Diagnostiek van occlusale cariëslaesies met behulp van laserfluorescentiemetingen
|
|
- Brecht de Croon
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Oorspronkelijke bijdragen Naphausen e.a.: Lasermetingen bij occlusale cariëslaesies Diagnostiek van occlusale cariëslaesies met behulp van laserfluorescentiemetingen M.T.P. Naphausen M. Riemersma E.H. Verdonschot Recentelijk werd een apparaat op de markt gebracht voor het opsporen van cariëslaesies in occlusale vlakken (DIAGNOdent ). De betrouwbaarheid (reproduceerbaarheid) en de validiteit van dit laserfluorescentieapparaat werden onderzocht. In het in vivo-deel van dit onderzoek werden 45 locaties op de occlusale vlakken van blijvende molaren bij 13 vrijwilligers gemeten door 2 waarnemers met behulp van 2 DIAGNOdent -apparaten, waarvan er één was geproduceerd in 1998 en één in Met deze gegevens werd de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de metingen bepaald. In het in vitro-deel werden 49 occlusale vlakken van blijvende molaren bemeten, wederom met behulp van 2 DIAGNOdent -apparaten en door 2 waarnemers. Daarnaast werd met behulp van visuele inspectie de uitbreiding of grootte van de occlusale cariës bepaald. De gebitselementen werden doorgezaagd om de werkelijke diepte en de oppervlakte van de laesies op doorsnede te meten. De reproduceerbaarheid van beide DIAGNOdent -apparaten en de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid bleken zeer hoog. De correlatie van de DIAGNOdent -metingen met de werkelijke diepte van de cariëslaesies was lager dan die van visuele inspectie door waarnemer 1, maar niet lager dan die van waarnemer 2. De correlatie met het glazuurdeel van occlusale cariëslaesies was groter dan met het dentinedeel. De validiteit van de DIAGNOdent en van visuele inspectie, uitgedrukt in de oppervlakte onder de Receiver Operating Characteristic(ROC)-curve, verschilden niet significant van elkaar. Geconcludeerd wordt dat de validiteit van DIAGNOdent -metingen niet verschilt van die van de gemiddelde visuele inspectie van waarnemer 1 en 2. De laserfluorescentiemetingen zijn mogelijk wel geschikt voor het in de tijd volgen ( monitoren ) van kleine occlusale cariëslaesies zonder duidelijke cavitatie. NAPHAUSEN MTP, RIEMERSMA M, VERDONSCHOT EH. Diagnostiek van occlusale cariëslaesies met behulp van laserfluorescentiemetingen. Ned Tijdschr Tandheelkd 2002; 109: 3-7. Samenvatting Trefwoorden: Diagnostiek Laserfluorescentie Cariës Uit de afdeling Cariologie en Endodontologie van het Universitair Medisch Centrum Sint Radboud in Nijmegen. Datum van acceptatie: 15 mei Adres: Dr. E.H. Verdonschot UMC St. Radboud Postbus HB Nijmegen e.verdonschot@dent.kun.nl Inleiding In vrijwel alle westerse landen is de prevalentie van cariës gedurende de afgelopen drie decennia drastisch verminderd. Deze afname werd vooral veroorzaakt door een reductie van cariës op de buccale/linguale en approximale vlakken (Truin et al, 1993). Het gevolg hiervan was een relatieve toename van het aandeel van cariës op de occlusale vlakken, waardoor de belangstelling voor vroege diagnostiek van deze laesies geleidelijk toenam (Sawle en Andlaw, 1988; Lussi, 1993). In de periode vóór 1970 werden occlusale cariëslaesies nog voornamelijk door middel van visuele inspectie gediagnosticeerd. Later is het gebruik van röntgendiagnostiek voorgesteld. Röntgendiagnostiek van kleine occlusale cariëslaesies wordt echter bemoeilijkt door het geringe stralencontrast van gedemineraliseerd glazuur en dentine, resulterend in een slecht waarneembaar zwartingscontrast (Wenzel et al, 1992). Omdat bovendien het occlusale glazuur door veelvuldig contact met fluoride vrijwel geen cavitatie vertoont, kan de demineralisatie zeer ver in het dentine voortschrijden alvorens deze met behulp van visuele inspectie en bitewing-opnamen wordt ontdekt (Weerheijm et al, 1992). Voor een overzicht van de validiteit van de diverse methoden voor occlusale cariësdiagnostiek wordt verwezen naar de recente literatuur (Ie et al, 1994; Verdonschot et al, 1994; Verdonschot et al, 1999). In 1998 werd een nieuw diagnostisch apparaat voor de detectie van occlusale cariës geïntroduceerd (DIAGNOdent, KaVo, Bibberach, Duitsland). De werking is gebaseerd op de fluorescentie van bacteriële producten in carieus tandweefsel. Met behulp van een lichtsonde wordt (excitatie)licht met een golflengte van 655 nm op de occlusale fissuur gericht. De lichtenergie die de fluorescentie opwekt, wordt vanuit het centrum van de sonde aangevoerd. Het fluorescentielicht heeft een grotere golflengte en wordt via de buitenste vezels van de sonde naar het toestel teruggevoerd. De intensiteit van het fluorescentielicht wordt door het apparaat geregistreerd en geïnterpreteerd, waardoor een kwantitatieve meting van de cariëslaesie wordt verkregen. De eerste evaluaties waarbij de DIAGNOdent werd toegepast op geëxtraheerde gebitselementen, toonden een zeer goede intra- en interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de metingen en een goede validiteit (Lussi et al, 1999; Shi et al, 2000). Uit laatstgenoemd onderzoek blijkt de diagnostiek van de DIAGNOdent beter dan die van bitewing-opnamen. Voorafgaande aan de metingen werden de gebitselementen echter gedurende 20 minuten gebleekt om alle pigmenten uit de fissuren te verwijderen, een reinigingsprocedure die in de kliniek niet kan worden toegepast. Daarnaast werd de DIAGNOdent niet vergeleken met visuele inspectie, maar met röntgenologisch onderzoek. In het hier beschreven onderzoek werd bij patiën- 3
