DRENTHE VOOR HET VERLENEN VAN ONTHEFFING VOOR TIJDELIJK EN UITZONDERLIJK GEBRUIK (WET LUCHTVAART, ARTIKEL 8A.

BELEIDSREGEL VAN DE PROVINCIE DRENTHE VOOR HET VERLENEN VAN ONTHEFFING VOOR TIJDELIJK EN UITZONDERLIJK GEBRUIK (WET LUCHTVAART, ARTIKEL 8A. BELEIDSREGEL VAN DE PROVINCIE DRENTHE VOOR HET VERLENEN VAN ONTHEFFING VOOR TIJDELIJK EN UITZONDERLIJK GEBRUIK (WET LUCHTVAART, ARTIKEL 8A.51) Gedeputeerde staten van Drenthe hebben besloten een beleidsregel

Nadere informatie

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager : Ryfas Helicopters Type ontheffing : Locatiegebonden TUG-ontheffing voor helikoptervluchten Datum ontvangst aanvraag

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 12 december 2011, tot vaststelling van de Luchthavenregeling

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 12 december 2011, tot vaststelling van de Luchthavenregeling Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 12 december 2011, tot vaststelling van de Luchthavenregeling MLA Beverwijk. Provinciale Staten van Noord-Holland; Gelet op de voordracht van Gedeputeerde

Nadere informatie

Artikel 3.2.6.1.2 Een exploitant van de luchthaven, zoals genoemd in artikel 3.2.6.1.3, dient de artikelen van deze verordening na te leven.

Artikel 3.2.6.1.2 Een exploitant van de luchthaven, zoals genoemd in artikel 3.2.6.1.3, dient de artikelen van deze verordening na te leven. Luchthavenregeling zweefvliegterrein Soesterberg Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 12 november 2012 (nr. 80C023BF) houdende vaststelling van de luchthavenregeling zweefvliegterrein Soesterberg.

Nadere informatie

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager : G.P. Wit Type ontheffing : Locatiegebonden TUG-ontheffing voor paramotorvluchten Datum ontvangst aanvraag : 16 april

Nadere informatie

(Tekst geldend op: ) De Minister van Verkeer en Waterstaat,

(Tekst geldend op: ) De Minister van Verkeer en Waterstaat, (Tekst geldend op: 11-11-2009) Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 27 oktober 2009, nr. CEND/HDJZ-2009/1166 sector LUV, houdende regels in verband met de aanleg, de inrichting, de uitrusting

Nadere informatie

De luchthavenregeling voor de luchthaven Graafstroom gevestigd aan Kweldamweg 6 te Molenaarsgraaf, gemeente Graafstroom.

De luchthavenregeling voor de luchthaven Graafstroom gevestigd aan Kweldamweg 6 te Molenaarsgraaf, gemeente Graafstroom. Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten Vergadering oktober 2010 Nummer 6232 onderwerp Luchthavenregeling voor schermvliegen Graafstroom 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5661 31 maart 2011 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 28 maart 2011, nr. IENM/BSK-2011/39447,

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 4 februari 2013, tot vaststelling van de Luchthavenregeling MLA Middenmeer.

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 4 februari 2013, tot vaststelling van de Luchthavenregeling MLA Middenmeer. Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 4 februari 2013, tot vaststelling van de Luchthavenregeling MLA Middenmeer. Provinciale Staten van Noord-Holland; Gelet op de voordracht van Gedeputeerde

Nadere informatie

tot wijziging van het Besluit burgerluchthavens en de Regeling Toezicht Luchtvaart

tot wijziging van het Besluit burgerluchthavens en de Regeling Toezicht Luchtvaart Besluit van tot wijziging van het Besluit burgerluchthavens en de Regeling Toezicht Luchtvaart Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van, nr. IenM/BSK-, Hoofddirectie Bestuurlijke

Nadere informatie

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager : Ryfas Helicopters Type ontheffing : Locatiegebonden TUG-ontheffing voor helikoptervluchten Datum ontvangst aanvraag

Nadere informatie

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager : Heli Holland Air Service B.V. Type ontheffing : Locatiegebonden TUG-ontheffing voor helikoptervluchten Datum ontvangst

Nadere informatie

Provincie Noord-Brabant. Besluit. Wet luchtvaart, ontheffing ex artikel 8a. 51. Beleidsregel ontheffing luchtvaartgebruik terreinen Noord-Brabant

