Nieuwsbrief Jaargang 15, nr.31, oktober 2011

Transcriptie

1 Nieuwsbrief Jaargang 15, nr.31, oktober 2011 CONTENT Verschil tussen smartphone en tablet Plannen voor ondernemer, werkgever en dga Plannen rondom de auto Onbetaalde uren telden mee voor urencriterium Fiscus moet opschieten met navorderen Ook andere beloningen tellen mee voor gebruikelijk loon Sponsorkosten voor racehobby zoon waren deels aftrekbaar Verschil tussen smartphone en tablet Met de huidige generatie communicatiemiddelen is het soms onduidelijk of sprake is van een echt communicatiemiddel of een computer. In een nieuw besluit geeft de staatssecretaris van Financiën meer duidelijkheid. Het was al bekend dat smartphones zoals een BlackBerry of een iphone onder het begrip mobiele communicatiemiddelen mogen vallen. Maar nu heeft de staatssecretaris aangegeven dat de Belastingdienst er bij deze apparaten vanuit gaat dat sprake is van een apparaatje met een beeldscherm van diagonaal niet meer dan 7 inch (17,78 cm, kleiner dan een tablet). Het beeldscherm en de invoermogelijkheden zijn bij deze toestellen te beperkt voor langdurig gebruik als computer. Als het zakelijk gebruik meer dan 10% is, kan de terbeschikkingstelling onbelast blijven. Pocket-pc s, mininotebooks, netbooks, e-readers en navigatieapparatuur vallen niet onder het begrip communicatiemiddel, maar onder de regeling voor computers. Binnen die regeling moet het zakelijk gebruik minstens 90% zijn voor belastingvrije terbeschikkingstelling. Stichtingen & verenigingen mogen straks meer winst maken Regeling personenvennootschappen van de baan 8 8 Persoonlijke attentie belastingvrij 10 Korte nieuwtjes 11 Alexanderstraat JM Den Haag T F E. info@broersenmacdonald.nl I.

2 Plannen voor ondernemer, werkgever en dga Veel fiscale maatregelen zijn dit jaar al vóór Prinsjesdag aangekondigd en daarna in het Belastingplan 2012 verder uitgewerkt. Zo was al bekend dat het kabinet streeft naar één algemene ondernemersfaciliteit in de inkomstenbelasting. De eerste stap is de invoering van een vaste basisaftrek van 7280 in Anders dan de huidige zelfstandigenaftrek wordt dit bedrag niet lager bij een hogere winst, maar het wordt ook niet jaarlijks geïndexeerd. Vanaf 2012 kan een ondernemer jaarlijks minderen toevoegen aan de fiscale oudedagsreserve (for). Nu is dat nog 12% met een maximum van Dit dotatieplafond gaat echter omlaag naar Ondernemers die eerst pensioen via hun werkgever opbouwden, kunnen vanaf 2012 tien jaar in plaats van drie jaar de betaalde premies voor de vrijwillige voortzetting van het pensioen aftrekken. Werkgever In het Regeerakkoord was al afgesproken dat de nieuwe vitaliteitsspaarregeling de huidige spaarloon- en levensloopregeling zou vervangen. De nieuwe regeling gaat gelden vanaf 1 januari 2013, maar werknemers kunnen vanaf 2012 al niet meer inleggen in de spaarloonregeling. Het opgebouwde bedrag kunnen zij in 2013 belastingvrij opnemen. Blijft het tegoed staan en houdt men zich aan de voorwaarden, dan blijft tot 2016 voor het spaarloontegoed de vrijstelling in box 3 gelden en valt het tegoed jaarlijks vrij. Ook de levensloopregeling verdwijnt vanaf 2012 voor nieuwe deelnemers. Er komt wel een overgangsregeling. Directeur-grootaandeelhouder Er komt een nieuwe fiscale faciliteit voor research & development (R&D). De exacte invulling van de regeling wordt binnenkort bekendgemaakt. Uit de toelichting bij het Belastingplan wordt wel duidelijk dat het kabinet de maatregelen in twee stappen wil invoeren. Vanaf 2012 komt er een extra aftrek van exploitatie- en investeringskosten in R&D (de RDA). Vanaf 2013 is daar bovenop extra geld beschikbaar voor aanvullend innovatiebeleid, de zogeheten innovatie-envelop Verder is het straks mogelijk om de boekwaarde van een ter beschikking gesteld vermogensbestanddeel door te schuiven wanneer het huwelijk van een in gemeenschap van goederen gehuwde dga eindigt. Zo kan deze voorkomen dat bij scheiding een directe afrekening over de meerwaarden volgt. Let op! De kabinetsplannen voor 2012 en 2013 zijn op Prinsjesdag 2011 naar de Tweede Kamer gestuurd. De wetsvoorstellen kunnen nog worden gewijzigd bij de Kamerbehandeling. Wij houden u op de hoogte. P 2