2 Afb. 1. Om de diepte en de oppervlakte van een cariëslaesie te bepalen werd de sectie met de diepste laesie tezamen met een referentiestaafje gefotografeerd (a). Deze opname werd gedigitaliseerd en in het digitale beeld werd het glazuurdeel (b) en het dentinedeel van de cariëslaesie (c) ingekaderd. a c ten de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid bepaald van 2 DIAGNOdent -apparaten. In een in vitro-onderzoek werden de betrouwbaarheid en de validiteit van de DIAGNOdent bij de diagnostiek van occlusale cariëslaesies vastgesteld en vergeleken met visuele inspectie. Materiaal en methode Het in vivo-onderzoek De reproduceerbaarheid van de DIAGNOdent -metingen werd onder in vivo-omstandigheden bepaald bij 13 vrijwilligers in de leeftijd van jaar. Bij elke vrijwilliger werden door één onderzoeker 2 à 4 blijvende molaren geselecteerd, die bij visuele inspectie geen duidelijke caviteiten, restauraties of sealants. Na selectie werden door dezelfde onderzoeker de te bemeten locaties op de occlusale vlakken bepaald. Vervolgens werden de gemarkeerde locaties door middel van visuele inspectie onafhankelijk van elkaar beoordeeld door 2 andere waarnemers. Daarbij werd de volgende nominale schaal gebruikt: 0 = geen cariëslaesie; 1 = cariëslaesie binnen het glazuur; 2 = cariëslaesie tot aan de glazuurdentinegrens; 3 = cariëslaesie in het dentine. Dezelfde 2 waarnemers verrichtten vervolgens een DIAGNOdent meting op elk van de aangegeven locaties. Er werd onafhankelijk van elkaar gemeten met 2 apparaten, een DIAGNOdent geproduceerd in 1998 en een geproduceerd in Met de DIAGNOdent uit 1999 werd, conform de gebruiksaanwijzing, een kalibratiemeting uitgevoerd op een meegeleverd kunststof referentieblokje. Deze meting kwam precies overeen met de meegeleverde waarde. Een dergelijk referentieblokje was niet meegeleverd bij de DIAGNOdent uit 1998, zodat hierbij geen controle mogelijk was. Bij alle b metingen van beide apparaten werd dezelfde tip gebruikt. Deze tip werd telkens op het apparaat geplaatst waarmee de metingen werden verricht. Alvorens te meten, werden de elementen gepolijst en gedroogd. Per patiënt werd de basisfluorescentie van gezond glazuur bepaald door het uitvoeren van een referentiemeting op het labiale vlak van element 11. Vervolgens werd elk van de aangegeven locaties gemeten door de tip op het element aan te brengen en daarbij een licht draaiende beweging te maken. De DIA- GNOdent meet de intensiteit van het fluorescentielicht, zet deze meting om in een waarde van 0 tot 99, en bewaart de hoogste meting ( peak ). De meetprocedure werd stopgezet zodra de waarde van de meting niet meer hoger werd. De hoogst gemeten waarde per locatie werd geregistreerd. Van elke locatie werd op deze wijze door 2 waarnemers één meting verricht met 2 DIAGNOdent -apparaten. De betrouwbaarheid van de metingen werd uitgedrukt in de correlatie tussen de metingen van beide beoordelaars bij gebruikmaking van één DIAGNOdent, en tussen de metingen van beide DIAGNOdent apparaten verkregen door één en dezelfde onderzoeker. Het in vitro-onderzoek Voor het in vitro-onderzoek werden 50 molaren geselecteerd. Alle elementen waren langer dan 6 maanden in kraanwater bewaard. De geselecteerde molaren waren onaangetast door cariës of vertoonden een cariëslaesie zonder duidelijke cavitatie. De te bemeten locaties, één op het occlusale vlak van elke molaar, werden gemarkeerd en 2 andere waarnemers beoordeelden onafhankelijk van elkaar de locaties met behulp van visuele inspectie. Daarbij gaven zij een score volgens de nominale cariësschaal die ook werd gebruikt in het in vivo-onderzoek. Daarna werd elke locatie met beide DIAGNOdent -apparaten gemeten analoog aan de wijze beschreven in het in vivo-gedeelte van het onderzoek. Om de histologische omvang en diepte van de carieuze aantasting te bepalen, werden de gebitselementen ingebed in een doorzichtige kunsthars en vervolgens in de lengterichting doorgezaagd, vlak naast de gemarkeerde locatie. De sectie met de grootste cariëslaesie werd gebruikt voor de validatie van de visuele cariësbeoordelingen en de DIAGNOdent metingen. Om de diepte en het oppervlak van de cariës- 4