Provincie Noord-Brabant. Besluit. Wet luchtvaart, ontheffing ex artikel 8a. 51. Beleidsregel ontheffing luchtvaartgebruik terreinen Noord-Brabant Besluit Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Onderwerp Wet luchtvaart, ontheffing ex artikel

Nadere informatie

Versie ten behoeve van de internetconsultatie

Versie ten behoeve van de internetconsultatie Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van..., nr. IENW/BSK, tot wijziging van de Vrijstellingsregeling Besluit luchtverkeer 2014 in verband met het gedeeltelijk opheffen van het verbod

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 16336 30 oktober 2009 Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 27 oktober 2009, nr. CEND/HDJZ-2009/1166

Nadere informatie

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager : Vechtdal Paragliding Type ontheffing : Locatiegebonden TUG-ontheffing voor paramotorvluchten Datum ontvangst aanvraag

Nadere informatie

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager : HeliCentre BV Type ontheffing : Locatiegebonden TUG-ontheffing voor helikoptervluchten Datum ontvangst aanvraag

Nadere informatie

Provinciaal blad 2011, 54

Provinciaal blad 2011, 54 Provinciaal blad 2011, 54 ISSN 0920-105X Beleidsregels van de Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht van 8 november 2011, nummer 809793C6, voor het verlenen van ontheffingen voor tijdelijk en uitzonderlijk

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vergunning luchtvaartvertoning Ballon Fiësta Meerstad

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vergunning luchtvaartvertoning Ballon Fiësta Meerstad STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 48285 25 augustus 2017 Vergunning luchtvaartvertoning Ballon Fiësta Meerstad Datum: 17 augustus 2017 Nummer: ILT-2017/73581

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 12 december 2011, tot vaststelling van de Luchthavenregeling

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 12 december 2011, tot vaststelling van de Luchthavenregeling Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 12 december 2011, tot vaststelling van de Luchthavenregeling Slootdorp. Provinciale Staten van Noord-Holland; Gelet op de voordracht van Gedeputeerde

Nadere informatie

Notitie Luchtvaartnota van de provincie Utrecht

Notitie Luchtvaartnota van de provincie Utrecht Notitie 32-2009 Luchtvaartnota van de provincie Utrecht Van : Frits Paymans/Veva Ekkelenkamp Aan : HB Datum : 24 juli 2009 Betreft : Luchtvaartnota van de provincie Utrecht Inleiding De Koninklijke Nederlandse

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 14, derde lid, van het Besluit burgerluchthavens;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 14, derde lid, van het Besluit burgerluchthavens; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8348 25 maart 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 20 maart 2015, nr. IENM/BSK-2015/59034,

Nadere informatie

Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen Geldend van t/m heden

Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen Geldend van t/m heden Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen Geldend van 01-07-2015 t/m heden Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 27 oktober 2009, nr. CEND/HDJZ-2009/1166 sector LUV, houdende

Nadere informatie

Road Map voor de introductie van transponders bij het ballonvaren, schermvliegen, zeilvliegen en zweefvliegen in Nederland

Road Map voor de introductie van transponders bij het ballonvaren, schermvliegen, zeilvliegen en zweefvliegen in Nederland Road Map voor de introductie van transponders bij het ballonvaren, schermvliegen, zeilvliegen en zweefvliegen in Nederland A. Overzicht De toepassing van transponders bij het ballonvaren, schermvliegen,

Nadere informatie

Inzet Schiphol- Oostbaan

Inzet Schiphol- Oostbaan Veel gestelde vragen Banenstelsel Schiphol Inzet Schiphol- Oostbaan januari 2015 Versie 1.1 1. Algemeen Schiphol beschikt over vijf lange start- en landingsbanen en één kortere en is een knooppunt van

Nadere informatie

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager : Stichting Dutch Air Experience Type ontheffing : Locatiegebonden TUG-ontheffing voor vluchten met paramotors, helikopters,

Nadere informatie

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager : Lukkien BV Type ontheffing : Generieke ontheffing voor vluchten met een onbemand luchtvaartuig Datum ontvangst aanvraag