3 Plannen rondom de auto Zoals al was aangekondigd in de Autobrief, worden de CO2-grenzen de komende jaren in stappen verlaagd. Bovendien groeien de benzine- en dieselgrenzen naar elkaar toe. Het plan is om de 14%-bijtelling in 2015 uiteindelijk alleen nog maar toe te laten voor auto s met een CO2-uitstoot van maximaal 82 gram per kilometer. Het tarief van 20% zou dan van toepassing worden op auto s met een CO2-uitstoot van niet meer dan 110 gr/km. Auto s die niet meer dan 50 gram CO2-uitstoot per kilometer hebben, hebben tot en met 2015 geen bijtelling als de werkgever deze koopt in de periode van 1 januari 2012 tot en met Zie de tabel voor de ontwikkeling van de zuinigheidsgrenzen in de bijtelling in de jaren (CO2-uitstoot in gram per kilometer). Ontwikkeling zuinigheidsgrenzen bijtelling, Jaar 2011 tot 1 juli juli 31 december Benzine 14% bijtelling < 111 < 103 < 96 < 89 < 83 20% bijtelling Diesel 14% bijtelling < 96 < 92 < 89 < 86 < 83 20% bijtelling Overgangsregeling De periode dat leaserijders na een aanscherping van de zuinigheidsgrenzen de verlaagde bijtelling kunnen toepassen wordt beperkt. Het kabinet stelt deze vast op 60 maanden. De auto moet dan wel door dezelfde eigenaar ter beschikking worden gesteld. Na elke periode van vijf jaar moet bekeken worden of de auto nog in aanmerking komt voor een verlaagd bijtellingspercentage. Dit betekent meer administratief werk, omdat per auto moet worden bekeken welk percentage van toepassing is en hoe lang dit nog geldt. Verklaringsmogelijkheid Ook voor de bestelauto komt er een verklaringsmogelijkheid, de Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik. De werknemer en werkgever verklaren dan gezamenlijk dat de werknemer geen enkele kilometer privé rijdt in de bestelauto van de zaak. De werknemer hoeft vervolgens geen rittenadministratie bij te houden en de werkgever hoeft geen bijtelling toe te passen. Als de inspecteur erachter komt dat er misbruik van de regeling wordt gemaakt, kan hij een vergrijpboete opleggen. De boete bedraagt maximaal 100% van het bedrag van de verschuldigde belasting. In het Belastingplan 2012 is voorgesteld deze nieuwe mogelijkheid vanaf 1 januari 2012 te introduceren. P 3