3 laesie op de secties te meten werd een metalen referentiestaafje op de sectie aangebracht, waarna een kleurendia werd vervaardigd (afb. 1a). De lengte van het referentiestaafje werd 10 maal bepaald met een micrometer. Van deze metingen werden de hoogste en de laagste geëlimineerd en van de overige 8 metingen werd het gemiddelde bepaald. De diapositieven werden gedigitaliseerd en opgeslagen. Met behulp van een computerprogramma (Scion Image, NIH, Bethesda, Verenigde Staten) werd het aantal pixels (beeldpunten) op het referentiestaafje bepaald en de afmetingen van een pixel in millimeters berekend. Door vermenigvuldiging van het aantal pixels op de grootste diepte van de laesie met de lengte van een pixel in millimeters werd de diepte van de laesie in millimeters verkregen. Om de oppervlakte van de laesie in het glazuur te bepalen werd de laesie omkaderd (afb. 1b), het aantal pixels daarbinnen geteld en vermenigvuldigd met het oppervlak van één pixel zoals berekend vanaf het referentiestaafje. Op dezelfde wijze werd het oppervlak van de laesie in het dentine berekend (afb. 1c). Alle metingen werden onafhankelijk uitgevoerd door 2 beoordelaars. De reproduceerbaarheid van de metingen werd uitgedrukt in de correlatiecoëfficiënt tussen de metingen van beide beoordelaars. De validiteit van de visuele inspectie en de DIAGNOdent -metingen werd uitgedrukt in de correlatie tussen cariësscores en DIAGNOdent -metingen enerzijds, en de diepte van de laesies en de oppervlakten van de laesies in glazuur en dentine anderzijds. Om de validiteit van visuele inspectie te vergelijken met die van de DIAGNOdent -metingen werd een Receiver Operating Characteristic(ROC)-analyse uitgevoerd. In een ROC-analyse wordt de sensitiviteit uitgezet tegen 1 minus de waarde van de specificiteit. Daarbij is de oppervlakte onder de curve representatief voor de validiteit van de metingen. Een oppervlakte van 1,0 duidt op een perfecte diagnostiek voor laesies van elke diepte en een oppervlakte van 0,5 duidt op een minimale validiteit. De oppervlakten onder de curve werden met elkaar vergeleken met behulp van een area test (Metz en Kronman, 1980). Ten slotte werden sensitiviteit en specificiteit van visuele inspectie en DIAGNOdent -metingen bij het opsporen van dentinecariës bepaald. Voor dit doel werden DIAGNOdent metingen groter dan 20 beschouwd als dentinelaesies (Shi et al, 2000). De sensitiviteit is de ratio van juistpositieve diagnoses en de feitelijk positieve diagnoses en geeft aan in hoeverre een diagnostische methode in staat is om de aangetaste (carieuze) vlakken op te sporen. De specificiteit is de ratio van juist-negatieve diagnoses en het aantal werkelijk negatieve diagnoses en is een indicatie voor de kwaliteit waarmee een diagnostisch instrument de onaangetaste (gave) vlakken opspoort. Resultaten DIAGNOdent -metingen werden uitgevoerd op 45 locaties bij de 13 vrijwilligers. De correlatiecoëfficiënten tussen de metingen van de beide DIAGNOdent apparaten waren r = 0,88 voor waarnemer 1 en r = 0,93 voor waarnemer 2. De correlatie tussen beide waarnemers was r = 0,85 bij toepassing van de DIAGNOdent uit 1998 en r = 0,91 voor de DIAGNOdent uit Bij de in vitro-metingen bleken er in de fissuren van 1 molaar resten van een sealant aanwezig te zijn. Deze molaar werd uit de set verwijderd. De resultaten werden derhalve ontleend aan metingen bij 49 molaren. De correlatie tussen de cariësscores, verkregen door visuele inspectie door de 2 waarnemers, bedroeg 0,62. De correlatiecoëfficiënten tussen de metingen van beide DIAGNOdent -apparaten waren r = 0,91 voor waarnemer 1 en r = 0,95 voor waarnemer 2. De correlatie tussen beide waarnemers was r = 0,96 bij toepassing van DIAGNOdent uit 1998 en r = 0,89 voor de DIAGNOdent uit De sensitiviteit van de DIAGNOdent -apparaten voor het opsporen van occlusale dentinecariës was hoger dan die van visuele inspectie, terwijl de specificiteit van visuele inspectie hoger bleek dan die van de DIAGNOdent -apparaten (tab. 1). De oppervlakte onder de ROC-curve (A z ) bleek het grootst (0,91) voor visuele inspectie verricht door waarnemer 1. De overige oppervlakten varieerden van 0,80 tot 0,83. Area-testen wezen uit dat de validiteit van de DIAGNOdent -metingen en de visuele inspectie niet statistisch significant van elkaar verschillen (p > 0,05). In tabel 2 zijn de correlaties tussen de diagnostische metingen en de diepte van de laesie en de oppervlakten van het glazuurdeel respectievelijk het dentinedeel van de laesie opgenomen. De correlatie van visuele inspectie met de diepte van de laesie, uitgevoerd door waarnemer 1, bleek het grootst (0,72). De correlaties van de DIAGNOdent -metingen met de diepte en met de oppervlakte van het glazuurdeel van de laesie bleken systematisch groter dan de correlatie met het dentinedeel van de laesie. Discussie Voor toepassing van een diagnostisch instrument in de praktijk moet dit voldoende betrouwbaar en valide zijn. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van beide DIAGNOdent -apparaten was hoger dan die van visuele inspectie. Voor een belangrijk deel wordt dit veroorzaakt door de kwantitatieve aard van de DIAGNOdent metingen. Er wordt op objectieve wijze een signaal gemeten en bij een herhaalmeting kan in principe hetzelfde signaal gemeten worden, mits de meetomstandigheden hetzelfde zijn. De correlatiecoëfficiënten tussen de DIAGNOdent -metingen van beide waarnemers (in vivo: 0,85 = r = 0,93; in vitro 0,89 = r = 0,95) zijn hoog, maar niet perfect. Dit wordt veroorzaakt doordat er toch enige beoordelaarsvariabiliteit is opgetreden. Zo moet altijd precies op dezelfde plaats gemeten worden en moet de meting op precies dezelfde wijze worden uitgevoerd. Kleine afwijkingen hiervan resulteren in een iets andere meting, hetgeen van invloed is op de correlatiecoëfficiënt. Nochtans toont dit onderzoek dat de methode zeer betrouwbaar kan worden toege- 5