Nadere informatie

Provinciaal blad van Zuid-Holland

Provinciaal blad van Zuid-Holland Provinciaal blad Uitgegeven Provinciaal blad van Zuid-Holland BELEIDSREGEL ONTHEFFINGEN TIJDELIJK EN UITZONDERLIJK GEBRUIK VAN EEN TERREIN VOOR LUCHTVAART PROVINCIE ZUID-HOLLAND Gedeputeerde Staten van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 47829 28 december 2015 Vergunning burgermedegebruik exploitant militaire luchthaven Eindhoven ten behoeve van Eindhoven

Nadere informatie

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager : Skeye B.V. Type ontheffing : Generieke ontheffing voor vluchten met een onbemand luchtvaartuig Datum ontvangst aanvraag

Nadere informatie

Uitspraak /1/A3

Uitspraak /1/A3 Uitspraak 201801928/1/A3 Datum van uitspraak: woensdag 16 januari 2019 Tegen: de burgemeester van Renkum Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Luchtvaart ECLI: ECLI:NL:RVS:2019:106 201801928/1/A3.

Nadere informatie

Notitie. J.J.S. Ponten Handhaving Wet luchtvaart Onderwerp. Jaarverslag Toezicht en Handhaving kleine luchtvaart 2016

Notitie. J.J.S. Ponten Handhaving Wet luchtvaart Onderwerp. Jaarverslag Toezicht en Handhaving kleine luchtvaart 2016 Notitie Aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Sebastiaan van der Vliet Kopie aan René Kuijper, hoofd bureau IDATE Ton Groeneweg, hoofd bureau GENV Datum Documentnummer Project Auteur 28-2-217 9999267839

Nadere informatie

ffi '?îffhorrand EIhf;E] 1 3 okt 2015 Lid Gedeputeerde Staten eerder aan u verstuurde voordracht en bevat de tekst van de regeling. Provinciale Staten

ffi '?îffhorrand EIhf;E] 1 3 okt 2015 Lid Gedeputeerde Staten eerder aan u verstuurde voordracht en bevat de tekst van de regeling. Provinciale Staten Lid Gedeputeerde Staten A. Bom - Lemstra '?îffhorrand Provinciale Staten Contact 070 441 70 87 aw.bom@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Datum

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20764 30 december 2010 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu houdende omzetting van bepalingen

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE FRYSLÂN

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE FRYSLÂN 1 Uitgegeven: 15 juli 2010 2010, no. 45 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE FRYSLÂN In overweging nemende dat artikel 8a.51 Wet Luchtvaart, het Besluit burgerluchthavens en

Nadere informatie

Deelen-CTR, -ATZ en de Terlet-sectoren

Deelen-CTR, -ATZ en de Terlet-sectoren Deelen-CTR, -ATZ en de Terlet-sectoren Zoals bekend ligt Terlet binnen de CTR van Deelen en ook gedeeltelijk binnen de ATZ. Tijdens het doordeweekse vliegbedrijf is Deelen regelmatig actief met oefeningen

Nadere informatie

Amsterdamsche Club voor Zweefvliegen. Gebruiksplan 2015 Zweefvliegterrein Soesterberg

Amsterdamsche Club voor Zweefvliegen. Gebruiksplan 2015 Zweefvliegterrein Soesterberg Amsterdamsche Club voor Zweefvliegen Gebruiksplan 2015 Zweefvliegterrein Soesterberg INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Opzet van het gebruiksplan... 4 2. Doelstelling... 4 3. Wettelijk kader... 4 4. Vliegtuigen...

Nadere informatie

Afwijkingen inrichting, uitrusting en gebruik luchthavens

Afwijkingen inrichting, uitrusting en gebruik luchthavens Afwijkingen inrichting, uitrusting en gebruik luchthavens Pagina 1 Luchthavens in Nederland zijn ingericht en uitgerust in overeenstemming met (inter)nationale voorschriften. Dit bevordert het veilig gebruik

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20766 23 december 2010 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu houdende omzetting van bepalingen

Nadere informatie

NOTITIE. Notitie Ke-geluidsberekeningen helikopters op Seppe Airport (pnb not), 18 februari

NOTITIE. Notitie Ke-geluidsberekeningen helikopters op Seppe Airport (pnb not), 18 februari NOTITIE Onderwerp : Ke-geluidsberekeningen helikopters op Seppe Airport Kenmerk : pnb130204.not Opgesteld door : ir. W.B. Haverdings Controle door : ing. P. Frankena Datum : 18 februari 2013 Inleiding