4 Voortaan 2,7% btw-correctie over privégebruik auto De btw-heffing over het privégebruik van de auto van de zaak is sinds 1 juli 2011 niet meer gekoppeld aan de hoogte van de bijtelling in de loon- en inkomstenbelasting. Voorheen moest elk jaar 12% btw worden gecorrigeerd over het bedrag dat voor de inkomstenbelasting in aanmerking was genomen als onttrekking. De hoogte daarvan (0%, 14%, 20% of 25%) was afhankelijk van het CO 2 -verbruik van de auto. In plaats daarvan wordt nu het privégebruik gezien als een belaste fictieve dienst. De verschuldigde btw mag forfaitair worden bepaald. Fictieve dienst Vanaf 1 juli wordt het privégebruik van een auto van de zaak die kosteloos ter beschikking wordt gesteld, belast als fictieve dienst naar het werkelijke privégebruik van de auto. Ontvangt de werkgever voor de auto van de zaak een eigen bijdrage, dan moet hij deze buiten beschouwing laten bij de bepaling van de btw-correctie. Om de administratieve lasten en uitvoeringskosten te verminderen, keurt de staatssecretaris goed dat de verschuldigde btw wordt vastgesteld via een forfaitaire berekening. Het forfait bedraagt 2,7% van de catalogusprijs, inclusief btw en bpm. Voorwaarden Als de ondernemer of werkgever gebruikmaakt van de goedkeuring van de staatssecretaris, gelden de volgende voorwaarden: Alle btw op de gemaakte autokosten worden in aftrek gebracht (tenzij dit op grond van de wet niet mogelijk is). In het laatste tijdvak van het kalenderjaar moet de btw worden aangegeven voor het privégebruik van de auto. De verschuldigde btw is 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm). Dit percentage wordt naar tijdsgelang berekend, dat wil zeggen op basis van het aantal dagen dat de auto mede voor privédoeleinden ter beschikking staat. Heeft u vragen over de btw-correctie in de laatste aangifte van het jaar? Neemt u dan contact met ons op. Let op! Anders dan in de loon- en inkomstenbelasting geldt het woon-werkverkeer in de btw als privégebruik voor de auto van de zaak. P 4

5 Onbetaalde uren telden mee voor urencriterium Onbetaalde uren kunnen meetellen voor het urencriterium. De werkzaamheden moeten dan wel zijn verricht met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming, zo blijkt uit een recente uitspraak van Hof Leeuwarden. Volgens het hof had een lichttechnicus aannemelijk gemaakt dat hij in uren had besteed aan zijn onderneming. In dat jaar was een discussie met de inspecteur ontstaan over 300 onbetaalde uren die hij had gewerkt voor een Top 100-coverband. De lichttechnicus verklaarde dat hij de werkzaamheden had verricht, omdat deze hem (meer) naamsbekendheid gaven en hem (meer) ervaring gaven als lichttechnicus, waardoor hij nieuwe en grotere opdrachten kon verwerven. Dit was ook daadwerkelijk gebeurd, hoewel zijn omzet na 2006 niet was gestegen. Uit een getuigenverklaring leidde de rechter af dat het aantal van 300 uren eerder zelfs te laag dan te hoog was ingeschat. Fiscus moet opschieten met navorderen Stuit de inspecteur op een zogenoemd nieuw feit, dat hem niet bekend was of hem niet bekend hoefde te zijn op het moment dat hij de aanslag oplegde, dan kan hij een navorderingsaanslag opleggen. Soms heeft de inspecteur geen nieuw feit nodig. Bijvoorbeeld als de belastingplichtige te kwader trouw is geweest en bewust zijn inkomsten niet heeft gemeld. Dit komt de laatste tijd vaak aan de orde in rechtspraak die gaat over verzwegen inkomsten uit vermogen dat is geparkeerd op buitenlandse bankrekeningen. Maximumtermijn Het opleggen van een navorderingsaanslag is gebonden aan een maximumtermijn. De normale navorderingstermijn bedraagt vijf jaar, vanaf het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan. Als de inspecteur uitstel voor het indienen van de aangifte heeft verleend, wordt die uitstelperiode opgeteld bij de standaard navorderingstermijn. Gaat het echter om vermogen dat in het buitenland wordt gehouden of voordelen die in het buitenland zijn behaald, dan heeft de inspecteur twaalf jaar de tijd om na te vorderen. Maar hij mag dan niet treuzelen bij het opleggen van de navorderingsaanslagen, zo besliste de hoogste rechter al eerder. Wat voortvarend is, en wat niet, wordt nu uitgemaakt door de diverse lagere rechters. P 5