4 Tabel 1. De sensitiviteit en specificiteit van 2 DIAGNOdent -apparaten en visuele inspectie bij de diagnostiek van occlusale dentinecariës en de oppervlakte onder de ROC-curve (A z) als maat voor de validiteit om dentinelaesies op te sporen. Methode Waarnemer Sensitiviteit Specificiteit A z Visuele inspectie 1 0,40 0,94 0,91 Visuele inspectie 2 0,60 0,88 0,83 DIAGNOdent ,93 0,59 0,81 DIAGNOdent ,93 0,53 0,81 DIAGNOdent ,00 0,50 0,82 DIAGNOdent ,93 0,47 0,80 Tabel 2. Correlaties van visuele inspectie en DIAGNOdent -metingen met de diepte van de laesie (mm), de oppervlakte (mm 2 ) van het glazuurdeel van de laesie en de oppervlakte (mm 2 ) van het dentinedeel van de laesie, gemeten op de sectie. Methode Waarnemer Diepte (r) Oppervlakte Oppervlakte laesie in laesie in glazuur (r) dentine (r) Visuele inspectie 1 0,72 0,64 0,53 Visuele inspectie 2 0,44 0,33 0,36 DIAGNOdent ,53 0,54 0,45 DIAGNOdent ,48 0,47 0,39 DIAGNOdent ,52 0,52 0,40 DIAGNOdent ,50 0,49 0,38 past. Behalve de meetomstandigheden speelt bij de reproduceerbaarheid van visuele inspectie ook de subjectiviteit van de waarnemers een rol. Dit verklaart de aanzienlijk lagere interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van visuele inspectie (r = 0,62). Beide DIAGNOdent -apparaten geven gelijkwaardige resultaten, zowel wat de betrouwbaarheid als de validiteit betreft. Deze consistentie is vooral van belang indien in een praktijk meer dan één apparaat wordt gebruikt, maar ook indien een apparaat na verloop van tijd wordt vervangen door een nieuwere versie. Longitudinale cariësmetingen, verricht bij patiënten met het ene apparaat, kunnen dan met een ander apparaat worden vervolgd. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat in dit onderzoek met slechts één tip werd gemeten. De mate waarin deze tip slijt als functie van het aantal toepassingen en het effect hiervan op de DIAGNOdent -metingen is nog onbekend. De werking van de DIAGNOdent berust op de mate waarin bacteriële producten in carieus weefsel fluoresceren na excitatie met laserlicht met een golflengte van 655 nm. Een grotere laesie kan meer bacteriële producten bevatten, waardoor de fluorescentie zal toenemen. De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat de correlatie van de DIAGNOdent -metingen met de diepte van de laesie en met de oppervlakte van het glazuurdeel van de laesie (afb. 1b) hoger is dan die met het dentinedeel van de laesie. Dit kan verklaard worden doordat het fluorescentielicht, afkomstig uit het dentinedeel van de laesie, een relatief lange weg moet afleggen alvorens het kan worden opgevangen door de tip van de DIAGNOdent. De relatief grote kans dat het fluorescentielicht op die lange weg wordt verstrooid in een andere richting of wordt geabsorbeerd, maakt de kans op detectie door de sensor kleiner. Dit betekent dat de DIAGNOdent beter presteert indien gezocht wordt naar de kleinere, oppervlakkige laesies dan naar grotere. Het apparaat is geschikt voor gebruik bij het in de tijd volgen ( monitoren ) van kleine cariëslaesies in het kader van een preventieve behandelingsplanning. Het verschil tussen de validiteit van visuele inspectie en DIAGNOdent -metingen is gelegen in de hoge specificiteit gecombineerd met een lage sensitiviteit van visuele inspectie en de lage specificiteit gecombineerd met een hoge sensitiviteit van de DIAGNOdent. In de praktijk betekent dit dat bij visuele inspectie relatief meer dentinelaesies onopgemerkt blijven dan er onterecht dentinelaesies worden gevonden. Bij toepassing van de DIAGNOdent zal een tandarts meer dentinelaesies kunnen opsporen, maar zal hij ook vaker gave vlakken of vlakken met uitsluitend een glazuurlaesie aanmerken als vlakken met een dentinelaesie. Overigens zullen de waarden voor sensitiviteit en specificiteit variëren met de grensscore voor glazuur- en dentinecariës. In vergelijking met de resultaten van het onderzoek van Lussi et al (1999) is de specificiteit van de DIAGNOdent -metingen in dit onderzoek hoger en de sensitiviteit lager. Dit wordt veroorzaakt doordat in het aangehaalde onderzoek de grens tussen dentineen glazuurcariës werd geplaatst tussen de DIAGNOdent -metingen 10 en 11. Door deze lagere drempel zullen meer dentinelaesies gevonden worden, waardoor de sensitiviteit hoger wordt, maar daardoor zal ook de specificiteit afnemen omdat meer fout-positieve diagnoses worden gesteld. Om een eenduidiger uitspraak te kunnen doen omtrent de validiteit van een diagnostische test wordt aanbevolen om deze uit te drukken in de oppervlakte onder de ROC-curve (A z ). De A z -waarden van visuele inspectie waren hoger dan die van de DIAGNOdent (tab. 1), maar dit verschil was niet statistisch significant. Als de DIAGNOdent wordt toegepast moeten de occlusale vlakken zorgvuldig worden ontdaan van plaque en andere organische producten door middel van polijsten. Het polijsten van de te bemeten vlakken is van belang om fout-positieve metingen ten gevolge van fluorescerende tandplaquebestandelen te voorkomen. De polijstpasta mag uiteraard niet fluoresceren onder invloed van het laserlicht, hetgeen eenvoudig kan worden gecontroleerd door de sonde van de DIAGNOdent op de polijstpasta te richten. De gemeten waarde moet dan nul zijn. Bij het meten is het niet nodig om de vlakken droog te blazen. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat de aanwezigheid van vocht nagenoeg geen invloed heeft op de meting (Lussi et al, 1999). Conclusies Uit dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat de DIAGNOdent bij het opsporen van occlusale cariëslaesies tot in het dentine geen zinnige aanvulling is op visuele inspectie bij het opsporen van dentinelaesies. Er bestaan geen significante verschillen tussen de metingen van een nieuw DIAGNOdent -apparaat en een 1 jaar oud apparaat. Daarom kan voor het volgen 6