Nadere informatie

Gelet op de voordracht van Gedeputeerde Staten van 16 december 2014, met kenmerk /475868;

Gelet op de voordracht van Gedeputeerde Staten van 16 december 2014, met kenmerk /475868; Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 2 februari 2015, tot vaststelling van de wijziging van de luchthavenregeling Zweefvliegveld ZC Den Helder. Provinciale Staten van Noord-Holland Gelet

Nadere informatie

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager : Norbert Fleuren Elektro-Technik Type ontheffing : Generieke ontheffing voor helikoptervluchten Datum ontvangst aanvraag

Nadere informatie

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie, Datum Concept 17 januari 2006 Bangoer rev 16-2 Nummer HDJZ/LUV/2006- HOOFDDIRECTIE JURIDISCHE ZAKEN Onderwerp Regeling van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, houdende vrijstelling van het verbod

Nadere informatie

Handhavingsrapportage Rotterdam The Hague Airport 2016

Handhavingsrapportage Rotterdam The Hague Airport 2016 Handhavingsrapportage Rotterdam The Hague Airport 2016 Handhavingsrapportage Rotterdam The Hague Airport 2016 Datum 6 december 2016 Colofon Uitgegeven door Inspectie Leefomgeving en Transport ILT/ Luchtvaart

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland; 2 Regels voor het luchthavenluchtverkeer. Besluiten vast te stellen: 1 Algemeen. 3 Milieugebruiksruimte

Provinciale Staten van Noord-Holland; 2 Regels voor het luchthavenluchtverkeer. Besluiten vast te stellen: 1 Algemeen. 3 Milieugebruiksruimte Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 12 december 2011, tot vaststelling van de Luchthavenregeling Helihaven Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk. Provinciale Staten van Noord-Holland; Gelet

Nadere informatie

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager : Heli Holland Air Service B.V. Type ontheffing : Locatiegebonden TUG-ontheffing voor helikoptervluchten Datum ontvangst

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Herdruk Luchthavenregeling luchthaven Lopikerweg West in Cabauw, gemeente Lopik

PROVINCIAAL BLAD. Herdruk Luchthavenregeling luchthaven Lopikerweg West in Cabauw, gemeente Lopik PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Utrecht. Nr. 768 9 februari 2016 Herdruk Luchthavenregeling luchthaven Lopikerweg West in Cabauw, gemeente Lopik Dit betreft een herdruk van https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2015-8501.html

Nadere informatie

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager : Heliflight Holland B.V. Type ontheffing : Locatiegebonden TUG-ontheffing voor helikoptervluchten Datum ontvangst

Nadere informatie

Provinciaal blad 2010, 53

Provinciaal blad 2010, 53 ISSN 0920-105X Provinciaal blad 2010, 53 Luchthavenregeling MLA-terrein Polsbroek, gemeente Lopik Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 25 oktober 2010 (nr. 80866590) houdende vaststelling van

Nadere informatie

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager : HeliCentre B.V. Type ontheffing : Locatiegebonden TUG-ontheffing voor helikoptervluchten Datum ontvangst aanvraag

Nadere informatie

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager : Heli Holland Airservice BV Type ontheffing : Generieke ontheffing voor helikoptervluchten Datum ontvangst aanvraag

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

Gedeputeerde Staten van Flevoland, ONTWERP BELEIDSREGEL ONTHEFFING VOOR TIJDELIJK EN UITZONDERLIJK GEBRUIK (TUG) (artikel 8a.51 Wet luchtvaart) #942439 Gedeputeerde Staten van Flevoland, Overwegende dat: Gedeputeerde Staten door de wijziging

Nadere informatie

Proefexamen ZVT Voorschriften 2009

Proefexamen ZVT Voorschriften 2009 Proefexamen ZVT Voorschriften 2009 1. Bewijzen van bevoegdheid voor onderhoudstechnici voor de kleine luchtvaart worden geregeld in a. Wet Luchtvaart b. Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart

Nadere informatie

In artikel 8, eerste lid, onderdeel a, wordt met code number 1 of 2 vervangen door: met code number 1, 2, 3 of 4.