6 Acht maanden Bij Rechtbank Den Haag bleek een termijn van acht maanden al te lang. Tussen het moment waarop de belastingplichtige in deze zaak voor het eerst ontkende een buitenlandse bankrekening te hebben (gehad) - 21 april en de dagtekening van de navorderingsaanslag - 31 december was ongeveer een periode van acht maanden verstreken. Dit was te lang en onaanvaardbaar. De aanslag werd vernietigd. Aanslagen over de jaren 2002 tot en met 2005 waren wel terecht opgelegd, namelijk binnen de reguliere vijfjaarstermijn. Ook andere beloningen tellen mee voor gebruikelijk loon Hoe zit het ook alweer met de gebruikelijkloonregeling voor de directeur-grootaandeelhouder? Deze houdt in dat de Belastingdienst ervan uitgaat dat de dga een loon krijgt dat gebruikelijk is voor het niveau en de duur van zijn arbeid. Dit gebruikelijk loon is in 2011 minimaal Is het gebruikelijk om in eenzelfde soort functie meer te verdienen, dan moet het loon van de dga minstens het hoogste van de volgende bedragen zijn: 70% van het hogere gebruikelijk loon, maar minstens ; het loon van de meestverdienende werknemer of van de meestverdienende werknemer van een verbonden vennootschap. Zet de inspecteur in op een hoger loon, dan ligt de bewijslast bij hem. Hij moet dan aannemelijk maken dat bij werknemers met eenzelfde soort dienstbetrekking maar zonder aanmerkelijk belang, een hoger loon gebruikelijk is. Collega s In een zaak bij Hof Den Bosch ging het om een bv waarin twee tandartsen werkten. De ene tandarts had een aanmerkelijk belang (ab) en was dga. De andere tandarts was alleen in dienstbetrekking, maar verdiende een hoger brutoloon dan de dga. De inspecteur corrigeerde daarom het loon van de dga en stelde het gelijk aan het hogere loon van de tandarts zonder ab. Voor het verschil legde hij een naheffingsaanslag op. P 6

7 Inspecteur moest verder kijken dan brutoloon Bij het hof wees de bv erop dat de inspecteur niet alleen naar het brutoloon van de tandarts zonder ab had moeten kijken. De dga had namelijk ook recht op pensioenaanspraken, een auto van de zaak en een onkostenvergoeding. Beloningen die de andere tandarts niet kreeg. Bovendien werkte de dga maar negen maanden van het jaar, terwijl de andere tandarts fulltime aan het werk was. Als de bv keek naar het hele beloningspakket, ontving de dga ongeveer 70% meer dan zijn collega. De inspecteur had hier niets meer tegenin te brengen en kon het hogere loon dus niet bewijzen. Tip! Als een dga onder normale omstandigheden niet meer dan 5000 zou ontvangen voor zijn werkzaamheden, past de fiscus de gebruikelijkloonregeling niet toe. Sponsorkosten voor racehobby zoon waren deels aftrekbaar In de vorige uitgave van Fiscaal Nieuws kon u lezen over een directeur-grootaandeelhouder die de racehobby van zijn zoon sponsorde met geld uit zijn bv. Onlangs kwam weer zo n zaak aan de orde bij de rechter, alleen ging het hier om aftrek van btw op de gemaakte reclamekosten. Ook hier draaide het om een onderneming van pa die zich bezighield met de in- en verkoop van karts. Zoonlief zat in de autoracesport en de onderneming van de vader sponsorde deze activiteiten. Bijvoorbeeld door reclame op de racewagen. Deze btw was volgens de rechter maar beperkt aftrekbaar. De ondernemer was een liefhebber van de autosport en wilde met zijn zoon het hoogste bereiken. De activiteiten in de autoracerij waren voor de onderneming een spreekwoordelijk visitekaartje. De uitgaven waren daarom voor een deel bedoeld om de persoonlijke behoeften van de ondernemer te bevredigen, en voor een deel toe te rekenen aan zijn onderneming. Alleen voor de laatste kosten was de btw aftrekbaar. P 7