5 van cariëslaesies in de tijd, indien het oude apparaat niet meer functioneert en mits dezelfde tip wordt gebruikt, nagenoeg probleemloos op een nieuw apparaat worden overgestapt. Literatuur IE YL, VERDONSCHOT EH. The performance of diagnostic systems in occlusal caries detection compared. Community Dent Oral Epidemiol 1994; 22: LUSSI A. Comparison of different methods for the diagnosis of fissure caries without cavitation. Caries Res 1993; 27: LUSSI A, IMWINKELRIED S, PITTS NB, LONGBOTTOM C, REICH E. Performance and reproducibility of a laser fluorescence system for detection of occlusal caries in vitro. Caries Res 1999; 33: METZ CE, KRONMAN HB. Statistical significance test for binormal ROC curves. J Math Psych 1980; 22: SAWLE RF, ANDLAW RJ. Has occlusal caries become more difficult to diagnose? Br Dent J 1988; 164: SHI X-Q, WELANDER U, ANGMAR-MÅNSSON B. Occlusal caries detection with KaVo DIAGNOdent and radiography: an in vitro comparison. Caries Res 2000; 34: TRUIN GJ, VAN T HOF MA, KALSBEEK H, FRENCKEN JE, KÖNIG KG. Secular trends of caries prevalence in 6- and 12-year-old Dutch children. Community Dent Oral Epidemiol 1993; 21: VERDONSCHOT EH, HUYSMANS MCDNJM, PLASSCHAERT AJM. Diagnostiek van primaire cariës: huidige technieken en hun consequenties voor de behandeling. Ned Tijdschr Tandheelkd 1994; 101: VERDONSCHOT EH, ANGMAR-MÄNSSON B, TEN BOSCH JJ, ET AL. Developments in caries diagnosis and their relationship to treatment decisions and quality of care. Caries Res 1999; 33: WEERHEIJM KL, SOET JJ DE, AMERONGEN WE VAN, GRAAFF J DE. Occlusale dentinelaesies onder een klinisch ogenschijnlijk intact glazuuroppervlak. Ned Tijdschr Tandheelkd 1992; 99: WENZEL A, VERDONSCHOT EH, TRUIN GJ, KÖNIG KG. Accuracy of visual inspection, fiber-optic transillumination, and various radiographic image modalities for the detection of occlusal caries in extracted non-cavitated teeth. J Dent Res 1992; 71: Diagnosis of occlusal caries lesions using laser fluorescence measurements Summary Recently, a device for detecting occlusal caries lesions (DIAGNOdent ) has been introduced. The reproducibility and validity of this laser-fluorescence device were investigated. In the in vivo part of the study, 45 sites at the occlusal surfaces of permanent molar teeth in 13 patients were measured by 2 observers using 2 DIAGNOdent devices, one produced in 1998 and one in The interobserver reliability between both devices and both observers was established. In the in vitro part of the study, 49 permanent molars were measured by 2 observers using 2 DIAGNOdent devices. In addition, visual inspection was performed. The teeth were sectioned to measure the histological depth and area of the caries lesions. The reproducibility of both DIAGNOdent devices was high, and so was the interobserver reliability. The correlation between DIAGNOdent measurements and the actual depth of the caries lesions was lower than that of visual inspection. The correlation with the enamel part of the lesion exceeded that of the dentine part. It was concluded that the validity of the DIAGNOdent, expressed as the area under the Receiver Operating Characteristic (ROC) curve, was not statistically significantly different from that of visual inspection. Because of the high reproducibility, dental practitioners who wish to use the DIAGNOdent for monitoring caries lesions, this investigation indicates that an old device may be replaced by a new one, provided that the same tip will be used. Key words: Diagnostics Caries Laser fluorescence 7
Lasers in de tandheelkunde 2
Oorspronkelijke bijdragen Serie: Lasers in de tandheelkunde E.H. Verdonschot 1 M.H. van der Veen 2 Lasers in de tandheelkunde 2 Cariësdiagnostiek met lasers Samenvatting Trefwoorden: Laser Cariësdiagnostiek
Cariësdiagnostiek: de laesie staat centraal
Huysmans e.a.: Cariësdiagnostiek M.C.D.N.J.M. Huysmans 1 E.H. Verdonschot 2 J.P. van Amerongen 3 Cariësdiagnostiek: de laesie staat centraal Samenvatting Trefwoorden: Cariologie Cariësdiagnostiek Uit 1
Vroegdiagnostiek van cariës
Klinische vraag Vroegdiagnostiek van cariës Samenvatting In deze bijdrage wordt aandacht besteed aan de detectie en vroegdiagnostiek van carieuze laesies. Behalve aan traditionele detectiemethoden zal
Het effect van de klachtkans op een behandelbeslissing. Een exploratief onderzoek onder vierdejaarsstudenten tandheelkunde
A.M.F.P. Verweij, M.W. van der Wel, P.A. Mileman, J. den Dekker, W.B. van den Hout Het effect van de klachtkans op een behandelbeslissing Een exploratief onderzoek onder vierdejaarsstudenten tandheelkunde
Spitzer quality of life index
Spitzer Quality of life index Spitzer, W. O., Dobson, A. J., Hall, J., Chesterman, E., Levi, J., Shepherd, R. et al. (1981). Measuring the quality of life of cancer patients: a concise QL index for use
Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27:865 874, 2001
Diabete Problem Solving Measure for Adolescents (DPSMA) Cook S, Alkens JE, Berry CA, McNabb WL (2001) Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27:865 874, 2001
Onderzoek met de SAPROF
Onderzoek met de SAPROF De Vries Robbé & De Vogel SAPROF 2 e Editie handleiding, 2012 Betrouwbaarheid en validiteit Retrospectief dossieronderzoek In verschillende internationale instellingen wordt momenteel
Identificatie van cariësrisicopatiënten
Oorspronkelijke bijdragen Van Palenstein Helderman e.a.: Cariësrisicopatiënten Identificatie van cariësrisicopatiënten W.H. van Palenstein Helderman 1 M.A. van t Hof C. van Loveren 3 Een nieuw predictiemodel
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)
Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede
Vroegdiagnostiek van cariës
A.J.P. van Strijp Vroegdiagnostiek van cariës kennistoets q-keurmerk redactie ntvt Een vroegtijdige detectie van carieuze laesies stelt een mondzorgverlener in staat in te spelen op het verloop van de
Diagnostisch en restauratief gedrag van Nederlandse tandartsen in de kindertandheelkunde
J.S.C. Heijdra, J.S.J. Veerkamp Diagnostisch en restauratief gedrag van Nederlandse tandartsen in de Het doel van dit onderzoek was inzicht te krijgen in de aanpak van Nederlandse tandartsen bij de behandeling
Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid
Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.
DOELGROEP De test richt zich tot zwangere vrouwen of vrouwen die recent bevallen zijn.
BREASTFEEDING PERSONAL EFFICACY BELIEFS INVENTORY (BPEBI) Cleveland A.P., McCrone S. (2005) Development of the Breastfeeding Personal Efficacy Beliefs Inventory: A measure of women s confidence about breastfeeding.
Deze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg.
Drug Regimen Unassisted Grading Scale (DRUGS) Edelberg HK, Shallenberger E, Wei JY (1999) Medication management capacity in highly functioning community living older adults: detection of early deficits.
Het nemen van beslissingen in de cariologie
Verdonschot e.a.: Beslissingen in de cariologie E.H. Verdonschot S.L. Liem W.H. van Palenstein Helderman 2 Het nemen van beslissingen in de cariologie Samenvatting Trefwoorden: Besliskunde Utiliteit Cariologie
Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Sinds enkele decennia is de acute zorg voor brandwondenpatiënten verbeterd, hetgeen heeft geresulteerd in een reductie van de mortaliteit na verbranding, met name van patiënten
Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.
Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary
Huizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008)
The Diabetes Numeracy Test (DNT) Huizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008) Development and validation
Meer succes in uw praktijk en meer omzet met de DIAGNOcam.
Praktijkadvies Gebruikerservaringen Deel 1: Drie succesvolle gebruiksmogelijkheden van de DIAGNOcam in uw praktijk. Meer succes in uw praktijk en meer omzet met de DIAGNOcam. Drie succesvolle gebruiksmogelijkheden
Mahoney en Barthel Functionele beoordeling Beoordeling van de dagdagelijkse activiteiten Chronisch zieke patiënten, ouderen
The Barthel Index (BI) Mahoney, F. I. and Barthel, D. W. (1965) "Functional Evaluation: The Barthel Index." Meetinstrument Afkorting Auteurs Onderwerp Doelstelling Populatie Gebruikers Aantal items Deelname
Het nagaan van het verloop van borstvoeding bij de pasgeborene
INFANT BREASTFEEDING ASSESSMENT TOOL (IBFAT) Matthews M.K. (1988) Developing an instrument to assess infant breastfeeding behavior in early neonatal period. Midwifery, 4, 154-165. Meetinstrument Afkorting
De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS
Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen
De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen
Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development
Jensen D., Wallace S., Kelsay P. (1994). LATCH: a breastfeeding charting system and documentation tool. JOGGN, 23,
LATCH ASSESSMENT TOOL Jensen D., Wallace S., Kelsay P. (1994). LATCH: a breastfeeding charting system and documentation tool. JOGGN, 23, 27-32. Meetinstrument Afkorting LATCH Assessment Tool LATCH Auteur(s)
hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5
SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de
Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43,
SESSING SCALE Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43, 37-40. Meetinstrument Sessing scale Afkorting - Auteur
PROTOCOL UMCG Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde
PROTOCOL UMCG Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde Titel: Röntgengebruik SECTIE Orale Functieleer AUTEUR/VERANTWOORDELIJKE A.A.B. Krol DATUM 12 september 2014 GELDIG TOT 12 september 2016 DOEL Frequentie
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Evidence-based diagnostiek Berkhout, E.W.R.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Berkhout, E.W.R. Published in: Quality Practice. Nascholingstijdschrift voor Tandartsen Link to publication Citation for published version (APA): Berkhout, W. E.
Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal
Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between
Mental Alternation Test (MAT)
Mental Alternation Test (MAT) Jones, B. N., Teng, E. L., Folstein, M. F., and Harrison, K. S. (1993). "A New Bedside Test of Cognition for Patients With HIV Infection." Meetinstrument Mental Alternation
Adherence aan HWO en meer bewegen
Adherence aan HWO en meer bewegen Een experimenteel onderzoek naar de effecten van het motivationele stadium van patiënten en de adherence aan huiswerkoefeningen (HWO) bij fysiotherapie en het meer bewegen.
Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety
"Recognition of Alzheimer's Disease: the 7 Minute Screen."
Seven Minute Screen (7MS) Solomon, P. R. and Pendlebury, W. W. (1998) "Recognition of Alzheimer's Disease: the 7 Minute Screen." Meetinstrument Afkorting Auteur Onderwerp Doelstelling Populatie Gebruikers
Dysphagia Risk Assessment for the Community-dwelling Elderly
DYSPHAGIA RISK ASSESSMENT FOR THE COMMUNITY-DWELLING ELDERLY (DRACE) Miura, H., Kariyasu, M., Yamasaki, K., & Arai, Y. (2007). Evaluation of chewing and swallowing disorders among frail community-dwelling
Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)
Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported
De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim
De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:
Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing
Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Quality of Life and Depressive Symptoms of People with Multiple Sclerosis:
The diagnosis and prognosis of venous thromboembolism : variations on a theme Gibson, N.S.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) The diagnosis and prognosis of venous thromboembolism : variations on a theme Gibson, N.S. Link to publication Citation for published version (APA): Gibson, N. S.
The Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps."
Système de mesure de l autonomie fonctionnelle (SMAF) Hébert R. (1988) The Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps."
Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.
Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten
Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie
DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal
Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners
Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric
Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten.
Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten. Differences in Personality Traits and Personality Structure between Groups of Eating Disorder
Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar:
Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: is er een relatie met een verkorte versie van de NVP-J? Personality Characteristics and Cyberbullying among youngsters of 11
Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij
Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method
Hill P.D., Humenick S.S. (1996). Development of the H&H Lactation Scale. Nursing Research, 45(3), 136-140.
H & H LACTATION SCALE (HHLS) Hill P.D., Humenick S.S. (1996). Development of the H&H Lactation Scale. Nursing Research, 45(3), 136-140. Meetinstrument H&H Lactation Scale Afkorting HHLS Auteur(s) Hill
Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit
Onderzoek naar het Effect van de Aanwezigheid van een Hond op het Alledaags Functioneren van een Kind met Autisme M.I. Willems Open Universiteit Naam student: Marijke Willems Postcode en Woonplaats: 6691
de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality
De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit
Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.
Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine
Camus, A., Mourey, F., d'athis, P., Blanchon, A., Martin-Hunyadi, C., De Rekeneire, N., Mischis-Troussard, C., and Pfitzemeyer, P. (2002).
Mini Motor Test (MMT) Camus, A., Mourey, F., d'athis, P., Blanchon, A., Martin-Hunyadi, C., De Rekeneire, N., Mischis-Troussard, C., and Pfitzemeyer, P. (2002). Meetinstrument Afkorting Auteurs Onderwerp
De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie
De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support
De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie
De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited
212
212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele
Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën
Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual
FRENCHAY APHASIA SCREENING TEST (FAST)
FRENCHAY APHASIA SCREENING TEST (FAST) Enderby P, Crow E (1996) Frenchay Aphasia Screening Test: validity and comparability. Disability and Rehabilitation 18 (5): 238-240. Afkorting Auteur Thema FAST Enderby
Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression
Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:
De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie
De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine
Indicatie voor en frequentie van intraorale röntgenopnamen
J.H.G. Poorterman Thema: Röntgendiagnostiek in de algemene praktijk Indicatie voor en frequentie van intraorale röntgenopnamen Het maken van röntgenopnamen heeft een belangrijke plaats in de hedendaagse
De restauratieve verzorgingsgraad bij de jeugd 1 Patiëntgebonden factoren
A.A. Schuller, J.J.M. Bruers, B.A.F.M. van Dam, J.H.G. Poorterman, V.A.M. Gerardu, G.J. Truin De restauratieve verzorgingsgraad bij de jeugd 1 Patiëntgebonden factoren In 2007 vond een onderzoek plaats
Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?
Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla
Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of
Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:
De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten
De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten The relationship between depression symptoms, anxiety symptoms,
Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme
Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Dutch version of the Quebec User Evaluation of Satisfaction with assistive technology (D-QUEST)
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Dutch version of the Quebec User Evaluation of Satisfaction with assistive technology (D-QUEST) Februari 2018 Review: Ilse Swinkels-Meewisse Invoer: Marsha
Invloed van kindersnoep op de speekselsecretiesnelheid en de zuurgraad van mondvloeistof
D.L. Gambon, H.S. Brand, A. van Nieuw Amerongen Invloed van kindersnoep op de speekselsecretiesnelheid en de zuurgraad van mondvloeistof Naar aanleiding van de observatie van gebitserosie bij een -jarig
Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1
Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten
FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2015, blok 3, Gerard Koel.
FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2015, blok 3, Gerard Koel. INHOUD : 1. Enige statistische begrippen omtrent studies naar diagnostische middelen. 2. Diagnostische
INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren
De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:
Waarom falen (zoveel) studenten in het hoger onderwijs?