In artikel 8, eerste lid, onderdeel a, wordt met code number 1 of 2 vervangen door: met code number 1, 2, 3 of 4. CONCEPT HOOFDDIRECTIE BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr., tot wijziging van de Regeling burgerluchthavens in verband met het vaststellen

Nadere informatie

REGLEMENT TOEGANG ROTTERDAM THE HAGUE AIRPORT

REGLEMENT TOEGANG ROTTERDAM THE HAGUE AIRPORT De directie van Rotterdam Airport BV, Exploitant van de Luchthaven Rotterdam Airport, verder te noemen Rotterdam The Hague Airport (voorheen: Aangewezen luchtvaartterrein Rotterdam The Hague Airport van

Nadere informatie

Doorkiesnr. 010-246 82 52

Doorkiesnr. 010-246 82 52 m Airclips B.V. Nijverheidscentrum IB 2761 JP ZEVENHUIZEN Parallelweg 1 Postbus DCMR 843 3100 milieudienst AV Sciiiedam T 010-246 80 00 Rijnmond F 010-246 82 83 E coen.boogerd@dcmr.nl W www.dcmrnl BESLUIT

Nadere informatie

Aanvraagformulier Luchthavenregeling Overdiepse polder

Aanvraagformulier Luchthavenregeling Overdiepse polder Aanvraagformulier Luchthavenregeling Overdiepse polder Aanvrager/exploitant: Naam aanvrager Erik Chute Store Naam exploitant Erik Chute Store Naam contactpersoon Erik Tol Straat Eikenlaan 25 PC 5161 TN

Nadere informatie

International Airport Teuge Groot in kleine luchtvaart. Luchthaven Teuge Toekomstige ontwikkelingen mei 2013

International Airport Teuge Groot in kleine luchtvaart. Luchthaven Teuge Toekomstige ontwikkelingen mei 2013 International Airport Teuge Groot in kleine luchtvaart Luchthaven Teuge Toekomstige ontwikkelingen mei 2013 Agenda Achtergrond Ontwikkelingen Ambitie Vervolg Achtergrond: General Aviation Maatschappelijke

Nadere informatie

Sleepactiviteiten op EHST dienen minimaal 5 werkdagen - van tevoren officieel (zie NOTAM) gemeld te worden.

Sleepactiviteiten op EHST dienen minimaal 5 werkdagen - van tevoren officieel (zie NOTAM) gemeld te worden. EHST protocol slepen van zeilvliegtuigen I. Start van zeilvliegactiviteiten Aanmelding Sleepactiviteiten op EHST dienen minimaal 5 werkdagen - van tevoren officieel (zie NOTAM) gemeld te worden. Lesactiviteiten

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d ;

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d ; VERSIE: 22 januari 2013 Onderwerp Verordening luchthavenbesluit luchthaven Budel Noord-Brabant Provinciale Staten van Noord-Brabant Provinciale Staten van Noord-Brabant, Gelezen het voorstel van Gedeputeerde

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht. Haarlem, Onderwerp: Kadernotitie regionale luchthavens

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht. Haarlem, Onderwerp: Kadernotitie regionale luchthavens Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht Haarlem, Onderwerp: Kadernotitie regionale luchthavens Bijlagen: 1. Concept kadernotitie regionale luchthavens 2. Ontwerpbesluit 1. Inleiding. Deze kaderstellende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 39789 28 juli 2016 Vergunning luchtvaartvertoning Ballonfiësta Barneveld, Ministerie van Infrastructuur en Milieu Datum:

Nadere informatie

Handhavingsrapportage Rotterdam The Hague Airport

Handhavingsrapportage Rotterdam The Hague Airport Handhavingsrapportage Rotterdam The Hague Airport Gebruiksjaar 2013 Datum 24 december 2013 Pagina 2 van 14 Inhoud Samenvatting 5 1 Inleiding 7 1.1 Wettelijk kader 7 1.2 Handhavingssystematiek 7 2 Gegevensverstrekking

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Aanwijzing bijzonder luchtverkeersgebied BVG Schiphol, BVG Lelystad en BVG Hilversum

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Aanwijzing bijzonder luchtverkeersgebied BVG Schiphol, BVG Lelystad en BVG Hilversum STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 82 6 mei 2009 Aanwijzing bijzonder luchtverkeersgebied BVG Schiphol, BVG Lelystad en BVG Hilversum 24 april 2009 Nr. VENW/IVW-2009/6004