8 Stichtingen en verenigingen mogen straks meer winst maken Op Prinsjesdag 2011 is de Geefwet gepresenteerd aan de Tweede Kamer. Hierin staan enkele grote wijzigingen rondom stichtingen, verenigingen en giften. Algemeen nut beogende instellingen (Anbi s) en sociaal belang behartigende instellingen (sbbi s) zijn nu vrijgesteld voor de vennootschapsbelasting, mits de jaarwinst van zo n instelling niet meer bedraagt dan Bovendien mag deze winst samen met de winsten uit de vorige vier jaren niet meer bedragen dan De Geefwet past de vrijstelling zo aan, dat deze geldt voor alle stichtingen en verenigingen die een onderneming drijven, ongeacht het doel van hun ondernemingsactiviteiten. Een voorwaarde is dat de winst niet meer bedraagt dan per jaar en dat de winsten van het kalenderjaar en de voorafgaande vier jaren in totaal niet meer bedragen dan Optie voor integrale belastingplicht In beginsel zijn stichtingen en verenigingen belast voor zover zij een onderneming drijven. Deze beperkte belastingplicht heeft als nadeel dat stichtingen en verenigingen een exploitatietekort uit hun onbelaste activiteiten niet mogen aftrekken van het ondernemingsresultaat. De Geefwet geeft stichtingen en verenigingen de mogelijkheid te kiezen voor integrale belastingplicht, zodat exploitatietekorten aftrekbaar zijn. Wie gebruik maakt van deze optie zit daar voor minstens vijf jaar aan vast. Giftendrempel voor bv s vervalt Bv s en andere belastingplichtige lichamen mogen nu giften aan anbi s alleen aftrekken voor zover deze giften meer bedragen dan 227. Bovendien geldt een maximum van 10% van de winst. Onder de Geefwet geldt voor bv s geen drempel en is het normale maximum aan giftenaftrek verhoogd naar 50% van de winst, maar hoogstens Bovendien mag men de giftenaftrek verhogen met 50% van het bedrag aan giften aan culturele instellingen. Deze verhoging bedraagt maximaal Het is de bedoeling dat deze maatregelen per 1 januari 2012 ingaan. Tip! Een gift aan een anbi die als culturele instelling is aangemerkt levert straks nog meer belastingvoordeel op. Giften aan zo n anbi mogen tot een bedrag van maximaal 5000 worden vermenigvuldigd met een factor 1,5. Hiermee wil het kabinet ondernemerschap bij culturele anbi s extra stimuleren. P 8

9 Regeling personenvennootschappen van de baan Uit een brief van de minister van Veiligheid en Justitie aan de Eerste Kamer blijkt dat hij van plan is het wetsvoorstel rondom de personenvennootschappen in te trekken. Mkb-ondernemers waarvoor deze regeling is bedoeld, hebben volgens hem geen behoefte aan een nieuwe regeling en denken dat het wetsvoorstel hen geld gaat kosten. De vaste commissie voor justitie van de Eerste Kamer had ook al kritiek op de wetsvoorstellen voor de modernisering van het vennootschapsrecht. Door dit alles heeft de minister aangegeven de wetsvoorstellen in te willen trekken. Onder de nieuwe regeling, die al op 24 december 2002 bij de Tweede Kamer lag, zou het onderscheid tussen bedrijf (in een vof of cv) en beroep (in een maatschap) helemaal verdwijnen. De personenvennootschappen zouden door de nieuwe regeling worden aangemerkt als een openbare vennootschap of niet-openbare vennootschap, met of zonder rechtspersoonlijkheid. Toezicht is belangrijk bij inlening van personeel Bij inlening gaat het volgens de wet om een werknemer die een dienstbetrekking heeft bij het ene bedrijf (de uitlener) en ter beschikking wordt gesteld aan een ander bedrijf (de inlener) om onder toezicht of leiding van dat andere bedrijf werkzaam te zijn. Dit toezichtsaspect was aan de orde bij een recente zaak. Het ging om een groothandel die het schoonmaken van de bedrijfsruimten had uitbesteed aan een schoonmaakbedrijf. De ingehuurde werkzaamheden lagen niet in de lijn van de normale ondernemingsactiviteiten en vonden meestal plaats buiten de reguliere kantoortijden, zonder dat werknemers van de onderneming zelf aanwezig waren. Onder toezicht en leiding van de inlener De groothandel verklaarde over de gang van zaken dat het resultaat (het schoonmaken) voorop stond, een vaste vergoeding was afgesproken, zodat het niet uitmaakte hoeveel mensen werden ingezet en hoeveel uren werd gewerkt om dit resultaat te bereiken, de controle alleen achteraf plaatsvond en dat geen begin- en eindtijden vaststonden. Op basis hiervan oordeelde de rechter dat geen sprake was van inlening. Het maakt daarbij volgens de rechtbank niet uit dat de onderneming klachten over de schoonmaak telefonisch kon doorgeven aan de desbetreffende schoonmakers of dat sprake was van marginale aanwijzingen. P 9