Samenvatting Studierendement is indicator voor kwaliteit van de organisatie van het onderwijs Studenten richten zich op vigerende normen voor voldoende prestaties Activerend onderwijs leidt echt tot beter
Tahnee Anne Jeanne Snelder. Open Universiteit
Effecten van Gedragstherapie op Sociale Angst, Zelfgerichte Aandacht & Aandachtbias Effects of Behaviour Therapy on Social Anxiety, Self-Focused Attention & Attentional Bias Tahnee Anne Jeanne Snelder
Hoofdstuk 1: introductie van het proefschrift
Samenvatting 114 Samenvatting Samenvatting 115 Hoofdstuk 1: introductie van het proefschrift Dit proefschrift beschrijft een aantal studies over patiënten die met maagklachten de huisarts bezoeken. Van
Harris MA, Wysocki T, Sadler M, Wilkinson K, Harvey LM, Buckloh LM, Mauras N., White N.H. (2000).
The Diabetes Self Management Profile (DSMP) Harris MA, Wysocki T, Sadler M, Wilkinson K, Harvey LM, Buckloh LM, Mauras N., White N.H. (2000). Validation of a structured interview for the assessment of
Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel
Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:
Ontwikkelingen op het gebied van MRI bij endometriose
Nederlandse samenvatting Ontwikkelingen op het gebied van MRI bij endometriose Chapter 9 148 Naar schatting lijdt ongeveer 10% van alle vrouwen in de vruchtbare levensjaren aan endometriose. Er zijn verschillende
Analysis of Temporal Mammogram Pairs to Detect and Characterise Mass Lesions
Proefschrift Sheila Timp Analysis of Temporal Mammogram Pairs to Detect and Characterise Mass Lesions Borstkanker is de meest voorkomende soort kanker bij vrouwen. Ongeveer 1 op de 10 vrouwen zal ooit
Samenvatting (Summary in Dutch)
* (Summary in Dutch) Dit proefschrift heeft als onderwerp de testkarakteristieken van fecaal occult bloed testen (FOBT s), voor de detectie van het colorectaal carcinoom (CRC) en zijn voorloper laesies,
Relatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen. Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability
Running head: EIGENWAARDE, MOTIVATIE EN EMPLOYABILITY 1 Relatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability Inge
Repeatable Battery for the Assessment of Neuropsychological Status (RBANS)
Repeatable Battery for the Assessment of Neuropsychological Status (RBANS) Randolph C. (1998) Randolph, C., Tierney, M. C., Mohr, E., and Chase, T. N. 1998. "The Repeatable Battery for the Assessment of
FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel.
FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel. INHOUD : 1. Enige statistische begrippen omtrent studies naar diagnostische middelen. 2. Diagnostische
De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.
RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede
Inhoudsopgave Samenvatting Summary Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Evaluatieonderzoek naar de Effectiviteit van de Zomercursus Plezier op School bij Kinderen met Verschillende Mate van Angstig en Stemmingsverstoord Gedrag en/of Autistische Gedragskenmerken Effect Evaluation
College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS
College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS Inleiding in de Methoden & Technieken 2013 2014 Hemmo Smit Overzicht van dit college Kwaliteit van een meetinstrument Inleiding SPSS Hiervoor lezen:
Validatiedossier van een IHC onderzoeksmethode HER2 -
Validatiedossier van een IHC onderzoeksmethode HER2 - K Zwaenepoel, klinisch wetenschappelijk medewerker, dienst pathologie, UZ Antwerpen 17 NOV 2018 HER2 IHC klinisch belang HER2 IHC als (pre)screen voor
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking
Samenvatting. geweest als de gemaakte keuzes, namelijk opereren. Het model had daarom voor deze patiënten weinig toegevoegde waarde.
Klinische predictiemodellen combineren patiëntgegevens om de kans te voorspellen dat een ziekte aanwezig is (diagnose) of dat een bepaalde ziekte status zich zal voordoen (prognose). De voorspelde kans
SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het
SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het modererend effect van coping Cyberbullying: the implications
MIJN GENOOM. ONLINE OF OFF-LINE?
MIJN GENOOM. ONLINE OF OFF-LINE? Pascal Borry Humaan Genoom Project Hoop en verwachtingen With this profound new knowledge, humankind is on the verge of gaining immense, new power to heal. Genome science
Prevalentie van tandcariës en tanderosie bij Haagse schoolkinderen in de periode
G.J. Truin, J.E. Frencken, J. Mulder, A.J. Kootwijk, E. de Jong Prevalentie van tandcariës en tanderosie bij Haagse schoolkinderen in de periode 1996-2005 In 2005 vond opnieuw een tandheelkundig klinisch
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/58995
DOELGROEP De WSD werd gevalideerd bij patiënten met een beroerte (Westergren et al. 1999).
WESTERGREN S SCREENING FOR DYSPHAGIA (WSD) Westergren, A., Hallberg, I.R., & Ohlsson, O. (1999). Nursing assessment of Dysphagia among patients with stroke. Scandinavian journal of Caring Sciences, 13,
Het meten van de kwaliteit van leven bij kinderen met JIA
Het meten van de kwaliteit van leven bij kinderen met JIA Measuring quality of life in children with JIA Masterthese Klinische Psychologie Onderzoeksverslag Marlot Schuurman 1642138 mei 2011 Afdeling Psychologie
De Relatie tussen het Adaptief en Cognitief Functioneren van Dak- en Thuisloze Jongeren en het Wel of Niet Hebben van een Psychiatrische Diagnose
De Relatie tussen het Adaptief en Cognitief Functioneren van Dak- en Thuisloze Jongeren en het Wel of Niet Hebben van een Psychiatrische Diagnose The Relationship between Adaptive and Cognitive Functioning
Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar
Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6
Prevention and Treatment of Peri-Implant Diseases. Cleaning of Titanium Dental Implant Surfaces. A. Louropoulou
Prevention and Treatment of Peri-Implant Diseases. Cleaning of Titanium Dental Implant Surfaces. A. Louropoulou Thesis Prevention and Treatment of Peri-implant Diseases Cleaning of titanium dental implant