Nadere informatie

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager : Bolk Transport BV Type ontheffing : Locatiegebonden TUG-ontheffing voor 1 helikoptervlucht Datum ontvangst aanvraag

Nadere informatie

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager : Euregioballooning Type ontheffing : Generieke ontheffing voor opstijgingen met heteluchtballonnen Datum ontvangst

Nadere informatie

Provinciaal blad 2010, 54

Provinciaal blad 2010, 54 ISSN 0920-105X Provinciaal blad 2010, 54 Luchthavenregeling MLA-terrein Loenen, gemeente Loenen aan de Vecht Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 25 oktober 2010 (nr. 8086658B) houdende vaststelling

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 45404 31 augustus 2016 Vergunning luchtvaartvertoning Bommen Berend Ballonnen, Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Nadere informatie

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51)

Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager : Vechtdal Paragliding Type ontheffing : Locatiegebonden TUG-ontheffing voor paramotorvluchten Datum ontvangst aanvraag

Nadere informatie

Concept ten behoeve van internetconsultatie juli-augustus 2017

Concept ten behoeve van internetconsultatie juli-augustus 2017 Concept ten behoeve van internetconsultatie juli-augustus 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr. IENM/BSK tot wijziging van de Regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 22 september 2014 tot vaststelling van de Verordening luchthavenbesluit Hilversum

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 22 september 2014 tot vaststelling van de Verordening luchthavenbesluit Hilversum Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 22 september 2014 tot vaststelling van de Verordening luchthavenbesluit Hilversum Provinciale Staten van Noord-Holland gelezen de voordracht van Gedeputeerde

Nadere informatie

Wet luchtvaart. Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) provincie'%owpirjj^5p 2013/0411624

Wet luchtvaart. Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) provincie'%owpirjj^5p 2013/0411624 Wet luchtvaart Ontheffing Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (artikel 8a.51) Aanvrager Type ontheffing Datum ontvangst aanvraag Geldigheid beschikking Datum beschikking Kenmerk Zaaknummer A3 Ballon B.V.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36599 15 december 2014 Beleidsregel van de Inspecteur-Generaal Leefomgeving en Transport, van 20 november 2014, nr. A-0-14-0072.001,

Nadere informatie

DRONES Ontwikkelingen regelgeving in Nederland. Hanneke van Traa-Engelman Journée Schadee 13 april 2017

DRONES Ontwikkelingen regelgeving in Nederland. Hanneke van Traa-Engelman Journée Schadee 13 april 2017 DRONES Ontwikkelingen regelgeving in Nederland Hanneke van Traa-Engelman Journée Schadee 13 april 2017 Door de voortschrijdende technologie blijft het aantal toepassingen waarvoor drones kunnen worden

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13336 29 juni 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 26 juni 2012, nr. IENM/BSK-2012/86293,

Nadere informatie

Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een bijzonder luchtverkeersgebied TT Assen

Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een bijzonder luchtverkeersgebied TT Assen Nummer -2014/33988 Betreft Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende aanwijzing van een bijzonder luchtverkeersgebied TT Assen DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN

Nadere informatie

Het verzoek, bestaande uit het aanvraagformulier met een kaart van de locatie in Wanssum, maakt deel uit van het onderhavige besluit (bijlage 2).

Het verzoek, bestaande uit het aanvraagformulier met een kaart van de locatie in Wanssum, maakt deel uit van het onderhavige besluit (bijlage 2). Ons kenmerk 2017/13149 Maastricht 16 februari 2017 Zaaknummer 2017-200770 Verzonden 20 februari 2017 Bijlagen 2 Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Verzoek Bij brief van 5 februari 2017, ingekomen

Nadere informatie

Gelezen het verzoek om een luchtverkeersmaatregel te treffen tijdens Meet the future Twente van het projectbureau Technology Base van 13 juni 2018;

Gelezen het verzoek om een luchtverkeersmaatregel te treffen tijdens Meet the future Twente van het projectbureau Technology Base van 13 juni 2018; Nummer -2018/56137 Betreft Beschikking van de Minister van structuur en Waterstaat, houdende aanwijzing van een tijdelijk gebied met beperkingen tevens RMZ voor de luchtvaartvertoning Meet the future Twente

Nadere informatie