10 Let op! In deze zaak had de bv waar de schoonmaakwerkzaamheden plaatsvonden (en die aansprakelijk werd gesteld door de inspecteur) haar administratie niet goed op orde. Het destijds gesloten schoonmaakcontract was niet meer aanwezig. Toch was het ontbreken van het contract geen reden voor de rechter om de zware sanctie van omkering bewijslast op te leggen. Persoonlijke attentie belastingvrij Er is sprake van loon bij verstrekkingen en betalingen aan werknemers, die duidelijk zijn gerelateerd aan de dienstbetrekking. Denk bijvoorbeeld aan bloemen of cadeaus die de werkgever voor een verjaardag geeft. Sommige schenkingen uit sympathie, wellevendheid of piëteit, zoals een rouwkrans of een fruitmand aan een zieke werknemer, zijn onbelast. In de praktijk is het soms lastig om te beoordelen wat de motieven zijn van een werkgever. Daarom heeft de staatssecretaris van Financiën besloten dat geen sprake is van loon, als anderen in eenzelfde situatie ook een attentie geven. Dit is het geval als het geen geld of waardebonnen betreft en de attentie niet meer dan 25 (inclusief btw) kost. P 10

11 Korte nieuwtjes Het zal u vast niet zijn ontgaan, dat het kabinet de overdrachtsbelasting tijdelijk heeft verlaagd. Van 15 juni 2011 tot 1 juli 2012 is het tarief van de overdrachtsbelasting voor woningen en rechten waaraan woningen zijn onderworpen verlaagd van 6% naar 2%. Deze verlaging geldt niet voor bedrijfsruimten. De fiscus gaat steeds vaker automatische nummerplaatherkenning inzetten. Wordt een auto herkend waarvan de eigenaar nog een belastingschuld heeft openstaan, dan mag de fiscus de bestuurder dwingen zijn auto aan de kant van de weg te zetten en de belasting invorderen. Er moet wel al een dwangbevel zijn betekend. Ondernemers kunnen vanaf 1 januari 2012 geen ontheffing meer krijgen van de verplichting om elektronisch aangifte te doen. Een uitzondering geldt als de aangifte ziet op een gedeelte van een tijdvak. In dat geval kan soms nog wel op papier aangifte worden gedaan, bijvoorbeeld in het jaar van emigratie of immigratie (M-biljet). Hoewel bij het redigeren van de Nieuwsbrief de grootst mogelijke zorgvuldigheid wordt betracht, bestaat altijd de mogelijkheid dat bepaalde informatie (na verloop van tijd) verouderd of niet (meer) juist is. Broers & MacDonald is dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van activiteiten die worden ondernomen op basis van deze uitgave. Overname is niet toegestaan. Broers & MacDonald Belastingadviseurs Alexanderstraat JM Den Haag T F E. broersenmacdonald@tip.nl I. P 11